BE1029089B1 - CHOCOLATE AND PREPARATION METHODS FOR CHOCOLATE - Google Patents

CHOCOLATE AND PREPARATION METHODS FOR CHOCOLATE Download PDF

Info

Publication number
BE1029089B1
BE1029089B1 BE20215096A BE202105096A BE1029089B1 BE 1029089 B1 BE1029089 B1 BE 1029089B1 BE 20215096 A BE20215096 A BE 20215096A BE 202105096 A BE202105096 A BE 202105096A BE 1029089 B1 BE1029089 B1 BE 1029089B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pulp
cocoa
cocoa beans
fermenting
beans
Prior art date
Application number
BE20215096A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1029089A1 (en
Inventor
Clémentine Chaussée
Fabienne Verte
Julien Simonis
Original Assignee
Puratos
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Puratos filed Critical Puratos
Priority to BE20215096A priority Critical patent/BE1029089B1/en
Priority to PCT/EP2022/052950 priority patent/WO2022167677A1/en
Priority to MX2023009160A priority patent/MX2023009160A/en
Priority to BR112023013240A priority patent/BR112023013240A2/en
Publication of BE1029089A1 publication Critical patent/BE1029089A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1029089B1 publication Critical patent/BE1029089B1/en
Priority to ECSENADI202360645A priority patent/ECSP23060645A/en
Priority to CONC2023/0010485A priority patent/CO2023010485A2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G1/00Cocoa; Cocoa products, e.g. chocolate; Substitutes therefor
    • A23G1/02Preliminary treatment, e.g. fermentation of cocoa

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Confectionery (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding verschaft methoden voor het bereiden van gefermenteerde cacaobonen omvattende de stappen van het verzamelen van pulp sap van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan, waarbij de fermentatie een anaërobe fermentatie is; het recirculeren van het pulp sap op de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; en het verder fermenteren van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; waardoor gefermenteerde cacaobonen worden verkregen. De uitvinding verschaft verder methoden voor het bereiden van cacaomassa uit de gefermenteerde cacaobonen en daardoor verkregen cacaomassa. Verder worden hierin methoden voor het bereiden van chocolade uit de cacaomassa en daardoor verkregen chocolade verschaft.The present invention provides methods for preparing fermented cocoa beans comprising the steps of collecting pulp juice from fermenting cocoa beans and pulp thereof, wherein the fermentation is an anaerobic fermentation; recirculating the pulp juice onto the fermenting cocoa beans and pulp thereof; and further fermenting the fermenting cocoa beans and pulp thereof; whereby fermented cocoa beans are obtained. The invention further provides methods for preparing cocoa mass from the fermented cocoa beans and cocoa mass obtained thereby. Furthermore, methods for preparing chocolate from the cocoa liquor and chocolate obtained thereby are provided herein.

Description

t BE2021/5096t BE2021/5096

CHOCOLADE EN BEREIDINGSMETHODEN VOOR CHOCOLADECHOCOLATE AND PREPARATION METHODS FOR CHOCOLATE

GEBIED VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van cacaoverwerking. In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op methoden voor het verwerken en fermenteren van cacaobonen.FIELD OF THE INVENTION The present invention relates to the field of cocoa processing. In particular, the present invention relates to methods of processing and fermenting cocoa beans.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Cacao en cacaoproducten worden door de consument als gezond en lekker beschouwd. Van de factoren die consumenten ertoe aanzetten om chocolade te kopen, is het percentage cacao in het product de op twee na belangrijkste factor. Het verhogen van het percentage cacao in chocolade verhoogt echter zijn bitterheid, wat niet voor alle consumenten aanvaardbaar is. Rauwe cacaobonen zijn niet eetbaar vanwege hun bittere en astringente mondervaring en onaantrekkelijke en onaangename smaak. Voorafgaand aan het verwerken van cacaobonen tot finalecacaoproducten, zoals cacaopoeder, cacaopasta of cacaoboter, ondergaan zij gewoonlijk een verwerking na de oogst, die opening van de omhulsels, verwijdering van de bonen uit het omhulsel, fermentatie en droging omvat. Fermentatie is daarvoor cruciaal voor het chocoladeproductieproces omdat dit de chemische samenstelling en de smaak van de chocolade zal beïnvloeden. De cacao-omhulsels die direct aan de stam van de boom groeien, worden gewoonlijk met de hand geoogst met gebruikmaking van messen met een lang handvat en opengebroken om de cacaobonen en de witte slijmerige pulp daaromheen bloot te leggen. De cacaobonen uit de vruchtomhulsels zijn typisch het voornaamste uitgangsmateriaal voor cacaoproducten. Daarna beginnen de cacaobonen en een deel van de pulp daaromheen die uit de cacao-omhulsels zijn gewonnen spontaan te fermenteren vanwege de aanwezigheid van micro-organismen in de directe omgeving rond de plaats waar de cacaobonen worden verzameld (bijvoorbeeld grond, lucht, stof, insecten, cacao-omhulsels, bananen- en kookbananenbladeren die worden gebruikt om de hopen op te zetten, materiaal zoals dozen, gereedschappen, apparatuur, enz.). De Vuyst en Wecks (Journal of Applied Microbiology (2016), vol 121, blz. 5-17) onderscheiden verscheidene doelen van fermentatie van cacaobonen: (1) het vergemakkelijkt verwijdering van de viskeuze pulp rond de bonen en de daaropvolgende droging daarvan; (2) het draagt bij aan kleur- en smaakontwikkelling van de niet-kiemende cacaobonen, omdat dit embryonale groei tegengaat en hydrolytische boonenzymen activeert, wat het tot uitdrukking komen van het smaakpotentieel van de cacao mogelijk maakt en (3) het vermindert bitterheid en astringentie, in het bijzonder door uitwisseling van verbindingen door diffusie tussen de zaadlobben van de cacaobonen en de omgeving.BACKGROUND OF THE INVENTION Cocoa and cocoa products are considered healthy and delicious by consumers. Of the factors that drive consumers to buy chocolate, the percentage of cocoa in the product is the third most important factor. However, increasing the percentage of cocoa in chocolate increases its bitterness, which is not acceptable to all consumers. Raw cocoa beans are not edible because of their bitter and astringent mouthfeel and unappealing and unpleasant taste. Prior to processing cocoa beans into final cocoa products, such as cocoa powder, cocoa paste or cocoa butter, they usually undergo a post-harvest processing which includes opening the hulls, removing the beans from the hull, fermentation and drying. Fermentation is therefore crucial to the chocolate production process as it will affect the chemical composition and taste of the chocolate. The cocoa husks that grow directly on the trunk of the tree are usually harvested by hand using long-handled knives and broken open to expose the cocoa beans and the white slimy pulp surrounding them. The cocoa beans from the fruit wrappers are typically the primary raw material for cocoa products. After that, the cocoa beans and some of the surrounding pulp extracted from the cocoa shells start to ferment spontaneously due to the presence of microorganisms in the immediate environment around the place where the cocoa beans are collected (e.g. soil, air, dust, insects , cocoa shells, banana and cooking banana leaves used to set up the heaps, material such as boxes, tools, equipment, etc.). De Vuyst and Wecks (Journal of Applied Microbiology (2016), vol 121, pp. 5-17) identify several goals of cocoa bean fermentation: (1) it facilitates removal of the viscous pulp around the beans and subsequent drying thereof; (2) it contributes to color and flavor development of the non-germinating cocoa beans, as it inhibits embryonic growth and activates hydrolytic bean enzymes, allowing the expression of the cocoa's flavor potential and (3) it reduces bitterness and astringency , in particular by exchange of compounds by diffusion between the cotyledons of the cocoa beans and the environment.

? BE2021/5096 Geoogste cacaobonen ondergaan typisch natuurlijke fermentatie waarbij microbiële werking van de slijmerige pulp wordt beschouwd als een gedefinieerde microbiële successie die wordt geleid door gisten tijdens de eerste uren (anaërobe giststadium) waarna hun overheersing wordt overstegen door melkzuurbacteriën (microaërobe melkzuurbacteriestadium) die na 48 uur fermentatie zullen afnemen ten gunste van de ontwikkeling van azijnzuurbacteriën (aërobe azijnzuurbacteriestadium), zoals bijvoorbeeld beschreven door De Vuyst L. en Weckx S., The cocoa bean fermentation process: from ecosystem analysis to starter culture development, Journal of Applied Microbiology, 2016, 121, 5-17. Het fermentatieproces van cacaobonen kan schematischer worden verdeeld in twee hoofdfasen, waarvan de eerste een anaërobe/microaërobe fase is, waarin de gisten de afbraak van pectine van de pulp veroorzaken, wat leidt tot het vloeibaar worden daarvan.? BE2021/5096 Harvested cocoa beans typically undergo natural fermentation where microbial action of the slimy pulp is considered to be a defined microbial succession guided by yeasts during the first hours (anaerobic yeast stage) after which their predominance is overcome by lactic acid bacteria (microaerobic lactic acid bacteria stage) which after 48 hours of fermentation will decrease in favor of the development of acetic acid bacteria (aerobic acetic acid bacteria stage), as described for example by De Vuyst L. and Weckx S., The cocoa bean fermentation process: from ecosystem analysis to starter culture development, Journal of Applied Microbiology, 2016, 121.5-17. The fermentation process of cocoa beans can be more schematically divided into two main phases, the first of which is an anaerobic/microaerobic phase, in which the yeasts cause the degradation of pectin of the pulp, leading to its liquefaction.

Wanneer het door het vloeibaar worden ontstane sap begint uit te lekken, laat men lucht in de fermenterende massa van cacaobonen komen.When the juice resulting from the liquefaction begins to leak out, air is allowed to enter the fermenting mass of cocoa beans.

Dit sap wordt in het algemeen aangeduid met de term pulp sap (“sweatings”). Tijdens deze eerste fase neemt het aantal melkzuurbacteriën en gisten gestaag toe en dit blijft tijdens de gehele fermentatie hoog.This juice is generally referred to as pulp juice (“sweatings”). During this first phase, the number of lactic acid bacteria and yeasts steadily increases and remains high throughout the fermentation.

De tweede fermentatiefase start wanneer de aërobe omstandigheden de ontwikkeling van azijnzuurbacteriën bevorderen, die in de populatie van micro-organismen gaan overheersen.The second fermentation phase starts when the aerobic conditions promote the development of acetic acid bacteria, which become predominant in the population of microorganisms.

Het is in de techniek algemeen bekend dat ter verzekering van de juiste microbiële successie zoals hiervoor genoemd, het belangrijk is dat het pulp sap tijdens de fermentatie van de bonen wordt geëlimineerd, omdat een voortijdige onderbreking van het pulp sap vormingsproces ertoe leidt dat producten (bijvoorbeeld cacaoderivaten of zelfs chocolade) van slechte kwaliteit worden verkregen.It is well known in the art that in order to ensure proper microbial succession as mentioned above, it is important that the pulp juice is eliminated during the fermentation of the beans, because premature interruption of the pulp juice formation process leads to products (e.g. cocoa derivatives or even chocolate) of poor quality.

Onder verslechterde eigenschappen vallen textuur, smaak en aroma.Deteriorated properties include texture, taste and aroma.

Verder treedt tijdens de fermentatie een aantal biochemische omzettingen in de cacaobonen op en deze omzettingen hangen af van de snelheid, de duur en de intensiteit van de pH-afname, van de temperatuurtoename en van het vrijkomen van pulp sap.Furthermore, a number of biochemical transformations occur in the cocoa beans during the fermentation and these transformations depend on the rate, duration and intensity of the pH decrease, on the temperature increase and on the release of pulp juice.

Deze biologische omzettingen maken de smaakprecursors vrij die zich later tijdens het drogen en het roosteren van de cacaobonen verder ontwikkelen tot kleur en smaak.These biological conversions release the flavor precursors that later develop into color and flavor during the drying and roasting of the cocoa beans.

Tegelijkertijd lekken verbindingen zoals alkaloïden en polyfenolen uit de fermenterende cacaobonen in de omgevende pulp, waardoor bitterheid en astringentie van de gefermenteerde cacaobonen afnemen.At the same time, compounds such as alkaloids and polyphenols leach from the fermenting cocoa beans into the surrounding pulp, decreasing bitterness and astringency of the fermented cocoa beans.

Cacao pulp sap 1s rijk aan suikers (10 tot 15% (w/v)), zouten (8 tot 10% (w/v)), pectine (2 tot 3% (w/v)), organische zuren (1 tot 2% (w/v)) en eiwitten (ongeveer 0,6% (w/v)) met een relatief lage pH (3,0 tot 4,0) voornamelijk vanwege een hoge concentratie van citroenzuur (1 tot 3 vol.%). Van de suikers die aanwezig zijn, is ongeveer 60% (w/v) sucrose en 1s ongeveer 39% (w/v) een mengsel van glucose en fructose.Cocoa pulp juice 1s rich in sugars (10 to 15% (w/v)), salts (8 to 10% (w/v)), pectin (2 to 3% (w/v)), organic acids (1 to 2% (w/v)) and proteins (about 0.6% (w/v)) with a relatively low pH (3.0 to 4.0) mainly due to a high concentration of citric acid (1 to 3 vol.% ). Of the sugars present, about 60% (w/v) is sucrose and about 39% (w/v) is a mixture of glucose and fructose.

Het grootste deel van het cacao pulp sap wordt tijdens het verwerken van de cacaobonen gewoonlijk als afval weggedaan en dit heeft geleid tot de benutting daarvan als een potentieel uitgangsmateriaal voor de ontwikkeling van verschillende bijproducten. Pulp sap kan ofwel afzonderlijk, ofwel in combinatie met andere vruchtensappen 1n een vruchtendrank worden omgezet. Het kan ook worden gebruikt voor het maken van jam en marmelade. Bovendien kan daaruit pectine van commerciële kwaliteit worden geëxtraheerd. Fermentatie van de suikers in pulp sap leidt tot de productie van alcoholische dranken (gin en brandewijn) en ook tot de productie van wijn en azijn. Er bestaat behoefte om cacaomassa’s en cacaoproducten met een nieuwe smaak te ontwikkelen, zoals door het ontwikkelen van een nieuw fermentatieproces van de cacaobonen.Most of the cocoa pulp juice is usually disposed of as waste during the processing of the cocoa beans and this has led to its utilization as a potential starting material for the development of various by-products. Pulp juice can be converted into a fruit drink either alone or in combination with other fruit juices. It can also be used for making jam and marmalade. In addition, commercial grade pectin can be extracted therefrom. Fermentation of the sugars in pulp juice leads to the production of alcoholic beverages (gin and brandy) and also to the production of wine and vinegar. There is a need to develop cocoa masses and cocoa products with a new taste, such as by developing a new fermentation process of the cocoa beans.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding is ten minste gedeeltelijk gebaseerd op de mzichten van de uitvinders dat het recirculeren van het pulp sap op de cacaobonen tijdens het anaërobe fermentatieproces het mogelijk maakt om cacaoproducten zoals chocolades te verkrijgen die minder bitter, zoeter, evenwichtiger en romiger zijn in vergelijking met cacaoproducten die zijn bereid van cacaobonen die zijn gefermenteerd zonder recirculatie van het pulp sap. Deze constatering gaat in tegen de intuïtie omdat tot op heden algemeen werd aangenomen dat pulp sap tijdens de fermentatie van de bonen dient te worden geëlimineerd omdat een voortijdige onderbreking van het pulp sap proces ertoe zou leiden dat producten (bijvoorbeeld cacaoderivaten of zelfs chocolade) van slechte kwaliteit worden verkregen. Dienovereenkomstig verschaft een eerste aspect een methode voor het bereiden van gefermenteerde cacaobonen omvattende de stappen van: - het verzamelen van pulp sap van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; waarbij de fermentatie cen anaërobe fermentatie 1s: - het recirculeren van het pulp sap op de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; en - het verder fermenteren van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; waardoor gefermenteerde cacaobonen worden verkregen. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de methode de stappen van: (a) het op gang brengen van anaërobe fermentatie van cacaobonen en pulp daarvan; (b) het verzamelen van het door de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan geproduceerde pulp sap: (c) het recirculeren van het pulp sap op de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; en (d) het verder fermenteren van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan;SUMMARY OF THE INVENTION The present invention is based at least in part on the inventors' views that recirculating the pulp juice on the cocoa beans during the anaerobic fermentation process makes it possible to obtain cocoa products such as chocolates that are less bitter, sweeter, more balanced and creamy. compared to cocoa products made from cocoa beans that have been fermented without recirculation of the pulp juice. This statement is counter-intuitive because until now it was generally assumed that pulp juice should be eliminated during the fermentation of the beans because premature interruption of the pulp juice process would lead to products (e.g. cocoa derivatives or even chocolate) of poor quality. quality are obtained. Accordingly, a first aspect provides a method for preparing fermented cocoa beans comprising the steps of: - collecting pulp juice from fermenting cocoa beans and pulp thereof; wherein the fermentation and anaerobic fermentation is: - recirculating the pulp juice on the fermenting cocoa beans and pulp thereof; and - further fermenting the fermenting cocoa beans and pulp thereof; whereby fermented cocoa beans are obtained. In particular embodiments, the method comprises the steps of: (a) initiating anaerobic fermentation of cocoa beans and pulp thereof; (b) collecting the pulp juice produced by the fermenting cocoa beans and pulp thereof: (c) recirculating the pulp juice onto the fermenting cocoa beans and pulp thereof; and (d) further fermenting the fermenting cocoa beans and pulp thereof;

(e) eventueel het herhalen van stappen (b) tot (d); waardoor gefermenteerde cacaobonen worden verkregen.(e) optionally repeating steps (b) to (d); whereby fermented cocoa beans are obtained.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt het pulp sap continu verzameld en gerecirculeerd.In particular embodiments, the pulp juice is continuously collected and recycled.

In bijzondere uitvoeringsvormen is het volume van het pulp sap dat op de cacaobonen en pulp daarvan wordt gerecirculeerd meer dan 50% van het tussen twee recirculaties verzamelde pulp sap, waarbij bij voorkeur het volume gelijk is aan 100% van het tussen twee recirculaties verzamelde pulp sap.In particular embodiments, the volume of the pulp juice recycled on the cocoa beans and pulp thereof is more than 50% of the pulp juice collected between two recycles, preferably the volume being equal to 100% of the pulp juice collected between two recycles .

In bijzondere uitvoeringsvormen 1s de tijd tussen twee opeenvolgende stappen van het in contact brengen van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan met het pulp sap 0,2 tot 24 uur, bij voorkeur 0,2 tot 3 uur.In particular embodiments, the time between two successive steps of contacting fermenting cocoa beans and pulp thereof with the pulp juice is 0.2 to 24 hours, preferably 0.2 to 3 hours.

In bijzondere uitvoeringsvormen worden de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan omvat door een houder en wordt het pulp sap op de fermenterende bonen en pulp daarvan gerecirculeerd door het gelijkmatig verdelen van het pulp sap over ten minste 75%, bij voorkeur 90%, met meer voorkeur ten minste 99%, van het bovenoppervlak van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan in de houder. In bijzondere uitvoeringsvormen worden de cacaobonen gefermenteerd door anaërobe fermentatie gedurende een totale tijd van 6 tot 72 uur, bij voorkeur 12 tot 60 uur, met meer voorkeur 24 tot 48 uur. In bijzondere uitvoeringsvormen worden één of meer bestanddelen gekozen uit de groep bestaande uit microbiële starters, enzymen, zoetstoffen en aminozuren vóór het op gang brengen van de anaërobe fermentatie of tijdens de anaërobe fermentatie aan de cacaobonen toegevoegd.In particular embodiments, the fermenting cocoa beans and pulp thereof are contained in a container and the pulp juice is recycled onto the fermenting beans and pulp thereof by evenly distributing the pulp juice over at least 75%, preferably 90%, more preferably at least at least 99%, of the top surface of the fermenting cocoa beans and pulp thereof in the container. In particular embodiments, the cocoa beans are fermented by anaerobic fermentation for a total time of 6 to 72 hours, preferably 12 to 60 hours, more preferably 24 to 48 hours. In particular embodiments, one or more ingredients selected from the group consisting of microbial starters, enzymes, sweeteners and amino acids are added to the cocoa beans before initiating the anaerobic fermentation or during the anaerobic fermentation.

In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de cacaobonen, cacaobonen van de species Theobroma of Herrania, bij voorkeur van de species 7heobroma cacao L. en Theobroma grandiflorum.In particular embodiments, the cocoa beans are cocoa beans of the species Theobroma or Herrania, preferably of the species 7heobroma cacao L. and Theobroma grandiflorum.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de methode verder een stap van het onderwerpen van de cacaobonen aan aërobe fermentatie. Een verder aspect verschaft een methode voor het bereiden van cacaomassa omvattende de stappen van: - het verschaffen van gefermenteerde cacaobonen die zijn verkregen door de methode zoals deze beschrijving leert; - het drogen van de gefermenteerde cacaobonen; - het roosteren van de gedroogde cacaobonen; - het breken en ontdoppen van de geroosterde cacaobonen; en - het malen van de gebroken en ontdopte cacaobonen; waardoor een cacaomassa wordt verkregen.In particular embodiments, the method further comprises a step of subjecting the cocoa beans to aerobic fermentation. A further aspect provides a method of preparing cocoa liquor comprising the steps of: - providing fermented cocoa beans obtained by the method as taught herein; - drying the fermented cocoa beans; - roasting the dried cocoa beans; - breaking and dehusking the roasted cocoa beans; and - grinding the crushed and dehusked cocoa beans; whereby a cocoa mass is obtained.

