BE1030324B1 - Mite composition and method of feeding predatory mites - Google Patents

Mite composition and method of feeding predatory mites Download PDF

Info

Publication number
BE1030324B1
BE1030324B1 BE20225159A BE202205159A BE1030324B1 BE 1030324 B1 BE1030324 B1 BE 1030324B1 BE 20225159 A BE20225159 A BE 20225159A BE 202205159 A BE202205159 A BE 202205159A BE 1030324 B1 BE1030324 B1 BE 1030324B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
mites
mite
predatory
prey
composition
Prior art date
Application number
BE20225159A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1030324A1 (en
Inventor
Emile P Demard
Pavel B Klimov
Felix L Wäckers
Dominiek Vangansbeke
Marcus V A Duarte
Jared L Dunham
Karel J F Bolckmans
Clive S A Stinson
Original Assignee
Biobest Group N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Biobest Group N V filed Critical Biobest Group N V
Priority to BE20225159A priority Critical patent/BE1030324B1/en
Priority to PCT/EP2023/055889 priority patent/WO2023170145A1/en
Publication of BE1030324A1 publication Critical patent/BE1030324A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1030324B1 publication Critical patent/BE1030324B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K67/00Rearing or breeding animals, not otherwise provided for; New or modified breeds of animals
    • A01K67/033Rearing or breeding invertebrates; New breeds of invertebrates
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N63/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing microorganisms, viruses, microbial fungi, animals or substances produced by, or obtained from, microorganisms, viruses, microbial fungi or animals, e.g. enzymes or fermentates
    • A01N63/10Animals; Substances produced thereby or obtained therefrom
    • A01N63/16Arachnids
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01PBIOCIDAL, PEST REPELLANT, PEST ATTRACTANT OR PLANT GROWTH REGULATORY ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR PREPARATIONS
    • A01P7/00Arthropodicides
    • A01P7/02Acaricides
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01PBIOCIDAL, PEST REPELLANT, PEST ATTRACTANT OR PLANT GROWTH REGULATORY ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR PREPARATIONS
    • A01P7/00Arthropodicides
    • A01P7/04Insecticides

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Insects & Arthropods (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Virology (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)

Abstract

Deze uitvinding heeft betrekking op het gebruik van prooimijten van de soort Thyreophagus calusorum als voedsel voor roofmijten, die gebruikt kunnen worden voor het bestrijden van een plaag in een gewas.This invention relates to the use of prey mites of the species Thyreophagus calusorum as food for predatory mites, which can be used to control a pest in a crop.

Description

Vakgebied van de uitvindingField of the invention

Deze uitvinding heeft betrekking op het gebruik van prooimijlen van de soortThis invention concerns the use of prey miles of the species

Thyreophagus calusorum als voedsel voor roofmijten, die gebruikt kunnen worden voor het bestrijden van een plaag in een gewas.Thyreophagus calusorum as food for predatory mites, which can be used to combat a pest in a crop.

Roofmijten worden traditioneel gebruikt in het ruime vakgebied van plaagbestrijding in de landbouw. Er werd een ruim gamma roofmijtsoorten voorgesteld of gecommercialiseerd voor de biologische bestrijding van schadelijke fytofage mijten en plagen van insecten zoals witte vliegen en trips.Predatory mites are traditionally used in the broad field of pest control in agriculture. A wide range of predatory mite species have been proposed or commercialized for the biological control of harmful phytophagous mites and insect pests such as whiteflies and thrips.

Recentelijk werden de voornaamste geleedpotige plaagscoorien voornamelijk bestreden met chemische middelen, Le. pesticiden. Vandaag zijn veel nieuwe pesticiden die beschikbaar zijn geworden op de markt meer selectief en minder gevaarlijk dan de oudere verbindingen. Maar zelfs de nieuwste pesticiden vertonen verscheidene grote problemen, nl. de ontwikkeling van resistentie bij doelwitplaagsoorten; de afnemende aanvoer van bruikbare, geregistreerde insecticiden en acariciden; de afzetting van ongewenste residu's; het nadelige effect op soorlen die niet tot de doelwitsoorten behoren, wat resulteert in secundaire plaaguitbraken; de fytoloxische reacties bij behandelde planten. Zo wordt het steeds duidelijker dat het probleem van de plaagbestrijding in de landbouw niet zal worden opgelost door alleen te vertrouwen op chemische bestrijding. Om deze reden onderzoeken en gebruiken veel landbouwers werkwijzen om het gebruik van pesticiden verminderen.Recently, the major arthropod pests have been controlled mainly with chemical agents, Le. pesticides. Today, many new pesticides that have become available on the market are more selective and less dangerous than the older compounds. But even the latest pesticides have several major problems, namely the development of resistance in target pest species; the declining supply of useful, registered insecticides and acaricides; the deposition of unwanted residues; the adverse effect on non-target species, resulting in secondary pest outbreaks; the phytoloxic responses in treated plants. Thus, it is becoming increasingly clear that the problem of pest management in agriculture will not be solved by relying solely on chemical control. For this reason, many farmers are researching and using methods to reduce the use of pesticides.

Een alternatief voor het gebruik van chemische stoffen is biologische bestrijding.An alternative to the use of chemicals is biological control.

Biologische bestrijding is de opzettelijke manipulatie van populaties van levende nutlige organismen (natuurlijke vijanden) om een plaagpopulatie te beperken. Natuurlijke vijanden van mijten bijvoorbeeld omvaiten predatoren, parasitaire insecten, nemaloden en pathogenen.Biological control is the intentional manipulation of populations of living beneficial organisms (natural enemies) to limit a pest population. Natural enemies of mites, for example, include predators, parasitic insects, nematodes and pathogens.

Vrijwel elke plaag heeft immers natuurlijke vijanden en een geschikte aanpak van dergelijke natuurlijke vijanden kan vele soorten plagen doeltreffend bestrijden.After all, almost every pest has natural enemies and a suitable approach to such natural enemies can effectively combat many types of pests.

Het doel van biologische bestrijding is niet om een plaag uit te roeien, maar om ze op aanvaardbare niveaus le houden, waarop ze geen beduidende schade veroorzaken. Als dusdanig kan biologische bestrijding doeltreffend, goedkoop en veilig zijn.The goal of biological control is not to eradicate a pest, but to maintain them at acceptable levels where they do not cause significant damage. As such, biological control can be effective, cheap and safe.

Roofmijtenpopulaties worden al vele jaren gebruikt om plagen te bestrijden. In het bijzonder worden tegenwoordig hoofdzakelijk phytoseiidae roofmijten gebruikt om plagen zoals fytofage mijlen, trips en witte vliegen te bestrijden Neoseiulus cucumeris (Oudemans)Predatory mite populations have been used to control pests for many years. In particular, nowadays mainly phytoseiidae predatory mites are used to control pests such as phytophagous miles, thrips and whiteflies Neoseiulus cucumeris (Oudemans)

wordt bijvoorbeeld commercieel gebruikt voor de bestrijding van triplarven en spintmijten. In de context van biologische bestrijding van plagen wordt er ook een bijzonders aandacht besteed aan andere roofmijtenscorten, in het bijzonder Mesostigmata en Prostigmata soorten, en sommige ervan worden nu al gecommercialiseerd.For example, it is used commercially to control triply larvae and spider mites. In the context of biological pest control, special attention is also being paid to other predatory mite species, in particular Mesostigmata and Prostigmata species, and some of them are already being commercialized.

Er is derhalve een toenemende belangstelling voor de ontwikkeling van doeltreffende massakweeksystemen om roofmiitenpopulaties te produceren op een commercieel relevante schaal, en aan een aanvaardbare prijs. Commerciële kweeksystemen maken tegenwoordig gebruik van levende prooien in een cultuur op een drager om roofmijten te kweken.There is therefore increasing interest in the development of effective mass breeding systems to produce predatory mite populations on a commercially relevant scale, and at an acceptable price. Commercial breeding systems currently use live prey in culture on a support to breed predatory mites.

WO2005/071107 en WO2013/103295 beschrijven bijvoorbeeld een mijtensamensteiling omvattende een populatie van individuen van een roofmijtensoort, een prooimiitenpopulatie als voedselbron voor de roofmiitindividuen en een drager. De samenstellingen in overeenstemming met deze documenten uit de stand van de techniek zijn geschikt voor het kweken van mijlensoorten en voor de biologische bestrijding van plagen.For example, WO2005/071107 and WO2013/103295 describe a mite assembly comprising a population of individuals of a predatory mite species, a prey mite population as a food source for the predatory mite individuals and a carrier. The compositions according to these prior art documents are suitable for the cultivation of migratory species and for the biological control of pests.

Massakweeksystemen voor roofmijten zijn sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van geschikte prooien voor de predatoren. Gezien hun roi in het kweken van roofmijten, neemt de commerciële relevantie van het kweken van prooimijten oe.Mass breeding systems for predatory mites are highly dependent on the availability of suitable prey for the predators. Given their role in breeding predatory mites, the commercial relevance of breeding prey mites increases.

WO2006/057552, WO2008/015393, WO2008/104807 en WO2007/075081 tonen het potentieel van het gebruik van astigmatid mijten als prooimiiten bij de massakweek van roofmijten. Tot vandaag worden er echter slechts enkele astigmatid prooimijitenscorten gebruikt in massakweekmethodes, nl. Tyrophagus putrescentiae (Schrank), Thyreophagus entomophagus (Laboulbéne & Robin) en Carpog/yphus lactis L. WO2008/015393 A2 beschrijf vergelijkende proeven tussen deze drie commerciële prooimijten en ontdekte datWO2006/057552, WO2008/015393, WO2008/104807 and WO2007/075081 show the potential of using astigmatid mites as prey mites in the mass breeding of predatory mites. However, to date, only a few astigmatid prey mite species are used in mass breeding methods, namely Tyrophagus putrescentiae (Schrank), Thyreophagus entomophagus (Laboulbéne & Robin) and Carpog/yphus lactis L. WO2008/015393 A2 describe comparative trials between these three commercial prey mites and found that

Thyreophagus entomophagus zowel T. putrescentiae als C. /actis overtreft.Thyreophagus entomophagus outcompetes both T. putrescentiae and C. /actis.

