BE1027687B1 - Dierenvoer, gebruik daarvan en werkwijze voor het produceren van het genoemde dierenvoer - Google Patents

Dierenvoer, gebruik daarvan en werkwijze voor het produceren van het genoemde dierenvoer Download PDF

Info

Publication number
BE1027687B1
BE1027687B1 BE20195722A BE201905722A BE1027687B1 BE 1027687 B1 BE1027687 B1 BE 1027687B1 BE 20195722 A BE20195722 A BE 20195722A BE 201905722 A BE201905722 A BE 201905722A BE 1027687 B1 BE1027687 B1 BE 1027687B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
feed
animal
particles
animal feed
food
Prior art date
Application number
BE20195722A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027687A1 (nl
Inventor
Linda Marie Gould
Original Assignee
Emgee Trading Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Emgee Trading Bvba filed Critical Emgee Trading Bvba
Priority to BE20195722A priority Critical patent/BE1027687B1/nl
Priority to PCT/EP2020/079247 priority patent/WO2021074402A1/en
Priority to EP20790010.1A priority patent/EP4044825A1/en
Publication of BE1027687A1 publication Critical patent/BE1027687A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027687B1 publication Critical patent/BE1027687B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K20/00Accessory food factors for animal feeding-stuffs
    • A23K20/20Inorganic substances, e.g. oligoelements
    • A23K20/28Silicates, e.g. perlites, zeolites or bentonites
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/10Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for ruminants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/20Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for horses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/40Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for carnivorous animals, e.g. cats or dogs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/50Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for rodents
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23KFODDER
    • A23K50/00Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
    • A23K50/70Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for birds
    • A23K50/75Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for birds for poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Fodder In General (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dierenvoer, waarbij het genoemde dierenvoer diatomeeënaarde (DE)-deeltjes omvat, waarbij de genoemde DE-deeltjes aanwezig zijn in het genoemde voeder bij een deeltjesdichtheid tussen 0,2 en 600 mg per cm³ voeder. De uitvinding heeft ook betrekking op het gebruik van het dierenvoer als profylactische en therapeutische antiwormbehandeling, en een werkwijze voor het produceren van het genoemde dierenvoer.

