BE1028557B1

BE1028557B1 - Betonnen prefab-element voor construeren van een keerwand

Info

Publication number: BE1028557B1
Application number: BE20205587A
Authority: BE
Inventors: Joris Daems; Bruno Benoit; Henk Ciers
Original assignee: Cbs Beton Nv
Priority date: 2020-08-24
Filing date: 2020-08-24
Publication date: 2022-03-22
Also published as: BE1028557A1

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een betonnen prefab-element voor construeren van een keerwand omvattende een wandgedeelte, een voet en een bewapeningsnet, waarbij het betonnen prefab-element een L-vormige doorsnede heeft, waarbij een eerste been de voet en een tweede been het wandgedeelte is, waarbij het eerste en het tweede been substantieel loodrecht op elkaar staan, en waarbij de breedte in de richting van het eerste been, de hoogte in de richting van het tweede been en de lengte loodrecht op de L-vormige doorsnede gedefinieerd is, waarbij de voet in de lengterichting aan beide uiteinden minstens 1 cm korter is dan het wandgedeelte.

Description

BETONNEN PREFAB-ELEMENT VOOR CONSTRUEREN VAN EEN KEERWAND

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een betonnen prefab-element voor construeren van een keerwand.

STAND DER TECHNIEK Keerwanden zijn in de bouwkunde een gekende constructie. Keerwanden zijn bedoeld om getrapte hoogteverschillen in een terrein op te vangen. De keerwand heeft als doel om hoger gelegen grond of in bepaalde gevallen water tegen te houden, zodat een lager gelegen terrein nuttig kan aangewend worden, zonder kans op grondverschuivingen of over overspoeling door water.

Oorspronkelijk werden keerwanden ter plaatse gemetseld of werden betonnen keerwanden ter plaatse gestort. In heel wat gevallen is het echter mogelijk om een keerwand met behulp van betonnen prefab-elementen te construeren. De betonnen prefab-elementen kunnen in geconditioneerde omstandigheden in een fabriekshal gefabriceerd worden en ter plaatse tot een keerwand samengesteld. Dit is een efficiëntere en snellere wijze van construeren van keerwanden doordat van standaard betonnen prefab-elementen gebruik gemaakt wordt en het gieten van de betonnen prefab-elementen niet van weersomstandigheden afhankelijk is.

Een betonnen prefab-element volgens de stand der techniek is gewoonlijke een L- vormig element. De gekende betonnen prefab-elementen hebben een aantal nadelen. Vooreerst zijn de afmetingen van de betonnen prefab-elementen volgens de stand der techniek niet altijd voldoende nauwkeurig om de betonnen prefab- elementen nauw te doen aansluiten. Hierdoor ontstaat een nauwe spleet tussen naastliggende betonnen prefab-elementen waar grond doorheen loopt. Na verloop van tijd kan dit tot grondverzakkingen leiden.

Een betonnen prefab-element volgens de stand der techniek omvat meestal ook een eenvoudige bewapening. De bewapening is een enkelvoudig bewapeningsnet dat L- vormig geplooid is. In de hoek gevormd door de twee benen van de L-vorm kan het bewapeningsnet onvoldoende spanningen in het beton opvangen, waardoor de buitenhoek van het betonnen prefab-element afspringt. De keerwand is hierdoor opnieuw verzwakt en dreigt te breken.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Tot dit doel verschaft de uitvinding een betonnen prefab-element volgens conclusie

1. Het grote voordeel van een betonnen prefab-element volgens de huidige uitvinding is dat het een voet en een wandgedeelte omvat, waarbij de voet aan beide uiteinden minstens 1 cm korter is dan het wandgedeelte. Zelfs wanneer de afmetingen van het betonnen prefab-element niet volledig nauwkeurig zijn uitgevoerd, is het mogelijk om een keerwand te construeren waarbij de wandgedeeltes van de betonnen prefab- elementen nauwkeurig aansluiten. Er ontstaat geen spleet waar grond doorheen kan lopen, die na verloop van tijd verzakking van de grondaanvulling kan leiden. Voorkeursvormen van de inrichting worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 14. Een specifieke voorkeursvorm betreft de uitvinding een inrichting volgens conclusie

2.

