BE1027862B1 - Methode en infrastructuur voor het weergeven van content - Google Patents

Abstract

De uitvinding beschrijft een werkwijze voor het synchroniseren van het afspelen van content tussen een eerste contentafspeelapparaat en ten minste een tweede contentafspeelapparaat, omvattende het koppelen van meerdere contentafspeelinrichtingen met een masterserver, waarbij de masterserver is geconfigureerd om het afspelen van content van een serviceprovider op de verschillende contentafspeelinrichtingen te besturen in combinatie van het verzenden van gegevens vanuit de masterserver geassocieerd met ten minste een van de contentafspeelinrichting naar de masterserver en waarbij het ontvangen van gegevens vanuit de masterserver geassocieerd wordt met ten minste een van de contentafspeelinrichting naar de masterserver waarbij de combinatie van het verzenden en ontvangen van gegevens vanuit de masterserver geassocieerd met ten minste een van de contentafspeelinrichting naar de masterserver.

Description

{ BE2019/0108 1

METHODE EN INFRASTRUCTUUR VOOR HET WEERGEVEN VAN CONTENT

INLEIDING Er bestaan infrastructuren om content van verschillende serviceproviders of services aan te bieden via een cloud service aan verschil lende klanten en die toegang biedt tot contentservices via een beheerserverinfrastructuur. Dergelijke infrastructuren leveren opgenomen audiovisuele media-content zoals video-, audio- en afbeeldingsbestanden aan de klant. Deze content kan geleverd worden aan klanten zoals sportclubs waarbij de klant kan kiezen wat hij wenst dat er aan content verschijnt. Om rendabel te zijn voor een klant zoals een sportclub is het belangrijk dat hij zijn eigen content van tonen aan zijn klanten en leden, maar ook dat de provider zijn content kan sturen dat is afgestemd op de content van de klant en de adverteerder. Langs de andere kant bestaat er hardware waarbij de klant zelf zijn content kan sturen maar deze staat niet in verbinding met een provider die zijn content mee kan sturen en hier een verdienmodel kan aan koppelen via de verkoop van centraal gestuurde advertenties. Onderhavige uitvinding biedt hier een antwoordt op zoals deze nog niet wordt aangeboden door andere providers.

BESCHRIJVING De uitvinding beschrijft een werkwijze voor het synchroniseren van het afspelen van content tussen een eerste contentafspeelapparaat en ten minste een tweede contentafspeelapparaat, omvattende het koppelen van meerdere contentafspeelinrichtingen met een masterserver, waarbij de masterserver is geconfigureerd om het afspelen van content van een serviceprovider op de verschillende contentafspeelinrichtingen te besturen in combinatie van he verzenden van gegevens vanuit de masterserver geassocieerd met ten minste een van de contentafspeelinrichting naar de masterserver en waarbij het ontvangen van gegevens vanuit de masterserver geassocieerd wordt met ten minste een van de contentafspeelinrichting naar de masterserver waarbij de combinatie van het verzenden en ontvangen van gegevens vanuit de masterserver geassocieerd met ten minste een van de contentafspeelinrichting naar de masterserver.

Aanvullend gaat het verzenden van de content naar de contentafspeelinrichtingen door de masterserver worden gecombineerd met de content van de gebruiker van de ten minste 1 contentafspeelinrichting.

Streaming verwijst naar een levering van media-content op een constante manier, van een overdracht bij een bron tot een ontvangst en presentatie bij een ontvanger.

Internetlevering van digitale contentspresentaties aan netwerkcomputers wordt bijvoorbeeld vaak gestreamd, evenals internetcontent Met de verspreiding van apparaten die met content zijn verbonden, is het gebruikelijk dat meerdere apparaten hetzelfde programma afspelen, hetzij vooraf opgenomen of live.

In een club de klant bijvoorbeeld twee of meerder apparaten in al dan niet afzonderlijke lokaal hebben, zodat de klant van lokaal naar lokaal kan reizen terwijl hij naar het programma kijkt.

Dit komt nog vaker voor in een sportbar, waar veel tv's hetzelfde sportevenement streamen.

Hoewel nuttig om veel kijkers het evenement te laten kijken, ondervinden dergelijke situaties vaak synchronisatieproblemen als gevolg van specifieke content, de bron van het signaal en zelfs het model van het afspeelapparaat.

Voor het traditionele afspelen van netwerkmedia kunnen nog ernstiger timingproblemen optreden omdat elke weergave wordt gestart door een apparaat dat onafhankelijk is van andere weergave van de content. Maar niet enkel tussen de apparaten onderling kan er synchronisatieproblemen zijn indien deze eenzelfde of verschillende content afspelen maar ook tussen de server en het afspeelapparaat.