Het identificeren van nieuwe prooimijiten die gebruikt kunnen worden voor de biologische bestrijding van plagen, die tegelijk goedkoop en gemakkelijk te kweken zijn, Dijf een uitdaging. De meeste mijlen waarop roofmijten in de natuur jagen, werden nadien ongeschikt bevonden voor de massakweek van deze roofmijten, bijvoorbeeld omdat ze onvoldoende dichtheden bereiken of verdedigingsmechanismen tegen roofmijten hebben (zie bv. Massaro, M., Martin, J.P.L. and de Moraes G.J. Exp Appl Acarol (2016) 70: 411; Barbosa,Identifying new prey mites that can be used for biological pest control, while being cheap and easy to breed, is a challenge. Most of the miles where predatory mites hunt in nature were subsequently found to be unsuitable for the mass breeding of these predatory mites, for example because they do not reach sufficient densities or have defense mechanisms against predatory mites (see e.g. Massaro, M., Martin, J.P.L. and de Moraes G.J. Exp Appl Acarol (2016) 70: 411; Barbosa,

MFC. and de Moraes, G.J. Exp Appl Acaro! (2016) 69: 289; Barbosa, M.F.C. and de Moraes,MFC. and de Moraes, G.J. Exp Appl Acaro! (2016) 69: 289; Barbosa, M.F.C. and de Moraes,

G.J. Biologica! Control (2015) 91: 22-26; en Midthassel, A. Leather, S.R., Wright, D.J. et al.G.J. Biologics! Control (2015) 91:22-26; and Midthassel, A. Leather, S.R., Wright, D.J. et al.

BioControl (2016) 61: 437). Voorts dienen potentiële negatieve effecten van de prooimijten op gewassen en eindgebruikers minimaal te zijn.BioControl (2016) 61: 437). Furthermore, potential negative effects of the prey mites on crops and end users should be minimal.

Met het oog op het bovenstaande is er sen voortdurende nood aan het verkrijgen van alternatieve en bij voorkeur verbeterde (meer doeltreffende) mijtsamenstellingen voor massakweek en productie op grote schaal van roofmijtenpopulaties, voor commerciële distributie van grotere volumes mijtsamenstellingen die deze omvatten en voor een betere plaagbestriiding en landbouwbeheer.In view of the above, there is a continuing need to obtain alternative and preferably improved (more effective) mite compositions for mass breeding and large-scale production of predatory mite populations, for commercial distribution of larger volumes of mite compositions comprising them and for improved pest management and agricultural management.

Samenvatting van de uiivindingSummary of the invention

De uitvinders hebben verrassenderwiis gevonden dat het gebruik van mijlen van de soort Thyreophagus calusorum als procimijten de problemen van de huidige stand van de techniek verhelpen.The inventors have surprisingly found that the use of miles of the species Thyreophagus calusorum as procuring mites overcomes the problems of the current state of the art.

Daarom verschaft deze uitvinding een mijtensamensteliing omvattende - gen roofmijtenpopulatie, - een prooimijtenpopulatie, en - gen drager voor individuen van genoemde populaties, waarin genoemde prooimjijtenpopulatie mijten van de soort Thyreophagus calusorum omvat.Therefore, this invention provides a mite composition comprising - gene predatory mite population, - a prey mite population, and - gene carrier for individuals of said populations, wherein said prey mite population comprises mites of the species Thyreophagus calusorum.

Fig. 1: Aantal eitjes dat gelegd wordt door A. calformicus wanneer gevoed met Th. entomophagus of Th. calusorum (gemiddelde + standaardfout).Fig. 1: Number of eggs laid by A. calformicus when fed with Th. entomophagus or Th. calusorum (mean + standard error).

Fig. 2: Aantal eitjes en mobiele individuen van A. swirskii wanneer gevoed met Th. entomophagus of Th. calusorum (gemiddelde + standaardfout).Fig. 2: Number of eggs and mobile individuals of A. swirskii when fed with Th. entomophagus or Th. calusorum (mean + standard error).

Fig. 3: Aantal eities en mobiele individuen van N. calfornicus wanneer gevoed met 7h entomophagus of Th. calusorum (gemiddelde + standaardfout).Fig. 3: Number of eggs and mobile individuals of N. calfornicus when fed with 7h entomophagus or Th. calusorum (mean + standard error).

Zoals eerder hierin beschreven, verschaft deze uitvinding een mijtensamensteiling omvattende - een roofmijtenpopulatie, - gen prooimiitenpopulatie, en - gen drager voor individuen van genoemde populaties, waarn genoemde prooimijtenpopulatie mijten van de soort Thyreophagus calusorum omvalAs previously described herein, this invention provides a mite assembly comprising - a predatory mite population, - gene prey mite population, and - gene carrier for individuals of said populations, wherein said prey mite population includes mites of the species Thyreophagus calusorum

Met de term "roofmijtenpopulatie” wordt in de zin van deze uitvinding een populatie van nuttige mijten bedoeld die zich voeden met een prooimiitennopulatie.For the purposes of this invention, the term "predatory mite population" means a population of beneficial mites that feed on a prey mite population.

Met de term "prooimiitenpopulatie” wordt in de zin van deze uitvinding een populatie van mijlen die bedoeld die minstens gedeeltelijk verbruikt worden door een roofmiitenpopulatie.The term "prey mite population" for the purposes of this invention means a population of miles that are at least partially consumed by a predatory mite population.

Met de term "drager" wordt in de zin van deze uitvinding eender welk vast materiaal bedoeld dat geschikt is om een draagvlak te verschaffen voor de individuen van zowel de roofmijten- als de prooimiitenpopulatie. De drager zal gewoonlijk werken als een driedimensionale matrix waarin de prooimijtenpopulatie en de roofmijtenpopulatie zich kunnen verplaatsen, verbergen, ontwikkelen en jagen of bejaagd worden.For the purposes of this invention, the term "carrier" means any solid material that is suitable for providing a support surface for the individuals of both the predatory mite and the prey mite population. The carrier will usually act as a three-dimensional matrix in which the prey mite population and the predatory mite population can move, hide, develop and hunt or be hunted.

De prooimijt Thyreophagus calusorum reproduceert parthenogenetisch astigmatid mijten, die werden verzameld uit subcorticale habitats in Florida, USA. T. calusorum vrouwtjes verschillen daarin van alle gekende soorten van Thyreophagus soorten dat ze zeer kort en een beetje conisch solenidion 6 op tarsus il hebben, spermathecae die breed, gescierotiseerd en boogvormig zijn aan de ingang van het spermathecaai kanaal en door de afwezigheid van ventrale seta wa |! (Klimov et al. ingediend).The prey mite Thyreophagus calusorum parthenogenetically reproduces astigmatid mites, which were collected from subcortical habitats in Florida, USA. T. calusorum females differ from all known species of Thyreophagus species in that they have very short and slightly conical solenidion 6 on tarsus il, spermathecae that are broad, scierotized and arcuate at the entrance to the spermathecae duct and in the absence of ventral seta wa |! (Klimov et al. submitted).

Uitvinders hebben op verrassende wijze waargenomen dat een mijtensamenstelling volgens deze uitvinding betere resultaten vertoont op het vlak van efficiëntie. Er werd waargenomen dat individuen van een roofmijtenpopulatie die jagen op mijlen van de soortInventors have surprisingly observed that a mite composition according to this invention shows better results in terms of efficiency. Individuals of a predatory mite population were observed to hunt for miles of the species

Thyreophagus calusorum, sen hoge groeisnelheid vertonen en zodoende een groter aanta! individuen in de roofmiitensamenstelling.Thyreophagus calusorum, exhibit a high growth rate and therefore a larger number! individuals in the predatory mite assemblage.

Op voordelige wijze omvat de samenstelling volgens de uitvinding een voedselbron voor de roofmijten- en/of prooimijtenpopulaties. In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de samenstelling van de uitvinding een voedselbron voor Thyreophagus calusorum. In één uitvoeringsvorm is de voedselbron een natuurlijk dieet voor Thyreophagus calusorum.Advantageously, the composition according to the invention comprises a food source for the predatory mite and/or prey mite populations. In a special embodiment, the composition of the invention comprises a food source for Thyreophagus calusorum. In one embodiment, the food source is a natural diet for Thyreophagus calusorum.

Bijvoorbeeld kan de voedselbron afgeleid zijn van graan. In één uitvoeringsvorm omvat de voedselbron tarwekiemen, zemelen, gedopte rijst, havervlokken, maïsgruiten, meel (zoals meel van peulvruchten, boekweitmeel of mee! van granen), gedroogd fruit, jam, gedroogde insecten, fungi (zoals Saccharomyces cerevisiae) of pluimveeslachtafvaimeel. Diëten van mijten kunnen worden aangevuld met suikers, zoals sucrose, glucose, fructose of dextrose. In een andere uitvoeringsvorm is de voedselbron een kunstmatig dieet. Optioneel kan het dieet tevens andere voedselbronnen omvatten die wenselijk zijn voor de roof- en/of prooimijten om zich te voeden. Bijvoorbeeld: het dieet kan pollen omvatten, zoals die van bijenpollen, Typha sp. de dadelpalm Phoenix dactyiffera, of de wonderboom Ricinus communis. In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de voedselbron bijenpollen. Zoals de vakman weet, kan een drager gekozen worden die zowel als drager als als voedselbron dient, bijvoorbeeld tarwekiemen.For example, the food source may be derived from grain. In one embodiment, the food source includes wheat germ, bran, husked rice, oat flakes, corn grits, flour (such as legume flour, buckwheat flour or cereal flour), dried fruit, jam, dried insects, fungi (such as Saccharomyces cerevisiae) or poultry offal meal. Mite diets can be supplemented with sugars, such as sucrose, glucose, fructose or dextrose. In another embodiment, the food source is an artificial diet. Optionally, the diet may also include other food sources that are desirable for the predatory and/or prey mites to feed on. For example, the diet may include pollen such as that of bee pollen, Typha sp. the date palm Phoenix dactyiffera, or the castor tree Ricinus communis. In a special embodiment, the food source comprises bee pollen. As those skilled in the art know, a carrier can be chosen that serves both as a carrier and as a food source, for example wheat germ.