Volgens deze uitvoeringsvorm omvat het wandgedeelte in een eerste zijwand een groef en aan een tweede tegenoverliggende zijwand een tand, waarbij de tand en de groef complementair zijn. Dit is voordelig omdat wanneer betonnen prefab- elementen volgens de huidige uitvinding naast elkaar geplaatst worden, de tand van een eerste betonnen prefab-element in de groef van een tweede betonnen prefab- element grijpt, waardoor ter hoogte van de aansluiting tussen twee betonnen prefab- elementen een stevige meervoudige barrière voor grond in een richting dwars op de keerwand bekomen wordt.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een betonnen prefab-element volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Figuur 2 toont een doorsnee aanzicht van een betonnen prefab-element volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een betonnen prefab-element volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

“Een”, “de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In de context van dit document is bovenbelasting een belasting die op hoger gelegen grond die door een keerwand wordt tegengehouden, wordt uitgeoefend. Bij bijvoorbeeld een bovenbelasting van meer dan 25 kN/m? of zwaar verkeer volgens EN 1991-1:LM1 met 1 m randafstand is er sprake van hoge bovenbelasting.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een betonnen prefab-element voor construeren van een keerwand.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het betonnen prefab-element een wandgedeelte, een voet en een bewapeningsnet.

Het betonnen prefab-element heeft een L-vormige doorsnede, waarbij een eerste been de voet en een tweede been het wandgedeelte is.

Het eerste been en het tweede been staan substantieel loodrecht op elkaar.

In deze tekst is de breedte in de richting van het eerste been, de hoogte in de richting van het tweede been en de lengte in een richting loodrecht op de L-vormige doorsnede gedefinieerd.

Een L-vormige doorsnede is voordelig voor het construeren van een keerwand, waarbij het wandgedeelte hoger gelegen grond tegen houdt en waarbij de voet onder de hoger gelegen grond gepositioneerd is.

Het moment dat de hoger gelegen grond op het betonnen prefab-element uitoefent, wordt door het gewicht van de hoger gelegen grond op de voet gecompenseerd, waardoor de keerwand niet omvalt.

De voet en het wandgedeelte hebben in de lengterichting een eerste en een tweede uiteinde.

De voet is in de lengterichting aan beide uiteinden minstens 1 cm korter dan het wandgedeelte.

Dit betekent dat beide uiteinden van de voet binnen de lengte van het wandgedeelte vallen.

Bij voorkeur is de voet in de lengterichting aan beide uiteinden minstens 1.5 cm korter, bij meer voorkeur minstens 2 cm korter en bij nog meer voorkeur minstens 2.5 cm korter.

Een afmeting van een betonnen prefab- element heeft een nauwkeurigheid van + 0.5 cm.

Doordat de voet in de lengterichting aan beide uiteinden minstens 1 cm korter dan het wandgedeelte is, sluiten betonnen prefab-elementen waarbij de afmetingen niet volledig nauwkeurig zijn, bijvoorbeeld de lengte van de wandgedeeltes is 0.5 cm te kort, nauwkeurig aan.

Hierdoor is het mogelijk om toch een keerwand te construeren, waarbij geen spleet tussen wandgedeeltes van naastliggende betonnen prefab-elementen aanwezig is, waar grond doorheen kan lopen, wat na verloop van tijd tot grondverzakkingen leidt.

Zelfs wanneer de afmetingen van het betonnen prefab-element niet volledig nauwkeurig zijn uitgevoerd, is het mogelijk om een keerwand te construeren waarbij de wandgedeeltes van de betonnen prefab-elementen nauwkeurig aansluiten.

Er ontstaat geen spleet waar grond doorheen kan lopen, wat na verloop van tijd tot grondverzakkingen kan leiden.

