BE1028868B1 - Wapeningsnet voor betonnen tankwand en werkwijze voor wapenen van een betonnen tankwand - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een wapeningsnet voor betonnen tankwand omvattende stalen langsstaven en stalen dwarsstaven, waarbij het wapeningsnet rechthoekig is en een lengterichting en een hoogterichting heeft, waarbij de langsstaven en de dwarsstaven in een rechthoekig roosterpatroon aan elkaar bevestigd zijn, en waarbij de langsstaven substantieel evenwijdig zijn met de lengterichting van het wapeningsnet en de dwarsstaven substantieel evenwijdig zijn met de hoogterichting van het wapeningsnet, waarbij langsstaven in groepen van minstens twee naast elkaar liggende langsstaven aan de dwarsstaven bevestigd zijn. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor wapenen van een betonnen tankwand en op een gebruik van een wapeningsnet of een werkwijze voor wapenen van een betonnen cilindervormige tankwand.

Description

WAPENINGSNET VOOR BETONNEN TANKWAND EN WERKWIJZE VOOR WAPENEN VAN EEN BETONNEN TANKWAND

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een wapeningsnei voor betonnen lankwand. De uitvinding heeft in een tweede aspect eveneens betrekking op een werkwijze voor wapenen van een betonnen tankwand.

In een derde aspect heeft de uitvinding eveneens betrekking op een gebruik voor wapenen van een betonnen cilindervormige tankwand.

STAND DER TECHNIEK Beton is een populair bouwmateriaal voor zware constructies. Een nadeel van beton is dat het welliswaar goed drukkrachten kan opvangen, maar bij trekkrachten gemakkelijk scheurt. Om deze reden wordt bij heel veel constructies het beton gewapend.

Wapeningen voor het versterken van belonnen wanden zijn uit de stand der techniek gekend. Wapeningen worden traditioneel gevormd uit wapeningsnetten, waarbij een wapeningsnet een rechthoekig roosterpairoon van stalen langssiaven en stalen dwarsstaven omvat. Een dergelijk wapeningsnet wordt in een bekisting geplaatst, waarna de bekisting met beton volgestort wordt. Na het uitharden van het beton wordt een gewapende belonnen wand bekomen, waarbij het beton drukkrachten op de beionnen wand opvangt en het wapeningsnet irekkrachten in de betonnen wand opvangt.

Deze gekende wapeningsnetten hebben volgende nadelen bij het gebruik ais wapening in een betonnen tankwand. Een betonnen tank omvat een volume, al dan niet bovenaan gesloten, geschikt voor het opvangen van allerlei bulkmaterialen, zoals bijvoorbeeld mest, vloeistoffen, granen, … Betonnen tankwanden begrenzen het volume. Op deze betonnen tankwanden wordt door de bulkmaterialen een enorme drukkracht uiigeoesfend. De drukkracht is dwars op de betonnen tankwanden en bullen het volume van de betonnen tank gericht. Hierdoor neigt een betonnen tankwand naar buiten en ontstaan grote trekkrachten in de betonnen wand. De

© BE2020/5892 trekkrachten zijn in een horizontale richting beduidend groter dan in een verticale richting. Een wapeningsnet volgens de stand der techniek omvat, om de grote trekkrachten te kunnen opvangen en om dus een scheurwijdie in het gewapende beton te beperken, vele langsstaven en dwarsstaven met een behoorlijk grote diameter, waardoor de wapeningsnetien zwaar zijn en bijna onmogelijk door sen groep bouwvakkers manueel te manipuleren en te plaatsen zijn. Bijkomend is de grote diameter van de langssiaven en de dwarssiaven nadelig omdat hierdoor relatief ten opzichte van het volume van de langssiaven en de dwarsstaven het beton een kleiner aanhechtingsopperviak heeft in vergelijking met langsstaven en dwarsstaven met een kieinere diameter, wat belangrijk is voor een goede overbrenging van trekkrachten in hei beton naar het wapeningsnet. Een ander nadeel van wapeningsneilen met sen grote diameter van de langsstaven en de dwarsstaven is dat de netten moeilijk plooibaar zijn. Dit is vooral nadelig bij constructie van ciindervormige belonnen lanks, waar een wapeningsnel sen curve in sen horizontaal vlak van de betonnen tankwand moet voigen.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING in een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een wapeningsnet volgens conclusie 1.

