BE1028822B1

BE1028822B1 - Wall Cladding System

Info

Publication number: BE1028822B1
Application number: BE20205850A
Authority: BE
Inventors: Steven Jozef Maria Paulussen
Original assignee: Paulussen Houthandel
Priority date: 2020-11-25
Filing date: 2020-11-25
Publication date: 2022-06-27
Also published as: BE1028822A1

Abstract

Wandbekledingssysteem voor bevestiging aan een gevelwand omvattende langwerpige houten profielen en langwerpige niet-houten profielen waarbij elk houten profiel is ingericht voor verbinding met een niet-houten profiel zodanig dat, wanneer twee houten profielen verbonden zijn met eenzelfde niet-houten profiel, de houten profielen zich op afstand van elkaar bevinden met het niet-houten profiel ertussen, en waarbij de houten profielen in hoofdzaak balkvormige profielen zijn omvattende een voorzijde en een overstaande achterzijde in langsrichting van het houten profiel, alsook een eerste zijde en een overstaande tweede zijde die zich in langsrichting uitstrekken tussen de voorzijde en de achterzijde, waarbij de eerste en de tweede zijde zijn ingericht voor verbinding met het niet-houten profiel, waarbij tenminste een overgang tussen de voorzijde en de eerste zijde en/of tussen de voorzijde en de tweede zijde en/of tussen de achterzijde en de eerste zijde en/of tussen de achterzijde en de tweede zijde afgerond en/of afgeschuind is.Wall cladding system for attachment to a facade wall comprising elongated wooden profiles and elongated non-wooden profiles, each wooden profile being arranged for connection to a non-wooden profile such that when two wooden profiles are connected to the same non-wooden profile, the wooden profiles spaced from each other with the non-wooden profile in between, and wherein the wooden profiles are substantially beam-shaped profiles comprising a front side and an opposite rear side in the longitudinal direction of the wooden profile, as well as a first side and an opposite second side which are located in the longitudinal direction extending between the front and the back, the first and second sides being adapted for connection to the non-wooden profile, wherein at least one transition between the front and the first side and/or between the front and the second side and/or between the back and the first side and/or between the back and the t second side is rounded and/or chamfered.

Description

WandbekledingssysteemWall Cladding System

VELD VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft betrekking op een wandbekledingssysteem, een gevelwand voorzien van een wandbekledingssysteem en een set van delen. Een wandbekledingssysteem wordt aan een gevelwand bevestigd.FIELD OF THE INVENTION The invention relates to a wall cladding system, a facade wall provided with a wall cladding system and a set of parts. A wall cladding system is attached to a facade wall.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Bij het vormgeven van een bouwwerk kunnen structurele wanden of muren bekleed worden met een wandbekledingssysteem. Dit wandbekledingssysteem zorgt bijvoorbeeld voor de esthetische vormgeving van de wand of muur, en geeft het bouwwerk een bepaald uiterlijk waarbij vaak één of meer materialen centraal staan in het uiteindelijke uiterlijk van het bouwwerk. Hout is hierbij een veelvoorkomend materiaal. Wandbekledingssystemen moeten aan bepaalde normen voldoen, welke normen doorheen de jaren alsmaar strenger worden. Het alsmaar behalen van deze normen blijft dan ook een uitdaging. Een belangrijke norm voor een wandbekledingssysteem is de brandreactie van het wandbekledingssysteem, zoals bijvoorbeeld vastgelegd in NBN EN 13501-1, waarvoor Single Burning Item (SBID)-testen volgens norm EN 13823 nodig zijn. Hout is echter een relatief brandbaar materiaal in vergelijking met alternatieve materialen zoals kunststof of metaal. Wandbekledingssystemen die hout omvatten zijn dan ook gekend voor hun nadelige brandreactie. In het bijzonder heeft dit als gevolg dat hout zelden gebruikt wordt bij grotere constructies en/of in utiliteitsbouw. Het verlagen van de brandreactie van een wandbekledingssysteem dat hout omvat is dus een gekend probleem. Een gekende oplossing voor het verbeteren van de brandreactie is het impregneren van het hout met brandvertragende zouten. Deze brandvertragende zouten zorgen er voor dat een houten profiel langer aan een brand blootgesteld kan worden alvorens zelf te ontbranden. Het impregneren van hout verhoogt de kostprijs van de houten wandbekleding echter aanzienlijk. Het is een relatief dure, en niet altijd even milieuvriendelijke behandeling van het hout. Sommige manieren van impregneren zijn daarbovenop slechts een tijdelijke oplossing. Hout, dat volgens een dergelijke manier is geïmpregneerd, kan namelijk uitlogen, waarbij de brandvertragende zouten na een aantal jaren nagenoeg volledig uit het hout onttrokken zijn. Het uitgeloogde hout is hierna terug even brandbaar als voor het impregnatieproces, met een nadelige brandreactie als gevolg.BACKGROUND OF THE INVENTION When designing a building structure, structural walls or walls may be clad with a wall cladding system. This wall cladding system provides, for example, the aesthetic design of the wall or wall, and gives the building a certain appearance, whereby one or more materials are often central to the final appearance of the building. Wood is a common material here. Wall cladding systems must meet certain standards, which standards become increasingly strict over the years. Constantly meeting these standards therefore remains a challenge. An important standard for a wall cladding system is the reaction to fire of the wall cladding system, as laid down for example in NBN EN 13501-1, which requires Single Burning Item (SBID) tests according to standard EN 13823. However, wood is a relatively flammable material compared to alternative materials such as plastic or metal. Wall cladding systems comprising wood are therefore known for their adverse reaction to fire. In particular, this means that wood is rarely used in larger structures and/or in non-residential construction. Reducing the reaction to fire of a wall cladding system comprising wood is thus a known problem. A known solution for improving the reaction to fire is impregnating the wood with fire-retardant salts. These fire-retardant salts ensure that a wooden profile can be exposed to a fire for longer before igniting itself. However, impregnating wood considerably increases the cost price of the wooden wall covering. It is a relatively expensive, and not always environmentally friendly treatment of the wood. In addition, some impregnation methods are only a temporary solution. Wood that has been impregnated in such a way can leach out, whereby the fire-retardant salts are almost completely removed from the wood after a number of years. The leached wood is then again just as combustible as before the impregnation process, resulting in an adverse fire reaction.

De brandreactie van dergelijke wandbekledingssystemen met niet- houten profielen is echter nog aanzienlijk slechter dan alternatieve wandbekledingssystem die geen hout omvatten. Architecten zien zich, ten gevolge van de strenge vereisten omtrent de brandreactie van een wandbekledingssysteem, verplicht gebruik te maken van een wandbekledingssysteem dat over een zekere mate van brandvertraging beschikt, en opteren derhalve niet altijd voor een wandbekledingssysteem met hout. Tot op heden wordt voorgeschreven om houten wandbekledingsmaterialen te voorzien van een brandwerende behandeling om de gewenste brandreactiecriteria te kunnen halen. Er is derhalve nood aan een hout omvattend wandbekledingssysteem met een voordeligere brandreactie. Meer in het bijzonder 1s er nood aan een hout omvattend wandbekledingssysteem met een voordeligere brandreactie waarbij de brandreactie in hoofdzaak onveranderlijk 1s doorheen de tijd en waarbij het hout omvattend wandbekledingssysteem financieel aantrekkelijk blijft ten opzichte van wandbekledingssystemen die geen hout omvatten.However, the reaction to fire of such wall cladding systems with non-wood profiles is still considerably worse than alternative wall cladding systems which do not comprise wood. Due to the strict requirements regarding the reaction to fire of a wall cladding system, architects are obliged to use a wall cladding system that has a certain degree of fire retardancy, and therefore do not always opt for a wall cladding system with wood. Until now, it has been prescribed to provide wooden wall cladding materials with a fire-resistant treatment in order to achieve the desired fire reaction criteria. There is therefore a need for a wood-comprising wall cladding system with a more economical reaction to fire. More particularly, there is a need for a wood-comprising wall cladding system with a more advantageous fire reaction wherein the reaction to fire is substantially unalterable over time and wherein the wood-comprising wall cladding system remains financially attractive relative to non-wood wall cladding systems.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Volgens een aspect van de uitvinding is er voorzien een wandbekledingssysteem voor bevestiging aan een gevelwand omvattende ten minste twee langwerpige houten profielen, en ten minste één langwerpig niet-houten profiel, waarbij elk houten profiel is ingericht voor verbinding met het ten minste ene niet-houten profiel zodanig dat, wanneer de twee houten profielen verbonden zijn met eenzelfde niet-houten profiel, de houten profielen zich op afstand van elkaar bevinden met het niet-houten profiel ertussen, en waarbij de houten profielen in hoofdzaak balkvormige profielen zijn omvattende een voorzijde en een overstaande achterzijde in langsrichting van het houten profiel, alsook een eerste zijde en een overstaande tweede zijde die zich in langsrichting uitstrekken tussen de voorzijde en de achterzijde, waarbij de eerste en de tweede zijde zijn ingericht voor verbinding met het niet-houten profiel, waarbij tenminste een overgang tussen de voorzijde en de eerste zijde en/of tussen de voorzijde en de tweede zijde en/of tussen de achterzijde en de eerste zijde en/of tussen de achterzijde en de tweede zijde afgerond en/of afgeschuind is. De uitvinder ondervond dat een houten profiel met een afronding en/of afschuining een aanzienlijk lagere brandreactie heeft. Door de afronding en/of de afschuining van de houten profielen wordt de warmtegeleiding van de warme lucht tijdens een eventuele brand verbeterd. Hierdoor hoopt de warmte zich minder snel op en duurt het dus langer voordat het houten profiel brand vat. Hierdoor wordt een gunstige brandreactie bereikt.SUMMARY OF THE INVENTION According to one aspect of the invention, there is provided a wall cladding system for attachment to a facade wall comprising at least two elongated wooden profiles, and at least one elongated non-wooden profile, each wooden profile adapted for connection to the at least a non-wooden profile such that, when the two wooden profiles are connected to the same non-wooden profile, the wooden profiles are spaced apart with the non-wooden profile in between, and wherein the wooden profiles are substantially beam-shaped profiles a front side and a rear facing longitudinally of the wooden profile, as well as a first side and a facing second side extending longitudinally between the front and the rear, the first and second sides being arranged for connection to the non-wooden profile, with at least one transition between the front and the first The first side and/or between the front and the second side and/or between the back and the first side and/or between the back and the second side is rounded and/or chamfered. The inventor experienced that a wooden profile with a rounding and/or chamfer has a considerably lower reaction to fire. The rounding and/or chamfering of the wooden profiles improves the heat conduction of the warm air during a possible fire. As a result, the heat accumulates less quickly and it therefore takes longer before the wooden profile catches fire. This achieves a favorable reaction to fire.