Systemen en methoden volgens de hier beschreven principes omvatten het synchroniseren van content geleverd door netwerkmedia via meerdere servers voor de content In één implementatie worden media players bestuurd om media-content afzonderlijk te passeren en te bufferen. Als alle clients gereed zijn, kan een masterserver ervoor zorgen dat de media players op een georganiseerde manier worden gestart op basis van signalen die door de masterserver zijn verzonden. De masterserver past de timing van het signaal aan zodat de uitgangen synchroon worden weergegeven op elk display. In een andere implementatie wordt een synchronisatie gemeten tussen het genereren of uitvoeren van een signaal en de uiteindelijke weergave of weergave van dat signaal aan de gebruiker. Het sturings-signaal kan worden gecompenseerd om betere afspeelsynchronisatie mogelijk te maken. Naast vertragingen vanwege de apparaat kenmerken, kunnen vertragingen ook worden gemeten en gecompenseerd voor specifieke contents bij het verkrijgen van de content. In een verdere implementatie, als een eerste afspeelapparaat content afspeelt, zorgen systemen en methoden volgens de hier beschreven principes ervoor dat een tweede afspeelapparaat wordt georganiseerd met de eerste, zodat het afspelen van het contentitem op de tweede wordt georganiseerd met het afspelen op de eerste. Het tweede contentafspeelapparaat kan beginnen met het bufferen van de content voorafgaand aan de weergave, en kan schatten welke content moet worden gebufferd op basis van een bepaald afspeelpunt op het eerste afspeelapparaat, evenals netwerkbandbreedte en netwerk- en synchronisatie, Zodra het tweede afspeelapparaat voldoende content heeft gebufferd zodat het afspelen op een georganiseerde manier kan beginnen, begint het afspelen en zijn de eerste en tweede afspeelapparaten georganiseerd, dit zowel naar timing als naar content In nog een andere implementatie omvatten systemen en methoden volgens de hier beschreven principes het opzetten van een master- en slave-relatie tussen twee apparaten zoals een server en afspeelapparaat, zodat de output van het slave-apparaat dezelfde content heeft als de output van het master-apparaat.

Het afspelen tussen de twee kan worden georganiseerd, De server in de cloud hoeft de content zelf niet af te spelen en speelt mogelijk andere content af.

De bron van de content kan de server in de cloud zijn, bijvoorbeeld via een server in de cloud, of de bron kan stroomopwaarts van de server in de cloud zijn, waarbij de server in de cloud alleen doorvoer van de content verschaft.

De server in de cloud kan het contentsitem coderen of coderen voor verdere verzending indien nodig.

In sommige gevallen kan het master-apparaat een slave-apparaat authentiseren.

Een veelgebruikt gebruik is wanneer een contentitem wordt gedownload of gestreamd op het master-apparaat, een slave-apparaat dat dezelfde content wil synchroniseren en afspelen mogelijk moet worden geverifieerd zodat en serviceprovider zijn content markeren als "her- distribueerbaar” of anderszins gedeeld.

In nog een andere implementatie is toegang tot bepaalde netwerkcontent zodanig dat clientafspeelapparaten contents afspelen na authenticatie van de afspeelapparaten met een of beide van een beheerserver en een serviceprovider.

In deze implementaties kan georganiseerd afspelen worden geboden met behulp van bepaalde synchronisatiestappen hierboven, evenals stappen voor toegang tot de content, bijvoorbeeld verbindingsstappen met de serviceprovider.

In één aspect is de uitvinding gericht op een werkwijze voor het synchroniseren van het afspelen van content tussen een eerste contentafspeelapparaat en een tweede contentafspeelapparaat, omvattende: het koppelen van eerste en tweede contentafspeelapparaten aan een masterserver, waarbij de masterserver is geconfigureerd 5 om het afspelen van een content van een serviceprovider op het eerste en tweede contentafspeelapparaat; verzenden van gegevens over een identificatie geassocieerd met ten minste een van de eerste en tweede contentafspeelapparaten naar de masterserver; het berekenen van een starttijdtussen een starttijd geassocieerd met het eerste contentafspeelapparaat en een starttijd geassocieerd met het tweede contentafspeelapparaat, waarbij de content ten minste gedeeltelijk is gebaseerd op de content van het apparaat; en het verzenden van signalen naar de eerste en tweede contentafspeelinrichtingen om het afspelen van content te beginnen, zodat de eerste en tweede contentafspeelinrichtingen content op nagenoeg hetzelfde tijdstip beginnen af te spelen.

implementaties van de uitvinding kunnen een of meer van de volgende omvatten. Het verzenden van signalen naar het eerste en tweede afspeelapparaat voor de content kan worden gescheiden door de content. De signalen die worden verzonden naar de eerste en tweede contentafspeelinrichtingen kunnen gegevens omvatten die aan de eerste en tweede contentafspeelinrichtingen een specifiek signaal aangeven waarna het afspelen moet beginnen. Het sturings-signaal kan tussen nul en de start van de content liggen. De masterserver kan zich in het eerste of tweede contentafspeelapparaat bevinden. De masterserver kan in datacommunicatie zijn met een lokaal netwerk geassocieerd met het eerste of tweede contentafspeelapparaat. De werkwijze kan verder toegang hebben tot een beheerserver in datacommunicatie met de eerste en tweede contentafspeelinrichtingen, de beheerserver die de toegang tot de serviceprovider beheert, en waarbij de masterserver in datacommunicatie is met de beheerserver. De masterserver kan geconfigureerd zijn om geografische gegevens te ontvangen over een locatie van de eerste en tweede contentafspeelapparaten, en de berekening van een starttijd kan verder gebaseerd zijn op de geografische locatie van de eerste en tweede contentafspeelapparaten. De werkwijze kan verder het bepalen van een netwerkcontent omvatten door een signaal van het eerste of tweede contentafspeelapparaat, of beide, naar de beheerserver te verzenden, en de content kan verder zijn gebaseerd op de netwerkcontent. In een ander aspect is de uitvinding gericht op een (projectie) scherm, inclusief instructies om een computerinrichting de bovenstaande methode te laten implementeren.

in een verder aspect is de uitvinding gericht op een werkwijze voor het bepalen van een identificatie, omvattende: het genereren van een testsignaal; verzenden van het testsignaal om een signaal te initiëren dat aangeeft dat het weergeven van een contentitem moet | beginnen; het detecteren van de weergave van het contentitem; en het meten van een de content tussen het verzenden en het detecteren om een content van een apparaat te berekenen.