Het grote voordeel van een dergelijk wapeningsnet is dat, doordat langsstaven in groepen van minstens iwee naast elkaar liggende langsstaven aan de dwarsstaven bevestigd zijn, de minstens twee naast! elkaar liggende langssiaven geschikt zijn voor eenzelfde beperking van scheurwijdte in gewapend beton als een enkele langsstaaf met een diameter die minstens 41% groter is dan de diameter van de minstens twee naast elkaar liggende langsstaven, waarbij de minstens twee naast elkaar liggende langssiaven een grotere trekkracht, begrensd door de vloeigrens van het staal van de langsstaven, mogen opvangen. Dit is zeer voordelig doordat hierdoor minder staal kan gebruikt worden voor hei opvangen van eenzelfde trekkracht in een betonnen wand in vergelijking met een enkele langsstaaf, waardoor een wapeningsnet lichter is. Doordat er een groep van minstens iwee langsstiaven in plaals van één langsstaaf met een grotere diameter is, is er ook een groter aanhechtingsopperviak voor het beton aan het wapeningsnet, wat voordelig is voor overbrenging van trekkrachten in het gewapende beton op het wapeningsnet. Een groep van minstens twee langsstiaven in plaats van één langsslaaf met een grotere diameter is bijkomend voordelig omdal hierdoor een wapeningsnel eenvoudiger in de lengterichting van hel wapeningsnei kan geplooid worden, Dit is voordelig bij constructie van cijndervormige betonnen tanks, waar een wapeningsnet een curve in een horizontaal vlak van de betonnen tankwand moet volgen. Het wapeningsnet is door de groepen van minsiens twee langsstaven geoptimaliseerd voor hel opvangen van vooral trekkrachten in een substantieel horizontale richting, wat met de grootsie trekkrachten in een betonnen tankwand oversenstemt. Het wapeningsnet is niet overbodig sierk gedimensioneerd voor opvangen van trekkrachten in een verticale richting, waardoor het wapeningsnet bijkomend lichter is en door sen groep bouwvakkers manueel kan gemanipuleerd en geplaais! worden, Door het groeperen van minstens twee langsstaven iser meer tussenruimte tussen groepen van minstens iwes langssiaven dan In hel geval een gelijk aanlal langestaven in hel wapeningsnet op een regelmatige wijze zouden verspreid zijn. Dit is voordelig voor verspreiding van beton en voornamelijk grove grinddelen in het baton doorheen een bekisting bi] het vormen van de betonnen tankwand. Voorkeursvormen van het wapeningsnet worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 11. in een iweede aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze volgens conclusie

12. Deze werkwijze heeft onder meer als voordeel dat voor het wapenen van sen batonnen fankwand een wapeningsnel voorzien wordt waarbij langssiaven in groepen van minstens twee naast elkaar liggende langssiaven aan de dwarssiaven van het wapeningsnet bevestigd zijn en waarbij de langssiaven substantieel horizontaal in de betonnen tankwand geplaalst worden. Door de groepen van minstens twee langsstaven die substantieel horizontaal geplaatst worden, worden wapeningsnetten optimaal geplaatst voor het opnemen van enorme trekkrachten in een belonnen tankwand. Tegelijkertijd is het wapeningsnet niet overbodig sterk gedimensioneerd voor opvangen van trekkrachten in een verticale richting, waardoor het wapeningsnet bijkomend lichter is en door een groep bouwvakkers manueel kan gemanipuleerd en geplaatst worden. Bijkomend is het wapeningsnet optimaal geplaalst om langs de lengterichting geplooid te worden zodat een curve in een horizontaal vlak van de betonnen tankwand kan gevolgd worden.

Voorkeursvormen van de werkwijze worden beschreven in de volgconclusies 13 tot en met 14. in een derde aspect betreft de huidige uitvinding een gebruik volgens conclusie 15. Dit gebruik resulteert in een voordelige plaalsing van wapeningsnetten in sen ciindervormige iankwand, waarbij een wapeningsnet enorme krachten in een belonnen tankwand optimaal in de lengterichting van hel wapeningsnet kan opnemen, waarbij hei wapeningsnet niet overbodig gedimensioneerd is zodat het door een groep bouwvakkers manueel kan gemanipuleerd en geplaatst worden en waarbij het wapeningsnet langs de lengterichting eenvoudig plooibaar is om de cirkelvormige omtrek in een horizontaal vlak van een betonnen cilindervormige iankwand te volgen.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een wapeningsnet volgens een Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Figuur 2 loont een vooraanzicht van een wapeningsnet volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uilvinding. Figuur 3 loont een vooraanzicht van een wapeningsnet volgens een verdere Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betakenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, ”de” en “het” retereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

> BE2020/5892 De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, ‘voorzien van”, “bevallen”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek. Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle genele getallen, breuken en/of reële gelallen tussen de eindpunten, deze sindpunten inbegrepen.

in een eerste aspect betreft de uitvinding een wapeningsnet voor betonnen tankwand. Voigens sen voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat hei wapeningsnel sialen langsstaven en stalen dwarsstaven. De langssiaven en de dwarsstaven strekken zich bij voorkeur in sen lengterichting uit en hebben bij voorkeur sen substantisel cilindervormige doorsnede dwars op de genoemde lengterichting. Het wapeningsnet is rechthoekig en heeft een lengterichting en sen hoogterichting. De langssiaven en de dwarsstaven zijn in een rechthoekig roosterpatroon aan elkaar bevestigd. De langssiaven en de dwarssiaven zijn op kruisingen van de langsstaven en de dwarsstaven door middel van knopen in metaaldraad aan elkaar geknoopt. BIJ] voorkeur zijn de langssiaven en de dwarsstaven op kruisingen van de langssiaven en de dwarssiaven aan elkaar gelast. De langsslaven zijn substantieel evenwijdig met de lengterichiing van het wapeningsnet. De dwarsstaven zijn substantieel evenwijdig met de hoogterichting van het wapeningsnet.