De afronding heeft een straal van tussen 1 en 10 mm, bij voorkeur tussen 2 en 5 mm, meer bij voorkeur van 3 mm. De afschuining kan een hoek hebben van tussen 25 — 60 graden, bij voorkeur tussen 30 — 50 graden, meer bij voorkeur ongeveer 45 graden. De uitvinder ondervond dat bovenstaande ruimtelijke waardes gunstig zijn voor de brandreactie. Bij deze waardes wordt een optimale verbetering van de warmtegeleiding bereikt, waardoor de brandreactie gunstig wordt. Daarnaast heeft een afronding of een afschuining volgens deze waardes weinig invloed op bijvoorbeeld de mechanische sterkte van het houten profiel. Ook de esthetische impact van een afronding of een afschuining volgens deze waardes is relatief beperkt.The rounding has a radius of between 1 and 10 mm, preferably between 2 and 5 mm, more preferably of 3 mm. The bevel may have an angle of between 25 - 60 degrees, preferably between 30 - 50 degrees, more preferably about 45 degrees. The inventor found that the above spatial values are favorable for the reaction to fire. With these values an optimal improvement of the heat conduction is achieved, so that the reaction to fire becomes favourable. In addition, a rounding or chamfering according to these values has little influence on, for example, the mechanical strength of the wooden profile. The aesthetic impact of a rounding or chamfering according to these values is also relatively limited.

Het wandbekledingssysteem kan worden voorzien tegen een buitengevel, een binnengevel, een binnenwand, een buitenwand, een plafond, een dak. De wanden kunnen recht of schuin of liggend zijn.The wall cladding system can be provided against an outer wall, an inner wall, an inner wall, an outer wall, a ceiling, a roof. The walls can be straight or sloping or horizontal.

Door het voorzien in een systeem met tussen de houten profielen een niet-houten profiel, kan een gesloten wandbekledingssysteem worden verkregen dat onder andere een eventueel achterliggend wandbevestigingssysteem kan afschermen van omgevingsinvloeden. Indien het wandbevestigingssysteem wordt afgeschermd, kunnen de brandvereisten voor dat systeem komen te vervallen. Ook kunnen de niet- houten profielen de houten profielen optimaal stabiel houden, met name wanneer deze worden blootgesteld aan extreme omstandigheden, zoals extreme temperaturen in geval van brand. Aangezien de houten profiel en de niet-houten profiel op een andere manier reageren op dergelijke omstandigheden, kan het niet-houten profiel het houten profiel beschermen tegen bijvoorbeeld het torderen ten gevolge van de hitte.By providing a system with a non-wooden profile between the wooden profiles, a closed wall cladding system can be obtained which, among other things, can shield any wall mounting system that may be behind it from environmental influences. Shielding the wall mounting system may eliminate the fire requirements for that system. The non-wooden profiles can also keep the wooden profiles optimally stable, especially when they are exposed to extreme conditions, such as extreme temperatures in the event of a fire. Since the wooden profile and the non-wooden profile react differently to such conditions, the non-wooden profile can protect the wooden profile against, for example, twisting due to the heat.

Op voordelige wijze kunnen de houten profielen onbehandelde houten profielen zijn. Onbehandelde houten profielen zijn niet alleen kostengunstiger, maar ook voordeliger voor het milieu, dan bijvoorbeeld profielen die met brandvertragende zouten geïmpregneerd zijn, omwille van de afwezigheid van de brandvertragende zouten. Door de afronding en/of de afschuining kan zelfs met onbehandelde houten profielen een gunstige brandreactie bereikt worden in brandtesten, bijvoorbeeld een brandtest volgens norm NBN EN 13823 voor Single Burning Item testen (SBI-testen). Met de profielen overeenkomstig de uitvinding, kan, met een SBI-test volgens norm EN 13823, zelfs een classificatie als volgt worden bereikt: brandklasse A2/B; rookklasse s1; vallende deeltjes d0. De uitvinder heeft een SBI test volgens norm EN 13823 laten uitvoeren op een wandbekledingssysteem met onbehandeld afrormosia hout, met afgeschuinde zijkanten en met afronding radius 3 mm, en een gepoederlakt aluminium profiel (RAL9005 conform Qualicoat Seaside), horizontaal gemonteerd op een houten raamwerk als bevestigingssysteem. Volgens deze test valt het geteste systeem daarmee in brandklasse A2/B, rookklasse sl en vallende deeltjes d0. Dit is een resultaat dat voor een wandbekledingssysteem met onbehandeld hout tot op heden niet mogelijk 5 geacht werd.Advantageously, the wooden profiles can be untreated wooden profiles. Untreated wooden profiles are not only more cost-effective, but also more environmentally friendly than, for example, profiles impregnated with fire-retardant salts, because of the absence of the fire-retardant salts. Due to the rounding and/or chamfering, even with untreated wooden profiles a favorable reaction to fire can be achieved in fire tests, for example a fire test according to standard NBN EN 13823 for Single Burning Item tests (SBI tests). With the profiles according to the invention, with an SBI test according to standard EN 13823, even a classification can be achieved as follows: fire class A2/B; smoke class s1; falling particles d0. The inventor had an SBI test carried out in accordance with standard EN 13823 on a wall cladding system with untreated afrormosia wood, with chamfered sides and with rounding radius 3 mm, and a powder-coated aluminum profile (RAL9005 in accordance with Qualicoat Seaside), mounted horizontally on a wooden frame as a fixing system. . According to this test, the tested system therefore falls into fire class A2/B, smoke class sl and falling particles d0. This is a result which has hitherto been considered impossible for a wall cladding system with untreated wood.

De houten profielen worden bijvoorbeeld als balkvormig omschreven. Wegens de verhouding tussen de verschillende afmetingen van de houten profielen zullen de houten profiel echter voornamelijk een plankvormig profiel benaderen. Het zal echter duidelijk zijn voor de vakman dat balkvormig ook als plankvormig gelezen kan worden.For example, the wooden profiles are described as beam-shaped. However, because of the relationship between the different dimensions of the wooden profiles, the wooden profile will mainly approach a plank-shaped profile. However, it will be clear to the skilled person that beam-shaped can also be read as plank-shaped.

Bij voorkeur kan het niet-houten profiel een metalen profiel, meer bij voorkeur een aluminium profiel, zijn. Een aluminium profiel heeft het voordeel goed warmte te geleiden. Het aluminium profiel kan als zodanig warmte weggeleiden van een houten profiel. Aldus vertraagt het aluminium profiel het opwarmen van een aangrenzend houten profiel door een deel van de warmte die aan het houten profiel wordt overgedragen terug af te voeren. Dankzij het aluminium profiel duurt het dus langer alvorens het houten profiel een ontstekingspunt bereikt, waardoor het uitbreiden van een brand wordt vertraagd. Het aluminium profiel draagt zodanig bij aan een verdere verlaging van de brandreactie. Het gebruik van aluminium resulteert voorts in relatief lichte metalen profielen tegenover andere metalen profielen die bijvoorbeeld uit ijzer of staal vervaardigd zijn. Daarnaast is een aluminium profiel, wegens de natuurlijke corrosiebestendigheid van aluminium, uiterst geschikt om te weerstaan aan de weersomstandigheden. Bij voorkeur kan het metalen profiel voorzien zijn van een coating. Deze coating kan eventueel een brandwerende coating zijn. Dergelijke brandwerende coatings zijn gekend. In geval van brand vindt een chemische reactie plaats waardoor de coating wordt omgezet in een isolerend schuim. Dit isolerend schuim kan dan, althans tijdelijk, voorkomen dat een warme luchtstroom het houten profiel bereikt. Omdat minder warmte het houten profiel bereikt zal het langer duren alvorens het houten profiel ontbrandt, en wordt de uitbreiding van een brand vertraagd. De brandreactie kan dus verder verlaagd worden. Daarnaast kan een coating het aluminium profiel afschermen van weersomstandigheden, wat de duurzaamheid van het aluminium profiel en het wandbekledingssysteem als geheel ten goede komt. Het zal echter duidelijk zijn dat deze brandwerende coating niet noodzakelijkerwijs aanwezig moet zijn voor het verbeteren van de brandreactie van het wandbekledingssysteem. Ook zonder brandwerende coating kan dit worden bereikt. Eventueel kan het aluminiumprofiel geanodiseerd zijn in plaats van, of bijkomstig op, een coating. Het aluminium profiel is op voordelige wijze via extrusie te produceren. Zo kan de productie ervan relatief eenvoudig en relatief goedkoop blijven.Preferably, the non-wooden profile can be a metal profile, more preferably an aluminum profile. An aluminum profile has the advantage of conducting heat well. As such, the aluminum profile can conduct heat away from a wooden profile. The aluminum profile thus retards the heating of an adjacent wooden profile by dissipating back part of the heat transferred to the wooden profile. Thanks to the aluminum profile, it therefore takes longer before the wooden profile reaches an ignition point, which delays the spread of a fire. The aluminum profile thus contributes to a further reduction of the reaction to fire. The use of aluminum furthermore results in relatively light metal profiles compared to other metal profiles, which are manufactured, for example, from iron or steel. In addition, an aluminum profile is extremely suitable for withstanding weather conditions, due to the natural corrosion resistance of aluminum. The metal profile can preferably be provided with a coating. This coating may optionally be a fire-resistant coating. Such fire-resistant coatings are known. In the event of a fire, a chemical reaction takes place that converts the coating into an insulating foam. This insulating foam can then, at least temporarily, prevent a warm airflow from reaching the wooden profile. Because less heat reaches the wooden profile, it will take longer for the wooden profile to ignite, and the spread of a fire will be delayed. The reaction to fire can thus be further reduced. In addition, a coating can shield the aluminum profile from weather conditions, which benefits the durability of the aluminum profile and the wall cladding system as a whole. It will be appreciated, however, that this fire-resistant coating does not necessarily have to be present to improve the fire reaction of the wall covering system. This can also be achieved without a fire-resistant coating. Optionally, the aluminum profile can be anodized instead of, or additionally on, a coating. The aluminum profile can be produced in an advantageous manner via extrusion. In this way, its production can remain relatively simple and relatively cheap.

Alternatief of bijkomend kan elk van de ten minste twee houten profielen in de eerste en/of de tweede zijde een uitsparing omvatten voor het opnemen van ten minste een deel van het niet-houten profiel. Bij voorkeur kan elk van de ten minste twee houten profielen in de zijde overstaande aan de zijde met de uitsparing een tweede uitsparing omvatten voor het opnemen van ten minste een deel van een tweede niet-houten profiel. Deze uitsparing vergemakkelijkt het plaatsen van het wandbekledingssysteem.Alternatively or additionally, each of the at least two wooden profiles in the first and/or second side may comprise a recess for receiving at least a part of the non-wooden profile. Preferably, each of the at least two wooden profiles in the side opposite to the side with the recess can comprise a second recess for receiving at least a part of a second non-wooden profile. This recess makes it easier to install the wall cladding system.

