BE1029288B1

BE1029288B1 - IMPROVED FURNITURE COMPOSITION, ESPECIALLY A DRAWER

Info

Publication number: BE1029288B1
Application number: BE20215277A
Authority: BE
Inventors: Frederik Lieven Ludwig Decruy; Kristof Paret; Brecht Sansen
Original assignee: Decruy Nv
Priority date: 2021-04-09
Filing date: 2021-04-09
Publication date: 2022-11-17
Also published as: BE1029288A1

Abstract

Deze uitvinding betreft een meubelsamenstel, waarbij dit meubelsamenstel minstens een eerste meubeldeel (1) en een tweede meubeldeel (2) omvat, welke meubeldelen paneelvormige elementen (1,2) zijn en onder een hoek (A) aan elkaar gekoppeld zijn door middel van mechanische koppelmiddelen (100), waarbij de genoemde koppelmiddelen minstens bestaan uit een mannelijk deel (9b) voorzien op en/of in het eerste meubeldeel (1) en een daarmee samenwerkend vrouwelijk deel (4) voorzien op en/of in het tweede meubeldeel (2), waarbij genoemd vrouwelijk deel (4) een langwerpige sleuf (11) omvat met een insteekopening (5) voor het inbrengen van genoemd mannelijk deel (9b), waarbij, bij het aan elkaar koppelen van het eerste meubeldeel (1) en het tweede meubeldeel (2), het mannelijk deel (9b) van een insteekpositie in genoemde insteekopening naar een eindpositie in het genoemde vrouwelijk deel (4) wordt gebracht door het mannelijk deel (9b) en het vrouwelijk deel (4) langs elkaar te bewegen in de lengterichting (R1) van de genoemde sleuf (11), waarbij de meubeldelen (1, 2) in de eindpositie aan elkaar zijn gemonteerd, waarbij in de sleuf (11) groefvormende middelen (6,6’) zijn aangebracht die voorzien zijn om een groef (18, 18’) aan te brengen in het mannelijk deel (9b) tijdens de verplaatsing van het mannelijk deel (9b) van de insteekpositie naar de eindpositie, en waarbij de groefvormende middelen (6,6’) verder voorzien zijn om in de eindpositie het mannelijk deel (9b) te blokkeren volgens een richting dwars op de verplaatsingsrichting (R1).This invention relates to a furniture assembly, wherein this furniture assembly comprises at least a first furniture part (1) and a second furniture part (2), which furniture parts are panel-shaped elements (1,2) and are coupled to each other at an angle (A) by means of mechanical means. coupling means (100), said coupling means at least consisting of a male part (9b) provided on and/or in the first furniture part (1) and a cooperating female part (4) provided on and/or in the second furniture part (2 ), wherein said female part (4) comprises an elongated slot (11) with an insertion opening (5) for insertion of said male part (9b), wherein, when coupling the first furniture part (1) and the second furniture part (2), the male part (9b) is brought from an insertion position in said insertion opening to an end position in said female part (4) by moving the male part (9b) and the female part (4) past each other in the length direction (R1) of said slot (11), wherein the furniture parts (1, 2) are mounted together in the final position, wherein groove-forming means (6, 6') are arranged in the slot (11), which are provided to provide a groove (18, 18') in the male part (9b) during the movement of the male part (9b) from the insertion position to the final position, and wherein the groove-forming means (6,6') are further provided to the final position to block the male part (9b) in a direction transverse to the direction of movement (R1).

Description

VERBETERD MEUBELSAMENSTEL, IN HET BIJZONDER EEN LADE Deze uitvinding betreft enerzijds een meubelsamenstel omvattende minstens twee meubelpanelen, zoals omschreven in de aanhef van de eerste conclusie en die bij voorkeur haaks verbindbaar zijn met elkaar. Anderzijds betreft deze uitvinding een verbinding voor het haaks verbinden van twee meubelpanelen.IMPROVED FURNITURE ASSEMBLY, IN PARTICULAR A DRAWER This invention relates on the one hand to a furniture assembly comprising at least two furniture panels as described in the preamble of the first claim and which are preferably connectable at right angles to each other. On the other hand, this invention relates to a connection for connecting two furniture panels at right angles.

Deze uitvinding betreft in het bijzonder een verbinding voor meubelpanelen, meer in het bijzonder de verbinding tussen de zijpanelen van een lade met het voorpaneel en de montage van een lade of ladebox waarin voorgenoemde verbinding in is geïntegreerd.This invention particularly relates to a connection for furniture panels, more in particular the connection between the side panels of a drawer with the front panel and the assembly of a drawer or drawer box in which the said connection is integrated.

Er bestaan al verschillende types lades en technieken om lades te monteren. Zo kan men onderscheid maken tussen enerzijds een vouwlade en anderzijds een demonteerbare lade. Deze octrooiaanvraag heeft betrekking op een verbeterde verbindingstechniek voor beide types lades.There are already different types of drawers and techniques for mounting drawers. For example, a distinction can be made between a folding drawer on the one hand and a demountable drawer on the other. This patent application relates to an improved connection technique for both types of drawers.

De vouwlade is een lade waarbij de twee zijwanden, de achterwand en eventueel ook de voorwand uit één stuk opgebouwd is. De montage zal gebeuren door de verschillende wanden dicht te plooien tot een box. De verbinding tussen deze wanden wordt in de samengevouwen vorm veelal versterkt door een lijm of een kleefstof. In niet samengevouwen toestand kunnen de verschillende wanden met elkaar verbond zijn d.m.v. een laagvormige decoratieve bekleding. Deze verbinding kan echter ook op een andere manier gevormd worden bijvoorbeeld door een extra folie laag. Deze laagvormige decoratieve bekleding is meestal een kunststoffolie of een papierfolie.The folding drawer is a drawer in which the two side walls, the rear wall and possibly also the front wall are constructed in one piece. The assembly will be done by folding the different walls into a box. In the collapsed form, the connection between these walls is often reinforced by a glue or an adhesive. When not collapsed, the different walls can be connected with each other by means of. a layered decorative covering. However, this connection can also be formed in a different way, for example by an extra foil layer. This layered decorative covering is usually a plastic foil or a paper foil.

Het dragermateriaal van deze lades kan MDF, LDF, een spaanplaat, een op hout gebaseerd plaatmateriaal of een kunststofprofiel zijn.The carrier material of these drawers can be MDF, LDF, a chipboard, a wood-based board material or a plastic profile.

Bij een demonteerbare lade zijn de verschillende onderdelen (zijwanden, de voor- en achterwand en het bodempaneel) los van elkaar en kunnen ze gekoppeld worden d.m.v.With a demountable drawer, the various parts (side walls, the front and rear wall and the bottom panel) are separate from each other and can be linked by means of a fastener.

verbindingsmiddelen (koppelmiddelen). Deze verbindingsmiddelen kunnen in de plaat of in het wandelementen geïntegreerd zitten onder een vorm van kliksysteem of koppelsysteem waarbij dit koppelsysteem bestaat uit een tand en een groef waarbij zowel de tand als de groef voorzien zijn van met elkaar samenwerkende weerhaken.connecting means (coupling means). These connecting means can be integrated into the plate or into the wall elements in the form of a click system or a coupling system, where this coupling system consists of a tongue and a groove, both the tongue and the groove being provided with cooperating barbs.

Anderzijds kunnen de verbindingsmiddelen ook externe elementen zijn onder de vorm van excenter verbindingen, houten of kunststof drevels die al dan niet voorzien zijn van weerhaken of lijm.On the other hand, the connecting means can also be external elements in the form of eccentric connections, wooden or plastic dowels that may or may not be provided with barbs or glue.

Beide ladetypes hebben hun typische voor- en nadelen.Both drawer types have their typical advantages and disadvantages.

Zo is een vouwlade veelal onhandig en te groot om in een standaard verpakking te krijgen, aangezien alle onderdelen aan elkaar hangen.For example, a folding drawer is often inconvenient and too large to fit in a standard package, since all parts are connected to each other.

Tevens is de verbinding in niet samengevouwen vorm eerder fragiel, aangezien de verbinding meestal enkel een kunststof bekledingslaag is waardoor de verbinding kan scheuren.The connection is also rather fragile in unfolded form, since the connection is usually only a plastic coating layer, which can cause the connection to tear.

Ook moet men om het front op een foldinglade te kunnen monteren de zijstukken lateraal in de boring kunnen steken, daar men de zijstukken niet kan wentelen in het front.In order to mount the front on a folding drawer, it is also necessary to be able to insert the side pieces laterally into the bore, as the side pieces cannot be rotated in the front.

Dit beperkt de verbindingsmogelijkheden aanzienlijk.This significantly limits connectivity options.

Bij demonteerbare lades hangen de wanden niet aan elkaar, maar hier heeft men dan weer het nadeel dat dit type van lade veelal duurder is dan de vouwlade, gezien de verschillende onderdelen allen apart moeten gemaakt worden.With demountable drawers, the walls do not hang together, but here one has the disadvantage that this type of drawer is often more expensive than the folding drawer, given that the various parts must all be made separately.

Tevens hebben de demonteerbare lades het groot nadeel dat er veel toebehoren nodig zijn om de lade te monteren.The demountable drawers also have the major disadvantage that many accessories are required to assemble the drawer.

Dit betekent voor de monteur of consument een hele tijdrovende klus om in eerste instantie alle nodige toebehoren bij elkaar te zoeken en vervolgens alle toebehoren goed aan te brengen om de montage te kunnen uitvoeren.This means a very time-consuming job for the fitter or consumer to initially find all the necessary accessories together and then to fit all accessories properly in order to be able to carry out the assembly.

Indien men immers een ready to assembly of Flat pack furniture/meubel koopt zijn er immers verschillende zakjes in de verpakking aanwezig waardoor het overzicht vaak verloren gaat welke toebehoren voor welk onderdeel nodig zijn.After all, if one buys a ready-to-assembly or Flat pack furniture, there are several bags present in the packaging, so that the overview is often lost as to which accessories are needed for which part.

Tevens is het zo dat het vaak voorvalt dat er onderdelen of toebehoren foutief of te kort in de verpakking zitten die dan achteraf moet geleverd worden waardoor dit alles een dure aangelegenheid wordt.It is also the case that it often happens that parts or accessories are incorrect or too short in the packaging, which then have to be delivered afterwards, making this all an expensive affair.

Een ander nadeel is dat er na montage, meestal nog afdekkapjes of toebehoren zichtbaar zijn, wat esthetisch minder mooi is. Er bestaan al technieken waarbij twee panelen met elkaar kunnen gekoppeld worden d.m.v. een kliksysteem die gefreesd zijn in het plaatmateriaal. Echter hebben deze het grote nadeel dat dit veelal een dure aangelegenheid is om deze panelen van de nodige profielen te voorzien en tevens zijn deze klikgroeven nog altijd zichtbaar na montage van de 2 panelen, waardoor men nog afdekkapjes nodig heeft om een mooie afwerking te garanderen. Dit maakt het echter zeer duur.Another disadvantage is that after installation, cover caps or accessories are usually still visible, which is aesthetically less attractive. Techniques already exist whereby two panels can be connected to each other by means of a click system milled into the sheet material. However, these have the major disadvantage that it is often an expensive affair to provide these panels with the necessary profiles and these click grooves are also still visible after mounting the 2 panels, so that cover caps are still needed to guarantee a beautiful finish. However, this makes it very expensive.

Een andere gekende techniek is deze zoals beschreven in documenten EP 3 212 945 en EP 2 802 240 waarbij men werkt met verbindingselementen, een soort van tand en sleuf systeem, waarbij zowel de tand alsook de sleuf voorzien zijn met weerhaken waardoor er een haakse verbinding tussen 2 panelen kan gemaakt worden. Deze tand is een apart deel die in het plaatmateriaal wordt bevestigd, de sleuf kan in het plaatmateriaal zelf geprofileerd worden. Een groot nadeel is echter dat de weerhaken van de tand en van de sleuf zeer goed op elkaar moeten afgestemd zijn, en dit kan voor problemen zorgen. Indien de tand en/of de sleuf uit een hout of uit een op hout gebaseerde grondstof gemaakt is, zal deze onder invloed van luchtvochtigheid zwellen waardoor er meer spanning zal ontstaan en het monteren moeilijker tot niet meer mogelijk zal zijn.Another known technique is this as described in documents EP 3 212 945 and EP 2 802 240 in which connection elements are used, a kind of tooth and slot system, in which both the tooth and the slot are provided with barbs, so that a right-angle connection between 2 panels can be made. This tooth is a separate part that is fixed in the sheet material, the slot can be profiled in the sheet material itself. However, a major disadvantage is that the barbs of the tooth and the slot must be very well matched, and this can cause problems. If the tooth and/or the slot is made of wood or a wood-based raw material, it will swell under the influence of humidity, which will create more tension and make mounting more difficult or even impossible.

Een ander nadeel van dit systeem is dat de verbindingselementen (tand en sleuf) relatief duur zijn, waardoor de techniek prijstechnisch niet interessant is.Another disadvantage of this system is that the connecting elements (tooth and slot) are relatively expensive, making the technology uninteresting in terms of price.

Een alternatieve gekende techniek is deze beschreven in EP 2 373 194 waarbij een haakse verbinding tussen 2 meubelpanelen wordt bekomen door in de plaatmaterialen zelf een tand en een groef te frezen of te profileren, die dan koppelbaar zijn. Bij deze techniek blijft men echter met de problematiek van de toleranties alsook van de zwelling. Tevens moet men investeren in gesofisticeerde machines om dit frezen of profileren mogelijk te maken en blijft er na montage van de 2 panelen altijd nog een stuk van deze tand en groef zichtbaar, die dan met afdekkapjes of dure kantenband moet afgewerkt worden. Deze uitvinding heeft daarom tot doel een meubelsamenstel, in het bijzonder een lade te verschaffen die aan bovengenoemde nadelen een oplossing biedt en die toelaat minstens een aantal onderdelen ervan op een eenvoudige manier met elkaar te verbinden. Het is wel te verstaan dat het meubelsamenstel volgens de uitvinding niet beperkt is tot een lade. De manier van verbinden die toegepast wordt in het meubelsamenstel volgens de uitvinding kan ook voor andere meubelonderdelen of zelfs voor bouwonderdelen ingezet worden. Een eerste aspect van de uitvinding is dat het verbindingsmechanisme (het verbindingssysteem of kortweg de verbinder) toegepast volgens de uitvinding kan gebruikt worden om twee panelen/plaatmaterialen haaks met elkaar te verbinden door deze lateraal in/tegen elkaar te schuiven of te duwen. Desnoods moet, om de verbinding mogelijk te maken, de laterale beweging gecombineerd worden met nog een extra beweging of kracht. Indien we een dergelijke verbinder kunnen creëren ken men niet enkel twee panelen onder 90° met elkaar verbinden, maar kunnen we ook een doos of een box maken die bestaat uit minstens 4 panelen die elk haaks met elkaar verbonden zijn, enkel door gebruik makende van deze verbinder. Dit zou een serieuze marktverruiming betekenen aangezien deze verbinder dan inzetbaar is of zal zijn voor allerlei meubelcomponenten of assemblages. Ook voor de assemblage van bijvoorbeeld bouwelementen kan een verbinder volgens de uitvinding gebruikt worden.An alternative known technique is that described in EP 2 373 194 in which a right-angle connection between 2 furniture panels is obtained by milling or profiling a tongue and groove in the sheet materials themselves, which can then be coupled. However, this technique remains with the problem of tolerances and swelling. Investments must also be made in sophisticated machines to enable this milling or profiling, and after mounting the 2 panels, a piece of this tongue and groove will always remain visible, which must then be finished with cover caps or expensive edge banding. The object of this invention is therefore to provide a furniture assembly, in particular a drawer, which offers a solution to the above drawbacks and which allows at least a number of parts thereof to be connected to each other in a simple manner. It is understood that the furniture assembly according to the invention is not limited to a drawer. The manner of connecting used in the furniture assembly according to the invention can also be used for other furniture parts or even for building parts. A first aspect of the invention is that the connecting mechanism (the connecting system or simply the connector) used according to the invention can be used to connect two panels/sheet materials at right angles to each other by sliding or pushing them laterally into/against each other. If necessary, to make the connection possible, the lateral movement must be combined with an additional movement or force. If we can create such a connector, we can not only connect two panels together at 90°, but we can also make a box or a box consisting of at least 4 panels, each connected at right angles, just by using these connector. This would mean a serious expansion of the market, since this connector can then be or will be used for all kinds of furniture components or assemblies. A connector according to the invention can also be used for the assembly of, for example, building elements.

Een 2% aspect volgens de uitvinding is dat er na montage, geen luchtspleet of voeg meer zichtbaar mag zijn tussen de 2 panelen. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm moeten de 2 panelen bij wijze van spreken tegen elkaar getrokken worden. Dit kan bekomen worden door te maken dat bijvoorbeeld gedurende de beweging van de montage van de 2 panelen, deze 2 panelen naar elkaar toegetrokken worden.A 2% aspect according to the invention is that no air gap or joint may be visible between the 2 panels after installation. In a preferred embodiment, the 2 panels must, so to speak, be pulled together. This can be achieved by ensuring that, for example, during the movement of the mounting of the 2 panels, these 2 panels are pulled towards each other.