De langsstaven zijn in groepen van minstens twee naast elkaar liggende langsstaven aan de dwarsslaven bevestigd. De langsslaven uit een groep zijn bij voorkeur identiek. Met naast elkaar liggend wordt bedoeld dat tussen twee naast elkaar liggende langsstaven, in een richting dwars op hun lengterichting, een aïstand is van hoogstens 5 mm, bij voorkeur hoogstens 4 mm, bij meer voorkeur hoogstens 2 mm en bij nog meer voorkeur hoogstens 1 mm. Bij voorkeur raken de minstens iwee naast elkaar liggende langssiaven elkaar. De minstens twee naast elkaar liggende langssiaven zijn al dan niet op een gelijkaardige wijze als een langsstaaf en een dwarsstaaf aan elkaar bevestigd.

Bij een groep van iwee naast elkaar liggende langsslaven vangt elk van de twee naast elkaar liggende langsstaven de helft van lokale trekkrachten in een betonnen wand op. Indien er volgens de stand van de techniek siechts één langsstaaf is in plaats van de groep van minstens iwee naast elkaar liggende langssiaven zoals bij de huidige uitvinding, dan vangt deze ene langsstaat alle lokale trekkrachten in de betonnen wand op. Een dwarsdoorsnede van de ene langsstaaf is dan ook dubbel zo groot ais een dwarsdoorsnede van een langsstaaf uit de groep van twee naasi elkaar liggende langssiaven. Bij een cirkelvormige doorsnede betekent dit dat de ene langsstaaf een diameter heeft die V2 of 41% groter is dan de diameter van een langsstaaï uit de groep van iwee naast elkaar liggende langsstaven. Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat de diameter van de ene langsstaaf V3 groter is dan de diameter van een langsstaaf uit een groep van drie naast elkaar Hggende langsstaven.

Eurocode 2 Ontwerp en berekening van betonconstructies (NBN EN 1992-1-1) stelt eisen voor wapening in betonnen constructies, Eurocode 2 bepaalt bijvoorbeeld een maximale staafdiameter bij sen maximale staalspanning in functie van sen maximale aanvaardbare scheurwijdte in tabel 7.2N. De maximale staalspanning of vloeigrens bepaalt samen met de staafdiameter de maximale trekkrachten die in een betonnen wand door een langsstaaf of een dwarsstaaf kunnen opgevangen worden. Eurocode 2 bepaalt eveneens een maximale afstand tussen langsstaven bij een maximale staalspanning in functie van een maximale aanvaardbare scheurwijdte in tabel 7.3N. Bijvoorbeeld is bij een scheurwijdte van maximaal 0.2 mm bil een maximale staalspanning van 240 MPa de maximale diameter van een langsstaaf 12 mm. De maximale afstand tussen twee langsstaven is bij dezelfde maximale scheurwijdte en staalspanning maximaal 100 mm. Wanneer de maximale staalspanning stijgt naar 280 MPa, daalt de maximale diameter van een langsstaaf naar 8 mm en de maximale afstand lussen iwee langsstaven naar 50 mm. Deze vereisten zijn opgesteld voor een wapeningsnet volgens de stand der techniek met telkens enkele langsstaven. Bij een wapeningsnet volgens de huidige uitvinding is het echter niet noodzakelijk om de afstand tussen twee langsstaven naar 50 mm te laten zakken. De afstand tussen twee langsstaven moet zakken omdat de diameter van een enkele langsstaaf kleiner wordt en dus langsstaven dichter bij elkaar geplaatst moeten worden om een aanvaardbare irekkracht op een enkele slaat le behouden. Bij de huidige uitvinding is een groep van bijvoorbeeld iwee naast! elkaar liggende langsstaven gelijkwaardig voor het opvangen van trekkrachten als een enkele langsstaaf met een diameter die 41% groter is. Dus een groep van twee naast elkaar liggende langsslaven met sen diameter van 8 mm mag maximaal een staalspanning van 280 MPa ondervinden,

terwijl voor de afstand tussen groepen van langsstaven een diameter van 8 mm x

1.41 of 11.31 mm moet beschouwd worden. De maximale afstand tussen groepen van langsstaven blijft dus 100 mm. Dit betekent dat een wapeningsnet volgens de huidige uitvinding in dit geval 280 / 240 of 17% meer trekkrachten kan opvangen, of dat voor gelijke trekkrachten 17% minder staal voor een wapeningsnet volgens de huidige uitvinding vereist is, waardoor een sterke gewichisbesparing bekomen wordt. Afhankeliik van de maximale staalspanning kan lussen 11% en 25% gewicht bespaard worden.

