BE1029207A1 - A feed pellet for ruminants - Google Patents

A feed pellet for ruminants Download PDF

Info

Publication number
BE1029207A1
BE1029207A1 BE20225235A BE202205235A BE1029207A1 BE 1029207 A1 BE1029207 A1 BE 1029207A1 BE 20225235 A BE20225235 A BE 20225235A BE 202205235 A BE202205235 A BE 202205235A BE 1029207 A1 BE1029207 A1 BE 1029207A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
feed
feed pellet
pellet
fat
measured according
Prior art date
Application number
BE20225235A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1029207B1 (en
Inventor
Hees Josephus Johannes Antonius Van
Roelof Eduard Weurding
Original Assignee
Agrifirm Group B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Agrifirm Group B V filed Critical Agrifirm Group B V
Publication of BE1029207A1 publication Critical patent/BE1029207A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1029207B1 publication Critical patent/BE1029207B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K40/00Shaping or working-up of animal feeding-stuffs
    • A23K40/25Shaping or working-up of animal feeding-stuffs by extrusion
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K10/00Animal feeding-stuffs
    • A23K10/30Animal feeding-stuffs from material of plant origin, e.g. roots, seeds or hay; from material of fungal origin, e.g. mushrooms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K10/00Animal feeding-stuffs
    • A23K10/30Animal feeding-stuffs from material of plant origin, e.g. roots, seeds or hay; from material of fungal origin, e.g. mushrooms
    • A23K10/33Animal feeding-stuffs from material of plant origin, e.g. roots, seeds or hay; from material of fungal origin, e.g. mushrooms from molasses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K10/00Animal feeding-stuffs
    • A23K10/30Animal feeding-stuffs from material of plant origin, e.g. roots, seeds or hay; from material of fungal origin, e.g. mushrooms
    • A23K10/37Animal feeding-stuffs from material of plant origin, e.g. roots, seeds or hay; from material of fungal origin, e.g. mushrooms from waste material
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/142Amino acids; Derivatives thereof
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/142Amino acids; Derivatives thereof
    • A23K20/147Polymeric derivatives, e.g. peptides or proteins
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/158Fatty acids; Fats; Products containing oils or fats
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/163Sugars; Polysaccharides
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/174Vitamins
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/179Colouring agents, e.g. pigmenting or dyeing agents
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/10Organic substances
    • A23K20/189Enzymes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/20Inorganic substances, e.g. oligoelements
    • A23K20/30Oligoelements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K40/00Shaping or working-up of animal feeding-stuffs
    • A23K40/30Shaping or working-up of animal feeding-stuffs by encapsulating; by coating
    • A23K40/35Making capsules specially adapted for ruminants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/10Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for ruminants

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voerpellet voor herkauwers omvattende een of meer van vet, eiwit, suikers, zetmeel en vezels, het voerpellet hebbende een bulkdichtheid van maximaal 550 g/L, met het kenmerk dat de waterstabiliteitsindex van het voerpellet ten minste 65 % bedraagt, na 8 uur, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het bereiden van voerpellets omvattende een of meer van vet, eiwitten, suikers, zetmeel en vezels, waarbij de voerpellet een bulkdichtheid heeft van maximaal 550 g/l.The present invention relates to a ruminant feed pellet comprising one or more of fat, protein, sugars, starch and fiber, the feed pellet having a bulk density of maximum 550 g/L, characterized in that the water stability index of the feed pellet is at least 65 % after 8 hours, measured according to the analytical method from the description. The present invention also relates to a method for preparing feed pellets comprising one or more of fat, proteins, sugars, starch and fibres, wherein the feed pellet has a bulk density of maximum 550 g/l.

Description

Korte aanduiding: Een voerpellet voor herkauwers. Beschrijving: De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voerpellet voor herkauwers omvattende een of meer van vet, eiwitten, suikers, zetmeel en vezels, waarbij de voerpellet een bulkdichtheid heeft van maximaal 550 g/l. De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het bereiden van dergelijke voerpellets. De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het voeren van een herkauwer, waarbij de werkwijze de stap omvat van het aan de herkauwer toedienen van een voerpellet.Short designation: A feed pellet for ruminants. Description: The present invention relates to a ruminant feed pellet comprising one or more of fat, proteins, sugars, starch and fiber, wherein the feed pellet has a bulk density of up to 550 g/l. The present invention also relates to a method for preparing such feed pellets. The present invention also relates to a method of feeding a ruminant, the method comprising the step of administering a feed pellet to the ruminant.

Moderne melkveehouderij met hoogproductieve koeien vraagt om grote hoeveelheden voedingsstoffen. Om aan de voedingsbehoeften te voldoen, is de diervoederindustrie in toenemende mate afhankelijk van diervoederingrediënten die zorgen voor een optimale hoeveelheid en kwaliteit van voedingsstoffen. Om dat te doen, krijgen de dieren in toenemende mate mengvoeders. Deze voeders bevatten grote hoeveelheden eiwit en zetmeel om voldoende aminozuren en energie te leveren. In Europa is de eiwitvoorziening sterk afhankelijk van geïmporteerd voer. Met betrekking tot zetmeel is de zelfvoorziening beter, maar de beschikbare zetmeelkwaliteiten belasten de pensomgeving en geven beperkingen in het gebruik ervan. Bovendien zijn de voerkwaliteiten vaak kostbaar en maken ze het voer duur. Zo dringt de diervoederindustrie aan op alternatieven, ofwel in de vorm van nieuwe diervoederingrediënten, ofwel verbeterde voedingskwaliteit van bestaande ingrediënten.Modern dairy farming with highly productive cows requires large amounts of nutrients. To meet nutritional needs, the animal feed industry is increasingly reliant on animal feed ingredients that provide optimal quantity and quality of nutrients. To do this, the animals are increasingly fed compound feed. These foods contain large amounts of protein and starch to provide sufficient amino acids and energy. In Europe, the protein supply is highly dependent on imported feed. With regard to starch, self-sufficiency is better, but the available starch qualities burden the rumen environment and limit its use. Moreover, the feed qualities are often expensive and make the feed expensive. For example, the animal feed industry is pushing for alternatives, either in the form of new animal feed ingredients or improved nutritional quality of existing ingredients.

In de zuivelproductie, zoals bij alle soorten dierlijke productie, is efficiënt gebruik van lokale voerbronnen een belangrijk punt met betrekking tot het verhogen van de voedselproductie zonder het milieu te schaden. Bij herkauwers is een efficiënt voergebruik een evenwicht tussen de vertering van voedingsstoffen in de pens en de dunne darm.In dairy production, as in all types of animal production, efficient use of local feed sources is an important point in terms of increasing food production without harming the environment. In ruminants, efficient feed use is a balance between the digestion of nutrients in the rumen and small intestine.

Herkauwers (bijv. melkvee, vleesvee, schapen, geiten, buffels, elanden, wapiti, bizons, giraffen, jakken, herten, antilopen en andere) kunnen worden onderscheiden van niet-herkauwers (bijv. dieren met één maag die één maagkamer hebben, zoals varkens, honden, katten, paarden en anderen) door de aanwezigheid van een maag met vier kamers, bestaande uit de pens, de netmaag, de boekmaag en de lebmaag. Herkauwers verwerven voedingsstoffen uit plantaardig voedsel door fermentatie in een gespecialiseerde maagkamer (pens) voorafgaand aan de spijsvertering, voornamelijk door microbiële acties. Het proces vereist typisch regurgitatie van gefermenteerde inname (bekend als kauwsel) en opnieuw kauwen. Het proces van herkauwen om plantaardig materiaal verder af te breken en de spijsvertering te stimuleren, wordt ‘rumineren’ of ‘herkauwen’ genoemd. De fermentatie van voedermateriaal vindt meestal plaats in de pens. De pens wordt bevolkt door verschillende stammen van micro-organismen, die leiden tot fermentatie van voer.Ruminants (e.g. dairy cattle, beef cattle, sheep, goats, buffalo, elk, wapiti, bison, giraffe, yak, deer, antelope and others) can be distinguished from non-ruminants (e.g. monogastric animals that have a single stomach chamber, such as pigs, dogs, cats, horses and others) due to the presence of a four-chambered stomach consisting of the rumen, the reticulum, the omasum and the abomasum. Ruminants acquire nutrients from plant foods through fermentation in a specialized stomach chamber (rumen) prior to digestion, primarily through microbial actions. The process typically requires regurgitation of fermented ingestion (known as chewing) and re-chewing. The process of ruminating to further break down plant material and stimulate digestion is called rumination or rumination. The fermentation of feed material usually takes place in the rumen. The rumen is populated by different strains of microorganisms, which lead to fermentation of feed.

Voerpellets voor dieren zijn welbekend in de techniek. Internationale aanvrage WO2005084455 op naam van onderhavige aanvrager heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van voerpellets op basis van natuurlijke materialen, waarbij de uitgangsstoffen worden gemengd en verwerkt tot voerpellets. De in deze internationale aanvrage beschreven voerpellet heeft een dichtheid van maximaal 550 g/l waarbij het zwelvermogen bij kamertemperatuur van de voerpellet ten minste 35 ml bedraagt na 10 minuten, gebaseerd op een hoeveelheid van 50 gram voerpellets. Andere kenmerken van die voerpellet zijn een waterbindend vermogen van de voerpellet van minimaal 200 % na 10 minuten, gebaseerd op het gewicht van de voerpellet, een zwelvermogen van de voerpellet van minimaal 25 ml na 5 minuten, uitgaande van een hoeveelheid van 50 gram voerpellets, een bezinkingswaarde van de voerpellet na 30 minuten van maximaal 25 ml, gebaseerd op een hoeveelheid van 50 gram voerpellets. De experimentele testgegevens van proeven op proefboerderijen zijn allemaal gebaseerd op varkens.Animal feed pellets are well known in the art. International application WO2005084455 in the name of the present applicant relates to a method for preparing feed pellets based on natural materials, wherein the starting materials are mixed and processed into feed pellets. The feed pellet described in this international application has a density of maximum 550 g/l, with the room temperature swelling capacity of the feed pellet being at least 35 ml after 10 minutes, based on an amount of 50 grams of feed pellets. Other characteristics of that feed pellet are a water-binding capacity of the feed pellet of at least 200% after 10 minutes, based on the weight of the feed pellet, a swelling capacity of the feed pellet of at least 25 ml after 5 minutes, based on an amount of 50 grams of feed pellets, a sedimentation value of the feed pellet after 30 minutes of a maximum of 25 ml, based on an amount of 50 grams of feed pellets. The experimental test data from trials on experimental farms are all based on pigs.

Internationale aanvrage WO2018197620 heeft betrekking op een werkwijze voor het voeren van een herkauwend kalf, omvattende het aan het herkauwerkalf toedienen van een combinatie van vast voer, waarbij de combinatie ten minste een eerste samenstelling van vast voer en een tweede samenstelling van vast voer omvat, waarbij de eerste samenstelling van vast voer in de vorm van een pellet die tussen 20 en 90 gew.% vet omvat, en een of meer fermenteerbare voederingrediënten gekozen uit zetmeel en vezels, en waarbij de tweede vaste voedersamenstelling een of meer fermenteerbare voederingrediënten omvat, waarbij de tweede vaste voedersamenstelling in de vorm van een pellet, meel, muesli of graan, of een mengsel daarvan is, en waarbij het totale vetgehalte van de combinatie van vast voer in het bereik van 5-20 gew.% is. WO2018197620 leert alleen in algemene bewoordingen dat smakelijkheid, hardheid van het voer (bijv. pellet), verteerbaarheid, voedingswaarde of het vermogen om toegang te krijgen tot de voersamenstelling belangrijke factoren zijn om te overwegen bij het kiezen van een voersamenstelling voor een gegeven herkauwerkalf.International application WO2018197620 relates to a method of feeding a ruminant calf comprising administering to the ruminant calf a combination of solid food, the combination comprising at least a first solid food composition and a second solid food composition, wherein the first solid feed composition in the form of a pellet comprising between 20 and 90% by weight of fat, and one or more fermentable feed ingredients selected from starch and fiber, and wherein the second solid feed composition comprises one or more fermentable feed ingredients, wherein the second solid feed composition is in the form of a pellet, meal, muesli or grain, or a mixture thereof, and wherein the total fat content of the combination of solid feed is in the range of 5-20% by weight. WO2018197620 only teaches in general terms that palatability, hardness of the feed (e.g. pellet), digestibility, nutritional value or ability to access the feed composition are important factors to consider when choosing a feed composition for a given ruminant calf.

