BE1028381B1 - Transportsysteem - Google Patents

Transportsysteem Download PDF

Info

Publication number
BE1028381B1
BE1028381B1 BE20205407A BE202005407A BE1028381B1 BE 1028381 B1 BE1028381 B1 BE 1028381B1 BE 20205407 A BE20205407 A BE 20205407A BE 202005407 A BE202005407 A BE 202005407A BE 1028381 B1 BE1028381 B1 BE 1028381B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
string
endless
vials
belt
endless belt
Prior art date
Application number
BE20205407A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028381A1 (nl
Inventor
Eddy Lemmens
Christian Peeters
Original Assignee
Ft Solutions
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ft Solutions filed Critical Ft Solutions
Priority to BE20205407A priority Critical patent/BE1028381B1/nl
Priority to EP21177696.8A priority patent/EP3922584A1/en
Publication of BE1028381A1 publication Critical patent/BE1028381A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028381B1 publication Critical patent/BE1028381B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G15/00Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration
    • B65G15/005Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration the surface being formed by one rope
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G15/00Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration
    • B65G15/22Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration comprising a series of co-operating units
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G15/00Conveyors having endless load-conveying surfaces, i.e. belts and like continuous members, to which tractive effort is transmitted by means other than endless driving elements of similar configuration
    • B65G15/60Arrangements for supporting or guiding belts, e.g. by fluid jets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G21/00Supporting or protective framework or housings for endless load-carriers or traction elements of belt or chain conveyors
    • B65G21/20Means incorporated in, or attached to, framework or housings for guiding load-carriers, traction elements or loads supported on moving surfaces
    • B65G21/2045Mechanical means for guiding or retaining the load on the load-carrying surface
    • B65G21/2063Mechanical means for guiding or retaining the load on the load-carrying surface comprising elements not movable in the direction of load-transport
    • B65G21/2072Laterial guidance means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2203/00Indexing code relating to control or detection of the articles or the load carriers during conveying
    • B65G2203/02Control or detection
    • B65G2203/0208Control or detection relating to the transported articles
    • B65G2203/0241Quantity of articles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)
  • Structure Of Belt Conveyors (AREA)

Abstract

Transportsysteem voor het transporteren van flacons langs een traject, omvattende een eindeloze snaar, ten minste twee riemschijven die zijn geconfigureerd om genoemde eindeloze snaar aan te grijpen, een aandrijfmechanisme dat is geconfigureerd om ten minste één van genoemde ten minste twee riemschijven aan te drijven zodat de eindeloze snaar rond de ten minste twee riemschijven roteert, en geleidende zijwanden die zijn geconfigureerd om de flacons langs het traject van het transportsysteem te geleiden.