Implementaties van de uitvinding kunnen een of meer van de volgende omvatten. De methode kan verder het verzenden van de content van het apparaat naar een masterserver omvatten. De weergave van een content kan een verandering in helderheid of volume veroorzaken. Het detecteren kan detecteren met een microfoon of een optische sensor omvatten.

In een ander aspect is de uitvinding gericht op een visualisatiescherm, inclusief instructies om een computerinrichting de bovenstaande methode te laten implementeren.

In nog een ander aspect is de uitvinding gericht op een werkwijze voor het synchroniseren van het afspelen van content tussen een eerste contentafspeelapparaat en een tweede contentafspeelapparaat, omvattende: het afspelen van een content op een eerste contentafspeelapparaat; het bufferen maar niet afspelen van content op een tweede contentafspeelapparaat, waarbij het bufferen maar niet afspelen plaatsvindt tenminste totdat de buffer een deel van content omvat dat momenteel wordt afgespeeld op het eerste contentafspeelapparaat; en het verzenden van een signaal om het afspelen van content op het tweede contentafspeelapparaat te beginnen, zodat het afspelen van content op het eerste en tweede contentafspeelapparaat georganiseerd is.

Implementaties van de uitvinding kunnen een of meer van de volgende omvatten.

De eerste en tweede apparaten voor het afspelen van content kunnen in datacommunicatie zijn met een masterserver, en de werkwijze kan verder omvatten: het verzenden van gegevens over een identificatie geassocieerd met het tweede apparaat voor het afspelen van de content naar de masterserver; en het verzenden van een signaal naar het tweede contentafspeelapparaat om het afspelen van het gedeeltelijk gebufferde content te beginnen, de tijd van het verzenden van een signaal op basis van de content van het apparaat.

Het bufferen kan in reactie zijn op een verzoek van het tweede contentafspeelapparaat om deel te nemen aan het afspelen van het content.

In een ander aspect is de uitvinding gericht op een visualisatiescherm, inclusief instructies om een computerinrichting de bovenstaande methode te laten implementeren.

In nog een ander aspect is de uitvinding gericht op een werkwijze voor het afspelen van ten minste een deel van een contentitem op een tweede contentafspeelapparaat op basis van de aanwezigheid van het contentitem op een eerste contentafspeelapparaat, waaronder: ten minste gedeeltelijk ontvangen een content op een eerste contentafspeelapparaat; verzenden van ten minste een deel van het ontvangen content naar een tweede contentafspeelapparaat; en het coderen of coderen van content door het eerste contentafspeelapparaat voorafgaand aan de verzending. implementaties van de uitvinding kunnen een of meer van de volgende omvatten.

Het eerste apparaat voor het afspelen van de content kan een gedeelte van content genereren met behulp van een server in de cloud.

Het eerste apparaat voor het afspelen van de content kan een gedeelte van content hebben ontvangen van een ander apparaat voor het afspelen van de content.

De werkwijze kan verder het regelen van de werking van het eerste contentafspeelapparaat omvatten met behulp van het tweede contentafspeelapparaat.

Het verzenden kan onmiddellijk na ontvangst worden uitgevoerd.

De werkwijze kan verder het ontvangen van apparaat- of specifieke contentsinformatie bij het eerste contentafspeelapparaat omvatten, en het verzenden kan worden uitgevoerd volgens een starttijd op basis van het ontvangen apparaat of specifieke contentsinformatie.

Het verzenden kan worden uitgevoerd terwijl het eerste contentafspeelapparaat het contentsitem afspeelt, een ander contentsitem afspeelt of geen contentsitem afspeelt.

Het verzenden kan worden uitgevoerd terwijl het eerste contentafspeelapparaat content afspeelt, en het verzenden kan zodanig worden uitgevoerd dat het tweede contentafspeelapparaat content afspeelt synchroon met het eerste contentafspeelapparaat.

Meerdere tweede apparaten voor het afspelen van de content kunnen in datacommunicatie zijn met het eerste apparaat voor het afspelen van de content, en de werkwijze kan verder het selecteren van een tweede apparaat voor het afspelen van de content omvatten om content te ontvangen voorafgaand aan de verzending.

Een aantal tweede contentafspeelinrichtingen kan in datacommunicatie zijn met het eerste contentafspeelapparaat, en de werkwijze kan verder het verzenden van content naar het aantal tweede contentafspeelinrichtingen omvatten.