Een verder aspect verschaft een methode voor het bereiden van chocolade omvattende de stappen van:A further aspect provides a method of preparing chocolate comprising the steps of:

- het verschaffen van een cacaomassa die is verkregen door de methode zoals deze beschrijving leert; en - het mengen van de cacaomassa met gesmolten cacaoboter en suiker; waardoor chocolade wordt verkregen. 5 In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de methode de stappen van: - het smelten van de cacaomassa: - het mengen van de cacaomassa met gesmolten cacaoboter en suiker; - het verfijnen van het mengsel van cacaomassa, cacaoboter en suiker; - het verwarmen van het verfijnde mengsel van cacaomassa, cacaoboter en suiker; -eventueel het concheren van het verfijnde mengsel; waardoor chocolade wordt verkregen; en - eventueel het toevoegen van verdere bestanddelen aan het vloeibare verfijnde of geconcheerde mengsel; en - het tempereren van het vloeibare mengsel, waardoor getempereerde chocolade wordt verkregen.- providing a cocoa mass obtained by the method as taught herein; and - mixing the cocoa mass with melted cocoa butter and sugar; resulting in chocolate. In particular embodiments, the method comprises the steps of: - melting the cocoa mass: - mixing the cocoa mass with melted cocoa butter and sugar; - refining the mixture of cocoa mass, cocoa butter and sugar; - heating the refined mixture of cocoa mass, cocoa butter and sugar; - optionally conching the refined mixture; whereby chocolate is obtained; and - optionally adding further ingredients to the liquid refined or conched mixture; and - tempering the liquid mixture, whereby tempered chocolate is obtained.

Een verder aspect verschaft gefermenteerde cacaobonen die zijn verkregen door de methode zoals deze beschrijving leert, een cacaomassa die is verkregen door de methode zoals deze beschrijving leert en/of chocolade die is verkregen door de methode zoals deze beschrijving leert.A further aspect provides fermented cocoa beans obtained by the method as taught herein, a cocoa liquor obtained by the method as taught herein and/or chocolate obtained by the method as taught herein.

Een verder aspect verschaft het gebruik van een fermentatie-inrichting voor de bereiding van gefermenteerde cacaobonen; waarbij de fermentatie-inrichting het volgende omvat: - een houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan; - middelen voor het scheiden van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan van het pulp sap van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; - middelen voor het verzamelen en het bevatten van het pulp sap bij de bodem van het fermentatie-toestel: - middelen voor het recirculeren van het pulp sap van de bodem naar de top van het fermentatie- toestel; en - middelen voor het sproeien van het verzamelde pulp sap over het bovenoppervlak van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan.A further aspect provides the use of a fermenter for the preparation of fermented cocoa beans; the fermenter comprising: - a container for containing cocoa beans and pulp thereof; - means for separating fermenting cocoa beans and pulp thereof from the pulp juice of the fermenting cocoa beans and pulp thereof; - means for collecting and containing the pulp juice at the bottom of the fermenter: - means for recirculating the pulp juice from the bottom to the top of the fermenter; and - means for spraying the collected pulp juice over the top surface of fermenting cocoa beans and pulp thereof.

Een verder aspect verschaft het gebruik van pulp sap dat uit fermenterende cacaobonen en pulp daarvan is verkregen bij de anaërobe fermentatie van cacaobonen en pulp daarvan, omvattende ten minste één stap van het recirculeren van het pulp sap op de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan.A further aspect provides the use of pulp juice obtained from fermenting cocoa beans and pulp thereof in the anaerobic fermentation of cocoa beans and pulp thereof, comprising at least one step of recirculating the pulp juice onto the fermenting cocoa beans and pulp thereof.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van het principe van het proces van de eerste fermentatiefase. Legende: 1: waterdichte houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan; 2: deksel; 3: geperforeerde schotel, 4: klep; 5: verzameltank; 6: pomp; 7: buis; 8: sproeier, A: fermenterende cacaobonen; B: verzameld pulp sap. Figuur 2 toont de verzameling van het pulp sap uit fermenterende cacaobonen in een houten kast. Figuur 3 toont een typische uitrusting voor het uitvoeren van de eerste fermentatiefase met gebruikmaking van mechanische recirculatie. (a): kunststof houder, pomp, leidmgen en sproeigereedschap; (b) geperforeerde schotel. Figuur 4 toont het temperatuurverloop tijdens de cacaobonenfermentatie. Figuur 5 toont de aromatische profielen van (a) chocolades A en B; (b) chocolades D en C; en (c) chocolades E en F. Figuur 6 toont een grafische weergave van de sensorische evaluatie van (a) chocolades A en B; (b) chocolades E en F.BRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURES Figure 1 shows a schematic view of the principle of the process of the first fermentation stage. Legend: 1: watertight container for holding cocoa beans and pulp thereof; 2: lid; 3: perforated disc, 4: valve; 5: collecting tank; 6: pump; 7: tube; 8: sprayer, A: fermenting cocoa beans; B: collected pulp juice. Figure 2 shows the collection of the pulp juice from fermenting cocoa beans in a wooden cabinet. Figure 3 shows a typical equipment for carrying out the first fermentation stage using mechanical recirculation. (a): plastic container, pump, guides and spray tools; (b) perforated dish. Figure 4 shows the temperature course during the cocoa bean fermentation. Figure 5 shows the aromatic profiles of (a) chocolates A and B; (b) chocolates D and C; and (c) chocolates E and F. Figure 6 shows a graphical representation of the sensory evaluation of (a) chocolates A and B; (b) chocolates E and F.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING Voordat de onderhavige methode en inrichtingen die bij de uitvinding worden gebruikt, worden beschreven, dient het duidelijk te zijn dat deze uitvinding niet is beperkt tot bijzondere methoden, componenten of toestellen die worden beschreven, omdat dergelijke methoden, componenten en toestellen vanzelfsprekend kunnen variëren. Het dient eveneens duidelijk te zijn dat de hierin gebruikte terminologie niet 1s bedoeld om beperkend te zijn, omdat de omvang van de onderhavige uitvinding uitsluitend door de bijgevoegde conclusies zal worden beperkt. Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle technische en wetenschappelijke termen die hierin worden gebruikt dezelfde betekenis als doorgaans duidelijk zou zij voor een gemiddelde deskundige op het gebied waartoe deze uitvinding behoort. Ofschoon alle methoden en materialen die overeenkomen met of gelijkwaardig zijn aan die welke hierin worden beschreven bij het in de praktijk brengen of bij het testen van de onderhavige uitvinding kunnen worden gebruikt, worden nu de methoden en materialen beschreven die de voorkeur hebben. In deze octrooibeschrijving en de bijgevoegde conclusies omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de” en “het” zowel het enkelvoud als het meervoud, tenzij de context duidelijk anders bepaalt. De termen “omvattende”, “omvat” en “omvatten” zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met “inbegrepen”, “met inbegrip van” of “bevattende”, “bevat”, en zij zijn inclusief of met een open eindeDETAILED DESCRIPTION OF THE INVENTION Before describing the present method and devices used in the invention, it is to be understood that this invention is not limited to particular methods, components or devices described because such methods, components and devices can of course vary. It is also to be understood that the terminology used herein is not intended to be limiting, as the scope of the present invention shall be limited only by the appended claims. Unless otherwise defined, all technical and scientific terms used herein have the same meaning as would normally be apparent to one of ordinary skill in the art to which this invention belongs. Although any methods and materials similar to or equivalent to those described herein can be used in the practice or testing of the present invention, the preferred methods and materials are now described. In this patent specification and the appended claims, the singular forms "a", "the" and "the" include both the singular and the plural unless the context clearly dictates otherwise. The terms "comprising", "includes" and "include" as used herein are synonymous with "included", "including" or "containing", "contains", and they are inclusive or open-ended

/ BE2021/5096 en sluiten verdere niet-genoemde leden, elementen of stappen van een methode niet uit./ BE2021/5096 and do not exclude further unmentioned members, elements or steps of a method.

Waar deze beschrijving verwijst naar een product of proces dat specifieke aspecten, delen of stappen “omvat”, verwijst deze naar de mogelijkheid dat andere aspecten, delen of stappen eveneens aanwezig kunnen zijn, maar kan dit eveneens verwijzen naar uitvoeringsvormen die alleen de vermelde aspecten, delen of stappen omvatten.Where this description refers to a product or process that "includes" specific aspects, parts or steps, it refers to the possibility that other aspects, parts or steps may also be present, but may also refer to embodiments that contain only the stated aspects, parts or steps.

Onder de termen “omvattende”, “omvat” en “omvatten” valt eveneens de term “bestaande uit”. De vermelding van numerieke waarden door middel van gebieden van getallen omvat alle waarden en fracties in deze gebieden, evenals de genoemde eindpunten.The terms “comprising”, “comprising” and “comprising” also include the term “comprising”. The indication of numerical values by means of ranges of numbers includes all values and fractions in these ranges, as well as the mentioned endpoints.

Het is de bedoeling dat de termen “ongeveer” en “bij benadering” zoals gebruikt wanneer wordt verwezen naar een meetbare waarde, zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsbestek en dergelijke, variaties van +/ 10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, met meer voorkeur +/-1% of minder en met nog meer voorkeur +/-0,1% of minder, ten opzichte van de aangegeven waarde omvatten, voor zover de variaties van toepassing zijn voor de hierin geopenbaarde uitvinding.The terms "approximately" and "approximately" as used when referring to a measurable value, such as a parameter, a quantity, a time frame, and the like, are intended to be variations of +/- 10% or less, preferably +/- -5% or less, more preferably +/-1% or less, and even more preferably +/-0.1% or less, from the stated value, as the variations apply to the disclosed herein invention.

Het dient duidelijk te zijn dat de waarde waarnaar de term “ongeveer” of “bij benadering” verwijst, zelf eveneens is geopenbaard.It should be understood that the value to which the term "approximately" or "approximately" refers has itself been disclosed.

Verwijzing in deze beschrijving naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een bepaald aspect, een bepaalde structuur of een bepaald kenmerk zoals beschreven in verband met de uitvoeringsvorm, in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is opgenomen.Reference in this specification to "one embodiment" or "an embodiment" means that a particular aspect, structure or feature as described in connection with the embodiment is incorporated in at least one embodiment of the present invention.

Aldus verwijzen de frasen “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm” op verschillende plaatsen in deze octrooibeschrijving niet noodzakelijkerwijze allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar kan dit wel het geval zijn.Thus, the phrases "in one embodiment" or "in one embodiment" at various places in this patent specification do not necessarily all refer to the same embodiment, but may do so.

Verder kunnen de specifieke aspecten, structuren of kenmerken op elke geschikte wijze, zoals een deskundige op dit gebied uit deze openbaring duidelijk zou zijn, in één of meer uitvoeringsvormen worden gecombineerd.Further, the specific aspects, structures or features may be combined in any suitable manner, as would be apparent to one skilled in the art from this disclosure, in one or more embodiments.

Daar sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige in andere uitvoeringsvormen opgenomen aspecten wel en andere niet omvatten, is het verder de bedoeling dat combinaties van aspecten van verschillende uitvoeringsvormen binnen de omvang van de uitvinding liggen en verschillende uitvoeringsvormen vormen, zoals deskundigen op dit gebied duidelijk zou zijn.Furthermore, since some embodiments described herein include some aspects incorporated in other embodiments and not others, combinations of features of different embodiments are intended to be within the scope of the invention and constitute different embodiments, as would be apparent to those skilled in the art.

In de bijgevoegde conclusies kunnen om het even welke uitvoeringsvormen volgens de uitvinding bijvoorbeeld in elke combinatie worden gebruikt.For example, in the appended claims, any embodiments of the invention may be used in any combination.

De uitvinders hebben verrassend gevonden dat door gebruik te maken van een nieuw fermentatieproces van de cacaobonen en pulp daarvan, het mogelijk was om gefermenteerde cacaobonen te verkrijgen waarmee cacaoproducten/chocolades kunnen worden bereid die minder bitter, zoeter en/of romiger zijn.The inventors have surprisingly found that by using a novel fermentation process of the cocoa beans and pulp thereof, it was possible to obtain fermented cocoa beans with which to prepare cocoa products/chocolates that are less bitter, sweeter and/or creamier.

Dienovereenkomstig verschaft een eerste aspect een methode voor het bereiden van gefermenteerde cacaobonen omvattende de stappen van: - het verzamelen van pulp sap van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan (dat wil zeggen cacaopulp-bonenmassa), waarbij de fermentatie een anaërobe fermentatie is;Accordingly, a first aspect provides a method for preparing fermented cocoa beans comprising the steps of: - collecting pulp juice from fermenting cocoa beans and pulp thereof (i.e. cocoa pulp bean liquor), wherein the fermentation is an anaerobic fermentation;

© BE2021/5096 - het recirculeren (dat wil zeggen hergebruiken of herinbrengen) van het pulp sap op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa; en - het verder fermenteren van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa; waardoor gefermenteerde cacaobonen worden verkregen.© BE2021/5096 - the recirculation (i.e. reuse or reintroduction) of the pulp juice on the fermenting cocoa pulp bean mass; and - further fermenting the fermenting cocoa pulp bean mass; whereby fermented cocoa beans are obtained.

Er wordt algemeen onderkend dat cacaopulp-bonenmassa wordt gefermenteerd door een successie van verschillende overheersende microbiële populaties. Bij het begin van de fermentatie zijn gisten de overheersende micro-organismen (anaërobe giststadium). Het tweede stadium wordt overheerst door de melkzuurbacteriën (microaërobe melkzuurbacteriestadium). Ten slotte worden met de toegenomen aanwezigheid van lucht de azijnzuurbacteriën overheersend (aërobe azijnzuurbacteriestadium). De term “eerste fermentatiefase” zoals hierin gebruikt, verwijst naar de combinatie van de twee eerste stadia die hierboven zijn genoemd, dat wil zeggen het anaërobe giststadium en het microaërobe melkzuurbacteriestadium. Wanneer de term “anaërobe fermentatie” in de context van de onderhavige uitvinding wordt gebruikt, verwijst deze naar de eerste fermentatiefase. De term “tweede fermentatiefase” verwijst in het bijzonder naar het derde stadium van de fermentatie, dat wil zeggen het aërobe azijnzuurbacteriestadium. Wanneer de term “aërobe fermentatie” in de context van de onderhavige uitvinding wordt gebruikt, verwijst deze naar de tweede fermentatiefase. De deskundige op dit gebied is gewend aan het gebruik van de termen anaërobe en aërobe fermentatie om de twee fermentatiefasen zoals hierboven beschreven aan te duiden, ofschoon vanuit wetenschappelijk oogpunt de aërobe en anaërobe fermentatie niet strikt gescheiden hoeven te worden beschouwd.It is widely recognized that cocoa pulp bean pulp is fermented by a succession of several predominant microbial populations. At the start of fermentation, yeasts are the predominant microorganisms (anaerobic yeast stage). The second stage is dominated by the lactic acid bacteria (microaerobic lactic acid bacteria stage). Finally, with the increased presence of air, the acetic acid bacteria become predominant (aerobic acetic acid bacteria stage). The term "first fermentation stage" as used herein refers to the combination of the two first stages mentioned above, i.e. the anaerobic yeast stage and the microaerobic lactic acid bacterial stage. When the term "anaerobic fermentation" is used in the context of the present invention, it refers to the first fermentation stage. The term "second fermentation stage" refers in particular to the third stage of the fermentation, i.e. the aerobic acetic acid bacterial stage. When the term "aerobic fermentation" is used in the context of the present invention, it refers to the second fermentation stage. Those skilled in the art are accustomed to using the terms anaerobic and aerobic fermentation to designate the two fermentation stages described above, although from a scientific point of view, aerobic and anaerobic fermentation need not be considered strictly separate.

De cacaobonen kunnen van elke in de techniek bekende cacaoboomspecies zijn. In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de cacaobonen, cacaobonen van de species 7heobroma of Herrania, of om het even welke combinatie daarvan; met meer voorkeur van de species 7heobroma cacao L. of Theobroma grandiflorum, of een combinatie daarvan.The cocoa beans may be from any cocoa tree species known in the art. In particular embodiments, the cocoa beans are cocoa beans of the species 7heobroma or Herrania, or any combination thereof; more preferably of the species 7heobroma cacao L. or Theobroma grandiflorum, or a combination thereof.

De cacaobonen (bijvoorbeeld met inbegrip van de cacaoboon en cacaoboonschil) kunnen met gebruikmaking van in de techniek algemeen bekende technieken uit cacao-omhulsels worden verkregen, zoals het hakken van de geoogste cacao-omhulsels met een machete en het winnen van de cacaobonen. Andere geschikte methoden omvatten mechanisch hakken. In preferentiële uitvoeringsvormen wordt de witte pulp van de cacaobonen tezamen met de cacaobonen in de eerste fermentatiefase van de cacaobonen gebruikt. De witte pulp (dat wil zeggen de vleesachtige witte substantie die cacaobonen in het cacao-omhulsel omgeeft) wordt bijvoorbeeld niet van de cacaobonen verwijderd voordat de cacaobonen aan de eerste fermentatiefase worden onderworpen of de witte pulp wordt van de cacaobonen verwijderd, maar tezamen met de cacaobonen in de eerste fermentatiefase gebruikt. Hier kan de combinatie van cacaobonen en de pulp worden aangeduid als de “cacaopulp-bonenmassa”. De deskundige op dit gebied zal weten dat gedurende het fermentatieproces de fractie van pulp m de cacaopulp-bonenmassa zal afnemen, en uitemdelijk zal verdwijnen, wat leidt tot een fermenterende of gefermenteerde bonenmassa.The cocoa beans (e.g., including the cocoa bean and cocoa bean husk) can be obtained from cocoa hulls using techniques well known in the art, such as chopping the harvested cocoa hulls with a machete and recovering the cocoa beans. Other suitable methods include mechanical chopping. In preferred embodiments, the white pulp of the cocoa beans is used together with the cocoa beans in the first fermentation stage of the cocoa beans. For example, the white pulp (i.e. the flesh-like white substance surrounding cocoa beans in the cocoa shell) is not removed from the cocoa beans before the cocoa beans are subjected to the first fermentation stage or the white pulp is removed from the cocoa beans, but together with the cocoa beans used in the first fermentation stage. Here the combination of cocoa beans and the pulp can be referred to as the “cocoa pulp bean mass”. The person skilled in the art will know that during the fermentation process the fraction of pulp in the cocoa pulp-bean mass will decrease, and eventually disappear, leading to a fermenting or fermented bean mass.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt de cacaopulp-bonenmassa verzameld uit volledig volgroeide en rijpe omhulsels.In particular embodiments, the cocoa bean pulp is collected from fully mature and mature hulls.

In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de cacaobonen onbeschadigde bonen, zoals waarbij de cacaobonen niet gekiemd zijn of door een plaag of ziekte aangetast zijn, zoals geen duidelijke aanwezigheid van pathogenen, zoals Moniliophthora perniciosa, M. roreri of Phytophthora palmivora, vertonen.In particular embodiments, the cocoa beans are whole beans, such as where the cocoa beans have not been sprouted or have been infested by a pest or disease, such as not showing an apparent presence of pathogens, such as Moniliophthora perniciosa, M. roreri or Phytophthora palmivora.

In sommige uitvoeringsvormen worden de cacaobonen voorafgaand aan de eerste fermentatiefase behandeld of verwerkt. Dergelijke behandelingen of processen omvatten, zonder daartoe beperkt te zijn, kraken, persen, hakken of combinaties daarvan. Deze behandelingen of processen zijn de deskundige op dit gebied genoegzaam bekend. Het fermentatieproces zoals deze beschrijvmg leert, kan het plaatsen van cacaobonen en de witte pulp daarvan (bijvoorbeeld met pulp bedekte cacaobonen) in een houder en het fermenteren van de cacaobonen gedurende een van tevoren bepaalde tijd omvatten. Het gewicht van de cacaobonen in een houder kan variëren van een paar kilogram tot een paar ton. De minimale hoeveelheid natte bonen voor cen normale fermentatie is echter bij voorkeur ten minste ongeveer 100 kg. Desalniettemin zijn houders voor het fermenteren van kleinere hoeveelheden cacaobonen verkrijgbaar, die typisch voor experimentele doeleinden worden gebruikt. Fermentaties groter dan 2000 kg hebben minder voorkeur vanwege de moeilijkheid om onder dergelijke omstandigheden een gelijkmatige en doeltreffende fermentatie te bereiken. Bij voorkeur is het gewicht van de cacaopulp-bonenmassa ongeveer 200 kg tot ongeveer 800 kg. Dienovereenkomstig is in bijzondere uitvoeringsvormen de hoeveelheid cacaopulp-bonenmassa voorafgaand aan het op gang brengen van de anaërobe fermentatie ongeveer 100 kg tot ongeveer 2000 kg, ongeveer 200 kg tot ongeveer 2000 kg, ongeveer 200 kg tot ongeveer 1500 kg, ongeveer 200 kg tot ongeveer 1000 kg, ongeveer 200 kg tot ongeveer 800 kg, ongeveer 200 kg tot ongeveer 500 kg, of ongeveer 200 kg tot ongeveer 400 kg, bij voorkeur ongeveer 200 kg tot ongeveer 800 kg, zoals 200 kg of 350 kg. Gedurende de eerste fase van het fermentatieproces (dat wil zeggen de anaërobe fermentatie in de betekenis van de onderhavige uitvinding) wordt een grote hoeveelheid pulp sap geproduceerd en vrijgemaakt uit de cacaopulp-bonenmassa. De term “pulp sap” zoals in de context van de onderhavige uitvinding gebruikt, verwijst naar het vloeibare materiaal dat ontstaat door de vloeibaarmaking, zoals door afbraak van pectine, van het vleesachtige witte materiaal dat de cacaobonen in het cacao-omhulsel omgeeft, zijnde in hoofdzaak de pulp (ook wel bekend als cacao mucilage), onder de werking van micro- organismen, zoals gisten en melkzuurbacteriën, tijdens de eerste fermentatiefase. In gebruikelijke processen wordt dit pulp sap uit de houder gedraineerd en weggedaan.In some embodiments, the cocoa beans are treated or processed prior to the first fermentation stage. Such treatments or processes include, but are not limited to, cracking, pressing, chopping, or combinations thereof. These treatments or processes are well known to those skilled in the art. The fermentation process as taught herein may involve placing cocoa beans and their white pulp (e.g., pulp-covered cocoa beans) in a container and fermenting the cocoa beans for a predetermined time. The weight of the cocoa beans in a container can vary from a few kilograms to a few tons. However, the minimum amount of wet beans for a normal fermentation is preferably at least about 100 kg. Nevertheless, containers for fermenting smaller quantities of cocoa beans are available, which are typically used for experimental purposes. Fermentations greater than 2000 kg are less preferred due to the difficulty of achieving even and efficient fermentation under such conditions. Preferably, the weight of the cocoa pulp bean mass is about 200 kg to about 800 kg. Accordingly, in particular embodiments, the amount of cocoa bean pulp prior to initiating the anaerobic fermentation is about 100 kg to about 2000 kg, about 200 kg to about 2000 kg, about 200 kg to about 1500 kg, about 200 kg to about 1000 kg kg, about 200 kg to about 800 kg, about 200 kg to about 500 kg, or about 200 kg to about 400 kg, preferably about 200 kg to about 800 kg, such as 200 kg or 350 kg. During the first stage of the fermentation process (i.e., the anaerobic fermentation within the meaning of the present invention), a large amount of pulp juice is produced and released from the cocoa pulp-bean mass. The term "pulp juice" as used in the context of the present invention refers to the liquid material resulting from the liquefaction, such as by decomposition of pectin, of the fleshy white material surrounding the cocoa beans in the cocoa husk, being in mainly the pulp (also known as cocoa mucilage), under the action of microorganisms, such as yeasts and lactic acid bacteria, during the first fermentation stage. In conventional processes, this pulp juice is drained from the container and discarded.