Voordelgerwijze, zoals hier eerder uitgelegd, kan de samenstelling volgens de uitvinding een schimmel omvatten. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de schimmel een gist,Advantageously, as previously explained, the composition according to the invention may comprise a fungus. In a preferred embodiment the fungus is a yeast,

bij voorkeur een Saccharomyceles, zoals uit het geslacht Saccharomyces. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de schimmel Saccharomyces cerevisiae. Er werd cok gevonden dat sen schimmel, zoals gist, een toereikende voedselbron is voor de prooimijiien van de uitvinding. Bijgevolg is het kweken van de prooimiiien van de uitvinding praktischer, stabieler 5 en goedkoper dan hel kweken van verscheidene andere prooimijten die momenteel gebruikt of voorgesteld worden voor het kweken van roofmijten.preferably a Saccharomyceles, such as from the genus Saccharomyces. In a preferred embodiment, the fungus is Saccharomyces cerevisiae. It has been found that a fungus, such as yeast, is an adequate food source for the prey species of the invention. Accordingly, breeding the prey mites of the invention is more practical, stable and less expensive than breeding several other prey mites currently used or proposed for breeding predatory mites.

Een aanvullende voedselbron zoals hierin gebruikt, verwijst naar een voedselbron die aanwezig is bovenop de prooimiitenpopulatie. Aanvullende voedselbronnen worden soms gebruikt bij het kweken van roofmijten als een meer kostenefficiënte voedselbron dan prooimiiten, Er wordt vaak waargenomen dat verscheidene roofmiiten aanvullend voedsel kunnen gebruiken om extra energie te krijgen, maar dat ze hebben ook de aanwezigheid van prooimiiten nodig om te overleven, zich te ontwikkelen en te reproduceren. Een groot nadeel van het gebruik van een aanvullende voedselbron is dat ze vatbaar is voor contaminatie door schimmels. Door een aanvullende voedselbron te combineren met de prooimiiten van de uitvinding wordt dit nadeel weggewerkt. Voorbeelden van aanvullende voedselbronnen die de voorkeur genieten zijn natuurlijke voedselbronnen (zoals pollen of dode mijten) en kunstmatige voedingsstoffen (Wäckers et al. (2005) Plantprovided food for carnivorous insects: a protective mutualism and its applications 355p; Morales-Ramos et al. (2014) Mass production of beneficial organisms 742p; Cohen (2015) Insect diets. Science and Technology, Second edion, 473p) Aanvullende voedselbronnen voor het kweken van roofmijten zijn de vakman welbekend.A supplemental food source as used herein refers to a food source that is present in addition to the prey mite population. Supplemental food sources are sometimes used when breeding predatory mites as a more cost-efficient food source than prey mites. It is often observed that several predatory mites can use supplementary food to obtain additional energy, but they also require the presence of prey mites to survive. to develop and reproduce. A major disadvantage of using a supplemental food source is that it is susceptible to contamination by mold. By combining a supplementary food source with the prey items of the invention, this disadvantage is eliminated. Examples of preferred complementary food sources are natural food sources (such as pollen or dead mites) and artificial nutrients (Wäckers et al. (2005) Plantprovided food for carnivorous insects: a protective mutualism and its applications 355p; Morales-Ramos et al. ( 2014) Mass production of beneficial organisms 742p; Cohen (2015) Insect diets. Science and Technology, Second edion, 473p) Additional food sources for breeding predatory mites are well known to those skilled in the art.

In een bijzondere uitvoeringsvom kan de prooimiitensamenstelling volgens de uitvinding een populaties van geïmmobiiseerde en/of dode prooimiiten en/of dode prooimijteitijes omvatten (of daaruit bestaan). In een andere uitvoeringsvorm omvat de prooimijensamenstelling voigens de uitvinding dode prooimijten en dode prooimiiteities. In een meer bijzondere uitvoeringsvorm omvat de prooimiitenpopulatie zoals die in de uitvinding gebruikt wordt (a) een populatie van dode prooimijten, en (b) een populatie van levende mijten van de soort Thyreophagus calusorum. In een nog meer bijzondere uitvoeringsvorm omvat de prooimiitenpopulatie zoals die in de uitvinding gebruikt wordt (a) een populatie van dode prooimiiten van de soort Thyreophagus calusorum, en (b) een populatie van levende mijten van de soort Thyreophagus Calusorum. in een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding werd de prooimijtenpopulatie die mijten omvat van de soort Thyreophagus calusorum behandeld met een behandeling gekozen uit de groep bestaande uit: thermische behandeling, zoals bevriezen, verwarmen, koudeschok- of hitteschokbehandeling; chemische behandeling, zoals een behandeling met gas of rook; stralingsbehandeling, zoals behandeling met UV-, microgolf, gammastraling ofIn a special embodiment, the prey mite composition according to the invention may comprise (or consist of) populations of immobilized and/or dead prey mite and/or dead prey mite entities. In another embodiment, the prey mite composition according to the invention comprises dead prey mites and dead prey substances. In a more particular embodiment, the prey mite population as used in the invention comprises (a) a population of dead prey mites, and (b) a population of living mites of the species Thyreophagus calusorum. In an even more special embodiment, the prey mite population as used in the invention comprises (a) a population of dead prey mite of the species Thyreophagus calusorum, and (b) a population of living mites of the species Thyreophagus Calusorum. in a particular embodiment of the invention, the prey mite population comprising mites of the species Thyreophagus calusorum was treated with a treatment selected from the group consisting of: thermal treatment, such as freezing, heating, cold shock or heat shock treatment; chemical treatment, such as treatment with gas or smoke; radiation treatment, such as treatment with UV, microwave, gamma radiation or

X-stralen; mechanische behandeling, zoals krachtig schudden, of roeren, onderwerping aan afschuiving, botsing; gasdrukbehandeling, zoals ultrasone behandeling, drukveranderingen, drukdalingen; elektrische behandeling, zoals elektrocutie; immobiliseren met sen kleefmidde!; immobiliseren door uithongeren, zoals door onthouding van water of voedsel; immobiliseren door verstikking of anoxiabehandeling, zoals door het tijdelijk elimineren van de zuurstof uit de atmosfeer of door zuurstof le vervangen door een ander gas, en eender welke combinatie hiervan. In een andere bijzondere uitvoeringsvorm werd de prooimiitenpopulatie omvattende mijten van de soort Thyreophagus calusorum gedood, bijvoorbeeld door bevriezing of bestraling. In een andere uitvoeringsvorm omvat de samenstelling van de uitvinding mijten van de soort Thyreophagus calusorum die werden gedood door bevriezing.X-rays; mechanical handling, such as vigorous shaking, or stirring, shearing, impact; gas pressure treatment, such as ultrasonic treatment, pressure changes, pressure drops; electrical treatment, such as electrocution; immobilize with sen adhesive!; immobilize by starvation, such as by deprivation of water or food; immobilization by asphyxiation or anoxia treatment, such as by temporarily eliminating oxygen from the atmosphere or by replacing oxygen with another gas, or any combination of these. In another special embodiment, the prey mite population comprising mites of the species Thyreophagus calusorum was killed, for example by freezing or irradiation. In another embodiment, the composition of the invention comprises mites of the species Thyreophagus calusorum that were killed by freezing.

Het is dus ook een aspect van de uitvinding om een methode te verschaffen voor het kweken van roofmijten, waarbij de methode het volgende omvat - het verschaffen van een proomijlenpopulatie omvattende mijten van de soortIt is therefore also an aspect of the invention to provide a method for rearing predatory mites, the method comprising - providing a pro-mile population comprising mites of the species

Thyreophagus calusorum, - het doden van de prooimijtenpopulatie omvattende mijten van de soort Thyreophagus calusorum, - het in contact brengen van de gedode procimiitenpopulatie omvatiende mijten van de soort Thyreophagus calusorum met een roofmijtenpopulatie en een drager voor individuen van de mijtenpopulaties, en - het toelaten van individuen van de roofmiitenpopulatie om zich te voeden met genoemde prooimijtenpopulatie.Thyreophagus calusorum, - killing the prey mite population comprising mites of the species Thyreophagus calusorum, - bringing the killed prey mite population comprising mites of the species Thyreophagus calusorum into contact with a predatory mite population and a carrier for individuals of the mite populations, and - allowing individuals of the prey mite population to feed on said prey mite population.

Zoals eerder hierin vermeid, kan de drager eender welk vast materiaal zijn dat geschikt is om een draagvlak te verschaffen voor de individuen, In een voorkeursuilvoeringsvorm is de drager een mengsel van vaste dragerelementen. De drager is bij voorkeur een wezenlijk homogeen mengsel van vaste dragerelementen. Hoewel de vaste dragerelementen uiteenlopende grociten mogen hebben, verwijst een wezenlijk homogeen mengsel naar de verscheidenheid aan grootten die wezenlijk homogeen over de drager verdeeld zijn.As previously mentioned herein, the support may be any solid material suitable to provide a support surface for the individuals. In a preferred embodiment, the support is a mixture of solid support elements. The carrier is preferably a substantially homogeneous mixture of solid carrier elements. Although the solid support elements may have varying sizes, an essentially homogeneous mixture refers to the variety of sizes that are substantially homogeneously distributed across the support.