Description

-1- TRANSPORTSYSTEEM BE2020/5407 Toepassingsgebied van de uitvinding
[01] De onderhavige uitvinding heeft algemeen betrekking op een transportsysteem voor flacons, bijvoorbeeld voor farmaceutische flacons, evenals op een overbrengingssysteem om flacons van een eerste ruimte naar een tweede ruimte te transporteren, een buffersysteem om flacons te bufferen in een transportsysteem voor flacons en een werkwijze voor het transporteren van flacons. Achtergrond van de uitvinding
[02] Transportsystemen zijn goed gekend en wijdverspreid en zijn verkrijgbaar in een grote verscheidenheid, afhankelijk van de goederen die moeten worden behandeld en/of getransporteerd. Het transportsysteem bevat doorgaans een bewegend drageroppervlak dat is geconfigureerd om de producten te dragen die moeten worden behandeld en/of getransporteerd door het transportsysteem. Het drageroppervlak kan bijvoorbeeld een vlakke band zijn of een veelheid aan aangrenzende rollen, of een kettingband of gelijk welk ander type draagband gekend in de huidige stand van de techniek. De band van het drageroppervlak kan bijvoorbeeld een eindeloze band zijn, waarbij de eindeloze band kan worden aangedreven op één of meerdere plaatsen langs de band. In het geval van een rollenband kunnen één of meerdere rollen individueel worden aangedreven.
[03] In sommige industrieën, bijvoorbeeld de farmaceutische industrie, worden transportsystemen mogelijk bediend in of lopen ze door cleanrooms waar strenge beperkingen gelden inzake luchtkwaliteit. In deze cleanrooms kan stof dat wordt geproduceerd door de werking van een transportsysteem een probleem vormen. Stof kan bijvoorbeeld worden geproduceerd door wrijving tussen een aandrijfsysteem van het drageroppervlak en het drageroppervlak zelf, of tussen verschillende elementen van de transportband, bijvoorbeeld in het geval van kettingbanden, of tussen het getransporteerde product op het drageroppervlak en het oppervlak zelf. Extra stof kan te wijten zijn aan wrijving tussen de producten die door het transportsysteem worden
-2- BE2020/5407 gedragen. In het geval van flacons, kleine flesjes, fiolen of andere soorten verpakkingen in glas of plastic die op het drageroppervlak worden gedragen, kunnen kleine scheurtjes in het glas of plastic ontstaan omdat de voorwerpen elkaar raken tijdens de behandeling op het drageroppervlak, bijvoorbeeld in een bufferzone van het transportsysteem. Deze microscheurtjes kunnen extra stof of onzuiverheden in de lucht veroorzaken en kunnen de veiligheid van de flacons zelf in gevaar brengen. Momenteel worden flacons in de farmaceutische industrie over het algemeen getransporteerd op transportsystemen met plastic kettingbanden, hetgeen resulteert in een relatief hoog stofgehalte in een cleanroom in de vorm van plastic- en glasdeeltjes die vrijkomen door wrijving tussen verschillende elementen van het transportsysteem. Het kan daardoor relatief moeilijk zijn om aan de steeds strengere eisen inzake luchtkwaliteit in cleanrooms te voldoen.
[04] Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding om ten minste één of meerdere van de hierboven vermelde problemen op te lossen of minstens te verlichten. De uitvinding is er in het bijzonder op gericht om een transportsysteem te verschaffen dat de stofproductie tijdens de werking aanzienlijk kan reduceren. Samenvatting van de uitvinding
[05] Om dit te verwezenlijken, wordt volgens een eerste aspect van de uitvinding een transportsysteem verschaft, gekenmerkt door de eigenschappen van conclusie 1. In het bijzonder omvat het transportsysteem een eindeloze snaar, minstens twee riemschijven die zijn geconfigureerd om genoemde eindeloze snaar aan te grijpen zodat de eindeloze snaar zich rond de twee riemschijven uitstrekt, een aandrijfmechanisme dat is geconfigureerd om ten minste één van genoemde ten minste twee riemschijven aan te drijven zodat de eindeloze snaar rond de ten minste twee riemschijven roteert, en geleidende zijwanden die zijn geconfigureerd om de flacons langs het traject van het transportsysteem te geleiden. Op inventieve wijze is de eindeloze snaar zo geconfigureerd dat de flacons langs ten minste een deel van het traject worden getransporteerd, met name langs de rechte lijn tussen twee riemschijven. Aangezien de flacons op een eindeloze snaar worden gedragen en niet op een kettingband, zoals het geval in de stand van de techniek, is er een aanzienlijke daling van de wrijving en dus van de stofproductie. Bovendien kan een snaar
-3- BE2020/5407 makkelijker worden gereinigd dan een transportbandsysteem, wat een belangrijk voordeel is voor een transportsysteem in een cleanroom. Daarbij is het vervangen van een snaar aanzienlijk goedkoper en kan het sneller worden uitgevoerd dan het vervangen van een kettingband.
[06] De eindeloze snaar kan worden voorzien in een in hoofdzaak horizontaal vlak. In de stand van de techniek wordt slechts de helft van de oppervlakte van een kettingband gebruikt om te transporteren en blijft de andere helft ongebruikt omdat die zich aan de onderkant bevindt, aangezien het rotatievlak van de riemschijven in hoofdzaak in het verticale vlak ligt. Wanneer de riemschijven zijn geconfigureerd om ineen in hoofdzaak horizontaal vlak te roteren, kan de eindeloze snaar ook in genoemd in hoofdzaak horizontaal vlak worden opgenomen. Op die manier kan in wezen de volledige eindeloze snaar worden gebruikt om flacons te dragen. Indien echter ruimte moet worden bespaard, kan de eindeloze snaar ook worden opgesteld in een in hoofdzaak verticaal vlak. Beide opstellingen kunnen ook worden gecombineerd tot een groter transportsysteem omvattende een veelheid aan eindeloze snaren.
[07] Een bovenste rand van de ten minste twee riemschijven omvat bij voorkeur een snaarontvangende uitsparing die is geconfigureerd om de eindeloze snaar zodanig te ontvangen dat de eindeloze snaar boven de riemschijf uitsteekt zodat de eindeloze snaar de flacons kan dragen. Een bovenste rand van de riemschijf kan worden gedefinieerd als een rand van de riemschijf aan de zijde waar de flacons kunnen worden gedragen. Op deze manier kan de snaar de flacons ook blijven dragen rond de riemschijven, hetgeen overdracht van de flacons van een eerste steun naar een tweede steun kan vermijden. Als alternatief kan een zijde van de ten minste twee riemschijven een snaarontvangende uitsparing bevatten, bijvoorbeeld in het geval van riemschijven die in een in hoofdzaak verticaal vlak roteren.
[08] Het transportsysteem kan bij voorkeur verder een kanaalbodem omvatten inclusief een spleet waarin de eindeloze snaar is geconfigureerd om te bewegen terwijl deze boven de kanaalbodem uitsteekt. De kanaalbodem kan, maar hoeft niet rechtstreeks met de geleidende zijwanden te zijn verbonden. Zelfs zonder aangrijpend contact tussen de kanaalbodem en de geleidende zijwanden, kan een dwarsdoorsnede van de geleidende zijwanden en de kanaalbodem in hoofdzaak U- vormig zijn, zij het met een spleet in de kanaalbodem. De flacons worden door de eindeloze snaar gedragen en geleid door de geleidende zijwanden, terwijl de kanaalbodem zich gewoon langs de snaar bevindt voor extra veiligheid van de
-4- BE2020/5407 eindeloze snaar en de flacons. Wanneer de eindeloze snaar roteert, komen de flacons bij voorkeur niet in contact met de kanaalbodem en kunnen ze net boven de kanaalbodem blijven. Tegelijkertijd heeft de spleet in de kanaalbodem een zodanige breedte dat de eindeloze snaar vrij kan roteren in de spleet zonder contact te maken met de kanaalbodem om extra wrijving te voorkomen. De spleet is echter bij voorkeur slechts marginaal groter dan een diameter van de snaar om de zijdelingse bewegingsvrijneid van de snaar de beperken.