Een betonnen prefab-element volgens de huidige uitvinding is voordelig voor het construeren van robuuste keerwanden.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat het wandgedeelte in de hoogterichting in een eerste zijwand een groef en aan een in de lengterichting tegenoverliggende zijwand een tand. De tand en de groef zijn complementair. De eerste en tweede zijwand van 5 het wandgedeelte zijn deel van de L-vormige dwarsdoorsnede van het betonnen prefab-element. De tand en de groef zijn bij voorkeur over de volledige hoogte van het betonnen prefab-element aangebracht. De tand en groef hebben een gelijkbenige driehoekige dwarsdoorsnede, waarbij als basis van de gelijkbenige driehoek samenvalt met een zijwand van het wandgedeelte en de gelijke benen zich vanaf de zijwand van het wandgedeelte uitstrekken. De gelijke benen hebben een lengte van minstens 1.5 cm, bij voorkeur minstens 2.0 cm en bij meer voorkeur minstens 2.5 cm. De loodrechte afstand vanaf de basis van de gelijkbenige driehoek tot de hoek gevormd door de gelijke benen is minstens 1.0 cm, bij voorkeur minstens 1.5 cm. De tand en groef hebben bij voorkeur een gelijkbenige en rechthoekige dwarsdoorsnede. Alternatief hebben de tand en groef een halfcirkelvormige dwarsdoorsnede. De radius van de halfcirkelvormige dwarsdoorsnede is minstens 1.0 cm, bij voorkeur minstens

1.5 cm, bij meer voorkeur minstens 2.0 cm. Een tand en groef zijn voordelig omdat wanneer betonnen prefab-elementen volgens de huidige uitvinding naast elkaar geplaatst worden, de tand van een eerste betonnen prefab-element in de groef van een tweede betonnen prefab-element grijpt, waardoor ter hoogte van de aansluiting tussen twee betonnen prefab-elementen een stevige meervoudige barrière voor grond in een richting dwars op de keerwand bekomen wordt. Volgens een uitvoeringsvorm omvatten beide benen van het betonnen prefab- element een eigen bewapeningsnet. Zowel de voet als het wandgedeelte hebben een apart bewapeningsnet. Het bewapeningsnet van de voet strekt zich over minstens 80% van de breedte en de lengte van de voet uit, bij voorkeur minstens 85% en bij meer voorkeur minstens 90%. Het bewapeningsnet van het wandgedeelte strekt zich over minstens 80% van de breedte en de hoogte van het wandgedeelte uit, bij voorkeur minstens 85% en bij meer voorkeur minstens 90%. Een bewapeningsnet is een rooster van staven. De staven hebben een diameter van minstens 6 mm, bij voorkeur minstens 8 mm, bij meer voorkeur minstens 9 mm en bij nog meer voorkeur minstens 10 mm. De bewapeningsnetten van de voet en het wapengedeelte strekken zich bij voorkeur doorheen elkaar uit. De bewapeningsnetten zijn bij voorkeur met elkaar verbonden.

Een eigen bewapeningsnet in beide benen van het betonnen prefab-element is voordelig voor het opvangen van spanningen in het betonnen prefab-element, in het bijzonder in de hoek gevormd door de twee benen van de L-vorm. Bij een enkelvoudig bewapeningsnet uit de stand der techniek dat L-vormig geplooid is, oefent het bewapeningsnet een trekkracht uit vanaf een vrij uiteinde van het eerste been naar de hoek gevormd door de twee benen van de L-vorm en vanaf een vrij uiteinde van het tweede been naar de hoek gevormd door de twee benen van de L-vorm. Er is geen trekkracht door het enkelvoudige bewapeningsnet vanaf de hoek gevormd door de twee benen van de L-vorm naar de vrije uiteinden van de benen. Hierdoor is er een hoge spanning in het beton ter hoogte van de hoek gevormd door de twee benen van de L-vorm. Deze spanning wordt verder verhoogd door het gewicht van het wandgedeelte, dat eveneens een kracht op de hoek uitoefent. Er is een reëel risico dat beton in de hoek afschilfert en dat het betonnen prefab-element breekt.