Bijkomend voordelig is dat bij een wapeningsnet volgens de huidige uitvinding een groter aanhechtingsopperviak voor het beton aan het wapeningsnet is in vergelijking met een wapeningsnel volgens de stand der techniek. Dit is voordelig voor overbrenging van trekkrachten in het gewapende beton op het wapeningsnet.

Bijvoorbeeld heeft een langsstaai van een groep van twee naast elkaar liggende langsstaven met een diameter van 8 mm en een lengte van 2000 mm een mantel met sen oppervlakte van 50 265 mm*. De mantel bepaalt het aanhechtingsopperviak voor het beton. De genoemde langsstaaf heeft sen volume van 100 531 mm*. De groep van twee naast elkaar liggende langsstaven heeft dus een mantel met sen gezamenlijke oppervlakte van 100 531 mm? voor een volume van 201 062 mm?3. Bij gebruik van slechis één langssiaaf volgens de stand der techniek heeft de ene langsstaaf sen diameter van 11.31 mm. De mantel heeft in dit geval een oppervlakie van 71 083 mm° en een volume van 200 330 mm3. Dus voor een gelijk volume wordt een aanhechtingsoppervlak bekomen dat 41% groter is.

Eveneens voordelig is dat een wapeningsnet volgens de huidige uitvinding eenvoudiger in de lengterichting van het wapeningsnet plooibaar is. Dit is voordelig bij constructie van cilindervormige betonnen tanks, waar een wapeningsnet een curve in gen horizontaal vlak van de betonnen tankwand moet volgen.

Buigstijfheid van een wapeningsnet kan door het traagheidsmoment, ook wel kwadratisch oppervlakte genoemd, uitgedrukt worden. Het traagheidsmoment van een staaf kan als art uitgerekend worden. Het traagheidsmoment van een groep van bijvoorbeeld twee naast elkaar liggende staven met een diameter van 8 mm is dan 402 mm*, namelijk tweemaal het traagheidsmoment van een enkele staaf van 8 mm. Bij gebruik van siechts één langsstaaf volgens de stand der techniek heeft de ene langsstaaf een diameter van 11.31 mm. Het traagheidsmoment is dan 804 mm’,

oftweemaal hoger, wat aantoont dat een wapeningsnet volgens de huidige uitvinding tweemaal eenvoudiger in de lengterichting kan geplooid worden dan een wapeningsnet volgens de stand der techniek.

Het wapeningsnet is door de groepen van minstens twee langssiaven geoptimaliseerd voor hei opvangen van vooral trekkrachten in een subsiantieei horizontale richting, wat met de grootste trekkrachten in een betonnen tankwand overeenstemt. Het wapeningsnel is niet overbodig sierk gedimensioneerd voor opvangen van trekkrachten in sen verticale richting, waardoor het wapeningsnet bijkomend lichter is en door een groep bouwvakkers manueel kan gemanipuieerd en geplaatst worden. Door het groeperen van minstens twee langssiaven is er meer tussenruimte lussen groepen van minslens twee langsstaven dan in hel geval een gelijk aanlal langssiaven in het wapeningsnet op een regelmatige wijze zouden verspreid zijn. Dit is voordelig voor verspreiding van beton en voornamelijk grove grinddelen in het beton doorheen een bekisting bij het vormen van de betonnen tankwand.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft sen langsslaaf een lengte van minstens 4.5 m en hoogstens 7.0 m.

Bij voorkeur heeft een langsstiaaf een lengte van minstens 4.7 m, bij meer voorkeur minstens 4.9m, bij nog meer voorkeur minstens 5.1 m en bij zelis nog meer voorkeur minstens 5.3 m.

Bij voorkeur heeft sen langsstaaf een lengte van hoogstens 6.8 m, bij meer voorkeur hoogstens 6.6 m, bij nog meer voorkeur hoogstens 6.4 m en bij zelfs nog meer voorkeur hoogstens 6.2 m.

Een langsstaaf met een lengte binnen het opgegeven bereik is voordelig voor het bekomen van een rechthoekig wapeningsnet met een geschikte lengte dat door sen groep bouwvakkers manueel manipuleerbaar en plaatsbaar is en dat voldoende lang is om minstens een segment van bijvoorbeeld een betonnen cilindervormige tankwand te vormen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hesft een dwarsstaaf een lengie van minstens 1.7 m en hoogstens 2.9 m.

Bij voorkeur heeft een dwarsstaaf een lengte van minstens 1.8 m, bij meer voorkeur minstens 1.9m, bij nog meer voorkeur minstens 2.0 m en bij zelfs nog meer voorkeur minstens 2.1 m.

Bij voorkeur heeft een dwarsstaai een lengte van hoogstens 2.8 m, bij meer voorkeur hoogstens 2.7 m, bij nog meer voorkeur hoogstens 2.6 m en bij zelis nog meer voorkeur hoogstens 2.5 m.