[09] De eindeloze snaar kan bijvoorbeeld een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede hebben die een goede grip op de riemschijven mogelijk maakt en tegelijkertijd in staat stelt om de flacons te dragen. Een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede kan het voordeel hebben dat in geval van contact tussen de eindeloze snaar en bijvoorbeeld de kanaalbodem, dit contact kan worden beperkt tot een lineair contact.
[10] De geleidende zijwanden kunnen bij voorkeur vervangbaar en/of verstelbaar zijn afhankelijk van de maximale externe diameter van de te transporteren flacons. De geleidende zijwanden kunnen zodanig worden geplaats dat een afstand tussen tegenoverstaande zijden ietwat groter is dan een maximale externe diameter van de te transporteren flacons. Op deze manier kan wrijvingscontact tussen de flacons en de geleidende zijwanden tot een minimum worden beperkt terwijl de stabiliteit van de flacons tijdens het transport wordt gegarandeerd.
[11] Het transportsysteem kan bij voorkeur verder ten minste één snaarsteunblok omvatten dat is geconfigureerd om de snaar tussen twee riemschijven te steunen. Het ten minste één snaarsteunblok kan extra steun verschaffen aan de eindeloze snaar die de flacons draagt, in het bijzonder op een afstand tussen de riemschijven om zo doorhangen van de eindeloze snaar te vermijden. Het ten minste één snaarsteunblok kan aangrijpend contact maken met de snaar om de snaar te steunen. Een bovenzijde van het snaarsteunblok kan bij voorkeur zo gevormd zijn om overeen te komen met een buitenvorm van de eindeloze snaar, bijvoorbeeld een convexe, in hoofdzaak halfcirkelvormige goot voor een eindeloze snaar met een in hoofzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede. Het draagt echter de voorkeur weg dat het ten minste één snaarsteunblok, in het bijzonder een bovenste uiteinde van het snaarsteunblok, een breedte heeft die smaller is dan een breedte van de spleet in de kanaalbodem, zodat er geen contact is tussen het snaarsteunblok, in het bijzonder het bovenste uiteinde van het snaarsteunblok, en de kanaalbodem.
-5- BE2020/5407
[12] Het ten minste één snaarsteunblok kan voordeligerwijze beweegbaar zijn tussen een eerste positie, waarin het snaarsteunblok de snaar steunt, en een tweede positie, waarin het snaarsteunblok is teruggetrokken. In de teruggetrokken positie van het snaarsteunblok, kan het snaarsteunblok nog steeds in contact zijn met de snaar of losjes in contact zijn met de snaar. In combinatie met de aanwezigheid van de kanaalbodem, kan het beweegbare snaarsteunblok een remsysteem verschaffen voor de flacons die op de snaar worden getransporteerd. Wanneer het snaarsteunblok zich in de eerste positie bevindt, worden de flacons gedragen door de snaar die op de remschijven roteert. Wanneer het snaarsteunblok naar de teruggetrokken positie beweegt, bijvoorbeeld naar een positie waarbij de eindeloze snaar zich onder een niveau van de kanaalbodem bevindt, zullen de flacons op de kanaalbodem komen te rusten in plaats van door de snaar te worden gedragen. Op deze manier kunnen de flacons tot stilstand komen zonder de riemschijven te stoppen. Dit kan voor een relatief zachte stop van de flacons zorgen, gewoon door een terugtrekkende beweging van het ten minste één snaarsteunblok. Het bewegen van het ten minste één snaarsteunblok kan worden uitgevoerd door een aandrijfeenheid. Dit kan bijvoorbeeld een pneumatische aandrijving zijn, of een elektrische aandrijving, of gelijk welk ander geschikte type aandrijving.
[13] Het transportsysteem kan voorts een sensor omvatten die is geconfigureerd om een hoeveelheid flacons te detecteren die op een bepaald punt van het traject voorbijkomt. De sensor kan bijvoorbeeld een optische sensor zijn of gelijk welk ander type van geschikte sensor. Op deze manier kan het transport van de flacons worden gemonitord om opstoppingen van flacons te vermijden, hetgeen schade aan de flacons en ongewenste stofdeeltjes kan veroorzaken.
[4] Hettransportsysteem kan bij voorkeur verder een aansturingseenheid omvatten die is geconfigureerd om de beweging van het ten minste één snaarsteunblok aan te sturen op basis van de hoeveelheid flacons die voorbijkomt zoals gedetecteerd door de sensor. De aansturingseenheid kan geconfigureerd zijn om gegevens te ontvangen van de sensor die een hoeveelheid flacons detecteert die op een bepaald punt voorbijkomt. Op basis van deze gegevens kan de aansturingseenheid vervolgens het ten minste één snaarsteunblok aansturen en aandrijven. Als er bijvoorbeeld te veel flacons voorbij een bepaald punt komen, kan de aansturingseenheid een aandrijfeenheid van het ten minste één snaarsteunblok aansturen om van de eerste positie naar de tweede positie te bewegen, m.a.w. om het snaarsteunblok zodanig te
-6- BE2020/5407 laten dalen dat de snaar die de flacons draagt tot onder het niveau van de kanaalbodem wordt neergelaten en de flacons tot stilstand komen op de kanaalbodem.
[15] Het transportsysteem kan bijvoorbeeld verder een transferwiel omvatten dat is geconfigureerd om in aangrijpend contact te zijn met een eerste eindeloze snaar en om zich op een afstand te bevinden tot een tweede eindeloze snaar, waarbij de geleidende zijwanden zijn geconfigureerd om flacons van de eerste eindeloze snaar via het transferwiel naar de tweede eindeloze snaar over te dragen. De afstand tussen het transferwiel en de tweede eindeloze snaar kan zodanig worden gekozen dat er geen aangrijpend contact is tussen de snaar en het transferwiel, maar dicht genoeg om overdracht van de flacon mogelijk te maken, dus bij voorkeur kleiner dan een straal van de flacons die moeten worden getransporteerd en overgebracht. De afstand tussen het transferwiel en de tweede eindeloze snaar kan bijvoorbeeld in een bereik van ongeveer 0,05 mm tot ongeveer 10 mm liggen, met meer voorkeur in een bereik van ongeveer 0,1mm tot ongeveer 5mm. Het transferwiel kan een zijdelingse uitsparing omvatten die is geconfigureerd om de eerste eindeloze snaar te ontvangen zodat een beweging van de eerste eindeloze snaar wordt overgedragen naar het transferwiel om het transferwiel aan te drijven. De zijdelingse uitsparing is bij voorkeur zodanig geconfigureerd dat de eerste eindeloze snaar niet boven een bovenste oppervlak van het transferwiel uitsteekt. Een bovenste oppervlak van het transferwiel is bij voorkeur geconfigureerd om de flacons van de eerste eindeloze snaar te ontvangen en de flacons over te dragen naar de tweede eindeloze snaar. Bovendien kan het transferwiel een overdracht van flacons tussen een reeks eindeloze snaren mogelijk maken die naast elkaar zijn geplaatst zodat het traject een zigzaggend traject wordt, hetgeen een compacte manier is om een relatief groot aantal flacons te transporteren.
[16] Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een overbrengingssysteem verschaft voor het transporteren van flacons van een eerste ruimte naar een tweede ruimte, zoals geclaimd in conclusie 12. Een dergelijk overbrengingssysteem kan een compacte manier verschaffen om flacons bijvoorbeeld naar of uit een cleanroom te transporteren. Gezien de strenge eisen voor cleanrooms, waarin er vaak overdruk heerst, komen de transportsystemen binnen en buiten de cleanrooms bij voorkeur niet in aangrijpend contact met elkaar. De afstand tussen het transferwiel en de tweede eindeloze snaar kan bijvoorbeeld in een bereik van ongeveer 0,05 mm tot ongeveer 10 mm liggen, met meer voorkeur in een bereik van ongeveer 0,1 mm tot ongeveer