Bij de methode zoals deze beschrijving leert, wordt tijdens de eerste fermentatiefase het pulp sap gedraineerd, verzameld en op de fermenterende bonen gerecirculeerd.In the method as taught herein, during the first fermentation stage, the pulp juice is drained, collected and recycled onto the fermenting beans.

Het pulp sap wordt bij voorkeur geproduceerd door dezelfde fermenterende cacaopulp-bonenmassa als de fermenterende cacaopulp-bonenmassa waarop het pulp sap wordt gerecirculeerd.The pulp juice is preferably produced by the same fermenting cocoa pulp bean mass as the fermenting cocoa pulp bean mass to which the pulp juice is recycled.

Het pulp sap kan met elke geschikte methode worden verzameld.The pulp juice can be collected by any suitable method.

Bij voorkeur worden de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan (dat wil zeggen de fermenterende cacaopulp-bonenmassa) geplaatst op of dicht naast, bij voorkeur geplaatst op, middelen voor het scheiden van het pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa, waarbij de middelen zich bij de bodem of het onderste gedeelte van een houder bevinden (zoals in de opstaande wanden (zijwanden) van de houder) die de fermenterende cacaopulp- bonenmassa bevat.Preferably, the fermenting cocoa beans and pulp thereof (i.e., the fermenting cocoa pulp-bean paste) are placed on or proximate to, preferably placed on, means for separating the pulp juice from the fermenting cocoa pulp-bean paste, the means being the bottom or lower portion of a container (such as in the upstanding walls (side walls) of the container) containing the fermenting cocoa bean pulp.

De middelen voor het scheiden van het pulp sap van de fermenterende cacaopulp- bonenmassa kunnen elke inrichting zijn die in de techniek bekend is voor het scheiden van pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa, zoals elders in deze octrooibeschrijving beschreven.The means for separating the pulp juice from the fermenting cocoa pulp bean mass may be any device known in the art for separating pulp juice from the fermenting cocoa pulp bean mass, as described elsewhere in this patent specification.

Het pulp sap kan worden verzameld in een houder.The pulp juice can be collected in a container.

Als voorbeeld kan de houder die de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan bevat, worden verdeeld in twee gedeelten, één bovenste gedeelte voor het bevatten van de fermenterende cacaobonen en één onderste, water ondoorlatend gedeelte voor het verzamelen van het pulp sap.As an example, the container containing the fermenting cocoa beans and pulp thereof may be divided into two portions, one upper portion for containing the fermenting cocoa beans and one lower water-impermeable portion for collecting the pulp juice.

Het bovenste gedeelte en onderste gedeelte zijn typisch verdeeld door middelen voor het scheiden van het pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa, zoals door een geperforeerde schotel.The upper portion and lower portion are typically divided by means for separating the pulp juice from the fermenting cocoa pulp-bean mass, such as through a perforated tray.

In een verder voorbeeld, zoals waarbij de houder die de fermenterende — cacaopulp-bonenmassa bevat een houten houder is, wordt het pulp sap verzameld in een kunststof folie of zak, die ten minste de opstaande wanden en de bodemwand van het onderste gedeelte van de houder die de fermenterende cacaopulp-bonenmassa bevat, omgeeft (waarbij bijvoorbeeld het begin van het onderste gedeelte hoger is geplaatst dan het verwachte vloeistofoppervlak van het geproduceerde pulp sap), bij voorkeur de opstaande wanden en bodemwand van de gehele houder omgeeft, zoals toegelicht in Figuur 2. Meer in het bijzonder verschaft Figuur 2 een voorbeeld van hoe de eerste fermentatiefase kan worden uitgevoerd met gebruikmaking van gebruikelijke houten fermentatiekisten.In a further example, such as where the container containing the fermenting cocoa pulp bean mass is a wooden container, the pulp juice is collected in a plastic film or bag, which covers at least the upright walls and the bottom wall of the lower part of the container. containing the fermenting cocoa pulp-bean mass (e.g. with the beginning of the lower portion being positioned higher than the expected liquid surface of the pulp juice produced), preferably surrounding the upright walls and bottom wall of the entire container, as illustrated in Figure 2 More particularly, Figure 2 provides an example of how the first fermentation stage can be performed using conventional wooden fermentation boxes.

In dit geval wordt het pulp sap verzameld via een kunststof folie die de zijkanten en de bodem van de kist omgeeft en handmatig op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa gerecirculeerd.In this case, the pulp juice is collected through a plastic film that surrounds the sides and bottom of the box and recirculated manually on the fermenting cocoa pulp-bean mass.

Pulp sap wordt typisch continu geproduceerd tijdens de anaërobe fermentatie van de cacaopulp- bonenmassa.Pulp juice is typically continuously produced during the anaerobic fermentation of the cocoa pulp-bean mass.

In een fermentatiehouder zijn cacaobonen typisch zo georganiseerd dat zij door andere cacaobonen zijn omgeven, met uitzondering van de cacaobonen die zich in de bovenste laag van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa bevinden en de cacaobonen die zich onmiddellijk naburig aan de zijwanden, de bodemwand of middelen voor het scheiden van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa van het pulp sap bevinden.Typically, in a fermentation vessel, cocoa beans are organized to be surrounded by other cocoa beans, with the exception of cocoa beans located in the top layer of the fermenting cocoa pulp bean mass and cocoa beans immediately adjacent to the side walls, bottom wall or means for separating the fermenting cocoa pulp-bean mass from the pulp juice.

In een dergelijke organisatie zal het pulp sap door zwaartekracht door een onderliggende fermenterende cacaopulp-bonenmassa heen druppelen naar het onderste gedeelte of de bodem van de houder die de fermenterende cacaopulp-bonenmassa bevat (dat wil zeggen eerste blootstelling van de cacaopulp-bonenmassa aan het pulp sap). De verzameling van het pulp sap, welke het scheiden van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa van het pulp sap omvat, kan continu of discontinu zijn.In such an organization, the pulp juice will drip by gravity through an underlying fermenting cocoa pulp bean pulp to the lower portion or bottom of the container containing the fermenting cocoa pulp bean pulp (i.e. first exposure of the cocoa pulp bean pulp to the pulp juice). The collection of the pulp juice, which comprises separating the fermenting cocoa pulp-bean mass from the pulp juice, can be continuous or discontinuous.

In het laatste geval kan een klep aanwezig zijn bij de bodem van de houder die de fermenterende cacaopulp-bonenmassa bevat, bijvoorbeeld onder de middelen voor het scheiden van het pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa en boven een tweede houder voor het verzamelen van het pulp sap. Bij voorkeur is de fermenterende cacaopulp-bonenmassa niet ondergedompeld, zoals niet volledig ondergedompeld in het pulp sap tijdens de anaërobe fermentatie.In the latter case, a valve may be provided at the bottom of the container containing the fermenting cocoa bean pulp, for example below the means for separating the pulp juice from the fermenting cocoa pulp-bean paste and above a second container for collecting the pulp juice. Preferably, the fermenting cocoa pulp bean mass is not immersed, such as not completely immersed in the pulp juice during the anaerobic fermentation.

In preferentiële uitvoeringsvormen is de verzameling van het pulp sap continu.In preferred embodiments, the collection of the pulp juice is continuous.

In bijzondere uitvoeringsvormen kan het pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa vóór herinbrenging daarvan op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa worden verzameld en opgeslagen in een tweede houder. De cacaopulp-bonenmassa wordt bijvoorbeeld in een eerste hoog geplaatste waterdichte houder gedaan die is uitgerust met een geperforeerde schotel die boven de bodem van de houder is bevestigd (zoals bijvoorbeeld een paar centimeter boven de bodem van de houder of zoals 1 tot 5 cm) en met een afvoer bij de bodem van de houder, waarbij de afvoer is voorzien van een klep. Een tweede waterdichte houder wordt onder de eerste houder geplaatst om het door de fermenterende cacaopulp-bonenmassa geproduceerde pulp sap te verzamelen. Het tijdens de anaërobe fermentatie geproduceerde pulp sap stroomt door de perforatie(s) in de schotel naar de afvoer bij de bodem van de eerste houder en wordt in de tweede houder verzameld wanneer de klep open is. Indien de klep gesloten is, blijft het pulp sap bij de bodem van de eerste houder, onmiddellijk boven de afvoer.In particular embodiments, the pulp juice of the fermenting cocoa bean pulp can be collected and stored in a second container before reintroduction thereof to the fermenting cocoa pulp-bean paste. For example, the cocoa pulp bean mass is placed in a first high-rise watertight container equipped with a perforated tray mounted above the bottom of the container (such as, for example, a few centimeters above the bottom of the container or such as 1 to 5 cm) and with a drain at the bottom of the container, the drain having a valve. A second waterproof container is placed below the first container to collect the pulp juice produced by the fermenting cocoa bean pulp. The pulp juice produced during the anaerobic fermentation flows through the perforation(s) in the tray to the outlet at the bottom of the first container and is collected in the second container when the valve is open. When the valve is closed, the pulp juice remains at the bottom of the first container, immediately above the drain.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt het pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa direct op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa gerecirculeerd wanneer dit de bodem van de houder voor het bevatten van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa heeft bereikt.In particular embodiments, the pulp juice of the fermenting cocoa pulp bean mass is recycled directly onto the fermenting cocoa pulp bean mass when it has reached the bottom of the container for containing the fermenting cocoa pulp bean mass.

De methode voor het bereiden van gefermenteerde cacaobonen zoals deze beschrijving leert, is gebaseerd op de herblootstelling (bijvoorbeeld tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste, negende of tiende blootstelling) van het door een fermenterende cacaopulp-bonenmassa geproduceerde pulp sap aan de fermenterende cacaopulp-bonenmassa.The method of preparing fermented cocoa beans as taught by this description is based on the re-exposure (e.g., second, third, fourth, fifth, sixth, seventh, eighth, ninth, or tenth exposure) of the pulp juice produced by a fermenting cocoa pulp bean mass. to the fermenting cocoa pulp-bean mass.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt het pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa gerecirculeerd door het gelijkmatig verdelen of gelijkmatig aanbrengen van het verzamelde pulp sap over ten minste 75%, ten minste 80%, ten minste 85%, ten minste 90%, ten minste 95%, zoals 95%, 96%, 97%, 98%, 99% of 100%, bij voorkeur ten minste 90%, met meer voorkeur ten minste 99%, met de meeste voorkeur 100%, van het bovenoppervlak van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa.In particular embodiments, the pulp juice of the fermenting cocoa pulp bean mass is recycled by evenly distributing or evenly applying the collected pulp juice over at least 75%, at least 80%, at least 85%, at least 90%, at least 95 %, such as 95%, 96%, 97%, 98%, 99% or 100%, preferably at least 90%, more preferably at least 99%, most preferably 100%, of the top surface of the fermenting cocoa pulp -bean mass.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt de fermenterende cacaopulp-bonenmassa omvat door een houder waarbij het pulp sap op de fermenterende bonen en pulp daarvan wordt gerecirculeerd door het gelijkmatig verdelen van het pulp sap over ten minste 75%, bij voorkeur 90%, met meer voorkeur ten minste 99%, van het bovenoppervlak van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan in de houder. Het recirculeren of herinbrengen van het pulp sap kan met elke geschikte methode worden uitgevoerd. Voorbeelden van geschikte methoden zijn handmatige methoden, zoals gieten van het verzamelde pulp sap op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa, zoals bij de top van de houder die de fermenterende cacaopulp-bonenmassa bevat. Verdere voorbeelden van methoden voor het recirculeren van het pulp sap zijn mechanische of geautomatiseerde methoden, zoals zuigen van het verzamelde pulp sap door middel van een pomp en het sproeien van het pulp sap op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa, zoals bij de top van de houder die de fermenterende cacaopulp-bonenmassa bevat.In particular embodiments, the fermenting cocoa pulp bean mass is contained in a container wherein the pulp juice is recycled onto the fermenting beans and pulp thereof by evenly distributing the pulp juice over at least 75%, preferably 90%, more preferably at least 99%, of the top surface of the fermenting cocoa beans and pulp thereof in the container. The recycling or reintroduction of the pulp juice can be done by any suitable method. Examples of suitable methods are manual methods, such as pouring the collected pulp juice onto the fermenting cocoa pulp-bean paste, such as at the top of the container containing the fermenting cocoa pulp-bean paste. Further examples of methods for recycling the pulp juice are mechanical or automated methods, such as sucking the collected pulp juice by means of a pump and spraying the pulp juice onto the fermenting cocoa pulp-bean mass, such as at the top of the container. containing the fermenting cocoa pulp bean mass.

Bij voorkeur wordt het pulp sap gerecirculeerd met gebruikmaking van een sproeimondstuk dat boven de fermenterende cacaopulp-bonenmassa is geplaatst en waarvan de sproeihoek zo is dat deze het sproeien van het verzamelde pulp sap op ten minste 75%, bij voorkeur ten minste 90%, met meer voorkeur ten minste 100%, van het bovenoppervlak van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa in de houder die de fermenterende cacaopulp-bonenmassa bevat mogelijk maakt. De deskundige op dit gebied zal begrijpen dat hoe groter de sproeihoek, hoe groter het werkelijke sproeibereik. Het vereiste werkelijke sproeibereik zal afhangen van de diameter van de houder die de fermenterende cacaopulp- bonenmassa bevat. Verder kan de afstand tussen het sproeimondstuk en het oppervlak van de — fermenterende cacaopulp-bonenmassa worden aangepast teneinde een juiste verspreiding te verzekeren. De deskundige op dit gebied zal begrijpen dat de tijdsduur van het sproeien van het verzamelde pulp sap afhangt van de hoeveelheid verzameld pulp sap, alsook van het door het pulp sap te bestrijken oppervlak van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa. De tijdsduur van het sproeien kan bijvoorbeeld ongeveer twee minuten bedragen.Preferably, the pulp juice is recycled using a spray nozzle placed above the fermenting cocoa pulp bean mass and whose spray angle is such as to allow the spraying of the collected pulp juice to be at least 75%, preferably at least 90%, with more preferably at least 100%, of the top surface of the fermenting cocoa pulp-bean mass in the container containing the fermenting cocoa pulp-bean mass. Those skilled in the art will appreciate that the greater the spray angle, the greater the actual spray range. The actual spray range required will depend on the diameter of the container containing the fermenting cocoa pulp bean mass. Furthermore, the distance between the spray nozzle and the surface of the fermenting cocoa pulp bean mass can be adjusted to ensure proper dispersion. The skilled artisan will appreciate that the time of spraying the collected pulp juice depends on the amount of pulp juice collected, as well as the surface area of the fermenting cocoa pulp-bean mass to be covered by the pulp juice. For example, the time of spraying may be about two minutes.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt het pulp sap gerecirculeerd tijdens de gehele duur van de anaërobe fermentatie (dat wil zeggen eerste fermentatiefase). De deskundige zal begrijpen dat de anaërobe fermentatie elke duur kan hebben. Geschikte fermentatieduren voor de anaërobe fermentatie van een cacaopulp-bonenmassa zijn 6 tot 72 uur, 6 tot 60 uur, 6 tot 48 uur, 6 tot 24 uur, 6 tot 12 uur, 6 tot 8 uur, 12 tot 72 uur, 12 tot 60 uur, 12 tot 48 uur, 12 tot 24 uur, 24 tot 72 uur of 24 tot 60 uur, bij voorkeur 12 tot 60 uur, met meer voorkeur 24 tot 48 uur, zoals ongeveer 6, 8, 12, 24, 36, 48, 60 of 72 uur.In particular embodiments, the pulp juice is recycled throughout the duration of the anaerobic fermentation (i.e., first fermentation stage). The skilled person will appreciate that the anaerobic fermentation can be of any duration. Suitable fermentation times for the anaerobic fermentation of a cocoa pulp bean mass are 6 to 72 hours, 6 to 60 hours, 6 to 48 hours, 6 to 24 hours, 6 to 12 hours, 6 to 8 hours, 12 to 72 hours, 12 to 60 hours, 12 to 48 hours, 12 to 24 hours, 24 to 72 hours or 24 to 60 hours, preferably 12 to 60 hours, more preferably 24 to 48 hours, such as about 6, 8, 12, 24, 36, 48 , 60 or 72 hours.

In bijzondere uitvoeringsvormen kan het pulp sap continu op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa worden gerecirculeerd. In bijzondere uitvoeringsvormen wordt het pulp sap continu verzameld en gerecirculeerd.In particular embodiments, the pulp juice can be continuously recycled onto the fermenting cocoa pulp-bean mass. In particular embodiments, the pulp juice is continuously collected and recycled.

Als alternatief kan het pulp sap in bijzondere uitvoeringsvormen tijdens de anaërobe fermentatiefase discontmnu met regelmatige tussenpozen op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa worden gerecirculeerd.Alternatively, in particular embodiments, the pulp juice may be recycled on the fermenting cocoa pulp bean mass at regular intervals at regular intervals during the anaerobic fermentation phase.

In het geval van discontinue recirculatie kan de tijd of tussenpauze tussen twee opeenvolgende recirculaties elke lengte hebben, bij voorkeur tussen 0,2 en 24 uur, met meer voorkeur tussen 0,2 en 12 uur, met nog meer voorkeur tussen 0,2 en 6 uur of tussen 0,2 en 3 uur.In the case of discontinuous recirculation, the time or interval between two successive recirculations may be of any length, preferably between 0.2 and 24 hours, more preferably between 0.2 and 12 hours, even more preferably between 0.2 and 6 hours or between 0.2 and 3 hours.

In een specifieke uitvoeringsvorm is de tussenpauze tussen twee herinbrengingen ongeveer 1 uur.In a specific embodiment, the interval between two reintroductions is approximately 1 hour.

In een specifiekere uitvoeringsvorm is de lengte van de fermentatietijd van de eerste fase ongeveer 48 uur en wordt het pulp sap ongeveer elk uur gerecirculeerd.In a more specific embodiment, the length of the fermentation time of the first stage is about 48 hours and the pulp juice is recycled about every hour.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt het pulp sap ten minste één maal, ten minste 4 maal, ten minste 8 maal, ten minste 12 maal, ten minste 16 maal, ten minste 20 maal, ten minste 24 maal, ten minste 28 maal, ten minste 32 maal, ten minste 36 maal, ten minste 42 maal of ten minste 48 maal, tijdens de anaërobe fermentatie gerecirculeerd.In particular embodiments, the pulp is juiced at least once, at least 4 times, at least 8 times, at least 12 times, at least 16 times, at least 20 times, at least 24 times, at least 28 times, at least 32 times, at least 36 times, at least 42 times or at least 48 times, during the anaerobic fermentation.

De recirculatie van het pulp sap wordt bij voorkeur gestopt voorafgaand aan of tijdens het op gang brengen van de aërobe fermentatie (dat wil zeggen de tweede fermentatiefase). Inhet geval van discontinue recirculatie is verder het volume van pulp sap dat op de cacaobonen wordt geheringebracht bij voorkeur ten minste 50 vol.%, ten minste 55 vol.%, ten minste 60 vol.%, ten minste 65 vol.%, ten minste 70 vol.%, ten minste 75 vol.%, ten minste 80 vol.%; ten minste 85 vol.%, ten minste 90 vol.%, ten minste 95 vol.%, zoals 96 vol.%, 97 vol.%, 98 vol.%; 99 vol.% of 100 vol.%, van het tussen twee recirculaties verzamelde pulp sap, waarbij met meer voorkeur het volume gelijk is aan 100 vol.% van het tussen twee recirculaties verzamelde pulp sap.The recirculation of the pulp juice is preferably stopped prior to or during the initiation of the aerobic fermentation (i.e. the second fermentation stage). Furthermore, in the case of discontinuous recirculation, the volume of pulp juice reintroduced onto the cocoa beans is preferably at least 50 vol%, at least 55 vol%, at least 60 vol%, at least 65 vol%, at least 70 vol%, at least 75 vol%, at least 80 vol%; at least 85 vol%, at least 90 vol%, at least 95 vol%, such as 96 vol%, 97 vol%, 98 vol%; 99 vol.% or 100 vol.%, of the pulp juice collected between two recycles, more preferably the volume being equal to 100% vol. of the pulp juice collected between two recycles.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de methode voor het bereiden van gefermenteerde cacaobonen het op gang brengen van de anaërobe fermentatie van cacaobonen en pulp daarvan.In particular embodiments, the method of preparing fermented cocoa beans comprises initiating the anaerobic fermentation of cocoa beans and pulp thereof.

De anaërobe fermentatie van de cacaopulp-bonenmassa kan met elke in de techniek bekende methode op gang gebracht worden.The anaerobic fermentation of the cocoa pulp-bean mass can be initiated by any method known in the art.

De anaërobe fermentatie kan bijvoorbeeld spontaan op gang komen.For example, the anaerobic fermentation can start spontaneously.

In sommige uitvoeringsvormen kan de anaërobe fermentatie op gang gebracht worden door de toevoeging van een startercultuur aan de cacaopulp-bonenmassa.In some embodiments, the anaerobic fermentation can be initiated by the addition of a starter culture to the cocoa bean pulp.