Een aantal tweede contentafspeelapparaten staat in datacommunicatie met het eerste contentafspeelapparaat, en de werkwijze kan verder het verzenden van content met behulp van een multicasting- methode naar het aantal tweede contentafspeelapparaten omvatten.

Een aantal tweede apparaten voor het afspelen van de content kan in datacommunicatie zijn met het eerste apparaat voor het afspelen van de content, en de werkwijze kan verder omvatten: het ten minste gedeeltelijk ontvangen van een ander content op het eerste apparaat voor het afspelen van de content; en het verzenden van ten minste een deel van het ontvangen content naar een contentafspeelapparaat van het aantal en het verzenden van ten minste een deel van het ontvangen andere content naar een ander contentafspeelapparaat van het aantal.

In een ander aspect is de uitvinding gericht op een visualisatiescherm, inclusief instructies om een computerinrichting de bovenstaande methode te laten implementeren.

In een verder aspect is de uitvinding gericht op een werkwijze voor het synchroniseren van het afspelen van een content tussen een aantal contentafspeelapparaten, waarbij content dat beschikbaar is via een serviceprovider een aansluitproces vereist, waaronder: het koppelen van een aantal contentafspeelapparaten in datacommunicatie met een masterserver, de masterserver geconfigureerd om ten minste gedeeltelijk het afspelen van een content op het aantal contentafspeelapparaten te besturen via een serviceprovider, waarbij het aantal contentafspeelapparaten een synchronisatiegroep vormt; het verzenden van een signaal van de masterserver naar elk van het aantal om ervoor te zorgen dat elk van het aantal contact opneemt met de serviceprovider om toegang te verkrijgen tot het content; in het geval dat een van de meerdere geen toegang heeft tot het content, dan de masterserver op de hoogte stellen van de gebeurtenis en de gebeurtenis verwijderen uit de synchronisatiegroep; en het verzenden van een signaal naar elk van de contentafspeelinrichtingen in de synchronisatiegroep om het afspelen van content te beginnen.

Implementaties van de uitvinding kunnen een of meer van de volgende omvatten.

Ten minste een deel van het aantal kan in datacommunicatie zijn met een proxy-apparaat, en het verzenden van een signaal om elk van het aantal contact te laten maken met de serviceprovider kan het verzenden van een signaal omvatten om ervoor te zorgen dat elk deel van het aantal contact maakt met de serviceprovider via het proxy-apparaat.

Het proxy- apparaat kan een tweede scherm zijn.

De masterserver kan het aantal contentafspeelinrichtingen configureren voor georganiseerd afspelen via een tweede display.

Het tweede display kan een lijst met contents aangeven waarvoor toegang kan worden verkregen door elk van de veelheid, of een lijst met contentafspeelinrichtingen binnen de veelheid die toegang kunnen krijgen tot een bepaald content.

De werkwijze kan verder het verzenden van elk van de apparaten voor het afspelen van de content in de synchronisatiegroep een unieke URL omvatten waarmee toegang wordt verkregen tot het content.

De werkwijze kan verder omvatten: het ontvangen van gegevens over identificatie en geassocieerd met ten minste een eerste en een tweede contentafspeelapparaat in het aantal; het berekenen van een starttijdtussen een starttijd geassocieerd met het eerste contentafspeelapparaat en een starttijd geassocieerd met het tweede contentafspeelapparaat, waarbij de content ten minste gedeeltelijk is gebaseerd op de content van het apparaat; en waarbij het verzenden van een signaal naar elk van de contentafspeelinrichtingen in de synchronisatiegroep om het afspelen van content te beginnen kan omvatten het verzenden van signalen naar de eerste en tweede contentafspeelinrichtingen om het afspelen van content te beginnen, een content van elke gescheiden verzending door de content.

In een ander aspect is de uitvinding gericht op een visualisatiescherm, inclusief instructies om een computerinrichting de bovenstaande methode te laten implementeren. Voordelen van bepaalde implementaties van het systeem en de methode kunnen een of meer van de volgende zijn. Synchronisatie van afspeelapparaten kan leiden tot een aanzienlijk verbeterde gebruikerservaring, vooral wanneer afspeelapparaten zich dicht bij eikaar bevinden. Synchronisaties kunnen gemakkelijk worden gemeten, en door het apparaat het sturings-signaal te laten meten, zal de timing die wordt gebruikt om die vertraging te overwinnen nauwkeurig zijn, wat leidt tot synchronisatie die nauwkeuriger is dan kan worden bereikt door handmatig timerinstellingen te wijzigen door vallen en opstaan. Synchronisaties kunnen worden veroorzaakt door alle bronnen, zoals signaaloverdracht, signaaldecodering, vertragingen die worden gebruikt om video en audio te synchroniseren, vertraging vanwege de timing van wanneer videoframes worden weergegeven, en dergelijke. Met bepaalde implementaties kunnen afspeelapparaten op georganiseerde wijze deelnemen aan het afspelen van een contentitem, zonder het oorspronkelijke afspelen van het contentitem te onderbreken. Bepaalde implementaties staan verder georganiseerd afspelen toe waar clients een managementserverinfrastructuur moeten doorlopen om de content af te spelen, waardoor georganiseerd afspelen mogelijk is in complexere situaties dan alleen de synchronisatie van het afspelen van media in een direct netwerk.