-7- BE2020/5407 mm. Hoe kleiner het overbrengingssysteem, hoe meer energie kan worden bespaard en hoe goedkoper het gebruik van de cleanroom is. Het overbrengingssysteem volgens de onderhavige uitvinding kan ook één of meerdere van de hierboven vermelde voordelen verschaffen.
5 [17] Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een buffersysteem verschaft voor het bufferen van flacons in een transportsysteem voor flacons zoals geclaimd in conclusies 13-17. Een dergelijk buffersysteem kan één of meerdere van de hierboven vermelde voordelen verschaffen.
[18] Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het transporteren van flacons langs een traject zoals geclaimd in conclusies 18-21. Deze werkwijze kan één of meerdere van de hierboven vermelde voordelen verschaffen.
[19] De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht met verwijzing naar figuren van uitvoeringsvoorbeelden. Overeenkomstige elementen worden aangeduid met overeenkomstige referentietekens. Korte beschrijving van de tekeningen
[20] Fig. 1 is een schematisch bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een transportsysteem volgens een eerste aspect van de uitvinding;
[21] Fig. 2 is een schematische dwarsdoorsnede volgens doorsnede A-A van de voorkeursuitvoeringsvorm van het transportsysteem afgebeeld in Figuur 1;
[22] Fig. 3a en 3b zijn schematische dwarsdoorsneden volgens doorsnede B-B van de voorkeursuitvoeringsvorm van het transportsysteem afgebeeld in Figuur 1;
[23] Fig. 4 is een schematische dwarsdoorsnede volgens doorsnede D-D van de voorkeursuitvoeringsvorm van het transportsysteem afgebeeld in Figuur 1;
[24] Fig. 5 is een dwarsdoorsnede volgens de doorsnede C-C van de riemschijf van de voorkeursuitvoeringsvorm van het transportsysteem afgebeeld in Figuur 1;
[25] Fig. 6 is een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een transportsysteem volgens de uitvinding;
[26] Fig. 7 is een zijaanzicht van een transferwiel van de tweede uitvoeringsvorm van het transportsysteem afgebeeld in Figuur 6;
-8- BE2020/5407
[27] Fig. 8 is een bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van het overbrengingssysteem volgens een tweede aspect van de uitvinding;
[28] Fig. 9 is een perspectiefaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een buffersysteem volgens een derde aspect van de uitvinding.
Gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvorm(en)
[29] Figuur 1 is een schematisch bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een transportsysteem volgens een eerste aspect van de uitvinding. Het transportsysteem 1 omvat een eindeloze snaar 2 en twee riemschijven 3 die aangrijpend contact maken met de eindeloze snaar 2. Een aandrijfmechanisme (niet afgebeeld) is geconfigureerd om ten minste één van de twee riemschijven 3 aan te drijven zodat de eindeloze snaar 2 rond de twee riemschijven roteert. In de onderhavige uitvoeringsvorm bevinden de eindeloze snaar 2, en bijgevolg ook de remschijven 3, zich in een in hoofdzaak horizontaal vlak. Een afstand tussen genoemde twee riemschijven 3 kan bijvoorbeeld in een bereik van ongeveer 0,5 m tot ongeveer 5m liggen, bij voorkeur in een bereik van 2,5 m tot ongeveer 4m. Een diameter van de riemschijf 3 kan bijvoorbeeld in het bereik van 5 cm tot ongeveer 30 cm liggen, bij voorkeur rond 10 cm. Het transportsysteem 1 bevat ook geleidende zijwanden 4 die zijn geconfigureerd om de flacons 5 langs het traject van het transportsysteem 1 te geleiden. De geleidende zijwanden 4 kunnen aan tegenovergestelde zijden langs de eindeloze snaar 2 zijn geplaatst. Deze geleidende zijwanden 4 kunnen in combinatie met de eindeloze snaar 2 een traject van het transportsysteem 1 definiëren.
[30] Figuur 2 is een dwarsdoorsnede volgens doorsnede A-A van de voorkeursuitvoeringsvorm van het transportsysteem afgebeeld in Figuur 1. Het onderhavige transportsysteem is geconfigureerd om flacons 5 te transporteren langs een traject, in het bijzonder farmaceutische flacons 5 die vaak vervaardigd zijn uit glas of gelijk welke harde plastic. Dergelijke farmaceutische flacons 5 kunnen relatief klein zijn, bijvoorbeeld geconfigureerd om een hoeveelheid te bevatten in een bereik van ongeveer 1 ml — 50 ml, bij voorkeur in een bereik van in hoofdzaak 5 ml — 30 ml. In tegenstelling tot de stand van de techniek, is er geen apart draagoppervlak of aparte draagriem waarop de te transporteren flacons worden geplaatst. De eindeloze snaar
-9- BE2020/5407 2 is geconfigureerd om de flacons 5 in plaats daarvan te dragen. De flacons worden dus direct op de eindeloze snaar 2 geplaatst. De eindeloze snaar 2 kan een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede hebben zoals afgebeeld. Een afstand D tussen de geleidende zijwanden 4 aan tegenovergestelde zijden langs de eindeloze snaar 2 kan worden gekozen afhankelijk van een maximale externe diameter van de flacon 5. De externe diameter van de flacon 5 kan variëren in een bereik van bijvoorbeeld ongeveer mm —65 mm, met meer voorkeur rond 16 tot ongeveer 36 mm, maar kan ook groter of kleiner zijn. Het draagt de voorkeur weg dat genoemde afstand D groter is dan de maximale externe diameter van de flacon 5, zodat wrijving tussen de flacon 5 en de 10 geleidende zijwanden 4 tijdens het transport kan worden geminimaliseerd of zelfs vermeden. Tegelijkertijd is genoemde afstand D bij voorkeur slechts marginaal groter dan de maximale externe diameter van de flacon 5 om stabiliteit van de flacons 5 tijdens het transport te garanderen. Genoemde afstand D kan bijvoorbeeld ongeveer 1 mm tot 3 mm zijn, bijvoorbeeld in hoofdzaak 2 mm, groter dan de maximale externe diameter van de flacon 5, of meer of minder. De geleidende zijwanden 4 zijn bij voorkeur vervangbaar en/of verstelbaar afhankelijk van de maximale externe diameter van de te transporteren flacons 5. De geleidende zijwanden 4 kunnen bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit een soort plastic, bijvoorbeeld polyoxymethyleen, bekend als POM, of acetaal, of bijvoorbeeld een polyethyleen met hoge dichtheid zoals HDPE 1000, maar kunnen ook vervaardigd zijn uit gelijk welk ander geschikt materiaal. De geleidende zijwanden 4 kunnen zich langs een hoogte van de flacon 5 uitstrekken, maar kunnen ook hoger of lager zijn.
[31] Figuren 3a en 3B zijn schematische dwarsdoorsneden volgens doorsnede B-B van de voorkeursuitvoeringsvorm van het transportsysteem 1 volgens de uitvinding. Het transportsysteem 1 kan bovendien een kanaalbodem 6 omvatten, omvattende een spleet 7 waarin de eindeloze snaar 2 is geconfigureerd om te bewegen terwijl deze boven de kanaalbodem 6 uitsteekt, zoals afgebeeld in Figuur 3a. Tijdens het transport van de flacon 5, wordt de flacon 5 alleen gedragen door de eindeloze snaar 2 en komt de flacon 5 bij voorkeur niet in contact met de kanaalbodem 6 om wrijving tussen de kanaalbodem 6 en de flacon 5 tijdens het transport te vermijden. De kanaalbodem 6 kan contact maken met de geleidende zijwanden 4, bijvoorbeeld om stabiliteit te verschaffen aan de geleidende zijwanden 4, maar kan zich ook op een afstand van genoemde geleidende zijwanden 4 bevinden. De kanaalbodem 6 kan zich uitstrekken langs in hoofdzaak het volledige traject van de flacons 5 of kan beperkt zijn tot