Bij het plaatsen van het wandbekledingssysteem kan een houten profiel of een niet-houten profiel namelijk relatief eenvoudig aan een reeds geplaatst profiel bevestigd worden door een deel van niet-houten profiel in de uitsparing in te brengen. Voorts maakt de uitsparing ook duidelijk welke zijde van het houten profiel met het niet-houten profiel verbonden moet worden, en wordt voorkomen dat de houten profielen op een niet-correcte wijze met een niet-houten profiel verbonden worden. Alternatief of bijkomend kan het niet-houten profiel een eerste been en een tweede been omvatten die elk insteekbaar zijn in de uitsparing van één van de houten profielen. Optioneel waarbij het eerste been van het niet-houten profiel ingericht kan zijn om opneembaar te zijn in een uitsparing in de eerste zijde van het houten profiel, en waarbij het tweede been van het niet- houten profiel is ingericht om opneembaar te zijn in een uitsparing in de tweede zijde van het houten profiel.When placing the wall cladding system, a wooden profile or a non-wooden profile can be fixed relatively simply to an already placed profile by inserting a part of non-wooden profile into the recess. Furthermore, the recess also makes clear which side of the wooden profile is to be connected to the non-wooden profile, and it is prevented that the wooden profiles are incorrectly connected to a non-wooden profile. Alternatively or additionally, the non-wooden profile may comprise a first leg and a second leg, each insertable into the recess of one of the wooden profiles. Optional wherein the first leg of the non-wood profile can be adapted to be receivable in a recess in the first side of the wooden profile, and wherein the second leg of the non-wood profile is adapted to be receivable in a recess in the second side of the wooden profile.

Het eerste been en het tweede been vergroten het contactoppervlakte tussen het niet-houten profiel en het houten profiel.The first leg and the second leg increase the contact area between the non-wood profile and the wooden profile.

Hierdoor kan er meer warmte via conductie van het houten profiel naar het niet-houten profiel geleidt worden, in het bijzonder wanneer het niet-houten profiel een sterk warmtegeleidend profiel is, zoals een aluminium profiel.This allows more heat to be conducted via conduction from the wooden profile to the non-wooden profile, in particular when the non-wooden profile is a highly thermally conductive profile, such as an aluminum profile.

Dankzij het wegleiden van warmte uit het houten profiel dienen het eerste been en het tweede been in zekere zin als koeling voor het houten profiel.Due to the dissipation of heat from the wooden profile, the first leg and the second leg serve to some extent as cooling for the wooden profile.

De totale hoeveelheid warmte dat een houten profiel moet opnemen om te ontbranden verhoogt hierdoor, omdat een deel van de opgenomen warmte dus terug afgevoerd wordt via het eerste been en het tweede been.This increases the total amount of heat that a wooden profile has to absorb to ignite, because part of the absorbed heat is thus dissipated back via the first leg and the second leg.

Dusdanig begunstigen het eerste been en het tweede been de brandreactie van het houten profiel.Thus, the first leg and the second leg favor the fire reaction of the wooden profile.

Voorts kunnen het eerste been en het tweede been van het niet-houten profiel stabiliteit aan het houten profiel verlenen.Furthermore, the first leg and the second leg of the non-wooden profile can impart stability to the wooden profile.

Een houten profiel dat blootgesteld wordt aan extreme hitte, zoals in een brand, zal neigen te vervormen.A wooden profile exposed to extreme heat, such as in a fire, will tend to deform.

Het eerste been en het tweede been zullen het vervormen van het houten profiel echter, althans deels, belemmeren.However, the first leg and the second leg will hinder the deformation of the wooden profile, at least partly.

Hierdoor wordt de stabiliteit van het wandbekledingssysteem in het geheel verhoogd.This increases the stability of the wall cladding system as a whole.

De houten en de niet-houten profielen kunnen zich bij blootstelling aan extreme hitte dus steviger in elkaar vastklemmen.The wooden and non-wood profiles can therefore clamp together more firmly when exposed to extreme heat.

Daarnaast vergemakkelijken het eerste been en het tweede been voorts het plaatsen van het wandbekledingssysteem.In addition, the first leg and the second leg further facilitate installation of the wallcovering system.

Door het eerste been en het tweede been is het ook voor het niet-houten profiel duidelijk hoe deze met de houten profielen verbonden moet worden, en wordt voorkomen dat het niet- houten profiel op een niet correctie wijze met een houten profiel verbonden wordt.The first leg and the second leg also make it clear to the non-wooden profile how it must be connected to the wooden profiles, and it is prevented that the non-wooden profile is connected to a wooden profile in a non-correction manner.

Bijkomend kan elk van het eerste been en het tweede been van het niet-houten profiel een uitsteeksel omvatten zodanig dat elk van de ten minste twee benen klemmend opneembaar is in de uitsparing van één van de eerste zijde en de tweede zijde van de houten profielen.In addition, each of the first leg and the second leg of the non-wooden profile may comprise a projection such that each of the at least two legs can be clampedly received in the recess of one of the first side and the second side of the wooden profiles.

Dankzij het uitsteeksel vormen een houten profiel en een niet-houten profiel een vast geheel eenmaal het eerste of het tweede been van het niet-houten profiel klemmend is opgenomen in een uitsparing van het houten profiel. Hierdoor zijn verdere verbindingsstappen niet noodzakelijkerwijs nodig. Zo kan het wandbekledingssysteem bijvoorbeeld zodanig voorzien zijn dat enkel de niet-houten profielen vast verbonden hoeven te worden aan een gevelwand omdat een houten profiel reeds vast zit door langs weerzijden klemmend verbonden te zijn met een niet-houten profiel. Op voordelige wijze kan het uitsteeksel zich aan een eerste zijde van elk van het eerste been en het tweede been bevinden zodanig dat een tweede zijde van elk van het eerste been en het tweede been overstaand aan de eerste zijde een contactoppervlak kan vormen met een zijde van de uitsparing die naar de voorzijde van het houten profiel gericht is. Het contactoppervlak bevindt zich hierdoor aan de zijde van de uitsparing waar zich het meeste warmte ontwikkelt in het geval van brand, namelijk aan de zijde die van de gevelwand is afgekeerd, oftewel die naar voren toe is gericht. Het eerste been en het tweede been kunnen zodanig sneller warmte wegleiden van het houten profiel dan wanneer het uitsteeksel zich aan de andere zijde van het eerste been en het tweede been zou bevinden.Thanks to the protrusion, a wooden profile and a non-wooden profile form a fixed whole once the first or the second leg of the non-wooden profile is clampedly received in a recess of the wooden profile. As a result, further connecting steps are not necessarily required. For instance, the wall cladding system can be provided in such a way that only the non-wooden profiles need to be fixedly connected to a facade wall, because a wooden profile is already fixed by being clampedly connected to a non-wooden profile on both sides. Advantageously, the projection may be located on a first side of each of the first leg and the second leg such that a second side of each of the first leg and the second leg opposite the first side may form a contact surface with a side of the recess facing the front of the wooden profile. The contact surface is therefore located on the side of the recess where the most heat develops in the event of a fire, namely on the side that faces away from the facade wall, i.e. that is directed forwards. The first leg and the second leg can thus conduct heat away from the wooden profile more quickly than if the projection were on the other side of the first leg and the second leg.

Alternatief of bijkomend kunnen de ten minste twee houten profielen in de zijde overstaande aan de zijde met de uitsparing een uitstekende portie omvatten ingericht om opgenomen te worden door een deel van het niet-houten profiel. De uitstekende portie biedt een alternatieve wijze om duidelijk aan te geven hoe het houten profiel met het niet-houten profiel verbonden moet worden, en wordt voorkomen dat het niet-houten profiel op een niet correcte wijze met een houten profiel verbonden wordt.Alternatively or additionally, the at least two wooden profiles in the side opposite to the side with the recess may comprise a projecting portion adapted to be received by a part of the non-wooden profile. The protruding portion provides an alternative way to clearly indicate how to connect the wooden profile to the non-wood profile, and prevents the non-wood profile from being incorrectly joined to a wooden profile.

Alternatief of bijkomend kan het niet-houten profiel voorts een derde been omvatten, waarbij het derde been ongeveer evenwijdig is met het eerste been, zodat tussen het eerste been en het derde been een opnameholte is waarin een deel van een houten profiel in kan worden opgenomen, of waarin de uitstekende portie van een houten profiel klemmend kan worden opgenomen. Het derde been vergroot, net zoals het eerste en het tweede been, de contactoppervlakte tussen het houten profiel en het niet-houten profiel. Het derde been voert ook warmte af en versterkt het koelend effect van het eerste been en het tweede been, en begunstigt dus de brandreactie van het houten profiel. Optioneel kan het derde been van het niet-houten profiel aanliggen tegen de achterzijde van het houten profiel, om zo het contactoppervlak tussen hout en niet-houten profiel verder te vergroten. Het derde been is dan in feite naar de gevelwand gericht, en kan als dusdanig eenvoudig gebruikt worden om het niet-houten profiel met de gevelwand verbonden te worden, zoals hieronder verder toegelicht wordt.Alternatively or additionally, the non-wooden profile may further comprise a third leg, the third leg being approximately parallel to the first leg, so that between the first leg and the third leg is a receiving cavity in which a part of a wooden profile can be received. , or in which the projecting portion of a wooden profile can be clamped. The third leg, like the first and second leg, increases the contact surface between the wooden profile and the non-wood profile. The third leg also dissipates heat and enhances the cooling effect of the first leg and the second leg, thus favoring the fire reaction of the wooden profile. Optionally, the third leg of the non-wooden profile can abut against the rear of the wooden profile, in order to further increase the contact surface between wood and non-wooden profile. The third leg is then in fact directed towards the facade wall, and as such can simply be used to connect the non-wooden profile to the facade wall, as will be further explained below.

Alternatief of bijkomend kan het derde been van het niet-houten profiel een goot omvatten voor het verzonken opnemen van een bevestigingsmiddel voor bevestiging van het niet-houten profiel aan een gevelwand zijn. Voorts kan elk van de ten minste twee houten profielen voorzien zijn van een flens die zich vanuit de tweede zijde uitstrekt, waardoorheen een bevestigingsmiddel voor bevestiging met de gevelwand opneembaar is. De goot en de flens kunnen het bevestigen van het wandbekledingssysteem met de gevelwand vergemakkelijken. Het zal echter duidelijk zijn dat het wandbekledingssysteem ook op andere wijzen aan de gevelwand bevestigd kan worden zonder af te wijken van de beschermingsomvang van de conclusies.Alternatively or additionally, the third leg of the non-wooden profile may comprise a gutter for recessed receiving a fastener for fixing the non-wooden profile to a gable wall. Furthermore, each of the at least two wooden profiles can be provided with a flange extending from the second side, through which a fixing means for fixing to the facade wall can be received. The gutter and the flange can make it easier to fix the wall cladding system to the facade wall. It will be clear, however, that the wall cladding system can also be attached to the facade wall in other ways without departing from the scope of protection of the claims.