Een startercultuur kan elke samenstelling zijn die levende micro-organismen omvat, zoals gisten en/of bacteriën die fermentatie van cacaobonen op gang kunnen brengen of kunnen uitvoeren, eventueel na in een afzonderlijk geschikt medium te zijn gekweekt om een hoge celdichtheid te verkrijgen.A starter culture can be any composition comprising live microorganisms such as yeasts and/or bacteria that can initiate or carry out fermentation of cocoa beans, optionally after being grown in a separate suitable medium to obtain a high cell density.

Een startercultuur kan een vloeibare (geconcentreerde) cultuur, een bevroren (geconcentreerde) cultuur of een gedroogde (geconcentreerde) cultuur zijn.A starter culture can be a liquid (concentrated) culture, a frozen (concentrated) culture, or a dried (concentrated) culture.

Een startercultuur kan naast de micro-organismen eveneens nutriënten (bijvoorbeeld één of meer verteerbare koolhydraten, mineralen of een stikstofbron), enzymen of conserveermiddelen bevatten.In addition to the microorganisms, a starter culture may also contain nutrients (for example one or more digestible carbohydrates, minerals or a nitrogen source), enzymes or preservatives.

Een startercultuur kan een zuivere cultuur of een co-cultuur zijn, dat wil zeggen dat deze meer dan één stam van levende micro-organismen kan omvatten.A starter culture can be a pure culture or a co-culture, i.e. it can include more than one strain of live microorganisms.

Geschikte giststarterculturen omvatten samenstellingen omvattende, in hoofdzaak bestaande uit of bestaande uit Hanseniaspora uvarum, Saccharomyces cerevisiae, Pichia manshurica, Pichia kudravzevii, Pichia occidentalis of om het even welke combinatie daarvan, maar zonder daartoe beperkt te zijn.Suitable yeast starter cultures include compositions comprising, essentially, or consisting of, but not limited to, Hanseniaspora uvarum, Saccharomyces cerevisiae, Pichia manshurica, Pichia kudravzevii, Pichia occidentalis or any combination thereof.

Geschikte bacteriële starterculturen kunnen samenstellingen omvatten omvattende, in hoofdzaak bestaande uit of bestaande uit Acetobacter pasteurianus, Acetobacter orientalis, Acetobacter tropicalis, Lactobacillus fermentum, Bacillus sp, Enterobacter sp. of om het even welke combinatie daarvan, maar zonder daartoe beperkt te zijn.Suitable bacterial starter cultures may comprise compositions comprising consisting essentially of or consisting of Acetobacter pasteuranus, Acetobacter orientalis, Acetobacter tropicalis, Lactobacillus fermentum, Bacillus sp, Enterobacter sp. or any combination thereof, but without limitation.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de methode de stappen van: (a) het op gang brengen van anaërobe fermentatie van cacaopulp-bonenmassa; (b) het verzamelen van het door de fermenterende cacaopulp-bonenmassa geproduceerde pulp sap; (c) het recirculeren van het pulp sap op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa; en (d) het verder fermenteren van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa; (€) eventueel het herhalen van stappen (b) tot (d) of (c) tot (d); waardoor gefermenteerde cacaobonen worden verkregen.In particular embodiments, the method comprises the steps of: (a) initiating anaerobic fermentation of cocoa pulp bean mass; (b) collecting the pulp juice produced by the fermenting cocoa bean pulp; (c) recirculating the pulp juice onto the fermenting cocoa pulp bean mass; and (d) further fermenting the fermenting cocoa bean pulp; (€) optionally repeating steps (b) to (d) or (c) to (d); whereby fermented cocoa beans are obtained.

De fermentatie van de cacaobonen en pulp daarvan is een continu proces, en blijft derhalve doorgaan wanneer het pulp sap wordt verzameld en het pulp sap wordt gerecirculeerd.The fermentation of the cocoa beans and pulp thereof is a continuous process, and thus continues as the pulp juice is collected and the pulp juice is recycled.

Dienovereenkomstig kunnen stappen (b) en (d) of stappen (c) en (d) parallel worden uitgevoerd.Accordingly, steps (b) and (d) or steps (c) and (d) may be performed in parallel.

In bijzondere uitvoeringsvormen zoals elders in de octrooibeschrijving beschreven, kan indien het pulp sap discontinu met regelmatige tussenpauzes tijdens de anaërobe fermentatie wordt gerecirculeerd, de tijd of tussenpauze tussen twee herhalingen van stap (c) elke lengte tussen 0,2 en 24 uur, bij voorkeur tussen 0,2 en 12 uur, met meer voorkeur tussen 0,2 en 6 uur, met nog meer voorkeur tussen 0,2 en 3 uur hebben.In particular embodiments as described elsewhere in the patent specification, if the pulp juice is recycled discontinuously at regular intervals during the anaerobic fermentation, the time or interval between two repetitions of step (c) can be any length between 0.2 and 24 hours, preferably between 0.2 and 12 hours, more preferably between 0.2 and 6 hours, even more preferably between 0.2 and 3 hours.

In bijzondere uitvoeringsvormen worden stappen (b) tot (d) in totaal ten minste 4 maal, ten minste 8 maal, ten minste 12 maal, ten minste 16 maal, ten minste 20 maal, ten minste 24 maal, ten minste 28 maal, ten minste 32 maal, ten minste 36 maal, ten minste 42 maal of ten minste 48 maal, tijdens de anaërobe fermentatie uitgevoerd.In particular embodiments, steps (b) to (d) are performed a total of at least 4 times, at least 8 times, at least 12 times, at least 16 times, at least 20 times, at least 24 times, at least 28 times, at least 32 times, at least 36 times, at least 42 times or at least 48 times, during the anaerobic fermentation.

In bijzondere uitvoeringsvormen kunnen één of meer bestanddelen gekozen uit de groep bestaande uit microbiële starters, enzymen, zoetstoffen en aminozuren vóór het op gang brengen van de anaërobe fermentatie en/of tijdens de anaërobe fermentatie aan de cacaopulp-bonenmassa worden toegevoegd.In particular embodiments, one or more ingredients selected from the group consisting of microbial starters, enzymes, sweeteners and amino acids may be added to the cocoa pulp-bean mass before initiating the anaerobic fermentation and/or during the anaerobic fermentation.

In bijzondere uitvoeringsvormen kunnen één of meer bestanddelen gekozen uit de groep bestaande uit enzymen, zoetstoffen en aminozuren worden toegevoegd aan het pulp sap, zoals het pulp sap dat is verzameld bij de bodem van de houder die de fermenterende cacaopulp-bonenmassa omvat, voordat dit op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa wordt gerecirculeerd.In particular embodiments, one or more ingredients selected from the group consisting of enzymes, sweeteners and amino acids may be added to the pulp juice, such as the pulp juice collected at the bottom of the container containing the fermenting cocoa pulp bean mass, before it is placed on the fermenting cocoa pulp bean mass is recycled.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvatten de één of meer zoetstoffen glucose, fructose, sucrose of mengsels daarvan of bestaan zij in hoofdzaak daaruit of bestaan zij daaruit.In particular embodiments, the one or more sweeteners comprise or consist essentially of glucose, fructose, sucrose or mixtures thereof.

Alhoewel elk aminozuur aan de cacaopulp-bonenmassa of het pulp sap kan worden toegevoegd, zijn aminozuren die de voorkeur hebben cystine, cysteïne, glycine, alanine, valine, isoleucine, leucine, methionine, fenylalanine, tyrosine of mengsels daarvan.Although any amino acid may be added to the cocoa bean pulp or pulp juice, preferred amino acids are cystine, cysteine, glycine, alanine, valine, isoleucine, leucine, methionine, phenylalanine, tyrosine or mixtures thereof.

In bijzondere uitvoeringsvormen worden de één of meer enzymen gekozen uit de groep bestaande uit amylasen, glucoamylasen, cellulasen, glucanasen, hemicellulasen, xylanasen, proteasen, peptidasen en pectinasen.In particular embodiments, the one or more enzymes are selected from the group consisting of amylases, glucoamylases, cellulases, glucanases, hemicellulases, xylanases, proteases, peptidases and pectinases.

De enzymen kunnen eveneens een mengsel van dergelijke verschillende enzymen zijn.The enzymes may also be a mixture of such different enzymes.

In bijzondere uitvoeringsvormen kan de pH tijdens de anaërobe fermentatie worden geregeld.In particular embodiments, the pH can be controlled during the anaerobic fermentation.

Bij voorkeur wordt de pH van de fermentatie gedurende de anaërobe en aërobe fermentatie tussen 3,0 en 6,0, met meer voorkeur tussen 3,4 en 5,6 gehouden.Preferably the pH of the fermentation is maintained between 3.0 and 6.0, more preferably between 3.4 and 5.6 during the anaerobic and aerobic fermentation.

Methoden die in de techniek bekend zijn, zoals de toevoeging van een zuur of een base aan de fermenterende cacaopulp-bonenmassa of het pulp sap, kunnen worden gebruikt om de pH op de gewenste waarde te houden of te regelen.Methods known in the art, such as the addition of an acid or a base to the fermenting cocoa bean pulp or pulp juice, can be used to maintain or control the pH at the desired value.

Elk geschikt zuur of elke geschikte base kan worden gebruikt.Any suitable acid or base can be used.

Voorbeelden van geschikte zuren en basen zijn citroenzuur en calciumcarbonaat.Examples of suitable acids and bases are citric acid and calcium carbonate.

In bijzondere uitvoeringsvormen kan de temperatuur van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa tijdens de anaërobe fermentatie worden geregeld.In particular embodiments, the temperature of the fermenting cocoa pulp bean mass can be controlled during the anaerobic fermentation.

Bij voorkeur wordt de temperatuur van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa tijdens de anaërobe fermentatie tussen 15°C en 60°C, tussen 20°C en 55°C, met meer voorkeur tussen 25°C en 50°C, met nog meer voorkeur tussen 30°C en 40°C, zoals bij 37°C gehouden.Preferably, the temperature of the fermenting cocoa pulp bean mass during the anaerobic fermentation is between 15°C and 60°C, between 20°C and 55°C, more preferably between 25°C and 50°C, even more preferably between 30°C and 40°C, as kept at 37°C.

De temperatuur kan worden geregeld door het meten en/of registreren van de temperatuur van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa met gebruikmaking van een temperatuurs- gevoelige sonde die in het midden van de houder die de fermenterende cacaopulp-bonenmassa omvat, wordt gestoken.The temperature can be controlled by measuring and/or recording the temperature of the fermenting cocoa bean pulp using a temperature sensitive probe inserted into the center of the container containing the fermenting cocoa pulp bean paste.

Het fermentatieproces voor cacaobonen kan schematisch worden verdeeld in twee hoofdfasen: een eerste anaërobe fase gedurende welke de gisten en melkzuurbacteriën overheersen en een tweede aërobe fase waarin azijnzuurbacteriën zich ontwikkelen.The fermentation process for cocoa beans can be schematically divided into two main phases: a first anaerobic phase during which the yeasts and lactic acid bacteria predominate and a second aerobic phase during which acetic acid bacteria develop.

De omschakeling van de eerste fase naar de tweede treedt geleidelijk op.The transition from the first stage to the second occurs gradually.

Het op gang komen van aërobe fermentatie kan verder gestimuleerd worden door het omkeren, mengen en/of agiteren van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa om beluchting in de houder te verschaffen.The initiation of aerobic fermentation can be further promoted by inverting, mixing and/or agitating the fermenting cocoa pulp-bean mass to provide aeration in the container.

De cacaopulp-bonenmassa kan tijdens deze tweede fermentatiefase continu of met regelmatige tussenpozen worden omgekeerd, gemengd en/of geagiteerd.The cocoa pulp bean mass can be inverted, mixed and/or agitated continuously or at regular intervals during this second fermentation stage.

Dit kan handmatig of mechanisch worden bereikt.This can be achieved manually or mechanically.

Een andere methode voor het op gang brengen van de tweede fermentatiefase omvat de overbrenging van de cacaopulp-bonenmassa in een andere houder.Another method of initiating the second fermentation stage involves transferring the cocoa pulp-bean mass into another container.

De tijd die deze stap (dat wil zeggen omkering en/of beluchting van de bonen) in beslag neemt, wordt door de deskundige bepaald/besloten en hangt af van zijn of haar kennis van verscheidene factoren, zoals de temperatuur, de kleur van de bonen, de geur, de oorsprong van de bonen of om het even welke combinatie daarvan, zoals beschreven in Beckett S.T., Industrial chocolate manufacture and use: vierde uitgave, 2009, Blackwell Publishing Ltd. ISBN:979-1-405-13949-6.The time taken for this step (i.e. inversion and/or aeration of the beans) will be determined/decided by the skilled person and will depend on his or her knowledge of several factors such as temperature, color of the beans , the smell, the origin of the beans or any combination thereof as described in Beckett S.T., Industrial chocolate manufacture and use: fourth edition, 2009, Blackwell Publishing Ltd. ISBN:979-1-405-13949-6.

In het fermentatieproces zoals deze beschrijving leert, kan de aërobe fermentatie een tijd van ongeveer 1 tot ongeveer 7 dagen, ongeveer 1 tot ongeveer 6 dagen, ongeveer 1 tot ongeveer 5 dagen, ongeveer 2 tot ongeveer 7 dagen, ongeveer 2 tot ongeveer 6 dagen, bij voorkeur ongeveer 2 tot ongeveer 5 dagen zijn. Met betrekking tot de anaërobe fermentatie kunnen eveneens een startercultuur of één of meer bestanddelen gekozen uit de groep bestaande uit zoetstoffen en/of ammozuren tijdens de aërobe fermentatie aan de fermenterende cacaopulp-bonenmassa worden toegevoegd. Verder kunnen tijdens aërobe fermentatie de pH en/of de temperatuur worden geregeld.In the fermentation process as taught herein, the aerobic fermentation may be for a time of about 1 to about 7 days, about 1 to about 6 days, about 1 to about 5 days, about 2 to about 7 days, about 2 to about 6 days, preferably about 2 to about 5 days. With regard to the anaerobic fermentation, a starter culture or one or more ingredients selected from the group consisting of sweeteners and/or ammo acids may also be added to the fermenting cocoa pulp-bean mass during the aerobic fermentation. Furthermore, the pH and/or the temperature can be controlled during aerobic fermentation.

De kwaliteit van de gefermenteerde bonen kan worden beoordeeld met methoden die in de techniek algemeen bekend zijn, zoals de snijtest, zoals beschreven in Beckett S.T., Industrial chocolate manufacture and use: vierde uitgave, 2009, Blackwell Publishing Ltd. ISBN:979-1-405-13949-6.The quality of the fermented beans can be assessed by methods well known in the art, such as the cut test, as described in Beckett S.T., Industrial chocolate manufacture and use: Fourth Edition, 2009, Blackwell Publishing Ltd. ISBN:979-1-405-13949-6.

Een verder aspect verschaft gefermenteerde cacaobonen die zijn verkregen door de methode voor het fermenteren van cacaopulp-bonenmassa zoals deze beschrijving leert.A further aspect provides fermented cocoa beans obtained by the method of fermenting cocoa pulp bean pulp as taught herein.

De cacaobonen die volgens de uitvinding zijn gefermenteerd of de gefermenteerde cacaobonen volgens de uitvinding kunnen verder worden verwerkt met gebruikmaking van methoden en technieken die in de techniek algemeen bekend zijn. In het bijzonder zijn deze methoden en technieken gebruikelijk en zij vereisen geen aanpassingen.The cocoa beans fermented according to the invention or the fermented cocoa beans according to the invention may be further processed using methods and techniques well known in the art. In particular, these methods and techniques are conventional and require no modification.

De gefermenteerde cacaobonen kunnen bijvoorbeeld worden gedroogd, gereinigd, van schil worden ontdaan, geroosterd en vervolgens gemalen tot cacaopasta (dat wil zeggen cacaomassa). Dienovereenkomstig verschaft een verder aspect een methode voor het bereiden van cacaomassa omvattende de stappen van: - het verschaffen van gefermenteerde cacaobonen die zijn verkregen door de methode zoals deze beschrijving leert; - het drogen van de gefermenteerde cacaobonen; - het roosteren van de gedroogde cacaobonen; - het breken en ontdoppen van de geroosterde cacaobonen; en/of - het malen van de gebroken en ontdopte cacaobonen; waardoor een cacaomassa wordt verkregen.For example, the fermented cocoa beans can be dried, cleaned, dehulled, roasted and then ground into cocoa paste (i.e. cocoa mass). Accordingly, a further aspect provides a method of preparing cocoa liquor comprising the steps of: - providing fermented cocoa beans obtained by the method as taught herein; - drying the fermented cocoa beans; - roasting the dried cocoa beans; - breaking and dehusking the roasted cocoa beans; and/or - grinding the crushed and dehusked cocoa beans; whereby a cocoa mass is obtained.

In bijzondere uitvoeringsvormen kunnen de gefermenteerde cacaobonen aan het einde van de aërobe fermentatie worden gedroogd. Het drogen van de gefermenteerde cacaobonen kan de gefermenteerde bonen adequaat voorbereiden op opslag en transport zonder dat zij worden verontreinigd door schimmels, bacteriën en andere verontreinigingen.In particular embodiments, the fermented cocoa beans can be dried at the end of the aerobic fermentation. Drying the fermented cocoa beans can adequately prepare the fermented beans for storage and transportation without contaminating them with mold, bacteria and other contaminants.

Het drogen wordt bij voorkeur onmiddellijk na de tweede fermentatiefase (aërobe fermentatie in de betekenis van de onderhavige uitvinding) van het fermentatieproces gestart om te voorkomen dat de bonen overgefermenteerd worden met als gevolg daarvan een verlies van cacaosmaak.The drying is preferably started immediately after the second fermentation stage (aerobic fermentation within the meaning of the present invention) of the fermentation process in order to prevent the beans from being over-fermented with consequent loss of cocoa flavour.

Het drogmgsproces kan worden uitgevoerd door kunstmatig drogen of door drogen in de zon, bij voorkeur door drogen in de zon.The drying process can be carried out by artificial drying or by sun drying, preferably by sun drying.

In bijzondere uitvoeringsvormen worden de gefermenteerde bonen gedroogd om het vochtgehalte van de gefermenteerde bonen te verminderen tot ten hoogste 10% (v/w), bij voorkeur ten hoogste 9% (v/w), en met meer voorkeur ten hoogste 7% (v/w). De tijd die benodigd is om de juiste droging te bereiken, zal variëren naar gelang plaatselijke omstandigheden (bijvoorbeeld temperatuur, aantal uur zonlicht, luchtvochtigheid), maar ligt typisch tussen 6 en 10 dagen.In particular embodiments, the fermented beans are dried to reduce the moisture content of the fermented beans to at most 10% (v/w), preferably at most 9% (v/w), and more preferably at most 7% (v /w). The time required to achieve proper drying will vary according to local conditions (e.g. temperature, hours of sunlight, humidity), but is typically between 6 and 10 days.

In het geval van drogen m de zon worden droogschotels die de gefermenteerde cacaobonen omvatten bij voorkeur zo geplaatst dat zij tijdens het grootste deel van de dag maximale blootstelling aan de zon en luchtcirculatie ontvangen, om het drogingsproces te bespoedigen.In the case of sun drying, drying trays containing the fermented cocoa beans are preferably placed so as to receive maximum sun exposure and air circulation during most of the day to hasten the drying process.

De dikte van de laag van drogende gefermenteerde cacaobonen is bij voorkeur niet meer dan 4 cm, om langzame of ontoereikende droging te vermijden.The thickness of the layer of drying fermented cocoa beans is preferably not more than 4 cm, to avoid slow or insufficient drying.

Verder worden de bonen bij voorkeur enkele malen omgekeerd tijdens het drogingsproces, bij voorkeur 5 tot 10 maal per dag, zodat dit leidt tot homogener gedroogde bonen.Furthermore, the beans are preferably inverted several times during the drying process, preferably 5 to 10 times a day, so that this results in more homogeneous dried beans.

De drogende bonen worden bij voorkeur beschermd tegen regen en/of dauw.The drying beans are preferably protected from rain and/or dew.

Roosteren van de gedroogde cacaobonen kan worden uitgevoerd door methoden die in de techniek bekend zijn, zoals beschreven in Beckett S.T., Industrial chocolate manufacture and use: vierde uitgave, 2009, Blackwell Publishing Ltd.Roasting the dried cocoa beans can be performed by methods known in the art, such as described in Beckett S.T., Industrial chocolate manufacture and use: Fourth Edition, 2009, Blackwell Publishing Ltd.

ISBN:979-1-405-13949-6. De cacaobonen kunnen bijvoorbeeld worden geroosterd door het verwarmen van de gedroogde bonen tot een temperatuur van 95°C tot 130°C, 100°C tot 120°C of 105 tot 115°C, gedurende een tijd van ten minste 15 minuten, ten minste 20 minuten, ten minste 25 minuten of ten minste 30 minuten, bijvoorbeeld verwarmen van de bonen tot een temperatuur van ongeveer 110°C gedurende 20 minuten.ISBN:979-1-405-13949-6. For example, the cocoa beans may be roasted by heating the dried beans to a temperature of 95°C to 130°C, 100°C to 120°C or 105 to 115°C, for a time of at least 15 minutes, at least 20 minutes, at least 25 minutes or at least 30 minutes, for example heating the beans to a temperature of about 110°C for 20 minutes.

Roosteren kan in elke in de techniek bekende — roosterinrichting voor het roosteren van cacaobonen worden uitgevoerd.Roasting can be performed in any roasting device for roasting cocoa beans known in the art.

Een voorbeeld van een laboratoriumroosterinrichting/roosterinrichting op proefschaal is de Selmi ROASTER 106 (Selmi Group, Italië). Het breken en ontdoppen van cacaobonen 1s het proces van het verwijderen van de buitenste schil van de cacaoboon op een wijze die verzekert dat het vlees van de cacaoboon grotendeels intact blijft, ook wel aangeduid als cacaoboonpitten of nibs.An example of a laboratory lattice/pilot scale device is the Selmi ROASTER 106 (Selmi Group, Italy). Cocoa bean crushing and dehulling is the process of removing the outer shell of the cocoa bean in a manner that ensures that the flesh of the cocoa bean remains largely intact, also referred to as cocoa bean kernels or nibs.