Door in zowel de voet als het wandgedeelte een bewapeningsnet te plaatsen, is er — wel een trekkracht door de bewapeningsnetten vanuit de hoek naar de vrije uiteinden van de benen. Doordat de bewapeningsnetten zich doorheen elkaar uitstrekken, kunnen de bewapeningsnetten tot diep in de hoek van het betonnen prefab-element doordringen om spanningen op te vangen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm zijn de bewapeningsnetten in elk been in de hoek, gevormd door de voet en het wandgedeelte, over een afstand van minstens 10 cm, bij voorkeur minstens 20 cm, bij meer voorkeur minstens 30 cm en bij nog meer voorkeur minstens 40 cm, in een U-vorm en weg van het andere been omgeplooid. De omgeplooide gedeeltes van de bewapeningsnetten vormen een koker.

De koker is een substantieel balkvormig lichaam. Het balkvormige lichaam heeft bij voorkeur een vierkante doorsnede. De minimale afmetingen van de koker worden bepaald door een nuttige hoogte in de hoek, gemeten vanaf een bewapeningsnet in een been tot aan een zijde van het been die het verst van het bewapeningsnet gelegen is, waarbij de koker minstens door 3 cm beton bedekt is. Een zijde van de vierkant doorsnede heeft een lengte van minstens 6 cm, bij voorkeur minstens 8 cm, bij meer voorkeur minstens 9 cm en bij nog meer voorkeur minstens 10 cm.

De koker is een stijf element dat voordelig is om momenten ten opzichte van een as volgens de lengterichting en doorheen de koker op te vangen. Dit is bijvoorbeeld een moment veroorzaakt door de kracht die hoger gelegen grond op het wandgedeelte van het betonnen prefab-element uitoefent. Indien dit moment onvoldoende in het beton kan opgevangen worden, zou het wandgedeelte ten opzichte van de voet verdraaien en ter hoogte van de hoek gevormd door het wandgedeelte en de voet barsten en finaal breken.

Bij het verdraaien van het wandgedeelte ten opzichte van de voet, wordt het beton in een uiterste hoek, gevormd door het wandgedeelte en de voet, het meeste samengedrukt, waardoor het beton in de uiterste hoek gevoelig is voor afschilferen en wegspringen. Door de bewapeningsnetten in elk been in de hoek, gevormd door de voet en het wandgedeelte, over een afstand van minstens 10 cm in een U-vorm en weg van het andere been om te plooien, ligt het bewapeningsnet zeer dicht in de uiterste hoek en oefent een trekkracht uit in de richting van een vrij uiteinde van een been, waardoor de spanning door samendrukking in de uiterste hoek verlaagt en de kans op afschilferend beton verkleint.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat het betonnen prefab-element in een hoek, gevormd door de voet en het wandgedeelte, een betonnen verstevigingsvolume. Het betonnen verstevigingsvolume strekt zich over de volledige lengte van de voet uit. Het betonnen verstevigingsvolume is door het wandgedeelte, de voet en een schuine wand begrensd. Het betonnen verstevigingsvolume is een driehoekig prisma. Het driehoekig prisma is bij voorkeur samen met de voet en het wandgedeelte gegoten, zodat het wandgedeelte, de voet en het betonnen verstevigingsvolume een monolithisch geheel vormen. Het betonnen verstevigingsvolume heeft een hoogte van minstens 9 cm, gemeten vanaf de voet en volgens de hoogterichting. Het betonnen verstevigingsvolume heeft een breedte van minstens 9 cm, gemeten vanaf het wandgedeelte en volgens de breedterichting. Het betonnen verstevigingsvolume is voordelig voor het afleiden van een deel van het gewicht van het wandgedeelte naar de voet, weg van de hoek gevormd door het wandgedeelte en de voet. Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat het betonnen verstevigingsvolume een bewapeningsnet. Het bewapeningsnet is substantieel evenwijdig met de schuine wand. Het bewapeningsnet steekt doorheen het bewapeningsnet in zowel de voet en het wandgedeelte. Het bewapeningsnet is aan een uiteinde dat in het wandgedeelte gelegen is, in de richting van een vrij uiteinde van het wandgedeelte geplooid. Het bewapeningsnet is aan een uiteinde dat in de voet gelegen is, in de richting van een vrij uiteinde van de voet geplooid. Het bewapeningsnet in het betonnen verstevigingsvolume strekt zich over minstens 80% van de lengte van het betonnen verstevigingsvolume uit, bij voorkeur minstens 85% en bij meer voorkeur minstens 90%. Het bewapeningsnet is een rooster van staven. De staven hebben een diameter van minstens 6 mm, bij voorkeur minstens 8 mm, bij meer voorkeur minstens 9 mm en bij nog meer voorkeur minstens 10 mm.