Andere voordelen zullen duidelijk worden uit de volgende beschrijving en conclusies.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding omvat een systeem omvattende contentafspeelinrichtingen gekoppeld aan een netwerk, dat bedraad, draadloos of een combinatie van beide kan zijn. Een display met/of mediaspeler kan de werking van de contentafspeelapparaten (of andere apparaten) op het netwerk besturen.

Een tweede display met/of mediaspeler kan in sommige gevallen ook zelf content weergeven.

Een afstandsbediening kan worden gebruikt om de richting voor het afspelen van de content te besturen, of besturing van de media player kan worden uitgevoerd door middel van het tweede display.

Het gebruik van tweede weergaveapparaten in dergelijke contexten heeft bepaalde voordelen, maar over het algemeen geen extra investering door de gebruiker vereist omdat dezelfde gebruik maken van een apparaat, bijvoorbeeld een smartphone, tabletcomputer, of dergelijke, die de meeste gebruikers al in hun bezit hebben.

Een aantal servers kan worden benaderd door contentafspeelinrichtingen via het netwerk en internet , waaronder een beheerserver en een of meer de content servers die overeenkomen met de content aanbieders.

In deze specificatie wordt de term "content provider” synoniem gebruikt met "service provider". De servers kunnen communiceren met een contentafleveringsnetwerk om het mogelijk te maken dat contents worden afgeleverd aan de contentafspeelapparaten, of een dergelijke aflevering kan direct zijn.

In een algemene methode, inclusief het gebruik van een tweede display, heeft een gebruiker een gebruikersaccount bij een bron of clearinghouse van diensten.

Hier wordt de bron of clearinghouse weergegeven als een beheerserver, maar het moet duidelijk zijn dat de gebruikersaccount mogelijk rechtstreeks bij een serviceprovider is.

De beheerserver communiceert met ten minste één contentserver (meestal geassocieerd met de serviceprovider) zodat de contentserver contents zoals streaming-middelen voor presentatie of toegang op het contentafspeelapparaat verschaft.

Het gebruikersaccount heeft daarop informatie opgeslagen met betrekking tot welke apparaten voor het afspelen van de content aan het gebruikersaccount zijn gekoppeld.

Wanneer een gebruiker zich aanmeldt, kan deze lijst met apparaten voor het afspelen van de content zien en een bepaald apparaat voor het afspelen van de content kiezen. Nadat een apparaat voor het afspelen van de content is gekozen, kan een lijst met services worden weergegeven waaruit de gebruiker kan kiezen. Uit een gekozen service kan een gebruiker een contentitem selecteren om te bekijken, een affiliatie- of authenticatiestap ondergaan indien vereist door de service. Masterservers kunnen zich in een of alle apparaten voor het afspelen van de content, tweede schermen of servers bevinden die de levering van de content regelen. Over het algemeen is ten minste één masterserver vereist en kan de masterserver worden geïmplementeerd in hardware, software, firmware of dergelijke. De masterserver kan zelfs in een extern apparaat zijn , gewijd aan masterserverfunctionaliteit, of andere functionaliteit bieden naast masterserverfuncties.

Een typische situatie zou een sportbar zijn. In dergelijke situaties kan een aantal apparaten voor het afspelen van de content zich dicht bij elkaar bevinden. Deze kunnen mogelijks als een rij, een vierkant oppervlak, rechthoek of andere configuraties worden opgesteld. Een bijkomende mogelijk is dat de combinatie van ten minste 2 schermen als 1 scherm wordt weergegeven.

De afzonderlijke apparaten voor het afspelen van de content kunnen het ontleden en bufferen van de media-content afzonderlijk verwerken. De apparaten kunnen de media rechtstreeks van de bron halen, of ze kunnen de media verkrijgen via een proxy- apparaat. Een van de client-apparaten of het besturingsapparaat kan bijvoorbeeld als een proxy-apparaat werken en doorvoer of distributie van de content bieden In het geval dat de netwerkconfiguratie Multi cast-communicatie tussen het proxy-apparaat en de clients toestaat, kan de proxy de media naar de clients distribueren met behulp van Multi cast- communicatie vanuit de cloud-server.

Zodra de contentafspeelapparaten gereed zijn om content af te spelen, signaleren zij hun gereedheid aan de cloud-server.

In het bijzonder wordt, zodra alle apparaten voor het afspelen van de content de index- en kopinformatie hebben gedecodeerd die ze nodig hebben en voldoende gegevens gebufferd zodat ze kunnen beginnen met afspelen, hun gereedheid gecommuniceerd naar de cloud-server.

Op dit moment wachten de media players op een startsignaal om het afspelen van het contentitem te starten.

Zodra de cioud- server een signaal heeft ontvangen van alle clients die aangeeft dat ze klaar zijn om met afspelen te beginnen, kan een startsignaal naar elke client worden verzonden om het afspelen te starten.

Elk display moet zich in een staat bevinden waarin het afspelen onmiddellijk of op een gespecificeerd toekomstig tijdstip kan beginnen, om rekening te houden met de lokale specifieke content van communicatie van de cloud-server naar alle clients, na ontvangst van het signaal van de cloud-server.

De besturing van de media player kan de timing van startsignalen aanpassen zodat de uitvoer synchroon wordt weergegeven op elk display.