De gemiddeld langste as van de vaste dragerelementen is typisch tussen 1,0 en 20,0 mm, meer in het bijzonder tussen 2,0 en 12,0 mm, bij voorkeur tussen 3,0 en 8,0 mm. In sen andere bijzondere uitvoeringsvorm is de drager een mengsel van vaste dragerelementen met een soortgelijke grootte. in nog een andere uitvoeringsvorm heeft 90% van de vasie dragerelementen een langste as in het bereik van 0,1 keer tot 10,0 keer de gemiddelde langste as van het mengsel van vaste dragerslementen, in het bijzonder in het bereik van 0,2 en 5,0 keer, meer bepaald in het bereik van 0,5 en 2,0 keer. Zoals men zal begrijpen uit de hierin opgenomen beschrijvingen, mogen twee of meer verschilende soorten dragerelementen gebruik en gemengd worden. In zon geval verwijst de grootteverdeling naar de groctieverdeling per type dragerelement. Bij voorkeur verschaft de drager sen poreus medium, dat uitwisselingen toelaat van stofwisselingsgassen en warmte die door de mijtenpopulaties geproduceerd worden. Voorbeelden van geschikte dragers zijn niet-fotosynthetisch plantaardig materiaal, zoals (iarwe)zemelen, gedopte boekweit, gedopte rijst, zaagsel, boomschors, maïskolfgrutten, et cetera, of anorganisch materiaal, zoals vermiculiet. Op voordelige wijze omvat genoemde drager granen van een grassoort of eender welk deel ervan, zoals kiemen of zemelen. Bij voorkeur omvat genoemde drager geen levend, groen plantaardig materiaal, zoals bladeren of stammen of planten, In een bizondere uitvoeringsvorm omvat de drager niet-fotosynthetisch plantaardig materiaal. Een bijzondere voorkeur gaal uit naar een drager gekozen uit vermiculiet, tarwezemelen, gierstkaf, rijstomhuisels en boekweitomhulseis.The average longest axis of the fixed carrier elements is typically between 1.0 and 20.0 mm, more in particular between 2.0 and 12.0 mm, preferably between 3.0 and 8.0 mm. In another special embodiment, the carrier is a mixture of solid carrier elements of a similar size. in yet another embodiment, 90% of the solid carrier elements have a longest axis in the range of 0.1 times to 10.0 times the average longest axis of the mixture of solid carrier elements, particularly in the range of 0.2 and 5.0 times, more specifically in the range of 0.5 and 2.0 times. As will be appreciated from the descriptions contained herein, two or more different types of carrier elements may be used and mixed. In such a case, the size distribution refers to the size distribution per type of carrier element. Preferably, the carrier provides a porous medium that allows exchanges of metabolic gases and heat produced by the mite populations. Examples of suitable carriers are non-photosynthetic plant material, such as wheat bran, husked buckwheat, husked rice, sawdust, tree bark, corn cob grits, etc., or inorganic material, such as vermiculite. Advantageously, said carrier comprises grains of a grass species or any part thereof, such as germs or bran. Preferably, said carrier does not comprise living, green plant material, such as leaves or stems or plants. In a special embodiment, the carrier comprises non-photosynthetic plant material. Particular preference is given to a carrier selected from vermiculite, wheat bran, millet husks, rice husks and buckwheat husks.

Bij voorkeur omvat genoemde drager elementen met sen gemiddelde langste as tussen 1,0 en 20,0 mm, in het bijzonder {ussen 3,0 en 9,0 mm. Het dragermateriaal kan een schuilplaats bieden voor de procimiiten en de roofmijten, wat stress en kannibalisme vermindert. Tijdens het massaal kweken laat de drager toe dat een driedimensionale kweekmatrix gegenereerd wordt en kan hij een voedselbron verschaffen voor de prooimijten.Preferably, said carrier comprises elements with an average longest axis between 1.0 and 20.0 mm, in particular between 3.0 and 9.0 mm. The carrier material can provide a hiding place for predators and predatory mites, which reduces stress and cannibalism. During mass breeding, the carrier allows a three-dimensional breeding matrix to be generated and can provide a food source for the prey mites.

Tijdens de opslag en de distributie voor biologische bestrijding werkt de drager als een vulstof en laat hij een meer homogene distributie van de roofmijten in de gewassen toe.During storage and distribution for biological control, the carrier acts as a filler and allows a more homogeneous distribution of the predatory mites in the crops.

Op voordelige wijze bedraagt het aantal individuen van de roofmijtenpopulatie in verhouding tot het aantal individuen van de prooimijtenpopulatie ongeveer 5:1 tot 1:500, zoals ongeveer 2:1 tot 1:250, en bij voorkeur 1:1 tot 1:150. In een andere bijzondere uitvoeringsvorm bedraagt het aantal individuen van de roofmijfkenpopulatie in verhouding tot het aantal individuen van de prooimiitenpopulatie ongeveer 1:5 tol 1:30.Advantageously, the number of individuals of the predatory mite population in relation to the number of individuals of the prey mite population is about 5:1 to 1:500, such as about 2:1 to 1:250, and preferably 1:1 to 1:150. In another special embodiment, the number of individuals of the predatory mite population in relation to the number of individuals of the prey mite population is approximately 1:5 to 1:30.

Hoge dichtheden van prooimiiten en roofmijten kunnen dankzij deze uitvinding bereikt worden. In een bijzondere uitvoeringsvorm omvatten de mijtensamenstellingen van deze uitvinding minstens 1000 mijten van de prooimijtenpopulatie per gram van de samenstelling, in het bijzonder minstens 2000 prooimijten, meer in het bijzonder minstens 2000 prooimijten.High densities of prey and predatory mites can be achieved thanks to this invention. In a particular embodiment, the mite compositions of this invention comprise at least 1000 mites of the prey mite population per gram of the composition, in particular at least 2000 prey mites, more in particular at least 2000 prey mites.

In nog een andere uitvoeringsvorm minstens 5000 prooimijten, minstens 10.000 prooimiiten, minstens 20.000 prooimiiten, minstens 30.000 prooimiiten. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de mijtensamenstelling minstens 50.000 mijten van de procoimijtenpopulatie per gram van de samenstelling.In yet another embodiment, at least 5,000 prey mites, at least 10,000 prey mites, at least 20,000 prey mites, at least 30,000 prey mites. In a preferred embodiment, the mite composition comprises at least 50,000 mites of the procomite population per gram of the composition.

In een andere bijzondere uilvoeringsvorm omvatten de mijtensamenstellingen van deze uitvinding minstens 20 mijten van de roofmiitenpopulatie per gram van de samenstelling, in het bijzonder minstens 30 roofmijten, meer in het bijzonder minstens 50 roofmijten. In nog een andere uitvoeringsvorm minstens 100 roofmijten, minstens 150 roofmijten, minstens 200 roofmijten, minstens 300 roofmijlen. In een voorkeursuivoerngsvorm omvat de milensamenstelling minstens 500 mijten van de roofmijtenpopulatie per gram van de samenstelling.In another particular embodiment, the mite compositions of this invention comprise at least 20 mites of the predatory mite population per gram of the composition, in particular at least 30 predatory mites, more particularly at least 50 predatory mites. In yet another embodiment, at least 100 predatory mites, at least 150 predatory mites, at least 200 predatory mites, at least 300 predatory miles. In a preferred embodiment, the miter composition comprises at least 500 mites of the predatory mite population per gram of the composition.

De hierin vermelde mijtenaantallen verwijzen naar het totaal aantal mijten in alle oniwikkelingsstadia, dus Inclusief eitjes, larven, nimfen, alle popstadia en volwassenen, tenzij de context duidelijk anders bepaalt Zoals men uit de beschrijvingen hierin zal begrijpen, dienen de prooimijten uit de samenstellingen van de uitvinding geen levende prooimiiten te zijn.The mite numbers stated herein refer to the total number of mites in all stages of development, i.e. including eggs, larvae, nymphs, all pupal stages and adults, unless the context clearly states otherwise. As will be understood from the descriptions herein, the prey mites should consist of the compositions of the invention not to be living prey.

In een bijzondere uitvoeringsvorm omvatten de mijtensamenstellingen van deze uitvinding minstens 1000 nieleiljes-mijlen van de proomijtenpopulatie per gram van de samenstelling, in het bijzonder minstens 2000 niet-eities-prooimiiten, meer in het bijzonder minstens 3000 niet-elijes-prooimijten. In nog een andere uitvoeringsvorm minstens 5000 niet- eities-prooimiiten, minstens 10.000 nieteijes-prooimijten, minstens 20.000 niet-eitjes- prooimiiten, minstens 30.000 niet-eitjes-prooimiiten. In een voorkeursuilvoeringsvorm omvat de mijtensamenstelling minstens 50.000 niet-eities-mijten van de prooimiitenpopulatie per gram van de samenstelling.In a particular embodiment, the mite compositions of this invention comprise at least 1000 non-elilies prey mite population per gram of the composition, particularly at least 2000 non-eites prey mites, more particularly at least 3000 non-eites prey mites. In yet another embodiment, at least 5,000 non-egg prey targets, at least 10,000 non-egg prey targets, at least 20,000 non-egg prey targets, at least 30,000 non-egg prey targets. In a preferred embodiment, the mite composition comprises at least 50,000 non-eities mites from the prey mite population per gram of the composition.

In een andere bijzondere uitvoeringsvorm omvatten de mijtensamenstellingen van deze uitvinding minstens 20 niet-eitjes-mijten van de roofmijtenpopulatie per gram van de samenstelling, in het bijzonder minstens 30 nieleitjes-roofmijten, meer in het bijzonder minstens 50 niet-eitjes-roofmijten. in nog een andere uitvoeringsvorm minstens 100 niet-eitjes- rooîmijten, minstens 150 niet-eities-rocfmiiten, minstens 200 niet-eitjes-roofmijten, minstens 300 niet-eities-roofmiiten. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de mijftensamenstelling minstens 500 niet-eitjes-mijten van de roofmijtenpopulatie per gram van de samenstelling.In another special embodiment, the mite compositions of this invention comprise at least 20 non-egg mites of the predatory mite population per gram of the composition, in particular at least 30 non-egg predatory mites, more particularly at least 50 non-egg predatory mites. in yet another embodiment at least 100 non-egg predatory mites, at least 150 non-egg predatory mites, at least 200 non-egg predatory mites, at least 300 non-egg predatory mites. In a preferred embodiment, the mite composition comprises at least 500 non-egg mites of the predatory mite population per gram of the composition.