Internationale aanvrage WO2018038254 heeft betrekking op een voerpellet voor herkauwers die een kraftpulp bevat die is afgeleid van een lignocellulosemateriaal dat een houtmateriaal omvat, waarbij de kraftpulp een Canadian standard freeness heeft van minder dan 400 ml, waarbij de pellet een mechanische duurzaamheid heeft van 97,5 massa% of meer en een diameter van 3 tot 10 mm.International application WO2018038254 relates to a ruminant feed pellet containing a kraft pulp derived from a lignocellulosic material comprising a wood material, the kraft pulp having a Canadian standard freeness of less than 400 ml, the pellet having a mechanical durability of 97.5 mass% or more and a diameter of 3 to 10 mm.

Internationale aanvrage WO2013082035 heeft betrekking op voer voor herkauwers, omvattende: voerbestanddelen voor herkauwers gecombineerd met een bindmiddelsamenstelling en water om daardoor een ruwvoermengsel te vormen, waarbij het aldus gevormde ruwvoermengsel wordt verwerkt tot een bewerkte voerpellet bestaande uit geagglomereerde deeltjes; waarbij de bindmiddelsamenstelling een calcitisch of dolomitisch mineraalhydraat omvat, hetzij alleen, hetzij in combinatie met een begeleidende samenstelling gekozen uit de groep bestaande uit minerale carbonaten, minerale oxiden en combinaties daarvan; en waarbij de aldus verwerkte geagglomereerde deeltjes effectief zijn om het aandeel voedingsingrediënten die in het voer aanwezig zijn en die resistent zijn tegen afbraak door micro-organismen in de pens te verhogen.International application WO2013082035 relates to ruminant feed comprising: ruminant feed ingredients combined with a binder composition and water to thereby form a forage mixture, wherein the thus formed forage mixture is processed into a processed feed pellet consisting of agglomerated particles; wherein the binder composition comprises a calcitic or dolomite mineral hydrate, either alone or in combination with an accompanying composition selected from the group consisting of mineral carbonates, mineral oxides and combinations thereof; and wherein the agglomerated particles so processed are effective to increase the proportion of nutritional ingredients present in the feed that are resistant to degradation by microorganisms in the rumen.

JPH1094364 heeft betrekking op een pelletachtig voederadditief voor een herkauwer dat niet in de pens wordt opgelost maar wordt geëlueerd in het stroomafwaartse orgaan van de lebmaag, het pelletachtige voederadditief in wezen bestaande uit een specifiek fosforzuur-aminozuurmetaalcomplexzout, een bindmiddel en een smeermiddel in een pelletvorm met microporiën.JPH1094364 relates to a pellet-like feed additive for a ruminant which is not dissolved in the rumen but eluted in the downstream organ of the abomasum, the pellet-like feed additive consisting essentially of a specific phosphoric acid-amino acid metal complex salt, a binder and a lubricant in a pellet form with micropores.

Internationale aanvrage WO 9511598 heeft betrekking op een pellet met een hoge voedingswaarde voor opname in het voerrantsoen van herkauwers die worden gevoerd met een hoog graangehalte, waarbij de pellet omvat: (i) een dragermateriaal dat dient als een geconcentreerde bron van eiwit en andere essentiële voedingsstoffen, en (ii) een antibioticum dat de melkzuurproductie in de pens van de genoemde dieren zal remmen.International application WO 9511598 relates to a high nutritional value pellet for inclusion in the feed ration of ruminants fed with a high grain content, the pellet comprising: (i) a carrier material which serves as a concentrated source of protein and other essential nutrients and (ii) an antibiotic which will inhibit lactic acid production in the rumen of said animals.

US 4.533.557 heeft betrekking op voeradditieven die tabletten of granulaat van een mengsel van biologisch actieve ingrediënt(en), chitosan en beschermende materialen omvatten die gemakkelijk door de pens gaan en snel afbreken in de lebmaag. De hoeveelheid anorganische stof(fen) is een hoeveelheid die het gewicht van de toevoegingsmiddelen binnen een bereik van 0,8 tot 2,0 g/cm? houdt. De zwaartekracht van de voeradditieven vermijdt de lange verblijftijd van de voeradditieven in de pens door te drijven op of te zinken onder het spijsverteringssap van de pens en snel door de pens te gaan. De toevoegingsmiddelen worden tot tabletten of granulaat gemaakt door de gesmolten suspensie van het mengsel van biologisch actieve ingrediënt(en), chitosan, beschermende materialen, anorganische stof(fen) en andere toevoeging(en) te tabletteren of te granuleren met behulp van een druppeltabletteer- of granuleermethode , extrusie-tabletteer of granuleermethode.US 4,533,557 relates to feed additives comprising tablets or granules of a mixture of biologically active ingredient(s), chitosan and protective materials which pass easily through the rumen and break down rapidly in the abomasum. The amount of inorganic substance(s) is an amount which is the weight of the additives within a range of 0.8 to 2.0 g/cm? holds. The gravity of the feed additives avoids the long residence time of the feed additives in the rumen by floating on or sinking under the digestive juice of the rumen and passing rapidly through the rumen. The additives are made into tablets or granules by tabletting or granulating the molten suspension of the mixture of biologically active ingredient(s), chitosan, protective materials, inorganic substance(s) and other additive(s) using a droplet tabletting machine. or granulation method, extrusion tabletting or granulation method.

EP 0 520 890 heeft betrekking op toevoegingen in een vorm die direct door dieren kan worden opgenomen, van medicinale of nutritionele toevoegingen die beschermd zijn tegen afbraak in de pens van herkauwers, zoals aminozuren en vitamines, gecombineerd met nutritionele of medicinale verbindingen die niet beschermd zijn tegen degradatie in de pens. Deze pellets bevatten een werkzame stof die onbeschermd is tegen afbraak in de pens, een granulaatachtigde werkzame stof die beschermd is tegen afbraak in de pens, maar vrijkomt in de lebmaag en/of in de darm, een oplosbare of smeltbare en optioneel verknoopbaar bindmiddel, en de pellets omvatten verder optioneel een desintegratiemiddel en/of een vulmiddel.EP 0 520 890 relates to additives in a form that can be directly absorbed by animals, of medicinal or nutritional additives that are protected against degradation in the rumen of ruminants, such as amino acids and vitamins, combined with nutritional or medicinal compounds that are not protected against degradation in the rumen. These pellets contain an active substance that is unprotected against degradation in the rumen, a granular active substance that is protected against degradation in the rumen, but is released in the abomasum and/or the intestine, a soluble or meltable and optionally cross-linkable binding agent, and the pellets further optionally comprise a disintegrant and/or a filler.

EP 2 103 224 heeft betrekking op een voerpellet met een hoge energetische waarde die goed door de dieren kan worden verteerd. De energierijke voerpellet heeft een dichtheid van maximaal 700 g/l op basis van natuurlijke materialen, waarbij het totale vetpercentage van de voerpellet meer dan 15 gew.% is. Het zwelvermogen van de voerpellet is minimaal 40 ml na 30 minuten, gebaseerd op 50 g voerpellets, en de bezinkingswaarde van de voerpellet na 30 minuten is maximaal 60 ml, gebaseerd op 50 g voerpellets.EP 2 103 224 relates to a feed pellet with a high energy value which can be well digested by the animals. The energy-rich feed pellet has a density of up to 700 g/l based on natural materials, with the total fat percentage of the feed pellet being more than 15 wt.%. The swelling capacity of the feed pellet is a minimum of 40 ml after 30 minutes, based on 50 g of feed pellets, and the sedimentation value of the feed pellet after 30 minutes is a maximum of 60 ml, based on 50 g of feed pellets.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het op maat maken van krachtvoer met betrekking tot pens- en darmvertering van eiwit en zetmeel voor herkauwers, in het bijzonder melkkoeien.An object of the present invention is the tailoring of concentrates with regard to rumen and intestinal digestion of protein and starch for ruminants, in particular dairy cows.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is om het gedrag van de pellets in de pens te beheersen door de verteringssnelheid, de passagesnelheid en de verdeling van de pellets over de pens te beïnvloeden.Another object of the present invention is to control the behavior of the pellets in the rumen by influencing the digestion rate, the passage rate and the distribution of the pellets in the rumen.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van voerpellets die als aanvulling op het totale rantsoen gevoerd zullen worden.Another object of the present invention is to provide feed pellets which will be fed in addition to the total ration.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van voerpellets om de pensmicroflora te versterken, het gebruik van energie en eiwit in ruwvoer en krachtvoer (het voerrantsoen) te verbeteren en bovendien gunstig te zijn voor het milieu en de diergezondheid.Another object of the present invention is to provide feed pellets to enhance the rumen microflora, to improve the utilization of energy and protein in roughage and concentrates (the feed ration) and furthermore to be beneficial to the environment and animal health.

5 Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verbeteren van de energie- en eiwitefficiëntie bij herkauwers, in het bijzonder melkkoeien, door het verteringsgedrag van gepelletiseerd voer te veranderen door middel van gerichte voerverwerking.Another object of the present invention is to improve energy and protein efficiency in ruminants, especially dairy cows, by altering the digestive behavior of pelletized feed through targeted feed processing.

De onderhavige uitvinding heeft dus betrekking op een voerpellet voor herkauwers bestaande uit een of meer van vet, eiwitten, suikers, zetmeel en vezels, waarbij de voerpellet een bulkdichtheid heeft van maximaal 550 g/l, waarbij de waterstabiliteitsindex van de voerpellet ten minste 65% na 8 uur is, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving.The present invention thus relates to a ruminant feed pellet consisting of one or more of fat, proteins, sugars, starch and fiber, wherein the feed pellet has a bulk density of up to 550 g/l, wherein the water stability index of the feed pellet is at least 65% after 8 hours, measured according to the analytical method of the description.

Een of meer van de bovenstaande doelen worden bereikt door een voerpellet voor herkauwers volgens de onderhavige uitvinding. De onderhavige uitvinding is dus gericht op verwerkingswerkwijzen met als doel het gebruik van energie en eiwit en daarmee het gebruik van voedingsbronnen door herkauwers te verbeteren. Dit is gedaan door het manipuleren van passage- en degradatie- eigenschappen van voerpellets door middel van gerichte voerverwerking met behulp van extrudertechnologie. De onderhavige uitvinders hebben dus gevonden dat de doorgangseigenschappen van voerpellets kunnen worden gemanipuleerd door gebruik te maken van voertechnologie voor herkauwers.One or more of the above objects are achieved by a ruminant feed pellet according to the present invention. Thus, the present invention is directed to processing methods aimed at improving the utilization of energy and protein and thereby the utilization of nutritional resources by ruminants. This has been done by manipulating the passage and degradation properties of feed pellets through targeted feed processing using extruder technology. Thus, the present inventors have found that the transit properties of feed pellets can be manipulated by using ruminant feed technology.

Zonder aan theorie gebonden te willen zijn, speculeren de huidige uitvinders dat melkkoeien met een hoge opbrengst voedingsstoffen nodig hebben die in de pens worden verteerd in de loop van de tijd om een optimale benutting te garanderen zonder spijsverteringsstoornissen zoals acidose. Een langzaam afbreekbare drijvende of langzaam zinkende pellet (met een lage dichtheid) kan zorgen voor een optimale balans tussen nutriëntenvraag en nutriëntenafgifte. Het manipuleren van de afbraak- en doorgangseigenschappen van voerpellets door zich te richten op hun dichtheden en zinkeigenschappen, zou dus een benadering kunnen zijn om de benutting van voer bij melkkoeien te verhogen. Drijvende of langzaam zinkende pellets met een lage soortelijke dichtheid en een hoge waterstabiliteit kunnen een veel lagere afbraaksnelheid hebben in vergelijking met traditionele snel zinkende pellets met een hoge soortelijke dichtheid en een lage waterstabiliteit. De zinkeigenschappen zouden ervoor kunnen zorgen dat deze pellets lang genoeg in de pens blijven om voldoende te worden afgebroken. De lage waterstabiliteit (hoge desintegratiesnelheid) van de traditionele pellets kan ongunstige penscondities veroorzaken wanneer grote hoeveelheden van deze pellets worden gevoerd, ook al kan de passagesnelheid relatief hoog zijn. Een snelle afbraaksnelheid kan leiden tot zure omstandigheden in de pens, wat kan leiden tot een suboptimaal gebruik van nutriënten, zowel van ruwvoer als krachtvoer, wat resulteert in verminderde prestaties (zijnde de melkproductie). Drijvende pellets kunnen daarom een manier zijn om veilig grotere hoeveelheden gepelleteerd mengvoer te voeren in vergelijking met voerpellets die op de traditionele manier zijn geproduceerd. Dit kan een manier zijn om op een veilige manier meer voedingsstoffen in de nieuwe koe te krijgen (na het afkalven) en de negatieve energie- en eiwitbalans te minimaliseren.Without wishing to be bound by theory, the present inventors speculate that high yielding dairy cows require nutrients that are digested in the rumen over time to ensure optimal utilization without digestive disorders such as acidosis. A slowly degradable floating or slowly sinking pellet (with a low density) can provide an optimal balance between nutrient demand and nutrient release. Manipulating the degradation and transit properties of feed pellets by targeting their densities and zinc properties could thus be an approach to increase feed utilization in dairy cows. Floating or slow sinking pellets with low specific gravity and high water stability can have a much slower degradation rate compared to traditional fast sinking pellets with high specific gravity and low water stability. The zinc properties could ensure that these pellets remain in the rumen long enough to be sufficiently broken down. The low water stability (high disintegration rate) of the traditional pellets can cause unfavorable rumen conditions when large amounts of these pellets are fed, even though the passage rate can be relatively high. A rapid degradation rate can lead to acidic conditions in the rumen, which can lead to a sub-optimal use of nutrients, both of roughage and concentrate, resulting in reduced performance (i.e. milk production). Floating pellets can therefore be a way to safely feed larger quantities of pelleted compound feed compared to feed pellets produced in the traditional way. This can be a way to safely get more nutrients into the new cow (after calving) and minimize the negative energy and protein balance.