De cloud-server kan bijvoorbeeld het verzenden van startsignalen sturen op basis van de specifieke content van elk display, of kan alle startsignalen verzenden, maar binnen het signaal een specifiek signaal aangeven waarna het afspelen moet beginnen.

In dit laatste alternatief hebben alle afspeelapparaten de mogelijkheid om de content te cachen terwiji ze wachten op het sturings-signaal.

Een aantal stappen kan worden gebruikt bij het bepalen van de timing van de startsignalen.

Als de cloud-server bijvoorbeeld is gebaseerd op het serverniveau, bijvoorbeeld binnen de beheerserver, kan deze zich bewust zijn van en rekening houden met verschillen in locatie van de serviceprovider of bronserver ten opzichte van de media players.

Synchronisaties kunnen ook worden verklaard, zoals de synchronisatie tussen wanneer een afspeelsignaal wordt gegenereerd en wanneer dat signaal daadwerkelijk aan de gebruiker wordt weergegeven. Dergelijke synchronisaties kunnen worden gemeten en in elk geval kunnen gegevens worden gecommuniceerd naar de cloud-server. Media players kunnen ook een stap proberen uit te voeren om hun specifieke content te meten en hetzelfde communiceren naar de cloud-server.

Zodra gegevens zijn verkregen over specifieke contents en synchronisaties, kunnen een of meer cloud-servers de gegevens gebruiken om de contentbronnen te bestellen waarop signalen naar media players worden verzonden om het afspelen te starten. De cloud-server kan bijvoorbeeld de verschillende contents van de clients compenseren door een startopdracht aan de client met prioritaire content als eerste te geven en een startopdracht aan de andere clients met voldoen het sturings-signaal te geven, zodat de uiteindelijke weergave van de content zal plaatsvinden op een geprefereerde manier. Nadat het bestellen is voltooid en prioritaire content tussen de verschillende contentbronnen worden berekend, kunnen startsignalen naar media players worden verzonden.

Identificaties worden gemeten en gebruikt in berekeningen om te zorgen voor het georganiseerd afspelen, In dit verband wordt opgemerkt dat systemen en methoden volgens de hier beschreven principes breed kunnen worden toegepast op elke combinatie van apparaten en niet alleen op een bepaald apparaat voor het afspelen van de content. Sommige apparaten geven bijvoorbeeld hun signalen weer door ze uit te voeren en een ander apparaat voert het scherm daadwerkelijk uit. De complexiteit van berekening hangt dus af van de combinatie van apparaten. Contents kunnen over het algemeen niet vooraf worden bepaald, omdat verschillende opdrachten, verschillende contents kunnen hebben tussen het moment waarop ze een opdracht ontvangen en het moment waarop de content aan de gebruiker wordt weergegeven.

Een centrale server verzorgd de sturing van de verschillende netwerken die zich, ten minste op 1 locatie in de Cloud situeert. In het geval van een sportclub kan deze volgens een volgende voorkeursuitvoering zijn opgebouwd.

In een eerste stap speelt het eerste contentafspeelapparaat content af of streamt het Een tweede apparaat voor het afspelen van de content geeft een wens aan om deel te nemen aan het afspelen van content en geeft deze wens aan op een cloud-server Door dit te doen, kan het tweede apparaat voor het afspelen van de content communiceren met de cloud- server om de huidige afspeeltijd te verkrijgen. In dit proces communiceert het eerste contentafspeelapparaat ook zijn afspeelpunt in content naar de cloud-server.

De client en cloud-server kunnen gebruikmaken van feedback van het netwerk en synchronisatie en, zoals de feedback die is verkregen met behulp van technieken die elders in deze toepassing worden beschreven, om te voorspellen hoe lang het zal duren om te bufferen tot het punt waarop het afspelen op een geprefereerde manier kan beginnen. Het tweede apparaat voor het afspelen van de content kan berekenen op welk punt in de gegevens van het contentsitem en kan alle kop- of indexgegevens laden die het nodig heeft voor dat deel van het contentsitem. Zodra de kop- en indexgegevens zijn geladen, kan het tweede apparaat zijn content afspelen.

De cloud-server zorgt ervoor dat het tweede apparaat voor het afspelen van de content begint met het bufferen van de content beginnend met het gedeelte van de contentgegevens waarvan het heeft berekend dat het een gedeelte zal bevatten dat zal worden afgespeeld op het moment dat het voldoende is gebufferd gegevens om te beginnen met spelen, bijvoorbeeld op een eerste aanzetpunt. Het tweede apparaat voor het afspelen van de content buffert de content totdat deze voldoende is om deel te nemen aan het afspelen

Daarbij kan het gegevens gebruiken over bekende netwerk- en synchronisaties en - vertragingen.

Als het tweede apparaat voor het afspelen van de content voldoende gegevens heeft gebufferd om het afspelen te starten, kan het gedeelte de gegevens vergelijken met het huidige afspeelpunt.

Extra communicatie met de cloud-server kan worden gemaakt tijdens het bufferen om te controleren of de door het tweede afspeelapparaat ontvangen afspeeltijdinformatie nog steeds correct is en niet werd beïnvloed door, bijvoorbeeld, een abnormaal hoge specifieke content van een of beide contentafspeelapparaten of andere dergelijke onderbrekingen.