Een 3% aspect van deze uitvinding is een verbinding of verbinder te creëren waarbij er enkel een boring in één en/of in de twee panelen dient geboord te worden.A 3% aspect of this invention is to create a joint or connector where only a bore needs to be drilled in one and/or in the two panels.

Dit brengt immers verschillende voordelen met zich mee.After all, this entails several advantages.

Zo heeft men een beperkte productiekost aangezien een gat boren een snelle en eenvoudig uit te voeren handeling 5 is die in de meubelindustrie algemeen gekend is en tevens geautomatiseerd gebeurt.Thus, production costs are limited, since drilling a hole is a quick and easy operation to perform, which is generally known in the furniture industry and which is also automated.

Een boring heeft ook het voordeel dat deze naast verbinden ook voor een positionering van de twee panelen onderling kan zorgen waardoor men geen extra positioneringslichamen meer nodig zal hebben, wat een serieuze besparing met zich zal meebrengen zowel in materiaalkost alsook in productiekost daar men geen extra boringen hoeft uit te voeren voor deze positioneerlichamen.A drilling also has the advantage that, in addition to connecting it, it can also ensure a mutual positioning of the two panels, so that additional positioning bodies will no longer be needed, which will entail serious savings in both material costs and production costs, since no additional drilling is required. need to perform for these positioning bodies.

Het is wel te verstaan dat deze uitvinding zich niet zal beperken tot louter boringen, sleuven of groeven zijn ook mogelijk.It is understood that this invention will not be limited to mere drilling, slots or grooves are also possible.

Een 4% aspect van deze uitvinding is dat de verbinder zodanig moet ontworpen zijn dat er na montage van de 2 panelen niets van de verbinding of van de boringen van deze verbinding meer zichtbaar mag zijn.A 4% aspect of this invention is that the connector must be designed in such a way that nothing of the connection or the bores of this connection may be visible after mounting the 2 panels.

Zoals reeds vermeld gebruiken traditionele meubel verbinders o.a. afdekplaatjes om nog zichtbare verbindingselementen af te dekken.As already mentioned, traditional furniture connectors use, among other things, cover plates to cover still visible connecting elements.

De huidige uitvinding is van dien aard dat dergelijke afdekkapjes niet meer nodig zullen zijn aangezien er na montage sowieso niets meer zichtbaar zal zijn.The present invention is such that such cover caps will no longer be necessary, since nothing will be visible after mounting anyway.

Eventueel kunnen boringen of afdekkapjes nog gebruikt worden om demontage te voorkomen.If necessary, bores or cover caps can still be used to prevent disassembly.

Een 5% aspect van de uitvinding is dat de assemblage van de 2 panelen zonder gebruik van gereedschappen (“tool less”) moet uitgevoerd kunnen worden.A 5% aspect of the invention is that the assembly of the 2 panels must be possible without the use of tools (“tool less”).

Dit betekent dat er voor de montage weinig tot geen extra materiaal of toebehoren zal of zou nodig zijn.This means that little or no additional material or accessories will or would be required for assembly.

Een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is dat de verbindingselementen al in een paneel en/of in de 2 panelen voorgemonteerd zijn.A preferred embodiment is that the connecting elements are already pre-assembled in a panel and/or in the 2 panels.

Dit heeft als voordeel dat de meubelfabrikant geen extra toebehoren los in de verpakking hoeft te voorzien wat een besparing betekent en het risico dat er geen of te weinig verbindingselementen in de verpakking aanwezig zijn aanzienlijk beperkt.This has the advantage that the furniture manufacturer does not have to provide extra accessories separately in the packaging, which means savings and considerably limits the risk that there are no or too few connecting elements in the packaging.

Het weze duidelijk dat deze uitvinding niet uitsluit dat bepaalde onderdelen toch apart worden meegeleverd om het meubel te kunnen samenbouwen. Een 6“ aspect van de uitvinding is dat de montage door iedereen moet kunnen uitgevoerd worden. Om dit mogelijk te maken zal de verbinder volgens de uitvinding niet te veel kracht mogen vergen. Veel hangt natuurlijk af van het dragermateriaal van de panelen, hoe harder deze zijn hoe moeilijker de montage zal zijn. Globaal zal het dragermateriaal zich beperkten tot spaanplaat en MDF. Deze materialen worden dan ook gebruikt als referentie.It should be clear that this invention does not preclude certain parts from being supplied separately in order to be able to assemble the piece of furniture. A 6" aspect of the invention is that assembly must be able to be carried out by anyone. To make this possible, the connector according to the invention should not require too much force. Of course, a lot depends on the carrier material of the panels, the harder they are, the more difficult the assembly will be. Overall, the carrier material will be limited to chipboard and MDF. These materials are therefore used as a reference.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een meubelsamenstel, waarbij dit meubelsamenstel minstens een eerste meubeldeel en een tweede meubeldeel omvat, welke meubeldelen paneelvormige elementen zijn en onder een hoek aan elkaar gekoppeld zijn door middel van mechanische koppelmiddelen, waarbij de genoemde koppelmiddelen minstens bestaan uit een mannelijk deel voorzien op en/of in het eerste meubeldeel en een daarmee samenwerkend vrouwelijk deel voorzien op en/of in het tweede meubeldeel, waarbij genoemd vrouwelijk deel een langwerpige sleuf omvat met een insteekopening voor het inbrengen van genoemd mannelijk deel, waarbij, bij het aan elkaar koppelen van het eerste meubeldeel en het tweede meubeldeel, het mannelijk deel van een insteekpositie in genoemde insteekopening naar een eindpositie in het genoemde vrouwelijk deel wordt gebracht door het mannelijk deel en het vrouwelijk deel langs elkaar te bewegen in de lengterichting van de genoemde sleuf, waarbij de meubeldelen in de eindpositie aan elkaar zijn gemonteerd, en waarbij in de sleuf groefvormende middelen zijn aangebracht die voorzien zijn om een groef aan te brengen in het mannelijk deel tijdens de verplaatsing van het mannelijk deel van de insteekpositie naar de eindpositie, en waarbij de groefvormende middelen verder voorzien zijn om in de eindpositie het mannelijk deel te blokkeren volgens een richting dwars op de verplaatsingsrichting. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het meubelsamenstel volgens de uitvinding omvatten de koppelmiddelen een koppelelement dat opgebouwd is uit een eerste deel die in gebruik in een boring in het eerste meubeldeel gemonteerd zit en uit een tweede deel die in gebruik uit het eerste meubeldeel steekt, waarbij het tweede deel van het koppelelement het mannelijk deel van de genoemde koppelmiddelen vormt.The object of the invention is achieved by providing a furniture assembly, wherein this furniture assembly comprises at least a first furniture part and a second furniture part, which furniture parts are panel-shaped elements and are coupled to each other at an angle by means of mechanical coupling means, wherein said coupling means consist at least of a male part provided on and/or in the first piece of furniture and a cooperating female part provided on and/or in the second piece of furniture, wherein said female part comprises an elongated slot with an insertion opening for insertion of said male part, wherein, when the first furniture part and the second furniture part are coupled together, the male part is brought from an insertion position in said insertion opening to an end position in said female part by moving the male part and the female part past each other in the longitudinal direction of said slot, where the meub the parts are mounted together in the end position, and wherein groove-forming means are arranged in the slot, which means are provided for making a groove in the male part during the movement of the male part from the insertion position to the end position, and wherein the groove-forming means are further provided for blocking the male part in the end position in a direction transverse to the direction of displacement. In a preferred embodiment of the furniture assembly according to the invention, the coupling means comprise a coupling element which is built up from a first part which, during use, is mounted in a bore in the first furniture part and from a second part, which, during use, protrudes from the first furniture part, wherein the second part of the coupling element forms the male part of said coupling means.

Het genoemde koppelelement is bij voorkeur een deuvel (ronde pen uit hout, kunststof of een ander geschikt materiaal, zoals bijv. een composietmateriaal). In de praktijk wordt om een goede verbinding te realiseren, gebruik gemaakt van twee op een afstand van elkaar geplaatste dergelijke koppelelementen.Said coupling element is preferably a dowel (round pin made of wood, plastic or another suitable material, such as for instance a composite material). In practice, to realize a good connection, use is made of two such coupling elements placed at a distance from each other.

Door bovengenoemde uitvinding of verbinding te hanteren bieden we een oplossing voor veel van bovengenoemde aspecten.By using the above invention or compound, we offer a solution to many of the above aspects.

Zo zal er sowieso een oplossing zijn voor het eerste aspect, zijnde het lateraal kunnen invoegen van het mannelijk deel.For example, there will in any case be a solution for the first aspect, being the ability to insert the male part laterally.

Dit is immers noodzakelijk om het front van een folding lade of vouw lade te kunnen monteren, aangezien de zijstukken niet gewenteld kunnen worden doordat deze aan elkaar vasthangen.After all, this is necessary to be able to mount the front of a folding drawer or folding drawer, since the side pieces cannot be rotated because they are attached to each other.

Doordat we werken met een vrouwelijk element met een sleuf met een insteekopening kan het mannelijk deel in deze invoeg opening lateraal ingebracht worden, om dan vervolgens de schuifbeweging uit te voeren om de verankering of de montage te vervolledigen.Because we work with a female element with a slot with an insertion opening, the male part can be inserted laterally into this insertion opening and then perform the sliding movement to complete the anchoring or assembly.

Het 24 aspect van de uitvinding is dat de twee panelen, in gemonteerde toestand, tegen elkaar aangetrokken moeten worden zodat er geen zichtbare spleet of opening zit tussen de 2 panelen.The 24th aspect of the invention is that the two panels, when mounted, must be pulled against each other so that there is no visible gap or gap between the 2 panels.

Dit kunnen we bekomen door de groefvormende middelen die voorzien zijn in het vrouwelijk deel iets naar beneden te laten lopen t.o.v. het vlak waarin het vrouwelijk deel gemonteerd zit, en dit in de verplaatsingsrichting van de montage.We can achieve this by having the groove-forming means provided in the female part run slightly downwards in relation to the plane in which the female part is mounted, and this in the direction of movement of the assembly.

Aangezien dit gepaard gaat met een zekere spanningsopbouw, kan dit eventueel gecombineerd worden met het voorzien van elastische of flexibele delen in de koppel middelen of verbindingselementen.Since this is accompanied by a certain build-up of tension, this can possibly be combined with the provision of elastic or flexible parts in the coupling means or connecting elements.

Het vrouwelijk deel is bij voorkeur uitgevoerd als een afzonderlijk element (insteekelement) waarin een sleuf (groef) met insteekopening is aangebracht, dat voorzien is om in een boring aangebracht in het tweede meubeldeel gemonteerd worden. Gezien ook het koppelelement (waarvan het mannelijk deel van uitmaakt) in een boring van het andere (eerste) meubeldeel gemonteerd kan worden, is tevens het 3% aspect voldaan. Namelijk dat de montage kan gebeuren enkel door boringen te voorzien in de panelen.The female part is preferably designed as a separate element (insertion element) in which a slot (groove) with insertion opening is provided, which is provided for mounting in a bore made in the second piece of furniture. Since the coupling element (of which the male part forms part) can also be mounted in a bore of the other (first) furniture part, the 3% aspect is also met. Namely that the assembly can only be done by drilling holes in the panels.

Het 4“ aspect houdt in dat er van de koppelmiddelen niets meer na montage zichtbaar mag zijn. Door bepaalde afmetingen te respecteren al naar gelang de dikte van de meubelpanelen kan ook dit aspect met de koppelmiddelen volgens de uitvinding behaald worden. Eventueel kan er nog een extra element gebruikt worden om de onderdelen te klemmen of te verhinderen om los te komen, maar dit is geen must.The 4" aspect means that nothing of the coupling means may be visible after installation. By respecting certain dimensions, depending on the thickness of the furniture panels, this aspect can also be achieved with the coupling means according to the invention. Optionally, an additional element can be used to clamp or prevent the parts from coming loose, but this is not a must.

Het geheel is ontworpen zodat het inbrengen en het verschuiven van het mannelijk deel in de sleuf eenvoudig en zonder veel kracht kan gebeuren. Zelfs het monteren van het vrouwelijk deel (het afzonderlijk insteekelement) in de boring kan eventueel uitgevoerd worden zonder gereedschap, dit door bijvoorbeeld het onderdeel te persen in de boring of het vrouwelijk deel zodanig uit te voeren dat deze zich bij montage in de boring koppelt of vastzet. Het 5% en het 6% aspect van deze uitvinding is dus met deze uitvoeringsvorm ook opgelost.The whole is designed so that inserting and sliding the male part into the slot can be done easily and without much force. Even mounting the female part (the separate insert element) in the bore can possibly be done without tools, for example by pressing the part into the bore or designing the female part in such a way that it couples into the bore when mounted or fasten. Thus, the 5% and the 6% aspect of this invention is also resolved with this embodiment.

Het meubelsamenstel overeenkomstig deze uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het vormen van een lade, zowel een demonteerbare lade alsook een foldinglade. Een lade omvat twee zijwanden, een voor- en achterwand en een bodempaneel. De hierboven beschreven koppelmiddelen worden bij voorkeur toegepast om de zijwanden haaks met de voorwand te verbinden, omdat het met de genoemde koppelmiddelen mogelijk is een stevige verbinding te realiseren, wat wel belangrijk is bij de voorwand omdat daar de meeste kracht wordt uitgeoefend, met name bij het openen van de lade. De verbinder volgens de uitvinding moet ook zo ontworpen zijn dat deze kan gebruikt worden om een front op een foldinglade te klikken. Hierdoor is het belangrijk dat de montage gebeurd of kan gebeuren door de 2 panelen lateraal in elkaar te monteren, desnoods in combinatie met de genoemde schuifbeweging in de verplaatsingsrichting (R1).The furniture assembly according to the invention is particularly suitable for forming a drawer, both a demountable drawer and a folding drawer. A drawer comprises two side walls, a front and back wall and a bottom panel. The coupling means described above are preferably used to connect the side walls at right angles to the front wall, because it is possible to realize a firm connection with the said coupling means, which is important at the front wall because that is where the most force is exerted, in particular with opening the drawer. The connector according to the invention must also be designed in such a way that it can be used to click a front onto a folding drawer. It is therefore important that the assembly takes place or can take place by laterally assembling the 2 panels together, if necessary in combination with the aforementioned sliding movement in the direction of movement (R1).

Andere voorkeurdragende uitvoeringsvormen van het meubelsamenstel worden beschreven in de afhankelijke conclusies.Other preferred embodiments of the furniture assembly are described in the dependent claims.

Deze uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het haaks verbinden van twee meubelpanelen door middel van een verbindingskoppel bestaande uit ten minste 2 mechanische koppelmiddelen waarbij het eerste koppelmiddel, die stangvormig is, met zijn langwerpig bevestigingsdeel in de langsrand van een ene paneel te plaatsen, vervolgens wordt het 2% paneel met een vrouwelijk deel, bestaande uit een insteekopening en een sleuf voorzien van groefvormende middelen, voorzien en wordt het eerste paneel met z’n mannelijk deel in de insteekopening van het vrouwelijk deel geplaatst en vervolgens in de lengterichting van de genoemde sleuf verschoven waardoor de groefvormende middelen een groef gaan aanbrengen in het mannelijk deel en waardoor de verbinding tussen de 2 panelen tot stand komt doordat het mannelijk deel ter hoogte van de aangebrachte groef zodanig geblokkeerd zit tegen de groefvormende middelen of een ander blokkeermiddel geplaatst in de sleuf, volgens een richting dwars op de verplaatsingsrichting.This invention also relates to a method for connecting two furniture panels at right angles by means of a connecting couple consisting of at least 2 mechanical coupling means, whereby the first coupling means, which is rod-shaped, can be placed with its elongate fastening part in the longitudinal edge of one panel, then is the 2% panel with a female part, consisting of an insertion opening and a slot provided with groove-forming means, and the first panel with its male part is placed in the insertion opening of the female part and then in the longitudinal direction of said slot shifted, so that the groove-forming means will make a groove in the male part and so that the connection between the 2 panels is established because the male part is blocked against the groove-forming means or another blocking means placed in the slot at the height of the groove, in a direction transverse to the displacement sing direction.

In de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van de koppelmiddelen en meubelsamenstel volgens deze uitvinding en de gevormde haakse verbinding, worden de genoemde kenmerken en voordelen van de uitvinding verder verduidelijkt.In the following detailed description of the coupling means and furniture assembly according to this invention and the right angle connection formed, the stated features and advantages of the invention are further elucidated.

Het weze duidelijk dat de enige bedoeling van deze beschrijving erin bestaat om de algemene principes van deze uitvinding door een aantal concrete voorbeelden te verduidelijken, en dat niets in deze beschrijving dus kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de draagwijdte van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten, noch van het toepassingsgebied van deze uitvinding.It is to be understood that the sole purpose of this description is to illustrate the general principles of this invention through a number of concrete examples, and thus nothing in this description should be construed as limiting the scope of the patent rights claimed in the claims. , nor of the scope of this invention.