Het bewapeningsnet is voordelig voor het verstevigen van de hoek gevormd door het wandgedeelte en de voet. Het bewapeningsnet is geschikt voor het opvangen van momenten ten opzichte van een as volgens de lengterichting en doorheen de hoek gevormd door het wandgedeelte en de voet. Dit is bijvoorbeeld een moment veroorzaakt door de kracht die hoger gelegen grond op het wandgedeelte van het betonnen prefab-element uitoefent. Indien dit moment onvoldoende in het beton kan opgevangen worden, zou het wandgedeelte ten opzichte van de voet verdraaien en het betonnen verstevigingselement in een richting evenwijdig met de schuine wand uitgerekt worden. Beton is niet goed tegen uitrekking bestand en het betonnen verstevigingsvolume kan barsten en finaal kan het betonnen prefab-element ter hoogte van de hoek gevormd door het wandgedeelte en de voet breken. Het bewapeningsnet oefent een trekkracht uit, tegengesteld aan de uittrekking, waardoor het barsten en het breken van het betonnen verstevigingsvolume en finaal het betonnen prefab-element vermeden wordt.

Een betonnen prefab-element, waarbij beide benen een eigen bewapeningsnet omvatten, zoals beschreven in een vorige uitvoeringsvorm, en waarbij het betonnen prefab-element een betonnen verstevigingsvolume, omvattende een bewapeningsnet, omvat, is voordelig voor het vormen van een keerwand met een hoogte tot meer dan 5m, waarbij de keerwand een lage bovenbelasting heeft.

Een betonnen prefab-element, waarbij beide benen een eigen bewapeningsnet omvatten en waarbij de bewapeningsnetten in de hoek ter vorming van een koker zijn omgeplooid, zoals beschreven in een vorige uitvoeringsvorm, en waarbij het betonnen prefab-element een betonnen verstevigingsvolume, omvattende een bewapeningsnet, omvat, is voordelig voor het vormen van een keerwand met een hoogte tot meer dan 5m, waarbij de keerwand een hoge bovenbelasting heeft.

Volgens een uitvoeringsvorm is het wandgedeelte bij de voet breder dan aan een tegenoverliggend uiteinde.

Het tegenoverliggende uiteinde is een vrij uiteinde van het tweede been van de L-vorm.

Dit is voordelig omdat de zijdelingse kracht van hoger liggende grond groter wordt dichter bij de voet van het betonnen prefab- element.

Een breder wandgedeelte kan meer drukkracht opvangen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm heeft het wandgedeelte vanaf het tegenoverliggende uiteinde over een afstand van minstens 30 cm een gelijke breedte, waarna de breedte gradueel wijzigt naar de breedte van het wandgedeelte bij de voet.

Dit is voordelig doordat bij gebruik van een keerwand naast bijvoorbeeld een hoger gelegen pad, bijvoorbeeld een wandelpad uit klinkers, de klinkers tot tegen het betonnen prefab-element kunnen geplaatst worden, wat bij een wandgedeelte met een gradueel wijzigende breedte van het tegenoverliggende uiteinde naar de voet niet mogelijk is.

In dat geval zouden de klinkers tegen een lager gedeelte van het wandgedeelte stoten.

Dit is in het bijzonder voordelig bij het naast elkaar plaatsen van betonnen prefab-elementen volgens de huidige uitvinding op een helling, waarbij naastliggende elementen een verschillende hoogte hebben.