In een andere bijzondere uitvoeringsvorm omvallen de mijlensamenstellingen van deze uitvinding minstens 20 volwassen mijten van de roofmijtenpopulatie per gram van de samenstelling, in het bijzonder minstens 30 volwassen roofmijten, meer in het bijzonder minstens 50 volwassen roofmijten. In nog een andere uitvoeringsvorm minstens 100 volwassen roofmijten, minstens 150 volwassen roofmijten, minstens 200 volwassen roofmijten, minstens 300 volwassen roofmijten. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de mijltensamenstelling minstens 500 volwassen mijten van de roofmijtenpopulalie per gram van de samenstelling. in nog een andere bijzonders uivoeringsvorm omvatien de mijtensamenstelingen van deze uitvinding minstens 20 levende volwassen mijten van de roofmijenpopulatie per gram van de samenstelling, in het bijzonder minstens 30 levende volwassen roofmijten, meer in het bijzonder minstens 50 levende volwassen roofmijten. In nog een andere uitvoeringsvorm minstens 100 levende volwassen roofmijten, minstens 150 levende volwassen roofmijten, minstens 200 levende volwassen roofmijten, minstens 300 levende volwassen roofmijten. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvalt de mijtensamenstelling minstens 500 levende volwassen mijten van de roofmiitenpopulatie per gram van de samenstelling.In another special embodiment, the mile compositions of this invention kill at least 20 adult mites of the predatory mite population per gram of the composition, in particular at least 30 adult predatory mites, more in particular at least 50 adult predatory mites. In yet another embodiment, at least 100 adult predatory mites, at least 150 adult predatory mites, at least 200 adult predatory mites, at least 300 adult predatory mites. In a preferred embodiment, the mite composition comprises at least 500 adult mites of the predatory mite population per gram of the composition. in yet another special embodiment, the mite compositions of this invention comprise at least 20 live adult mites of the predatory mite population per gram of the composition, in particular at least 30 live adult predatory mites, more particularly at least 50 live adult predatory mites. In yet another embodiment, at least 100 live adult predatory mites, at least 150 live adult predatory mites, at least 200 live adult predatory mites, at least 300 live adult predatory mites. In a preferred embodiment, the mite composition kills at least 500 living adult mites of the predatory mite population per gram of the composition.

° BE2022/5159° BE2022/5159

Het is duidelijk dat de hierboven vermelde bereiken van prooimiten- en roofmijtenaantalien gecombineerd kunnen worden om lot bijzondere en voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding te komen. Daaruit volgt dat deze uitvinding bijvoorbeeld mijtensamenstelingen verschaft die minstens 1000 mijlen van de procimiitenpopulatie en minstens 20 mijten van de roofmijtenpopulatie omvatten per gram van de samenstelling. Nog een ander voorbeeld: minstens 5000 mijten van de prooimijtenpopulatie en minstens 100 mijten van de roofmijtenpopulatie. Nog een ander voorbeeld: minstens 50.000 mijten van de prooimijtenpopulatie en minstens 500 mijten van de roofmijtenpopuiatie.It is clear that the above ranges of prey and predatory mite numbers can be combined to provide particular and preferred embodiments of the invention. It follows that this invention, for example, provides mite compositions that include at least 1000 miles of the predatory population and at least 20 mites of the predatory mite population per gram of the composition. Yet another example: at least 5000 mites from the prey mite population and at least 100 mites from the predatory mite population. Yet another example: at least 50,000 mites from the prey mite population and at least 500 mites from the predatory mite population.

In een voorkeursuivoeringsvorm zijn genoemde roofmijten Mesostigmata ofIn a preferred embodiment, said predatory mites are Mesostigmata or

Prostigmata mijtensoorten. In een andere uitvoeringsvorm worden genoemde roofmijten gekozen uit: - Mesostigmata roofmijtensoorten zoals: ) Phytoseiidae zoals uit: a)- de subfamile van de Amblyseiinae, zoals uit het geslacht 45 Amblyseius, bv. Amblyseius andersoni, Amblyseius aeralis, Amblyseius swirskii, Amblyseius herbicolus of Amblyseius largoensis, uit het geslachtProstigmata mite species. In another embodiment, said predatory mites are selected from: - Mesostigmata predatory mite species such as: Amblyseius largoensis, from the genus

Eussius bv. Euseius finlandicus, Euseius hibisci, Euseius ovalis, Euseius victoriensis, Euseius stipulaius, Euseius scufalis, Euseius fularensis, Euseius addoensis, Euseius concordis, Euseius ho of Euseius citri, uit het geslachtEussius bv. Euseius finlandicus, Euseius hibisci, Euseius ovalis, Euseius victoriensis, Euseius stipulaius, Euseius scufalis, Euseius fularensis, Euseius addonsis, Euseius concordis, Euseius ho or Euseius citri, from the genus

Neoseiulus bv. Neoseiulus barken, Neoselulus califormicus, Neoseiulus cucumeris, Neoseiulus longispinosus, Neoseiulus womersieyi, Neoseiulus idaeus, Neoseiuius anonymus, Neoseiulus paspalivorus, Neoseiuius reductus or Neoseiulus fallacis, uit het geslacht Amblydromalus bv. Amblydromalus limonicus uit het geslacht Typhiodromalus Dv. Typhlodromalus aripo,Neoseiulus bv. Neoseiulus barken, Neoselulus califormicus, Neoseiulus cucumeris, Neoseiulus longispinosus, Neoseiulus womersieyi, Neoseiulus idaeus, Neoseiuius anonymus, Neoseiulus paspalivorus, Neoseiuius reductus or Neoseiulus fallacis, from the genus Amblydromalus bv. Amblydromalus limonic us from the genus Typhiodromalus Dv. Typhlodromalus aripo,

Typhiodromalus laila of Typhlodromalus peregrinus, uit het geslacht Transeius bv. Transeius monidorensis, uit het geslacht Phytoseiulus, Dv. Phyioseiuius persimilis, Phytoseiulus macropilis, Phytoseiulus longipes, Phytoseiulus fragariae, b) de subfamilie van de Typhlodrominae, zoals uit het geslacht Ga/endromus bv. Galendromus occidentalis uit het geslacht Typhlodromus bv. Typhiodromus pyr,Typhiodromalus laila or Typhlodromalus peregrinus, from the genus Transeius e.g. Transeius monidorensis, from the genus Phytoseiulus, Dv. Phyioseiuius persimilis, Phytoseiulus macropilis, Phytoseiulus longipes, Phytoseiulus fragariae, (b) the subfamily of the Typhlodrominae, such as from the genus Ga/endromus bv. Galendromus occidentalis from the genus Typhlodromus bv. Typhiodromus pyr,

Typhlodromus doreenae, Typhlodromus rhenanus of Typhiodromus athiasae: ©) de subfamilie van de Phytoselinae, zoals uit het geslacht Phytoseius bv.Typhlodromus doreenae, Typhlodromus rhenanus or Typhiodromus athiasae: ©) the subfamily of the Phytoselinae, such as from the genus Phytoseius bv.

Phytoseius macropilis, Phytososeius finitimus of Phytoseius plumifer. ij) Ascidae zoals uit het geslacht Prociolae/aps, zoals Proctolaslaps pygmaeus (Muller); uit het geslacht Biatfisocius bv. Blaffisocius tarsalıs (Berlese), Blaitisocius keegani (Fox); uit het geslacht Lasioseius bv. Lasioseius fimetorum Karg, Las/oseius foridensis Berlese, Lasioseius bispinosus Evans, Lasioseius dentatus Fox, Lasioseius scapulatus (Kenett), Lasioseius athiasae Nawar & Nasr, uit het geslacht Arcioseius bv. Arctoseius semiscissus (Berlese), uit het geslacht Protogamaselius bv.Phytoseius macropilis, Phytososeius fintimus or Phytoseius plumifer. ij) Ascidae such as from the genus Prociolae/aps, such as Proctolaslaps pygmaeus (Muller); from the genus Biatfisocius e.g. Blaffisocius tarsalıs (Berlese), Blaitisocius keegani (Fox); from the genus Lasioseius bv. Lasioseius fimetorum Karg, Las/oseius foridensis Berlese, Lasioseius bispinosus Evans, Lasioseius dentatus Fox, Lasioseius scapulatus (Kenett), Lasioseius athiasae Nawar & Nasr, from the genus Arcioseius bv. Arctoseius semiscissus (Berlese), from the genus Protogamaselius bv.

Protogamasellus dioscorus Manson; ij) Laelapidae zoals uit het geslacht Stratio/aelaps bv. Stratiolaelaps scimitus (Womersley) (ook in het geslacht Hypoaspis geplaatst), Gaeolaelaps bv. Gaeolaslaps aculeifer (Canestrini) (ook in het geslacht Hypoaspis geplaatst); Androlaelaps bv.Protogamasellus dioscorus Manson; ij) Laelapidae such as from the genus Stratio/aelaps e.g. Stratiolaelaps scimitus (Womersley) (also placed in the genus Hypoaspis), Gaeolaelaps e.g. Gaeolaslaps aculeifer (Canestrini) (also placed in the genus Hypoaspis); Androlaelaps eg.