Een dwarsstaaf met een lengte binnen net opgegeven bereik is voordelig voor het bekomen van een rechthoekig wapeningsnet met een geschikte hoogte dat door een groep bouwvakkers manueel manipuleerbaar en plaatsbaar is. De noogie is voldoende hoog om minstens een segment van een betonnen tankwand te vormen in het geval een betonnen tankwand in verticale richting laag per laag gegoten wordt. Een laag van een betonnen wand is gemiddeld ongeveer 2 m hoog.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft een langsstaaf een diameter van minstens 5.0 mm en hoogstens 9.5 mm. Een langsstaai met sen diameter van minstens 5.0 mm laat een staalspanning van 360 MPa bij een scheurwijdie van 0.2 mm toe, waardoor hoge trekkrachten in een betonnen tankwand kunnen opgevangen worden, terwiil bij een beperking toi een diameter van 9.5 mm nog sleeds een staalspanning van minstens 240 MPa toegelaten is en dus in combinatie met de grotere diameter hogere trekkrachten kunnen opgevangen worden, en dit bij een beperkt gewicht van het wapeningsnet.

Voigens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heelt een dwarssiaaf een diameter van minstens 6.0 mm en hoogslens 8.5 mm. Een betonnen tank omvat een volume, al dan niet bovenaan gesloten, geschikt voor het opvangen van allerlei bulkmateriaien, zoals bijvoorbeeld most, vloeistoffen, granen, … Betonnen tankwanden begrenzen het volume. Op de betonnen tankwand wordt door de bulkmaterialen sen enorme drukkracht uitgeoefend. De drukkracht is dwars op de betonnen tankwanden en buiten het volume van de betonnen tank gericht. Hierdoor neigt een betonnen tankwand bij belasting naar buiten en ontstaan grote trekkrachten in de betonnen wand. De trekkrachten zijn in een horizontale richting beduidend groter dan in een verticale richting. Trekkrachten in de verticale richting worden meer door temperatuureffecten bepaald. Door de diameter van de dwarsstaaf binnen het gestelde bereik te beperken, is sen wapeningsnet voldoende sterk gedefinieerd voor het opvangen van trekkrachten in de verticale richting in een betonnen iankwand, terwijl het wapeningsnet in de hoogterichting niet overgedimensioneerd is.

Yolgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de verhouding van diameter van een langsstaaf toi diameter van een dwarsstaaf minstens 0,80 en hoogsiens 1.20. Dit is voordelig doordat hierdoor vermeden wordt dat een wapeningsnet volgens de hoogterichting overgedimensioneerd sterk is, waardoor een wapeningsnet onnodig zwaar wordt, maar dat het wapeningsnet in de hoogterichting nog steeds voldoende sterk is om trekkrachten in de verticale richting in een betonnen tankwand op te vangen. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is er tussen opeenvolgende groepen van minstens twee naast elkaar liggende langsslaven een afstand van minstens 90 mm en hoogstens 160 mm. Een dergelijke tussenafstand is volgens tabel 7.3N in Eurocode 2 Ontwerp en berekening van betonconstructies (NBN EN 1992-1-1} bij een maximale scheurwijdie van 0.2 mm voldoende bij een maximale staalspanning van 200 MPa tot 240 MPa voor een wapeningsnet volgens de stand der lechniek. Dit houdt geen rekening met de hogere toegelaten staalspanning bij een wapeningsnel volgens de huidige uilvinding zoals in een voorheen beschreven uilvoeringsvorm. Een dergelijk bereik voor de tussenafstand lussen opeenvolgende groepen van minstens iwee naast elkaar liggende langsslaven is voordelig voor een beperkt gebruik van staal in een wapeningsnet, waarbij nog steeds groie irekkrachien kunnen opgevangen worden en waardoor het gewicht van hel wapeningsnet beperkt is. Deze tussenafstand eveneens is voordelig voor verspreiding van beton en voornamelijk grove grinddelen in het beton doorheen sen bekisting bij het vormen van de betonnen tankwand. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is er tussen twes opeenvolgende dwarsstaven een afstand van minstens 110 mm en hoogsiens 140 mm. Een dergelijke tussenafstand is volgens tabel 7.3N in Eurocode 2 Ontwerp en berekening van betonconstructies (NBN EN 1992-1-1) bij een maximale scheurwiidie van 0.2 mm voldoende bij een maximale staalspanning van 200 MPa toi 240 MPa voor een wapeningsnet volgens de stand der techniek. Dit is ruim voldoende gelet op lagere trekkrachten in verticale richting in een Detonnen tankwand. Deze tussenafstand eveneens is voordelig voor verspreiding van beton en voornamelijk grove grinddelen in het beton doorheen een bekisting bij het vormen van de betonnen tankwand.