In de hiernavolgende beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren.In the following description, reference numbers are used to refer to the figures appended hereto.

Lijst van de figuren en beschrijving ervan Fig. la: Figuur 1.4. toont de eerste stap voor het verbinden van 2 meubelpanelen (1,2) volgens de uitvinding.List of the figures and their description FIG. la: Figure 1.4. shows the first step for connecting 2 furniture panels (1,2) according to the invention.

Het eerste paneel (1) is in het vlak (VI) voorzien van een mannelijk deel (9b), dit mannelijk deel (9b) is rond van doorsnede, echter weze het duidelijk dat ook nog andere vormen mogelijk zijn.The first panel (1) is provided in the plane (VI) with a male part (9b), this male part (9b) has a round cross-section, but let it be clear that other shapes are also possible.

Het mannelijk deel maakt bij voorkeur deel uit van een afzonderlijk koppelelement (3) dat voorzien is om een koppeling te realiseren tussen het eerste en tweede meubelpaneel.The male part preferably forms part of a separate coupling element (3) which is provided to realize a coupling between the first and second furniture panel.

Een dergelijk koppelelement (3) omvat een eerste deel (9a) dat voorzien is om geplaatst te worden in een boring voorzien in een eerste meubelpaneel (1), en een tweede deel (9b) die standaard in het verlengde ligt van het eerste deel en die het mannelijk deel vormt, en dat voorzien is om geplaatst te worden in het vrouwelijk deel van het tweede meubelpaneel.Such a coupling element (3) comprises a first part (9a) which is provided to be placed in a bore provided in a first furniture panel (1), and a second part (9b) which is standard in line with the first part and which forms the male part, and which is intended to be placed in the female part of the second furniture panel.

Het genoemde koppelelement (3) is bij voorkeur een deuvel (ronde houten pen). In de praktijk wordt gebruik gemaakt van twee op een afstand van elkaar geplaatste koppelelementen (3,4) om een goede verbinding te realiseren tussen twee meubelpanelen (1,2). Zoals aangegeven zit het koppelelement met z’n eerste deel (92) in een boring (7) in het eerste paneel (1) verankerd, deze verankering kan gemaakt worden door bijvoorbeeld een lijmverbinding, schroefdraad, smelten, weerhaken, elektrolyse.Said coupling element (3) is preferably a dowel (round wooden pin). In practice, two coupling elements (3,4) placed at a distance from each other are used to realize a good connection between two furniture panels (1,2). As indicated, the coupling element is anchored with its first part (92) in a bore (7) in the first panel (1). This anchoring can be made by, for example, an adhesive connection, screw thread, melting, barbs, electrolysis.

Het weze duidelijk dat deze verankering nog op andere manieren kan bekomen worden.It should be clear that this anchoring can be achieved in other ways.

Dit mannelijk deel (9b) kan een vlakke buitenschil hebben, of kan voorzien zijn van karteling of ribben in de langsrichting of dwarsrichting.This male part (9b) can have a flat outer shell, or can be provided with knurling or ribs in the longitudinal or transverse direction.

Het materiaal waaruit het mannelijk deel (3) vervaardigd is kan ook verschillend van aard zijn, zo is het mogelijk dat deze uit hout opgebouwd is, uit metaal, uit kunststof of uit een composiet.The material from which the male part (3) is made can also be of different nature, for example it is possible that it is made of wood, metal, plastic or a composite.

Het behoort ook tot de mogelijkheid dat het eerste deel (9a) van het koppelelement (3) en het uitstekende deel (9b) elk uit een verschillend materiaal opgebouwd zijn.It is also possible that the first part (9a) of the coupling element (3) and the projecting part (9b) are each constructed from a different material.

Het 2% paneel (2) is in het vlak (V2) voorzien van een vrouwelijk deel (4) die opgebouwd is uit een insteek opening (5) om het uitstekende deel (9b) van het koppelelement in te voegen.The 2% panel (2) is provided in the plane (V2) with a female part (4) which consists of an insertion opening (5) for inserting the protruding part (9b) of the coupling element.

Verder is het vrouwelijk deel (4) naast een insteek opening (5) ook voorzien van een sleuf (11), waarbij beide zijden van de sleuf (11) ten minste deels voorzien zijn van groefvormende middelen (6). Het weze duidelijk dat de verbinding volgens de uitvinding ook kan werken indien er slechts aan 1 zijde van de sleuf (11) een groefvormend middel (6) voorzien is.In addition to an insertion opening (5), the female part (4) is also provided with a slot (11), wherein both sides of the slot (11) are at least partly provided with groove-forming means (6). It will be clear that the connection according to the invention can also work if a groove-forming means (6) is provided on only 1 side of the slot (11).

Ook kunnen er per zijde van de sleuf (11) meerdere groefvormende middelen (6,6) onder elkaar voorzien zijn.Also, on each side of the slot (11), several groove-forming means (6,6) can be provided one below the other.

Het vrouwelijk deel (4) is op figuur la vervaardigd uit of in hetzelfde materiaal als het plaatvormig materiaal (2), het weze echter duidelijk dat het vrouwelijk deel (4) ook vervaardigd kan zijn uit een ander materiaal die dan bvb in een boring (40) in het 2% paneel kan gemonteerd worden.The female part (4) in figure 1a is made of or in the same material as the plate-shaped material (2), it should be clear, however, that the female part (4) can also be made of a different material, which can then be used in a bore (for example). 40) can be mounted in the 2% panel.

Dit wordt nog verder in dit document toegelicht.This is explained further in this document.

Fig.1b: Doorsnede van het zijaanzicht (A-A) van 2 meubelpanelen volgens fig. la.Fig.1b: Cross-section of the side view (A-A) of 2 furniture panels according to Fig. 1a.

Het mannelijk deel (9b) die die met z’n eerste deel (9a) in het eerste meubelpaneel (1) gemonteerd zit, bevindt zich juist boven de insteek opening (5) van het vrouwelijk deel(4). De insteekopening (5) is groter dan de diameter (D1) van het uitstekende deel (9b) van het koppelelement (3) waardoor het mannelijk deel (9b) in het vrouwelijk deel (4) lateraal ingevoegd kan worden.The male part (9b), which is mounted with its first part (9a) in the first furniture panel (1), is located just above the insertion opening (5) of the female part (4). The insertion opening (5) is larger than the diameter (D1) of the projecting part (9b) of the coupling element (3) so that the male part (9b) can be inserted laterally into the female part (4).

Het weze duidelijk dat het uitstekende deel (9b) niet hoeft een ronde doorsnede te hebben, zo kan dit ook een veelhoek, een ovaal, een vierkant of een rechthoekige vorm... hebben.It should be clear that the protruding part (9b) does not have to have a round cross-section, so it can also have a polygon, an oval, a square or a rectangular shape....

Tevens kan de buitenschil van het uitstekende deel (9b) een karteling of structuur hebben of kan deze gewoon een vlakke mantel hebben.Also, the outer shell of the protruding part (9b) may have a knurling or structure or it may simply have a flat shell.

Er zijn groefvormende middelen (6) voorzien aan de bovenkant van de het vrouwelijk deel (4), deze lopen evenwijdig met het vlak (V2) maar het weze duidelijk dat dit ook aflopend kan zijn t.o.v. het vlak (V2), zoals nog verder in dit document zal toegelicht worden.Grooving means (6) are provided at the top of the female part (4), these run parallel to the plane (V2) but it should be clear that this can also be sloping with respect to the plane (V2), as explained further in this document will be explained.

Onder de groefvormende elementen (6) bevindt er zich een kamer (12), die groot genoeg is om het uitstekende deel (9b) te herbergen, dit zowel in montage alsook in gemonteerde vorm.Below the groove-forming elements (6) there is a chamber (12) which is large enough to accommodate the protruding part (9b), both in mounting and in mounted form.

Fig.1c: Doorsnede van het vooraanzicht (B-B) van 2 meubelpanelen volgens figuur 1a.Fig.1c: Section of the front view (B-B) of 2 furniture panels according to figure 1a.

Het koppelelement (3) die met z’n eerste deel (9a) in het eerste meubelpaneel (1) gemonteerd zit, bevindt zich met z’n uitstekende deel (9b) juist boven de insteekopening (5) van het vrouwelijk deel (4). Aan de zijkanten van de sleuf (11) van het vrouwelijk deel (4) is er één groefvormend middel (6) aan beide zijden aanwezig.The coupling element (3), which is mounted with its first part (9a) in the first furniture panel (1), is located with its protruding part (9b) just above the insertion opening (5) of the female part (4) . On the sides of the slot (11) of the female part (4) there is one groove-forming means (6) on both sides.

Echter kunnen er ook meerdere groefvormende middelen (6 en 6’) per zijde van de sleuf (11) aanwezig zijn, dit kan in meer of mindere mate de stevigheid van de verbinding verhogen.However, there can also be several groove-forming means (6 and 6') per side of the slot (11), which can increase the strength of the connection to a greater or lesser extent.

De kamer (12) heeft een breedte B1, die kleiner, gelijk aan of breder kan zijn dan de diameter (DI) van het uitstekende deel (9b) van het koppelelement Door de breedte (B1) van de kamer (12) nauw te laten aansluiten aan de diameter (D1) van het uitstekende deel (9b) kan dit meedragen aan de stabiliteit en de stevigheid van de verbinding.The chamber (12) has a width B1, which can be smaller, equal to or wider than the diameter (DI) of the protruding part (9b) of the coupling element. By keeping the width (B1) of the chamber (12) narrow connecting to the diameter (D1) of the protruding part (9b), this can contribute to the stability and firmness of the connection.

Indien de zijwanden van de kamer (12) in gemonteerde vorm drukken tegen het uitstekende deel (9b) kan dit ook het eventueel loskomen van de verbinding verhinderen.If the side walls of the chamber (12) press against the protruding part (9b) in assembled form, this may also prevent possible loosening of the joint.

Ook is de totale diepte (L2) van de kamer (12) dieper dan de lengte (L1) van het uitstekende deel (9b) van het koppelelement (3) De afstand (B2) tussen de 2 weerhaken (6) is kleiner dan de diameter (D1) van het mannelijk deel (9b), hierdoor zullen de groefvormende middelen (6) zich bij de montage in de mantel van het mannelijk deel (9b) kerven of penetreren en wordt er zo een verbinding gecreëerd.Also, the total depth (L2) of the chamber (12) is deeper than the length (L1) of the protruding part (9b) of the coupling element (3) The distance (B2) between the 2 barbs (6) is smaller than the diameter (D1) of the male part (9b), because of this the groove-forming means (6) will notch or penetrate into the jacket of the male part (9b) during assembly and a connection is thus created.

Fig. 2a: Figuur 2.4. toont de 2de stap voor het verbinden van 2 meubelpanelen (1,2) volgens de uitvinding.fig. 2a: Figure 2.4. shows the 2nd step for connecting 2 furniture panels (1,2) according to the invention.

Het uitstekende deel (9b) van het mannelijk deel (9) zit volledig in de insteek opening (5) van het vrouwelijk deel(4) van het 2% paneel waardoor het vlak V1 van het eerste paneel(1) en het vlak V2 van het 2% paneel (2) contact met elkaar maken.The protruding part (9b) of the male part (9) is fully seated in the insertion opening (5) of the female part (4) of the 2% panel, so that the face V1 of the first panel (1) and the face V2 of the 2% panel (2) make contact with each other.

Om de verbinding te maken moet men het eerste paneel(1) t.o.v. het tweede paneel (2) verschuiven in de lengterichting (R1) van de sleuf (11) tot dat deze z’n eindpositie heeft bereikt.To make the connection, the first panel (1) must be moved relative to the second panel (2) in the longitudinal direction (R1) of the slot (11) until it has reached its final position.

Deze richting (R1) wordt in dit document ook wel de verplaatsing richting (R1) genoemd.This direction (R1) is also referred to as the displacement direction (R1) in this document.

De afstand van de verschuiving hangt af van de lengte (L3) van de sleuf (11). Fig. 2b: Doorsnede van het zijaanzicht (A-A) van 2 meubelpanelen volgens figuur 2a.The distance of the offset depends on the length (L3) of the slot (11). fig. 2b: Cross-section of the side view (A-A) of 2 furniture panels according to figure 2a.

Het uitstekede deel (9b) van het koppelelement (3) zit volledig in de insteek opening (5) van het 2% paneel waardoor het vlak V1 van het eerste paneel(1) en het vlak V2 van het 2% paneel (2) contact met elkaar maken.The protruding part (9b) of the coupling element (3) is fully seated in the insertion opening (5) of the 2% panel, so that the face V1 of the first panel (1) and the face V2 of the 2% panel (2) contact make with each other.

Het eerste paneel (1) dient nu verschoven te worden in de lengterichting (R1) van de sleuf (11) over een lengte L3, tot dat deze z’n eindpositie heeft bereikt.The first panel (1) must now be moved in the longitudinal direction (R1) of the slot (11) over a length L3, until it has reached its final position.

Bij dit verschuiven moet een kracht overwonnen worden om het inhaken/inkerven van de groefvormende middelen (6) in de mantel van het uitstekende deel (9b) van het koppelelement mogelijk te maken.During this sliding, a force has to be overcome to enable hooking/notching of the groove-forming means (6) in the shell of the protruding part (9b) of the coupling element.

Eenmaal deze kracht overwonnen is verloopt het schuiven gelijkmatig en vlot.Once this force has been overcome, sliding is smooth and smooth.

Al naar gelang het materiaal waaruit het mannelijk deel (9b) en/of het vrouwelijk deel (4), de afstand (B2) tussen de weerhaken (6) van de sleuf(11) en de diameter (D1) van het koppelelement (3) kan het overwinnen van deze kracht meer of minder zwaar zijn. Tevens is de overgang van de insteek opening (5) naar de sleuf (11) alsook de dikte (dl en d2) van de groefvormende middelen (6) en het aantal groefvormende middelen (6,6) van groot belang. Deze items worden nog verder in dit document besproken. Fig.2c: Doorsnede van het vooraanzicht (B-B) van 2 meubelpanelen(1,2) volgens figuur 2a. Het uitstekende deel (9b) zit volledig in de invoeg opening (5) van het 2% paneel waardoor het vlak V1 van het eerste paneel (1) en het vlak V2 van het 2% paneel (2) contact met elkaar maken. De diameter (D1) van het uitstekende deel (9b) is kleiner dan de insteekopening(5) en kleiner dan de breedte(B 1) van de kamer(12).Depending on the material from which the male part (9b) and/or the female part (4) is made, the distance (B2) between the barbs (6) of the slot (11) and the diameter (D1) of the coupling element (3 ) overcoming this force can be more or less difficult. The transition from the insertion opening (5) to the slot (11) as well as the thickness (d1 and d2) of the groove-forming means (6) and the number of groove-forming means (6,6) are also of great importance. These items are discussed further in this document. Fig.2c: Section of the front view (B-B) of 2 furniture panels (1,2) according to figure 2a. The protruding part (9b) is fully seated in the insertion opening (5) of the 2% panel, so that the face V1 of the first panel (1) and the face V2 of the 2% panel (2) make contact with each other. The diameter (D1) of the projection (9b) is smaller than the insertion opening (5) and smaller than the width (B1) of the chamber (12).

Fig. 3a: Figuur 3.4. toont de 3de stap voor het verbinden van 2 meubelpanelen (1,2) volgens de uitvinding. De schuifbeweging van het eerste paneel(1) in de lengterichting (RI) van de sleuf (11) of in de schuifrichting(R 1) is volledig uitgevoerd tot aan het eindpunt. De groefvormende middelen (6) aan beide zijden van de sleuf (11) hebben zich in de mantel van het uitstekende deel (9b) van het koppelelement (3) gekerfd of gedrukt. Hierdoor wordt het uitstekend deel (9b) geblokkeerd door de groefvormende middelen (6) volgens een richting dwars op de schuifrichting (verplaatsingsrichting) (RI). Hierdoor is er een verbinding tussen de 2 meubelpanelen (1,2) ontstaan onder een hoek (A). Deze hoek kan een rechte hoek zijn, maar het weze duidelijk dat ook andere hoeken mogelijk zijn met een verbinding volgens de uitvinding.fig. 3a: Figure 3.4. shows the 3rd step for connecting 2 furniture panels (1,2) according to the invention. The sliding movement of the first panel (1) in the longitudinal direction (RI) of the slot (11) or in the sliding direction (R 1) has been completed up to the end point. The groove-forming means (6) on both sides of the slot (11) have scored or pressed into the shell of the protruding part (9b) of the coupling element (3). As a result, the projecting part (9b) is blocked by the groove-forming means (6) in a direction transverse to the sliding (moving) direction (R1). This has created a connection between the 2 furniture panels (1,2) at an angle (A). This angle can be a right angle, but it should be clear that other angles are also possible with a connection according to the invention.