Androlaelaps casalis (Beriese), iv) Macrochelidae zoals uit het geslacht Macrocheles bv. Macrocheles robustulus (Berlese), Macrocheles muscaedomesticae (Scopoli), Macrocheles matrius (Hull: v) Parasitidae zoals uit het geslacht Pergamasus;, bv. Pergamasus quisquifiarum Canestrini, Parasitus bv. Parasitusfimetorum (Beriese), Parasitus bituberosus Karg, Parasitellus bv. Parasitellus fucorum (De Geer); vi) Digamasellidae zoals uit het geslacht Digamasellus, bv. Digamasellus 45 guadrisetus of Digamasellus punctum, uit het geslacht Dendrolaelaps, bv.Androlaelaps casalis (Beriese) e.g. Parasitusfimetorum (Beriese), Parasitus bituberosus Karg, Parasitellus e.g. Parasitellus fucorum (De Geer); vi) Digamasellidae such as from the genus Digamasellus, e.g. Digamasellus 45 guadrisetus or Digamasellus punctum, from the genus Dendrolaelaps, e.g.

Dendrolasiaps neodisefus; en -prostigmatid mijtensoorten zoals uit: 1) Tydeidae zoals uit het geslacht Homeopronematus bv. Homeopronematus anconai (Baker), uit het geslacht Tydeus bv. Tydeus lambi (Baker), Tydeus caudatus (Duges); uit het geslacht Pronematus bv. Pronematus ubiguitus (McGregor), 1) Cheyletidae zoals uit het geslacht Cheyletus bv. Chevletus eruditus (Schrank), Cheyistus malaccensis Oudemans; it) Cunaxidae zoals uit het geslacht Coleoscirus bv. Coleoscirus simplex (Ewing), uit het gesiacht Cunaxa bv. Cunaxa setirostris (Rermann); iv) Erythraeidae zoals uit het geslacht Balaustium bv. Balaustium puimaniDendrolasiaps neodisefus; and -prostigmatid mite species such as from: 1) Tydeidae such as from the genus Homeopronematus eg. Homeopronematus anconai (Baker), from the genus Tydeus eg. Tydeus lambi (Baker), Tydeus caudatus (Duges); from the genus Pronematus eg. Pronematus ubiguitus (McGregor), 1) Cheyletidae such as from the genus Cheyletus eg. Chevletus eruditus (Schrank), Cheyistus malaccensis Oudemans; it) Cunaxidae such as from the genus Coleoscirus e.g. Coleoscirus simplex (Ewing), from the genus Cunaxa e.g. Cunaxa setirostris (Rermann); iv) Erythraeidae such as from the genus Balaustium e.g. Balaustium puimani

Smiley, Ba/austium medicagoense Meyer & Ryke , Balaustium murorum (Hermann), v) Stigmaeidae zoals uit het geslacht Agistemus bv. Agistemus exsertusSmiley, Ba/austium medicagoense Meyer & Ryke , Balaustium murorum (Hermann), v) Stigmaeidae such as from the genus Agistemus bv. Agistemus exsertus

Gonzalez; zoals uit het geslacht Zetzelfia bv. Zetzellia mali (Ewing), en vi) Tarsonemidae zoals uit het geslacht Acaronemus, Dv. Acaronemus destructor (Smiley and Landwehr); zoals uit het geslacht Dendroptus near suskiGonzalez; such as from the genus Zetzelfia e.g. Zetzellia mali (Ewing), and vi) Tarsonemidae such as from the genus Acaronemus, Dv. Acaronemus destructor (Smiley and Landwehr); such as from the genus Dendroptus near suski

Sharonov and Livshits; zoals Lupotarsonemus floridanus Attian.Sharonov and Livshits; such as Lupotarsonemus floridanus Attian.

In een voorkeursuitvoeringsvorm behoren de roofmijten toi de Fhytoseiidae. In een bijzondere uitvoeringsvorm worden de roofmijten gekozen uit Amblyseiinae, Transeius,In a preferred embodiment, the predatory mites belong to the Phytoseiidae. In a special embodiment, the predatory mites are selected from Amblyseiinae, Transeius,

Neoseiuius en Ambiydromalus, de roofmijten worden meer in het bijzonder gekozen uit de groep bestaande uit Amblyseius swirskii, Transeius montdorensis, Neoseiulus californicus,Neoseiuius and Ambiydromalus, the predatory mites are more specifically selected from the group consisting of Amblyseius swirskii, Transeius montdorensis, Neoseiulus californicus,

Amblydromalus limonicus, Neoseiulus cucumers, Amblyseius anderson; Iphiseius degenerans en Strafiolaelaps scimitus, meer bepaald uit de groep bestaande uit Amblyseius swirskii, Transeius monidorensis, Neoseiulus calffornicus en Amblydromaius monicus. In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de roofmiilen gekozen uit Amblyseius swirskii enAmblydromalus limonicus, Neoseiulus cucumers, Amblyseius anderson; Iphiseius degenerans and Strafiolaelaps scimitus, more specifically from the group consisting of Amblyseius swirskii, Transeius monidorensis, Neoseiulus calffornicus and Amblydromaius monicus. In a preferred embodiment, the predatory mice are selected from Amblyseius swirskii and

Neoseiulus californicus, bij voorkeur Neoseiulus calffornicus .Neoseiulus californicus, preferably Neoseiulus calffornicus.

Deze uitvinding verschaft ook een commerciële verpakking voor het opslaan enThis invention also provides commercial packaging for storing and

S verdelen van de samenstelling van de uitvinding. Daarom heeft deze uitvinding voorts betrekking op een recipiënt dat een samenstelling volgens de uitvinding bevat. Het recipiënt heeft in het bijzonder een inwendig volume tussen 0,004 | en 5 |, bij voorkeur tussen 0,5 | en 2 1. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het recipiënt bij voorkeur een uitgang voor minstens één motiele fase in de levenscyclus van de mijt, met meer voorkeur een uitgang die geschikt is voor het verschaffen van een voortdurende afgifte van genoemde minstens ene motiele levensfase. In een bijzondere uitvoerngsvorm heeft net recipiënt (bv. een fles of zak) minstens één uitgang met een verwijderbare afdichting. In het bijzonder verwijst de afdichting zoals hierin gebruikt naar een sluiting die gekleefd of gelast is. Bij voorkeur is het recipiënt geschikt om te worden bevestigd aan een gewas, bijvoorbeeld doordat het een haak omvat om het aan een blad of tak van het gewas te hangen of doordat het een zelfklevend oppervlak omvat om het op een oppervlak van het gewas te kleven of met een reepje dat aan het zakje is bevestigd.S distributing the composition of the invention. Therefore, this invention further relates to a container containing a composition according to the invention. In particular, the container has an internal volume between 0.004 | and 5 |, preferably between 0.5 | and 2 1. According to a preferred embodiment, the receptacle preferably comprises an outlet for at least one motile phase in the life cycle of the mite, more preferably an outlet suitable for providing a continuous release of said at least one motile life phase. In a special embodiment, the container (e.g. a bottle or bag) has at least one outlet with a removable seal. In particular, the seal as used herein refers to a closure that is bonded or welded. Preferably the container is suitable for being attached to a crop, for example by comprising a hook for hanging it on a leaf or branch of the crop or by comprising a self-adhesive surface for sticking it to a surface of the crop or with a strip attached to the bag.

De huidige uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het kweken van roofmijten, waarbij de werkwijze het volgende omvat - het verschaffen van een samenstelling van de uitvinding, en - het toelaten van individuen van de roofmijtenpopulatie om zich te voeden met gencemde prooimijtenpopulatie.The present invention further relates to a method for breeding predatory mites, the method comprising - providing a composition of the invention, and - allowing individuals of the predatory mite population to feed on cultivated prey mite population.

Bij voorkeur kunnen de individuen van de roofmijtenpopulatie zich voeden op genoemde prooimijtenpopulatie terwijl genoemde mijtensamenstelling op 5 tot 35°C en op een relatieve vochtigheid van 30 tot 100% gehouden wordt, meer bepaald op 15 tot 35°C en een relatieve vochtigheid van 50 tot 100%.Preferably, the individuals of the predatory mite population can feed on said prey mite population while said mite composition is kept at 5 to 35°C and at a relative humidity of 30 to 100%, more specifically at 15 to 35°C and a relative humidity of 50 to 100%. 100%.

Deze uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het bestrijden van een plaag in een gewas, waarbij de werkwijze het aan genoemd gewas verschaffen van een mijtensamensteling volgens de uitvinding omvalt. De mijtensamenstelling van de uitvinding kan rechtstreeks op het gewas verdeeld worden. Ais alternatief wordt de mijtensamensteilling van de uitvinding verschaft in de nabijheid van het gewas. De miitensamenstelling van de uitvinding kan bijvoorbeeld aan een gewas verschaft worden door een recipiënt met de mijtensamensteling in de buur van het gewas te piaaisen en ervoor te zorgen dat de roofmijten genoemd recipiënt kunnen verlaten. Op die manier verspreiden de roofmijten zich over het gewas en bestrijden ze de plaag op het gewas. In een voorkeursuilvoeringsvorm bestaat de plaag uit geleedpotige dieren.This invention further relates to a method for combating a pest in a crop, wherein the method involves providing said crop with a mite composition according to the invention. The mite composition of the invention can be distributed directly on the crop. Alternatively, the mite composition of the invention is provided in the vicinity of the crop. The mite composition of the invention can, for example, be provided to a crop by placing a recipient with the mite composition near the crop and ensuring that the predatory mites can leave said recipient. In this way, the predatory mites spread over the crop and combat the pest on the crop. In a preferred embodiment, the pest consists of arthropod animals.