a BE2020/5892 Volgens een voorkeurdragende uilvoeringsvorm strekt een langsstaaf zich aan een eerste zijde van het wapeningsnet minstens 60 mm en hoogstens 140 mm voorbij een dichtst bij de eerste zijde gelegen dwarsstaaf uit en strekt de langsslaaf zich aan een tweede legenoveriggende zijde van het wapeningsnel minstens 285 mm en hoogstens 490 mm voorbij een dichtst bij de tweede zijde gelegen dwarsstaaf uit. De eerste zijde en de tweede zijde van het wapeningsnet staan dwars op de lengterichting van het wapeningsnet. Deze uitvoeringsvorm is voordelig voor het aan elkaar verbinden van wapeningsnetten volgens de lengterichting van een wapeningsnet, waarbij een tweede zijde van een eerste wapeningsnet met een eerste zijde van een twesde wapeningsnel verbonden is. De langsstiaven strekken zich aan de tweede zijde van het wapeningsnet voldoende ver voorbij de dichtst bij de tweede zijde gelegen dwarsstaai uit zodat de langssiaven van het eerste wapeningsnel over een afstand van minsiens 145 mm met de langssiaven van hel lweede waperingsnel kunnen verbonden worden, terwijl tussenafstanden lussen dwarsslaven ook tussen het eersie en het iweede wapeningsnet gerespecteerd zijn. Dit zorgt er eveneens voor dat sen wapeningsnet niet onnodig dik wordt door overlappende langsstaven en dwarsstaven.

Voigens een voorkeurdragende uitvoeringevorm strekt een dwarsstaaf zich aan sen derde zijde van het wapeningsnel minstens 35 mm en hoogstens 165 mm voorbij een dichtst bij de derde zijde gelegen langsstaaf uit en strekt de dwarsstaaf zich aan een vierde tegenoverliggende zijde van het wapeningsnet minstens 360 mm en hoogstens 440 mm voorbij een dichtst bij de vierde zijde gelegen langssiaaf uit. De derde zijde en de vierde zijde van het wapeningsnet slaan dwars op de hoogterichting van het wapeningsnet. Deze uitvoeringsvorm is voordelig voor het aan elkaar verbinden van wapeningsnetten volgens de hoogterichting van een wapeningsnet, dus verticaal in een belonnen wand, waarbij een vierde zijde van een eerste wapeningsnet met een derde zijde van een tweede wapeningsnet verbonden is. De dwarsstaven strekken zich aan de vierde zijde van het wapeningsnet voldoende ver voorbij de dichtst bij de vierde zijde gelegen langsstaaf uit zodat de dwarsstaven van het eerste wapeningsnet over een afstand van minstens 125 mm met de dwarsstaven van het tweede wapeningsnet kunnen verbonden worden, terwijl tussenafstanden tussen langssiaven ook {ussen het eerste en het tweede wapeningsnel gerespecteerd zijn. Dit zorgt er eveneens voor dat zen wapeningsnet niet onnodig dik wordt door overlappende langssiaven en dwarssiaven. Het is voor sen vakman geschoold in het technische vak duidelijk dat in een wapeningsnet bovenaan in een betonnen tankwand dwarsstaven aan een vierde zijde van het wapeningsnet zich niet zo ver voorbij de dichtst bij de vierde zijde gelegen langsstaaf hoeven uit te strekken. Volgens een voorkeurdragende uilvoeringsvorm heeft een wapeningsnet een gewicht van hoogstens 150 kg. Dit is voordelig omdat hierdoor sen wapeningsnet door een groep van vier bouwvakkers manueel manipuleerbaar en plaaisbaar is. In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor wapenen van een belonnen tankwand.

Yolgens sen voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van: - het voorzien van wapeningsnelien, waarbij een wapeningsnet rechinoekig is en sen lengterichting en een hoogterichting heeft, waarbij de langssiaven en de dwarssiaven in sen rechthoekig roosterpairoon aan elkaar bevestigd zijn, en waarbij de langsstaven substantieel evenwijdig zijn met de lengterichting van hel bewapeningsnel en de dwarssiaven subslantieel evenwijdig zijn met de hoogterichting van het bewapeningsnel; - en het plaalsen van de wapeningsnetien ter vorming van wapening van een tankwand.

De langsstaven van een wapeningsnet worden substantieel horizontaal in de iankwand geplaatst. De langsstaven van een wapeningsnet zijn in groepen van minsiens twee naast elkaar liggende langssiaven aan de dwarsstaven van het wapeningsnet bevestigd.