De breedte van het wandgedeelte bij het tegenoverliggende uiteinde kan voor alle betonnen prefab- elementen gelijk genomen worden, maar de vereiste breedte van het wandgedeelte bij de voet is door de verschillende hoogtes van het wandgedeelte verschillend, waardoor bij een graduele overgang volgens een hoger beschreven uitvoeringsvorm afhankelijk van de hoogte van een betonnen prefab-element een klinker dichter of verder bij het wandgedeelte kan geplaatst worden.

Dit is vooral bij overgangen tussen betonnen prefab-elementen hinderlijk voor het plaatsen van klinkers.

Alternatief zou kunnen gekozen worden om bij naastliggende betonnen prefab- elementen een gelijke breedte van het wandgedeelte bij de voet te nemen en de breedte vanaf de voet gelijk gradueel te laten toenemen.

Dit resulteert echter in een verschillende breedte bij het tegenoverliggende uiteinde van het wandgedeelte, wat opnieuw hinderlijk is voor het plaatsen van klinker bij overgangen tussen de betonnen prefab-elementen.

Volgens een uitvoeringsvorm is het wandgedeelte aan een uiteinde tegenover de voet afgerond.

Het uiteinde tegenover de voet is een vrij uiteinde van het tweede been van de L-vorm.

De afronding heeft een straal van minstens 5 mm, bij voorkeur minstens 7 mm en bij nog meer voorkeur minstens 9 mm.

Een afronding met een straal van minstens 5 mm is voordelig voor het plaatsen van een omheining bovenop een keerwand.

Een dergelijke omheining wordt met behulp van een U-vormig of L-

vormig profiel op de keerwand bevestigd.

Een U-vormig of L-vormig profiel wordt bekomen door het plooien van een rechthoekige metalen plaat.

Dit is steeds met een afrondingsstraal.

Door de afronding van het wandgedeelte aan een uiteinde tegenover de voet, kan het U-vormig of L-vormig profiel nauw tegen het wandgedeelte aansluiten.

Volgens een uitvoeringsvorm is de voet aan een uiteinde tegenover het wandgedeelte smaller dan aan het wandgedeelte.

Het uiteinde van de voet tegenover het wandgedeelte is een vrij uiteinde van het eerste been van de L-vorm.

De overgang van de lengte van de voet aan het wandgedeelte naar de kortere lengte aan het tegenoverliggende uiteinde kan gradueel of getrapt zijn.

Dergelijke voet is voordelig voor het vormen van hoeken in een keerwand of voor het vormen van convexe keerwanden.

Convexe keerwanden zijn keerwanden die een boog of cirkel vormen, waarbij de voet van de betonnen prefab-elementen aan de binnenzijde van de boog of cirkel bevinden.

Volgens een uitvoeringsvorm is het wandgedeelte aan een eerste zijde hoger dan aan een tweede tegenoverliggende zijde.

De eerst en tweede zijde zijn tegenoverliggend volgens de lengterichting.

De overgang in hoogte van eerste zijde naar tweede zijde is gradueel.

Deze uitvoeringsvorm is voordelig voor het vormen van een keerwand langs een hellend oppervlak, waarbij de helling in de richting van de keerwand loopt.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de voet uitstekende betonwapening.

De uitstekende betonwapening omvat een enkele rij van staven, naast elkaar geplaatst in de lengterichting van het betonnen prefab-element.

Alternatief omvat de uitstekende betonwapening twee of meerdere rijen staven.

Een rij omvat minstens 4 staven per meter, bij voorkeur minstens 6 staven per meter, bij meer voorkeur minstens 8 staven per meter en bij nog meer voorkeur minstens 10 staven per meter.

De staven hebben een diameter van minstens 6 mm, bij voorkeur minstens 8 mm, bij meer voorkeur minstens 9 mm en bij nog meer voorkeur minstens 10 mm.

De uitstekende betonwapening is voordelig voor het integreren van een betonnen prefab-element in een betonnen vloerplaat.