Description

DIERENVOER, GEBRUIK DAARVAN EN WERKWIJZE VOOR HET PRODUCEREN VAN HET GENOEMDE DIERENVOER
GEBIED VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dierenvoer, waarbij het genoemde dierenvoer diatomeeënaarde omvat. De uitvinding heeft verder betrekking op het gebruik van het genoemde dierenvoer en een werkwijze voor het produceren van het genoemde dierenvoer.
ACHTERGROND Gastro-intestinale wormen kunnen een invloed hebben op dieren van alle leeftijden.
De huidige werkwijze voor het behandelen en voorkomen van gastro-intestinale wormen is door farmaceutische tabletten, vloeistoffen of injecties die bedoeld zijn voor het verstoren van het zenuwstelsel van de wormen hetgeen resulteert in hun verlamming en dood. Deze farmaceutische ontwormingstabletten, ‘spot-on’ vloeistoffen en injecties kunnen braken, diarree of losse stoelgang, verlies van eetlust, lethargie, en gastro-intestinale ongesteldheid veroorzaken. Veel landbouwers en eigenaars van huisdieren maken zich zorgen over de nevenwerkingen van farmaceutische producten op de gezondheid van hun dieren. Er is een toenemende vraag naar veilige, natuurlijke en consistente werkwijzen voor het ontwormen van dieren.
Het Amerikaanse octrooischrift US 3 539 685 beschrijft een proces voor het elimineren van wormen uit geïnfecteerde dieren door het toedienen daaraan van doeltreffende hoeveelheden van diatomeeënaarde bevattende ten minste 70 % silica afgeleid van diatomen.
Het Amerikaanse octrooischrift US 2017 020 224 4 beschrijft samenstellingen en combinaties die kunnen worden gebruikt in combinatie met dierenvoer om te helpen de gezondheid en het welzijn van dieren te behouden en/of te verbeteren. Een belangrijke samenstelling die hierin is beschreven, omvat silica, meer in het bijzonder 1 tot 40 gewichtsprocent silica.
De methode voor het toedienen van DE aan dieren kan het willekeurig mengen omvatten van DE met een voeder, hetgeen resulteert in een inconsistente dosering en een mogelijke weigering door het dier om het voeder te eten. De DE kan ook ter beschikking van het dier gesteld worden op een vrije voederbasis. Inademing van DE kan echter ademhalingsproblemen veroorzaken. Een andere methode voor het toedienen van DE aan dieren is door het besprenkelen ervan over het voeder. Dit kan ook resulteren in een onjuiste dosering van de DE omwille van de meetmethoden, of weigering door het dier om het voeder met DE daarop te eten. Bovendien zijn deze methodes slordig met een grote kans op verspilling en afval.
Er is nood aan een veilige en doeltreffende methode voor het toedienen van DE aan dieren. Bovendien moet de methode resulteren in een juiste dosering en opnamesnelheid van DE. De onderhavige uitvinding heeft als doel ten minste sommige van de bovengenoemde problemen en nadelen op te lossen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding en uitvoeringsvormen daarvan dienen voor het bieden van een oplossing voor een of meerdere van de bovengenoemde nadelen. Daartoe heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een dierenvoer volgens conclusie 1. Voorkeur dragende uitvoeringsvormen van het dierenvoer zijn getoond in enige der conclusies 2 tot 9. In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het gebruik van het dierenvoer volgens conclusie 10. In een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor de productie van een dierenvoer volgens conclusie 11. Voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de werkwijze zijn getoond in enige der conclusies 12 en 13.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van een dierenvoer omvattende diatomeeënaarde. Het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding biedt naast een hypoallergene evenwichtige voeding, een antiwormbehandeling. Het bieden van een dierenvoer dat intrinsiek ontwormend is, vermindert de kans op infestatie en verbetert de algemene gezondheid. Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die algemeen wordt begrepen door een vakman in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Verder zijn de definities van de termen opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen. Zoals hier gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenis:
“Een”, “de” en “het” zoals hier gebruikt, verwijzen zowel naar het enkelvoud als het meervoud, tenzij de context anders aangeeft. “Een compartiment” verwijst, bij wijze van voorbeeld, naar één of meer dan één compartiment. “Ongeveer” zoals hier gebruikt, dat verwijst naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, zelfs meer bij voorkeur +/-1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/-0,1% of minder van de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de beschreven uitvinding.
Het zal echter duidelijk zijn dat de waarde waarop de modificeerder “ongeveer” betrekking heeft, zelf ook specifiek beschreven wordt. “Omvatten”, “omvattende” en “omvat” en “bestaande uit” zoals hier gebruikt, zijn synoniem met “bevatten”, “bevattende” of “bevat” en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt bijv. een component en sluiten de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, niet uit.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijk in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een achtereenvolgende of chronologische volgorde, tenzij anders gespecificeerd.