Fig, 3b: Doorsnede van het zijaanzicht (A-A) van 2 meubelpanelen (1,2) volgens figuur 3a. De schuifbeweging van het eerste paneel (1) in de lengterichting (R1) van de sleuf (11) of de verplaatsingsrichting (RI) is volledig uitgevoerd tot aan het eindepunt. De groefvormende middelen (6) aan beide zijden van de sleuf (11) hebben zich in de mantel van het uitstekende deel(9b) gekerfd of gedrukt met hun volledige dikte (dl) waardoor er in de mantel van het cilindervormig deel(10) een indrukking(18) is ontstaan met een dikte d1. De vlakken V1 van het eerste paneel (1)Fig, 3b: Section of the side view (A-A) of 2 furniture panels (1,2) according to figure 3a. The sliding movement of the first panel (1) in the longitudinal direction (R1) of the slot (11) or the direction of displacement (RI) has been completed up to the end point. The groove-forming means (6) on both sides of the slot (11) are notched or pressed into the shell of the protruding part (9b) with their full thickness (dl), leaving a groove in the shell of the cylindrical part (10). impression(18) is created with a thickness d1. The faces V1 of the first panel (1)

en V2 van het 2% paneel (2) maken contact. Het weze duidelijk dat er volgens deze uitvinding een verbinding kan gemaakt worden tussen 2 panelen (1,2) waarbij de 2 vlakken (V1 en V2) geen contact met elkaar maken. De voorkeur dragende uitvoeringsvorm is echter dat de 2 vlakken (V1,V2) in verbonden toestand contact met elkaar maken of tegen elkaar aandrukken. Om dit mogelijk te maken kunnen de groefvormende middelen (6) t.o.v. het vlak (V2) en volgens de lengterichting (R1) van de sleuf (11) of in de schuifrichting (R 1) aflopend zijn, wat nog verder in dit document besproken zal worden.and V2 of the 2% panel (2) make contact. It should be clear that according to this invention a connection can be made between 2 panels (1,2) whereby the 2 surfaces (V1 and V2) do not make contact with each other. However, the preferred embodiment is that the 2 surfaces (V1,V2) make contact with each other or press against each other in the connected state. To make this possible, the groove-forming means (6) can be tapered relative to the plane (V2) and along the longitudinal direction (R1) of the slot (11) or in the sliding direction (R1), which will be discussed later in this document. become.

Fig.3c: Doorsnede van het vooraanzicht (B-B) van 2 meubelpanelen(1,2) volgens figuur 3a. De schuifbeweging van het eerste paneel (1) in de lengterichting (R1) van de sleuf (11) is volledig uitgevoerd tot aan het eindepunt. De groefvormende middelen (6) aan beide zijden van de sleuf (11) hebben zich in de mantel van het uitstekende deel (9b) gekerfd of gedrukt.Fig.3c: Section of the front view (B-B) of 2 furniture panels (1,2) according to figure 3a. The sliding movement of the first panel (1) in the longitudinal direction (R1) of the slot (11) has been completed to the end point. The groove-forming means (6) on both sides of the slot (11) have scored or pressed into the shell of the projecting part (9b).

Hierdoor ontstaat er een verbinding onder een hoek (A) tussen de 2 panelen (1,2). Fig. 4a en 4b: Dit zijn 3D zichten van een vrouwelijke deel (4) volgens de uitvinding. Zoals reeds aangegeven in voorgaande figuren kan het vrouwelijk deel (4) uit het plaatmateriaal (2) zelf gemaakt zijn, maar echter ook uit een ander materiaal, waarbij men dit vrouwelijk deel (4) dan bvb in een boring (40) van het paneel (2) moet monteren. Op de figuur zijn de groefvormende middelen (6 en 6’) duidelijk waarneembaar. Het bovenvlak (V4) van de groefvormende middelen (6 en 6’) en het bovenvlak (V3) van het vrouwelijk deel (4) lopen niet evenwijdig, maar onder een hoek (A1) tov elkaar. Dit heeft als voordeel dat de 2 panelen (1,2) naar elkaar toe getrokken worden bij montage, dit wordt nog verder in dit document toegelicht. Verder zien we nog dat de buitenzijde van het vrouwelijk deel (4) voorzien is van een schroefdraad (15). Aan de onderzijde van de buitenzijde van het vrouwelijk deel (4) is er een zone (16) waarbij er geen schroefdraad (15) aanwezig is. Dit is om het vrouwelijk deel (4) goed te kunnen positioneren in de boring (40) van de paneel(2) zodat de montage of het inschroeven in de boring (40) vlot zou verlopen. Onderaan de sleuf (11) bevindt er zich een weerhaak (31), die dienst doet om het uitstekende deelThis creates a connection at an angle (A) between the 2 panels (1,2). fig. 4a and 4b: These are 3D views of a female part (4) according to the invention. As already indicated in the previous figures, the female part (4) can be made from the sheet material (2) itself, but it can also be made from a different material, whereby this female part (4) is then placed, for example, in a hole (40) in the panel. (2) need to assemble. The groove-forming means (6 and 6') are clearly visible in the figure. The top surface (V4) of the groove-forming means (6 and 6') and the top surface (V3) of the female part (4) are not parallel, but at an angle (A1) to each other. This has the advantage that the 2 panels (1,2) are pulled together during assembly, which will be explained further in this document. We also see that the outside of the female part (4) is provided with a screw thread (15). At the bottom of the outside of the female part (4) there is a zone (16) where there is no screw thread (15). This is to be able to position the female part (4) properly in the bore (40) of the panel (2) so that assembly or screwing into the bore (40) would proceed smoothly. At the bottom of the slot (11) there is a barb (31), which serves around the protruding part

(9b) in gemonteerde toestand op z’n plaats te houden of om het demonteren/loskomen te verhinderen in de richting die tegenovergesteld is aan de verplaatsingsrichting (R1). Deze weerhaak (31) kan eventueel elastisch uitgevoerd zijn, bijvoorbeeld door deze te voorzien op een flexibel lipje onderaan de sleuf (11). Dit zou het monteren vereenvoudigen doordat men minder kracht moet overbruggen. Meerdere varianten en uitvoeringsvormen van dit vrouwelijk deel (4) worden nog verder in dit document besproken. Fig. 4c en 4d: Dit is een bovenaanzicht(4c) en resp. onderaanzicht (4d) van een vrouwelijk deel (4) volgens de uitvinding zoals in 3D weergegeven in de figuren 4a en 4b. Duidelijk waarneembaar bij deze figuren is de insteek opening (5) en de sleuf (11). Aan beide zijden van de sleuf (11) bevinden zich de groefvormende middelen (6 en 6°).(9b) in place when assembled or to prevent disassembly/detachment in the direction opposite to the direction of movement (R1). This barb (31) can optionally be made elastic, for example by providing it on a flexible lip at the bottom of the slot (11). This would simplify mounting because less force has to be bridged. Several variants and embodiments of this female part (4) are discussed further in this document. fig. 4c and 4d: This is a top view (4c) and resp. bottom view (4d) of a female part (4) according to the invention as shown in 3D in figures 4a and 4b. The insertion opening (5) and the slot (11) are clearly visible in these figures. On both sides of the slot (11) are the groove-forming means (6 and 6°).

Fig, Sa en Sb: Deze figuren zijn 3D afbeeldingen van 2 panelen (1,2) die onder een hoek (A) kunnen verbonden worden zoals de uitvinding. Op de figuur zijn er 2 koppelelementen (3) in de vorm van een drevel aangebracht in een boring van het eerste meubeldeel (3). Het uitstekende deel (9b) van het koppelelement (3) vormt het mannelijk deel (9b) en zit in een zijvlak (V1) van het eerste paneel (1). In het ondervlak (V2) van het 2% paneel (2) zijn er 2 boringen (40) aanwezig waarin een vrouwelijk deel gemonteerd zit. Het vrouwelijk deel (2) omvat een langwerpige sleuf (11) met een insteekopening (5). De uitstekende delen (9b) van de koppelelementen dienen in de insteek opening (5) van de vrouwelijke delen (4) geplaatst te worden om de 2 panelen te kunnen monteren. Vervolgens dienen we het eerste paneel (1) in de lengterichting (RI) van de sleuf (11) te verschuiven t.0.v. het 2% paneel (2) waarbij de groefvormende middelen (6) van de vrouwelijke delen(4) zich in de mantel van het uitstekende deel (9b) van het mannelijke deel (3) persen of kerven waardoor er een verbinding tussen de panelen (1,2) ontstaat.Fig, Sa and Sb: These figures are 3D images of 2 panels (1,2) that can be connected at an angle (A) according to the invention. In the figure, 2 coupling elements (3) in the form of a dowel are arranged in a bore of the first furniture part (3). The projecting part (9b) of the coupling element (3) forms the male part (9b) and sits in a side face (V1) of the first panel (1). In the bottom surface (V2) of the 2% panel (2) there are 2 holes (40) in which a female part is mounted. The female part (2) comprises an elongated slot (11) with an insertion opening (5). The protruding parts (9b) of the coupling elements must be placed in the insertion opening (5) of the female parts (4) in order to mount the 2 panels. Then we need to move the first panel (1) in the longitudinal direction (RI) of the slot (11) at 0.v. the 2% panel (2) where the groove-forming means (6) of the female parts (4) press or notch into the shell of the protruding part (9b) of the male part (3), creating a connection between the panels ( 1,2) arises.

Fig, 6a: is een bovenaanzicht van een vrouwelijk deel (4) volgens de uitvinding. Zoals reeds aangegeven in voorgaande figuren kan het vrouwelijk deel (4) uit het plaatmateriaal (2) zelf gemaakt zijn, maar echter ook uit een ander materiaal, waarbij men dit deel(4) dan bvb in een boring(40) van het paneel (2) moet monteren. Het voordeel is dat men het vrouwelijk deel (4) dan steviger kan maken en tevens dat de fabrikant enkel dient te boren in plaats van het vrouwelijk deel (4) vooraf in het paneel (2) te frezen of te voorzien, wat een tijdsbesparing met zich meebrengt. Het vrouwelijk deel (4) kan vervaardigd zijn uit metaal, uit kunststof, uit een composiet, een alu- legering, Zamak.... Figuur 4a toont een dergelijk deel (4), die aan de buitenrand voorzien is van een schroefdraad (15). Om dit vrouwelijke deel (4) te monteren dient deze dus in een boring (40) gemonteerd te worden met behulp van een schroeven draaier. Het weze duidelijk dat dit zowel linkse alsook rechtse draad kan zijn. Tevens zijn andere manieren van montage niet uitgesloten, zo kan men een dergelijk vrouwelijk deel (4) ook monteren dmv verlijming, persen, smelten, elektrolyse, weerhaken. … De boring(40) dient een minimale diameter (D3) te hebben die groter of gelijk is aan de kerndiameter (D2) van de schroefdraad (15). De diepte van de boring(40) is gelijk aan de totale diepte (L2) van de kamer (12), en deze dient dieper te zijn dan de lengte (L1) van het uitstekende deel (9b). Het weze duidelijk dat binnen deze uitvinding nog andere uitvoeringsvormen van een dergelijk vrouwelijk deel (4) mogelijk zijn. Tevens is het duidelijk dat een dergelijk vrouwelijk deel (4) in een apart zakje bij het meubel of bij de panelen kan meegeleverd worden, maar ook reeds in het meubelpaneel (2) kan gemonteerd zitten zodat het voor de monteur of klant heel snel lukt om de panelen (1,2) te monteren, zonder extra materiaal zoals een schroevendraaien of dergelijke.Fig, 6a: is a top view of a female part (4) according to the invention. As already indicated in the previous figures, the female part (4) can be made from the sheet material (2) itself, but it can also be made from a different material, whereby this part (4) is then placed, for example, in a bore (40) of the panel ( 2) need to assemble. The advantage is that the female part (4) can then be made sturdier and also that the manufacturer only has to drill instead of pre-milling or providing the female part (4) in the panel (2), which saves time by entails. The female part (4) can be made of metal, plastic, a composite, an aluminum alloy, Zamak.... Figure 4a shows such a part (4), which is provided with a screw thread (15) on the outer edge. ). To mount this female part (4) it must therefore be mounted in a bore (40) using a screwdriver. It should be clear that this can be both left and right thread. Other ways of mounting are also not excluded, for example such a female part (4) can also be mounted by means of gluing, pressing, melting, electrolysis, barbs. … The bore (40) must have a minimum diameter (D3) greater than or equal to the core diameter (D2) of the thread (15). The depth of the bore (40) is equal to the total depth (L2) of the chamber (12), and it should be deeper than the length (L1) of the projection (9b). It will be clear that other embodiments of such a female part (4) are possible within this invention. It is also clear that such a female part (4) can be supplied with the furniture or with the panels in a separate bag, but can also be already mounted in the furniture panel (2) so that the fitter or customer can very quickly to mount the panels (1,2), without additional material such as a screwdriver or the like.

Fig, 6b: Is een doorsnede (A-A) van het vrouwelijk deel (4) van figuur 4a. Op de figuur is te zien dat er 2 groefvormende middelen (6 en 6° ) zijn die zich onder elkaar bevinden. Beiden hebben ze een bepaalde dikte (d1 en d2), die mee bepalend zijn voor de sterkte van de verbinding alsook voor het gemak van montage. Het aantal groefvormende middelen (6 en 6’), alsook de vorm en de dikte van de groefvormende middelen (6,6’) kunnen variëren en zullen een welbepaalde invloed hebben op de sterkte van de verbinding. De groefvormende middelen (6 en 6’) lopen evenwijdig met het bovenvlak (V3) van het vrouwelijk deel (4). Het weze echter duidelijk dat dit ook onder een hoek (A1) kan aflopen, zoals nog verder in dit document verduidelijkt zal worden. Onderaan de tekening is er een zone (16) waar de schroefdraad (15) niet aanwezig is. Dit helpt de montage, aangezien men het vrouwelijk deel (4) dan kan positioneren in de boring (40) waardoor het indraaien eenvoudiger wordt. Fig. 6c en 6d: Deze figuren tonen het vrouwelijk deel (4) zoals besproken in figuren 4a en 4b die gemonteerd zit in een boring (40) van een paneel (2). Het bovenvlak (V3) van het vrouwelijk deel (4) ligt net onder het vlak (V2) van het paneel (2). Hierdoor kan het vlak (V1) van het eerste paneel (1) bij montage perfect tegen het vlak (V2) van het 2de paneel (2) gedrukt worden, en krijgt men een mooie verbinding tussen de 2 panelen (1,2). De diepte van het vrouwelijk deel (4) is in principe niet zo belangrijk, men moet er gewoon voor zorgen dat het niet te diep zit in de boring (40) gemonteerd zit zodat het uitstekende deel (9b) nog in de weerhaken (6,6’) van het vrouwelijk deel (4) kan geklemd worden. Om de mogelijkheid dat men het vrouwelijk deel(4) te diep in de boring (40) monteert te verhinderen kan men eventueel werken met een trapboring, zodat het vrouwelijk deel (4) niet dieper dan de eerste trap kan gemonteerd worden.Fig, 6b: Is a section (A-A) of the female part (4) of figure 4a. The figure shows that there are 2 groove-forming means (6 and 6°) that are located below each other. They both have a certain thickness (d1 and d2), which also determine the strength of the connection as well as the ease of assembly. The number of groove-forming means (6 and 6'), as well as the shape and thickness of the groove-forming means (6,6') can vary and will have a definite influence on the strength of the connection. The groove-forming means (6 and 6') run parallel to the top surface (V3) of the female part (4). However, it should be clear that this can also run at an angle (A1), as will be explained later in this document. At the bottom of the drawing there is an area (16) where the screw thread (15) is not present. This helps the assembly, as the female part (4) can then be positioned in the bore (40), making screwing in easier. fig. 6c and 6d: These figures show the female part (4) as discussed in figures 4a and 4b mounted in a bore (40) of a panel (2). The top face (V3) of the female part (4) is just below the face (V2) of the panel (2). As a result, the surface (V1) of the first panel (1) can be pressed perfectly against the surface (V2) of the 2nd panel (2) during assembly, resulting in a nice connection between the 2 panels (1,2). The depth of the female part (4) is basically not that important, you just have to make sure that it is not mounted too deep in the bore (40) so that the protruding part (9b) is still in the barbs (6, 6') of the female part (4) can be clamped. To prevent the possibility of mounting the female part (4) too deep in the bore (40), it is possible to work with a stepped bore, so that the female part (4) cannot be mounted deeper than the first stage.