Alternatief of bijkomend kan het wandbekledingssysteem een veelvoud aan houten profielen en een veelvoud aan niet-houten profielen omvatten waarbij elk houten profiel ingericht is voor verbinding met twee niet-houten profielen, en waarbij elk niet-houten profiel ingericht is voor verbinding met twee houten profielen om een systeem met opeenvolgend een houten profiel en een niet-houten profiel te verkrijgen. Dit systeem kan bijvoorbeeld verkregen worden door een eerste niet-houten profiel te plaatsen, aan dit eerste niet-houten profiel een eerste houten profiel te verbinden, aan dit eerste houten profiel een tweede niet-houten profiel te verbinden, aan dit tweede niet-houten profiel een tweede houten profiel te verbinden, enzovoorts.Alternatively or additionally, the wall cladding system may comprise a plurality of wooden profiles and a plurality of non-wood profiles wherein each wooden profile is adapted for connection to two non-wood profiles, and wherein each non-wood profile is adapted for connection to two wooden profiles to obtain a system with a wooden profile and a non-wood profile sequentially. This system can for instance be obtained by placing a first non-wooden profile, connecting a first wooden profile to this first non-wooden profile, connecting a second non-wooden profile to this first non-wooden profile, profile to connect a second wooden profile, and so on.

Een voordeel van dit systeem is dat de totale oppervlakte bedekt door het systeem rechtstreeks afhankelijk is van het aantal houten profielen en niet-houten profielen.An advantage of this system is that the total area covered by the system is directly dependent on the number of wooden profiles and non-wooden profiles.

Het systeem kan dus eenvoudig geplaatst worden aan gevels met verscheidene afmetingen door het aantal houten profielen en niet-houten profielen af te stellen op de afmetingen van de gevel.The system can therefore be easily installed on facades of various sizes by adjusting the number of wooden profiles and non-wooden profiles to the dimensions of the facade.

Op die manier kan een hele gevelwand bekleed worden met het wandbekledingssysteem.In this way an entire facade wall can be covered with the wall cladding system.

Volgens een aspect van de uitvinding is er voorzien een gevelwand voorzien van een wandbekledingssysteem zoals hierboven omschreven.According to one aspect of the invention, there is provided a facade wall provided with a wall cladding system as described above.

Bij voorkeur kan de gevelwand voorts een bevestigingssysteem omvatten ingericht voor het bevestigen van het wandbekledingssysteem aan de gevelwand.Preferably, the facade wall can further comprise a fastening system designed for fastening the wall cladding system to the facade wall.

Het bevestigingssysteem kan bijvoorbeeld een raamwerk, of een systeem van latten zijn dat tegen de gevel wordt geplaatst, en waartegen het wandbekledingssysteem kan worden bevestigd.The fixing system can for instance be a frame or a system of slats that is placed against the facade, against which the wall cladding system can be fixed.

Het bevestigingssysteem bevindt zich dan uiteindelijk tussen het wandbekledingssysteem en de gevelwand.The fastening system is then ultimately located between the wall cladding system and the facade wall.

Het bevestigingssysteem dient te voldoen aan de nationale voorschriften voor wandbekleding, zoals afgegeven door WTCB in België en Centrum Hout in Nederland.The fastening system must comply with the national regulations for wall cladding, as issued by WTCB in Belgium and Centrum Hout in the Netherlands.

Op voordelige wijze kan het bevestigingssysteem in hoofdzaak uit aluminium bestaan, bij voorkeur waarbij het bevestigingssysteem voorzien is van een coating, meer bij voorkeur waarbij het bevestigingssysteem voorzien is van een brandwerende coating.Advantageously, the fastening system can consist substantially of aluminum, preferably wherein the fastening system is provided with a coating, more preferably wherein the fastening system is provided with a fire-resistant coating.

Een bevestigingssysteem uit aluminium kan warmte wegleiden van een wandbekledingssysteem dat via dit bevestigingssysteem aan een gevelwand voorzien is.An aluminum mounting system can conduct heat away from a wall cladding system that is fitted to a facade wall via this mounting system.

Zodanig kan het bevestigingssysteem, gelijkaardig aan de niet-houten profielen van het wandbekledingssysteem, het ontbranden van een houten profiel vertragen, en dusdanig de brandreactie verlagen.In this way, the fixing system, similar to the non-wooden profiles of the wall cladding system, can delay the ignition of a wooden profile, and thus lower the reaction to fire.

Alternatief of bijkomend kunnen de langwerpige houten profielen en de langwerpige niet-houten profielen van het wandbekledingssysteem zich in hoofdzaak in staande richting uitstrekken of zich in hoofdzaak in liggende richting bevinden ten opzichte van de gevelwand. Doorgaans zal het wandbekledingssysteem zodanig aan de gevelwand bevestigd worden dat de langwerpige houten profielen en de langwerpige niet-houten profielen horizontaal of verticaal zijn. Echter kan het wandbekledingssysteem even goed zodanig aan de gevelwand bevestigd worden dat de langwerpige houten profielen en de langwerpige niet-houten profielen een schuine oriëntatie hebben.Alternatively or additionally, the elongate wooden profiles and the elongate non-wooden profiles of the wall cladding system may extend substantially in the upright direction or be located substantially in the horizontal direction with respect to the facade wall. The wall cladding system will usually be attached to the facade wall in such a way that the elongated wooden profiles and the elongated non-wooden profiles are horizontal or vertical. However, the wall cladding system can equally well be attached to the facade wall in such a way that the elongate wooden profiles and the elongate non-wooden profiles have an oblique orientation.

Volgens een aspect van de uitvinding is een set van delen voorzien omvattende een veelvoud van langwerpige houten profielen en een veelvoud van langwerpige niet-houten profielen, waarbij elk houten profiel is ingericht voor verbinding met het ten minste ene niet-houten profiel zodanig dat, wanneer de twee houten profielen verbonden zijn met eenzelfde niet- houten profiel, de houten profielen zich op afstand van elkaar bevinden met het niet-houten profiel ertussen, en waarbij de houten profielen in hoofdzaak balkvormige profielen zijn omvattende een voorzijde en een overstaande achterzijde in langsrichting van het houten profiel, alsook een eerste zijde en een overstaande tweede zijde die zich in langsrichting uitstrekken tussen de voorzijde en de achterzijde, waarbij de eerste en de tweede zijde zijn ingericht voor verbinding met het niet-houten profiel, waarbij tenminste een overgang tussen de voorzijde en de eerste zijde en/of tussen de voorzijde en de tweede zijde en/of tussen de achterzijde en de eerste zijde en/of tussen de achterzijde en de tweede zijde afgerond en/of afgeschuind is.According to one aspect of the invention there is provided a set of parts comprising a plurality of elongated wooden profiles and a plurality of elongated non-wooden profiles, each wooden profile being arranged for connection to the at least one non-wooden profile such that when the two wooden profiles are connected with the same non-wooden profile, the wooden profiles are spaced from each other with the non-wooden profile in between, and wherein the wooden profiles are substantially beam-shaped profiles comprising a front side and an opposite rear side in the longitudinal direction of the wooden profile, as well as a first side and an opposite second side extending longitudinally between the front and the rear, the first and second sides being adapted for connection with the non-wooden profile, wherein at least one transition between the front and the first side and/or between the front and the second side and/or between the back the back and the first side and/or between the back and the second side is rounded and/or chamfered.

BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. De tekening toont in de figuren: Fig. 1 toont een schematisch zijaanzicht van een deel van een gevel voorzien van een wandbekledingssysteem, Fig. 2 toont een zijaanzicht van een wandbekledingssysteem, Fig. 3 toont een zijaanzicht van een wandbekledingssysteem, Fig. 4 toont een zijaanzicht van een wandbekledingssysteem.BRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURES The invention will be further elucidated on the basis of an exemplary embodiment which is shown in a drawing. The drawing shows in the figures: FIG. 1 shows a schematic side view of a part of a facade provided with a wall cladding system, FIG. 2 shows a side view of a wall cladding system, FIG. 3 shows a side view of a wall cladding system, FIG. 4 shows a side view of a wall covering system.

Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding. Gelijke onderdelen worden met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.It is noted that the figures are only schematic representations of exemplary embodiments of the invention. Like parts are designated with like reference numerals.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Elk van de Figuren 1, 2 en 3 toont een schematisch zijaanzicht van een gevel voorzien van een wandbekledingssysteem 1. Het wandbekledingssysteem 1 is via een bevestigingssysteem 2 bevestigd aan een gevel 4. Het bevestigingssysteem 2 1s schematisch weergegeven, en kan bijvoorbeeld een raamwerk 2 zijn dat eenvoudig aan de gevel 4 te monteren is. Het monteren van het raamwerk 2 kan bijvoorbeeld slechts vereisen dat op een beperkt aantal punten van de gevel 4 een gat geboord dient te worden voor het inbrengen van een verankerelement waaraan het raamwerk 2 opgehangen wordt. Een dergelijk verankerelement kan zich bijvoorbeeld doorheen de gevel 4 uitstrekken, waarbij bereikt wordt dat een dragende verbinding tussen de gevel 4 en het raamwerk gevormd wordt. Het raamwerk 2 kan voorts dan voorzien voor het eenvoudig opnemen van het wandbekledingssysteem 1. Hierbij wordt de situatie voorkomen waarbij, indien het wandbekledingssysteem 1 rechtstreeks aan de gevel 4 bevestigd wordt, er een groot aantal kleine gaten in de gevel geboord dienen te worden. Een dergelijke kleine opening heeft echter het risico geen dragende verbinding te kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld wanneer de opening zich enkel in een gipslaag of in verbrokkelend voegsel van een gevel bevindt. Daarnaast vereist het aanbrengen van een groot aantal kleine opening meer werkuren, en 1s de repetitieve aard van het aanbrengen van een groot aantal kleine opening vatbaar voor het introduceren van menselijke fouten. Ook eventueel oneffenheden in de gevel 4 kunnen door het voorzien van een bevestigingssysteem worden weggewerkt. Ook zorgt het voorzien van een bevestigingssysteem voor voldoende ventilatie achter het wandbekledingssysteem en tussen de gevel en het wandbekledingssysteem, hetgeen gunstig is voor de levensduur van het wandbekledingssysteem. Een raamwerk 2 voorziet dus in een eenvoudigere en veiligere manier om het wandbekledingssysteem 1 aan de gevel 4 te bevestigen.DETAILED DESCRIPTION OF THE FIGURES Each of Figures 1, 2 and 3 shows a schematic side view of a facade provided with a wall cladding system 1. The wall cladding system 1 is attached via a fixing system 2 to a facade 4. The fixing system 2 is shown schematically, and can be for example a frame 2 that can be easily mounted on the facade 4. The mounting of the frame 2 may, for example, only require that a hole needs to be drilled at a limited number of points on the facade 4 for the insertion of an anchor element from which the frame 2 is suspended. Such an anchoring element can for instance extend through the facade 4, whereby it is achieved that a load-bearing connection is formed between the facade 4 and the framework. The framework 2 can then furthermore be provided for simply receiving the wall cladding system 1. This avoids the situation where, if the wall cladding system 1 is attached directly to the facade 4, a large number of small holes have to be drilled in the facade. However, such a small opening runs the risk of not being able to support a load-bearing connection, for example when the opening is only located in a plaster layer or in crumbling mortar of a facade. In addition, applying a large number of small apertures requires more working hours, and the repetitive nature of applying a large number of small apertures is prone to introducing human error. Any irregularities in the facade 4 can also be eliminated by providing a fastening system. The provision of a fastening system also ensures sufficient ventilation behind the wall covering system and between the facade and the wall covering system, which is favorable for the lifespan of the wall covering system. A frame 2 thus provides a simpler and safer way of fixing the wall cladding system 1 to the facade 4.