In een voorbeeld is de waterstabiliteitsindex van de voerpellet ten minste 70 %, na 8 uur, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving. Bij een waterstabiliteitsindex van minimaal 70 % blijven er meer voerpellets en/of meer van elke voerpellet intact. Een voerpellet die niet meer intact is, heeft zijn gerichte zink- en drijfeigenschappen verloren.In one example, the water stability index of the feed pellet is at least 70%, after 8 hours, measured according to the analytical method of the specification. With a water stability index of at least 70 %, more feed pellets and/or more of each feed pellet remain intact. A feed pellet that is no longer intact has lost its targeted sinking and buoyancy properties.

In een voorbeeld is de zinksnelheid van de voerpellet in leidingwater, bijvoorbeeld water met een temperatuur tussen de 10-15 °C, maximaal 7 cm/s, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving. Een dergelijke voerpellet leidt tot verbeterde dierprestaties, bijvoorbeeld melkproductie en/of voerefficiëntie.In one example, the sinking speed of the feed pellet in tap water, for example water with a temperature between 10-15 °C, is a maximum of 7 cm/s, measured according to the analysis method of the description. Such a feed pellet leads to improved animal performance, for instance milk production and/or feed efficiency.

In een voorbeeld is de zinksnelheid van de voerpellet in leidingwater maximaal 5 cm/s, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving. Een dergelijke voerpellet leidt tot verder verbeterde dierprestaties.In an example, the sinking speed of the feed pellet in tap water is a maximum of 5 cm/s, measured according to the analysis method of the description. Such a feed pellet leads to further improved animal performance.

In een voorbeeld is de zinksnelheid van de voerpellet in leidingwater maximaal 2 cm/s, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving. Een dergelijke voerpellet leidt tot nog betere dierprestaties.In an example, the sinking speed of the feed pellet in tap water is a maximum of 2 cm/s, measured according to the analysis method of the description. Such a feed pellet leads to even better animal performance.

In een voorbeeld is de expansieverhouding van de voerpellet minimaal 35%, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving. Een dergelijke voerpellet leidt tot verbeterde dierprestaties.In one example, the expansion ratio of the feed pellet is at least 35%, measured according to the analysis method of the description. Such a feed pellet leads to improved animal performance.

In een voorbeeld is de expansieverhouding van de voerpellet minimaal 40%, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving. Een dergelijke voerpellet leidt tot verder verbeterde dierprestaties.In one example, the expansion ratio of the feed pellet is at least 40%, measured according to the analysis method of the description. Such a feed pellet leads to further improved animal performance.

In een voorbeeld is de expansieverhouding van de voerpellet minimaal 45%, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving. Een dergelijke voerpellet leidt tot nog betere dierprestaties.In one example, the expansion ratio of the feed pellet is at least 45%, measured according to the analysis method of the description. Such a feed pellet leads to even better animal performance.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een voerpellet met de volgende eigenschappen: i ) de bulkdichtheid is maximaal 550 g/l; ii) de waterstabiliteitsindex van de voerpellet is ten minste 65%, na 8 uur, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving; il) de zinksnelheid van de voerpellet is maximaal 7 cm/s, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving; iv) de expansieverhouding van de voerpellet is minimaal 35%, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving.The present invention also relates to a feed pellet having the following properties: i) the bulk density is maximum 550 g/l; ii) the water stability index of the feed pellet is at least 65%, after 8 hours, measured according to the analytical method of the specification; il) the sinking speed of the feed pellet is a maximum of 7 cm/s, measured according to the analytical method of the description; iv) the expansion ratio of the feed pellet is at least 35%, measured according to the analytical method of the description.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het bereiden van voerpellets omvattende een of meer van vet, eiwitten, suikers, zetmeel en vezels, waarbij de voerpellet een bulkdichtheid heeft van maximaal 550 g/l, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: a) het verschaffen van een of meer bronnen van vet, eiwitten, suikers, zetmeel en vezels; b) het mengen van de componenten van a) om een gemengde samenstelling te verkrijgen; c) de preconditionering van de gemengde samenstelling van stap b); d) het extruderen van de gepreconditioneerde samenstelling van stap c) ter verkrijging van voerpellets met een bulkdichtheid van maximaal 550 g/l, waarbij de waterstabiliteitsindex van de voerpellet na 8 uur ten minste 65% bedraagt, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving.The present invention also relates to a process for preparing feed pellets comprising one or more of fat, proteins, sugars, starch and fibres, wherein the feed pellet has a bulk density of up to 550 g/l, the process comprising the following steps: a) providing one or more sources of fat, protein, sugars, starch and fiber; b) mixing the components of a) to obtain a mixed composition; c) the preconditioning of the mixed composition of step b); d) extruding the preconditioned composition of step c) to obtain feed pellets with a bulk density of maximum 550 g/l, wherein the water stability index of the feed pellet after 8 hours is at least 65%, measured according to the analytical method of the description.

In een voorbeeld van de onderhavige werkwijze is de in stap c) toegepaste hoeveelheid vet ten hoogste 2,5 gew.% op basis van het totale gewicht van de voerpellet. In een specifiek voorbeeld is de in stap c) toegepaste hoeveelheid vet ten hoogste 1,75 gew.% op basis van het totale gewicht van de voerpellet. De hoeveelheid vet die tijdens de preconditionering wordt toegepast, beïnvloedt de waterstabiliteitsindex van de voerpellet. In een voorbeeld van de onderhavige werkwijze is de in stap c) toegepaste hoeveelheid vet ten minste 0,1 gew.%.In an example of the present method, the amount of fat used in step c) is at most 2.5% by weight based on the total weight of the feed pellet. In a specific example, the amount of fat used in step c) is at most 1.75% by weight based on the total weight of the feed pellet. The amount of fat applied during preconditioning affects the water stability index of the feed pellet. In an example of the present method, the amount of fat used in step c) is at least 0.1% by weight.

In een voorbeeld van de onderhavige werkwijze is de hoeveelheid water toegevoegd in stap c) ten minste 3 gew.%, bij voorkeur ten minste 6 gew.%, gebaseerd op het totale gewicht van de voerpellet. Met de term water wordt vloeibaar water bedoeld, dus geen stoom. De hoeveelheid water tijdens de preconditionering beïnvloedt de expansieverhouding van de voerpellet. De preconditionering van de gemengde samenstelling omvat de toevoeging van stoom. Stoom kan worden gebruikt om de temperatuur van het toevoermateriaal voorafgaand aan extrusie te verhogen. In een voorbeeld van de onderhavige werkwijze wordt de totale hoeveelheid vet die in de voerpellet moet worden opgenomen, verschaft in twee verschillende stadia van het productieproces. Een eerste deel van het vet wordt verschaft in stap c) en het tweede of resterende deel van het vet wordt verschaft in een stap e), dat wil zeggen in een stap e) na het extruderen van de voorgeconditioneerde samenstelling van stap c). Een dergelijke stap e) omvat het bekleden van de geëxtrudeerde samenstelling met een vetsamenstelling.In an example of the present process, the amount of water added in step c) is at least 3% by weight, preferably at least 6% by weight, based on the total weight of the feed pellet. The term water refers to liquid water, not steam. The amount of water during preconditioning influences the expansion ratio of the feed pellet. The preconditioning of the mixed composition involves the addition of steam. Steam can be used to raise the temperature of the feedstock prior to extrusion. In an example of the present method, the total amount of fat to be included in the feed pellet is provided at two different stages of the production process. A first part of the fat is provided in step c) and the second or remaining part of the fat is provided in a step e), i.e. in a step e) after extruding the preconditioned composition of step c). Such step e) comprises coating the extruded composition with a fat composition.

In een voorbeeld van de onderhavige werkwijze is de in stap c) toegepaste hoeveelheid vet minder dan de in stap e) toegepaste hoeveelheid vet.In an example of the present method, the amount of fat used in step c) is less than the amount of fat used in step e).

In een voorbeeld van de onderhavige werkwijze is de zinksnelheid van de voerpellet maximaal 7 cm/s, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving.In an example of the present method, the sink rate of the feed pellet is a maximum of 7 cm/s, measured according to the analysis method of the description.

In een voorbeeld van de onderhavige methode is de expansieverhouding van de voerpellet minimaal 35%, gemeten volgens de analysemethode van de beschrijving.In an example of the present method, the expansion ratio of the feed pellet is at least 35%, measured according to the analysis method of the description.

In een voorbeeld van de onderhavige werkwijze omvat stap a) verder het verschaffen van een of meer additieven gekozen uit de groep bestaande uit enzymen, vitamines, antioxidanten, kleurstoffen, smaakstoffen, carotenoïden, synthetische aminozuren, organische zuren, coccidiostatica, antimicrobiële groeistimulerende middelen, sporenelementen en diergeneesmiddelen.In an example of the present method, step a) further comprises providing one or more additives selected from the group consisting of enzymes, vitamins, antioxidants, colorants, flavors, carotenoids, synthetic amino acids, organic acids, coccidiostats, antimicrobial growth stimulants, trace elements and veterinary medicines.

De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het voeren van een herkauwer, welke werkwijze de stap omvat van het aan de herkauwer toedienen van een voerpellet zoals hierboven omschreven.The present invention also relates to a method of feeding a ruminant, which method comprises the step of administering to the ruminant a feed pellet as described above.

'Voederefficiëntie' zoals gebruikt in de huidige beschrijving geeft informatie over de benutting van het voer. Het is gebaseerd op de verhouding tussen de melkproductie en de voeropname op basis van droge stof.'Feed efficiency' as used in the present description provides information about the utilization of the feed. It is based on the ratio between milk production and feed intake on a dry matter basis.

Voor de melkproductie wordt de vet- en eiwitgecorrigeerde melk (“fat and protein corrected milk”- FPCM) opbrengst per dag genomen, die op de volgende manier wordt berekend: FPCM per dag = totale melk (kg) * (0,337 + 0,116 * % melkvet + 0,06 * % melkeiwit), waarbij totale melk (kg) de gemiddelde dagelijkse melkopbrengts is van een groep koeien, uitgedrukt in kg melk per koe per dag, en waarbij % melkvet en % melkeiwit gew.% zijn en in de melk worden bepaald (bijvoorbeeld in individuele koemelk tijdens melktesten of voor een groep koeien in de melktank). Deze waarden kunnen bijvoorbeeld worden verkregen uit melktestrapporten, melkleveringsrapporten en/of boerderijmanagementsystemen.For milk production, the fat and protein corrected milk (FPCM) yield per day is taken, which is calculated in the following way: FPCM per day = total milk (kg) * (0.337 + 0.116 * % milk fat + 0.06 * % milk protein), where total milk (kg) is the average daily milk yield of a group of cows, expressed in kg milk per cow per day, and where % milk fat and % milk protein are % by weight and in the milk determined (for example in individual cow's milk during milk tests or for a group of cows in the milk tank). These values can be obtained, for example, from milk test reports, milk delivery reports and/or farm management systems.