-10- BE2020/5407 bepaalde delen van het traject. De geleidende zijwanden 4 en de kanaalbodem 6 kunnen in hoofdzaak een omgekeerde U-vorm hebben. De spleet 7 in de kanaalbodem 6 kan bij voorkeur een breedte hebben die slechts marginaal groter is dan de diameter van de eindeloze snaar 2 die in de spleet 7 beweegt. Als een diameter van de eindeloze snaar 2 ongeveer 3 mm is, dan kan een breedte van de spleet bijvoorbeeld ongeveer 3,1 mm bedragen. Een dergelijke smalle breedte van de spleet 7 ten opzichte van een diameter van de eindeloze snaar kan de stabiliteit verbeteren van de eindeloze snaar 2 die in de spleet 7 beweegt. Het transportsysteem 1 kan verder ten minste één snaarsteunblok 8 omvatten dat is geconfigureerd om de snaar 2 tussen twee riemschijven 3 te steunen. Het snaarsteunblok 8, bij voorkeur een bovenste deel 8a van het snaarsteunblok 8, kan een snaarsteunkanaal 9 omvatten dat bij voorkeur een vorm in de dwarsdoorsnede heeft die overeenkomt met de vorm van de dwarsdoorsnede van de eindeloze snaar 2. De bijpassende vorm van het snaarsteunkanaal 8 kan de stabiliteit van de eindeloze snaar 2 verbeteren. Het bovenste deel 8a van het snaarsteunblok 8 raakt bij voorkeur de kanaalbodem 6 niet aan. De spleet 7 in de kanaalbodem 6 is bij voorkeur breder waar zich een snaarsteunblok 8 bevindt. Voordeligerwijze is het ten minste één snaarsteunblok 8 beweegbaar tussen een eerste positie, waarin het snaarsteunblok 8 de snaar 2 steunt zoals afgebeeld in Figuur 3A, en een tweede positie, waarin het snaarsteunblok 8 is teruggetrokken, zoals afgebeeld in Figuur 3B. In de teruggetrokken positie van het snaarsteunblok 8, kan de snaar 2 al dan niet op het snaarsteunblok 8 rusten, in het bijzonder op het snaarsteunkanaal 9. In de teruggetrokken positie van het snaarsteunblok 8, steekt de eindeloze snaar 2 mogelijk niet meer boven de kanaalbodem 6 uit, zodat een flacon 5 niet meer op de snaar 2 kan rusten, maar in plaats daarvan kan rusten op de kanaalbodem 6. Op deze manier kunnen de flacons 5 tot stilstand komen zonder de rotatie van de snaar 2 te moeten stoppen.
[32] Figuur 4 is een zijaanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm van het transportsysteem 1 afgebeeld in Figuur 1. Afhankelijk van een lengte van de eindeloze snaar en/of van een afstand tussen de twee riemschijven 3, omvat het transportsysteem 1 mogelijk één of meerdere snaarsteunblokken 8 die bijvoorbeeld in hoofdzaak halfweg tussen twee riemschijven 3 zijn geplaatst die zich op een afstand van bijvoorbeeld 3m tot 35m of meer of minder van elkaar bevinden. Meer snaarsteunblokken 8 kunnen de stabiliteit van de roterende eindeloze snaar 2 verhogen, maar tegelijkertijd kunnen meer snaarsteunblokken 8 de stofproductie
-11- BE2020/5407 tijdens de werking van het transportsysteem verhogen aangezien er meer direct contact en dus wrijving is tussen de eindeloze snaar 2 en het snaarsteunblok 8. Het snaarsteunblok 8 kan de eindeloze snaar 2 steunen over een lengte van bijvoorbeeld 55 mm tot ongeveer 65 mm.
[33] Figuur. 5 is een dwarsdoorsnede volgens de doorsnede C-C van de riemschijf 3 van de uitvoeringsvorm van het transportsysteem afgebeeld in Figuur 1. De riemschijf 3 kan een aandrijfas 10 bevatten die is geconfigureerd om een aandrijfkracht over te brengen van een aandrijfmechanisme (niet afgebeeld) op de riemschijf 3 om de riemschijf te laten roteren. De riemschijf omvat een bovenste oppervlak 11. Een bovenste rand van de riemschijf 3 en in het bijzonder van het bovenste oppervlak 11, kan een snaarontvangende uitsparing 12 omvatten die is geconfigureerd om de eindeloze snaar 2 te ontvangen zodat de eindeloze snaar 2 uitsteekt boven de riemschijf 3, met name boven het bovenste oppervlak 11, zodat de eindeloze snaar 2 de flacons 5 kan dragen. De snaarontvangende uitsparing 12 kan zo zijn gevormd dat een risico dat de snaar 2 over of van de riemschijf 3 schuift, wordt geminimaliseerd, terwijl terzelfdertijd de snaar in een positie wordt gehouden zodat de snaar 2 boven een bovenste oppervlak 11 van de riemschijf 3 uitsteekt. De riemschrijf 3 is daarom zodanig geconfigureerd dat de eindeloze snaar 2 de flacon 5 kan blijven dragen, zelfs op plaatsen waar de eindeloze snaar 2 aangrijpend contact maakt met de riemschijf 3.
[34] Figuur 6 is een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een transportsysteem volgens een eerste aspect van de uitvinding. Het transportsysteem 1’ omvat een veelheid aan eindeloze snaren 2, bijvoorbeeld twee eindeloze snaren, en een overeenkomstige veelheid aan riemschijven 3 zodat elke eindeloze snaar rond een paar riemschijven 3 kan roteren. De eindeloze snaren 2 kunnen naast elkaar worden gepositioneerd zodat de riemschijven 3 in hoofdzaak op een rij dwars op de richting van de eindeloze snaren 2 zijn geplaatst. Het systeem kan verder ten minste één transferwiel 13 omvatten dat is geconfigureerd om aangrijpend contact te maken met een eerste eindeloze snaar 2a en om zich op een afstand te bevinden tot een tweede eindeloze snaar 2b. De geleidende zijwanden zijn geconfigureerd om flacons 5 over te brengen van de eerste eindeloze snaar 2a via het transferwiel 13 naar de tweede eindeloze snaar 2b. Wanneer de riemschijven 3a van de eerste snaar 2a die aangrijpend contact maakt bijvoorbeeld naar links worden aangedreven, zal het aangrijpend contact tussen de eerste eindeloze snaar 2a en het transferwiel 13 ervoor zorgen dat het transferwiel 13 naar rechts beweegt. De geleidende zijwanden 4
-12- BE2020/5407 kunnen vervolgens de flacons 5 dusdanig geleiden dat de flacons 5 worden overgedragen van de eerste eindeloze snaar 24 naar het transferwiel 13 waarop de flacons een halve rotatie naar rechts meebewegen alvorens te worden overgedragen door de geleidende zijwanden 4 naar de eindeloze snaar 2b die naar links kan roteren.
Dit geheel kan zo vaak worden herhaald als nodig. Bijgevolg kan een erg compact transportsysteem worden verkregen, waarin de flacons een zigzaggend traject volgen terwijl ze worden gedragen op een eindeloze snaar, behalve tijdens de korte overdracht naar een volgende eindeloze snaar via het transferwiel. Alle riemschijven 3 kunnen in dezelfde richting draaien, terwijl alle transferwielen 13 die tussen de riemschijven zijn geplaatst aan één zijde van het transportsysteem 1’ in de tegengestelde richting kunnen draaien.
[35] Figuur. 7 is een zijaanzicht van een transferwiel van de tweede uitvoeringsvorm van het transportsysteem afgebeeld in Figuur 6. Een bovenzijde 14 van het transferwiel 13 heeft bij voorkeur een plat en/of glad oppervlak dat is geconfigureerd om flacons 5 te dragen. Een laterale zijde 15 van het transferwiel kan een uitsparing 16 omvatten die is geconfigureerd om aangrijpend contact te maken met een aangrenzende eindeloze snaar 2. In tegenstelling tot een riemschijf 3 van het transportsysteem, bevindt de uitsparing 16 in het transferwiel 13 zich niet aan een bovenste rand, maar feitelijk in de laterale zijkant van het transferwiel 13 om te voorkomen dat de eindeloze snaar 2 boven een bovenzijde 14 van het transferwiel 13 uitsteekt. Dit zorgt ervoor dat de flacons van de eindeloze snaar 2a op een relatief vlotte manier kunnen worden overgedragen naar het transferwiel 13.
[36] Figuur 8 is een bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van het overbrengingssysteem 17 volgens een tweede aspect van de uitvinding. Een overbrengingssysteem is geconfigureerd om flacons te transporteren van een eerste ruimte naar een tweede ruimte, en in het bijzonder naar en uit een cleanroom. Voor cleanrooms van klasse C of ISO 7 geldt bijvoorbeeld een maximum van 352.000 deeltjes van 0,5 um per m3. Gezien de strenge vereisten inzake stofdeeltjes in de lucht van een cleanroom, raken de systemen binnen en buiten een cleanroom elkaar bij voorkeur niet aan, hetgeen relatief moeilijk te verwezenlijken is voor een transportsysteem wanneer producten naar of uit een cleanroom moeten worden getransporteerd. De onderhavige uitvoeringsvorm van een overbrengingssysteem kan de eis voor scheiding van transportsystemen vervullen en tegelijkertijd de continuïteit van het transporttraject garanderen. Het overbrengingssysteem 17 omvat een eerste