Fig. 7: Is een doorsnede A-A van een meubelsamenstel in gemonteerde toestand waarbij een vrouwelijk deel (4) uitgevoerd zoals besproken in figuur 4c, gemonteerd zit in een paneel (2) en een doorsnede van een 2% paneel (1) waarin een uitstekende deel (9b) gemonteerd zit. Op de figuur is te zien dat het eerste deel (9a) van het koppelelement (3) verankerd zit in een boring (7) in het eerste paneel (1). Deze verankering is gebeurd met een kleefstof (17). Deze kleefstof (17) kan verschillend van aard zijn, zijde elastisch, vast, hard... Tevens kan de bevestiging van het eerste deel (9a) in de boring (7) nog op andere manieren, zoals bijvoorbeeld door een schroefdraad, door smelten, door persen, door weerhaken, elektrolyse. … In de mantel van het uitstekende deel (9b) zijn er sporen of indrukkingen (18 en 18’) gemaakt doordat de weerhaken (6 en 6’) zich bij de montage van de 2 panelen (1,2) in de mantel van het uitstekende deel (9b) geperst of gekerfd hebben, waardoor de verbinding tussen de 2 panelen (1,2) tot stand kwam. Net zoals het vlak (V4) van de groefvormende elementen (6) lopen ook de sporen (18 en 18’) nagenoeg evenwijdig met het vlak (V2) van het 2% paneel (2). Dit kan echter ook anders, dit wordt nog verder in dit document toegelicht. Het vlak (V3) van het vrouwelijk deel (4) ligt iets lager dan het vlak (V2) van het 2% paneel (2) en hindert zo niet een tegen elkaar aansluitende montage van de 2 panelen (1,2). De sporen (18 en 18’) hebben een lengte (L4). Deze lengte is afhankelijk van de diameter (D1) van het uitstekende deel (9b), alsook van de afmetingen van de groefvormende middelen (6 en 6’). De breedte (d3/d4) van de sporen zijn afhankelijk van de breedte van de groefvormende middelen (d1/d2). Fig. 8a en 8b: Deze figuren tonen een variant van een vrouwelijk deel (4). Dit vrouwelijk deel (4) is verschillend doordat de weerhaken (6 en 6’) (en het vlak V4) t.o.v. het vlak (V2) van het 2% paneel (2) aflopend zijn in de lengterichting (R1) van de sleuf (11). Dit biedt als voordeel dat bij de montage de vlakken (V1) en (V2) van beide panelen (1,2) tegen elkaar getrokken worden en zo beter zullen aansluiten. Ook zullen eventuele toleranties die ontstaan door foutieve montage van het vrouwelijke elementen (4) hierdoor weggewerkt worden. Het aantal graden (AI) dat de groefvormende middelen (6) aflopen en de schuifafstand (L3) bepalen hoeveel spanning er ontstaat tussen de 2 panelen (1,2). Testen hebben uitgewezen dat een hellingsgraad (A1) die zich situeert tussen de 0 en de 10° goed werkbaar is. Tevens is het niet uitgesloten dat er op de eindpositie terug een zone is waar de groefvormende middelen (6,6’) evenwijdig zijn aan het vlak (V2). Dit kan het gevoel geven bij het monteren dat er effectief een eindpositie bereikt is.fig. 7: Is a section A-A of a furniture assembly in assembled condition where a female part (4) designed as discussed in figure 4c, is mounted in a panel (2) and a section of a 2% panel (1) in which a protruding part ( 9b) is mounted. The figure shows that the first part (9a) of the coupling element (3) is anchored in a bore (7) in the first panel (1). This anchoring is done with an adhesive (17). This adhesive (17) can be of different nature, silk elastic, firm, hard... The attachment of the first part (9a) in the bore (7) can also be done in other ways, such as for example by a screw thread, by melting , by pressing, by barbs, electrolysis. … Traces or impressions (18 and 18') have been made in the casing of the protruding part (9b) because the barbs (6 and 6') have become embedded in the casing of the 2 panels (1,2) when the 2 panels (1,2) are mounted. protruding part (9b) must have been pressed or notched, as a result of which the connection between the 2 panels (1,2) was established. Just like the plane (V4) of the groove-forming elements (6), the tracks (18 and 18') also run almost parallel to the plane (V2) of the 2% panel (2). However, this can also be done differently, which will be explained further in this document. The plane (V3) of the female part (4) is slightly lower than the plane (V2) of the 2% panel (2) and thus does not hinder the fitting of the 2 panels (1,2) against each other. The tracks (18 and 18') have a length (L4). This length depends on the diameter (D1) of the projecting part (9b), as well as on the dimensions of the groove-forming means (6 and 6'). The width (d3/d4) of the tracks depends on the width of the groove forming means (d1/d2). fig. 8a and 8b: These figures show a variant of a female part (4). This female part (4) differs in that the barbs (6 and 6') (and the face V4) are descending in the longitudinal direction (R1) of the slot (11) in relation to the face (V2) of the 2% panel (2). ). This offers the advantage that during assembly the surfaces (V1) and (V2) of both panels (1,2) are pulled against each other and will therefore fit better. Any tolerances that arise due to incorrect mounting of the female elements (4) will also be eliminated. The number of degrees (AI) that the groove-forming means (6) descend and the sliding distance (L3) determine how much tension is created between the 2 panels (1,2). Tests have shown that a slope (A1) between 0 and 10° is very workable. It is also possible that at the end position there will be a zone where the groove-forming means (6,6') are parallel to the plane (V2). This can give the feeling when mounting that an end position has actually been reached.

Fig. 8c en 8d: Fig. 8c en 8d tonen de montage van het eerste paneel (1) en het 2% paneel (2), waarbij het vrouwelijke deel (4) opgebouwd is zoals bij figuren 8a en 8b. Bij figuur 8c is het uitstekende deel (9b) van het eerste paneel (1) in de insteek opening (5) van het vrouwelijke deel (4) in het 2% paneel (2) gestoken. Om de verbinding te maken moet het eerste paneel (1) een verschuiving in de lengterichting (R1) van de sleuf (11) maken zodat de groefvormende middelen (6 en 6’) zich in de mantel van het uitstekende deel (9b) kunnen persen of drukken.fig. 8c and 8d: FIG. Figures 8c and 8d show the assembly of the first panel (1) and the 2% panel (2), with the female part (4) constructed as in Figures 8a and 8b. In figure 8c the protruding part (9b) of the first panel (1) is inserted into the insertion opening (5) of the female part (4) in the 2% panel (2). To make the connection, the first panel (1) must make a longitudinal shift (R1) of the slot (11) so that the groove-forming means (6 and 6') can press into the shell of the protruding part (9b) or press.

T.o.v. het vlak (V2) van het 2% paneel (2) lopen de groefvormende middelen (6 en 6’) onder een hoek (A1) aflopend, waardoor het eerste paneel (1) en het 2% paneel (2) bij de montage naar elkaar toe zullen getrokken worden.compared to the plane (V2) of the 2% panel (2) the groove-forming means (6 and 6') run downwards at an angle (A1), so that the first panel (1) and the 2% panel (2) tilt to will be drawn together.

Hierdoor zal er een kracht (F) van het eerste paneel (1) op het 2% paneel(2) ontstaan.This will create a force (F) from the first panel (1) on the 2% panel (2).

Op figuur 8d is de toestand weergegeven van de 2 panelen in gemonteerde vorm.Figure 8d shows the condition of the 2 panels in mounted form.

De schuifbeweging in de lengterichting (R1) van de sleuf (11) is volledig uitgevoerd.The sliding movement in the longitudinal direction (R1) of the slot (11) has been completed.

De groefvormende middelen (6,6) hebben over een afstand (L4) in de mantel van het uitstekende deel (9b) geperst.The groove-forming means (6,6) have pressed over a distance (L4) into the shell of the protruding part (9b).

Doordat de groefvormende middelen (6 en 6’) onder een hoek(A1) tov het vlak (V2) van het 2% paneel (2) aflopend zijn, wordt de mantel van het uitstekende deel (9b) in z’n geheel een afstand Delta naar beneden getrokken.Because the groove-forming means (6 and 6') are tapered at an angle (A1) with respect to the plane (V2) of the 2% panel (2), the shell of the protruding part (9b) as a whole becomes a distance Delta pulled down.

Hierdoor ontstaat er een drukkracht F van het eerste paneel (1) op het 2% paneel (2). Deze afstand Delta is enerzijds afhankelijk van de afstand (L4) dat de groefvormende middelen (6 en 6’) in het uitstekende deel (9b) ingrijpen, en anderzijds van het hoek (A1) dat de weerhaken (6 en 6’) tov het vlak (V2) aflopend zijn.This creates a compressive force F of the first panel (1) on the 2% panel (2). This distance Delta depends on the one hand on the distance (L4) that the groove-forming means (6 and 6') engage in the projecting part (9b), and on the other hand on the angle (A1) that the barbs (6 and 6') flat (V2) are descending.

Een berekening van Delta kan men via de volgende formule uitvoeren: Delta = tangens(A1) * L4. Door deze trekkracht zal er in de verbinding, op de groefvormende middelen (6 en 6°) enerzijds, en op het mannelijk deel (9b) anderzijds een spanning ontstaat.A calculation of Delta can be performed using the following formula: Delta = tangent(A1) * L4. Due to this tensile force, a tension will arise in the connection, on the groove-forming means (6 and 6°) on the one hand, and on the male part (9b) on the other hand.

Deze spanning zal en moet zich ergens manifesteren.This tension will and must manifest somewhere.

Zo kan het zijn dat het materiaal aan de mantel van het uitstekenede deel (9b) zich een beetje verplaatst of afbreekt.For example, the material on the jacket of the protruding part (9b) may move a little or break off.

Of dat het eerste deel (9a) van het koppelelement in z’n geheel een beetje uit de boring (7) getrokken wordt, dit zou bijvoorbeeld mogelijk gemaakt kunnen worden indien het eerste deel (9a) in de boring (7) gelijmd zou zijn met een flexibele of elastische lijm (17). Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat het mannelijk deel (9b) vervaardigd is uit een uittrekbaar materiaal als zijnde rubber of plastische/elastische kunststof.Or that the first part (9a) of the coupling element as a whole is pulled a little bit out of the bore (7), this could for instance be made possible if the first part (9a) were glued into the bore (7) with a flexible or elastic adhesive (17). Another possibility could be that the male part (9b) is made of an extensible material such as rubber or plastic/elastic synthetic material.

Tevens kunnen de groefvormende middelen (6 en 6’) vervaardig zijn van een elastisch materiaal of elastisch uitgevoerd zijn zodat deze al naar gelang de trekkracht die uitgeoefend wordt op deze groefvormende middelen (6 en 6’) kunnen meebewegen.The groove-forming means (6 and 6') can also be manufactured from an elastic material or be of elastic design so that they can move along with the groove-forming means (6 and 6') depending on the tensile force exerted on these groove-forming means (6 and 6').

Figuren 8e, 8f, 8g en 8h geven dit weer.Figures 8e, 8f, 8g and 8h illustrate this.

Veel hangt af van het materiaal waaruit het mannelijk deel (9b) vervaardigd is, indien dit een plastisch materiaal is (zoals bv plastische kunststoffen. ) zodat deze bij de montage en demontage geen definitieve vervorming aftekent en niet beschadigd geraakt, dan kan deze verbinding oneindig veel gemonteerd en gedemonteerd worden. Bij niet plastische materialen, die blijvend vervormen bij de montage en/of bij de demontage zal het monteren en demonteren slechts een beperkt aantal keren mogelijk zijn. Fig. 8e: Deze figuur toont een doorsnede van 2 panelen met een vrouwelijk element (4) zoals besproken in figuren 8a,8b,8c alsook 8d en waarbij het uitstekende deel (9b) van het eerste paneel (1) zich in de insteek opening (5) bevindt van het vrouwelijk deel (4). Bij deze figuur is het eerste paneel (1) in doorsnede getekend en is het volledige koppelelement (3), met name ook het eerste deel(9a) van het koppelelement zichtbaar. Het uitstekende deel (9b) van het mannelijke deel (3) zit volledig in de boring (7) van het tweede paneel gemonteerd. Hierbij raakt het uiteinde van de eerste deel (9a) van de bodem van de boring (7). Het eerste deel (92) van het koppelelement zit in de boring (7) verankerd d.m.v. een lijm of kleefstof (17), deze lijm 1s in dit geval een flexibele of elastische lijm(17). De groefvormende middelen(6 en 6’) lopen onder een hoek A1 af t.o.v. het vlak (V2) van het 2% paneel(2). Om de verbinding te maken moet het eerste paneel (1) verschoven worden in de richting R1 t.o.v. het 2% paneel (2) over een afstand (L3).Much depends on the material from which the male part (9b) is made, if this is a plastic material (such as plastic plastics. ) so that it does not deform definitively during assembly and disassembly and is not damaged, then this connection can be used indefinitely. need to be assembled and disassembled a lot. In the case of non-plastic materials that permanently deform during assembly and/or disassembly, assembly and disassembly will only be possible a limited number of times. fig. 8e: This figure shows a cross-section of 2 panels with a female element (4) as discussed in figures 8a, 8b, 8c and 8d and where the protruding part (9b) of the first panel (1) is located in the insertion opening (5 ) of the female part (4). In this figure, the first panel (1) is drawn in cross-section and the entire coupling element (3), in particular also the first part (9a) of the coupling element, is visible. The protruding part (9b) of the male part (3) is completely mounted in the bore (7) of the second panel. The end of the first part (9a) touches the bottom of the bore (7). The first part (92) of the coupling element is anchored in the bore (7) by means of. a glue or adhesive (17), this glue in this case being a flexible or elastic glue (17). The groove-forming means(6 and 6') descend at an angle A1 to the plane (V2) of the 2% panel(2). To make the connection, the first panel (1) must be shifted in the direction R1 relative to the 2% panel (2) by a distance (L3).

Fig. 8f.: Deze figuur toont de verbinding zoals besproken in fig. 8e, maar dan in gemonteerde toestand. De schuifbeweging in de lengterichting (R1) van de sleuf (11) of verplaatsingsrichting (R1) over een afstand (L3) van het eerste paneel (1) tov het 2% paneel (2) is volledig uitgevoerd. Hierdoor is er in de mantel van het uitstekende deel (9b) 2 indrukkingen (18 en 18’) die er gekomen zijn doordat de groefvormende middelen (6 en 6’) zich in de mantel van het uitstekende deel (9b) geperst of gedrukt hebben. Deze groefvormende middelen(6 en 6’) staan onder een hoek A1 tov het vlak V2 van het 2% paneel (2). Hierdoor ontstaat er tijdens de montage een trekkracht F op het mannelijk deel (9b) en bijgevolg drukken de vlakken V1 en V2 tegen elkaar. Doordat de lijm of kleefstof (17) elastische eigenschappen heeft, zal om deze kracht op de vangen, het mannelijk deel (9) een afstand (Delta) uit het eerste paneel (1)fig. 8f.: This figure shows the connection as discussed in fig. 8e, but then in mounted condition. The sliding movement in the longitudinal direction (R1) of the slot (11) or displacement direction (R1) over a distance (L3) from the first panel (1) to the 2% panel (2) has been completed. As a result, there are 2 depressions (18 and 18') in the shell of the protruding part (9b), which have come about because the groove-forming means (6 and 6') have pressed or pressed themselves into the shell of the protruding part (9b). . These groove-forming means (6 and 6') are at an angle A1 to the plane V2 of the 2% panel (2). This creates a tensile force F on the male part (9b) during assembly and, as a result, the surfaces V1 and V2 press against each other. Because the glue or adhesive (17) has elastic properties, in order to absorb this force, the male part (9) will move a distance (Delta) from the first panel (1)

getrokken worden. Deze afstand is gelijk aan het hoogteverschil(delta) van de indrukkingen (18 en 18’) doordat deze onder een hoek (A1) staan tov het vlak (V2) van het 2% paneel. Doordat deze lijm (17) flexibel of elastisch is en dus toelaat dat het mannelijk deel (9b) lichtjes kan verplaatst worden, zij het onder een welbepaalde spanning, voorkomt men dat er bepaalde onderdelen zullen beschadigd worden gedurende de montage. Indien er immers geen flexibele of elastisch elementen in de verbinding aanwezig zijn, zal er op de verbindingselementen/koppelmiddelen een grote spanningsopbouw zijn waardoor de kans groot is dat er een breuk, een scheur of andere vervormingen optreden. Dit hoeft op zich geen gevolgen te hebben voor de sterkte van de verbinding, echter kan dit wel invloed hebben als men de verbinding wil demonteren en opnieuw wil monteren. Veel hangt af van het materiaal waaruit het mannelijk deel of het uitstekende deel (9b) vervaardigd is, indien dit een plastisch materiaal is (zoals bv plastische kunststoffen...) zodat deze bij de montage en demontage geen definitieve vervorming aftekent en niet beschadigd geraakt kan deze verbinding oneindig veel gemonteerd en gedemonteerd worden. Bij niet plastische materialen, die blijvend vervormen bij de montage en/of bij de demontage zal het monteren en demonteren slechts een beperkt aantal keren mogelijk zijn.to be pulled. This distance is equal to the height difference (delta) of the depressions (18 and 18') because they are at an angle (A1) to the plane (V2) of the 2% panel. Because this glue (17) is flexible or elastic and thus allows the male part (9b) to be moved slightly, albeit under a specific tension, certain parts are prevented from being damaged during assembly. After all, if no flexible or elastic elements are present in the connection, there will be a great build-up of tension on the connecting elements/coupling means, so that there is a great chance that a fracture, a crack or other deformations will occur. This in itself does not have to have consequences for the strength of the connection, but it can have an influence if you want to disassemble and reassemble the connection. Much depends on the material from which the male part or the protruding part (9b) is made, if this is a plastic material (such as plastic plastics...) so that it does not show any final deformation and is not damaged during assembly and disassembly this connection can be assembled and disassembled infinitely. In the case of non-plastic materials that permanently deform during assembly and/or disassembly, assembly and disassembly will only be possible a limited number of times.