Het breken en ontdoppen van de cacaobonen kan worden uitgevoerd door methoden (handmatig of mechanisch, zoals automatisch) en met gebruikmaking van gereedschappen die in de techniek bekend zijn.The crushing and dehusking of the cocoa beans can be performed by methods (manual or mechanical, such as automatic) and using tools known in the art.

Een voorbeeld van een laboratorium brekings- en ontdoppingsinrichting/brekings- en ontdoppingsinrichting op proefschaal is de Winn-15 Mini Winnower (CACAO CUCINA®, US).An example of a laboratory test scale refractor and dedoping device/breaking and dedoping device is the Winn-15 Mini Winnower (CACAO CUCINA®, US).

Malen van de cacaoboonpitten of nibs maakt verder vermindering van de grootte van de cacaodeeltjes mogelijk.Grinding the cocoa bean kernels or nibs allows further reduction of the size of the cocoa particles.

Meer in het bijzonder maakt malen het mogelijk om de pitten of nibs van een vaste massa om te zetten in een vloeibare massa van cacaodeeltjes gesuspendeerd in cacaoboter, ook wel bekend als cacaopasta of cacaomassa.More specifically, milling makes it possible to convert the kernels or nibs of a solid mass into a liquid mass of cocoa particles suspended in cocoa butter, also known as cocoa paste or cocoa mass.

Het malen van cacaoboonpitten of nibs kan worden uitgevoerd door methoden en met gebruikmaking van gereedschappen die in de techniek bekend zijn.Grinding of cocoa bean kernels or nibs can be performed by methods and using tools known in the art.

Een voorbeeld van een laboratoriummaalinrichting/maalinrichting op proefschaal is de Blixer® 6V.V. (Robot-Coupe®), Frankrijk). De cacaomassa kan worden opgeslagen tot verdere verwerking tot chocolade, zoals gedurende ten minste 1 week, ten minste 2 weken, ten minste 3 weken, ten minste 6 weken, in zijn vloeibare vorm, en zoals gedurende ten minste 3 maanden, ten minste 6 maanden of ten minste 12 maanden, in zijn vaste vorm.An example of a laboratory grinder/pilot scale grinder is the Blixer® 6V.V. (Robot-Coupe®), France). The cocoa liquor can be stored until further processing into chocolate, such as for at least 1 week, at least 2 weeks, at least 3 weeks, at least 6 weeks, in its liquid form, and as for at least 3 months, at least 6 months or at least 12 months, in its solid form.

Een verder aspect verschaft cacaomassa die is verkregen door de methode voor het bereiden van cacaomassa zoals deze beschrijving leert.A further aspect provides cocoa liquor obtained by the method of preparing cocoa liquor as taught herein.

De cacaomassa zoals deze beschrijving leert, maakt het mogelijk om chocolade en chocoladeproducten te bereiden die significant verschillen van chocolade en chocoladeproducten die zijn bereid met op gebruikelijke wijze verkregen cacaomassa (bijvoorbeeld nieuwe smaak en nieuw aroma). Een verder aspect verschaft een methode voor het bereiden van chocolade omvattende de stappen van: - het verschaffen van een cacaomassa die is verkregen door de methode zoals deze beschrijving leert; en - het mengen van de cacaomassa met gesmolten cacaoboter en suiker; waardoor chocolade wordt verkregen.The cocoa mass as taught by this description makes it possible to prepare chocolate and chocolate products that are significantly different from chocolate and chocolate products prepared with conventionally obtained cocoa mass (e.g. new taste and new aroma). A further aspect provides a method of preparing chocolate comprising the steps of: - providing a cocoa mass obtained by the method as taught herein; and - mixing the cocoa mass with melted cocoa butter and sugar; resulting in chocolate.

De chocolade kan worden bereid met gebruikmaking van bestanddelen, methoden en technieken die in de techniek algemeen bekend zijn.The chocolate may be prepared using ingredients, methods and techniques well known in the art.

In het bijzonder zijn deze bestanddelen, methoden en technieken gebruikelijk en zij vereisen geen aanpassingen.In particular, these ingredients, methods and techniques are conventional and require no modification.

Naast andere bestanddelen kan een typische chocoladesamenstelling cacaomassa, cacaoboter en/of cacaopoeder omvatten.In addition to other ingredients, a typical chocolate composition may comprise cocoa mass, cocoa butter and/or cocoa powder.

In de chocolade zoals deze beschrijving leert, kunnen de cacaomassa, de cacaoboter en/of het cacaopoeder gedeeltelijk of volledig zijn verkregen uit cacaobonen die zijn gefermenteerd volgens de methode zoals deze beschrijving leert.In the chocolate as taught herein, the cocoa mass, cocoa butter and/or cocoa powder may be partially or wholly obtained from cocoa beans fermented according to the method taught herein.

De uitvinders hebben eveneens gevonden dat door gebruik te maken van een combinatie van cacaomassa die is verkregen uit cacaobonen die zijn gefermenteerd volgens de methode zoals deze beschrijving leert, en cacaoboter en/of cacaopoeder die zijn verkregen uit cacaobonen die zijn gefermenteerd met gebruikmaking van een traditionele methode, chocolade met nieuwe en aparte smaken en aroma’s kan worden bereid.The inventors have also found that by using a combination of cocoa liquor obtained from cocoa beans fermented according to the method as taught herein, and cocoa butter and/or cocoa powder obtained from cocoa beans fermented using a traditional method, chocolate with new and distinct flavors and aromas can be prepared.

Typische bereiding van chocolade bestaat uit drie stadia: mengen en mogelijk voormalen, verfijnen, verwarmen en eventueel concheren, zoals beschreven m Beckett S.T., Industrial chocolate manufacture and use: vierde uitgave, 2009, Blackwell Publishing Ltd.Typical chocolate preparation consists of three stages: mixing and possibly pre-grinding, refining, heating and optionally conching, as described in Beckett S.T., Industrial chocolate manufacture and use: fourth edition, 2009, Blackwell Publishing Ltd.

ISBN:979-1-405-13949-6, dat hierin door verwijzing is opgenomen.ISBN:979-1-405-13949-6, which is incorporated herein by reference.

Dienovereenkomstig kan in bijzondere uitvoeringsvormen de methode voor het bereiden van chocolade de volgende stappen omvatten: -het smelten van de cacaomassa en/of de cacaoboter, zoals bij een temperatuur van ongeveer 45°C; - het mengen van de cacaomassa met (een deel van de) gesmolten cacaoboter en suiker; - het verfijnen van het mengsel van cacaomassa, cacaoboter en suiker; - het verwarmen van het verfijnde mengsel van cacaomassa, cacaoboter en suiker, waardoor het mengsel vloeibaar wordt gemaakt; -eventueel het concheren van het verfijnde mengsel; waardoor chocolade wordt verkregen; en - eventueel het toevoegen van verdere bestanddelen aan het vloeibare verfijnde of geconcheerde mengsel, zoals meer cacaoboter, smaakmiddelen of emulgatoren; en - het tempereren van het vloeibare mengsel, waardoor getempereerde chocolade wordt verkregen.Accordingly, in particular embodiments, the method of preparing chocolate may comprise the following steps: -melting the cocoa mass and/or the cocoa butter, such as at a temperature of about 45°C; - mixing the cocoa mass with (part of the) melted cocoa butter and sugar; - refining the mixture of cocoa mass, cocoa butter and sugar; - heating the refined mixture of cocoa mass, cocoa butter and sugar, whereby the mixture is liquefied; - optionally conching the refined mixture; whereby chocolate is obtained; and - optionally adding further ingredients to the liquid refined or conched mixture, such as more cocoa butter, flavoring agents or emulsifiers; and - tempering the liquid mixture, whereby tempered chocolate is obtained.

Bij voorkeur worden deze stappen in een opeenvolgende volgorde van smelten, mengen, verfijnen, verwarmen (eventueel concheren) en tempereren uitgevoerd.Preferably, these steps are performed in a sequential order of melting, mixing, refining, heating (optionally conching) and tempering.

Het mengen kan het met elkaar combineren van de bestanddelen omvatten met een in de techniek bekend middel om een homogene pasta te verkrijgen, zoals een menger.Mixing may include combining the ingredients together with a means known in the art to obtain a homogeneous paste, such as a mixer.

Geschikte mengers omvatten ladingsgewijs werkende mengers, ladingsgewijs werkende verticale mengers, ladingsgewijs werkende horizontale mengers, continue mengers.Suitable mixers include batch mixers, batch vertical mixers, batch horizontal mixers, continuous mixers.

De mengstap kan eveneens handmatig worden uitgevoerd.The mixing step can also be performed manually.

De menger kan bijvoorbeeld een keukenmachine, een Hobart-menger of een Stephan-menger zijn.The mixer can be, for example, a food processor, a Hobart mixer or a Stephan mixer.

Bij voorkeur heeft de menger een temperatuurregeling.Preferably, the mixer has a temperature control.

De suiker kan eveneens voorafgaand aan het toevoegen daarvan aan het mengsel voorverfijnd worden, zoals met gebruikmaking van een suikermolen.The sugar may also be pre-refined prior to its addition to the mixture, such as using a sugar mill.

In bijzondere uitvoeringsvormen kan de methode voor het bereiden van chocolade voormalen van het mengsel van cacaomassa, gesmolten cacaoboter en suiker omvatten.In particular embodiments, the method of preparing chocolate may comprise pre-grinding the mixture of cocoa mass, melted cocoa butter and sugar.

Het mengsel kan bijvoorbeeld worden voorgemalen in een tweewalsmolen, teneinde een algehele fijnheid van ongeveer 150 um te verkrijgen.For example, the mixture may be pre-milled in a two-roll mill to obtain an overall fineness of about 150 µm.

Suiker kan eveneens worden voorverfijnd voorafgaand aan het toevoegen daarvan aan het mengsel, zoals met gebruikmaking van een suikermolen.Sugar can also be pre-refined prior to adding it to the mixture, such as using a sugar mill.

Verfijnen van het mengsel omvattende cacaomassa, cacaoboter en suiker kan worden uitgevoerd met gebruikmaking van verschillende typen processen of gereedschappen.Refining the mixture comprising cocoa mass, cocoa butter and sugar can be carried out using different types of processes or tools.

Geschikte gereedschappen omvatten driewals- of vijfwalsverfijningsmolens, een kogelmolen of Refiner/Conche zoals de Universal Refiner/Conche van MacIntyre.Suitable tools include three-roll or five-roll refining mills, a ball mill, or Refiner/Conche such as MacIntyre's Universal Refiner/Conche.

De fijnheid van het mengsel wordt bij voorkeur zo verminderd dat de korrelgrootte van het mengsel beneden 40,0 um, zoals beneden 35 um of beneden 30 um, met meer voorkeur beneden 25 um ligt. In bijzondere uitvoeringsvormen is het verfijnde mengsel een poeder. De verfijningsstap leidt tot een versterkte smaak en een beter mondgevoel.The fineness of the mixture is preferably reduced so that the grain size of the mixture is below 40.0 µm, such as below 35 µm or below 30 µm, more preferably below 25 µm. In particular embodiments, the refined mixture is a powder. The refinement step leads to an enhanced flavor and a better mouthfeel.

Het verfijnde mengsel kan worden verwarmd om het verfijnde mengsel vloeibaar te maken. De temperatuur die nodig is om het verfijnde mengsel vloeibaar te maken, hangt af van de samenstelling van het mengsel (die bijvoorbeeld varieert naar gelang het type chocolade). Er dient bijvoorbeeld op te worden gelet dat het verfijnde mengsel niet wordt oververwarmd, wat zou kunnen leiden tot verbranden van het verfijnde mengsel.The refined mixture can be heated to liquefy the refined mixture. The temperature required to liquefy the refined mixture depends on the composition of the mixture (which varies, for example, according to the type of chocolate). For example, care should be taken not to overheat the refined mixture, which could lead to burning of the refined mixture.

De verfijnde chocolade kan worden onderworpen aan een concheer stap om de kwaliteit van de chocolade te verhogen. Indien een concheer stap wordt uitgevoerd, dan is de verwarmingsstap onderdeel van de concheerstap.The refined chocolate can be subjected to a conching step to increase the quality of the chocolate. If a conching step is performed, the heating step is part of the conching step.

Tijdens het concheren wordt de chocolade onderworpen aan een langdurige mechanische menging in combinatie met verwarming. De deskundige op dit gebied zal begrijpen dat indien de methode een concheerstap omvat, de verwarmingsstap en de concheerstap tegelijkertijd worden uitgevoerd. Concheren wordt typisch uitgevoerd in speciale vaten bekend als conches. Eventuele bestanddelen, zoals het tweede deel van de cacaoboter, smaakmiddelen en/of emulgatoren, kunnen in dit stadium aan het mengsel worden toegevoegd. Lecithine wordt hierbij vaak toegevoegd als een emulgator ter verbetering van de theologische eigenschappen van chocolade, waardoor mogelijk de hoeveelheid cacaoboter kan worden verminderd. Andere emulgatoren kunnen eveneens worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld polyglycerol, polyricmoleaat, ammoniumfosfatide of natriumtristearaat.During conching, the chocolate is subjected to a prolonged mechanical mixing in combination with heating. The skilled artisan will appreciate that if the method includes a conching step, the heating step and the conching step are performed simultaneously. Conching is typically performed in special vessels known as conches. Optional ingredients, such as the second part of the cocoa butter, flavors and/or emulsifiers can be added to the mixture at this stage. Lecithin is often added here as an emulsifier to improve the theological properties of chocolate, potentially reducing the amount of cocoa butter. Other emulsifiers can also be used, such as, for example, polyglycerol, polyric moleate, ammonium phosphatide or sodium tristearate.

Tijdens het concheren veroorzaakt de kneedwerking in combinatie met de hoge temperatuur (zoals ten minste 80°C, bij voorkeur ten minste 90°C) verdamping van overblijvend vocht en van enige ongewenste vluchtige componenten, zoals zuren, die tijdens de fermentatie van de cacaobonen zijn ontstaan. De kneedwerking leidt eveneens tot een betere dispersie van suiker- en cacaodeeltjes in de vet fase, die wordt gevormd door de cacaoboter die uit de cacaomassa vrijkomt en eventueel wordt toegevoegd.During conching, the kneading action in combination with the high temperature (such as at least 80°C, preferably at least 90°C) causes evaporation of residual moisture and of any undesirable volatile components, such as acids, which are formed during the fermentation of the cocoa beans. to arise. The kneading action also leads to a better dispersion of sugar and cocoa particles in the fat phase, which is formed by the cocoa butter released from the cocoa mass and optionally added.

Het concheer proces leidt typisch tot de afname van de viscositeit van de chocolade en de opbrengst waarde. Aan het einde van de concheerstap heeft de chocolade de gewenste smaak en de gewenste — rheologische eigenschappen ontwikkeld.The conching process typically leads to a decrease in the chocolate's viscosity and yield value. At the end of the conching step, the chocolate has developed the desired taste and rheological properties.

In de techniek zijn twee types concheer bewerkingen bekend, namelijk droog concheren en nat concheren.Two types of conching operations are known in the art, namely dry conching and wet conching.

Bij nat concheren wordt het tweede deel van de cacaoboter en eventueel andere bestanddelen, zoals lecithine, vroeg in het concheerproces aan het verfijnde mengsel toegevoegd om de vloeibaarheid van de massa te behouden, die vervolgens lange tijd, typisch ongeveer 20 tot 30 uur of zelfs langer, en bij een relatief lage temperatuur, typisch tussen ongeveer 40°C en ongeveer 60°C, mechanisch wordt bewerkt. Bij droog concheren wordt het verfijnde mengsel een kortere tijd bewerkt, bijvoorbeeld tot 20 uur, maar bij een hogere temperatuur, typisch boven 70°C, bijvoorbeeld bij ongeveer 90°C voor donkere chocolade. In dit geval wordt het tweede deel van de cacaoboter en eventueel andere bestanddelen tegen het einde van de concheer periode toegevoegd. Deze laatste stap (na het eigenlijke “droog concheren”) is algemeen bekend als “vloeibaar concheren”. Het doel van deze behandeling is het homogeniseren en verkrijgen van een vloeibare pompbare massa.In wet conching, the second part of the cocoa butter and optionally other ingredients, such as lecithin, are added to the refined mixture early in the conching process to maintain the fluidity of the mass, which is then left for a long time, typically about 20 to 30 hours or even longer. and mechanically worked at a relatively low temperature, typically between about 40°C and about 60°C. In dry conching, the refined mixture is processed for a shorter time, e.g. up to 20 hours, but at a higher temperature, typically above 70°C, e.g. at about 90°C for dark chocolate. In this case, the second part of the cocoa butter and any other ingredients are added towards the end of the conching period. This last step (after the actual “dry conching”) is commonly known as “liquid conching”. The aim of this treatment is to homogenize and obtain a liquid pumpable mass.

Dankzij de technologische ontwikkeling van de procesapparatuur worden deze twee concheer bewerkingen tegenwoordig in het algemeen in een kortere tijd van ongeveer 8 tot ongeveer 24 uur verwezenlijkt.Today, thanks to the technological development of the process equipment, these two conching operations are generally accomplished in a shorter time of about 8 to about 24 hours.

Wanneer een vaste chocolade gewenst is, wordt het vloeibaar gemaakte mengsel getempereerd, zodat een getempereerd mengsel wordt verkregen. Tijdens de tempereer stap wordt het vloeibaar gemaakte mengsel afgekoeld en gestold, wat derhalve leidt tot een vaste chocolade. De tempereer stap leidt tot een optimale kristallisatie van de vet fase van de chocolade.When a solid chocolate is desired, the liquefied mixture is tempered to obtain a tempered mixture. During the tempering step, the liquefied mixture is cooled and solidified, thus resulting in a solid chocolate. The tempering step leads to an optimal crystallization of the fat phase of the chocolate.

Een verder aspect verschaft chocolade die is verkregen door de methode van het bereiden van chocolade zoals deze beschrijving leert.A further aspect provides chocolate obtained by the method of preparing chocolate as taught herein.

Bij voorkeur is de chocolade een echte chocolade. Met “echte chocolade” wordt een chocolade bedoeld zoals chocolade (ook wel donkere chocolade genoemd), melkchocolade, familie (of huishoud) melk chocolade en/of witte chocolade, zoals gedefinieerd in EC richtlijn 2000/36/EC van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie, die betrekking heeft op cacao- en chocoladeproducten die zijn bestemd voor menselijke consumptie (richtlijn van 23 juni 2000). Cacaoboterequivalenten worden gedefinieerd als vetsamenstellingen met een gehalte aan vast vet gemeten bij 30°C met IUPAC methode 2.150 a, waarbij de vetsamenstelling niet wordt onderworpen aan warmtebehandeling, dat ten minste 8 gew.% absoluut verschilt van het gehalte aan vast vet gemeten bij dezelfde temperatuur met IUPAC methode 2.150b, waarbij de vetsamenstelling hierbij wordt onderworpen aan een in deze methode beschreven warmtebehandelingsprogramma. In deze chocolades kan cacaoboter worden vervangen door ten hoogste 5 gew.% cacaoboterequivalenten. Niet-beperkende voorbeelden van echte chocolades zijn:Preferably the chocolate is a real chocolate. By “real chocolate” is meant a chocolate such as chocolate (also called dark chocolate), milk chocolate, family (or household) milk chocolate and/or white chocolate, as defined in EC Directive 2000/36/EC of the European Parliament and the Council of the European Union, relating to cocoa and chocolate products intended for human consumption (Directive of 23 June 2000). Cocoa butter equivalents are defined as fat compositions having a solid fat content measured at 30°C by IUPAC method 2.150a, wherein the fat composition is not subjected to heat treatment, which differs at least 8% by weight absolute from the solid fat content measured at the same temperature with IUPAC method 2.150b, whereby the fat composition is hereby subjected to a heat treatment program described in this method. In these chocolates, cocoa butter can be replaced by up to 5% by weight cocoa butter equivalents. Non-limiting examples of real chocolates include:

- Donkere chocolade of huishoudchocolade, dat wil zeggen producten bestaande uit een mengsel van cacaoproducten en suikers en/of zoetstoffen, bij voorkeur suiker, bevattende niet minder dan 35 gew.% totaal droge vaste cacaostoffen, met inbegrip van niet minder dan 18 gew.% cacaoboter en niet minder dan 14 gew.% droge niet-vette vaste cacaostoffen.Dark chocolate or household chocolate, i.e. products consisting of a mixture of cocoa products and sugars and/or sweeteners, preferably sugar, containing not less than 35% by weight of total dry cocoa solids, including not less than 18% by weight cocoa butter and not less than 14% by weight dry non-fat cocoa solids.

Waar deze term ((donkere) chocolade) wordt aangevuld met het woord “couverture”, moet het product niet minder dan 35 gew.% totaal droge vaste cacaostoffen, met inbegrip van niet minder dan 31 gew.% cacaoboter en niet minder dan 2,5 gew.% droge niet-vette vaste cacaostoffen bevatten. - “Melkchocolade”, dat wil zeggen een product dat is verkregen uit cacaoproducten, suikers en/of zoetstoffen, bij voorkeur suiker, en melk of melkproducten, dat niet minder dan 25 gew.% totaal droge vaste cacaostoffen; niet minder dan 14 gew.% droge vaste melkstoffen verkregen door het gedeeltelijk of geheel dchydrateren van volle melk, halfvolle of magere melk, room, of uit gedeeltelijk of geheel gedehydrateerde room, boter of melkvet; niet minder dan 2,5 gew.% droge niet-vette vaste cacaostoffen; niet minder dan 3,5 gew.% melkvet; en niet minder dan 25 gew.% totaal vet (cacaoboter en melkvet) bevat.Where this term ((dark) chocolate) is supplemented by the word “couverture”, the product must not be less than 35% by weight total cocoa solids, including not less than 31% by weight cocoa butter and not less than 2, 5% w/w dry non-fat cocoa solids. - "Milk chocolate", i.e. a product obtained from cocoa products, sugars and/or sweeteners, preferably sugar, and milk or milk products, containing not less than 25% by weight of total dry cocoa solids; not less than 14% by weight of dry milk solids obtained by partially or wholly dehydrated whole milk, semi-skimmed or skimmed milk, cream, or from partially or wholly dehydrated cream, butter or milk fat; not less than 2.5% by weight dry non-fat cocoa solids; not less than 3.5% by weight milk fat; and not less than 25% by weight of total fat (cocoa butter and milk fat).