-13- BE2020/5407 transportsysteem 17a dat zich in de eerste ruimte bevindt en een tweede transportsysteem 17b dat zich in de tweede ruimte bevindt. Beide transportsystemen 17a en 17b bevatten ten minste alle kenmerken van het transportsysteem 1 afgebeeld in Figuur 1, m.a.w. twee riemschijven 3 waartussen een eindeloze snaar 2 wordt geroteerd door een aandrijfmechanisme en geleidende zijwanden 4 om de flacons langs een gedefinieerd traject te geleiden. In de onderhavige uitvoeringsvorm zijn de geleidende zijwanden 4 geconfigureerd om de flacons langs slechts de helft van de eindeloze snaar 2 te geleiden van de ene riemschijf tot de andere, maar niet terug. Het overbrengingssysteem omvat verder een transferwiel 13 dat is geconfigureerd om aangrijpend contact te maken met de eerste eindeloze snaar 2a van het eerste transportsysteem 17a en om zich op een afstand te bevinden van de tweede eindeloze snaar 2b en het tweede transportsysteem 17b. In plaats van naast elkaar te zijn geplaatst, zijn de twee eindeloze snaren 2a en 2b in hoofdzaak in elkaars verlangde geplaatst en is het transferwiel 13 tussen de riemschijven van het eerste en tweede transportsysteem 17a, 17b geplaatst. Het overbrengingssysteem omvat verder overbrengingszijwanden 18 die zijn geconfigureerd om flacons over te brengen van de eerste eindeloze snaar 2a via het transferwiel 13 naar de tweede eindeloze snaar 2b. Analoog met het transportsysteem afgebeeld in Figuur 6, worden de flacons eerst gedragen door de eerste eindeloze snaar 2a van het eerste transportsysteem 17a en dan overgedragen naar een oppervlak van het transferwiel 13 voordat ze opnieuw worden overgedragen naar de eindeloze snaar 2b van het tweede transportsysteem 17b. Een afstand D tussen het eerste transportsysteem 17a en het tweede transportsysteem 17b kan liggen in een bereik van ongeveer 1 mm tot ongeveer 4 mm, hetgeen voldoende kan zijn voor cleanroomvereisten.
[37] Figuur 9 is een perspectiefaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een buffersysteem 19 volgens een derde aspect van de uitvinding. Het buffersysteem 19 kan een toevoertransportband 20 omvatten, omvattende een transportsysteem met ten minste de kenmerken beschreven in Figuur 1. In de toevoertransportband zijn de geleidende zijwanden 4 zodanig geplaatst dat slechts één richting van de eindeloze snaar kan worden gebruikt, terwijl de andere richting bedekt is. Het buffersysteem 19 kan ook een uitvoertransportband 21 omvatten, die soortgelijk is aan de toevoertransportband 20 met geleidende zijwanden die zodanig zijn geplaatst dat slechts één richting van de eindeloze snaar kan worden gebruikt. Het belangrijkste is dat het buffersysteem een veelheid aan transportsystemen 22a-22e omvat, in de
„14 - BE2020/5407 onderhavige uitvoeringsvorm vijf, die allemaal naast elkaar zijn geplaatst, zoals eerder beschreven in bijvoorbeeld Figuur 1. Het buffersysteem 19 omvat verder een veelheid aan transferwielen 13 die elk zijn geconfigureerd om aangrijpend contact te maken met een eerste eindeloze snaar en om zich op een afstand te bevinden tot een aangrenzende eindeloze snaar, zoals reeds getoond en uitgelegd voor Figuur 6. In de onderhavige uitvoeringsvorm omvat het buffersysteem 19 vijf transferwielen. Het buffersysteem 19 omvat verder overbrengingszijwanden 23 waarbij de overbrengingszijwanden zijn geconfigureerd om flacons over te brengen van een eerste eindeloze snaar via het transferwiel 13 naar een aangrenzende eindeloze snaar. De geleidende zijwanden 4 kunnen samen met de overbrengingszijwanden 23 een zigzaggend traject verschaffen voor de flacons. Het is relatief eenvoudig om een dergelijk compact buffersysteem 19 te installeren, waarbij een veelheid aan sensoren 24 is geconfigureerd om een hoeveelheid flacons te detecteren die op een bepaald punt van het traject voorbijkomt. Deze sensoren 24 kunnen bijvoorbeeld optische sensoren zijn die boven elke transportrichting van de veelheid aan eindeloze snaren hangen. Het buffersysteem 19 kan verder een regeleenheid (niet afgebeeld) omvatten die is geconfigureerd om de beweging van de flacons te regelen: wanneer er te veel flacons zijn, kan de regeleenheid het transport van de flacons stoppen. Dit kan bijvoorbeeld door een rotatie van de riemschijven en de eindeloze snaar te stoppen. Op meer voordelige wijze kunnen de transportsystemen 22a-22e elk ten minste één snaarsteunblok omvatten zoals afgebeeld in Figuren 3A, 3B en 4 en zoals hierin beschreven, waarvan een beweging individueel kan worden geregeld door de regeleenheid van het buffersysteem op basis van de hoeveelheid flacons die voorbijkomt zoals gedetecteerd door de sensoren 24. Op deze manier kunnen de flacons op zachte wijze tot stilstand komen zonder dat de rotatie van de riemschijven en de eindeloze snaren moet worden gestopt.
[38] Hoewel de onderhavige uitvinding werd geïllustreerd aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de details van de voorgaande illustratieve uitvoeringsvormen, en dat de onderhavige uitvinding kan worden uitgevoerd met verschillende wijzigingen en aanpassingen zonder daarbij het toepassingsgebied van de uitvinding te verlaten. De onderhavige uitvoeringsvormen moeten daarom op alle vlakken worden beschouwd als illustratief en niet restrictief, waarbij het toepassingsgebied van de uitvinding wordt
-15-
BE2020/5407 beschreven door de bijgevoegde conclusies en niet door de voorgaande beschrijving, en alle wijzigingen die binnen de betekenis en de reikwijdte van de conclusies vallen, zijn hier derhalve mee opgenomen.
Er wordt met andere woorden van uitgegaan dat alle wijzigingen, variaties of equivalenten zijn opgenomen die binnen het toepassingsgebied van de onderliggende basisprincipes vallen en waarvan de essentiële attributen worden geclaimd in deze octrooiaanvraag.
Bovendien zal de lezer van deze octrooiaanvraag begrijpen dat de woorden "omvattende" of "omvatten" andere elementen of stappen niet uitsluiten, dat het woord "een" geen meervoud uitsluit, en dat een enkelvoudig element, zoals een computersysteem, een processor of een andere geïntegreerde eenheid de functies van verschillende hulpmiddelen kunnen vervullen die in de conclusies worden vermeld.
Eventuele verwijzingen in de conclusies mogen niet worden opgevat als een beperking van de conclusies in kwestie.
De termen "eerste", "tweede", "derde", "a", "b", "c” en dergelijke, wanneer gebruikt in de beschrijving of in de conclusies, worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen of stappen en beschrijven niet noodzakelijk een opeenvolgende of chronologische volgorde.
Op dezelfde manier worden de termen "bovenkant", "onderkant", "over", "onder" en dergelijke gebruikt ten behoeve van de beschrijving en verwijzen ze niet noodzakelijk naar relatieve posities.
Het moet worden begrepen dat die termen onderling verwisselbaar zijn onder de juiste omstandigheden en dat uitvoeringsvormen van de uitvinding in staat zijn om te functioneren volgens de onderhavige uitvinding in andere volgordes of oriëntaties dan die beschreven of geïllustreerd in het bovenstaande.