Als het bufferen snel gebeurde en het afspeelpunt het begin van de content die wordt gebufferd nog niet heeft bereikt, kan het tweede apparaat voor het afspelen van de content wachten tot de afspeelpositie het afspeelpunt bereikt, en vervolgens beginnen met het afspelen van het begin van de content die is gebufferd.

Als het huidige afspeelpunt het begin van de gebufferde gegevens al is gepasseerd, kan de client bepalen op welk punt het huidige afspelen zich binnen de gebufferde gegevens bevindt en zal controleren of er voldoende gegevens zijn gebufferd om het afspelen te starten op die positie.

Als er voldoende gegevens zijn, begint het afspelen op de positie binnen de gegevens die overeenkomt met het huidige afspeelpunt.

Als er niet voldoende gegevens in de buffer zijn opgeslagen, begint het afspelen op dit punt niet en gaat de client door met het bufferen van de media, waarbij de controle wordt herhaald telkens wanneer een nieuw segment met contentgegevens wordt ontvangen.

Zodra voldoende gegevens zijn ontvangen, zodanig dat de buffer het afspeelpunt omvat, kan het tweede apparaat voor het afspelen van de content deelnemen aan het afspelen.

Dit systeem en de werkwijze kunnen in een aantal scenario's worden gebruikt, inclusief waar, als bestaande apparaten niet georganiseerd zijn, een of meer kunnen proberen te synchroniseren door de stappen te volgen die apparaten, die zich bij het afspelen bijvoegen, zulien uitvoeren.

Wanneer meerdere apparaten deelnemen aan een weergave van het contentitem, kunnen de netwerk- en synchronisaties die bij elk apparaat horen worden gebruikt door de cloud-server bij het berekenen wanneer startsignalen naar de meerdere apparaten moeten worden verzonden om het afspelen te starten.

De bovenstaande technieken kunnen worden gebruikt om het afspelen van live streaming de content te synchroniseren, zelfs als er geen bestaande weergave is om mee te synchroniseren, omdat een huidige afspeellocatie voor een live mediastream constant verandert, net zoals wanneer het afspelen van netwerkmedia al bestaat . In een andere implementatie kan een apparaat dat netwerkconnectiviteit verliest opnieuw deelnemen aan georganiseerd afspelen wanneer het netwerkconnectiviteit terugkrijgt.

Door de hierboven beschreven stappen te volgen, dat wil zeggen dat een nieuwe client zou gebruiken, kan opnieuw georganiseerd afspelen worden verkregen.

In sommige gevallen kan het apparaat dat de connectiviteit heeft verloren bepaalde relevante contentgegevens gebufferd hebben, waarbij het voordeel kan halen uit het verminderen van de hoeveelheid gegevens die nodig zijn om te downloaden voordat het afspelen opnieuw kan beginnen.

In sommige gevallen van synchronisatie kan het wenselijk zijn om een directe relatie op te zetten, zodat het ene apparaat voor het afspelen van de content fungeert als een master- apparaat en een ander als een slaaf.

De apparaten hebben de mogelijkheid om deze content via hun netwerkverbindingen van andere apparaten te ontvangen en die de content op een geprefereerde manier af te spelen.

Op deze manier is de uitvoer van het slave-apparaat geconfigureerd om dezelfde content te hebben als de uitvoer van het master-apparaat, meestal, maar niet in elke implementatie, met synchronisatie.

Toelichting figuur: Een centraal sturingsorgaan (super admin) zendt content naar ten minste één lokale administrator (admins) zoals de uitbater van bv een sportclub. Deze administrator stuurt content die gelokaliseerd is in een cloud expo zoals een cloudserver naar een media player. Deze media player bepaald dan op zijn beurt wat de content is dat verschijnt op ten minste één display. De content die de administrator zelf kan sturen kan bestaan uit een zogenaamde playlist users bestaande uit content aangeleverd door de club als uit eigen advertentie content. De super admin heeft echter de mogelijkheid om de advertentie content aangeleverd door de club te verwerken in een afspeelschema en deze dan terug te sturen naar de administrator. Een bijkomende mogelijkheid is dat de content die wordt afgespeeld via de cloudexpo wordt gestuurd door de supercloud expo waardoor de content die afgespeeld word op ten minste 1 display een mogelijke combinatie is van content direct aangeleverd door de administrator en content aangeleverd door de super admin. De soort content aangeleverd door de Super-Admin kan mogelijks hoofdzakelijk bestaan uit advertentie-content die via super playlist in de supercloud wordt opgeslagen en interacteert met de content uit één of meerdere cloud-expo's. Niet alie hierboven beschreven stappen (of in een van de onderstaande stroomdiagrammen) hoeven in een bepaalde implementatie te worden uitgevoerd, en de volgorde van stappen | kan ook tot op zekere hoogte variëren.

Dienovereenkomstig is de onderhavige uitvinding niet beperkt tot alleen die hierboven beschreven implementaties.