Voor voeropname op drogestofbasis wordt de totale dagelijkse voeropname op drogestofbasis (kg) genomen, die wordt berekend door de hoeveelheid restvoer 24 uur na het voeren (gecorrigeerd voor afwijkingen in voertijd) af te trekken van de totale hoeveelheid voer (geregistreerd per voeringrediënt) gevoerd aan een individuele koe. Vervolgens wordt voor een groep koeien de gemiddelde dagelijkse voeropname berekend en uitgedrukt in kg drogestofopname per koe per dag.For feed intake on a dry matter basis, the total daily feed intake on a dry matter basis (kg) is taken, which is calculated by subtracting the amount of residual feed 24 hours after feeding (corrected for deviations in feeding time) from the total amount of feed (recorded per feed ingredient) fed to an individual cow. Subsequently, the average daily feed intake for a group of cows is calculated and expressed in kg dry matter intake per cow per day.

De voerefficiëntie kan dan worden bepaald met de volgende formule: FPCM yield (k Feed efficiency = AE De methode van voeren van een herkauwer is gericht op het verhogen van een of meer melkopbrengst (kg/d), FPCM-opbrengst (kg/d), vetopbrengst (g/d), eiwitopbrengst (g/d), lactoseopbrengst (g/ d), voerefficiéntie en stikstofefficiëntie van een herkauwer.The feed efficiency can then be determined with the following formula: FPCM yield (k Feed efficiency = AE The method of feeding a ruminant is aimed at increasing one or more milk yield (kg/d), FPCM yield (kg/d) , fat yield (g/d), protein yield (g/d), lactose yield (g/d), feed efficiency and nitrogen efficiency of a ruminant.

"Spoorelementen" zoals gebruikt in de huidige beschrijving betekent: micronutriënten, zoals koper, selenium, mangaan, kobalt, jodium, ijzer en zink."Trace elements" as used herein means micronutrients, such as copper, selenium, manganese, cobalt, iodine, iron and zinc.

"Vitaminen" zoals gebruikt in de huidige beschrijving betekent: een organisch molecuul (of verwante verzameling moleculen) dat een essentiële micronutriënt is die een organisme in kleine hoeveelheden nodig heeft voor het goed functioneren van zijn metabolisme. Voorbeelden van vitamines zijn vitamine A, vitamine D3 en vitamine E."Vitamins" as used in the present description means an organic molecule (or related collection of molecules) that is an essential micronutrient that an organism needs in small amounts for the proper functioning of its metabolism. Examples of vitamins are vitamin A, vitamin D3 and vitamin E.

“Additieven” zoals gebruikt in de huidige beschrijving betekent: elk additief dat geschikt is voor gebruik in een diervoeder, bij voorkeur additieven die een goede prestatie en/of een goede gezondheidstoestand en/of een goede vruchtbaarheid van die dieren stimuleren, zoals een antibioticum, conserveermiddel, enzym, antischimmelmiddel, antioxidant , kleurstof, zoetstof, parfum, bindmiddel, anti- protozoïcum, anti-schimmel/gist en ondersteuner/bevorderaar pensfermentatie.“Additives” as used in the present description means any additive suitable for use in an animal feed, preferably additives which promote good performance and/or good health status and/or good fertility in those animals, such as an antibiotic, preservative, enzyme, antifungal, antioxidant, colorant, sweetener, perfume, binder, anti-protozoic, anti-fungal/yeast and supporter/promoter rumen fermentation.

De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op het gebruik van een voerpellet zoals hierboven besproken voor het voeren van een herkauwer, in het bijzonder een herkauwer voor melkproductie.The present invention also relates to the use of a feed pellet as discussed above for feeding a ruminant, in particular a ruminant for milk production.

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zijn gedefinieerd in de onderconclusies.Further preferred embodiments are defined in the subclaims.

Experimentele testgegevens van testen op proefbedrijven laten zien dat herkauwers, vooral herkauwers voor de melkproductie, zeer goed reageren op het gebruik van de huidige voerpellets. Voor meer details wordt verwezen naar de bijgevoegde voorbeelden.Experimental test data from trials on pilot farms show that ruminants, especially ruminants for milk production, respond very well to the use of current feed pellets. For more details, reference is made to the attached examples.

Typisch vormen voeringrediënten die fermenteerbare koolhydraten bevatten de basis van de voerpellets. Pensfermenteerbare koolhydraten zijn belangrijk om de microbiële groei en fermentatie in de pens te optimaliseren, de microbiële aminozuurproductie in stand te houden en energie te leveren als vluchtige vetzuren.Typically, feed ingredients containing fermentable carbohydrates form the basis of the feed pellets. Rumen fermentable carbohydrates are important to optimize microbial growth and fermentation in the rumen, maintain microbial amino acid production and provide energy as volatile fatty acids.

Niet-beperkende voorbeelden van pensfermenteerbare koolhydraten die geschikt zijn voor de voerpellets omvatten zetmeel (bijvoorbeeld zoals gevonden in granen zoals gerst, maïs, sorghum, tarwe, haver, rogge en dergelijke), suiker (bijvoorbeeld melasse, lactose, dextrose, sucrose, glucose, fructose, galactose, xylose, arabinose, bèta-glucanen, galactanen en dergelijke), fermenteerbare vezels (bijv. zoals gevonden in voedergewassen zoals stro, luzerne en/of grassen, in hooi, kuilvoer, of pelletvorm, en dergelijke of bijproducten zoals bietenpulp, citruspulp, sojaschillen en dergelijke), evenals elk mengsel daarvan. Voerpellets bevatten ook eiwitten (bijv. sojabonen, verschillende eiwitten in granen), vetten (bijv. palmolie), andere voedingsstoffen zoals vitamines en mineralen, evenals medicijnen (bijv. antibiotica).Non-limiting examples of rumen fermentable carbohydrates suitable for the feed pellets include starch (e.g., as found in grains such as barley, maize, sorghum, wheat, oats, rye, and the like), sugar (e.g., molasses, lactose, dextrose, sucrose, glucose, fructose, galactose, xylose, arabinose, beta-glucans, galactans and the like), fermentable fibers (e.g. as found in forage crops such as straw, alfalfa and/or grasses, in hay, silage, or pellet form, and the like or by-products such as beet pulp, citrus pulp, soy husks and the like), as well as any mixture thereof. Feed pellets also contain proteins (e.g. soybeans, various proteins in grains), fats (e.g. palm oil), other nutrients such as vitamins and minerals, as well as medicines (e.g. antibiotics).

De vakman is goed bekend met de term "voerpellet" voor herkauwers en weet een voor herkauwers geschikte bron van vet, eiwitten, suikers, zetmeel en vezels te kiezen.Those skilled in the art are well acquainted with the term "feed pellet" for ruminants and can select a source of fat, proteins, sugars, starch and fiber suitable for ruminants.

Het zal de vakman duidelijk zijn dat het gebruik van de onderhavige voerpellets zoals beschreven in de voorbeelden niet beperkend is.It will be clear to those skilled in the art that the use of the present feed pellets as described in the examples is not limiting.

De onderhavige uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden en vergelijkende voorbeelden, waaruit de voordelen van de onderhavige uitvinding blijken.The present invention will now be further elucidated on the basis of a number of examples and comparative examples, which show the advantages of the present invention.

Analysemethode Uitbreidingsverhouding: Expansieverhouding wordt bepaald door de diameter van 30 willekeurig gekozen voerpellets te meten met een schuifmaat.Analysis method Expansion ratio: Expansion ratio is determined by measuring the diameter of 30 randomly selected feed pellets with a caliper.

Het verschil tussen de gemiddelde voerpelletdameter (Dp) en de matrijsgatgrootte (De) wordt gedeeld door de matrijsgatgrootte (De) die in de extruder of pelletpers wordt gebruikt.The difference between the average feed pellet diameter (Dp) and the die hole size (De) is divided by the die hole size (De) used in the extruder or pellet press.

De expansieverhouding wordt weergegeven in de vorm van een percentage (%). De expansieverhouding wordt berekend met de volgende vergelijking.The expansion ratio is shown in the form of a percentage (%). The expansion ratio is calculated using the following equation.

Uitbreidingsverhouding (%)= (Dp -De)/Dex 100 Bulkdichtheid De bulkdichtheid wordt bepaald door de voerpellets in een getarreerde stalen cilinder van 1 liter te gieten totdat deze tot de rand is gevuld.Expansion Ratio (%)= (Dp -De)/Dex 100 Bulk Density The bulk density is determined by pouring the feed pellets into a 1 liter tared steel cylinder until it is filled to the brim.

Overtollige voerpellets worden verwijderd door een schraper, die zachtjes over de rand van de cilinder trekt.Excess feed pellets are removed by a scraper, which gently pulls over the edge of the cylinder.

Vervolgens wordt de cilinder met gevulde voerpellets op een weegschaal gewogen.The cylinder with filled feed pellets is then weighed on a scale.

Elk voermonster wordt twee keer gemeten en de bulkdichtheid (g/L) wordt berekend als het gemiddelde van twee metingen.Each feed sample is measured twice and the bulk density (g/L) is calculated as the average of two measurements.

Soortelijke dichtheid Soortelijke dichtheid kan worden beschouwd als de dichtheid van een individuele voerpellet.Specific gravity Specific gravity can be considered as the density of an individual feed pellet.

De soortelijke dichtheid van onregelmatig gevormde geëxtrudeerde voerpellets wordt gemeten door een volumetrische verplaatsingsmethode met behulp van getapte dichtheid en kan worden gezien als de aangepaste vorm van de oorspronkelijk ontwikkelde methode door Hwang en Yakawa (1980). Gedroogd zilverzand (fijn) wordt gebruikt als verplaatsingsmedium in een glazen cilinder van 100 ml met schaalverdeling.The specific gravity of irregularly shaped extruded feed pellets is measured by a volumetric displacement method using tapped density and can be seen as the modified form of the method originally developed by Hwang and Yakawa (1980). Dried silver sand (fine) is used as the displacement medium in a 100 ml graduated glass cylinder.

Als eerste stap worden circa 20 gram willekeurig gekozen voerpellets afgewogen (Wp) en samengebracht in een glazen cilinder van 250 ml met schaalverdeling.As a first step, approximately 20 grams of randomly selected feed pellets are weighed (Wp) and placed in a 250 ml graduated glass cylinder.

Afzonderlijk wordt een volume van 50 ml zilverzand (Vi = aanvankelijk volume) gemeten in een glazen cilinder met schaalverdeling door 10 keer op een vlak oppervlak te tikken.Separately, a volume of 50 ml of silver sand (Vi = initial volume) is measured in a graduated glass cylinder by tapping a flat surface 10 times.

Dit zilverzand van 50 ml wordt in de met voerpellets gevulde glazen cilinder van 250 ml gegoten.This 50 ml silver sand is poured into the 250 ml glass cylinder filled with feed pellets.

Vervolgens wordt deze cilinder met zilverzand en voerpellets op een vlakke ondergrond getikt totdat alle lege volumes verdwenen zijn en wordt voorkomen dat voerpellets op het zand gaan drijven.Then this cylinder with silver sand and feed pellets is tapped on a flat surface until all empty volumes are gone and feed pellets are prevented from floating on the sand.

Aan het einde wordt het eindvolume (Vf) voerpellets plus zand afgelezen uit de glazen cilinder met schaalverdeling.At the end, the final volume (Vf) of feed pellets plus sand is read from the graduated glass cylinder.

Bulkvolume van voerpellets (Vp) wordt berekend als: Bulkvolume (liter) Vp = (Vf — Vi) * 1000 Dus, de soortelijke dichtheid (g/ L) van voerpellets wordt bepaald door een formule als Soortelijk gewicht (g/L) (Ds) = Wp (gram) / Vp (liter)Bulk volume of feed pellets (Vp) is calculated as: Bulk volume (litres) Vp = (Vf — Vi) * 1000 So, the specific gravity (g/L) of feed pellets is determined by a formula like Specific Gravity (g/L) (Ds ) = Wp (grams) / Vp (liters)

De weergegeven waarden zijn het gemiddelde van vijf afzonderlijke metingen.The values shown are the average of five individual measurements.

Zink-/drijfeigenschappen Koud kraanwater wordt gebruikt om de zinkende en drijfeigenschappen te bepalen.Sinking/floating properties Cold tap water is used to determine sinking and buoyant properties.