Fig. 8g.: Deze figuur is een doorsnede(B-B) van een vrouwelijk element(4) zoals besproken in figuur 8a. Op de figuur zijn de groefvormende elementen (6 en 6°) duidelijk zichtbaar. Deze zijn in de lengterichting (R1) van de sleuf (11) aflopend tov het vlak (V2) van het 2% paneel (2). Het vlak (V3) van het vrouwelijk element (4) ligt onder het vlak (V2) van het 2% paneel (2).fig. 8g.: This figure is a section (B-B) of a female element (4) as discussed in figure 8a. The groove-forming elements (6 and 6°) are clearly visible in the figure. These are in the longitudinal direction (R1) of the slot (11) descending with respect to the plane (V2) of the 2% panel (2). The plane (V3) of the female element (4) lies below the plane (V2) of the 2% panel (2).

Fig. 8h.: Deze figuur toont de doorsnede (B-B) zoals besproken in figuur 8g, waarbij er een paneel (1) onder een hoek gemonteerd zit in het tweede paneel (2). Het eerste paneel (1) is tevens in doorsnede getekend en het koppelelement (3) is duidelijk zichtbaar. Dit koppelelement (3) is met z’n eerste deel (9a) volledig in de boring (7) gemonteerd, m.a.w. raakt het uiteinde van de boring (7) het uiteinde van het eerste deel (9a). De groefvormende middelen(6 en 6’) hebben zich in de mantel van het uitstekende deel (9b) van het koppelelement (3) gekerfd of geperst. Doordat de groefvormende middelen (6 en 6’) aflopend zijn t.o.v. het vlak (V2) ontstaat er tijdens de montage een grote kracht opbouw op het uitstekende deel (9b) enerzijds en op de groefvormende middelen (6 en 6’) anderzijds. Doordat de groefvormende middelen (6 en 6’) flexibel of elastisch vervaardigd zijn kunnen deze de krachtopbouw opvangen door zich naar boven te plooien of te vervormen. Hierdoor wordt er geen materiaal beschadigd en kan de verbinding oneindig veel gemonteerd alsook gedemonteerd worden. Ook is de montage gemakkelijker. Fig. 8i.: Toont een alternatief van de figuur 8h. Op deze figuur zijn niet de groefvormende middelen (6 en 6’) flexibel of elastisch, maar is het mannelijk deel(9) uitrekbaar. Dankzij een veerkrachtig systeem (19) kan het mannelijk deel (9) zich naar beneden bewegen of uitrekken. In gemonteerde toestand is het uitstekende deel (9b) een afstand (Delta) naar beneden getrokken. Deze afstand is gelijk aan het hoogteverschil van de inkervingen(18,18’) doordat deze onder een hoek (A1) staan t.o.v. het vlak (V2) van het 2% paneel, zoals tevens besproken in figuur 8f.fig. 8h.: This figure shows the section (B-B) as discussed in figure 8g, with one panel (1) mounted at an angle in the second panel (2). The first panel (1) is also drawn in cross-section and the coupling element (3) is clearly visible. This coupling element (3) is fully mounted with its first part (9a) in the bore (7), i.e. the end of the bore (7) touches the end of the first part (9a). The groove-forming means (6 and 6') have notched or pressed into the shell of the projecting part (9b) of the coupling element (3). Because the groove-forming means (6 and 6') are sloping with respect to the plane (V2), a large force builds up during assembly on the protruding part (9b) on the one hand and on the groove-forming means (6 and 6') on the other. Because the groove-forming means (6 and 6') are made flexible or elastic, they can absorb the force build-up by folding or deforming upwards. As a result, no material is damaged and the connection can be assembled and disassembled infinitely. Assembly is also easier. fig. 8i.: Shows an alternative of the figure 8h. In this figure the groove-forming means (6 and 6') are not flexible or elastic, but the male part (9) is extensible. A resilient system (19) allows the male part (9) to move downwards or stretch. When mounted, the protruding part (9b) is pulled down a distance (Delta). This distance is equal to the height difference of the notches (18,18') because they are at an angle (A1) to the plane (V2) of the 2% panel, as also discussed in figure 8f.

Dit veerkrachtig systeem (19) kan tevens uit het materiaal van het mannelijk deel (9b) zelf opgebouwd zijn en hoeft dus geen speciale uitvoering te zijn. Zo kan men gebruik maken van plastisch en/of elastisch materiaal om het mannelijk deel (9b) te vervaardigen zodat deze uitrekt indien er een zekere trekspanning ontstaat.This resilient system (19) can also be constructed from the material of the male part (9b) itself and therefore need not be a special design. For example, plastic and/or elastic material can be used to manufacture the male part (9b) so that it stretches when a certain tensile stress arises.

Het is wel te verstaan dat er nog meerdere veerkrachtige manieren of varianten bestaan om de spanningsopbouw op te vangen en dat de oplossingen die besproken zijn in dit document louter als voorbeeld gelden.It is understood that there are still several resilient ways or variants to deal with the tension build-up and that the solutions discussed in this document are merely examples.

Fig. 9a: Deze figuur is de doorsnede (B-B) van het een paneel (2) van figuur 4c. De groefvormende middelen (6 en 6’) zijn nagenoeg evenwijdig met het vlak (V2) van het 2% paneel (2). Er is een eerste paneel (1) die gemonteerd zit in het 2% paneel (2). Beide panelen (1 en 2) zijn in doorsnede getekend, waarbij het mannelijk deel (9b) alsook het vrouwelijk deel (4) duidelijk zichtbaar zijn. De bedoeling van deze tekening is dat we aantonen welke invloed de groefvormende middelen (6 en 6’) hebben op de montage en demontage van de panelen alsook op de sterkte van de verbinding. De groefvormende middelen (6 en 6’) op figuur 9a zijn rechthoekig van vorm, waardoor er in gemonteerde toestand een kracht (F) wordt uitgeoefend op de zijkant van het uitstekende deel (9b). Deze kracht is afhankelijk van de breedte van de weerhaken (d1, d2), de afstand (B2) tussen de mannelijke delen (6,6’), de doorsnede (D1) van het uitstekende deel (9b) en het materiaal waaruit het mannelijk deel (9b) vervaardigd is.fig. 9a: This figure is the section (B-B) of the panel (2) of figure 4c. The groove-forming means (6 and 6') are substantially parallel to the plane (V2) of the 2% panel (2). There is a first panel (1) mounted in the 2% panel (2). Both panels (1 and 2) are drawn in cross-section, with the male part (9b) and the female part (4) clearly visible. The purpose of this drawing is to show what influence the groove-forming means (6 and 6') have on the assembly and disassembly of the panels as well as on the strength of the connection. The groove-forming means (6 and 6') in figure 9a are rectangular in shape, so that when mounted a force (F) is exerted on the side of the protruding part (9b). This force depends on the width of the barbs (d1, d2), the distance (B2) between the male parts (6,6'), the diameter (D1) of the protruding part (9b) and the material from which the male part is made. part (9b) has been produced.

Ook is de overgang (20) van de insteekopening (5) naar de sleuf (11) van groot belang.The transition (20) from the insertion opening (5) to the slot (11) is also of great importance.

Dit wordt nog verder besproken in dit document.This is discussed further in this document.

Deze zijdelingse kracht (F) is belangrijk om weerstand te bieden dat de verbinding zich niet vanzelf lost.This lateral force (F) is important to resist that the connection does not loosen by itself.

Fig. 9b: Deze figuur is een variant op de figuur 9a.fig. 9b: This figure is a variant of figure 9a.

De groefvormende middelen (6 en 6’) zijn hier puntvormig.The groove-forming means (6 and 6') are point-shaped here.

Dit biedt het voordeel dat de montage eenvoudig zal verlopen aangezien er minder zijdelingse kracht (F) zal ontstaan op het uitstekende deel (9b) van het koppelelement (3 (mannelijk deel). Het nadeel is echter wel dat er dan in gemonteerde toestand ook geen of toch gevoelig minder spanning is tussen het mannelijk deel (9b) en het vrouwelijk deel (4), waardoor de verbinding zich eenvoudig laat demonteren, misschien wel uit elkaar zal vallen.This offers the advantage that assembly will be simple, since less lateral force (F) will be generated on the protruding part (9b) of the coupling element (3 (male part). The disadvantage, however, is that there is no or there is still sensitively less tension between the male part (9b) and the female part (4), as a result of which the connection can be easily dismantled, perhaps it will fall apart.

Dit kan echter opgelost worden door een extra weerhaak te voorzien, dit wordt nog verder in dit document besproken.However, this can be solved by providing an extra barb, which will be discussed later in this document.

Fig 9c: Deze figuur is een variant van figuren 9a en 9a.Fig 9c: This figure is a variant of Figures 9a and 9a.

De groefvormende middelen (6 en 6’) zijn een combinatie van een rechthoekige vorm en een puntvorm.The groove-forming means (6 and 6') are a combination of a rectangular shape and a point shape.

Dit brengt welbepaald voordelen met zich mee, nl. dat er een betere verbinding is doordat de puntvormige groefvormende middelen (6 en 6’) zich dieper in het uitstekende deel (9b) van het mannelijk deel (9b) kunnen persen of dringen, en anderzijds zal de verbinding zich ook niet snel lossen aangezien er door de rechthoekige vorm een zijdelingse druk op het mannelijke deel (9b) uitgeoefend wordt.This has specific advantages, namely that there is a better connection because the point-shaped groove-forming means (6 and 6') can press or penetrate deeper into the protruding part (9b) of the male part (9b), and on the other hand the connection will also not loosen quickly, since a lateral pressure is exerted on the male part (9b) due to the rectangular shape.

Het is wel te verstaan dat deze combinatie in verschillende groottes alsook afmetingen mogelijk zijn.It is understood that this combination is possible in different sizes and dimensions.

Fig 10a en 10b: Deze figuren tonen een vrouwelijk deel (4) en een verbinding van 2 panelen (1,2) in doorsnede getekend volgens de uitvinding.Fig 10a and 10b: These figures show a female part (4) and a connection of 2 panels (1,2) drawn in cross section according to the invention.

De overgang (20) van de insteekopening (5) naar de sleuf (11) is puntvormig.The transition (20) from the insertion opening (5) to the slot (11) is pointed.

Dit brengt echter met zich mee dat, om de montage mogelijk te maken, men een grote kracht zal moeten overwinnen.However, this entails that a great force will have to be overcome in order to make the assembly possible.

Ook zal de overgang er hoogstwaarschijnlijk voor zorgen dat de mantel van het uitstekende deel (9b) zal beschadigd raken doordat er materiaal van het uitstekende deel (9b) door de puntvormig overgang (20) zal weggedrukt worden. De zijdelingse kracht (F) die de groefvormende middelen (6 en 6’) op het uitstekende deel (9b) in gemonteerde toestand uitoefenen is daardoor ook gering.The transition will most likely also cause damage to the casing of the protruding part (9b) because material from the protruding part (9b) will be pushed away by the pointed transition (20). The lateral force (F) that the groove-forming means (6 and 6') exert on the protruding part (9b) in mounted condition is therefore also small.

Fig 10c en 10d: Deze figuren tonen een vrouwelijk deel (4) en een verbinding volgens de uitvinding en zijn varianten op de figuren 10a en 10b. De overgang (20) is nu niet puntvormig maar loopt geleidelijk van de insteekopening (5) naar de sleuf (11). Dit gebeurt onder een hoek (A3), die in een voorkeur dragende vorm zich onder de 30° bevindt. Hierdoor zal het materiaal van het uitstekende deel (9b) niet achteruit gedrukt worden, maar zal deze eerder samengedrukt worden waardoor de kracht die men moet overwinnen om te monteren geringer zal zijn en de demontage zal verhinderd worden doordat er een welbepaalde zijdelingse kracht is op het uitstekende deel (9b).Fig 10c and 10d: These figures show a female part (4) and a connection according to the invention and its variants of the figures 10a and 10b. The transition (20) is now not point-shaped, but gradually runs from the insertion opening (5) to the slot (11). This is done at an angle (A3), which in a preferred form is below 30°. As a result, the material of the protruding part (9b) will not be pressed backwards, but will rather be compressed, so that the force that must be overcome to assemble will be less and disassembly will be prevented because there is a specific lateral force on the projecting part (9b).

Fig 1la en 11b: Deze figuren tonen een montage van 2 panelen (1,2) volgens de uitvinding. Bij figuur 11a bevind en de uitstekende delen (9b) van het eerste paneel (1) zich in de insteekopeningen (5) van het vrouwelijk delen(4). In totaal zijn er 3 vrouwelijke delen (4) aanwezig, het weze echter duidelijk dat dit er ook meer of minder kunnen zijn. De vrouwelijk delen (4) zijn zo uitgevoerd dat de verschuiving in de lengterichting (R1) van de sleuf (11) of verplaatsing richting (R1) van alle 3 dezelfde is. Om de montage mogelijk te maken moet men het eerste paneel (1) naar rechts verschuiven t.o.v. het 2% paneel (2). Als deze verschuiving volledig uitgevoerd is, zullen de 2 panelen (1 en 2) verbonden zijn.Fig 1la and 11b: These figures show an assembly of 2 panels (1,2) according to the invention. In figure 11a the protruding parts (9b) of the first panel (1) are located in the insertion openings (5) of the female part (4). In total there are 3 female parts (4) present, but it should be clear that there can be more or less. The female parts (4) are designed in such a way that the displacement in the longitudinal direction (R1) of the slot (11) or displacement direction (R1) of all 3 is the same. To enable installation, the first panel (1) must be moved to the right in relation to the 2% panel (2). When this shift has been completed, the 2 panels (1 and 2) will be connected.

Fig llc en 11d: Deze figuren tonen een montage van 2 panelen (1,2) volgens de uitvinding en zijn varianten van figuren 1la en 11b. Bij figuur 11.c bevinden de uitstekende delen (9b) van het eerste paneel (1) zich in de insteekopeningen (5) van de vrouwelijke delen(4). In totaal zijn er 2 vrouwelijke delen (4) aanwezig, waarbij de lengterichting (RI) van de sleuf (11) van deze 2 vrouwelijke middelen (4) tegenoverstelt zijn. Om de verbinding mogelijk te maken moet men de 2 panelen (1,2) draaien in tegenwijzerzin t.o.v. elkaar. Eenmaal de draaibeweging ten einde is, is de verbinding gerealiseerd. Het weze duidelijk dat er ook een uitvoering mogelijk is waarvan de draaibeweging in wijzerzin moet gebeuren. Fig lle en 11f: Deze figuren tonen een montage van 2 panelen (1,2) volgens de uitvinding en zijn varianten van figuren llc en lld. Bij figuur 11e bevinden de uitstekende delen (9b) van het eerste paneel (1) zich in de insteekopeningen (5) van de vrouwelijke middelen (4). In totaal zijn er 2 vrouwelijke middelen (4) aanwezig, waarbij de lengterichting (R1) van de sleuf (11) van deze 2 vrouwelijke delen (4) tegenovergesteld zijn. Naast de 2 vrouwelijke delen (4) is er ook een deuvel (22) of stang (22) aanwezig. Deze extra deuvel of drevel kan voor extra stabiliteit zorgen van de verbinding. Om de verbinding mogelijk te maken moet men de 2 panelen (1,2) draaien in tegenwijzerzin t.o.v. elkaar. Eenmaal de draaibeweging ten einde is, is de verbinding gerealiseerd.Figs 11c and 11d: These figures show an assembly of 2 panels (1,2) according to the invention and are variants of figures 1la and 11b. In figure 11.c the protruding parts (9b) of the first panel (1) are located in the insertion openings (5) of the female parts (4). There are 2 female parts (4) in total, the longitudinal direction (RI) of the slot (11) of these 2 female means (4) being opposite. To make the connection possible, turn the 2 panels (1,2) counterclockwise to each other. Once the rotational movement has ended, the connection has been made. It should be clear that a version is also possible in which the rotational movement must take place in a clockwise direction. Figs 11e and 11f: These figures show an assembly of 2 panels (1,2) according to the invention and are variants of figures 11c and 11d. In figure 11e the protruding parts (9b) of the first panel (1) are located in the insertion openings (5) of the female means (4). There are 2 female means (4) in total, the longitudinal direction (R1) of the slot (11) of these 2 female parts (4) being opposite. In addition to the 2 female parts (4), there is also a dowel (22) or rod (22). This extra dowel or punch can provide extra stability for the connection. To make the connection possible, turn the 2 panels (1,2) counterclockwise to each other. Once the rotational movement has ended, the connection has been made.