Het substantieel horizontaal plaatsen van de groepen van minstens iwee langsstaven is voordelig omda! hierdoor wapeningsnetten optimaal worden geplaalst voor het opnemen van enorme trekkrachten in een betonnen tankwand. Deze trekkrachten zijn voornamelijk in een horizontale richting. Tegelijkertijd is het wapeningsnet niet overbodig sterk gedimensioneerd voor opvangen van trekkrachten in een verticale richting, waardoor het wapeningsnet lichter is en door een groep bouwvakkers manueel kan gemanipuleerd en geplaatst worden, Bijkomend is het wapeningsnet optimaal geplaaist om langs de lengterichting geplooid te worden zodat een curve in een horizontaal vlak van de betonnen tankwand kan gevolgd worden.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de bijkomende slap van het aan elkaar verbinden van naastliggende wapeningsnetien in een horizontale richting, waarbij enkel de langsstaven van een eerste wapeningsnet gedeeltelijk overlappen met een tweede naastliggend wapeningsnet, Dit is voordelig om een sterke verbinding tussen iwee naastliggende wapeningsnetten te krijgen, waardoor trekkrachten in een horizontale richting in een betonnen tankwand door alle naastliggende wapeningsnetten kunnen opgevangen worden, zonder dat hierbij een onnodig dik wapeningsnet bekomen wordt doordat zowel langsstaven als dwarsslaven van naastliggende wapeningsnelien overlappen,

Yolgens sen voorkeurdragende uilvoeringsvorm omval de werkwijze de bijkomende siap van het aan elkaar verbinden van bovenliggende wapeningsnellen in een verticale richting, waarbij enkel de dwarssiaven van sen sersie wapeningsnel gedeeltelijk overlappen met sen tweede bovenliggend wapeningsnet.

Dit is voordelig om een sterke verbinding tussen twee bovenliggende wapeningsnetten te krijgen, waardoor trekkrachten in een verticale richting in een batonnen tankwand door alle boven- en onderliggende wapeningsnetten kunnen opgevangen worden, zonder dat nierbij een onnodig dik wapeningsnet bekomen wordt doordai zowel langssiaven als dwarsslaven van boven- en onderliggende wapeningsnetten overlappen.

Het is voor een vakman geschoold in het technische veld duidelijk dat een wapeningsnei bovenaan een betonnen tankwand niet met een bovenliggend wapeningsnet kan verbonden worden. in een derde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een wapeningsnet volgens het eerste aspect en/of een gebruik van een werkwijze volgens het tweede aspect voor wapenen van een betonnen cilindervormige lankwand.

Dit gebruik resulteert in een voordelige plaatsing van wapeningsnetten in een cilindervormige tankwand, waarbij een wapeningsnet enorme krachten in een betonnen tankwand optimaal in de lengterichting van het wapeningsnet kan opnemen, waarbij het wapeningsnet niet overbodig gedimensioneerd is zoda! het door een groep bouwvakkers manueel kan gemanipuleerd en geplaatst worden en waarbij het wapeningsnet langs de lengterichting eenvoudig plooibaar is om de cirkelvormige omirek in een horizontaal vlak van een betonnen cilindervormige tankwand te volgen.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uilvinding te limiteren.

FIGUUBBESCHBIJVING Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een wapeningsnel volgens een Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Het wapeningsnet {1} omvat stalen iangsstaven (2) en stalen dwarsstaven (3). De langssiaven (2) zijn in groepen (4) van twee naast elkaar liggende langsstaven (2) aan de dwarsslaven {3} bevestigd. De langssiaven (2) van een groep (4) raken elkaar. De groepen (4) en de dwarssiaven (3) vormen een rechthoekig roosterpairoon. De dwarssiaven (3) zijn telkens enkele steven, Figuur 2 loont een vooraanzicht van een wapeningsnet volgens een Uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Het wapeningsnet (1) is gelijkaardig aan het wapeningsnet (1) uit Figuur 1. De langsstaven (2) van een groep (4) zijn voor de duidelijkheid in Figuur 2 als twee aparte iijjnen getekend, ondanks dat de langsstaven (2) elkaar raken. De lengterichting van het wapeningsnet (1) is gelijk aan de richting waarin een langsstaaï (2) zich uitstrekt. De hoogterichting van het wapeningsnet (1) is gelijk aan de richting waarin een dwarsslaal (3) zich uitstrekt. De langsstaven (2) strekken zich aan een eerste zijde (5) minstens 60 mm en hoogstens 140 mm voorbij de dichtst bij de eerste zijde van het wapeningsnet (1) gelegen dwarsstaai (6) uit. De langssiaven (2) strekken zich aan een tweede zijde (7) minstens 285 mm en hoogstens 490 mm voorbij de dichtst bij de tweede zijde van het wapeningsnet (1) gelegen dwarsstaaf (8) uit. De dwarsstaven (3) strekken zich aan een derde zijde (9) minstens 35 mm en hoogstens 165 mm voorbij de dichtst bij de derde zijde van het wapeningsnet (1) gelegen langsstaaf (10) uit. De dwarsstaven (3) strekken zich aan een vierde zijde {11} minstens 360 mm en hoogstens 440 mm voorbij de dichtst bij de vierde zijde van het wapeningsnet (1) gelegen langsstaaf (12) uit.