Een transparante glazen cilinder van 500 ml (ca. 31 cm hoog en 3,5 cm binnendiameter) wordt gebruikt met twee vaste punten gemarkeerd, 27 cm uit elkaar met respectievelijk 0 cm vloeistofkolom boven en 2 cm onder de vaste punten.A 500 ml transparent glass cylinder (approx. 31 cm high and 3.5 cm ID) is used with two fixed points marked 27 cm apart with 0 cm liquid column above and 2 cm below the fixed points, respectively.

Er wordt gebruik gemaakt van een glazen cilinder met koud kraanwater op kamertemperatuur.A glass cylinder with cold tap water at room temperature is used.

Dertig willekeurig gekozen pellets worden één voor één van een hoogte van ongeveer 3 cm boven het vloeistofoppervlak in het midden van de glazen cilinder gedeponeerd.Thirty randomly selected pellets are deposited one at a time from a height of about 3 cm above the liquid surface in the center of the glass cylinder.

De zinksnelheid wordt bepaald door met een stopwatch de tijd (seconden) te meten terwijl de voerpellets de afstand van 27 cm tussen de twee vaste punten afleggen.The sink rate is determined by measuring the time (seconds) with a stopwatch while the feed pellets travel the distance of 27 cm between the two fixed points.

Kraanwater wordt ververst in de glazen cilinder na 10 voerpelletmetingen.Tap water is refreshed in the glass cylinder after 10 feed pellet measurements.

De gerapporteerde waarden voor de zinksnelheid zijn het gemiddelde van 30 voerpellets, uitgedrukt in cm/sec.The reported sink rate values are the average of 30 feed pellets, expressed in cm/sec.

Wanneer een voerpellet na 5 minuten in het water nog drijft, wordt deze als drijvend geregistreerd en niet meegenomen in het berekende gemiddelde van de zinksnelheid.If a feed pellet is still floating after 5 minutes in the water, it is recorded as floating and not included in the calculated average of the sink rate.

Drijfgedrag wordt uitgedrukt als het percentage van de 30 willekeurig gekozen voerpellets die zijn gebruikt voor het meten van de zinksnelheid dat na 5 minuten nog drijft.Buoyancy is expressed as the percentage of the 30 randomly selected feed pellets used to measure the sink rate that are still buoyant after 5 minutes.

Als alle 30 willekeurig gekozen voerpellets na minuten nog drijven, wordt de zinksnelheid op nul gezet.If all 30 randomly selected feed pellets are still floating after minutes, the sink rate is set to zero.

Waterstabiliteitsindex (WSI) 5 Voor het bepalen van de Water Stability Index (WSI) van voerpellets wordt koud kraanwater gebruikt.Water Stability Index (WSI) 5 Cold tap water is used to determine the Water Stability Index (WSI) of feed pellets.

De waterstabiliteitstest wordt uitgevoerd met behulp van bolvormige roestvrijstalen manden (theezeefjes met een binnendiameter van 5,5- 6 cm), met een maaswijdte van gemiddeld 2,0 mm, en een plastic doos (afmetingen H x B x D; 40 cm x 40 cm x 40 cm) . Na het wegen van de lege mand (c) wordt ongeveer 10 gram voerpellets in de mand (a) gewogen en de mand wordt stevig gesloten met een clip die aan de mand is bevestigd.The water stability test is performed using spherical stainless steel baskets (tea strainers with an inner diameter of 5.5-6 cm), with an average mesh size of 2.0 mm, and a plastic box (dimensions H x W x D; 40 cm x 40 cm). cm x 40 cm). After weighing the empty basket (c), approximately 10 grams of feed pellets are weighed into the basket (a) and the basket is closed tightly with a clip attached to the basket.

In de plastic bak wordt ongeveer 10 liter koud kraanwater gegoten.About 10 liters of cold tap water is poured into the plastic container.

Aan een dik geplastificeerd ijzerdraad hangen vier manden met vier verschillende voermonsters.Four baskets with four different feed samples hang from a thick plasticized iron wire.

Voor de incubatie worden drie dikke geplastificeerde jzerdraden gebruikt, elk met vier manden met vier verschillende voermonsters.Three thick plasticized iron wires are used for the incubation, each with four baskets containing four different feed samples.

Er worden dus in totaal 12 manden tegelijk gebruikt.So a total of 12 baskets are used at the same time.

Elk ijzerdraad waaraan 4 manden hangen, wordt ondergedompeld in het water om te weken en 10 keer per 15 minuten op en neer bewogen.Each wire with 4 baskets hanging from it is submerged in the water to soak and moved up and down 10 times every 15 minutes.

Na verschillende tijdstippen resp. 0,5, 1, 2, 4, 8 en 16 uur, de manden worden uit de plastic doos gehaald en een tijdje vastgehouden om overtollig vocht kwijt te raken.After different times resp. 0.5, 1, 2, 4, 8 and 16 hours, the baskets are removed from the plastic box and held for a while to get rid of excess moisture.

De manden worden gewogen (b) nadat ze in een oven van 70°C zijn geplaatst om gedurende ten minste 48 uur te drogen.The baskets are weighed (b) after being placed in a 70°C oven to dry for at least 48 hours.

De pelletstabiliteit wordt berekend door het drogestofresidu na incubatie in koud leidingwater te delen door het oorspronkelijke voergewicht vóór incubatie vermenigvuldigd met het drogestofgehalte van het voer (d (g/kg)) en wordt weergegeven als percentage (%). Waterstabiliteitsindex (%) = ((b-c)/(a*(d/1000))) x 100% Voorbeelden Bereiding van voerpellets Grondstoffen werden opgeslagen in silo's en na het malen gemengd in een mixer.Pellet stability is calculated by dividing the dry matter residue after incubation in cold tap water by the original feed weight before incubation multiplied by the dry matter content of the feed (d (g/kg)) and is presented as a percentage (%). Water Stability Index (%) = ((b-c)/(a*(d/1000))) x 100% Examples Preparation of Feed Pellets Raw materials were stored in silos and mixed in a mixer after grinding.

Na het mengen van de grondstoffen werd de gemengde samenstelling geëxtrudeerd tot voerpellets.After mixing the raw materials, the mixed composition was extruded into feed pellets.

De grondstoffen staan vermeld in Tabel 1. De totale hoeveelheid (zie kolom twee, Inclusieniveau) is 100% en de overige componenten omvatten mineralen, vitamines, sporenelementen en andere standaardtoevoegingen voor voer voor herkauwers.The raw materials are listed in Table 1. The total amount (see column two, Inclusion level) is 100% and the other components include minerals, vitamins, trace elements and other standard ruminant feed additives.

De toevoeging van vet vond plaats op twee verschillende posities in het proces. Een eerste toevoeging van vet vond plaats vóór de extrusiestap, dat wil zeggen een zogenaamde preconditioneringsstap, en de tweede toevoeging vond plaats na de extrusiestap. De tweede toevoeging van vet vond plaats in een zogenaamde vacuümcoater. Na de vacuümcoater werden de aldus bereide voerpellets in een silo opgeslagen. Merk op dat het apparaat dat wordt gebruikt voor de tweede toevoeging van vet niet beperkt is tot een vacuümcoater, maar dat ook andere apparaten voor het toevoegen van vet kunnen worden gebruikt. Tabel 1: samenstelling voerpellet Ingredient Inclusion | Product group | Inclusion | Main Nutrient level (% level (% | Mais | 22 | Granen | 37 | Zetmeel | Tawe | 15 || | Koolzaadmeel Oliezaadmelen Sojabonenmeel46P | 10 | LT | Bietenpulp max 12% 7 Vezelrijke 23 Vezels suiker ingrediëntenThe addition of fat took place at two different positions in the process. A first addition of fat took place before the extrusion step, i.e. a so-called preconditioning step, and the second addition took place after the extrusion step. The second addition of grease took place in a so-called vacuum coater. After the vacuum coater, the thus prepared feed pellets were stored in a silo. Note that the device used for the second grease addition is not limited to a vacuum coater, but other grease addition devices may be used. Table 1: Ingredient Inclusion feed pellet composition | Product group | Inclusion | Main Nutrient level (% level (% | Corn | 22 | Grains | 37 | Starch | Tawe | 15 || | Rapeseed meal Oilseed meal Soybean meal46P | 10 | LT | Beet pulp max 12% 7 High fiber 23 Fiber sugar ingredients

RC Palmpitmeel ee ee ç MaïsglutenvoerEU | 5 LLL Palmolie | 4 | Ole | 4 | Vet | | Bietenmelasse | 3 | Melasse | 3 | Suiker | In Tabel 2 worden de procesomstandigheden voor het bereiden van een voerpellet voor herkauwers beschreven. Er werden drie verschillende soorten voerpellets bereid, namelijk een “snel zinkende” voerpellet, een “langzaam zinkende” voerpellet en een “drijvende” voerpellet. De fysische eigenschappen van deze voerpellets zullen later worden besproken.RC Palm Gum ee ee ç Corn Gluten FeedEU | 5 LLL Palm oil | 4 | Ole | 4 | Fat | | beet molasses | 3 | molasses | 3 | sugar | Table 2 describes the process conditions for preparing a ruminant feed pellet. Three different types of feed pellets were prepared, namely a “fast sinking” feed pellet, a “slow sinking” feed pellet and a “floating” feed pellet. The physical properties of these feed pellets will be discussed later.

Uit Tabel 2 zal men afleiden dat de hoeveelheid palmolie/vet die toegevoegd wordt in de preconditioneringsstap de fysieke kenmerken van de uiteindelijke voerpellet zal bepalen. Een hoeveelheid palmolie van maximaal 1,75 gew.% op basis van het totale gewicht van de voerpellet in de preconditioneringsstap, dat wil zeggen de zogenaamde eerste toevoeging van vet, zal een “drijvende” voerpellet opleveren. Een hoeveelheid palmolie van meer dan 1,75 en maximaal 2,5 gew .% in de preconditioneringsstap zal een “langzaam zinkende” voerpellet opleveren. Een hoeveelheid palmolie van meer dan 2,5 gew.% bij de preconditioneringsstap zorgt voor een “snel zinkende” voerpellet. Merk op dat de totale hoeveelheid palmolie, de som van de palmolie/vet toegevoegd vóór de extrusiestap, dat wil zeggen in de preconditioneringsstap, en de hoeveelheid palmolie/vet toegevoegd bij de vacuümcoater, voor de drie verschillende soorten voerpellets is hetzelfde, namelijk een hoeveelheid van ongeveer 4,30%. Daarnaast heeft de hoeveelheid water die in de preconditioneringsstap wordt toegevoegd een invloed op het expansiegedrag van de voerpellet.It will be deduced from Table 2 that the amount of palm oil/fat added in the preconditioning step will determine the physical characteristics of the final feed pellet. An amount of palm oil of up to 1.75 wt% based on the total weight of the feed pellet in the preconditioning step, i.e. the so-called first addition of fat, will yield a "floating" feed pellet. An amount of palm oil of more than 1.75 and a maximum of 2.5% by weight in the preconditioning step will produce a "slow sinking" feed pellet. An amount of palm oil of more than 2.5% by weight in the preconditioning step provides a “fast sinking” feed pellet. Note that the total amount of palm oil, the sum of the palm oil/fat added before the extrusion step, i.e. in the preconditioning step, and the amount of palm oil/fat added at the vacuum coater, for the three different types of feed pellets is the same, namely an amount of about 4.30%. In addition, the amount of water added in the preconditioning step has an influence on the expansion behavior of the feed pellet.

In die context zal een hoeveelheid toegevoegd water van minimaal 6 gew.% op basis van het totale gewicht van de voerpellet in de preconditioneringsstap een “drijvende” voerpellet opleveren. Een hoeveelheid toegevoegd water van 3 - 6 gew.% op basis van het totale gewicht van de voerpellet bij de preconditioneringsstap, zal een "langzaam zinkende" voerpellet opleveren. Een hoeveelheid toegevoegd water van minder dan 3 gew.% op basis van het totale gewicht van de voerpellet bij de preconditioneringsstap, zal een “snel zinkende” voerpellet opleveren — wat niet volgens de uitvinding is.In that context, an amount of added water of at least 6% by weight based on the total weight of the feed pellet in the preconditioning step will yield a "floating" feed pellet. An amount of added water of 3-6 wt% based on the total weight of the feed pellet in the preconditioning step will produce a "slow sinking" feed pellet. An amount of water added of less than 3% by weight based on the total weight of the feed pellet in the preconditioning step will produce a "fast sinking" feed pellet - which is not according to the invention.