Fig 11g en 11h: Deze figuren tonen een montage van 2 panelen (1,2) volgens de uitvinding en zijn varianten op voorgaande figuren. Bij figuur 11g bevinden de uitstekende delen (9b) van het eerste paneel (1) zich in de insteekopeningen (5) van het vrouwelijk deel (4). In totaal zijn er 2 vrouwelijk delen (4) aanwezig, waarbij de lengterichting (R1) van de sleuf (11) van deze 2 vrouwelijk delen (4) zich in dezelfde richting bevindt, nl naar boven. Om de verbinding mogelijk te maken moet men het eerste paneel (1) naar boven verschuiven t.o.v. het 2% paneel (2).Fig 11g and 11h: These figures show an assembly of 2 panels (1,2) according to the invention and its variants on previous figures. In figure 11g the protruding parts (9b) of the first panel (1) are located in the insertion openings (5) of the female part (4). There are 2 female parts (4) in total, whereby the longitudinal direction (R1) of the slot (11) of these 2 female parts (4) is in the same direction, namely upwards. To make the connection possible, the first panel (1) must be moved upwards in relation to the 2% panel (2).

Fig 1li en 11j: Deze figuren tonen een montage van 2 panelen (1,2) volgens de uitvinding en zijn varianten op voorgaande figuren. Bij figuur 11i bevinden de vrouwelijke delen (4) van het eerste paneel (1) zich in de insteek openingen (5) van het vrouwelijk deel (4). In totaal zijn er 2 vrouwelijk delen (4) aanwezig, waarbij de lengterichting (R1) van de sleuf(11) van deze 2 vrouwelijke delen (4) zich in dezelfde richting bevindt, nl naar beneden. Om de verbinding mogelijk te maken moet men het eerste paneel (1) naar beneden verschuiven t.o.v. het 2% paneel(2).Fig 1li and 11j: These figures show an assembly of 2 panels (1,2) according to the invention and its variants on previous figures. In figure 11i the female parts (4) of the first panel (1) are located in the insertion openings (5) of the female part (4). There are 2 female parts (4) in total, whereby the longitudinal direction (R1) of the slot (11) of these 2 female parts (4) is in the same direction, namely downwards. To make the connection possible, the first panel (1) must be moved downwards in relation to the 2% panel (2).

Fig 11k en 111: Deze figuren tonen een montage van 2 panelen (1,2) volgens de uitvinding en zijn varianten op voorgaande figuren.Figs 11k and 111: These figures show an assembly of 2 panels (1,2) according to the invention and its variants on previous figures.

Bij figuur 11k bevinden de vrouwelijke delen (4) van het eerste paneel (1) zich in de insteekopeningen (5) van het vrouwelijk deel (4). In totaal zijn er 2 vrouwelijk delen (4) aanwezig, waarbij de lengterichting (R1) van de sleuf (11) deze 2 vrouwelijk delen (4) of de verplaatsing richting (RI) zich in dezelfde richting bevindt, nl schuin naar boven.In figure 11k the female parts (4) of the first panel (1) are located in the insertion openings (5) of the female part (4). There are 2 female parts (4) in total, whereby the longitudinal direction (R1) of the slot (11) these 2 female parts (4) or the displacement direction (RI) is in the same direction, namely obliquely upwards.

Om de verbinding mogelijk te maken moet men het eerste paneel (1) schuin naar boven verschuiven tov het 2% paneel (2). Het weze duidelijk dat nog andere schuifbewegingen mogelijk zijn dan boven beschreven mogelijkheden waarop de uitvinding van toepassing is.To make the connection possible, the first panel (1) must be moved diagonally upwards in relation to the 2% panel (2). It will be clear that other sliding movements are possible than those described above to which the invention applies.

Fig.12a en Fig. 12b: Deze figuren tonen een verbinding van 2 panelen (1,2) volgens de uitvinding.Fig.12a and Figs. 12b: These figures show a connection of 2 panels (1,2) according to the invention.

De boring (40) is groot gemaakt zodat in gemonteerde toestand er nog een deeltje van de boring (40) zichtbaar is.The bore (40) has been enlarged so that a part of the bore (40) is still visible when mounted.

Om het loskomen van de verbinding tegen te houden kan men een aanslag blokje of stukje (21) in de nog zichtbare deel van de boring (40) monteren.To prevent the connection from loosening, a stop block or piece (21) can be mounted in the still visible part of the bore (40).

Dit houdt dan een demontage van het 2% paneel (2) tegen.This then prevents disassembly of the 2% panel (2).

Fig.13a: Deze figuur is een bovenaanzicht van een vrouwelijk deel (4) volgens de uitvinding.Fig.13a: This figure is a top view of a female part (4) according to the invention.

Anders dan de eerder besproken vrouwelijke delen (4) is dat dit vrouwelijk deel (4) aan één zijkant van de kamer (12), onder de weerhaak (6) voorzien is van een klemelement (31). Dit klemelement (31) doet dienst als weerstand om het uitstekende deel (9b) in gemonteerde toestand op z’n plaats te houden.Unlike the female parts (4) discussed earlier, this female part (4) is provided with a clamping element (31) on one side of the chamber (12), below the barb (6). This clamping element (31) acts as a resistance to hold the protruding part (9b) in place when mounted.

Dit klemelement (31) voorkomt m.a.w. dus het loskomen van de verbinding.In other words, this clamping element (31) prevents the connection from coming loose.

De breedte (B4) tussen het klemelement (31) en de overzijde van de kamer (12) is B4, en kan kleiner, gelijk aan of iets groter zijn dan de diameter(D1) van het uitstekende deel (9b) van dit koppelelement (3). Dit klemelement (31) kan uit hetzelfde materiaal als het vrouwelijk deel (4) vervaardigd zijn of kan uit een ander materiaal vervaardigd zijn die dan met het vrouwelijk deel (4) verbonden is.The width (B4) between the clamping element (31) and the opposite side of the chamber (12) is B4, and can be smaller, equal to or slightly larger than the diameter (D1) of the protruding part (9b) of this coupling element ( 3). This clamping element (31) can be made of the same material as the female part (4) or can be made of another material, which is then connected to the female part (4).

Indien men het klemelement (31) uit een ander materiaal vervaardigd is, kan dit bepaalde voordelen met zich meebrengen.If the clamping element (31) is made of a different material, this can entail certain advantages.

Zo kan men het elastisch maken zodat het overbruggen van de kracht bij de montage gemakkelijker wordt.In this way it can be made elastic so that bridging the force during assembly becomes easier.

Fig.13b: Deze figuur is een doorsnede van een zijaanzicht van het vrouwelijk deel (4) zoals besproken in figuur 11.4, gemonteerd in een boring (40) van een paneel (2). Op deze doorsnede is duidelijk het klemelement (31) te zien, en deze bevindt zich onder de groefvormende middelen (6). Fig.13c: Deze figuur is een bovenaanzicht van een vrouwelijk deel (4) volgens figuurFig.13b: This figure is a sectional side view of the female part (4) as discussed in figure 11.4 mounted in a bore (40) of a panel (2). The clamping element (31) can clearly be seen in this cross-section and is located below the groove-forming means (6). Fig.13c: This figure is a top view of a female part (4) according to figure

11.4, gemonteerd in een boring (40) van een paneel (2). Op de figuur is een doorsnede van een uitstekende deel (9b) te zien, die zich in de insteek opening (5) van het sleufvormig element (4) bevindt. Om de verbinding mogelijk te maken dient men het uitstekende deel (9b) in de lengterichting R1 van de sleuf (11) te verschuiven. Doordat er aan de wand van de kamer (12) een klemelement (31) voorzien is dient men deze eerst te overbruggen om de verbinding te kunnen maken. Het beste is dat de hoek van het klemelement (31) waar men het uitstekende deel (9b) moet invoegen, zo scherp mogelijk is zodat het overbruggen van het klemelement (31) zo weinig mogelijk kracht vergt. Aan de andere zijde mag de hoek stomper zijn, aangezien deze kant het mannelijke deel (3) moet tegenhouden in gemonteerde toestand. Fig.13d: Deze figuur is een bovenaanzicht van een vrouwelijk deel (4) volgens figuur11.4, mounted in a bore (40) of a panel (2). The figure shows a cross-section of a protruding part (9b), which is located in the insertion opening (5) of the slot-shaped element (4). To make the connection possible, the protruding part (9b) must be moved in the longitudinal direction R1 of the slot (11). Because a clamping element (31) is provided on the wall of the chamber (12), this must first be bridged in order to be able to make the connection. It is best that the corner of the clamping element (31) where one has to insert the protruding part (9b) is as sharp as possible so that bridging the clamping element (31) requires as little force as possible. On the other side, the angle may be more obtuse, as this side must restrain the male part (3) when mounted. Fig.13d: This figure is a top view of a female part (4) according to figure

11.4, gemonteerd in een boring (40) van een paneel (2). Het uitstekende deel (9b) van het mannelijk deel (9b) is volledig in gemonteerde toestand en bevindt zich achter het klemelement (31). Dit klemelement (31) houdt het uitstekende deel (9b) van het koppelelement (3)_op z’n plaats. Demonteren is nog mogelijk, maar vergt de nodige kracht om het klemelement (31) te overbruggen.11.4, mounted in a bore (40) of a panel (2). The protruding part (9b) of the male part (9b) is fully assembled and is located behind the clamping element (31). This clamping element (31) holds the protruding part (9b) of the coupling element (3) in place. Disassembly is still possible, but requires the necessary force to bridge the clamping element (31).

Fig 14a: Deze figuur geeft de montage van een 3 zijdige lademantel weer die bestaat uit een middenstuk (25) en 2 zijstukken (1) die d.m.v. een bekledingslaag (27) aan elkaar hangen ter hoogte van de V-vormige uitsparingen(24). Ter hoogte van deze V- vormige uitsparingen (24) kunnen we de delen (1,1,25) t.o.v. elkaar roteren waardoor we de lade kunnen vormen. In de V-vormige uitsparing(25) kan er lijm of kleefstof gebruikt worden voor de stevigheid van de verbinding tussen het middenstuk (25) en de zijstukken(1). De bekledingslaag (27) kan een decoratief kunststof zijn, maar ook een papier of fineer... . De folding lade is voorzien van een groef (21) voor de bodemplaat (26). Aan het uiteinde van de zijstukken (1) hangen er deuvels (3), die de functie als koppelelement (3) op zich nemen.Fig 14a: This figure shows the assembly of a 3 sided drawer shell consisting of a middle piece (25) and 2 side pieces (1) which are connected by means of hang a covering layer (27) together at the level of the V-shaped recesses (24). At the height of these V-shaped recesses (24) we can rotate the parts (1,1,25) relative to each other so that we can form the drawer. Glue or adhesive can be used in the V-shaped recess (25) for the firmness of the connection between the center piece (25) and the side pieces (1). The coating layer (27) can be a decorative plastic, but also a paper or veneer... . The folding drawer is provided with a groove (21) for the bottom plate (26). Dowels (3) hang from the end of the side pieces (1), which act as a coupling element (3).

Deze deuvels kunnen van hout zijn (bvb beuk), maar kunnen ook van kunststof zijn en zijn in een boring (7) in het zijstuk(1) gemonteerd d.m.v een lijmverbinding(17). Fig 14b: Deze figuur stelt een front (2) voor van een lade.These dowels can be made of wood (e.g. beech), but can also be made of plastic and are mounted in a hole (7) in the side piece (1) by means of an adhesive connection (17). Fig 14b: This figure represents a front (2) of a drawer.

Het front is voorzien van 4 vrouwelijk delen(4) volgens de uitvinding.The front is provided with 4 female parts (4) according to the invention.

Tevens is er een bodemgroef (21) aanwezig om de bodem in op te nemen.There is also a bottom groove (21) for receiving the bottom.

De lengterichting (R1) van de sleuf(11) van het vrouwelijk deel (4) is naar het midden van het front (2) gericht, dit wil zeggen dat, om de montage mogelijk te maken men de zijstukken (1) zal moeten bewegen van buiten naar binnen.The longitudinal direction (R1) of the slot (11) of the female part (4) is directed towards the center of the front (2), i.e. to enable the assembly one will have to move the side pieces (1) from the outside in.

Dit is OK, aangezien onze bewegingsmogelijkheden beperkt zijn doordat de bodem aanwezig is alsook dat het meer dan 90° buigen van de zijstukken (1) t.o.v. het tussenstuk (25) niet mogelijk is, door de V-vormige uitsparing(24). Fig 14c: Deze figuur stelt alle onderdelen voor om een lade te maken, d.m.v een 3 zijdige folding lademantel.This is OK, since our movement options are limited due to the presence of the bottom and that bending the side pieces (1) more than 90° relative to the intermediate piece (25) is not possible due to the V-shaped recess (24). Fig 14c: This figure represents all parts to make a drawer, by means of a 3-sided folding drawer shell.

De lademantel is zoals besproken in figuur 14.4. De bodemplaat (26) past in de bodemgroef (21) van de lademantel alsook in deze van het front (2). Het front (2) is zoals deze besproken in figuur 12.b.The drawer shell is as discussed in Figure 14-4. The bottom plate (26) fits in the bottom groove (21) of the drawer shell as well as in that of the front (2). The front (2) is as discussed in figure 12.b.

Fig 14d en 14e: De montage van de lade is begonnen en alle onderdelen zijn reeds in elkaar gestoken.Fig 14d and 14e: Assembly of the drawer has started and all parts are already assembled.

Zo zit de bodemplaat (26) in de bodemgroeven (21), en bevinden zich de uitstekende delen (9b) van de lademantel zich in de insteek opening (5) van de vrouwelijke delen (4). Om de verbinding nu mogelijk te maken moet men de zijstukken (1) en/of de mannelijke delen (3) naar het midden van het front (2) toe bewegen of verschuiven.For example, the bottom plate (26) sits in the bottom grooves (21), and the protruding parts (9b) of the drawer shell are located in the insertion opening (5) of the female parts (4). In order to make the connection possible, the side pieces (1) and/or the male parts (3) must be moved or moved towards the center of the front (2).

Figuur 14.e toont de lade in gemonteerde toestand.Figure 14.e shows the drawer in assembled condition.

Het weze duidelijk dat deze montage met alle andere besproken varianten uit dit document of met andere gekende technieken kan gecombineerd worden.It should be clear that this mounting can be combined with all other variants discussed in this document or with other known techniques.

Zo kan men ook de lengterichting (R1) van de sleuf (11) om de zijstukken (1) met het front (2) te koppelen wijzigen naar een draaibeweging zoals reeds in dit document beschreven. Of kan men het terug uiteenschuiven van de koppeling verhinderen door gebruik te maken van een aanslagblokje (22) zoals besproken in figuren 10.a en 10.b.In this way, the longitudinal direction (R1) of the slot (11) for connecting the side pieces (1) with the front (2) can also be changed to a rotational movement as already described in this document. Or can the coupling be prevented from sliding back apart by using a stop block (22) as discussed in figures 10.a and 10.b.

Fig 15a,b,c.d,e: Deze tekeningen geeft een voorbeeld weer hoe men met een verbinder zoals de uitvinding in staat is om 4 zijden of 4 panelen met elkaar onder een hoek A te verbinden zodat men een box of doos bekomt. Fig. 15a geeft een bodem (2) weer waarin enkele vrouwelijke delen (4) voorzien zijn in het vlak V2. Naast dit bodempaneel (2) zijn er tevens 2 zijpanelen (1,1°) aanwezig die zowel aan de onderzijde alsook aan de bovenzijde voorzien zijn van mannelijke delen. Om de montage aan te vangen plaatst men de uitstekende delen (9b) van de zijpanelen (1,1°) in de vrouwelijke delen (4) van het bodempaneel(2). Vervolgens verschuift men, zoals in figuur 15b aangegeven, de zijpanelen (1,1’) in de lengterichting (R1) van de sleuf(11) waardoor er een verbinding ontstaat tussen de zijpanelen(1,1’) en het bodempaneel (2), en dit in de richting dwars op de lengterichting( R1) van de sleuf (11) (zie figuur 3c). Vervolgens plaatst men een bovenpaneel (2’) op de uitstekende delen (9b) van de zijpanelen (1,1°). Om de montage te vervolledigen dient dit bodempaneel(2’) nu verschoven te worden in de lengterichting (R 1’) van de sleuf (11) waardoor er een verbinding ontstaat tussen het bovenpaneel (2’) en de zijstukken (1,1’). Het weze duidelijk dat er ook nog andere manieren bestaan om een dergelijke box te monteren. Zo kan de schuifrichting (R1, R1’) anders zijn of kunnen de koppeldelen(3 en 4) gebruikt worden in combinatie met andere gekende meubel verbinders of verbindingstechnieken. Tevens kan deze box nog voorzien zijn van een 5% plaat, die dan in een groef (21) gemonteerd zit, dit hindert in geen geval de montage zoals hierboven beschreven. Ook weze het duidelijk dat deze koppeldelen (3 en 4) ook nog voor andere meubel constructies of bouwconstructies kunnen ingezet worden, denk maar aan tafelpoten, wandpanelen, plafondpanelen, lijsten, verbinding van vloerplinten aan de muur, vloerplinten, bedverbinders, … Fig. 16a en fig. 16b Deze figuur toont het bovenaanzicht en doorsnede A-A van een vrouwelijk deel (4) volgens de uitvinding, die gemonteerd zit in een paneel (2). Dit vrouwelijk deel (4) is anders dan de eerder besproken vrouwelijk delen (4) doordat dit vrouwelijk deel (4) een extra aanslag (50) heeft. Deze extra aanslag (50) heeft als nut dat men het eerste paneel (1) in het 2% paneel(2) zou kunnen monteren d.m.v. een wentelbeweging(R2).Fig 15a,b,c.d,e: These drawings show an example of how with a connector such as the invention it is possible to connect 4 sides or 4 panels with each other at an angle A so that one obtains a box or box. fig. 15a shows a bottom (2) in which some female parts (4) are provided in the plane V2. In addition to this bottom panel (2), there are also 2 side panels (1.1°) that are provided with male parts at both the bottom and the top. To start the assembly, place the protruding parts (9b) of the side panels (1.1°) in the female parts (4) of the bottom panel (2). Then, as shown in figure 15b, the side panels (1,1') are moved in the longitudinal direction (R1) of the slot (11), creating a connection between the side panels (1,1') and the bottom panel (2) , and this in the direction transverse to the longitudinal direction (R1) of the slot (11) (see figure 3c). Then a top panel (2') is placed on the protruding parts (9b) of the side panels (1.1°). To complete the assembly, this bottom panel (2') must now be moved in the longitudinal direction (R 1') of the slot (11), creating a connection between the top panel (2') and the side pieces (1,1' ). It should be clear that there are also other ways to mount such a box. For example, the sliding direction (R1, R1') can be different or the connecting parts (3 and 4) can be used in combination with other known furniture connectors or connecting techniques. This box can also be provided with a 5% plate, which is then mounted in a groove (21), which in no way hinders the mounting as described above. It should also be clear that these connecting parts (3 and 4) can also be used for other furniture constructions or building constructions, just think of table legs, wall panels, ceiling panels, frames, connection of floor skirting boards to the wall, floor skirting boards, bed connectors, … Fig. 16a and fig. 16b This figure shows the top view and section A-A of a female part (4) according to the invention, which is mounted in a panel (2). This female part (4) differs from the previously discussed female parts (4) in that this female part (4) has an extra stop (50). This extra stop (50) has the advantage that one could mount the first panel (1) in the 2% panel (2) by means of a screw. a rotational movement (R2).