Het wandbekledingssysteem 1 weergegeven in Figuren 1, 2 en 3 omvat twee langwerpige houten profielen 6, 7 en een langwerpig niet- houten profiel 8, zoals bijvoorbeeld een aluminiumprofiel 8. Het aluminiumprofiel 8 is verbonden met de twee houten profiel 6, 7 zodanig dat de twee houten profielen 6 zich op een afstand A van elkaar bevinden. Deze afstand A is niet noodzakelijkerwijs gelijk tussen elke twee opeenvolgende houten profielen 6. Met name voor esthetische doeleinden kan de afstand A variëren overheen opeenvolgende houten profielen.The wall cladding system 1 shown in Figures 1, 2 and 3 comprises two elongated wooden profiles 6, 7 and an elongated non-wooden profile 8, such as for instance an aluminum profile 8. The aluminum profile 8 is connected to the two wooden profiles 6, 7 in such a way that the two wooden profiles 6 are at a distance A from each other. This distance A is not necessarily the same between any two successive wooden profiles 6. For aesthetic purposes in particular, the distance A may vary over successive wooden profiles.

Daarnaast dient ook opgemerkt te worden dat de houten profielen 6, 7 en het aluminiumprofiel 8 samen het bevestigingssysteem 2 volledig bedekken. Het bevestigingssysteem 2 zo ook de gevel 4 worden dusdanig van een eventuele brand afgeschermd door de profielen 6, 7, 8. Een gevolg hiervan is dat het bevestigingssysteem 2 zelf geen aanpassingen hoeft te ondergaan met als doel de brandreactie van het wandbekledingssysteem 1 te verbeteren. Met andere woorden, dankzij het dekkende karakter van het wandbekledingssysteem 1 wordt een betere brandreactie gehaald, ook indien voort een “standaard” bevestigingssysteem gebruikt wordt. Een gebruiker is dus ook niet genoodzaakt om een aangepast bevestigingssysteem te gebruiken in combinatie met het wandbekledingssysteem 1, maar kan eventueel gebruik maken van hem reeds vertrouwde bevestigingssystemen.In addition, it should also be noted that the wooden profiles 6, 7 and the aluminum profile 8 together completely cover the fastening system 2. The fastening system 2, as well as the facade 4, are thus shielded from a possible fire by the profiles 6, 7, 8. A consequence of this is that the fastening system 2 itself does not have to undergo any adjustments with the aim of improving the reaction to fire of the wall cladding system 1. In other words, thanks to the opaque character of the wall cladding system 1, a better reaction to fire is achieved, even if a "standard" fixing system is used. A user is therefore not obliged to use an adapted fastening system in combination with the wall covering system 1, but can optionally make use of fastening systems already familiar to him.

De houten profielen 6, 7 zijn onbehandelde houten profielen 6, 7.The wooden profiles 6, 7 are untreated wooden profiles 6, 7.

Meer specifiek zijn de houten profielen 6, 7 niet behandeld met brandvertragende middelen.More specifically, the wooden profiles 6, 7 are not treated with fire retardants.

Elk houten profiel 6, 7 omvat een voorzijde 10 en een overstaande achterzijde 12, alsook een eerste zijde 14 en een tweede zijde 16 die zich uitstrekken tussen de voorzijde 10 en de achterzijde 12.Each wooden profile 6, 7 comprises a front 10 and an opposite rear 12, as well as a first side 14 and a second side 16 extending between the front 10 and the rear 12.

Figuur 1 toont houten profielen 6, 7 die een eerste afronding 24 omvatten waar de voorzijde 10 en de tweede zijde 16 samenkomen en een tweede afronding 40 omvatten daar waar de voorzijde 10 en de eerste zijde 14 samenkomen. Wanneer het wandbekledingssysteem 1, waarvan ook het houten profiel 7, in brand staat, ontstaat er een warme luchtstroom die warmte van het brandend houten profiel 7 in de richting van het houten profiel 6 voert. Het houten profiel 6 neemt warmte op uit deze warme luchtstroom, echter zonder aanvankelijk zelf brand te vatten. Pas wanneer een punt van het houten profiel 6 een bepaalde hoeveelheid energie, i.e. warmte, bevat zal dit punt spontaan brand vatten. De afronding 24 verbetert de warmtegeleiding van de warme luchtstroom. Hierdoor hoopt de warmte zich minder snel op en duurt het dus langer voor het houten profiel 6 brand vat.Figure 1 shows wooden profiles 6, 7 comprising a first rounding 24 where the front 10 and the second side 16 meet and a second rounding 40 where the front 10 and the first side 14 meet. When the wall cladding system 1, of which the wooden profile 7 is also on fire, a warm air flow is created which carries heat from the burning wooden profile 7 in the direction of the wooden profile 6. The wooden profile 6 absorbs heat from this warm air flow, but without initially catching fire itself. Only when a point of the wooden profile 6 contains a certain amount of energy, i.e. heat, will this point spontaneously ignite. The rounding 24 improves the heat conduction of the warm air flow. As a result, the heat accumulates less quickly and it therefore takes longer for the wooden profile 6 to catch fire.

De afronding 24 van houten profiel 7 heeft een straal R. Deze straal R kan tussen 1 en 10 mm, bij voorkeur tussen 2 en 5 mm, meer bij voorkeur 3 mm zijn. De straal R is, om te drukke figuren te voorkomen, enkel op het houten profiel 7 aangeduid. De straal van de afronding 24 van het houten profiel 6 kan ook tussen 1 en 10 mm, bij voorkeur tussen 2 en 5 mm, meer bij voorkeur 3 mm zijn, doch dient opgemerkt te worden dat de straal R van de afronding 24 van een veelvoud aan houten profielen niet noodzakelijkerwijs hetzelfde hoeft te zijn voor elk houten profiel. Zo kan,The rounding 24 of wooden profile 7 has a radius R. This radius R can be between 1 and 10 mm, preferably between 2 and 5 mm, more preferably 3 mm. The radius R is only indicated on the wooden profile 7 in order to avoid overcrowded figures. The radius of the rounding 24 of the wooden profile 6 can also be between 1 and 10 mm, preferably between 2 and 5 mm, more preferably 3 mm, but it should be noted that the radius R of the rounding 24 is of a multiple to wooden profiles does not necessarily have to be the same for every wooden profile. So can,

bijvoorbeeld, een eerste houten profiel een afronding 24 hebben met een straal R van 3 mm, en kan een daaropvolgend houten profiel een afronding 24 hebben met een straal R van 5 mm. Ook hoeft de straal R van de afronding 24 niet noodzakelijkerwijs gelijk te zijn aan de straal R van de afronding 40. Deze verscheidenheid aan afrondingen kan bijvoorbeeld om esthetische redenen zijn.for example, a first wooden profile may have a rounding 24 with a radius R of 3 mm, and a subsequent wooden profile may have a rounding 24 with a radius R of 5 mm. Also, the radius R of the rounding 24 need not necessarily be equal to the radius R of the rounding 40. This variety of roundings may be for aesthetic reasons, for example.

Figuur 2 toont houten profielen 6, 7 die een afschuining 28 omvatten. De afschuining 28 begunstigt, zoals de afronding 24, de geleiding van een warme luchtstroom langsheen het houten profiel 6. De afschuining 28 van houten profiel 7 heeft een hoek H. Deze hoek H kan tussen 25 — 60 graden, bij voorkeur tussen 30 — 50 graden, meer bij voorkeur ongeveer 45 graden. De hoek H is, om te drukke figuren te voorkomen, enkel op het houten profiel 7 aangeduid. De hoek van de afschuining 28 van het houten profiel 6 kan ook tussen 25 — 60 graden, bij voorkeur tussen 30 — 50 graden, meer bij voorkeur ongeveer 45 graden zijn, doch dient opgemerkt te worden dat de hoek H van de afschuining 28 van een veelvoud aan houten profielen niet noodzakelijkerwijs hetzelfde hoeft te zijn voor elk houten profiel. Zo kan, bijvoorbeeld, een eerste houten profiel een afschuining 28 hebben met een hoek H van 40 graden, en kan een daaropvolgend houten profiel een afschuning 28 hebben met een hoek H van 50 graden. Deze verscheidenheid aan afschuiningen kan bijvoorbeeld om esthetische redenen zijn.Figure 2 shows wooden profiles 6, 7 comprising a chamfer 28. The chamfer 28, like the rounding 24, favors the conduction of a warm air flow along the wooden profile 6. The chamfer 28 of wooden profile 7 has an angle H. This angle H can be between 25 - 60 degrees, preferably between 30 - 50 degrees. degrees, more preferably about 45 degrees. The angle H is only indicated on the wooden profile 7 in order to avoid overcrowded figures. The angle of the chamfer 28 of the wooden profile 6 can also be between 25 - 60 degrees, preferably between 30 - 50 degrees, more preferably about 45 degrees, but it should be noted that the angle H of the chamfer 28 of a multiplicity of wooden profiles does not necessarily have to be the same for every wooden profile. For example, a first wooden profile may have a bevel 28 with an angle H of 40 degrees, and a subsequent wooden profile may have a bevel 28 with an angle H of 50 degrees. This variety of chamfers can be for aesthetic reasons, for example.

Figuur 3 toont houten profielen 6, 7 die een afronding 24 en een afschuining 28 omvatten. Een combinatie van de afronding 24 en de afschuining 28 kan bijvoorbeeld interessant zijn voor het geleiden van warme lucht effect langsheen een substantieel gedeelte van de tweede zijde 16 met een minimale verwijdering van hout. Hierbij wordt de invloed van de afronding 24 en de afschuining 28 dus wel gecombineerd, maar dit hoeft dus niet noodzakelijkerwijs tot een betere totale geleiding te leiden. Uiteraard kan de combinatie van de afronding 24 en de afschuining 28 ook om zuiver esthetische redenen interessant zijn.Figure 3 shows wooden profiles 6, 7 comprising a rounding 24 and a chamfer 28. For example, a combination of the rounding 24 and the chamfer 28 may be of interest for directing warm air effect along a substantial portion of the second side 16 with minimal wood removal. The influence of the rounding 24 and the chamfer 28 is thus combined here, but this does not necessarily lead to a better overall conduction. Of course, the combination of the rounding 24 and the chamfer 28 can also be interesting for purely aesthetic reasons.