Waar deze term (melkchocolade) wordt aangevuld met het woord “couverture”, moet het product een minimaal totaal gehalte aan vet (cacaoboter en melkvet) van 31 gew.% hebben. - “Familiemelkchocolade”, dat wil zeggen een product dat is verkregen uit cacaoproducten, suikers en/of zoetmiddelen, bij voorkeur suiker, en melk of melkproducten, bevattende niet minder dan gew.% totaal droge vaste stoffen; niet minder dan 20 gew.% droge vaste melkstoffen die zijn verkregen door het gedeeltelijk of volledig dehydrateren van volle melk, halfvolle of magere melk, 20 room, of uit gedeeltelijk of volledig gedehydrateerde room, boter of melkvet; niet minder dan 2,5 gew.% droge niet-vette vaste cacaostoffen; niet minder dan 5 gew.% melkvet; en niet minder dan 25 gew.% totaal vet (cacaoboter en melkvet). Een ander voorbeeld van een echte chocolade is witte chocolade.Where this term (milk chocolate) is supplemented with the word “couverture”, the product must have a minimum total fat content (cocoa butter and milk fat) of 31% by weight. - "Family milk chocolate", i.e. a product obtained from cocoa products, sugars and/or sweeteners, preferably sugar, and milk or milk products, containing not less than wt% total dry solids; not less than 20% by weight of dry milk solids obtained by partially or completely dehydrating whole milk, semi-skimmed or skimmed milk, cream, or from partially or fully dehydrated cream, butter or milk fat; not less than 2.5% by weight dry non-fat cocoa solids; not less than 5% by weight milk fat; and not less than 25% by weight of total fat (cocoa butter and milk fat). Another example of a real chocolate is white chocolate.

De term “witte chocolade” geeft een product aan dat is verkregen uit cacaoboter, melk of melkproducten en suikers, dat niet minder dan 20 gew.% cacaoboter en niet minder dan 14 gew.% droge vaste melkstoffen bevat die zijn verkregen door het gedeeltelijk of volledig dehydrateren van volle melk, halfvolle of magere melk, room, of uit gedeeltelijk of volledig gedehydrateerde room, boter of melkvet, waarvan niet minder dan 3,5 gew.% melkvet is.The term "white chocolate" denotes a product obtained from cocoa butter, milk or milk products and sugars, containing not less than 20% by weight of cocoa butter and not less than 14% by weight of dry milk solids obtained by partially or completely dehydrating whole milk, semi-skimmed or skimmed milk, cream, or from partially or completely dehydrated cream, butter or milk fat, of which not less than 3.5% by weight is milk fat.

Eventuele bestanddelen, zoals noten, lecithine, weipoeder, enz. kunnen aan om het even welk van de bovengenoemde types chocolade worden toegevoegd.Optional ingredients such as nuts, lecithin, whey powder, etc. can be added to any of the above types of chocolate.

Bij voorkeur is de chocolade echte donkere chocolade of echte melkchocolade.Preferably the chocolate is real dark chocolate or real milk chocolate.

Met meer voorkeur is de chocolade echte donkere chocolade.More preferably, the chocolate is true dark chocolate.

In bijzondere uitvoeringsvormen is de chocolade zoals deze beschrijving leert een echte melkchocolade omvattende ten minste ongeveer 30,0 gew.%, bij voorkeur ten minste ongeveer 40,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste ongeveer 50,0 gew.% en tot ongeveer 84,50 gew.%, bij voorkeur tot ongeveer 80,0 gew.% van de cacaomassa zoals deze beschrijving leert, zoals ongeveer 30,0 gew.% tot ongeveer 84,50 gew.%, ongeveer 40,0 gew.% tot ongeveer 84,50 gew.%, ongeveer 50,0 gew.% tot ongeveer 84,50 gew.%, ongeveer 60,0 gew.% tot ongeveer 84,50 gew.%, ongeveer 30,0 gew.% tot ongeveer 80,0 gew.%, ongeveer 40,0 gew.% tot ongeveer 80,0 gew.%, ongeveer 50,0 gew.% tot ongeveer 80,0 gew.% of ongeveer 60,0 gew.% tot ongeveer 80,0 gew.% van de cacaomassa zoals deze beschrijving leert.In particular embodiments, the chocolate as this disclosure teaches is a real milk chocolate comprising at least about 30.0 wt%, preferably at least about 40.0 wt%, more preferably at least about 50.0 wt% and up to about 84.50 wt%, preferably up to about 80.0 wt% of the cocoa liquor as taught herein, such as about 30.0 wt% to about 84.50 wt%, about 40.0 wt% to about 84.50 wt%, about 50.0 wt% to about 84.50 wt%, about 60.0 wt% to about 84.50 wt%, about 30.0 wt% to about 80.0 wt%, about 40.0 wt% to about 80.0 wt%, about 50.0 wt% to about 80.0 wt% or about 60.0 wt% to about 80, 0 wt% of the cocoa mass as this specification teaches.

In bijzondere uitvoeringsvormen is de chocolade zoals deze beschrijving leert een echte donkere chocolade omvattende ten minste ongeveer 30,0 gew.%, bij voorkeur ten minste ongeveer 40,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste ongeveer 50,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste ongeveer 60,0 gew.%, zelfs ten minste ongeveer 70,0 gew.% en tot ongeveer 99,90 gew.%, bij voorkeur tot ongeveer 95,0 gew.%, van de cacaomassa zoals deze beschrijving leert.In particular embodiments, the chocolate as this disclosure teaches is a true dark chocolate comprising at least about 30.0 wt%, preferably at least about 40.0 wt%, more preferably at least about 50.0 wt%, even more preferably at least about 60.0 wt%, even at least about 70.0 wt% and up to about 99.90 wt%, preferably up to about 95.0 wt%, of the cocoa liquor such as this description learns.

In sommige preferentiële uitvoeringsvormen is de chocolade zoals deze beschrijving leert een echte donkere chocolade omvattende ongeveer 30,0 gew.% tot ongeveer 99,90 gew.%, ongeveer 40,0 gew.% tot ongeveer 99,90 gew.%, ongeveer 50,0 gew.% tot ongeveer 99,90 gew.%, ongeveer 60,0 gew.% tot ongeveer 99,90 gew.%, ongeveer 70,0 gew.% tot ongeveer 99,90 gew.%, ongeveer 50,0 gew.% tot ongeveer 95,0 gew.%, ongeveer 60,0 gew.% tot ongeveer 95,0 gew.%, ongeveer 70,0 gew.% tot ongeveer 95,0 gew.%, bij voorkeur ongeveer 70,0 gew.% tot ongeveer 90,0 gew.%, van de cacaomassa zoals deze beschrijving leert.In some preferred embodiments, the chocolate as taught herein is a true dark chocolate comprising about 30.0 wt% to about 99.90 wt%, about 40.0 wt% to about 99.90 wt%, about 50 0.0% wt to about 99.90 wt%, about 60.0 wt% to about 99.90 wt%, about 70.0 wt% to about 99.90 wt%, about 50.0 wt% to about 95.0 wt%, about 60.0 wt% to about 95.0 wt%, about 70.0 wt% to about 95.0 wt%, preferably about 70.0 wt% to about 90.0 wt% of the cocoa liquor as taught herein.

In bijzondere uitvoeringsvormen is de chocolade zoals deze beschrijving leert een echte donkere chocolade met cen hoog cacaogehalte.In particular embodiments, the chocolate as this disclosure teaches is a true dark chocolate with a high cocoa content.

In de context van de onderhavige uitvinding verwijst het — cacaogchalte naar de som van de hoeveelheid cacaomassa (pasta), cacaoboter en cacaopoeder.In the context of the present invention, the cocoa content refers to the sum of the amount of cocoa mass (paste), cocoa butter and cocoa powder.

Bij voorkeur is het cacaogehalte of de hoeveelheid cacao in de echte donkere chocolade meer dan 55,0 gew.%, meer dan 60,0 gew.%, meer dan 65,0 gew.%, meer dan 70,0 gew.%, zelfs meer dan 75,0 gew.%. In bijzondere uitvoeringsvormen is het cacaogehalte in de donkere echte chocolade 55,0 gew.% tot 80,0 gew.%, 60,0 gew.% tot 80,0 gew.% of 70,0 gew.% tot 80,0 gew.%, bij voorkeur 60,0 gew.% tot 80,0 gew.%. Zelfs indien de hoeveelheid cacaomassa groot is, maken de methoden zoals deze beschrijving leert het mogelijk om de zoetheid te verhogen en de aciditeit van de chocolade te verminderen.Preferably, the cocoa content or amount of cocoa in the real dark chocolate is greater than 55.0 wt%, greater than 60.0 wt%, greater than 65.0 wt%, greater than 70.0 wt%, even more than 75.0 wt%. In particular embodiments, the cocoa content in the dark real chocolate is 55.0 wt% to 80.0 wt%, 60.0 wt% to 80.0 wt% or 70.0 wt% to 80.0 wt .%, preferably 60.0 wt.% to 80.0 wt.%. Even if the amount of cocoa liquor is large, the methods as described herein make it possible to increase the sweetness and decrease the acidity of the chocolate.

Het is derhalve een doel van de onderhavige uitvinding om een (echte) (donkere) chocolade te verschaffen die minder scherp en/of minder zurig en/of minder bitter en/of minder astringent en/of zoeter en/of romiger is dan chocolades die zijn verkregen na een gebruikelijk fermentatieproces die hetzelfde cacaogehalte bevatten.It is therefore an object of the present invention to provide a (real) (dark) chocolate which is less sharp and/or less sour and/or less bitter and/or less astringent and/or sweeter and/or creamier than chocolates which are are obtained after a conventional fermentation process containing the same cocoa content.

In het bijzonder zijn de chocolades zoals deze beschrijving leert minder zurig en/of zoeter.In particular, the chocolates as this description teaches are less sour and/or sweeter.

De chocolade kan worden opgenomen in of worden gebruikt als een topping voor een gebakken product ((bijvoorbeeld zoete broden, zoete bolletjes, taarten, cakes (cupcakes, steamcakes, spongecakes, creamcakes), cheesecakes, muffins, Deens gebak, croissants, donuts, wafels, koekjes) of niet-gebakken product (bijvoorbeeld chocoladerepen, met chocolade beklede marshmallows, snoeprepen, pralines, chocolade-bevattende dranken). Een verder aspect verschaft het gebruik van een fermentatie-inrichting (of fermentatie assemblage of - installatie) voor de bereiding van gefermenteerde cacaobonen; waarbij de fermentatie-mrichting het volgende omvat: - een houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan (Figuur 1, (1)); - middelen voor het scheiden van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan van het pulp sap van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan (Figuur 1, (3)); - middelen voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap bij de bodem van de fermentatie- inrichting (Figuur 1, (5)); - middelen voor het recirculeren van het pulp sap van de bodem naar de top van de fermentatie- inrichting (Figuur 1, (6)); en - middelen voor het sproeien van het verzamelde pulp sap van cacaobonen en pulp daarvan over het bovenoppervlak van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan (Figuur 1, (8)).The chocolate can be incorporated into or used as a topping for a baked product (e.g. sweet breads, sweet rolls, pies, cakes (cupcakes, steamcakes, spongecakes, creamcakes), cheesecakes, muffins, Danish pastries, croissants, donuts, waffles cookies) or non-baked product (e.g., chocolate bars, chocolate-coated marshmallows, candy bars, pralines, chocolate-containing beverages).A further aspect provides the use of a fermenter (or fermentation assembly or plant) for the preparation of fermented cocoa beans; wherein the fermentation device comprises: - a container for containing cocoa beans and pulp thereof (Figure 1, (1)); - means for separating fermenting cocoa beans and pulp thereof from the pulp juice of the fermenter cocoa beans and pulp thereof (Figure 1, (3)); means for collecting and containing the pulp juice at the bottom of the fermenter (Figure 1, (5)); means for recirculating the pulp juice from the bottom to the top of the fermenter (Figure 1, (6)); and - means for spraying the collected pulp juice of cocoa beans and pulp thereof over the top surface of fermenting cocoa beans and pulp thereof (Figure 1, (8)).

Figuur 1 verschaft een schematisch aanzicht van een typische fermentatie-inrichting (of fermentatie assemblage of -installatie) voor gebruik bij de bereiding van gefermenteerde bonen, en betreft mechanische recirculatie van het pulp sap tijdens anaërobe fermentatie. Het zal duidelijk zijn dat een variatie van dit schema kan worden toegepast om de anaërobe fermentatie uit te voeren. Onder deze variaties vallen de vorm van de houder, de vorm en het type van het deksel, de — aanwezigheid/afwezigheid van een klep, de aanwezigheid/afwezigheid van een afvoer bij de bodem van de houder, de plaats van de geperforeerde schotel, enz.Figure 1 provides a schematic view of a typical fermenter (or fermentation assembly or plant) for use in the preparation of fermented beans, and involves mechanical recirculation of the pulp juice during anaerobic fermentation. It will be appreciated that a variation of this scheme can be used to carry out the anaerobic fermentation. These variations include the shape of the container, the shape and type of the lid, the — presence/absence of a valve, the presence/absence of a drain at the bottom of the container, the location of the perforated tray, etc. .

In bijzondere uitvoeringsvormen zijn de houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan en/of de middelen voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap waterondoorlatend of waterdicht. In bijzondere uitvoeringsvormen omvat het middel voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap een houder of bestaat dit in hoofdzaak daaruit of bestaat dit daaruit. De deskundige op dit gebied zal weten dat de middelen voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap zich bij voorkeur onder de houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan bevinden, omdat in een dergelijk geval zwaartekracht kan worden gebruikt om het pulp sap uit de bodem van de houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan naar de middelen voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap te leiden.In particular embodiments, the container for containing cocoa beans and pulp thereof and/or the means for collecting and containing the pulp juice are water-impermeable or watertight. In particular embodiments, the means for collecting and containing the pulp juice comprises or consists essentially of or consists of a container. The person skilled in the art will appreciate that the means for collecting and containing the pulp juice is preferably located below the container for containing cocoa beans and pulp thereof, because in such a case gravity can be used to extract the pulp juice from the container. bottom of the container for containing cocoa beans and pulp thereof to the means for collecting and containing the pulp juice.

De houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan of het middel voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap kan van elk materiaal zijn, maar is bij voorkeur van kunststof, hout, staal of aluminium. Met meer voorkeur is de houder een kunststof houder. De houder kan elke vorm hebben, maar is bij voorkeur cilindrisch, vierkant of rechthoekig en met meer voorkeur cilindrisch met identieke diameter en hoogte.The container for containing cocoa beans and pulp thereof or the means for collecting and containing the pulp juice may be of any material, but is preferably plastic, wood, steel or aluminum. More preferably, the container is a plastic container. The container may be of any shape, but is preferably cylindrical, square or rectangular, and more preferably cylindrical of identical diameter and height.

De afmetingen van de houder variëren naar gelang het volume/gewicht van cacaobonen.The dimensions of the container vary according to the volume/weight of cocoa beans.

De houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan kan bijvoorbeeld een cilindrische waterdichte kunststof houder met een diameter van ongeveer 114 cm en een hoogte van ongeveer 77 cm zijn.For example, the container for containing cocoa beans and pulp thereof may be a cylindrical watertight plastic container with a diameter of about 114 cm and a height of about 77 cm.

In bijzondere uitvoeringsvormen wordt de top van de houder voor het bevatten van cacaobonen afgesloten met een deksel (Figuur 1 (2)). In bijzondere uitvoeringsvormen omvat de bodem van de houder voor het bevatten van cacaobonen een afvoer, zoals een afvoer die kan worden afgesloten met een klep.In particular embodiments, the top of the container for containing cocoa beans is closed with a lid (Figure 1 (2)). In particular embodiments, the bottom of the container for containing cocoa beans comprises a drain, such as a drain that can be closed with a valve.

De afvoer 1s bijvoorbeeld een cirkelvormige opening met een diameter van ongeveer 1,5 cm.The outlet 1s is, for example, a circular opening with a diameter of about 1.5 cm.

De middelen voor het scheiden van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan van het pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa bevinden zich typisch bij het onderste gedeelte (bijvoorbeeld dicht bij de bodem) van de houder voor het bevatten van de cacaobonen en pulp daarvan.The means for separating fermenting cocoa beans and pulp thereof from the pulp juice of the fermenting cocoa pulp-bean mass is typically located at the lower portion (e.g., close to the bottom) of the container for containing the cocoa beans and pulp thereof.

Het door cacaobonen en pulp daarvan geproduceerde pulp sap zal door zwaartekracht door de onderliggende cacaopulp-bonenmassa en vervolgens door de middelen voor het scheiden van fermenterende cacaopulp-bonenmassa van het pulp sap naar de bodem van de houder druppelen.The pulp juice produced by cocoa beans and pulp thereof will drip by gravity through the underlying cocoa pulp bean pulp and then through the means for separating fermenting cocoa pulp bean pulp from the pulp juice to the bottom of the container.

De middelen voor het scheiden van het pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa kunnen elk in de techniek bekend middel voor het scheiden van pulp sap van de fermenterende cacaopulp- bonenmassa zijn, zoals een doorlaatbare inrichting, zoals een 5 mm zeef of gaas.The means for separating the pulp juice from the fermenting cocoa pulp bean mass may be any means known in the art for separating pulp juice from the fermenting cocoa pulp bean mass, such as a permeable device such as a 5 mm sieve or mesh.

Bij voorkeur is het middel voor het scheiden van pulp sap van de fermenterende cacaopulp-bonenmassa een doek of een starre geperforeerde schotel, zoals een geperforeerde schotel van kunststof, hout of metaal.Preferably, the means for separating pulp juice from the fermenting cocoa pulp bean mass is a cloth or a rigid perforated tray, such as a perforated tray of plastic, wood or metal.

De perforaties in de schotel kunnen zodanig zijn dat zij het pulp sap van één zijde van de schotel naar de andere zijde van de schotel laten, maar niet de cacaobonen en de pulp, en hebben bij voorkeur een maximale wijdte, zoals een maximale diameter, van ten hoogste 15 mm, ten hoogste 14 mm, ten hoogste 13mm, ten hoogste 12 mm, ten hoogste 11 mm, ten hoogste 10 mm, ten hoogste 5 mm of ten hoogste 2 mm.The perforations in the tray may be such as to allow the pulp juice from one side of the tray to the other side of the tray, but not the cocoa beans and pulp, and preferably have a maximum width, such as a maximum diameter, of a maximum of 15 mm, a maximum of 14 mm, a maximum of 13 mm, a maximum of 12 mm, a maximum of 11 mm, a maximum of 10 mm, a maximum of 5 mm or a maximum of 2 mm.

In bijzondere uitvoeringsvormen bevindt zich een klep tussen de houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan (Figuur 1, (1)) en de middelen voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap bij de bodem van de fermentatie-inrichting (Figuur 1, (5)); zoals waarbij de klep zich bevindt tussen de middelen voor het scheiden van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan van het pulp sap van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan (Figuur 1, (3)) en de middelen voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap bij de bodem van de fermentatie-inrichtimg (Figuur 1, (5). Dienovereenkomstig blijft het pulp sap indien de klep gesloten is bij de bodem van de eerste houder, stroomt het tijdens de anaërobe fermentatie geproduceerde pulp sap indien de klep open is door de middelen voor het scheiden van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan van het pulp sap van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan en wordt dit verzameld in de middelen voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap bij de bodem van de fermentatie-inrichting.In particular embodiments, a valve is located between the container for containing cocoa beans and pulp thereof (Figure 1, (1)) and the means for collecting and containing the pulp juice at the bottom of the fermenter (Figure 1, (5)); such as wherein the valve is located between the means for separating the fermenting cocoa beans and pulp thereof from the pulp juice of the fermenting cocoa beans and pulp thereof (Figure 1, (3)) and the means for collecting and containing the pulp juice at the bottom of the fermenter (Figure 1, (5). Accordingly, if the valve is closed, the pulp juice remains at the bottom of the first container, the pulp juice produced during the anaerobic fermentation flows through the means if the valve is open for separating fermenting cocoa beans and pulp thereof from the pulp juice of the fermenting cocoa beans and pulp thereof and being collected in the means for collecting and containing the pulp juice at the bottom of the fermenter.

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat het middel voor het recirculeren van het pulp sap van de bodem naar de top van de fermentatie-inrichting een pomp. De pomp kan operationeel verbonden zijn met het middel voor het verzamelen en bevatten van het pulp sap bij de bodem van de fermentatie-inrichting en operationeel verbonden zijn met het middel voor het sproeien van het verzamelde pulp sap over het bovenoppervlak van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan, zoals door een leidingsysteem.In particular embodiments, the means for recirculating the pulp juice from the bottom to the top of the fermenter comprises a pump. The pump may be operatively connected to the means for collecting and containing the pulp juice at the bottom of the fermenter and operatively connected to the means for spraying the collected pulp juice over the top surface of fermenting cocoa beans and pulp thereof , such as through a piping system.

In bijzondere uitvoeringsvormen bevindt het middel voor het sproeien van het verzamelde pulp sap van cacaobonen en pulp daarvan over het bovenoppervlak van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan zich boven de houder voor het bevatten van de cacaobonen en pulp daarvan. Indien de houder voor het bevatten van de cacaobonen en pulp daarvan is afgedekt door een deksel, zal de deskundige op dit gebied begrijpen dat de middelen voor het sproeien van het verzamelde pulp sap over het bovenoppervlak van fermenterende cacaobonen zich onder het deksel van de houder bevinden.In particular embodiments, the means for spraying the collected pulp juice of cocoa beans and pulp thereof over the top surface of fermenting cocoa beans and pulp thereof is located above the container for containing the cocoa beans and pulp thereof. If the container for containing the cocoa beans and pulp thereof is covered by a lid, those skilled in the art will appreciate that the means for spraying the collected pulp juice over the top surface of fermenting cocoa beans is located below the lid of the container. .