Fig. 16€ en fig 16d: Deze figuren tonen een alternatieve versie van het koppelelement (3). Dit koppelelement (3) is verschillend doordat de aslijnen (AL1 en AL2) van enerzijds het eerste deel (9a) die in de boring (7) in het eerste paneel (1) gemonteerd zit en van het uitstekende deel (9b) anderzijds dit zich uit het paneel (1) bevindt niet dezelfde zijn, maar een afstand (L5) t.o.v. elkaar verschoven zijn. De reden daarvoor is dat men op deze manier ervoor kan zorgen dat het uitstekende deel (9b) meer tot bij het zijvak (VS) van het eerste paneel (1) kan gemonteerd worden. Dit is noodzakelijk indien men wil een verbinding krijgen die door een wentelbeweging (RS) gemonteerd kan worden en waarbij het vlak (V1) en het vlak (V2) in gemonteerde toestand tegen elkaar aansluiten. De meest ideale uitvoering is dat de zijkant van het uitstekende deel (9b) in het vlak (V5) ligt, dan verkrijgt men een goede aansluiting van de vlakken (V1 en V2) in gemonteerde toestand. Laat ons duidelijk zijn dat ook andere posities van het uitstekende deel (9b) tot een goede verbinding kunnen leiden. Het eerste deel (92) is voorzien van weerhaken (50) om deze te verankeren in de boring (7) van het eerste paneel (1). Dit zou echter ook een schroefdaad kunnen zijn, of een lijmverbinding. Fig. 16e en fig 16f: Deze figuren tonen een montage van het eerste paneel (1) en het 2% paneel (2) volgens de uitvinding d.m.v een wentelbeweging (R2). Het uitstekende deel (9b) van het eerste paneel (1) is onder een hoek (A3) in de insteek opening (5) van het vrouwelijke deel (4) in het 2% paneel gebracht. Dit uitstekende deel (9b) die zich uit de boring bevindt 1s met z’n zijkant quasi volledig tot tegen het zijvlak (V5) van het eerste paneel (1) gemonteerd. Hierdoor kan men een verbinding creëren waarbij beide vlakken (V1 en V2) tegen elkaar aandrukken. Om de montage te kunnen uitvoeren moet het eerste paneel (1) in de richting (R2) gewenteld worden t.o.v. het 2% paneel (2). Bij het uitvoeren van deze wentelbeweging (R2) wordt er een hefboom uitgeoefend aangezien het mannelijk deel (9b) tijdens het wentelen (R2) tegen de aanslag (60) drukt waardoor het uitstekende deel (9b) in de sleuf (11) van het vrouwelijk deel(4) gedwongen of gedrukt wordt en er een montage tussen deze 2 panelen (1,2) ontstaat.fig. 16€ and fig 16d: These figures show an alternative version of the coupling element (3). This coupling element (3) differs in that the axes (AL1 and AL2) of the first part (9a) mounted in the bore (7) in the first panel (1) on the one hand and of the projecting part (9b) on the other hand, are located from the panel (1) are not the same, but are offset by a distance (L5) from each other. The reason for this is that in this way it is possible to ensure that the protruding part (9b) can be mounted closer to the side pocket (VS) of the first panel (1). This is necessary if you want to get a connection that can be mounted by means of a rotational movement (RS) and where the surface (V1) and the surface (V2) abut against each other in the mounted position. The most ideal embodiment is that the side of the protruding part (9b) lies in the plane (V5), then a good connection of the planes (V1 and V2) is obtained in mounted condition. Let us be clear that other positions of the protruding part (9b) can also lead to a good connection. The first part (92) is provided with barbs (50) to anchor it in the bore (7) of the first panel (1). However, this could also be a screw thread or an adhesive connection. fig. 16e and fig 16f: These figures show an assembly of the first panel (1) and the 2% panel (2) according to the invention by means of a rotational movement (R2). The protruding part (9b) of the first panel (1) is inserted at an angle (A3) into the insertion opening (5) of the female part (4) in the 2% panel. This protruding part (9b), which is located out of the bore, is mounted with its side almost completely against the side surface (V5) of the first panel (1). This makes it possible to create a connection where both surfaces (V1 and V2) press against each other. To be able to carry out the assembly, the first panel (1) must be rotated in the direction (R2) relative to the 2% panel (2). When performing this turning movement (R2), a lever is exerted since the male part (9b) presses against the stop (60) during the turning (R2) so that the protruding part (9b) enters the slot (11) of the female part (4) is forced or pressed and an assembly is created between these 2 panels (1,2).

Fig, 16g: Deze figuur is een alternatief op het koppelelement (3) voorgesteld in figuur 16c en 16d. De afstand (LS) waarmee het uitstekende deel (9b) die zich uit de boring bevindt verschoven is tov het eerste deel (9a) die zich in de boring (7) bevindt is groter dan deze van figuur 16c en 16d, waardoor het uitstekende deel (9b) van het mannelijk deel(3) nu met z’n zijkant volledig tot tegen het zijvlak (V5) grenst. Het weze duidelijk dat dit uitstekende deel (9b) met z’n zijkant ook voorbij het zijvlak (VS) kan gemonteerd zijn. Dit kan bepaalde technische voordelen met zich meebrengen. Fig. 17a en Fig 17b: Is een vooraanzicht en resp. bovenaanzicht van een variant van het vrouwelijk deel (4) volgens de uitvinding. De buitenzijde van het vrouwelijk deel (4)1s nu niet voorzien van een schroefdraad (15) maar van weerhaken (157). Deze zijn ook niet continu aangebracht, maar slechts een de 2 buitenzijden ter hoogte van de zijkanten van de sleuf (11). Afstand tussen de groefvormende middelen (6en 6’) is B2, en de totale breedte van de sleuf (11) is B3. Deze breedte (B3) is kleiner dan de diameter(D1) van het uitstekende deel (9b) van het mannelijke deel (3).Fig, 16g: This figure is an alternative to the coupling element (3) shown in Figs. 16c and 16d. The distance (LS) by which the protruding part (9b) located out of the bore has shifted relative to the first part (9a) located in the bore (7) is greater than that of Figures 16c and 16d, so that the protruding part (9b) of the male part (3) now adjoins with its side completely against the side surface (V5). It should be clear that this protruding part (9b) can also be mounted with its side beyond the side surface (VS). This can entail certain technical advantages. fig. 17a and Fig 17b: Is a front view and a view respectively. top view of a variant of the female part (4) according to the invention. The outside of the female part (4) is now not provided with a screw thread (15) but with barbs (157). These are also not fitted continuously, but only on one of the 2 outer sides at the height of the sides of the slot (11). Distance between the groove forming means (6 and 6') is B2, and the total width of the slot (11) is B3. This width (B3) is smaller than the diameter (D1) of the projecting part (9b) of the male part (3).

Fig. 17c en Fig. 17d: Deze figuur toont het vrouwelijk deel (4) zoals besproken in figuren 17a en 17b, geplaatst in een boring (40) in het paneel (2). De diameter van de boring (40) is quasi gelijk aan de buitendiameter van de weerhaken (15°), hierdoor past of spant het vrouwelijk deel (4) in de boring (40) van het paneel (2). De weerhaken (15°) zijn ook zodanig ontworpen dat het inbrengen van het vrouwelijke deel (4) vlot verloopt, zonder werktuigen. Fig. 17e: zelfde figuur als figuur 17d, maar dan met het uitstekende deel (9b) in de insteekopening (5). De diameter (D1) van het uitstekende deel (9b) is groter dan de totale breedte (B3) van de sleuf (11). Hierdoor zal het uitstekende deel (9b) druk uitoefenen op de wanden van de sleuf (11) bij het monteren, waardoor de weerhaken (15°) zich in de wand van de boring (40) zullen haken.fig. 17c and Figs. Fig. 17d: This figure shows the female part (4) as discussed in Figs. 17a and 17b, placed in a bore (40) in the panel (2). The diameter of the bore (40) is almost equal to the outer diameter of the barbs (15°), so that the female part (4) fits or tightens in the bore (40) of the panel (2). The barbs (15°) are also designed in such a way that the insertion of the female part (4) is smooth, without tools. fig. 17e: same figure as figure 17d, but with the protruding part (9b) in the insertion opening (5). The diameter (D1) of the protruding part (9b) is greater than the total width (B3) of the slot (11). As a result, the projection (9b) will exert pressure on the walls of the slot (11) during mounting, causing the barbs (15°) to hook into the wall of the bore (40).

Fig. 17f en Fig. 17g: Deze figuren bespreken de figuren 17f en 17g, maar dan in gemonteerde toestand.fig. 17f and FIG. 17g: These figures discuss figures 17f and 17g, but in assembled condition.

Het uitstekende deel (9b) is volledig tot op het einde gedrukt, hierdoor oefent het uitstekende deel (9b) een drukkracht uit op de zijden van de sleuf (11) en duwt de zijkanten van het vrouwelijk deel (4) naar buiten waardoor de weerhaken (15°) in de wand van de boring (40) verankeren.The protruding part (9b) is completely pushed to the end, this causes the protruding part (9b) to exert a pressing force on the sides of the slot (11) and pushes the sides of the female part (4) outwards, exposing the barbs (15°) in the wall of the hole (40).

Doordat de groefvormende middelen (6,67) zich ook in de wand van het uitstekende deel (9b) hebben geperst/gekerfd verkrijgen we een goede verbinding tussen het eerste paneel (1) en het 2% paneel (2). Deze boven beschreven uitvoeringsvorm laat het toe om het geheel toolless en bijgevolg snel te kunnen monteren.Because the groove-forming means (6,67) have also pressed/notched themselves into the wall of the protruding part (9b), we obtain a good connection between the first panel (1) and the 2% panel (2). This embodiment described above makes it possible to assemble the whole toolless and therefore quickly.

Claims

CONCLUSIONS

Furniture assembly, wherein this furniture assembly comprises at least a first furniture part (1) and a second furniture part (2), which furniture parts are panel-shaped elements (1,2) and are coupled to each other at an angle (A) by means of mechanical coupling means ( 100), wherein said coupling means at least consist of a male part (9b) provided on and/or in the first piece of furniture (1) and a cooperating female part (4) provided on and/or in the second piece of furniture (2), wherein said female part (4) comprises an elongated slot (11) with an insertion opening (5) for insertion of said male part (9b), wherein, when coupling the first furniture part (1) and the second furniture part ( 2), the male part (9b) is brought from an insertion position in said insertion opening to an end position in said female part (4) by moving the male part (9b) and the female part (4) past each other in the longitudinal direction ( R1) of the gen referred to as slot (11), in which the furniture parts (1, 2) are mounted together in the final position, characterized in that groove-forming means (6, 6) are arranged in the slot (11), which are provided to form a groove (18, 18') to be arranged in the male part (9b) during the movement of the male part (9b) from the insertion position to the final position, and wherein the groove-forming means (6,6) are furthermore provided for inserting the male part in the final position (9b) in a direction transverse to the direction of movement (R1).

Furniture assembly according to claim 1, characterized in that the coupling means comprise a coupling element (3) which is built up from a first part (9a) which, in use, is mounted in a bore (7) in the first furniture part (1) and from a second part (9b) which in use protrudes from the first furniture part (1), the second part (9b) of the coupling element (3) forming the male part (9b) of said coupling means.

Furniture assembly according to claim 1 or 2, characterized in that said slot (11) has a tapering at least partly from the insertion position to the end position.

A furniture assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the groove-forming means (6) extend in the longitudinal direction of the slot (11).

A furniture assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the groove-forming means (6) extend on both sides of the slot (11).

Furniture assembly according to one of the preceding claims, characterized in that there are several groove-forming means (6, 6') per side of the slot (11).

Furniture assembly according to one of the preceding claims, characterized in that the groove-forming means (6,6°) are point-shaped.

Furniture assembly according to any one of the preceding claims, characterized in that the groove-forming means (6,6') move in the direction of displacement (V2) with respect to the plane (V2) of the second furniture panel (2) in which the female part (4) is mounted. R1) are sloping at an angle (A1).

Furniture assembly according to claim 8, characterized in that the angle (A1) with which the groove-forming means (6,6') are tapered is situated between 0 and 10°.

Furniture assembly according to one of the preceding claims, characterized in that in addition to the groove-forming means (6, 6') the slot (11) also contains one or more clamping element(s) (31) which prevent the dismantling or loosening of prevent the connection in the direction opposite to the aforementioned direction of movement (R1).

Furniture assembly according to one of the preceding claims, characterized in that the female part (4) is designed as an insert element that can be placed in a bore (40) of the second furniture part (2).

Furniture assembly according to one of the preceding claims, characterized in that the female part (4) is at least partly provided with a screw thread (15) on the outside.

Furniture assembly according to claims 1 to 11, characterized in that the female part (4) is at least partly provided with barbs (15°) on the outside.

Furniture assembly according to claim 13, characterized in that said barbs (157) penetrate the wall of the bore (40) when the assembly is performed.

Furniture assembly according to one of the preceding claims, characterized in that the surfaces (V1) and (V2) in or on which the male part (9b) and resp. the female part (4) must be in contact with each other when mounted.

Furniture assembly according to any of the preceding claims, characterized in that two or more coupling means (100) are present per connection between the 2 panels (1,2).

Furniture assembly according to any of the preceding claims, characterized in that for each connection between the 2 panels (1,2) other positioning bodies (22) or connecting means are present in addition to the coupling means (100).

Furniture assembly according to any of the preceding claims, characterized in that the assembly of the connection of the 2 panels (1,2) can be carried out by rotating (R2) the 2 panels (1,2) relative to each other, sliding them or turn/rotate.

Furniture assembly according to any of the preceding claims, characterized in that in order to enable the mounting of the 2 panels (1,2) by means of a rotational movement (R2) of the 2 panels relative to each other, in the female part (4) an additional stop (50) is provided.

Furniture assembly according to any of the preceding claims, characterized in that the axes (AL1 and AL2) of the first part (9a) and resp. the protruding part (9b) of the coupling element (3) lie in line with each other.

Furniture assembly according to claims 1 to 19, characterized in that the axes (A11 and AL2) of the first part (9a) and resp. the protruding part (9b) of the coupling element (3) are parallel to each other but are offset by a distance (LS) from each other.

Furniture assembly according to any of the preceding claims, characterized in that the female part (4) is made of or in the same material as the furniture panel (2) in which it is mounted.

Furniture assembly according to claims 1 to 21, characterized in that the female part (4) is manufactured from a different material than the material in or on which it is mounted.

Furniture assembly according to claim 23, characterized in that the female part (4) is manufactured from a metal, an aluminum alloy, zamak, plastic or a composite.

Furniture assembly according to any of the preceding claims, characterized in that the male part (9b) is made of a wood, a metal, a composite or a plastic.

Furniture assembly according to one of the preceding claims, characterized in that the first part (9a) of the coupling element (3) is anchored in the bore (7) in the first furniture panel (1) by means of an adhesive connection.