Aan een onderzoeksfaciliteit in Nederland is een dierproef uitgevoerd met 60 lacterende Holstein-Friesian melkkoeien. Koeien werden geselecteerd en gegroepeerd op basis van voor melkproductie in de vorige lactatie, pariteit, verwachte afkalfdatum en lichaamsgewicht vier weken voor afkalven. Binnen elke groep werden de koeien willekeurig toegewezen aan vier dieetbehandelingen. Koeien kwamen zo snel mogelijk na het afkalven in de proef en beëindigden de proef 70 dagen na het afkalven.An animal experiment was carried out at a research facility in the Netherlands with 60 lactating Holstein-Friesian dairy cows. Cows were selected and grouped based on for milk production in the previous lactation, parity, expected calving date and body weight four weeks before calving. Within each group, the cows were randomly assigned to four dietary treatments. Cows entered the trial as soon as possible after calving and ended the trial 70 days after calving.

De koeien werden gehuisvest in een ligboxenstal met rubberen vloeren, ligboxen en een melkstal met snelle uitgang ( 2 x 12 koeplaatsen). De koeien werden tweemaal per dag gemolken. Het aantal ligboxen (1,10 m x 2,5/2,75 m) was minimaal gelijk aan het aantal koeien. Koeien hadden onbeperkt toegang tot drinkwater.The cows were housed in a cubicle barn with rubber floors, cubicles and a milking parlor with fast exit (2 x 12 cow places). The cows were milked twice a day. The number of cubicles (1.10 m x 2.5/2.75 m) was at least equal to the number of cows. Cows had unlimited access to drinking water.

Het partieel gemengd rantsoen (PMR) werd aan alle koeien geleverd in individuele voerbakken achter Calan- poorten (American Calan; NH, VS). Experimentele pellets (A — D) werden geleverd in afzonderlijke, individuele feeders die aan de PMR-feeder waren bevestigd en de toegewezen hoeveelheid pellets werd in 3 porties per dag geleverd.The partial mixed ration (PMR) was supplied to all cows in individual feeders behind Calan gates (American Calan; NH, USA). Experimental pellets (A–D) were supplied in separate, individual feeders attached to the PMR feeder and the assigned amount of pellets was supplied in 3 portions per day.

4 ì © 3 0 pg | S Si N à OÙ A = = BITS) => is] EN = = du: ces WE GEST an SS a ws S + ii © © 3 $ 5 € BE #=S TE 8 Ï Ï X à Aw > * eeens Lt NN: SE & im ON eeens 92 « rai N X à = ; | aen: sie Rs à x RS = SRE Lj 8 SS oa à = Sn E BR: ES, TI] MR <a S ça el En WE Lpi 5 SB 5 ve 5 0 + be] AIR : Ni ES N = ì = MER SR] 38 £ x es = = Ï = SN a 10 ST TS = = SS » 97115713 ; tai = Proc ; IN sn = ci in 10 N il 1: € 585 Lj = ses Lt M2 : is D Et >; + Ss E3832 9 BR OR 5 $ =: PE TT a NIET ER © Ss 3 SLE 1 3 a ij © © : à X * &@ LS S JE 7 oi 5 <> ies = = | | SIN s iS Dt x 4 iQ à = x FM SR RR VE as! sie SIN Si € * & Ky DRS 4 NEN +0 IR ea SS > > © s RER | | pe ej OX is Ÿ 15 $ LE bte I à 8 nf 2 A A A * Es X ì ij = Ÿ To PE men nn ie Ï x = ee eme A je Soi dS 1 1 ui = 2 au , si € à nt 5 2 Nn x EPBD C5 Zine Ss 3 = (ie ai 1 à EN EN US Se ij soi ES | 1 N IS OS £ = BSE] DJ sir qi 55 iS Ss Aa ave N u È : N SE = edad A ss Ï Jarre dm ct n ct hk CRB whehe Sie og | Sr ER & os à À Sl a > À Li NN EL Si = 8 ES © SAS EH ol 1€ Sie EN S S Ï , 5] AE ee 34 Si = SON VI IS ws > imi ain ; & Sje BES Ie” 5 PEN Si IS Ss + a 1 à 2 et + 35 € À à X = > À $ ï TE mn ee = {8 OP. SSDS NN is: 181518 5 S ER uv... “8 3 5 & ee 11 Se AS ZN B 8 > x Sm EE A ve ke } ; x $ frere ue Jus == S 3 AS vee 3 | à POUR CE TE > Ÿ emo Ss | | RS! À = ÈS SSID RS sd MES 5 = æ x is (OS [Di (GNT HS 15 Si © & = RS je 1 CE 1 1 deln vs | at © 8 & S iR #4 13 = VIN ; x x m N = eff = ES Ï x. % 4 Ds Ï Le] = = } BE =4 ì © 3 0 pg | S Si N à OÙ A = = BITS) => is] EN = = du: ces WE GEST an SS a ws S + ii © © 3 $ 5 € BE #=S TE 8 Ï Ï X à Aw > * once Lt NN: SE & im ON once 92 « rai N X à = ; | aen: sie Rs à x RS = SRE Lj 8 SS oa à = Sn E BR: ES, TI] MR <a S ça el En WE Lpi 5 SB 5 ve 5 0 + be] AIR : Ni ES N = ì = MER SR] 38 £ x es = = Ï = SN a 10 ST TS = = SS » 97115713 ; tai = Proc ; IN sn = ci in 10 N il 1: € 585 Lj = ses Lt M2 : is D Et >; + Ss E3832 9 BR OR 5 $ =: PE TT a NOT THERE © Ss 3 SLE 1 3 a ij © © : à X * &@ LS S JE 7 oi 5 <> ies = = | | SIN s iS Dt x 4 iQ à = x FM SR RR VE as! sie SIN Si € * & Ky DRS 4 NEN +0 IR ea SS > > © s RER | | pe ej OX is Ÿ 15 $ LE bte I à 8 nf 2 A A A * Es X ì ij = Ÿ To PE men nn ie Ï x = ee eme A je Soi dS 1 1 ui = 2 au , si € à nt 5 2 Nn x EPBD C5 Zine Ss 3 = (ie ai 1 à EN EN US Se ij soi ES | 1 N IS OS £ = BSE] DJ sir qi 55 iS Ss Aa ave N u È : N SE = edad A ss Ï Jarre dm ct n ct hk CRB whehe Sie og | Sr ER & os à À Sla > À Li NN EL Si = 8 ES © SAS EH ol 1€ Sie EN S S Ï , 5] AE ee 34 Si = SON VI IS ws > imi ain ; & Sje BES Ie” 5 PEN Si IS Ss + a 1 à 2 et + 35 € À à X = > À $ ï TE mn ee = {8 OP. SSDS NN is: 181518 5 S ER uv... "8 3 5 & ee 11 Se AS ZN B 8 > x Sm EE A ve ke } ; x $ frere ue Jus == S 3 AS vee 3 | à POUR CE TE > Ÿ emo Ss | | RS! À = ÈS SSID RS sd MES 5 = æ x is (OS [Di (GNT HS 15 Si © & = RS je 1 CE 1 1 deln vs | at © 8 & S iR #4 13 = VIN ; x x m N = eff = ES Ï x. % 4 Ds Ï Le] = = } BE =

Ë pu 3 Ci X # Ï ei = SE Ï ESE Si AR N * = & JR SR A = = 2 Ss Ï hed 5 X : & î ro 5 = Sa ; vin = ; à QI 1 des À : RE ; ÿ LI SUR À 5 fi $ B AS à © S = SE si GN SEN & ® Si = Si sue © S = = & Si Saut 1295 5 © Ye Sn si ASS DS 15 six = + SIMS © sex ti # SE SS S De 3 = 3 8 = * “OE is SER: DISS ee ‘8 Ds SE das SH 2 I = Si ii 6 SMI = is ©. Siret SS SIS IN BNS NDS SES B? HS HS S + {6 Es RD RR SI SNS Ws MS E ss (6 16.158 d ka 855 HS EE GEE EEE VAL ABSI ans SSN MEN IA = SMS ER aj a ES LAË pu 3 Ci X # Ï ei = SE Ï ESE Si AR N * = & JR SR A = = 2 Ss Ï hed 5 X : & î ro 5 = Sa ; vin = ; à QI 1 des À : RE ; ÿ LI SUR À 5 fi $ B AS à © S = SE si GN SEN & ® Si = Si sue © S = = & Si Saut 1295 5 © Ye Sn si ASS DS 15 six = + SIMS © sex ti # SE SS S The 3 = 3 8 = * “OE is SER: DISS ee '8 Ds SE das SH 2 I = Si ii 6 SMI = is ©. Siret SS SIS IN BNS NDS SES B? HS HS S + {6 Es RD RR SI SNS Ws MS E ss (6 16,158 d ka 855 HS EE GEE EEE VAL ABSI ans SSN MEN IA = SMS ER aj a ES LA

Koeien van alle behandelingen kregen dezelfde PMR. De PMR bestond uit graskuil, maiskuil en een ongepelleteerd krachtvoermengsel (Tabel 3). Koeien hadden onbeperkte toegang tot de PMR en de PMR werd gevoerd met als doel - 5% voerresten.Cows from all treatments received the same PMR. The PMR consisted of grass silage, maize silage and an unpelleted concentrate mixture (Table 3). Cows had unrestricted access to the PMR and the PMR was fed with the target - 5% feed residue.

Tabel 3: PMR-samenstelling voor alle behandelingen [rimes | | R | @ | k | Concentraatmengsel | 88 | | 7 | Koeien van de behandelingen kregen dezelfde hoeveelheid experimenteel mengvoer in pelletvorm, waarbij koeien van de 2° pariteit maximaal 11,5 kg kregen en oudere koeien maximaal 12,5 kg per dag (productgebaseerd). De werkelijke hoeveelheid pellets werd aan het begin van de proef aangepast aan het verschil in het werkelijke drogestofgehalte (DS) van de pellets, waarbij werd gestreefd naar een gelijke opname van DS (en nutriënten) uit de experimentele voeders. De experimentele voeropname werd opgebouwd vanaf 1,5 kg op drie dagen na het afkalven tot de maximale opname op 16 dagen na het afkalven.Table 3: PMR composition for all treatments [rimes | | R | @ | k | Concentrate mixture | 88 | | 7 | Cows from the treatments received the same amount of experimental compound feed in pellet form, with cows of the 2° parity receiving a maximum of 11.5 kg and older cows a maximum of 12.5 kg per day (product based). The actual amount of pellets was adjusted at the start of the experiment to the difference in the actual dry matter content (DS) of the pellets, aiming for an equal intake of DM (and nutrients) from the experimental feeds. The experimental feed intake was built up from 1.5 kg at three days after calving to the maximum intake at 16 days after calving.

De eigenschappen van de voerpellet zijn onderverdeeld in referentie, een “snel zinkende” voerpellet, een “langzaam zinkende” voerpellet en een “drijvende” voerpellet (zie Tabel 2). De ingrediëntensamenstelling was hetzelfde (dezelfde opnameniveaus voor alle grondstoffen) voor alle vier de experimentele pellets. De voerpellet die als "referentie" wordt geïdentificeerd, wordt bereid volgens de gebruikelijke productie van voeder voor herkauwers met behulp van een pelletperslijn met expander-pelletpers. Dit proces omvat geen extrusie. Het omvat wel preconditionering met stoom.The properties of the feed pellet are divided into reference, a “fast sinking” feed pellet, a “slow sinking” feed pellet and a “floating” feed pellet (see Table 2). The ingredient composition was the same (same uptake levels for all raw materials) for all four experimental pellets. The feed pellet identified as "reference" is prepared according to the usual production of ruminant feed using an expander pellet press pellet press line. This process does not involve extrusion. It does include steam preconditioning.

De productieprestaties van de melkkoeien zijn weergegeven in Tabel 4.The production performance of the dairy cows is shown in Table 4.

Tabel 4: Melk-, vet-, eiwit- en lactoseopbrengst en efficiëntie van koeien die pellets met dezelfde ingrediëntensamenstelling krijgen, gedurende week 1 tot 10 van de lactatie ; a] a zinkende zinkende In Tabel 4 verwijst de term “Referentie” naar een voerpellet met een expansieverhouding van 6%, een bulkdichtheid van 690 g/l, een soortelijke dichtheid van 1050 g/l, een zinksnelheid van 13,4 cm/s en een water stabiliteitsindex van minder dan 10%. Alle parameters worden gemeten volgens de analysemethoden van de huidige beschrijving.Table 4: Milk, fat, protein and lactose yield and efficiency of cows fed pellets with the same ingredient composition, during weeks 1 to 10 of lactation; a] a sinking sinking In Table 4, the term “Reference” refers to a feed pellet with an expansion ratio of 6%, a bulk density of 690 g/l, a specific gravity of 1050 g/l, a sinking velocity of 13.4 cm/s and a water stability index of less than 10%. All parameters are measured according to the analytical methods of the present description.