In bijzondere uitvoeringsvormen omvat het middel voor het sproeien van het verzamelde pulp sap van cacaobonen en pulp daarvan over het bovenoppervlak van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan een mondstuk zoals elders in deze octrooibeschrijving beschreven of bestaat dit in hoofdzaak daaruit of bestaat dit daaruit. De deskundige op dit gebied zal weten dat de sproeihoek en/of grootte van het mondstuk zullen afhangen van de grootte van de houder voor het bevatten van de cacaobonen en pulp daarvan.In particular embodiments, the means for spraying the collected pulp juice of cocoa beans and pulp thereof over the top surface of fermenting cocoa beans and pulp thereof comprises or consists essentially of or consists of a nozzle as described elsewhere in this specification. The skilled artisan will appreciate that the spray angle and/or size of the nozzle will depend on the size of the container for containing the cocoa beans and pulp thereof.

Een verder aspect verschaft het gebruik van pulp sap dat is verkregen uit fermenterende cacaopulp- bonenmassa in de anaërobe fermentatie van cacaopulp-bonenmassa, omvattende ten minste één stap van het recirculeren van het pulp sap op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa.A further aspect provides the use of pulp juice obtained from fermenting cocoa pulp bean pulp in the anaerobic fermentation of cocoa pulp bean pulp, comprising at least one step of recirculating the pulp juice onto the fermenting cocoa pulp bean pulp.

De deskundige op dit gebied zal weten dat de bijzondere uitvoeringsvormen van de methoden zoals deze beschrijvmg leert eveneens van toepassing zijn op de producten en het gebruik zoals deze beschrijving leert en omgekeerd.Those skilled in the art will know that the particular embodiments of the methods taught herein also apply to the products and uses taught herein and vice versa.

Alhoewel de uitvinding is beschreven in samenhang met specifieke uitvoeringsvormen daarvan, zal het duidelijk zijn dat vele alternatieven, modificaties en variaties deskundigen op dit gebied in het licht van de voorgaande beschrijving duidelijk zullen zijn. Dienovereenkomstig is het de bedoeling dat al dergelijke alternatieven, modificaties en variaties als volgt binnen de kern en ruime omvang van de bijgevoegde conclusies liggen.Although the invention has been described in connection with specific embodiments thereof, it will be apparent that many alternatives, modifications and variations will be apparent to those skilled in the art in light of the foregoing description. Accordingly, all such alternatives, modifications and variations are intended to be within the spirit and scope of the appended claims as follows.

De bovenstaande aspecten en uitvoeringsvormen worden verder gestaafd door de volgende niet- beperkende voorbeelden.The above aspects and embodiments are further substantiated by the following non-limiting examples.

VOORBEELDEN Voorbeeld 1: Fermentatie van cacaobonenEXAMPLES Example 1: Fermentation of cocoa beans

1. Oogst van cacao-omhulsels Rijpe cacao-omhulsels werden geoogst in verschillende cacaoplantages in Ben Tre, Mekong Delta, Vietnam. De cacaobomen waren van verschillende species van Theobroma cacao L. species, waaronder onder andere Criollo, Forastero en Trinitario.1. Harvest of cocoa hulls Ripe cocoa hulls were harvested in several cocoa plantations in Ben Tre, Mekong Delta, Vietnam. The cocoa trees were from several species of Theobroma cacao L. species, including Criollo, Forastero, and Trinitario, among others.

2. Verkrijging van de cacaobonen Een paar dagen na het oogsten werden de verzamelde cacao-omhulsels met de hand met een machete geopend en werden de cacaobonen omgeven door een slijmerige witte pulp gewonnen. Aangetaste of gekiemde bonen werden weggedaan.2. Procurement of the cocoa beans A few days after harvesting, the collected cocoa hulls were opened by hand with a machete and the cocoa beans surrounded by a slimy white pulp were recovered. Infected or sprouted beans were discarded.

3. Eerste fermentatiefase of ‘anaërobe fermentatie” Materiaal Tests 1 en 2: vierkante houten kisten (grootte: 70 x 70 x 50 cm -lengte x breedte x hoogte) (figuur 2) met zijkanten en bodem geperforeerd met regelmatige tussenafstanden en een kunststof folie die de zijkanten en de bodem omgeeft. Jute zakken worden gebruikt om de kist af te dekken. Een waterdichte houder wordt gebruikt, onder de houten kist, om het pulp sap te verzamelen.3. First stage of fermentation or “anaerobic fermentation” Material Tests 1 and 2: Square wooden boxes (size: 70 x 70 x 50 cm -length x width x height) (figure 2) with sides and bottom perforated at regular intervals and a plastic film that surrounds the sides and bottom. Jute bags are used to cover the coffin. A waterproof container is used, under the wooden box, to collect the pulp juice.

Test 3: cilindrische waterdichte kunststof houder (grootte: 114 x 77 cm - diameter x hoogte) (figuur 3a) met een geperforeerde schotel 5 cm (figuur 3b) boven de bodem van de houder en een afvoer (diameter 1,5 cm) uitgerust met een klep bij de bodem van de houder. De houder wordt afgedekt met een kunststof deksel. Er wordt nog een waterdichte houder gebruikt, onder de eerste houder, om het pulp sap te verzamelen.Test 3: Cylindrical watertight plastic container (size: 114 x 77 cm - diameter x height) (Figure 3a) with a perforated dish 5 cm (Figure 3b) above the bottom of the container and a drain (diameter 1.5 cm) equipped with a valve at the bottom of the container. The container is covered with a plastic lid. Another waterproof container is used, below the first container, to collect the pulp juice.

Opzet Na het openen van de omhulsels worden de kisten gevuld met ongeveer 200 kg (houten kisten; tests 1- 2) of ongeveer 350 kg (kunststof houder; test 3) natte bonen en de daarmee samenhangende pulp. Eenmaal in de houders laat men de bonen spontaan fermenteren. Test 1 (controlefermentatie): het door de natte cacaobonen en de daarmee samenhangende pulp geproduceerde pulp sap stroomt tijdens de fermentatie door de perforaties in de houten kist en wordt niet bewaard. De fermentatie duurt ongeveer 48 uur.Setup After opening the casings, the boxes are filled with about 200 kg (wooden boxes; tests 1-2) or about 350 kg (plastic container; test 3) wet beans and the related pulp. Once in the containers, the beans are allowed to ferment spontaneously. Test 1 (Control Fermentation): The pulp juice produced by the wet cocoa beans and related pulp flows through the perforations in the wooden box during fermentation and is not stored. The fermentation takes about 48 hours.

Test 2 (volgens de uitvinding): het door de natte cacaobonen en de daarmee samenhangende pulp geproduceerde pulp sap stroomt tijdens de eerste fermentatiefase door de perforaties in de houten kist en wordt in de houder onder de kist verzameld. De verzameling van het pulp sap is contmu. Het pulp sap wordt met tussenpozen tijdens de gehele duur van de eerste fase van het fermentatieproces (ongeveer 48 uur) handmatig bij de top in de eerste houder heringebracht op de fermenterende cacaopulp- bonenmassa. Het herinbrengen wordt 2, 4, 6, 8, 10, 24, 26, 28, 30, 32 en 34 uur na de start van de fermentatie uitgevoerd. Het volume van gerecirculeerd pulp sap is elke keer gelijk aan 100 vol.% van het tussen twee herinbrengingen verzamelde pulp sap. Test 3 (volgens de uitvinding): het door de natte bonen en de daarmee samenhangende pulp geproduceerde pulp sap stroomt tijdens de eerste fase van de fermentatie door de perforaties in de schotel naar de afvoer, bij de bodem van de kunststof houder, en wordt continu in de tweede kunststof houder verzameld voordat dit wordt heringebracht. Het pulp sap wordt mechanisch heringebracht door dit door een pomp te zuigen en op de fermenterende cacaopulp-bonenmassa bij de top van de houder te sproeien. Het pulp sap wordt met regelmatige tussenpauzes tijdens de gehele duur van de eerste fase van het fermentatieproces (ongeveer 48 uur) heringebracht. De tussenpauze tussen twee herinbrengingen was ongeveer 75 minuten. De herinbreng duurde ongeveer 2 minuten. Het volume van gerecirculeerd pulp sap is gelijk aan 100 vol.% van het tussen twee herinbrengenverzamelde pulp sap.Test 2 (according to the invention): the pulp juice produced by the wet cocoa beans and related pulp flows during the first fermentation stage through the perforations in the wooden box and is collected in the container below the box. The collection of the pulp juice is contmu. The pulp juice is intermittently reintroduced onto the fermenting cocoa pulp-bean mass at the top in the first container throughout the duration of the first stage of the fermentation process (approximately 48 hours). The reintroduction is performed 2, 4, 6, 8, 10, 24, 26, 28, 30, 32 and 34 hours after the start of the fermentation. The volume of recycled pulp juice is equal to 100% by volume of the pulp juice collected between two reintroductions each time. Test 3 (according to the invention): the pulp juice produced by the wet beans and the related pulp flows during the first stage of the fermentation through the perforations in the tray to the drain, at the bottom of the plastic container, and is continuously collected in the second plastic container before being reinserted. The pulp juice is mechanically reintroduced by drawing it through a pump and spraying it onto the fermenting cocoa pulp bean mass at the top of the container. The pulp juice is reintroduced at regular intervals throughout the duration of the first stage of the fermentation process (approximately 48 hours). The interval between two reintroductions was approximately 75 minutes. The reintroduction took about 2 minutes. The volume of recycled pulp juice is equal to 100% by volume of the pulp juice collected between two reintroductions.

4. Tweede fermentatiefase of “aërobe fermentatie” Wanneer de eerste fermentatiefase voltooid is, wordt de tweede fase van het fermentatieproces op gang gebracht door het overbrengen van de cacaopulp-bonenmassa in een geperforeerde houten kist om beluchting aan de gefermenteerde cacaobonen te verschaffen. De cacaobonen worden vervolgens regelmatig naar een nieuwe kist overgebracht. Dit tweede fermentatiefase duurt ongeveer 4 tot 6 dagen. Temperatuur en pH werden tijdens de eerste en tweede fermentatiefase niet door ingrijpen aangepast. Tijdens de eerste en tweede fermentatiefase werd de temperatuur gemeten en geregistreerd met een — temperatuurssonde die in het midden van de kunststof houder/houten kist was gestoken. Figuur 4 toont de ontwikkeling van de temperatuur tijdens de fermentatie. Een toename van de temperatuur van ongeveer 30°C tot ongeveer 50°C werd tijdens de 6 dagen van fermentatie waargenomen. In alle drie tests (tests 1, 2 en 3) was de pH van de fermentatie ongeveer tussen 3,5 en 4 aan het begin van de eerste fermentatie en ongeveer tussen 4,7 en 5,2 aan het einde van de tweede fermentatie.4. Second Stage of Fermentation or “Aerobic Fermentation” When the first stage of fermentation is complete, the second stage of the fermentation process is initiated by transferring the cocoa pulp bean mass into a perforated wooden box to provide aeration to the fermented cocoa beans. The cocoa beans are then regularly transferred to a new crate. This second fermentation stage takes about 4 to 6 days. Temperature and pH were not altered by intervention during the first and second fermentation stages. During the first and second fermentation stages, the temperature was measured and recorded with a temperature probe inserted in the center of the plastic container/wooden box. Figure 4 shows the evolution of the temperature during the fermentation. An increase in temperature from about 30°C to about 50°C was observed during the 6 days of fermentation. In all three tests (Tests 1, 2 and 3) the pH of the fermentation was approximately between 3.5 and 4 at the start of the first fermentation and approximately between 4.7 and 5.2 at the end of the second fermentation.

5. Drogen Aan het einde van de fermentatie worden de gefermenteerde cacaobonen uit de houder verwijderd en zorgvuldig gedroogd. Het droogproces wordt door middel van drogen in de zon uitgevoerd. De gefermenteerde cacaobonen worden in lagen van ongeveer 4 cm dik op droogschotels in een broeikas gespreid en ongeveer 10 maal per dag omgekeerd. Het droogproces is voltooid wanneer het vochtniveau tot tussen 7 en 8 % (v/w) is verminderd.5. Drying At the end of the fermentation, the fermented cocoa beans are removed from the container and carefully dried. The drying process is carried out by means of drying in the sun. The fermented cocoa beans are spread in layers about 4 cm thick on drying trays in a greenhouse and inverted about 10 times a day. The drying process is complete when the moisture level is reduced to between 7 and 8% (v/w).

6. Roosteren De gedroogde gefermenteerde cacaobonen worden geroosterd in een Selmi ROASTER 106 (Selmi Group, ltalië). Ladingen van 6 kg droge gefermenteerde cacaobonen worden geroosterd met gebruikmaking van gebruikelijke parameters (110°C gedurende 20 minuten).6. Roasting The dried fermented cocoa beans are roasted in a Selmi ROASTER 106 (Selmi Group, Italy). 6 kg batches of dry fermented cocoa beans are roasted using conventional parameters (110°C for 20 minutes).

7. Breken en ontdoppen De geroosterde cacaobonen worden gebroken en ontdopt met gebruikmaking van een Winn-15 Mini Winnower (CACAO CUCINA®, US). De verkregen pitten/nibs, vrij van hun schillen, worden opgeslagen totdat zij verder worden verwerkt.7. Crushing and Dehulling The roasted cocoa beans are crushed and dehulled using a Winn-15 Mini Winnower (CACAO CUCINA®, US). The kernels/nibs obtained, free from their husks, are stored until further processing.

8. Malen tot cacaomassa De nibs worden gemalen met gebruikmaking van een Blixer® 6V.V. (Robot-Coupe®, Frankrijk) totdat zij veranderen van een vaste in een vloeibare massa van cacaodeeltjes gesuspendeerd in cacaoboter. Deze fijn gemalen vloeibare massa, ook wel bekend als de cacaopasta of cacaomassa, wordt opgeslagen totdat deze verder wordt verwerkt.8. Milling into cocoa mass The nibs are milled using a Blixer® 6V.V. (Robot-Coupe®, France) until they change from a solid to a liquid mass of cocoa particles suspended in cocoa butter. This finely ground liquid mass, also known as the cocoa paste or cocoa mass, is stored until further processing.

9. Smaak van de cacaomassa’s De smaak van de uit testen 1, 2 of 3 gefermenteerde cacaobonen verkregen cacaomassa’s werd door een panel van experts door gebruik te maken van de volgende procedure beoordeeld. Cacaomassa monsters werden in een kleurloze kunststof kom op een verwarmingsplaat tot 45°C opgewarmd en binnen een uur na het bereiken van 45°C geproefd. Een theelepel die 2 tot 3 g cacaomassa bevatte, werd ingenomen, in de mond rondgedraaid en vervolgens doorgeslikt. De smaak werd omschreven als: - Cacaomassa van gefermenteerde cacaobonen van test 1 (“controle cacaomassa”): intense cacaosmaak, matig bitter en astringent, en zeer zuur, met fruitige, florale en geroosterde noten - Cacaomassa van gefermenteerde cacaobonen van test 2: Minder intense cacaosmaak in vergelijking met de controle cacaomassa. Meer fruitige en notige noten dan de controle cacaomassa. Afwezigheid van florale of geroosterde noten. Zachter in vergelijking met de controle cacaomassa. - Cacaomassa van gefermenteerde cacaobonen van test 3: Zoeter, minder zuur en astringent in vergelijking met de controle cacaomassa. Matig bitter en cacaosmaak. Zachtere cacaomassa dan de controle cacaomassa. Meer notige, florale en geroosterde noten dan de controle cacaomassa. Zachter dan de controle cacaomassa.9. Taste of the cocoa masses The taste of the cocoa masses obtained from Tests 1, 2 or 3 fermented cocoa beans was evaluated by a panel of experts using the following procedure. Cocoa mass samples were warmed to 45°C in a colorless plastic bowl on a hot plate and tasted within one hour of reaching 45°C. A teaspoon containing 2 to 3 g of cocoa mass was ingested, swirled in the mouth and then swallowed. The taste was described as: - Cocoa mass from fermented cocoa beans from test 1 (“control cocoa mass”): intense cocoa taste, moderately bitter and astringent, and very acidic, with fruity, floral and roasted notes - Cocoa mass from fermented cocoa beans from test 2: Less intense cocoa taste compared to the control cocoa mass. More fruity and nutty notes than the control cocoa mass. Absence of floral or toasted notes. Softer compared to the control cocoa mass. - Cocoa mass from fermented cocoa beans from test 3: Sweeter, less acidic and astringent compared to the control cocoa mass. Moderately bitter and cocoa taste. Softer cocoa mass than the control cocoa mass. More nutty, floral and toasted notes than the control cocoa mass. Softer than the control cocoa mass.

Voorbeeld 2 : chocolades bereid met de gefermenteerde cacaobonen Echte donkere chocolades werden bereid met gebruikmaking van de in voorbeeld 1 verkregen cacaomassa’s. De bestanddelen van de chocolades en hun respectievelijke hoeveelheden worden in tabel 1 vermeld.Example 2: Chocolates prepared with the fermented cocoa beans Real dark chocolates were prepared using the cocoa masses obtained in Example 1. The ingredients of the chocolates and their respective amounts are listed in Table 1.

Tabel 1 : chocoladesamenstellingen. Cacaomassa verkregen uit 55,0 55,0 72,6 test 1 van voorbeeld 1 Cacaomassa verkregen uit 550 test 2 van voorbeeld 1 ° Cacaomassa verkregen uit 55,0 72,6 test 3 van voorbeeld 1Table 1: Chocolate compositions. Cocoa mass obtained from 55.0 55.0 72.6 test 1 from example 1 Cocoa mass obtained from 550 test 2 from example 1 ° Cocoa mass obtained from 55.0 72.6 test 3 from example 1

A Het volgende proces werd gebruikt voor het bereiden van de chocolades A, B, C en D: e Smelten van de cacaomassa en de cacaoboter bij 45°C; e Mengen van de suiker, de cacaomassa en een deel van de cacaoboter in een Stephan-menger met dubbelwandige mantel bij 45°C gedurende 15 minuten; e Verfijnen van het mengsel op een Buhler driewalsverfijnmgsmolen SDX300 totdat een deeltjesgrootte van 20 um 1s bereikt; e Gieten van 10 tot 15% van de totale lecithine en ongeveer 10% van de totale cacaoboter in de conche, voordat een Buhler Frisse TM ElkolinoTM Laboratory conche met het verfijnde mengsel wordt gevuld; e Vullen van de conche met het verfijnde mengsel en concheren bij 70°C gedurende 6 uur met een motorsnelheid van 375 rpm; e Vloeibaar maken van de chocolade door het toevoegen van de resterende lecithine en de resterende cacaoboter; e Tempereren van de chocolade met gebruikmaking van het volgende schema: 45°C-28°C-32°C;A The following process was used to prepare the chocolates A, B, C and D: e Melting of the cocoa mass and the cocoa butter at 45°C; e Mixing the sugar, the cocoa mass and part of the cocoa butter in a Stephan-jacketed mixer at 45°C for 15 minutes; e Refining the mixture on a Buhler three-roll refining mill SDX300 until a particle size of 20 µm reaches 1s; e Pouring 10 to 15% of the total lecithin and about 10% of the total cocoa butter into the conche, before filling a Buhler Frisse TM Elkolino TM Laboratory conche with the refined mixture; e Filling the conche with the refined mixture and conching at 70°C for 6 hours with a motor speed of 375 rpm; e Liquefy the chocolate by adding the remaining lecithin and the remaining cocoa butter; e Tempering the chocolate using the following scheme: 45°C-28°C-32°C;

e Gieten van de chocolade in vormen en afkoelen gedurende 15 minuten bij 4-6°C, vervolgens 1 uur bij 15°C. Het volgende proces werd gebruikt voor het bereiden van de chocolade E en F: e Smelten van de cacaomassa en de cacaoboter bij 45°C; e Mengen van de suiker, de cacaomassa en een deel van de cacaoboter in een Stephan-menger met dubbelwandige mantel bij 45°C gedurende 15 minuten; e Verfijnen van het mengsel op een driewalsverfijnmgsmolen totdat een deeltjesgrootte van 20 um is bereikt; e Gieten van 10 tot 15% van de totale lecithine en ongeveer 10% van de totale cacaoboter in de conche, voordat de conche met het verfijnde mengsel wordt gevuld; e Vullen van de conche met het verfijnde mengsel en concheren bij 90°C gedurende 6 uur met een motorsnelheid van 375 rpm; e Vloeibaar maken van de chocolade door het toevoegen van de resterende lecithine en de resterende cacaoboter; e Tempereren van de chocolade met gebruikmaking van het volgende schema: 45°C-28°C-32°C; e Gieten in vormen en afkoelen gedurende 15 minuten bij 4-6°C, vervolgens 1 uur bij 15°C. De eigenschappen van de chocolades werden met gebruikmaking van verschillende technieken beoordeeld. Vergelijking van aroma’s door SPMF-GC-MS: De smaken en aromacomponenten van de zes chocolades (A tot F) werden geanalyseerd met gebruikmaking van Solid Phase Micro Extraction (SPME) en Gas Chromatography-Mass Spectrometry (GC-MS).e Pour the chocolate into molds and cool for 15 minutes at 4-6°C, then 1 hour at 15°C. The following process was used to prepare the chocolates E and F: e Melting of the cocoa mass and the cocoa butter at 45°C; e Mixing the sugar, the cocoa mass and part of the cocoa butter in a Stephan-jacketed mixer at 45°C for 15 minutes; e Refining the mixture on a three roll refining mill until a particle size of 20 µm is reached; e Pouring 10 to 15% of the total lecithin and about 10% of the total cocoa butter into the conche before filling the conche with the refined mixture; e Filling the conche with the refined mixture and conching at 90°C for 6 hours with a motor speed of 375 rpm; e Liquefy the chocolate by adding the remaining lecithin and the remaining cocoa butter; e Tempering the chocolate using the following scheme: 45°C-28°C-32°C; e Pour into molds and cool for 15 minutes at 4-6°C, then 1 hour at 15°C. The properties of the chocolates were evaluated using various techniques. Comparison of flavors by SPMF-GC-MS: The flavors and aroma components of the six chocolates (A to F) were analyzed using Solid Phase Micro Extraction (SPME) and Gas Chromatography-Mass Spectrometry (GC-MS).