Claims (21)

- 16 - CONCLUSIES BE2020/5407
1. Transportsysteem voor het transporteren van flacons langs een traject, omvattende - een eindeloze snaar; - ten minste twee riemschijven die zijn geconfigureerd om genoemde eindeloze snaar aan te grijpen; - een aandrijfmechanisme dat is geconfigureerd om ten minste één van genoemde ten minste twee riemschijven aan te drijven zodat de eindeloze snaar rond de ten minste twee riemschijven roteert; - geleidende zijwanden die zijn geconfigureerd om de flacons langs het traject van het transportsysteem te geleiden; waarbij de eindeloze snaar is geconfigureerd om de flacons langs ten minste een deel van het traject te dragen.
2. Transportsysteem volgens conclusie 1, waarbij de eindeloze snaar zich in een in hoofdzaak horizontaal vlak bevindt.
3. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een bovenste rand van de ten minste twee riemschijven een snaarontvangende uitsparing omvat die is geconfigureerd om de eindeloze snaar te ontvangen zodat de eindeloze snaar boven de riemschijf uitsteekt opdat de eindeloze snaar de flacons kan dragen.
4. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een kanaalbodem inclusief een spleet waarin de eindeloze snaar is geconfigureerd om te bewegen terwijl deze boven de kanaalbodem uitsteekt.
5. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eindeloze snaar een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede heeft.
-17- BE2020/5407
6. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de geleidende zijwanden vervangbaar en/of verstelbaar zijn afhankelijk van een maximale externe diameter van de te transporteren flacons.
7. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste één snaarsteunblok dat is geconfigureerd om de snaar tussen twee riemschijven te steunen.
8. Transportsysteem volgens conclusie 7, waarbij het ten minste één snaarsteunblok beweegbaar is tussen een eerste positie, waarin het snaarsteunblok de snaar steunt, en een tweede positie, waarin het snaarsteunblok is teruggetrokken.
9. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een sensor die is geconfigureerd om een hoeveelheid flacons te detecteren die op een bepaald punt van het traject voorbijkomt.
10. Transportsysteem volgens conclusies 8 en 9, verder omvattende een aansturingseenheid die is geconfigureerd om de beweging van het ten minste één snaarsteunblok aan te sturen op basis van de hoeveelheid flacons die voorbijkomt zoals gedetecteerd door de sensor.
11.Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een transferwiel dat is geconfigureerd om in aangrijpend contact te zijn met een eerste eindeloze snaar en om zich op een afstand te bevinden tot een tweede eindeloze snaar, waarbij de geleidende zijwanden zijn geconfigureerd om flacons van de eerste eindeloze snaar via het transferwiel naar de tweede eindeloze snaar over te dragen.
12. Overbrengingssysteem voor het transporteren van flacons van een eerste ruimte naar een tweede ruimte, het systeem omvattende - een eerste transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, dat zich in de eerste ruimte bevindt;
-18- BE2020/5407 - een tweede transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, dat zich in de tweede ruimte bevindt; - een transferwiel dat is geconfigureerd om in aangrijpend contact te zijn met de eerste eindeloze snaar en om zich op een afstand te bevinden tot de tweede eindeloze snaar; - overbrengingszijwanden waarbij de overbrengingszijwanden zijn geconfigureerd om flacons over te brengen van de eerste eindeloze snaar via het transferwiel naar de tweede eindeloze snaar.
13. Buffersysteem voor het bufferen van flacons in een transportsysteem voor flacons, omvattende - een eerste transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1-11; - ten minste een tweede transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1-10, waarbij het ten minste tweede transportsysteem zich naast het eerste transportsysteem bevindt; - een transferwiel dat is geconfigureerd om in aangrijpend contact te zijn met de eerste eindeloze snaar en om zich op een afstand te bevinden tot de tweede eindeloze snaar; - overbrengingszijwanden waarbij de overbrengingszijwanden zijn geconfigureerd om flacons over te brengen van de eerste eindeloze snaar via het transferwiel naar de tweede eindeloze snaar.
14. Buffersysteem volgens conclusie 13, verder omvattende ten minste één snaarsteunblok dat is geconfigureerd om de snaar tussen twee riemschijven te steunen.
15.Buffersysteem volgens conclusie 14, waarbij het ten minste één snaarsteunblok beweegbaar is tussen een eerste positie, waarin het snaarsteunblok de snaar steunt, en een tweede positie, waarin het snaarsteunblok is teruggetrokken.
-19- BE2020/5407
16. Buffersysteem volgens één van de voorgaande conclusies 13-15, verder omvattende een sensor die is geconfigureerd om een hoeveelheid flacons te detecteren die op een bepaald punt van het traject voorbijkomt.
17.Buffersysteem volgens conclusies 15 en 16, verder omvattende een aansturingseenheid die is geconfigureerd om de beweging van het ten minste één snaarsteunblok aan te sturen op basis van de hoeveelheid flacons die voorbijkomt zoals gedetecteerd door de sensor.
18. Werkwijze voor het transporteren van flacons langs een traject, omvattende de volgende stappen: - het verschaffen van een eindeloze snaar; - het verschaffen van ten minste twee riemschijven om de eindeloze snaar aan te grijpen; - het aandrijven van ten minste één van genoemde ten minste twee remschijven zodat de eindeloze snaar rond de ten minste twee riemschijven roteert; - het verschaffen van geleidende zijwanden om de flacons langs het traject te geleiden; waarbij de eindeloze snaar de flacons langs ten minste een deel van het traject draagt.
19. Werkwijze volgens conclusie 18 omvattende de volgende stappen: - het tellen van de flacons die op een bepaald punt van het traject voorbijkomen; - het aansturen van ten minste één snaarsteunblok om te bewegen tussen een eerste positie, waarin het snaarsteunblok de snaar steunt, en een tweede positie, waarin het snaarsteunblok is teruggetrokken.
20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, omvattende de volgende stappen: - het verschaffen van een eerste eindeloze snaar en een tweede eindeloze snaar;
-20- BE2020/5407 - het verschaffen van een transferwiel in aangrijpend contact met de eerste eindeloze snaar en dat zich op een afstand bevindt tot de tweede eindeloze snaar; - het verschaffen van geleidende zijwanden om flacons over te brengen van de eerste eindeloze snaar via het transferwiel naar de tweede eindeloze snaar.
21. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 18-20, omvattende de stap van het vervangen en/of verstellen van de geleidende zijwanden afhankelijk van een maximale externe diameter van de te transporteren flacons.
BE20205407A 2020-06-08 2020-06-08 Transportsysteem BE1028381B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205407A BE1028381B1 (nl) 2020-06-08 2020-06-08 Transportsysteem
EP21177696.8A EP3922584A1 (en) 2020-06-08 2021-06-04 Conveyor system