Zoals hierboven vermeld is het niet-houten profiel 8 een aluminiumprofiel 8. Aluminium is een goede warmtegeleider.As mentioned above, the non-wood profile 8 is an aluminum profile 8. Aluminum is a good heat conductor.

Door het contact tussen het aluminiumprofiel 8 en het houten profiel 6 zal warmte zich minder snel ophopen in het houten profiel 6, omdat een deel van de warmte opgenomen door het houten profiel 6 terug afgevoerd wordt via het aluminiumprofiel 8. Het aluminiumprofiel 8 kan voorzien zijn van een coating, bijvoorbeeld een brandwerende coating.Due to the contact between the aluminum profile 8 and the wooden profile 6, heat will accumulate less quickly in the wooden profile 6, because part of the heat absorbed by the wooden profile 6 is dissipated back via the aluminum profile 8. The aluminum profile 8 can be provided of a coating, for example a fire-resistant coating.

De brandwerende coating kan bijvoorbeeld een brandwerende verf zijn die ingericht is om een bij brand een 1so0lerend schuim te vormen.The fire-resistant coating can for instance be a fire-resistant paint which is adapted to form an insulating foam in the event of fire.

Dit isolerend schuim vult dan, ten minste gedeeltelijk, de ruimte tussen de tweede zijde 16 van het houten profiel 6 en de eerste zijde 14 van het houten profiel 7. Het isolerend schuim vormt dan een fysieke barrière waardoor het stromen van hete lucht van de eerste zijde 14 van het houten profiel 7 naar de tweede zijde 16 van het houten profiel 6 verhinderd wordt.This insulating foam then fills, at least partially, the space between the second side 16 of the wooden profile 6 and the first side 14 of the wooden profile 7. The insulating foam then forms a physical barrier preventing the flow of hot air from the first side 14 of the wooden profile 7 to the second side 16 of the wooden profile 6 is prevented.

Daarnaast kan een coating het aluminiumprofiel 8 afschermen van weersomstandigheden, wat de duurzaamheid van het aluminiumprofiel 8 en het wandbekledingssysteem 1 als geheel ten goede komt.In addition, a coating can shield the aluminum profile 8 from weather conditions, which benefits the durability of the aluminum profile 8 and the wall cladding system 1 as a whole.

Het zal echter duidelijk zijn dat deze brandwerende coating niet noodzakelijkerwijs aanwezig moet zijn voor het verbeteren van de brandreactie van het wandbekledingssysteem.It will be appreciated, however, that this fire-resistant coating does not necessarily have to be present to improve the fire reaction of the wall covering system.

Ook zonder brandwerende coating kan een gunstige brandreactie worden bereikt, bijvoorbeeld met anodisatie van het aluminiumprofiel 8 in plaats van, of bijkomstig op, een coating.A favorable reaction to fire can also be achieved without a fire-resistant coating, for instance with anodizing the aluminum profile 8 instead of, or additionally on, a coating.

Zoals getoond in elk van de Figuren 1, 2 en 3, omvatten de eerste zijde 14 en de tweede zijde 16 een respectievelijk een eerste uitsparing 18 en een tweede uitsparing 19 voor het opnemen van het aluminiumprofiel 8 tussen de twee houten profielen 16. Het aluminiumprofiel 8 bevat hiertoe een eerste been 20 en een tweede been 22 waarbij het eerste been 20 opgenomen wordt in de tweede uitsparing 19 van de tweede zijde 16 van het eerste houten profiel 6 en waarbij het tweede been 22 opgenomen wordt in de eerste uitsparing 18 van de eerste zijde 14 van het tweede houten profielAs shown in each of Figures 1, 2 and 3, the first side 14 and the second side 16 comprise a first recess 18 and a second recess 19 respectively for receiving the aluminum profile 8 between the two wooden profiles 16. The aluminum profile 8 comprises for this purpose a first leg 20 and a second leg 22, wherein the first leg 20 is received in the second recess 19 of the second side 16 of the first wooden profile 6 and wherein the second leg 22 is received in the first recess 18 of the first side 14 of the second wooden profile

7. Het eerste been 20 en het tweede been 22 vergroten het contactoppervlak tussen het aluminiumprofiel 8 en de houten profielen 6, 7. Dit begunstigt de warmteoverdracht tussen het aluminiumprofiel 8 en de houten profielen 6, 7, waardoor een houten profiel langer aan hitte blootgesteld kan worden alvorens brand te vatten.7. The first leg 20 and the second leg 22 increase the contact surface between the aluminum profile 8 and the wooden profiles 6, 7. This favors the heat transfer between the aluminum profile 8 and the wooden profiles 6, 7, so that a wooden profile is exposed to heat for longer can be used before catching fire.

De twee houten profielen 6, 7 bevinden zich op een afstand A van elkaar wanneer deze verbonden zijn met het aluminiumprofiel 8, en kan deze afstand A variëren overheen opeenvolgende houten profielen. Het variëren van de afstand A overheen opeenvolgende houten profielen kan bijvoorbeeld bereikt worden door het voorzien van verschillende aluminiumprofielen 8 waarbij een lengte van het tweede been 22 voor verschillende aluminiumprofielen 8 anders kan zijn. Gelijkaardig kunnen de afmetingen van de voorzijde 10 en de achterzijde 12 en/of de eerste zijde 14 en de tweede zijde 16 variëren tussen verschillende houten profielen 6, 7 voor esthetische doeleinden. In Figuren 1, 2 en 3 is bijvoorbeeld weergegeven dat het houten profiel 7 een langere eerste zijde 14 en tweede zijde 16 heeft dan het houten profiel 6.The two wooden profiles 6, 7 are located at a distance A from each other when they are connected to the aluminum profile 8, and this distance A can vary over successive wooden profiles. Varying the distance A over successive wooden profiles can for instance be achieved by providing different aluminum profiles 8, while a length of the second leg 22 can be different for different aluminum profiles 8 . Similarly, the dimensions of the front 10 and the back 12 and/or the first side 14 and the second side 16 may vary between different wooden profiles 6, 7 for aesthetic purposes. For example, in Figures 1, 2 and 3 it is shown that the wooden profile 7 has a longer first side 14 and second side 16 than the wooden profile 6.

Zoals getoond op de figuren worden de gevel 4 en het wandbevestigingssysteem 2 door de houten profielen 6, 7 en het aluminiumprofiel 8 afgeschermd van de omgeving. Het gevolg hiervan is dat de gevel 4 en het wandbevestigingssysteem 2, in geval van brand, niet rechtstreeks aan een vlam worden blootgesteld. Dit stelt het wandbevestigingssysteem 2 vrij van de vereiste brandreactie, daar een bepaalde brandreactie enkel vereist 1s voor onderdelen die aan een vlam worden blootgesteld. Dankzij het wandbekledingssysteem 1 hoeft het wandbevestigingssysteem 2 dus niet aan een bepaalde brandvereiste te voldoen, en kan een eenvoudiger en/of goedkoper wandbevestigingssysteem gebruikt worden. Voorts heeft het wandbevestigingssysteem 2 dusdanig geen invloed op de brandreactie van het wandbekledingssysteem 1, en voorkomt het wandbekledingssysteem 1 dus dat diens voordelige brandreactie teniet wordt gedaan wegens een nadelige brandreactie van het wandbevestigingssysteem 2. Het eerste been 20 en het tweede been 22 omvatten elks een uitsteeksel 26 zodanig dat elk van het eerste been 20 en het tweede been 22 klemmend opneembaar is in respectievelijk de tweede uitsparing 19 van het eerste houten profiel 6 en in de eerste uitsparing 18 van het tweede houten profiel 7. Het uitsteeksel 26 bevindt zich aan een zijde van het eerste been 20 of het tweede been 22 dat naar de gevel 4 gericht is. Hierdoor wordt het contactoppervlak tussen de benen 20, 22 en de uitsparingen 18, 19 gevormd aan die zijde van de uitsparingen 18, 19 waar zich het meest warmte ontwikkelt in het geval van een brand, namelijk aan de zijde die van de gevelwand is afgekeerd, oftewel die naar voren toe is gericht. De benen 18, 19 kunnen zodanig sneller warmte weggeleiden van het houten profiel 6, 7 dan wanneer het uitsteeksel 26 zich aan een andere zijde van de benen 18, 19 zou bevinden. Bij voorkeur strekken elk van het eerste been 20 en het tweede been 22 zich voor ongeveer 10 - 12mm uit in hun respectieve uitsparing 18,As shown in the figures, the facade 4 and the wall mounting system 2 are shielded from the environment by the wooden profiles 6, 7 and the aluminum profile 8 . The consequence of this is that the facade 4 and the wall mounting system 2 are not directly exposed to a flame in the event of a fire. This exempts the wall mounting system 2 from the required reaction to fire, since a particular reaction to fire requires 1s only for parts exposed to a flame. Thanks to the wall cladding system 1, the wall fixing system 2 does not have to meet a specific fire requirement, and a simpler and/or cheaper wall fixing system can be used. Furthermore, the wall-mounting system 2 thus has no influence on the reaction to fire of the wall-cladding system 1, and thus the wall-cladding system 1 prevents its favorable reaction to fire from being destroyed due to an adverse reaction to fire of the wall-mounting system 2. The first leg 20 and the second leg 22 each comprise a projection 26 such that each of the first leg 20 and the second leg 22 can be clampedly received in the second recess 19 of the first wooden profile 6 and in the first recess 18 of the second wooden profile 7. The projection 26 is located on a side of the first leg 20 or the second leg 22 that faces the facade 4. As a result, the contact surface between the legs 20, 22 and the recesses 18, 19 is formed on that side of the recesses 18, 19 where the most heat develops in the event of a fire, i.e. on the side facing away from the facade wall. that is, facing forward. The legs 18, 19 can thus conduct heat away from the wooden profile 6, 7 more quickly than if the projection 26 were located on a different side of the legs 18, 19. Preferably, each of the first leg 20 and the second leg 22 extend for about 10-12mm in their respective recesses 18,