In Tabel 4 verwijst de term “Snel zinkend” naar een voerpellet met een expansieverhouding van 29%, een bulkdichtheid van 540 g/l, een soortelijke dichtheid van 920 g/l, een zinksnelheid van 8,8 cm/s en een waterstabiliteitsindex van 59%. Alle parameters worden gemeten volgens de analysemethoden van de huidige beschrijving.In Table 4, the term “Fast sinking” refers to a feed pellet with an expansion ratio of 29%, a bulk density of 540 g/l, a specific gravity of 920 g/l, a sink rate of 8.8 cm/s and a water stability index of 59%. All parameters are measured according to the analytical methods of the present description.

In tabel 4 verwijst de term “langzaam zinkend” naar een voerpellet met een expansieverhouding van 41%, een bulkdichtheid van 490 g/l, een soortelijke dichtheid van 820 g/l, een zinksnelheid van 4,0 cm/s en een waterstabiliteitsindex van 74%. Alle parameters worden gemeten volgens de analysemethoden van de huidige beschrijving.In Table 4, the term “slow sinking” refers to a feed pellet with an expansion ratio of 41%, a bulk density of 490 g/l, a specific gravity of 820 g/l, a sink rate of 4.0 cm/s and a water stability index of 74%. All parameters are measured according to the analytical methods of the present description.

In tabel 4 verwijst de term "drijvend" naar een voerpellet met een expansieverhouding van 49%, een bulkdichtheid van 420 g/l, een soortelijke dichtheid van 730 g/l, een zinksnelheid van 0,0 cm/s en een waterstabiliteitsindex van 75%. Alle parameters worden gemeten volgens de analysemethoden van de huidige beschrijving.In Table 4, the term "floating" refers to a feed pellet having an expansion ratio of 49%, a bulk density of 420 g/l, a specific gravity of 730 g/l, a sink rate of 0.0 cm/s and a water stability index of 75 %. All parameters are measured according to the analytical methods of the present description.

Tabel 5 geeft een overzicht van de bulkdichtheid, de waterstabiliteitsindex, de zinksnelheid en de expansieverhouding van de voerpellets.Table 5 summarizes the bulk density, water stability index, sink rate and expansion ratio of the feed pellets.

Tabel 5: eigenschappen voerpelletsTable 5: Feed pellet properties

Code 4637 (Referentie) 4639 (Drijvende) Eindproduct Eindproduct 13-nov- | 23-jan- | 4-mrt- 13-nov- | 23-jan- | 4-mrt- Run 19 20 20 19 20 20 |Expansieratio_|(%) | 47 | 49 | 78 | 5,8 | 44 | 47 | 55 | 49 | Bulkdichtheid [my | 700 | 690 | 680 | 690 | 450 | 430 | 385 | 422 | Soortelijke |dichtheid (g/l) 1031 1073 1054 | 1053 761 740 684 728 Drijvend |(@) | 0 | o | o | 0 | 100 | 100 | 100 | 100 | Zinkend |) | 100 | 100 | 100 | 100 | o | 0 | 0 | 0 Zinksnelheid___|(em/sec)| 138 | 131 | 134 | 134| 0 | 0 | 0 | 0 | | Waterstabiliteits- index (% 8 hr) <10 <10 <10 <10* 72,5 75,1 77,3 75 Code 4640 (Snel zinkende) 4641 (Langzaam zinkende) Eindproduct Eindproduct 13-nov- | 23-jan- | 4-mrt- 13-nov- | 23-jan- | 4-mrt- Run 19 20 20 19 20 20 |Expansieratio_|(%) | 33 | 26 | 27 | 29 | 39 | 39 | 44 | 41 | [Bulkdichtheid__[@N) Soortelijke dichtheid (g/l) 885 935 924 915 823 834 793 817 Drijvend |@) | 0 | 0 | 0 | 0 | 13 | 17 | 17 | 16 | [eme 86 | 90 | 87 | 88 | 38 | 40 | 43 | 40 | |Zinksnelhed | |L I 1 1 LL Ll |... l@am | 61,1 | 60,7 | 553 | 59 | 748 | 750 | 73,0 | 74 | * Na 4 uur was reeds meer dan 90% van de pellets gedesintegreerd.Code 4637 (Reference) 4639 (Floating) End Product End Product Nov 13 | Jan 23 | 4-Mar- 13-Nov- | Jan 23 | Mar 4- Run 19 20 20 19 20 20 |Expansion rate_|(%) | 47 | 49 | 78 | 5.8 | 44 | 47 | 55 | 49 | Bulk density [my | 700 | 690 | 680 | 690 | 450 | 430 | 385 | 422 | Specific gravity (g/l) 1031 1073 1054 | 1053 761 740 684 728 Floating |(@) | 0 | o | o | 0 | 100 | 100 | 100 | 100 | Sinking |) | 100 | 100 | 100 | 100 | o | 0 | 0 | 0 Sinking rate___|(em/sec)| 138 | 131 | 134 | 134| 0 | 0 | 0 | 0 | | Water Stability Index (% 8 hr) <10 <10 <10 <10* 72.5 75.1 77.3 75 Code 4640 (Fast sinking) 4641 (Slow sinking) End product End product Nov 13 | Jan 23 | 4-Mar- 13-Nov- | Jan 23 | Mar 4- Run 19 20 20 19 20 20 |Expansion rate_|(%) | 33 | 26 | 27 | 29 | 39 | 39 | 44 | 41 | [Bulk density__[@N) Specific gravity (g/l) 885 935 924 915 823 834 793 817 Floating |@) | 0 | 0 | 0 | 0 | 13 | 17 | 17 | 16 | [em 86 | 90 | 87 | 88 | 38 | 40 | 43 | 40 | |Sink rate | |L I 1 1 LL Ll |... l@am | 61.1 | 60.7 | 553 | 59 | 748 | 750 | 73.0 | 74 | * After 4 hours more than 90% of the pellets had already disintegrated.

Dit is waarom waterstabiliteitsindex uur niet is gemeten en is gerapporteerd als <10%. De resultaten worden weergegeven in de figuren 1-7. Figuur 1 toont de melkopbrengst (kg/dag) voor elk van de vier voerpellets als functie van de tijd na het afkalven (week na het afkalven). Figuur 2 toont de FPCM-opbrengst (kg/dag) voor elk van de vier voerpellets als functie van de tijd na het afkalven (week na het afkalven).This is why water stability index hours has not been measured and has been reported as <10%. The results are shown in Figures 1-7. Figure 1 shows the milk yield (kg/day) for each of the four feed pellets as a function of time after calving (week after calving). Figure 2 shows the FPCM yield (kg/day) for each of the four feed pellets as a function of time after calving (week after calving).

Figuur 3 toont de vetopbrengst (g/dag) voor elk van de vier voerpellets als functie van de tijd na het afkalven (week na het afkalven).Figure 3 shows the fat yield (g/day) for each of the four feed pellets as a function of time after calving (week after calving).

Figuur 4 toont de eiwitopbrengst (g/dag) voor elk van de vier voerpellets als functietijd na afkalven (week na afkalven).Figure 4 shows the protein yield (g/day) for each of the four feed pellets as post-calving function time (week after calving).

Figuur 5 toont de lactose-opbrengst (g/dag) voor elk van de vier voerpellets als functie van de tijd na het afkalven (week na het afkalven).Figure 5 shows the lactose yield (g/day) for each of the four feed pellets as a function of time after calving (week after calving).

Figuur 6 toont de stikstofefficiëntie (%) voor elk van de vier voerpellets als functie van de tijd na het afkalven (week na het afkalven).Figure 6 shows the nitrogen efficiency (%) for each of the four feed pellets as a function of time after calving (week after calving).

Figuur 7 toont de voerefficiëntie (kg FPCM/kg DMI) voor elk van de vier voerpellets als functie van de tijd na het afkalven (week na het afkalven).Figure 7 shows the feed efficiency (kg FPCM/kg DMI) for each of the four feed pellets as a function of time after calving (week after calving).

Uit figuur 1 is de melkopbrengst (kg/dag) verhoogd voor de voerpellets geïdentificeerd als "Langzaam zinkend" en "Drijvend" in vergelijking met zowel de referentievoerpellet als de voerpellet geïdentificeerd als "Snel zinkend".From Figure 1, the milk yield (kg/day) is increased for the feed pellets identified as "Slow sinking" and "Floating" compared to both the reference feed pellet and the feed pellet identified as "Fast sinking".

Uit Figuur 2 is de FPCM-opbrengst (kg/dag) verhoogd voor de voerpellets geïdentificeerd als "Langzaam zinkend" en "Drijvend" in vergelijking met zowel de referentievoerpellet als de voerpellet geïdentificeerd als "Snel zinkend".From Figure 2, the FPCM yield (kg/day) is increased for the feed pellets identified as "Slow sinking" and "Floating" compared to both the reference feed pellet and the feed pellet identified as "Fast sinking".

In Figuren 3-7 kan een vergelijkbare trend worden waargenomen voor de voerpellets die worden geïdentificeerd als "Langzaam zinkend" en "Drijvend" in vergelijking met zowel de referentievoerpellet als de voerpellets die worden geïdentificeerd als "Snel zinkend".In Figures 3-7, a similar trend can be observed for the feed pellets identified as "Slow Sinking" and "Floating" as compared to both the reference feed pellet and the feed pellets identified as "Fast Sinking".

Op basis van de experimentele resultaten vonden de uitvinders verrassenderwijs dat de fysische eigenschappen van de voerpellet van invloed zijn op de melkopbrengst (kg/d), FPCM-opbrengst (kg/d), vetopbrengst (g/d), eiwitopbrengst (g/d), lactose-opbrengst (g/d) en voer- en stikstofefficiëntie van een herkauwer.Based on the experimental results, the inventors surprisingly found that the physical properties of the feed pellet affect the milk yield (kg/d), FPCM yield (kg/d), fat yield (g/d), protein yield (g/d ), lactose yield (g/d) and feed and nitrogen efficiency of a ruminant.

Verbeterde waarden voor melkopbrengst, FPCM-opbrengst, vetopbrengst, eiwitopbrengst, lactoseopbrengst en voer- en stikstofefficiëntie zijn verkregen voor een voerpellet met een waterstabiliteitsindex van minimaal 65% na 8 uur, gemeten volgens de analysemethode zoals hierboven besproken.Improved values for milk yield, FPCM yield, fat yield, protein yield, lactose yield and feed and nitrogen efficiency were obtained for a feed pellet with a water stability index of at least 65% after 8 hours, measured according to the analytical method discussed above.