Figuur 3 tooni een vooraanzicht van een wapeningsnet volgens een verdere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Het wapeningsnet (1) is gelijkaardig aan het wapeningsnet (1) uit Figuur 2. Het verschil is dat dwarsstaven (3) aan de vierde zijde (11) zich gelijk uitstrekken als aan de derde zijde (9). Een dergelijk wapeningsnet (1} Is voordelig voor gebruik bovenaan een betonnen lankwand,

Claims (15)

CONCLUSIES

1. Wapeningsnet voor betonnen tankwand omvatiende stalen langssiaven en stalen dwarsstaven, waarbij het wapeningsnel rechihoekig is en een lengterichting en een hooglerichijng heeft, waarbij de langssiaven en de dwarsstaven in een rechthoekig roosterpatroon aan elkaar bevestigd zijn, en waarbij de langsstaven substantieel evenwijdig zijn met de lengterichting van het wapeningsnet en de dwarsstaven substantieel evenwijdig zijn met de hoogterichting van het wapeningsnel, met het kenmerk, dat langsslaven in groepen van minstens twee naast elkaar liggende langssiaven aan de dwarsstaven bevestigd zijn.

2. Wapeningsnet volgens conciusie 1, met het kenmerk, dat een langsstaai een lengie heeft van minstens 4.5 m en hoogstens 7.0 m.

3. Wapeningsnet volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een dwarsstaaf een lengie heeft van minstens 1.7 m en hoogslens 2.0 m.

4. Wapeningsnet volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat cen langsslaaf een diameter van minstens 5.0 mm en hoogstens 9.5 mm heeft.

5. Wapeningsnet volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een dwarsstaaf sen diameter van minsiens 6.0 mm en hoogstens 8.5 mm heeft.

6. Wapeningsnet volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de verhouding van diameter van son langsstaaf tot diameter van een dwarsstaaf minstens 0.80 en hoogstens 1.20 is.

7. Wapeningsnel volgens één der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat er tussen opeenvolgende groepen van minstens iwee naast elkaar liggende langssiaven een afstand is van minstens 90 mm en hoogstens 160 mm.

8. Wapeningsnet volgens één der voorgaande conclusies 1-7, met het kenmerk, dat er tussen wee opeenvolgende dwarsstaven een afstand is van minstens 110 mm en hoogstens 140 mm.

9. Wapeningsnet volgens één der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat een langsstaaf zich aan een eerste zijde van het wapeningsnet minstens 60 mm en hoogstens 140 mm voorbij een dichtst bij de eerste zijde gelegen dwarsstaaf uiistrekt en zich aan sen tweede tegenoveriiggende zijde van het wapeningsnet minstens 285 mm en hoogstens 490 mm voorbij een dichtst bij de tweede zijde gelegen dwarsstaaf uitstrekt.

10. Wapeningsnet volgens één der voorgaande conclusies 1-9, met het kenmerk, dat een dwarsstaai zich aan een derde zijde van het wapeningsnet minstens 35 mm en hoogstens 185 mm voorbij een dichtst bij de derde zijde gelegen langsstaaf uitstrekt en zich aan een vierde tegenoveriiggende zijde van het wapeningsnet minstens 360 mm en hoogstens 440 mm voorbij een dichtst bij de vierde zijde gelegen langsstaat uitstrekt.

11. Wapeningsnel volgens één der voorgaande conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het wapeningsnet een gewicht van hoogstens 150 kg heeft.

12.Werkwijze voor wapenen van een betonnen tankwand omvattende het voorzien van wapeningsnetten, waarbij een wapeningsnet rechthoekig is en een lengterichting en een hoogterichting heeft, waarbij de langssiaven en de dwarsstaven in een rechthoekig roosierpatroon aan elkaar bevestigd zijn, en waarbij de langssiaven substantieel evenwijdig zijn met de lengterichting van het bewapeningsnet en de dwarsstaven substantieel evenwijdig zijn met de hoogterichting van het bewapeningsnel; en het plaaisen van de wapeningsnetten ter vorming van wapening van een tankwand; met het kenmerk, dat langsstaven substantieel horizontaal in de tankwand geplaatst worden en dat langsstaven van een wapeningsnet in groepen van minstens twee naast elkaar liggende langssiaven aan de dwarsstiaven van het wapeningsnet bevestigd zijn.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de werkwijze de bijkomende stap omvat van het aan elkaar verbinden van naastliggende wapeningsnetten in een horizontale richting, waarbij enkel de langsstaven van een eerste wapeningsnet gedeelteliik overlappen met een tweede naastliggend wapeningsnet.

14 Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de werkwijze de bijkomende siap omvat van het aan elkaar verbinden van bovenliggende waperingsnellen in een verticale richting, waarbij enkei de dwarssiaven van een eerste wapeningsnet gedeeltelijk overlappen met een iweede bovenliggend wapeningsnet.

15. Gebruik van een wapeningsnet volgens één van de conclusies 1-11 of een werkwijze volgens één van de conclusies 12-14 voor wapenen van een betonnen cilindervormige tankwand.