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20205407A BE1028381B1 (nl) 2020-06-08 2020-06-08 Transportsysteem

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028381A1 BE1028381A1 (nl) 2022-01-10
BE1028381B1 true BE1028381B1 (nl) 2022-01-17

Family

ID=72292240

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20205407A BE1028381B1 (nl) 2020-06-08 2020-06-08 Transportsysteem

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3922584A1 (nl)
BE (1) BE1028381B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3507380A (en) * 1968-01-24 1970-04-21 Sardee Corp Conveyor with wood cable guide
US3666082A (en) * 1969-12-29 1972-05-30 Kaiser Aluminium Chem Corp Conveyor system for a container
FR2544292A1 (fr) * 1983-04-18 1984-10-19 Carnaud Emballage Sa Transporteur pour le convoyage d'articles calibres, notamment recipients tels que boites de conserve
EP2297009A1 (fr) * 2008-06-13 2011-03-23 Sidel Participations Installation de convoyage multivoies.
US20190322458A1 (en) * 2018-04-19 2019-10-24 Krones Ag Format part for deflecting containers

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3507380A (en) * 1968-01-24 1970-04-21 Sardee Corp Conveyor with wood cable guide
US3666082A (en) * 1969-12-29 1972-05-30 Kaiser Aluminium Chem Corp Conveyor system for a container
FR2544292A1 (fr) * 1983-04-18 1984-10-19 Carnaud Emballage Sa Transporteur pour le convoyage d'articles calibres, notamment recipients tels que boites de conserve
EP2297009A1 (fr) * 2008-06-13 2011-03-23 Sidel Participations Installation de convoyage multivoies.
US20190322458A1 (en) * 2018-04-19 2019-10-24 Krones Ag Format part for deflecting containers

Also Published As

Publication number Publication date
EP3922584A1 (en) 2021-12-15
BE1028381A1 (nl) 2022-01-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR20070073809A (ko) 롤러-탑 컨베이어 벨트를 이용한 분류 시스템
KR101721829B1 (ko) 물품 자동분류시스템과 이의 운영방법
JPH08324777A (ja) ローラ運搬装置
US9181029B2 (en) Buffer means for containers and method for buffering containers
JP2009507736A (ja) 物体の搬送装置
US20060151296A1 (en) Parcel goods aligning device
NL8601071A (nl) Inrichting voor het transporteren van flessen in hangende positie.
US10246267B2 (en) Inclined-roller destacker
NL9102147A (nl) Sorteerapparaat voor cd, mc en videoband of soortgelijk voorwerp.
BE1028381B1 (nl) Transportsysteem
JPH0676136B2 (ja) 搬送装置
NL1030328C2 (nl) Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten.
US9174806B2 (en) Transfer conveyor and a conveying system
EP1346930B1 (en) A chain conveying apparatus for spouts or bags with spouts
NL2020334B1 (en) Sorting device with improved capacity
KR102491843B1 (ko) 포장용기의 등 간격 분리이동을 위한 포장용기의 자동 분리장치
CN112334400B (zh) 用于输送机的对准装置
US11198566B2 (en) Method and device for transferring conveyed items between two conveying appliances, as well as a conveying system
CN110267890B (zh) 用于灵活分配包装件的装置和方法
JPH0575645B2 (nl)
US7637366B2 (en) High speed diverter
US4795022A (en) Biscuit conveyor
BE1028382B1 (nl) Liftsamenstel
JPH11334861A (ja) 廃ガラスびんの整列装置
JPH0730580Y2 (ja) 搬送装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220117

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230630