Deze uitvinding verschaft voorts het gebruik van mijlen van de soon Thyreophagus calusorum voor het voeden van roofmijten. Er werd gunstigerwijze gevonden dat deze mijten efficiënt gekweekt kunnen worden en dat ze een gemakkelijke voedselbron verschaffen voor roofmijten. Deze aanvraag laat toe om mijten van de soort Thyreophagus calusorum teThis invention further provides the use of miles of the species Thyreophagus calusorum for feeding predatory mites. Advantageously, it was found that these mites can be cultured efficiently and that they provide a ready food source for predatory mites. This application allows mites of the species Thyreophagus calusorum to be tested

S verspreiden in een gewas zodat prooimijten die in het gewas aanwezig zijn zich ermee kunnen voeden. De mijten van de soort Thyreophagus calusorum (hierin ook prooimijten of prooimijtenpopulatie genoemd) kunnen alleen of in combinatie met roofmijlen verspreid worden. Wanneer ze worden verspreid in combinatie met roofmijten, kunnen de roofmijten en de procimiiten tegelijk of op aparte tijdstippen verspreid worden.S spread in a crop so that prey mites present in the crop can feed on it. The mites of the species Thyreophagus calusorum (herein also referred to as prey mites or prey mite population) can be spread alone or in combination with predatory mites. When spread in combination with predatory mites, the predatory mites and the procimites can be spread at the same time or at separate times.

Deze en andere uitvoeringsvormen van de uitvinding worden aangeduid in de bijgevoegde conclusies.These and other embodiments of the invention are indicated in the appended claims.

De uitvinding zal nu verder beschreven worden met verwijzing naar de volgende voorbeelden, die niet-beperkende uitvoeringsvormen van diverse aspecten van de uitvinding tonen.The invention will now be further described with reference to the following examples, which show non-limiting embodiments of various aspects of the invention.

VoorbeeldenExamples

Voorbeeld 1: Reproductie van Neoseiulus californicus op Th. entomophagus en Th. calusorum prooimiitenExample 1: Reproduction of Neoseiulus californicus on Th. entomophagus and Th. calusorum prey miites

Dit experiment werd uitgevoerd om de reproductie van Neoselulus californicus op Th. eniomophagus en Th. calusorum prooimiiten te beoordelen. Beide procimiiten werden in kweekcontainers geproduceerd op een dieet bestaande uit tarwezemelen en bakkersgist. Tien jonge, zwangere, N. calfornicus vrouwtjes werden individueel van de massakweekfaciliteit overgebracht naar een arena uit PVC (1 x 2 cm) waarvan de randen bedekt waren met tissuepapier. Een klein volume prooimiiten (0,1 mL) werd verschaft als voedsel voor de vrouwtjes. De proef werd uitgevoerd in een klimaatkamer die was ingesteld op 23 + 1°C, 90 + 5% en een fotoperiode van 16:8 h (L:D). De resultaten werden geanalyseerd door de gelegde eitjes dagelijks te tellen en te verwijderen. De gegevens van de eerste dag werden weggelaten om de effecten van pre-experimentele voorwaarden te verminderen (van Houten et al. 1995).This experiment was conducted to investigate the reproduction of Neoselulus californicus on Th. eniomophagus and Th. calusorum prey miiten to assess. Both products were produced in culture containers on a diet consisting of wheat bran and baker's yeast. Ten young, pregnant, N. calfornicus females were individually transferred from the mass rearing facility to a PVC arena (1 x 2 cm) with the edges covered with tissue paper. A small volume of prey mite (0.1 mL) was provided as food for the females. The test was carried out in a climate chamber set at 23 + 1°C, 90 + 5% and a photoperiod of 16:8 h (L:D). The results were analyzed by counting and removing the eggs laid daily. The first day's data were omitted to reduce the effects of pre-experimental conditions (van Houten et al. 1995).

Het aantal eiljes en mobiele individuen werd vergeleken gebruikmakend van een veralgemeend lineair model met een Poissonverdeling gebruikmakend van de statistische software R (versie 3.6.1) (R Core Team 2014).The number of eggs and mobile individuals was compared using a generalized linear model with a Poisson distribution using the statistical software R (version 3.6.1) (R Core Team 2014).

Zoals getoond in Fig. 1, werd een beduidend hoger aantal eitjes gelegd wanneer N. californicus werd gevoed met Th. calusorum dan met Th. entomophagus (GLM: p<0.05). Er kan dus worden besloten dat Th. calusorum een meer efficiënte proolmijt is voor het kweken van roofmijten.As shown in Fig. 1, a significantly higher number of eggs was laid when N. californicus was fed with Th. calusorum than with Th. entomophagus (GLM: p<0.05). It can therefore be concluded that Th. calusorum is a more efficient prol mite for breeding predatory mites.

Voorbeeld 2: Vergelijking van de groei van roofmijten Amblyseius swirskij op Th. entomophagus en Th. calusorum prooimijtenExample 2: Comparison of the growth of predatory mites Amblyseius swirskij on Th. entomophagus and Th. calusorum prey mites

Dit experiment werd uitgevoerd om de groei van de populatie van de phytoselid roofmijtThis experiment was conducted to monitor population growth of the phytoselid predatory mite

Amblyseius swirskii op twee soorten astigmatid prooimiten te vergelijken, namelijkAmblyseius swirskii on two species of astigmatid prey mites, viz

Thyreophagus entomophagus en Thyreophagus calusorum. Beide prooimijten werden in kweekcontainers geproduceerd op een dieet bestaande uit tarwezemelen en bakkersgist. Tien jonge, zwangere A. swirskii vrouwijes werden overgebracht naar een experimenteel kweekschaaltie (5 x 1.5 cm) (SPL Life Sciences, Korea), dat werd gevuld met houtmeel. Aan het mengsel met een klein volume prooimiiten {0.5 mL) toegevoegd als voedsel voor de roofmijten. De proef werd uitgevoerd in een klimaatkamer die was ingesteld op 23 + 1°C, 90 + 5% en een fotoperiode van 16:8 h (LD). De resultaten werden geanalyseerd door het aanta! mobiele individuen en elfjes van roofmijten na 10 dagen te vergelijken gebruikmakend van een veralgemeend lineair model met een quasi-Poissonverdeling gebruikmakend van de statistische software R (versie 3.6.1) (R Core Team 2014).Thyreophagus entomophagus and Thyreophagus calusorum. Both prey mites were produced in culture containers on a diet consisting of wheat bran and baker's yeast. Ten young, pregnant A. swirskii females were transferred to an experimental breeding dish (5 x 1.5 cm) (SPL Life Sciences, Korea), which was filled with wood flour. Added to the mixture with a small volume of prey mites (0.5 mL) as food for the predatory mites. The test was carried out in a climate chamber set at 23 + 1°C, 90 + 5% and a photoperiod of 16:8 h (LD). The results were analyzed by the number! comparing mobile individuals and elves of predatory mites after 10 days using a generalized linear model with a quasi-Poisson distribution using the statistical software R (version 3.6.1) (R Core Team 2014).

Zoals afgebeeld in Fig. 2, was het aantal eitjes en mobiele individuen van A. swirskii die werden gevoed met Th. eniomophagus sterk vergelijkbaar met dat van degene die werden gevoed met Th. calusorum (GLM: p>0.05 voor zowel eitjes als mobiele individuen). Dit toont de geschiktheid van Th. calusorum als prooimij voor het kweken van roofmijten.As shown in Fig. 2, was the number of eggs and mobile individuals of A. swirskii fed with Th. eniomophagus very similar to that of those fed Th. calusorum (GLM: p>0.05 for both eggs and mobile individuals). This shows the suitability of Th. calusorum as a prey mite for breeding predatory mites.

Voorbeeld 3: Vergelijking van de groei van roofmijten Neoseiulus californicus op Th. entomophagus en Th. calusorum prooimijtenExample 3: Comparison of the growth of predatory mites Neoseiulus californicus on Th. entomophagus and Th. calusorum prey mites

Dit experiment werd uitgevoerd om de groei van de populatie van de phytoseiid roofmijtThis experiment was conducted to monitor population growth of the phytoseiid predatory mite

Neoseiulus californicus op iwee soorten astigmatid prooimijten te vergelijken, namelijk Th. entomophagus en Th. calusorum. Beide prooimijten werden in kweekcontainers geproduceerd op een dieet bestaande uit tarwezemelen en bakkersgist. Tien jonge, zwangere N. californicus vrouwtjes werden overgebracht naar sen experimenteel kweekschaaitie (5 x 1.5 om) (SPL LifeNeoseiulus californicus to compare two species of astigmatid prey mites, namely Th. entomophagus and Th. calusorum. Both prey mites were produced in culture containers on a diet consisting of wheat bran and baker's yeast. Ten young, pregnant N. californicus females were transferred to an experimental breeding chamber (5 x 1.5 cm) (SPL Life

Sciences, Korea), dat werd gevuld met houtmeel. Aan het mengsel met een klein volume proocimiiten (0.5 mL) toegevoegd als voedsel voor de roofmijten. De proef werd uitgevoerd in een kiimaalkamer die was ingesteld op 23 + 1°C, 90 + 5% en een fotoperiode van 16:8 h (LD).Sciences, Korea), which was filled with wood flour. Added to the mixture with a small volume of predatory mites (0.5 mL) as food for the predatory mites. The test was carried out in a chilling chamber set at 23 + 1°C, 90 + 5% and a photoperiod of 16:8 h (LD).

De resultaten werden geanalyseerd door het aantal mobiele individuen en eitjes van roofmijten na 10 dagen te vergelijken gebruikmakend van een veralgemeend lineair model met een quasi-Poissonverdeling gebruikmakend van de statistische software R (versie 3.6.1) (R CoreThe results were analyzed by comparing the number of mobile individuals and eggs of predatory mites after 10 days using a generalized linear model with a quasi-Poisson distribution using the statistical software R (version 3.6.1) (R Core

Team 2014).Team 2014).

Zoals te zien is in Fig. 3, was het aantal mobiele Individuen van N. californicus beduidend hoger wanneer ze werden gevoed met Th. calusorum dan met Th. entomophagusAs shown in Fig. 3, the number of mobile individuals of N. californicus was significantly higher when fed with Th. calusorum than with Th. entomophagus

(GLM: p<0.05), terwijl het aantal eities voor beide prooimiiten vergelijkbaar was (GLM: p>0.05).(GLM: p<0.05), while the number of occurrences was comparable for both prey types (GLM: p>0.05).