Claims (22)

Herwerkte CONCLUSIES

1. Een werkwijze voor het synchroniseren van het afspelen van content tussen een eerste inhoudafspeelapparaat en ten minste een tweede inhoudafspeelapparaat, omvattende: a. Het koppelen van meerdere inhoudafspeelinrichtingen met een masterserver, waarbij de masterserver is geconfigureerd om het afspelen van content van een serviceprovider op de verschillende inhoudafspeelinrichtingen te besturen; b. verzenden van gegevens zoals mogelijks data in de vorm van beelddata en/of audiodata vanuit de masterserver geassocieerd met ten minste een van de inhoudafspeelinrichting naar de masterserver; c. ontvangen van gegevens zoals beelddata vanuit de masterserver geassocieerd met ten minstede gegevens zoals beelddata een van de inhoudafspeelinrichting naar de masterserver; d. de combinatie van de tag van het verzenden en ontvangen van gegevens zoals beelddata vanuit de masterserver geassocieerd met ten minste een van de tags van de gegevens zoals beelddata van de inhoudafspeelinrichting naar de masterserver; e. waarbij het verzenden van de content naar de inhoudafspeelinrichtingen door de masterserver wordt gecombineerd met de content van de gebruiker van de ten minste 1 inhoudafspeelinrichting.

f. Het synchroniseren van de content van de data gebeurd bij voorkeur door het aanbrengen van tags in de content, dit is echter niet gelimiteerd tot deze techniek g. waarbij de content gestuurd door de gebruiker mogelijks wordt aangevuld met een vrijwilligers playlist users

2. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de content voor de masterserver wordt aangeleverd door een externe provider en waarbij de masterserver de content gaat versturen naar ten minste één inhoudafspeelinrichting.

3. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de content voor de masterserver wordt aangeleverd door een externe provider en waarbij de masterserver de content gaat versturen naar ten minste één inhoudafspeelinrichting en waarbij de content wordt afgestemd op de content die wordt aangeleverd door de gebruiker

4. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij ten minste inhoudafspeelinrichting bestaat uit een mediaplayer in combinatie met ten minste één inhoudafspeelapparaat

5. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de aangeleverde content bestaat uit advertenties die mogelijks worden beïnvloed of aangestuurd door een user playlist

6. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de aangeleverde content wordt aangeleverd uit data die opgeslagen of enkel aangestuurd wordt vanuit de cloud

7. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de toegeleverd content wordt aangeleverd uit data die opgeslagen of enkel aangestuurd wordt vanuit de cloud

8. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de masterserver zich in het eerste of tweede inhoudafspeelapparaat bevindt.

9. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de masterserver in datacommunicatie is met een lokaal netwerk geassocieerd met ten minste één inhoudafspeelinrichting.

10. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de masterserver de toegang heeft tot een beheerserver in datacommunicatie met ten minste één inhoudafspeelinrichting, waarbij de beheerserver de toegang tot de serviceprovider beheert, en waarbij de masterserver in datacommunicatie is met de beheerserver.

11. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de masterserver is geconfigureerd om geografische gegevens te ontvangen over een locatie van ten minste van de inhoudafspeelinrichtingen

12. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij het type inhoud van de ontvangen content zoals beelddata de content van de verzonden content kan beïnvloeden, waarbij mogelijks de inhoud van de ontvangen data gaat bepalen wat data mag zijn die verzonden mag worden

13. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij het type inhoud van de verzonden content zoals beelddata de content van de ontvangen content kan beïnvloeden, waarbij mogelijks de inhoud van de verzonden data gaat bepalen wat data mag zijn die ontvangen mag worden.

14. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij het detecteren van mogelijks bewegende objecten zoals personen met een microfoon of een optische sensor omvat waardoor een inrichting zoals een afspeelinrichting wordt geactiveerd.

15. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij de content tussen de verzonden en ontvangen content wordt gesynchroniseerd

16. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij het verzenden van de content onmiddellijk na het ontvangen van de content wordt uitgevoerd.

17. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij het ontvangen van de content onmiddellijk na het verzenden van de content wordt uitgevoerd.

18. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij verder omvattende het ontvangen van apparaat- of netwerkvertragingsinformatie bij het eerste inhoudafspeelapparaat, en waarbij het verzenden wordt uitgevoerd volgens een tijdsverschil op basis van het ontvangen apparaat of netwerkvertragingsinformatie.

19. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij het verzenden wordt uitgevoerd terwijl het eerste inhoudafspeelinrichting het inhoudsitem afspeelt, een ander inhoudsitem afspeelt of een inhoudsitem niet speelt.

20. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij het verzenden wordt uitgevoerd terwijl het eerste inhoudafspeelapparaat de content afspeelt, en waarbij het verzenden zodanig wordt uitgevoerd dat het tweede inhoudafspeelapparaat de content afspeelt synchroon met het eerste inhoudafspeelapparaat .

21. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij het ontvangen wordt uitgevoerd terwijl het eerste inhoudafspeelapparaat de content afspeelt, en waarbij het ontvangen content zodanig wordt uitgevoerd dat het tweede inhoudafspeelapparaat de content afspeelt synchroon met het eerste inhoudafspeelapparaat .

22. Werkwijze volgens een of meerdere voorgaande conclusies, waarbij één of meerdere inhoudafspeelinrichtingen datacommunicatie heeft met één of meerdere inhoudafspeelapparaten, en verder omvattende het verzenden van de content met behulp van een multicasting-methode naar ten minste één inhoudafspeelinrichtingen.