De SPME-GC-MS-configuratie bestond uit een gaschromatograaf-massaspectrometer 7890A/5975C (Agilent Technologies) uitgerust met een MPS-2W autosampler (Gerstel).The SPME-GC-MS configuration consisted of a gas chromatograph-mass spectrometer 7890A/5975C (Agilent Technologies) equipped with an MPS-2W autosampler (Gerstel).

Een monster van 2,0 g van elke chocolade werd geroerd met 4 ml verzadigde NaCl-oplossing bij pH 3,0 met 0,5 M citroenzuur en 10 ul IS (2-methyl-3-heptanon) in een glazen flesje van 20 ml, dat werd afgesloten met een magnetische dop met een siliconen/PTFE-septum. De monsters werden 10 min bij 60°C voorverwarmd en de vluchtige moleculen werden door SPME (Fiber type DVB/CAR/PDMS SUPELCO Gray 57329-U) gedurende 30 min bij dezelfde temperatuur geëxtraheerd. Na SPME- isolering werd de sp/itless thermische desorptie van de chocolades van de vezel gedurende 60 s bij 240°C uitgevoerd in de GC-injecteur (SPME SUPELCO Inlet Liner met inwendige diameter van 0,75 mm). De GC-kolom (RESTEK Stabilwax-kolommen (gesmolten silica)) werd geprogrammeerd bij een snelheid van 4°C/min tot een temperatuur van 230°C, welke 17,5 min werd aangehouden. Helium werd gebruikt als dragergas (1,5ml/mm). Injector en detector (MS-bron) werden respectievelijk bij 240°C enA 2.0 g sample of each chocolate was stirred with 4 ml saturated NaCl solution at pH 3.0 containing 0.5 M citric acid and 10 µl IS (2-methyl-3-heptanone) in a 20 ml glass vial , which was closed with a magnetic cap with a silicone/PTFE septum. The samples were preheated at 60°C for 10 min and the volatile molecules were extracted by SPME (Fiber type DVB/CAR/PDMS SUPELCO Gray 57329-U) for 30 min at the same temperature. After SPME isolation, the sp/itless thermal desorption of the chocolates from the fiber was performed for 60 s at 240°C in the GC injector (SPME SUPELCO Inlet Liner with internal diameter of 0.75 mm). The GC column (RESTEK Stabilwax columns (fused silica)) was programmed at a rate of 4°C/min to a temperature of 230°C, which was held for 17.5 min. Helium was used as carrier gas (1.5ml/mm). Injector and detector (MS source) were installed at 240°C and , respectively

250°C gehouden. De TIC (totale ionstroom)-chromatogrammen werden opgenomen door opvolging in een gebied van gewicht-ladingverhouding (m/z) van 33-500 amu. De identificatie van vluchtige stoffen werd uitgevoerd door vergelijking van de massaspectra van de verschillende componenten met die in de NIST-bibliotheek (een Mass Spectral Library).held at 250°C. The TIC (total ion current) chromatograms were recorded by monitoring in a weight-to-charge ratio (m/z) range of 33-500 amu. The identification of volatiles was performed by comparing the mass spectra of the various components with those in the NIST library (a Mass Spectral Library).

De resultaten van de analyse worden getoond in figuur 5 (ac). Het blijkt dat de smaak- en aromaprofielen van de chocolades A-B, C-D en E-F zeer verschillend van samenstelling zijn. Driehoekstest Chocolades E en F werden gepresenteerd aan een panel van 18 personen in een driehoekstest. In deze test werden drie monsters voorgesteld. Twee daarvan waren identiek, het derde was verschillend. Personen werd gevraagd om het monster te vinden dat van de andere 2 verschilde. Een antwoord was verplicht.The results of the analysis are shown in Figure 5 (ac). It turns out that the taste and aroma profiles of chocolates A-B, C-D and E-F are very different in composition. Triangle Test Chocolates E and F were presented to a panel of 18 subjects in a triangle test. Three samples were presented in this test. Two of them were identical, the third was different. Subjects were asked to find the sample that differed from the other 2. An answer was required.

12 van de 18 beoordelaars gaven het juiste antwoord. De p-waarde (0,0039) was klemer dan het alfa- risiconiveau van de test (0,05), wat toont dat er een significant waarneembaar sensorisch verschil was tussen de chocolade die is gemaakt met een cacaomassa volgens de uitvinding en de chocolade die is gemaakt met een cacaomassa die is verkregen met het gebruikelijk proces.12 of the 18 raters gave the correct answer. The p-value (0.0039) was tighter than the alpha risk level of the test (0.05), showing that there was a significant detectable sensory difference between the chocolate made with a cocoa liquor according to the invention and the chocolate which is made with a cocoa mass obtained by the usual process.

De personen die het juiste antwoord gaven, omschreven de chocolade F als minder zurig of minder scherp dan chocolade E. Beoordeling chocoladesmaak De Chocolades A, B, E en F werden beoordeeld door een panel van experts die zijn getraind om chocolade te proeven (8 leden) in een beschrijvende/vrije profieltest. Experts werd eerst gevraagd om tezamen de relevante omschrijvingen te definiëren die zij zullen gebruiken voor het beoordelen van de waargenomen sensorische verschillen tussen de producten. Deze omschrijvingen waren: cacao, bitter, zoet, zuur, fruitig, floraal, geroosterd en astringent. Vervolgens werden monsters A en B en monsters E en F in paren aan elk lid van het panel gepresenteerd. Hen werd gevraagd om elke omschrijving individueel te kwantificeren op een schaal van 0 (afwezig) tot 5 (overheersend). De resultaten van de beoordeling worden in tabel 2 gegeven.Those who gave the correct answer described the chocolate F as less sour or less tart than chocolate E. Chocolate taste rating Chocolates A, B, E and F were rated by a panel of experts trained to taste chocolate (8 members ) in a descriptive/free profile test. Experts were first asked to jointly define the relevant descriptors that they will use to assess the perceived sensory differences between the products. These descriptions were: cocoa, bitter, sweet, sour, fruity, floral, roasted and astringent. Samples A and B and samples E and F were then presented in pairs to each member of the panel. They were asked to quantify each description individually on a scale from 0 (absent) to 5 (predominant). The results of the assessment are given in Table 2.

Tabel 2 : beoordeling chocolades Chocolade A | Chocolade B | Chocolade E | Chocolade FTable 2: rating chocolates Chocolate A | Chocolate B | Chocolate E | Chocolate F

Figuur 6 toont een grafische voorstelling van de resultaten (figuur 6a chocolades A en B — figuur 6b : chocolades E en F). Ten slotte werd de leden van het panel van experts gevraagd om hun resultaten te delen en een overeenstemming ten aanzien van de smaakomschrijving van de chocolades te vinden. Hun conclusies zijn de volgende: — Chocolade A (referentiechocolade) is intens fruitig en zurig. Aan het einde wordt een gefermenteerde noot waargenomen. In vergelijking met chocolade A is chocolade B zoeter, evenwichtiger, over het geheel zachter. Chocolade B is zeer romig, met meer bruine, fruitige noten.Figure 6 shows a graphical representation of the results (Figure 6a chocolates A and B — figure 6b : chocolates E and F). Finally, the members of the panel of experts were asked to share their results and find agreement on the taste description of the chocolates. Their conclusions are the following: — Chocolate A (reference chocolate) is intensely fruity and sour. A fermented note is observed at the end. Compared to chocolate A, chocolate B is sweeter, more balanced, softer overall. Chocolate B is very creamy, with more brown, fruity notes.

— Chocolade E (referentiechocolade) heeft een intens zurig profiel met verse fruitige smaken. Enige noten van gedroogde vruchten en licht florale notenworden eveneens waargenomen. In vergelijking met chocolade E 1s chocolade F minder zurig. Smaken van overrijp fruit, noten van verse citrus en licht florale noten worden eveneens waargenomen.— Chocolate E (reference chocolate) has an intensely sour profile with fresh fruity flavours. Some notes of dried fruits and slightly floral notes are also observed. Compared to chocolate E 1s chocolate F less sour. Flavors of overripe fruit, notes of fresh citrus and slightly floral notes are also perceived.

Claims (16)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Methode voor het bereiden van gefermenteerde cacaobonen omvattende de stappen van: - het verzamelen van pulp sap van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan, waarbij de fermentatie een anaërobe fermentatie is; - het recirculeren van het pulp sap op de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; en - het verder fermenteren van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; waardoor gefermenteerde cacaobonen worden verkregen.A method for preparing fermented cocoa beans comprising the steps of: - collecting pulp juice from fermenting cocoa beans and pulp thereof, wherein the fermentation is an anaerobic fermentation; - recirculating the pulp juice on the fermenting cocoa beans and pulp thereof; and - further fermenting the fermenting cocoa beans and pulp thereof; whereby fermented cocoa beans are obtained. 2. Methode volgens conclusie 1, waarbij de methode de volgende stappen omvat: (a) het op gang brengen van anaërobe fermentatie van cacaobonen en pulp daarvan; (b) het verzamelen van het door de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan geproduceerde pulp sap; (c) het recirculeren van het pulp sap op de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; en (d) het verder fermenteren van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; (e) eventueel het herhalen van stappen (b) tot (d); waardoor gefermenteerde cacaobonen worden verkregen.The method of claim 1, wherein the method comprises the steps of: (a) initiating anaerobic fermentation of cocoa beans and pulp thereof; (b) collecting the pulp juice produced by the fermenting cocoa beans and pulp thereof; (c) recirculating the pulp juice onto the fermenting cocoa beans and pulp thereof; and (d) further fermenting the fermenting cocoa beans and pulp thereof; (e) optionally repeating steps (b) to (d); whereby fermented cocoa beans are obtained. 3. Methode volgens conclusie 1 of 2, waarbij het pulp sap continu worden verzameld en gerecirculeerd.A method according to claim 1 or 2, wherein the pulp juice is continuously collected and recycled. 4. Methode volgens conclusie 1 of 2, waarbij het volume van het pulp sap dat op de cacaobonen en pulp daarvan wordt gerecirculeerd ten minste 50 vol.% van het tussen twee recirculaties verzamelde pulp sap is, waarbij bij voorkeur het volume gelijk is aan 100 vol.% van het tussen twee recirculaties verzamelde pulp sap.A method according to claim 1 or 2, wherein the volume of the pulp juice recycled on the cocoa beans and pulp thereof is at least 50% by volume of the pulp juice collected between two recycles, preferably the volume being equal to 100 vol.% of the pulp juice collected between two recirculations. 5. Methode volgens conclusie 2 of 4, waarbij de tijd tussen twee opeenvolgende stappen van het recirculeren van pulp sap op de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan 0,2 tot 24 uur, bij voorkeur 0,2 tot 3 uur is.A method according to claim 2 or 4, wherein the time between two successive steps of recycling pulp juice on the fermenting cocoa beans and pulp thereof is 0.2 to 24 hours, preferably 0.2 to 3 hours. 6. Methode volgens een van de conclusies 1 tot 5, waarbij de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan worden omvat door een houder en waarbij het pulp sap op de fermenterende bonen en pulp daarvan wordt gerecirculeerd door het pulp sap gelijkmatig over ten minste 75%, bij voorkeur 90%, met meer voorkeur ten minste 99%, van het bovenoppervlak van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan in de houder te verdelen.A method according to any one of claims 1 to 5, wherein the fermenting cocoa beans and pulp thereof are contained in a container and wherein the pulp juice on the fermenting beans and pulp thereof is recycled through the pulp juice evenly over at least 75%, at preferably 90%, more preferably at least 99%, of the top surface of the fermenting cocoa beans and pulp thereof in the container. 7. Methode volgens een van de conclusies 1 tot 6, waarbij de cacaobonen en pulp daarvan worden gefermenteerd door anaërobe fermentatie gedurende een totale tijd van 6 tot 72 uur, bij voorkeur 12 tot 60 uur, met meer voorkeur 24 tot 48 uur.A method according to any one of claims 1 to 6, wherein the cocoa beans and pulp thereof are fermented by anaerobic fermentation for a total time of 6 to 72 hours, preferably 12 to 60 hours, more preferably 24 to 48 hours. 8. Methode volgens een van de conclusies 1 tot 7, waarbij één of meer bestanddelen gekozen uit de groep bestaande uit microbiële starters, enzymen, zoetstoffen en aminozuren vóór het op gang brengen van de anaërobe fermentatie of tijdens de anaërobe fermentatie aan de cacaobonen en pulp daarvan worden toegevoegd.The method of any one of claims 1 to 7, wherein one or more ingredients selected from the group consisting of microbial starters, enzymes, sweeteners and amino acids prior to initiating the anaerobic fermentation or during the anaerobic fermentation of the cocoa beans and pulp thereof are added. 9. Methode volgens een van de conclusies 1 tot 8, waarbij de cacaobonen, cacaobonen van de species 7heobroma of Herrania, bij voorkeur van de species Theobroma cacao L. en Theobroma grandiflorum zijn.The method according to any one of claims 1 to 8, wherein the cocoa beans are cocoa beans of the species 7heobroma or Herrania, preferably of the species Theobroma cacao L. and Theobroma grandiflorum. 10. Methode volgens een van de conclusies 1 tot 9, verder omvattende een stap van het onderwerpen van de cacaobonen aan aërobe fermentatie.The method of any one of claims 1 to 9, further comprising a step of subjecting the cocoa beans to aerobic fermentation. 11. Methode voor het bereiden van cacaomassa, omvattende de stappen van: - het verschaffen van gefermenteerde cacaobonen die zijn verkregen door de methode volgens een van de conclusies 1 tot 10; - het drogen van de gefermenteerde cacaobonen; - het roosteren van de gedroogde cacaobonen; -het breken en ontdoppen van de geroosterde cacaobonen; en - het malen van de gebroken en ontdopte cacaobonen; waardoor een cacaomassa wordt verkregen.A method for preparing cocoa liquor, comprising the steps of: - providing fermented cocoa beans obtained by the method according to any one of claims 1 to 10; - drying the fermented cocoa beans; - roasting the dried cocoa beans; - breaking and dehusking the roasted cocoa beans; and - grinding the crushed and dehusked cocoa beans; whereby a cocoa mass is obtained. 12. Methode voor het bereiden van chocolade, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een cacaomassa die is verkregen door de methode volgens conclusie 11; en - het mengen van de cacaomassa met gesmolten cacaoboter en suiker; waardoor chocolade wordt verkregen.A method for preparing chocolate, comprising the steps of: - providing a cocoa mass obtained by the method according to claim 11; and - mixing the cocoa mass with melted cocoa butter and sugar; whereby chocolate is obtained. 13. Methode voor het bereiden van chocolade volgens conclusie 12, omvattende de stappen van: - het smelten van de cacaomassa: - het mengen van de cacaomassa met gesmolten cacaoboter en suiker; - het verfijnen van het mengsel van cacaomassa, cacaoboter en suiker; — - het verwarmen van het verfijnde mengsel van cacaomassa, cacaoboter en suiker; - eventueel het concheren van het verfijnde mengsel: waardoor chocolade wordt verkregen; en - eventueel het toevoegen van verdere bestanddelen aan het verfijnde of geconcheerde mengsel; en - het tempereren van het vloeibare mengsel, waardoor getempereerde chocolade wordt verkregen.Method for preparing chocolate according to claim 12, comprising the steps of: - melting the cocoa mass: - mixing the cocoa mass with melted cocoa butter and sugar; - refining the mixture of cocoa mass, cocoa butter and sugar; — - heating the refined mixture of cocoa mass, cocoa butter and sugar; - optionally conching the refined mixture: resulting in chocolate; and - optionally adding further ingredients to the refined or conched mixture; and - tempering the liquid mixture, whereby tempered chocolate is obtained. 14. Gefermenteerde cacaobonen die zijn verkregen door de methode volgens een van de conclusies 1 tot 10, cacaomassa die is verkregen door de methode volgens conclusie 11 en/of chocolade die is verkregen door de methode volgens conclusie 12 of 13.Fermented cocoa beans obtained by the method according to any one of claims 1 to 10, cocoa mass obtained by the method according to claim 11 and/or chocolate obtained by the method according to claim 12 or 13. 15. Gebruik van een fermentatiehouder voor de bereiding van gefermenteerde cacaobonen; waarbij de fermentatiehouder het volgende omvat: - een houder voor het bevatten van cacaobonen en pulp daarvan; - middelen voor het scheiden van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan van het pulp sap van de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan; - middelen voor het verzamelen en het bevatten van het pulp sap bij de bodem van de fermentatiehouder; - middelen voor het recirculeren van het pulp sap van de bodem naar de top van de fermentatie- inrichting; en - middelen voor het sproeien van het verzamelde pulp sap over het bovenoppervlak van fermenterende cacaobonen en pulp daarvan.15. Use of a fermentation vessel for the preparation of fermented cocoa beans; the fermentation vessel comprising: - a vessel for containing cocoa beans and pulp thereof; - means for separating fermenting cocoa beans and pulp thereof from the pulp juice of the fermenting cocoa beans and pulp thereof; - means for collecting and containing the pulp juice at the bottom of the fermentation vessel; - means for recirculating the pulp juice from the bottom to the top of the fermenter; and - means for spraying the collected pulp juice over the top surface of fermenting cocoa beans and pulp thereof. 16. Gebruik van pulp sap dat is verkregen uit fermenterende cacaobonen en pulp daarvan bij de anaërobe fermentatie van cacaobonen en pulp daarvan, omvattende ten minste één stap van het recirculeren van het pulp sap op de fermenterende cacaobonen en pulp daarvan.Use of pulp juice obtained from fermenting cocoa beans and pulp thereof in the anaerobic fermentation of cocoa beans and pulp thereof, comprising at least one step of recirculating the pulp juice on the fermenting cocoa beans and pulp thereof.
BE20215096A 2021-02-08 2021-02-08 CHOCOLATE AND PREPARATION METHODS FOR CHOCOLATE BE1029089B1 (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215096A BE1029089B1 (en) 2021-02-08 2021-02-08 CHOCOLATE AND PREPARATION METHODS FOR CHOCOLATE
PCT/EP2022/052950 WO2022167677A1 (en) 2021-02-08 2022-02-08 Chocolate and methods for preparing said chocolate
MX2023009160A MX2023009160A (en) 2021-02-08 2022-02-08 Chocolate and methods for preparing said chocolate.
BR112023013240A BR112023013240A2 (en) 2021-02-08 2022-02-08 CHOCOLATE AND METHODS FOR PREPARING SAID CHOCOLATE
ECSENADI202360645A ECSP23060645A (en) 2021-02-08 2023-08-09 CHOCOLATE AND METHODS FOR PREPARING SUCH CHOCOLATE
CONC2023/0010485A CO2023010485A2 (en) 2021-02-08 2023-08-10 Chocolate and methods of preparing said chocolate

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215096A BE1029089B1 (en) 2021-02-08 2021-02-08 CHOCOLATE AND PREPARATION METHODS FOR CHOCOLATE

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029089A1 BE1029089A1 (en) 2022-08-31
BE1029089B1 true BE1029089B1 (en) 2022-09-05

Family

ID=75904691

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215096A BE1029089B1 (en) 2021-02-08 2021-02-08 CHOCOLATE AND PREPARATION METHODS FOR CHOCOLATE

Country Status (6)

Country Link
BE (1) BE1029089B1 (en)
BR (1) BR112023013240A2 (en)
CO (1) CO2023010485A2 (en)
EC (1) ECSP23060645A (en)
MX (1) MX2023009160A (en)
WO (1) WO2022167677A1 (en)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20140199437A1 (en) * 2011-08-12 2014-07-17 Mars, Incorporated Micro-Fermentation of Cocoa
US20150374007A1 (en) * 2013-02-15 2015-12-31 Mars, Incorporated Anaerobic fermentation of seeds of fruit

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20140199437A1 (en) * 2011-08-12 2014-07-17 Mars, Incorporated Micro-Fermentation of Cocoa
US20150374007A1 (en) * 2013-02-15 2015-12-31 Mars, Incorporated Anaerobic fermentation of seeds of fruit

Also Published As

Publication number Publication date
WO2022167677A1 (en) 2022-08-11
CO2023010485A2 (en) 2023-09-08
ECSP23060645A (en) 2023-09-29
BE1029089A1 (en) 2022-08-31
BR112023013240A2 (en) 2023-10-31
MX2023009160A (en) 2023-08-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Gutiérrez State‐of‐the‐art chocolate manufacture: A review
US20110070332A1 (en) Method for processing cocoa beans
EP3345486B1 (en) Cocoa fruit processing methods and cocoa products obtained by the same
US20200367525A1 (en) Methods of processing unfermented fruit seeds such as cocoa beans or cupuacu beans
BR112012008212B1 (en) use of a microbial composition, and methods for regulating fermentation of plant material and for producing a material derived from cocoa
US20150374007A1 (en) Anaerobic fermentation of seeds of fruit
US20120282371A1 (en) Processing cocoa beans and other seeds
US20140271989A1 (en) Enhancement of cocoa quality and flavor by using pichia kluyveri yeast starter culture for cocoa fermentation
EP2456321A2 (en) Process for the fermentation of cocoa beans to modify their aromatic profile
BE1029089B1 (en) CHOCOLATE AND PREPARATION METHODS FOR CHOCOLATE
OA21399A (en) Chocolate and methods for preparing said chocolate.
Dircks Investigation into the fermentation of Australian cocoa beans and its effect on microbiology, chemistry and flavour
JPH0420272A (en) Preparation of food raw material using cacao fruit
WO2014087816A1 (en) Method for fermenting cacao beans
Suma et al. Scope of Entrepreneurial Developments in Cocoa Processing
RU2784946C1 (en) Method for obtaining caramelized cocoa beans
Singh Cocoa and Chocolate Based Beverages
Ascrizzi et al. Aroma Evolution in Chocolate Production
Gutiérrez Carmona State-of-the-Art chocolate manufacture: A review
Lopes et al. Advances in bean-to-bar chocolate production: Microbiology, biochemistry, processing, and sensorial aspects
Cassiday The secrets of Belgian chocolate
WO2021123181A1 (en) Improved cocoa bean quality by enhanced fermentation technology
SG192209A1 (en) Cocoa sensory characteristics
CN107868747A (en) Jasmine preserved fragrant grape taste white wine
OA17718A (en) Methods of processing unfermented fruit seeds such as cocoa beans or cupuacu beans.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220905