Claims (20)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Voerpellet voor herkauwers omvattende een of meer van vet, eiwit, suikers, zetmeel en vezels, het voerpellet hebbende een bulkdichtheid van maximaal 550 g/L, met het kenmerk dat de waterstabiliteitsindex van het voerpellet ten minste 65 % bedraagt, na 8 uur, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.A ruminant feed pellet comprising one or more of fat, protein, sugars, starch and fibre, the feed pellet having a bulk density not exceeding 550 g/L, characterized in that the water stability index of the feed pellet is at least 65 %, after 8 hours , measured according to the analysis method from the description. 2. Voerpellet volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de waterstabiliteitsindex van het voerpellet ten minste 70 % bedraagt, na 8 uur, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.Feed pellet according to claim 1, characterized in that the water stability index of the feed pellet is at least 70%, after 8 hours, measured according to the analysis method from the description. 3. Voerpellet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zinksnelheid van het voerpellet in kraanwater ten hoogste 7 cm/s bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.Feed pellet according to one of the preceding claims, characterized in that the sinking speed of the feed pellet in tap water is at most 7 cm/s, measured according to the analysis method from the description. 4. Voerpellet volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de zinksnelheid van het voerpellet in kraanwater ten hoogste 5 cm/s bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.Feed pellet according to claim 3, characterized in that the sinking speed of the feed pellet in tap water is at most 5 cm/s, measured according to the analysis method from the description. 5. Voerpellet volgens een van de conclusies 3-4, met het kenmerk dat de zinksnelheid van het voerpellet in kraanwater ten hoogste 2 cm/s bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.Feed pellet according to one of claims 3-4, characterized in that the sinking speed of the feed pellet in tap water is at most 2 cm/s, measured according to the analysis method from the description. 6. Voerpellet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de expansieratio van het voerpellet ten minste 35 % bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.Feed pellet according to any one of the preceding claims, characterized in that the expansion ratio of the feed pellet is at least 35%, measured according to the analysis method from the description. 7. Voerpellet volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de expansieratio van het voerpellet ten minste 40 % bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.Feed pellet according to claim 6, characterized in that the expansion ratio of the feed pellet is at least 40%, measured according to the analysis method from the description. 8. Voerpellet volgens een van de conclusies 6-7, met het kenmerk dat de expansieratio van het voerpellet ten minste 45 % bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.A feed pellet according to any one of claims 6-7, characterized in that the expansion ratio of the feed pellet is at least 45%, measured according to the analysis method from the description. 9. Voerpellet volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat ij) de bulkdichtheid ten hoogste 550 g/L bedraagt; ij) de waterstabiliteitsindex van het voerpellet ten minste 65 % bedraagt na 8 uur, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving; ill) de zinksnelheid van het voerpellet ten hoogste 7 cm/s bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving;Feed pellet according to any one of the preceding claims, characterized in that ij) the bulk density is at most 550 g/L; (ij) the water stability index of the feed pellet is at least 65 % after 8 hours, measured according to the analytical method described; ill) the sinking speed of the feed pellet does not exceed 7 cm/s, measured according to the analytical method described; iv) de expansieratio van het voerpellet ten minste 35 % bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.iv) the expansion ratio of the feed pellet is at least 35 %, measured according to the analytical method described. 10. Werkwijze voor het bereiden van voerpellets omvattende een of meer van vet, eiwit, suikers, zetmeel en vezels, het voerpellet hebbende een bulkdichtheid van maximaal 550 g/L, de werkwijze omvattende de volgende stappen: a) voorzien van een of meer bronnen van vet, eiwit, suikers, zetmeel en vezels; b) mengen van de componenten van a) om een gemengde samenstelling te verkrijgen; c) preconditionering van de gemengde samenstelling van stap b); d) extruderen van de gepreconditioneerde gemengde samenstelling van stap c) om zo voerpellets te verkrijgen met een bulkdichtheid van maximaal 550 g/L, waarin de waterstabiliteitsindex van het voerpellet ten minste 65 % bedraagt, na 8 uur, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.A process for preparing feed pellets comprising one or more of fat, protein, sugars, starch and fiber, the feed pellet having a bulk density of up to 550 g/L, the process comprising the steps of: a) providing one or more sources of fat, protein, sugars, starch and fiber; b) mixing the components of a) to obtain a mixed composition; c) preconditioning of the mixed composition of step b); d) extruding the preconditioned mixed composition of step c) to obtain feed pellets with a bulk density not exceeding 550 g/L, in which the water stability index of the feed pellet is at least 65 %, after 8 hours, measured according to the analytical method described in the specification . 11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk dat een deel van de totale hoeveelheid vet wordt voorzien in stap c) en het resterende gedeelde vet wordt toegepast in stap e) na extrusie van de gepreconditioneerde gemengde samenstelling van stap c), waarin stap e) het coaten van de geëxtrudeerde samenstelling met een vetsamenstelling omvat.Method according to claim 10, characterized in that a part of the total amount of fat is provided in step c) and the remaining part fat is used in step e) after extrusion of the preconditioned mixed composition of step c), wherein step e ) comprises coating the extruded composition with a fat composition. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de hoeveel vet toegepast in stap c) ten hoogste 2,5 gew.% bedraagt, gebaseerd op het totaal gewicht van het voerpellet.A method according to claim 11, characterized in that the amount of fat used in step c) is at most 2.5% by weight, based on the total weight of the feed pellet. 13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de hoeveel vet toegepast in stap c) ten hoogste 1,75 gew.% bedraagt, gebaseerd op het totaal gewicht van het voerpellet.A method according to claim 12, characterized in that the amount of fat used in step c) is at most 1.75 wt.%, based on the total weight of the feed pellet. 14. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 10-13 met het kenmerk dat hoeveelheid water toegevoegd in stap c) ten minste 3 gew.% bedraagt, bij voorkeur ten minste 6 gew.%, gebaseerd op het totaal gewicht van het voerpellet.Method according to one or more of claims 10-13, characterized in that the amount of water added in step c) is at least 3% by weight, preferably at least 6% by weight, based on the total weight of the feed pellet. 15. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 10-14, met het kenmerk dat de zinksnelheid van het voerpellet ten hoogste 7 cm/s bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.15. Method according to one or more of claims 10-14, characterized in that the sinking speed of the feed pellet is at most 7 cm/s, measured according to the analysis method from the description. 16. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 10-15, met het kenmerk dat de expansieratio van het voerpellet ten minste 35 % bedraagt, gemeten volgens de analysemethode uit de beschrijving.Method according to one or more of claims 10-15, characterized in that the expansion ratio of the feed pellet is at least 35%, measured according to the analysis method from the description. 17. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 10-18, met het kenmerk dat stap a) verder omvat het voorzien van een of meer additieven geselecteerd ui de groep bestaande uit enzymen, vitaminen, antioxidanten, kleurstoffen, smaakstoffen, carotenoïden, synthetische aminozuren, organische zuren, coccidiostatica, antimicrobiële groeistimulatoren, sporenelementen en diergeneesmiddelen.Method according to one or more of claims 10-18, characterized in that step a) further comprises providing one or more additives selected from the group consisting of enzymes, vitamins, antioxidants, coloring agents, flavourings, carotenoids, synthetic amino acids , organic acids, coccidiostats, antimicrobial growth stimulators, trace elements and veterinary medicines. 18. Werkwijze voor het voeren van een herkauwer, welke werkwijze de stap omvat van het toedienen aan de herkauwer van een voerpellet volgens een of meer van de conclusies 1-9.A method of feeding a ruminant, the method comprising the step of administering to the ruminant a feed pellet according to any one of claims 1-9. 19. Werkwijze voor het voeren van een herkauwer volgens conclusie 18 voor het verhogen van een of meer van melkopbrengst (kg/d), FPCM opbrengst (kg/d), vetopbrengst (g/d), eiwitopbrengst (g/d), lactoseopbrengst (g/d) en voerefficiëntie en stikstofefficiëntie van een herkauwer.A method of feeding a ruminant according to claim 18 for increasing one or more of milk yield (kg/d), FPCM yield (kg/d), fat yield (g/d), protein yield (g/d), lactose yield (g/d) and feed efficiency and nitrogen efficiency of a ruminant. 20. Toepassing van een voerpellet volgens een of meer van de conclusies 1-9 voor het voeren van een herkauwer, in het bijzonder van een herkauwer voor melkproductie.Use of a feed pellet according to one or more of claims 1-9 for feeding a ruminant, in particular a ruminant for milk production.
BE20225235A 2021-03-31 2022-03-31 A feed pellet for ruminants BE1029207B1 (en)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2027883A NL2027883B1 (en) 2021-03-31 2021-03-31 A feed pellet for ruminants.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029207A1 true BE1029207A1 (en) 2022-10-11
BE1029207B1 BE1029207B1 (en) 2023-05-02

Family

ID=75954213

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225235A BE1029207B1 (en) 2021-03-31 2022-03-31 A feed pellet for ruminants

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1029207B1 (en)
NL (1) NL2027883B1 (en)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4533557A (en) 1982-04-02 1985-08-06 Nippon Soda Co. Ltd. Feed additives for ruminants
EP0520890A1 (en) 1991-06-28 1992-12-30 Rhone-Poulenc Nutrition Animale Pellet composition comprising active substances unprotected in the rumen of ruminants, in combination with active substances protected against degradation in the rumen of ruminants
WO1995011598A1 (en) 1993-10-26 1995-05-04 Lachlan Macsmith Pelletized high nutrient feed for ruminants
WO2005084455A1 (en) 2004-03-04 2005-09-15 Cehave Landbouwbelang Voeders B.V. Feed pellets with a base of natural materials and method of preparing same
EP2103224A1 (en) 2008-03-17 2009-09-23 Coöperatie Cehave Landbouwbelang U.A. A high-energy feed pellet based on natural materials and a method for the preparation thereof
WO2013082035A1 (en) 2011-11-28 2013-06-06 Lhoist North America, Inc. Method and composition for increasing the proportion of dietary ingredients that are resistant to degradation by ruminal microorganisms
WO2018038254A1 (en) 2016-08-26 2018-03-01 日本製紙株式会社 Ruminant feed pellet
WO2018197620A1 (en) 2017-04-26 2018-11-01 Nutreco Nederland B.V. A solid feed combination composition for ruminant calves

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NO98024A (en) * 1956-11-05
DE102006026512A1 (en) * 2006-06-06 2007-12-13 Bühler AG Feed composition for cattle
WO2015177650A2 (en) * 2014-04-18 2015-11-26 Melior Engineering Consultants Ltd. Extruded lignocellulosic animal feed products having high digestibility

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4533557A (en) 1982-04-02 1985-08-06 Nippon Soda Co. Ltd. Feed additives for ruminants
EP0520890A1 (en) 1991-06-28 1992-12-30 Rhone-Poulenc Nutrition Animale Pellet composition comprising active substances unprotected in the rumen of ruminants, in combination with active substances protected against degradation in the rumen of ruminants
WO1995011598A1 (en) 1993-10-26 1995-05-04 Lachlan Macsmith Pelletized high nutrient feed for ruminants
WO2005084455A1 (en) 2004-03-04 2005-09-15 Cehave Landbouwbelang Voeders B.V. Feed pellets with a base of natural materials and method of preparing same
EP2103224A1 (en) 2008-03-17 2009-09-23 Coöperatie Cehave Landbouwbelang U.A. A high-energy feed pellet based on natural materials and a method for the preparation thereof
WO2013082035A1 (en) 2011-11-28 2013-06-06 Lhoist North America, Inc. Method and composition for increasing the proportion of dietary ingredients that are resistant to degradation by ruminal microorganisms
WO2018038254A1 (en) 2016-08-26 2018-03-01 日本製紙株式会社 Ruminant feed pellet
WO2018197620A1 (en) 2017-04-26 2018-11-01 Nutreco Nederland B.V. A solid feed combination composition for ruminant calves

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029207B1 (en) 2023-05-02
NL2027883B1 (en) 2022-10-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
MX2008011491A (en) Methods and compositions for increased productivity in animals.
JP3448936B2 (en) Methods for increasing milk production in ruminants
CA2801166A1 (en) Feed composition comprising a mineral complex and methods of using the mineral complex
ES2943679T3 (en) Reproductive capacity enhancement agent for a ruminant
CN109068688B (en) Composition for improving nitrogen utilization in ruminants
BE1029207B1 (en) A feed pellet for ruminants
Khan et al. Comparative efficacy of urea and slow-release non-protein nitrogen on performance of Nili-Ravi buffalo calves
KR100222132B1 (en) Feed for pets
JP2000281575A (en) Reinforcement of immune activity of domestic animal by oral feeding of oil and fat-coated vitamin c, and protection of stress and prevention of wastage
NL2023112B1 (en) Feed composition, method for the preparation thereof and use of a binder in a feed composition.
JP3205073B2 (en) Feed
RU2512305C1 (en) Sapromix vitamin-and-mineral concentrate for farm animals (versions)
Shaver et al. Use of straw in dairy cattle diets
Patil et al. Urea molasses mineral supplement for enhancing livestock productivity
JP2887768B2 (en) Animal feed containing calcium and crude fiber
Haloi et al. Lactational performance of crossbred dairy cows fed on complete feed block and total mixed ration
Lata et al. Impact of Bypass protein supplementation in ruminant animals
Fiems et al. Performance of double-muscled bulls affected by grazing or restricted indoor feed intake during the growing period followed by finishing up to two different slaughter weights
Hamilton et al. Effect on milk production of adding bentonite and reactive limestone to maize grain supplements for grazing cows
Aye Utilization of Leucaena and Gliricidia-based multinutrient blocks by West African Dwarf (WAD) Sheep
Martin The Latest Information on Dairy Cattle Nutrition
Gardine et al. Effects of production system on cow and calf performance
AU2010201043B2 (en) Dietary supplements and their use
JP2000083596A (en) Health food for domestic animal and its production
Reddy et al. Sunflower straw based complete feed for crossbred cows

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230502