19. Het zich voor ongeveer 10 - 12mm uitstrekken van het eerste been 20 en het tweede been 22 in hun respectieve uitsparing 18, 19 zorgt er voor dat de houten profielen 6, 7 onder invloed van omgevingstemperaturen kan vervormen, in het bijzonder kan krimpen, zonder dat het contactoppervlak tussen het eerste been 20 of het tweede been 22 met hun respectieve uitsparing 18, 19 verbroken wordt. De uitsparing in het houten profiel is bij voorkeur ongeveer 10% van de lengte van het houten profiel om eventuele werking van het hout, onder invloed van omgevingsomstandigheden zoals temperatuur, op te kunnen vangen. De lengte van ongeveer 10 à 12 mm van het been die in de uitsparing van het houten profiel steekt, kan zorgen voor ene goede afdichting, ook wanneer het houten profiel gaat werken. Het aluminiumprofiel 8 omvat voorts een derde been 30 dat een eerste portie 30a omvat dat evenwijdig is met het eerste been 20 en een tweede portie 30b omvat dat loodrecht 1s met het eerste been20. De eerste portie 30a van het derde been 30 ligt aan tegen de achterzijde 12 van het houten profiel 6. De tweede portie 30b van het derde been 30 ligt aan tegen de tweede zijde 16 van het houten profiel 6. Het derde been 30 vergroot het contactoppervlak tussen houten profiel 6 en het aluminium profiel 8. Net zoals het eerste been 20 en het tweede been 22 bevordert het derde been 30 de warmteoverdracht tussen het houten profiel 6 en het aluminiumprofiel 8, waardoor het brand vatten van het houten profiel 6 vertraagd wordt.19. Extending the first leg 20 and the second leg 22 in their respective recesses 18, 19 for approximately 10 - 12 mm ensures that the wooden profiles 6, 7 can deform, in particular shrink, under the influence of ambient temperatures, without breaking the contact surface between the first leg 20 or the second leg 22 with their respective recesses 18,19. The recess in the wooden profile is preferably approximately 10% of the length of the wooden profile in order to be able to absorb any action of the wood under the influence of environmental conditions such as temperature. The length of about 10 to 12 mm of the leg that protrudes into the recess of the wooden profile can ensure a good seal, even when the wooden profile starts working. The aluminum profile 8 further comprises a third leg 30 which comprises a first portion 30a which is parallel to the first leg 20 and which comprises a second portion 30b which is perpendicular to the first leg 20. The first portion 30a of the third leg 30 bears against the rear side 12 of the wooden profile 6. The second portion 30b of the third leg 30 bears against the second side 16 of the wooden profile 6. The third leg 30 increases the contact surface between wooden profile 6 and aluminum profile 8. Just like the first leg 20 and the second leg 22, the third leg 30 promotes the heat transfer between the wooden profile 6 and the aluminum profile 8, as a result of which the wooden profile 6 is delayed from catching fire.

Het derde been 30 omvat een goot 32 voor het verzonken opnemen van een bevestigingsmiddel 34, hier weergegeven als een schroef 34. De schroef 34 verbindt het aluminiumprofiel 8, en dusdanig het wandbekledingssysteem 1, met het bevestigingssysteem 2. De houten profielen 6, 7 omvatten voorts een flens 36, welke ingericht is om, net als de goot 32, een schroef 34 op te nemen om de houten profielen 6, 7 te verbinden met het bevestigingssysteem 2. Het is van belang op te merken dat beide schroeven 34, ten gevolge van de posities van de goot 32 en de flens 36, afgeschermd zijn van de buitenlucht door de houten profielen 6, 7 en het aluminiumprofiel 8. Hierdoor duurt het lang alvorens een vlam tijdens een eventuele brand de schroeven bereikt 34. Het gevolg hiervan is dat de vaste bevestiging van het wandbekledingssysteem 1 aan de gevel 4 via het bevestigingssysteem 2 relatief lang gehouden wordt in het geval van brand.The third leg 30 comprises a gutter 32 for recessed reception of a fastening means 34, here shown as a screw 34. The screw 34 connects the aluminum profile 8, and thus the wall cladding system 1, to the fastening system 2. The wooden profiles 6, 7 comprise furthermore, a flange 36, which is adapted, like the gutter 32, to receive a screw 34 for connecting the wooden profiles 6, 7 to the fastening system 2. It is important to note that both screws 34, as a result of the positions of the gutter 32 and the flange 36, are shielded from the outside air by the wooden profiles 6, 7 and the aluminum profile 8. As a result, it takes a long time before a flame reaches the screws during a possible fire 34. The consequence of this is that the fixed attachment of the wall cladding system 1 to the facade 4 via the attachment system 2 is kept relatively long in the event of a fire.

Het loskomen van een wandbekleding ten gevolge van brand is namelijk van belang voor de brandreactie van deze wandbekleding.The detachment of a wall covering as a result of fire is important for the reaction to fire of this wall covering.

Daarnaast worden de schroeven ook afgeschermd van alle weersomstandigheden, wat een duurzame bevestiging van het wandbekledingssysteem 1 als gevolg heeft.In addition, the screws are also protected from all weather conditions, which results in a durable attachment of the wall cladding system 1.

Ten aanzien van het langer houden van voornoemde vaste bevestiging genieten schroeven dan ook de voorkeur ten opzichte van bijvoorbeeld nagels, omdat via de schroefdraad van de schroeven een stevigere verbinding verkregen wordt.With regard to keeping the aforementioned fixed attachment longer, screws are therefore preferred over, for example, nails, because a firmer connection is obtained via the screw thread of the screws.

Figuren 1, 2 en 3 tonen wandbekledingssystemen 1 die een afronding 24, een afschuining 28 of beide omvatten. De overgang tussen de voorzijde 10 en de tweede zijde 16 kan bij deze wandbekledingssystemen 1 in een profielaanzicht van de houten profielen 6, 7 dus gezien worden als een cirkelgedeelte, een schuine lijn of een combinatie van een cirkelgedeelte en een schuine lijn. Het zal echter duidelijk zijn dat meerdere varianten mogelijk zijn, en dat de overgang een veelvoud aan curves en rechte lijnen kan omvatten. Voorts tonen Figuren 1, 2 en 3 enkel een dergelijke overgang tussen de voorzijde 10 en de tweede zijde 16. Een dergelijk overgang kan zich echter even goed tussen de voorzijde 10 en de eerste zijde 14, tussen de achterzijde 12 en de tweede zijde 16, en/of tussen de achterzijde 12 en de eerste zijde 14 bevinden.Figures 1, 2 and 3 show wall cladding systems 1 comprising a rounding 24, a chamfer 28 or both. In a profile view of the wooden profiles 6, 7, the transition between the front side 10 and the second side 16 can thus be seen in a profile view of the wooden profiles 6, 7 in these wall cladding systems 1 as a circle part, an oblique line or a combination of a circle part and an oblique line. However, it will be clear that several variants are possible, and that the transition can comprise a plurality of curves and straight lines. Furthermore, Figures 1, 2 and 3 only show such a transition between the front side 10 and the second side 16. However, such a transition can equally well occur between the front side 10 and the first side 14, between the rear side 12 and the second side 16, and/or between the rear side 12 and the first side 14.

De houten profielen in de figuren 1, 2 en 3 kunnen zowel in horizontale richting als in verticale richting tegen een gevelwand worden bevestigd.The wooden profiles in figures 1, 2 and 3 can be attached to a facade wall both in horizontal direction and in vertical direction.

Fig. 4 toont een zijaanzicht van een wandbekledingssysteem 1. Het wandbekledingssysteem 1 omvat twee houten profielen 6, 7 en een aluminiumprofiel 8. Elk houten profiel 6, 7 omvat een voorzijde 10 en een overstaande achterzijde 12, alsook een eerste zijde 14. Een tweede zijde 16 is aangeduid met een stippellijn. De houten profielen 6, 7 omvatten een afronding 24 en een afschuining 28 waar de voorzijde 10 en de tweede zijde 16 samenkomen. Voorts omvatten de houten profielen 6, 7 een tweede afronding 40 en een tweede afschuining 42 waar de voorzijde 10 en de eerste zijde 16 samenkomen. De tweede afronding 40 en de tweede afschuining 42 vervullen een gelijkaardige functie als de eerste afronding 24 en de eerste afschuining 28. Het verschil is echter dat de tweede afronding 40 en de tweede afschuining 42 een warme luchtstroom geleiden die, in dit voorbeeld, van het houten profiel 6 naar het houten profiel 7 stroomt, terwijl de eerste afronding 24 en de eerste afschuining 28 een warme luchtstroom geleiden die van het houten profiel 7 naar het houten profiel 6 stroomt. Dankzij de tweede afronding 40 en de tweede afschuining 42 is de brandreactie van het wandbekledingssysteem 1 in zekere mate onafhankelijk van de richting waarin een eventuele brand zich uitbreidt. Dit is met name van belang wanneer de houten profielen verticaal gepositioneerd zijn en een brandend houten profiel aan zowel aan diens eerste zijde 14 als aan diens tweede zijde 16 een warme luchtstroom genereert die warmte naar een aangrenzend houten profiel kan leiden. Bij horizontaal geplaatste houten profielen ligt dit anders, daar bij horizontale profielen verwacht kan worden dat een warme luchtstroom voornamelijk warmte naar een bovenliggend houten profiel leidt.fig. 4 shows a side view of a wall cladding system 1. The wall cladding system 1 comprises two wooden profiles 6, 7 and an aluminum profile 8. Each wooden profile 6, 7 comprises a front side 10 and an opposite rear side 12, as well as a first side 14. A second side 16 is indicated by a dotted line. The wooden profiles 6, 7 comprise a rounding 24 and a chamfer 28 where the front side 10 and the second side 16 meet. Furthermore, the wooden profiles 6, 7 comprise a second rounding 40 and a second chamfer 42 where the front side 10 and the first side 16 meet. The second rounding 40 and the second chamfer 42 perform a similar function to the first rounding 24 and the first chamfer 28. The difference, however, is that the second rounding 40 and the second chamfer 42 conduct a warm air stream which, in this example, moves from the wooden profile 6 flows to the wooden profile 7, while the first rounding 24 and the first chamfer 28 guide a warm air stream which flows from the wooden profile 7 to the wooden profile 6. Owing to the second rounding 40 and the second chamfer 42, the reaction to fire of the wall cladding system 1 is to a certain extent independent of the direction in which a possible fire spreads. This is of particular importance when the wooden profiles are vertically positioned and a burning wooden profile on both its first side 14 and its second side 16 generates a warm airflow which can conduct heat to an adjacent wooden profile. This is different with horizontally placed wooden profiles, because with horizontal profiles it can be expected that a warm airflow mainly leads heat to an above wooden profile.

Zoals weergegeven op Figuur 4, heeft de tweede afronding 40 een straal R2 en heeft de tweede afschuining 42 een hoek H2. De voorkeursafmetingen van de straal R2 en de hoek H2 zijn dezelfde als deze van de straal R en de hoek H van de eerste afronding 24 en de eerste afschuining 28, doch dient opgemerkt te worden dat, voor een zelfde houten profiel, de straal R van een eerste afronding 24 niet noodzakelijkerwijs gelijk is aan de straal R2 van een tweede afronding 40, en dat de hoek H van een eerste afschuining 28 niet noodzakelijkerwijs gelijk is aan de hoek H2 van een tweede afschuining. Gelijkaardig is de hoek H2 of de straal R2 ook niet noodzakelijkerwijs gelijk overheen een veelvoud van houten profielen, maar kunnen verschillende houten profielen verschillende hoeken H2 en/of stralen R2 hebben.As shown in Figure 4, the second rounding 40 has a radius R2 and the second chamfer 42 has an angle H2. The preferred dimensions of the radius R2 and the angle H2 are the same as those of the radius R and the angle H of the first rounding 24 and the first chamfer 28, but it should be noted that, for the same wooden profile, the radius R of a first bevel 24 is not necessarily equal to the radius R2 of a second bevel 40, and that the angle H of a first bevel 28 is not necessarily equal to the angle H2 of a second bevel. Similarly, the angle H2 or the radius R2 is also not necessarily the same over a plurality of wooden profiles, but different wooden profiles may have different angles H2 and/or radii R2.