Er kan dus worden besloten dat het gebruik van Th. calusorum zal resulteren in een groter aantal mobiele roofrijtindividuen, wat duidelijke economische voordelen biedt ten opzichte van het gebruik van Th enfomophagus.It can therefore be concluded that the use of Th. calusorum will result in a greater number of mobile predation individuals, offering clear economic advantages over the use of Th enfomophagus.

Claims (15)

Conclusies BE2022/5159Conclusions BE2022/5159 1. Een mijtensamenstelling omvattende: — een roofmijtenpopulatie, — een prooimijtenpopulatie, en — een drager voor individuen van genoemde populaties, waarin genoemde prooimijtenpopulatie mijten van de soort Thyreophagus calusorum omvat.1. A mite composition comprising: — a predatory mite population, — a prey mite population, and — a carrier for individuals of said populations, wherein said prey mite population comprises mites of the species Thyreophagus calusorum. 2. De samenstelling volgens conclusie 1, voorts omvattende een voedselbron voor genoemde mijtenpopulaties.The composition of claim 1, further comprising a food source for said mite populations. 3. De samenstelling volgens conclusie 2, waarin de voedselbron voor genoemde prooimijtenpopulatie tarwekiemen, pollen of een schimmel, zoals gist, omvat.The composition of claim 2, wherein the food source for said prey mite population comprises wheat germ, pollen or a fungus, such as yeast. 4. De samenstelling volgens één van de voorgaande conclusies, waarin genoemde drager granen van een grassoort of eender welk deel daarvan, zoals kiemen of zemelen, omvat.The composition according to any of the preceding claims, wherein said carrier comprises grains of a grass species or any part thereof, such as germ or bran. 5. De samenstelling volgens één van de voorgaande conclusies, waarin genoemde drager dragerelementen omvat met een gemiddelde langste as tussen 1,0 en 20,0 mm.The composition according to any of the preceding claims, wherein said carrier comprises carrier elements with an average longest axis between 1.0 and 20.0 mm. 6. De samenstelling volgens één van de voorgaande conclusies, waarin het aantal individuen van de roofmijtensoort in verhouding tot het aantal individuen van de prooimijten ongeveer 5:1 tot ongeveer 1:500 bedraagt; in het bijzonder ongeveer 2:1 tot ongeveer 1:200; meer in het bijzonder tussen 1:1 en 1:50.The composition according to any one of the preceding claims, wherein the number of individuals of the predatory mite species in relation to the number of individuals of the prey mites is about 5:1 to about 1:500; especially about 2:1 to about 1:200; more specifically between 1:1 and 1:50. 7. De samenstelling volgens één van de voorgaande conclusies, waarin genoemde roofmijtensoorten mesostigmatid of prostigmatid mijtensoorten zijn, in het bijzonder Phytoseiidae.The composition according to any of the preceding claims, wherein said predatory mite species are mesostigmatid or prostigmatid mite species, in particular Phytoseiidae. 8. De samenstelling volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de samenstelling minstens 200 prooimijten van de soort Thyreophagus calusorum per gram van de samenstelling en minstens 10 roofmijten per gram van de samenstelling omvat.The composition according to any of the preceding claims, wherein the composition comprises at least 200 prey mites of the species Thyreophagus calusorum per gram of the composition and at least 10 predatory mites per gram of the composition. 9. Een recipiënt omvattende de samenstelling volgens één van de voorgaande conclusies.9. A container comprising the composition according to any of the preceding claims. 10. Een werkwijze voor het kweken van roofmijten, waarbij de werkwijze het volgende omvat10. A method of breeding predatory mites, the method comprising the following - het verschaffen van de samenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 8, en BE2022/5159 - het toelaten van individuen van de roofmijtenpopulatie om zich te voeden met genoemde prooimijtenpopulatie.- providing the composition according to any one of claims 1 to 8, and BE2022/5159 - allowing individuals of the predatory mite population to feed on said prey mite population. 11. De werkwijze volgens conclusie 10, voorts omvattende het handhaven van genoemde mijtensamenstelling op 5 tot 35°C en op een relatieve vochtigheid van 30 tot 100%.The method of claim 10, further comprising maintaining said mite composition at 5 to 35°C and at a relative humidity of 30 to 100%. 12. De werkwijze volgens conclusie 11, voorts omvattende het verpakken van de samenstelling in een recipiënt met een uitgang die ontworpen is om te worden geopend om minstens individuen van de roofmijtenpopulatie uit het recipiënt vrij te geven.The method of claim 11, further comprising packaging the composition in a container having an exit designed to be opened to release at least individuals of the predatory mite population from the container. 13. Gebruik van mijten van de soort Thyreophagus calusorum voor het voeden van roofmijten.13. Use of mites of the species Thyreophagus calusorum for feeding predatory mites. 14. Een werkwijze voor het bestrijden van een plaag in een gewas, waarbij de werkwijze het aan genoemd gewas verschaffen van een mijtensamenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 8 omvat.A method for controlling a pest in a crop, wherein the method comprises providing said crop with a mite composition according to any one of claims 1 to 8. 15. De werkwijze volgens conclusie 14, omvattende het plaatsen van het recipiënt volgens conclusie 9 in of in de dichte nabijheid van het gewas.The method according to claim 14, comprising placing the recipient according to claim 9 in or in close proximity to the crop.
BE20225159A 2022-03-08 2022-03-08 Mite composition and method of feeding predatory mites BE1030324B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225159A BE1030324B1 (en) 2022-03-08 2022-03-08 Mite composition and method of feeding predatory mites
PCT/EP2023/055889 WO2023170145A1 (en) 2022-03-08 2023-03-08 Mite composition and method for feeding predatory mites

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225159A BE1030324B1 (en) 2022-03-08 2022-03-08 Mite composition and method of feeding predatory mites

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030324A1 BE1030324A1 (en) 2023-10-02
BE1030324B1 true BE1030324B1 (en) 2023-10-09

Family

ID=81975042

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225159A BE1030324B1 (en) 2022-03-08 2022-03-08 Mite composition and method of feeding predatory mites

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1030324B1 (en)
WO (1) WO2023170145A1 (en)

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2021110934A1 (en) * 2019-12-04 2021-06-10 Biobest Group N.V. Mite composition and method for rearing mites

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2042036B1 (en) 2004-12-31 2011-06-22 Koppert B.V. Mite composition, use thereof, method for rearing the phytoseiid predatory mite Amblyseius swirskii, rearing system for rearing said phytoseiid mite and methods for biological pest control on a crop
US7947269B2 (en) 2004-12-31 2011-05-24 Koppert B.V. Mite composition, use thereof, method for rearing a phytoseiid predatory mite, rearing system for rearing said phytoseiid predatory mite and methods for biological pest control on a crop
EA022197B1 (en) 2005-12-29 2015-11-30 Копперт Б.В. Composition for biological pest control on plants, use thereof, a container for rearing a phytoseiid predatory mite, and methods for rearing a phytoseiid predatory mite and for biological pest control on a crop
GB0615358D0 (en) 2006-08-02 2006-09-13 Syngenta Bioline Ltd Improvements in or relating to organic compounds
GB0703672D0 (en) 2007-02-26 2007-04-04 Biolog Crop Prot Ltd Mite composition, use thereof, method for rearing a mite, rearing system, use of the composition in biological pest control, and method of biological pest
ES2825721T3 (en) 2012-01-04 2021-05-17 Koppert Bv Mite Composition, Carrier, Method of Rearing Mites, and Related Uses

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2021110934A1 (en) * 2019-12-04 2021-06-10 Biobest Group N.V. Mite composition and method for rearing mites

Also Published As

Publication number Publication date
WO2023170145A1 (en) 2023-09-14
BE1030324A1 (en) 2023-10-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Sedlacek et al. Lepidoptera and psocoptera
Drew et al. The evolution of fruit fly feeding behavior
Vreysen et al. The sterile insect technique as a component of sustainable area-wide integrated pest management of selected horticultural insect pests
Riddick et al. Is Tetranychus urticae suitable prey for development and reproduction of naïve Coleomegilla maculata?
Žd'árková Biological control of storage mites by Cheyletus eruditus
BE1027819B1 (en) Mites composition and method for breeding mites
US20210386041A1 (en) Mite composition and method for rearing mites
Pirayeshfar et al. Comparison of biological characteristics of the predatory mite Blattisocius mali (Acari: Blattisocidae) reared on frozen eggs of Tyrophagus putrescentiae (Acari: Acaridae) alone and in combination with cattail and olive pollens
CA2287794C (en) Crop pollination method by insects
BE1030324B1 (en) Mite composition and method of feeding predatory mites
US20240130402A1 (en) Food source for biological control agents and methods thereof
Kamboh et al. Evaluation of parasitic potential of Anisopteromalus calandrae (Howard) against Callosobruchus maculatus (F.), Rhyzopertha dominica (F.) and Sitophilus oryzae (L.) in grains treated with diatomaceous earths.
Hoefele et al. Experimentally guided development of a food bait for European fire ants
BE1030252B1 (en) Mite composition and method of feeding predatory mites
BE1029947B1 (en) Mite compositions and methods of feeding mites
Yu Susceptibility of Lasioderma serricorne (F.) life stages exposed to elevated temperatures
Morales-Ramos et al. Rearing methods of four insect species intended as feed, food, and food ingredients: a review
WO2023117121A1 (en) Mite composition and method for rearing mites
Atwa et al. Biological Studies on Cheyletid Predator Mite, Cheletogenes ornatus (Canestrini & Fanzago) when Fed on the Different Preys
Mostafa et al. Laboratory studies on the mesostigmatid mites Androlaelaps aegypticus (Laelapidae) and Proctolaelaps gizanensis (Ascidae) on three mite pests at different conditions
Sahayaraj et al. Mass Production of Insect Predators
Arrahman et al. Components of environment affecting the reproduction of powder beetle Sitophilus zeamais (motsch.)
Tripathi et al. Role of Bio-inputs in Pest Management
Dumont et al. Bt Toxin effects on cricket mortality

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20231009