Volgens een uitvoeringsvorm is aan een eerste zijde van het wandgedeelte, de afstand gezien in de lengterichting vanaf het wandgedeelte tot aan de voet minstens 10 cm meer, bij voorkeur minstens 15 cm meer, bij meer voorkeur minstens 20 cm meer en bij nog meer voorkeur minstens 25 cm meer dan de afstand vanaf het wandgedeelte tot aan de voet aan een tweede tegenoverliggende zijde van het wandgedeelte. Dergelijke voet is voordelig voor het vormen van convexe keerwanden.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat het wandgedeelte openingen of uitsparingen. Dit is voordelig voor het doorvoeren van bijvoorbeeld buizen of het integreren van verlichting in een keerwand.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

FIGUURBESCHRIJVING Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een betonnen prefab-element volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Het betonnen prefab-element heeft een L-vormige doorsnede. Een eerste been is de voet (2). Een tweede been is het wandgedeelte (1). Het wandgedeelte (1) en de voet (2) staan substantieel loodrecht op elkaar. De voet (2) is in de lengterichting aan beide uiteinden minstens 1 cm korter dan het wandgedeelte (1). Het wandgedeelte (1) omvat in een tweede zijwand (12) een groef (4) in de hoogterichting. De groef (4) loopt over de volledige hoogte van het betonnen prefab-element. Het betonnen prefab-element omvat in een hoek, gevormd door de voet (2) en het wandgedeelte (1) een betonnen verstevigingsvolume (3), dat zich over de volledige lengte van de voet (2) uitstrekt. In het wandgedeelte (1) is een hijselement (5), geschikt als aangrijppunt voor het hijsen van het betonnen prefab-element. Figuur 2 toont een doorsnee aanzicht van een betonnen prefab-element volgens een — uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Het betonnen prefab-element is gelijkaardig aan de uitvoeringsvorm uit Figuurl. Het wandgedeelte (1) omvat een bewapeningsnet (6). Het bewapeningsnet (6) is dichter bij een zijwand van het wandgedeelte (1) aan de kant van de voet (2) dan aan een tegenoverliggende zijwand van het wandgedeelte (1) geplaatst. Het bewapeningsnet (6) omvat een omgeplooid gedeelte (7). Het omgeplooide gedeelte (7) is weg van de voet (2) omgeplooid. Het omgeplooide gedeelte (7) ligt in een uiterste hoek gevormd door de voet (2) en het wandgedeelte (1). De voet (2) omvat een bewapeningsnet (8). Het bewapeningsnet (8) is dichter bij een zijwand van de voet (2) aan de kant van het wandgedeelte (1) dan aan een tegenoverliggende zijwand van de voet (2) geplaatst.

Het bewapeningsnet (8) omvat een omgeplooid gedeelte (9). Het omgeplooide gedeelte (9) is weg van het wandgedeelte (1) omgeplooid.

Het omgeplooide gedeelte (9) ligt in een uiterste hoek gevormd door de voet (2) en het wandgedeelte (1). De omgeplooide gedeeltes (7) en (9) vormen in een uiterste hoek gevormd door de voet (2) en het wandgedeelte (1) een koker (10). Het betonnen verstevigingsvolume (3) omvat een bewapeningsnet (14). Het bewapeningsnet (14) is aan een uiteinde (15) in het wandgedeelte in de richting van een vrij uiteinde van het wandgedeelte geplooid.

Het bewapeningsnet (14) is aan een uiteinde (16) in de voet in de richting van een vrij uiteinde van de voet geplooid.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een betonnen prefab-element volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Het betonnen prefab-element is gelijkaardig aan de uitvoeringsvorm uit Figuur1 en Figuur 2. Aan een eerste zijde (11) van het wandgedeelte (1) is de afstand gezien in de lengterichting vanaf het wandgedeelte (1) tot aan de voet (2) minstens 10 cm meer dan de afstand vanaf het wandgedeelte (1) tot aan de voet (2) aan een tweede tegenoverliggende zijde (12) van het wandgedeelte (1). Het wandgedeelte (1) omvat in een eerste zijwand (11) een tand (13) in de hoogterichting.

De tand (13) loopt over de volledige hoogte van het betonnen prefab-element.