Terug verwijzend naar Figuur 4, de tweede zijde 16 omvat voorts een uitstekende portie 38. Dit in tegenstelling tot de wandbekledingssystemen 1 weergegeven in Figuren 1, 2 en 3, waar de tweede zijde 16 een tweede uitsparing 19 omvat. De uitstekende portie 38 zoals weergegeven in Figuur 4 is ingericht om opgenomen te worden tussen een eerste been 20 en een derde been 30 van het aluminiumprofiel 8. De afstand A tussen de twee houten profielen 6, 7 is hier de afstand tussen de uitstekende portie 38 van het houten profiel 6 en de eerste zijde 14 van het houten profiel 7.Referring back to Figure 4, the second side 16 further includes a projecting portion 38. In contrast to the wall cladding systems 1 shown in Figures 1, 2 and 3, where the second side 16 includes a second recess 19 . The projecting portion 38 as shown in Figure 4 is designed to be received between a first leg 20 and a third leg 30 of the aluminum profile 8. The distance A between the two wooden profiles 6, 7 is here the distance between the projecting portion 38. of the wooden profile 6 and the first side 14 of the wooden profile 7.

Opgemerkt wordt dat de figuren een verticale wandbekleding weergeven. Het zal echter duidelijk zijn dat een wandbekleding ook op schuine of zelfs horizontale vlakken gemonteerd kan worden. Het woord “gevel” dient dus niet limitatief geïnterpreteerd te worden als zijnde een verticaal oppervlak. Voorts zij opgemerkt dat de wandbekleding zowel binnen als buiten kan worden toegepast. Het woord wandbekleding kan dus ook gelezen worden als dakbekleding, plafondbekleding, of gevelbekleding en kan zowel aan exterieur als interieur aan een gebouw bevestigd worden.It is noted that the figures represent a vertical wall covering. It will be clear, however, that a wall covering can also be mounted on oblique or even horizontal surfaces. The word “facade” should therefore not be interpreted limitatively as being a vertical surface. It should also be noted that the wall covering can be used both indoors and outdoors. The word wall cladding can therefore also be read as roof cladding, ceiling cladding, or facade cladding and can be attached to a building both on the exterior and interior.

Doorheen deze openbaring worden de houten profielen als balkvormig omschreven. Wegens de verhouding tussen de verschillende afmetingen van de houten profielen zullen de houten profiel echter voornamelijk een plankvormig profiel benaderen. Het zal echter duidelijk zijn voor de vakman dat balkvormig ook als plankvormig gelezen kan worden.Throughout this revelation, the wooden profiles are described as beam-shaped. However, because of the relationship between the different dimensions of the wooden profiles, the wooden profile will mainly approach a plank-shaped profile. However, it will be clear to the skilled person that beam-shaped can also be read as plank-shaped.

Voor de duidelijkheid en een beknopte beschrijving zijn hierin kenmerken beschreven als deel van dezelfde of verschillende uitvoeringsvormen, echter zal het duidelijk zijn dat de beschermingsomvang van de uitvinding uitvoeringsvormen kan omvatten met combinaties van alle of sommige van de beschreven kenmerken. Het zal worden begrepen dat de getoonde uitvoeringsvormen dezelfde of soortgelijke componenten hebben, afgezien van waar ze als anders beschreven zijn.For clarity and concise description, features are described herein as part of the same or different embodiments, however, it will be understood that the scope of the invention may include embodiments having combinations of all or some of the features described. It will be understood that the embodiments shown have the same or similar components, except where otherwise described.

In de conclusies zullen tussen haakjes geplaatste verwijzingstekens niet als beperkt opgevat mogen worden voor de conclusie. Het woord ‘omvattende’ sluit de aanwezigheid van andere kenmerken of stappen dan die die in een conclusie zijn vermeld niet uit. Verder mogen de woorden ‘een’ en ‘ene’ niet worden opgevat als beperkend tot ‘slechts één’, maar worden in plaats daarvan gebruikt om ‘ten minste één’ aan te duiden, en sluiten een meervoud niet uit. Het enkele feit dat bepaalde maatregelen in onderling verschillende conclusies worden geciteerd, betekent niet dat een combinatie van deze maatregelen niet ter voordeel kan worden gebruikt.In the claims, parenthetical references are not to be construed as limiting the claim. The word "comprising" does not exclude the presence of features or steps other than those stated in a conclusion. Further, the words "one" and "one" should not be construed as limiting to "one only," but are instead used to denote "at least one," and do not exclude a plural. The mere fact that certain measures are cited in mutually different claims does not mean that a combination of these measures cannot be used to advantage.

Vele varianten zullen duidelijk zijn voor de vakman.Many variants will be apparent to those skilled in the art.

Alle varianten worden geacht te zijn omvat binnen de beschermingsomvang van de uitvinding als gedefinieerd in de volgende conclusies.All variants are considered to be included within the scope of the invention as defined in the following claims.

Claims

CONCLUSIONS

1. Wall cladding system for attachment to a facade wall, comprising: at least two elongate wooden profiles; and at least one elongated non-wood profile; each wooden profile being arranged for connection to the at least one non-wooden profile such that, when the two wooden profiles are joined to the same non-wooden profile, the wooden profiles are spaced from each other with the non-wooden profile between them and wherein the wooden profiles are substantially beam-shaped profiles comprising a front side and an opposite rear side in the longitudinal direction of the wooden profile, as well as a first side and an opposite second side extending longitudinally between the front and the rear, the first and the second side are designed for connection to the non-wooden profile, whereby at least one transition between the front and the first side and/or between the front and the second side and/or between the rear and the first side and/or between the back and the second side is chamfered and/or rounded, with the rounding having a radius of between 1 and 10 mm, preferably tu ssen has 2 and 5 mm, more preferably of 3 mm.

Wall cladding system according to claim 1, wherein at least one transition between the front and the first side and/or between the front and the second side and/or between the rear and the first side and/or between the rear and the second side is chamfered and /or completed.

Wall cladding system according to claim 2, wherein the bevel has an angle of between 25 - 60 degrees, preferably between - 50 degrees, more preferably about 45 degrees.

A wall cladding system according to any one of the preceding claims, wherein the wooden profiles are untreated wooden profiles.

A wall cladding system according to any one of the preceding claims, wherein the non-wooden profile is a metal profile.

6. Wall cladding system according to claim 5, wherein the metal profile is an aluminum profile.

7. Wall cladding system according to claim 5 or 6, wherein the metal profile is provided with a coating.

A wall cladding system according to any one of the preceding claims, wherein each of the at least two wooden profiles in the first and/or the second side comprises a recess for receiving at least a part of the non-wooden profile.

Wall cladding system according to claim 8, wherein each of the at least two wooden profiles comprises a second recess in the side opposite to the side with the recess for receiving at least a part of a second non-wooden profile.

A wall cladding system according to claim 8 or 9, wherein the non-wooden profile comprises a first leg and a second leg, each of which can be inserted into the corresponding recess of one of the wooden profiles.

Wall cladding system according to claim 10, wherein the first leg of the non-wooden profile is adapted to be receivable in a recess in the first side of the wooden profile, and wherein the second leg of the non-wooden profile is adapted to be receivable to be in a recess in the second side of the wooden profile.

A wall cladding system according to claim 10 or 11, wherein each of the first leg and the second leg of the non-wooden profile comprises a projection such that each of the first leg and the second leg can be clampedly received in the corresponding recess of the first side. and the second side of the wooden profiles respectively.

The wall covering system of claim 12, wherein the protrusion is located on a first side of each of the first leg and the second leg such that a second side of each of the first leg and the second leg opposite the first side can form a contact surface with one side of the recess facing the front of the wooden profile.

A wall cladding system according to any one of claims 10 to 13, wherein the non-wood profile further comprises a third leg, the third leg being approximately parallel to the first leg, so that between the first leg and the third leg is a receiving cavity in which a part of a wooden profile can be incorporated.

A wall cladding system according to claim 8, wherein each of the at least two wooden profiles in the side opposite to the side with the recess comprises a projecting portion adapted to be received by a part of the non-wooden profile.

A wall cladding system according to claim 12 or 13, wherein the non-wood profile further comprises a third leg, the third leg being approximately parallel to the first leg, so that between the first leg and the third leg is a receiving cavity in which the projecting portion of a wooden profile can be clamped.

17. Wall cladding system according to claim 14 or 16, wherein the third leg of the non-wooden profile abuts against the rear side of the wooden profile.

18. Wall cladding system according to any one of claims 13, 15 or 16, wherein the third leg of the non-wooden profile comprises a gutter for recessed reception of a fixing means for fixing the non-wooden profile to a facade wall.

A wall cladding system according to any one of the preceding claims, wherein each of the at least two wooden profiles is provided with a flange extending from the second side, through which a fixing means for fixing to the facade wall can be received.

A wall cladding system according to any one of the preceding claims, comprising a plurality of wooden profiles and a plurality of non-wooden profiles, each wooden profile being adapted for connection to two non-wooden profiles, and wherein each non-wooden profile is adapted for connection with two wooden profiles to obtain a system with sequentially a wooden profile and a non-wood profile.

A facade wall provided with a wall cladding system according to any one of the preceding claims.

A facade wall according to claim 21, further comprising a fastening system adapted for fastening the wall cladding system to the facade wall.

Facade wall according to claim 22, wherein the fastening system consists substantially of aluminium, preferably wherein the fastening system is provided with a coating.

Facade wall as claimed in any of the claims 21 - 23, wherein the elongate wooden profiles and the elongate non-wooden profiles of the wall cladding system extend substantially in upright direction or are situated substantially in horizontal direction relative to the facade wall.

25. Set of parts comprising a plurality of elongated wooden profiles and a plurality of elongated non-wooden profiles, each wooden profile being arranged for connection to the at least one non-wooden profile such that when the two wooden profiles are connected to the same non-wooden profile, the wooden profiles are spaced from each other with the non-wooden profile in between, and wherein the wooden profiles are substantially beam-shaped profiles comprising a front side and an opposite rear side in the longitudinal direction of the wooden profile, as well as a first side and an opposite second side extending longitudinally between the front and the rear, the first and second sides being adapted for connection to the non-wooden profile, wherein at least one transition between the front and the first side and/or between the front and the second side and/or between the back and the first side and/or between the eight one side and the second side is rounded and/or chamfered, the rounding having a radius of between 1 and 10 mm, preferably between 2 and 5 mm, more preferably of 3 mm.