Het wandgedeelte (1) is bij de voet (2) breder dan aan een tegenoverliggend uiteinde (18). Het wandgedeelte (1) heeft vanaf het tegenoverliggende uiteinde (18) een deel (17) met een hoogte van minstens 15 cm, waarbij het wandgedeelte (1) een gelijke breedte heeft, waarna de breedte gradueel wijzigt naar de breedte bij de voet (2).

Claims

CONCLUSIES

1. Betonnen prefab-element voor construeren van een keerwand omvattende een wandgedeelte, een voet en een bewapeningsnet, waarbij het betonnen prefab-element een L-vormige doorsnede heeft, waarbij een eerste been de voet en een tweede been het wandgedeelte is, waarbij het eerste en het tweede been substantieel loodrecht op elkaar staan, en waarbij de breedte in de richting van het eerste been, de hoogte in de richting van het tweede been en de lengte loodrecht op de L-vormige doorsnede gedefinieerd is, met het kenmerk, dat de voet in de lengterichting aan beide uiteinden minstens 1 cm korter is dan het wandgedeelte.

2. Betonnen prefab-element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wandgedeelte in de hoogterichting in een eerste zijwand een groef en aan een in de lengterichting tegenoverliggende tweede zijwand een tand omvat, waarbij de groef en de tand complementair zijn.

3. Betonnen prefab-element volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat beide benen een eigen bewapeningsnet omvatten.

4. Betonnen prefab-element volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bewapeningsnetten in elk been in de hoek, gevormd door de voet en het wandgedeelte, over een afstand van minstens 10 cm in een U-vorm en weg van het andere been zijn omgeplooid, waarbij de omgeplooide gedeeltes van de bewapeningsnetten een koker vormen.

5. Betonnen prefab-element volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het betonnen prefab-element in een hoek, gevormd door de voet en het wandgedeelte, een betonnen verstevigingsvolume omvat, waarbij het betonnen verstevigingsvolume zich over de volledige lengte van de voet uitstrekt en door het wandgedeelte, de voet en een schuine wand begrensd is.

6. Betonnen prefab-element volgens conclusies 6, met het kenmerk, dat het betonnen verstevigingsvolume een bewapeningsnet omvat, waarbij het bewapeningsnet substantieel evenwijdig is met de schuine wand, waarbij het bewapeningsnet doorheen het bewapeningsnet in zowel de voet en het wandgedeelte steekt en waarbij het bewapeningsnet aan een uiteinde in het wandgedeelte in de richting van een vrij uiteinde van het wandgedeelte en aan een uiteinde in de voet in de richting van een vrij uiteinde van de voet geplooid is.

7. Betonnen prefab-element volgens één der voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het wandgedeelte bij de voet breder is dan aan een tegenoverliggend uiteinde.

8. Betonnen prefab-element volgens conclusies 7, met het kenmerk, dat het wandgedeelte vanaf het tegenoverliggende uiteinde over een afstand van minstens 30 cm een gelijke breedte heeft, waarna de breedte gradueel wijzigt naar de breedte bij de voet.

9, Betonnen prefab-element volgens één der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het wandgedeelte aan een uiteinde tegenover de voet afgerond is, waarbij de afronding een straal van minstens 5 mm heeft.

10. Betonnen prefab-element volgens één der voorgaande conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de voet aan een uiteinde tegenover het wandgedeelte smaller is dan aan het wandgedeelte.

11. Betonnen prefab-element volgens één der voorgaande conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het wandgedeelte aan een eerste zijde hoger is dan aan een tweede tegenoverliggende zijde.

12. Betonnen prefab-element volgens één der voorgaande conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de voet uitstekende betonwapening omvat.

13. Betonnen prefab-element volgens één der voorgaande conclusies 1-12, met het kenmerk, dat aan een eerste zijde van het wandgedeelte, de afstand gezien in de lengterichting vanaf het wandgedeelte tot aan de voet minstens 10 cm meer is dan de afstand vanaf het wandgedeelte tot aan de voet aan een tweede tegenoverliggende zijde van het wandgedeelte.

14. Betonnen prefab-element volgens één der voorgaande conclusies 1-13, met het kenmerk, dat het wandgedeelte openingen of uitsparingen omvat.