Het zal duidelijk zijn dat de termen die aldus gebruikt zijn, onderling verwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding die hier beschreven zijn, in andere opeenvolgingen kunnen worden gebruikt dan hier beschreven of geïllustreerd.
Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten.
De uitdrukking "% in gewicht” verwijst, hier en doorheen de beschrijving tenzij anders gedefinieerd, naar het relatieve gewicht van de respectievelijke component gebaseerd op het totale gewicht van de formule.
Terwijl de term “een of meerdere” of “ten minste één”, zoals een of meerdere of ten minste één elementen van een groep elementen, per se duidelijk is, door middel van verdere voorbeelden, omvat de term onder andere een referentie naar enige één van de genoemde elementen, of naar enige twee of meerdere van de genoemde elementen, zoals bijv. enige 23, 24, >5, 26 of =7 enz. van de genoemde elementen, en maximum alle genoemde elementen.
DEFINITIES De term “dier” zoals hier gebruikt, verwijst naar een huisdier. Een huisdier kan worden beschouwd als een huisdier dat wordt grootgebracht in een landbouwbedrijf, dat vaak vee wordt genoemd. Niet-beperkende voorbeelden van vee zijn paarden, geiten, lama's, koeien, schapen, kippen, eenden, ganzen, varkens, ezels, kalkoenen. Een huisdier kan ook worden begrepen als een gezelschapsdier, waarvan honden, katten, konijnen, cavia's, hamsters, vissen, fretten, vogels, papegaaien, ratten, muizen niet-beperkende voorbeelden zijn.
Zoals hier gebruikt, zijn “dierenvoer”, “voeder voor huisdieren” of “droogvoer” allemaal bedoeld voor opname door het dier.
Zoals hier gebruikt, verwijst “natuurlijk” naar de oorspronkelijke staat van het product, dat wil zeggen het product zoals het in gedachten was. Natuurlijk geeft verder aan dat het product niet biologisch of chemisch behandeld werd. De enige toelaatbare verwerking is drogen, malen en/of zeven.
De term “droogvoermix” zoals hier gebruikt, verwijst naar een veelvoud aan droogvoer. Het droogvoer kan een verschillende grootte, smaak en/of kleur hebben.
Elk droogvoer, in de droogvoermix, omvat echter DE-deeltjes volgens de huidige uitvinding.
De term “natuurlijk DE” zoals hier gebruikt, betekent dat de DE niet gecalcineerd is, om veilig te zijn voor gebruik met en rond dieren. De DE is niet (bio)chemisch behandeld.
De term “in essentie vrij” of “in hoofdzaak vrij” verwijst naar kleine hoeveelheden van een specifiek ingrediënt in de droogvoermix. Afhankelijk van het ingrediënt kunnen deze hoeveelheden variëren tussen maximum 500 ppm tot maximum 1 ppm.
De term “diatomeeënaarde”, “kiezelgoer”, “amorfe siliciumdioxide”, “silica” en “diatomiet” worden hier onderling verwisselbaar gebruikt en verwijzen naar een natuurlijke diatomeeënaarde omvattende grote hoeveelheden amorfe silica en minimale hoeveelheden kristallijne silica. De diatomeeënaarde is bij voorkeur natuurlijke vers-water diatomeeënaarde, die natuurlijk gedroogd is, en die niet gecalcineerd is.
De term “concentratie” zoals hier gebruikt, verwijst naar de hoeveelheid DE in een droogvoer.
De term “deeltjesdichtheid” zoals hier gebruikt, verwijst naar een meting van een aantal deeltjes in een volume van een dierenvoer.
De deeltjesdichtheid heeft 5 betrekking op de dispersie van de deeltjes in het droogvoer, bij voorkeur de homogene dispersie van DE-deeltjes in het droogvoer.
Alle referenties die geciteerd zijn in de onderhavige specificatie worden hierbij in hun geheel opgenomen door verwijzing.
De beschrijving van alle referenties waar hier specifiek naar wordt verwezen, is in het bijzonder opgenomen door verwijzing.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die algemeen wordt begrepen door een vakman in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft.
Verder zijn de definities van de termen die gebruikt zijn in de beschrijving opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.
De termen of definities die hier gebruikt zijn, worden enkel gegeven om te helpen de uitvinding beter te begrijpen.
Referenties doorheen deze specificatie naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een bepaald kenmerk, een bepaalde structuur, of een bepaald kenmerk dat is beschreven in verband met de uitvoeringsvorm opgenomen is in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Het voorkomen van de uitdrukkingen “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm” op verschillende plaatsen doorheen deze specificatie verwijzen niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar kunnen dat doen.
Verder kunnen de bijzondere functies, structuren of kenmerken gecombineerd worden op enige geschikte manier, zoals duidelijk zal zijn voor een vakman op basis van deze beschrijving, in een of meerdere uitvoeringsvormen.
Verder, terwijl sommige uitvoeringsvormen die hier beschreven zijn, sommige, maar niet andere functies opnemen die zijn opgenomen in andere uitvoeringsvormen, zijn combinaties van functies van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om te vallen binnen het bereik van de uitvinding, en vormen ze verschillende uitvoeringsvormen, zoals duidelijk zal zijn voor de vakman.
In de volgende conclusies kunnen enige van de beschreven uitvoeringsvormen bijvoorbeeld gebruikt worden in enige combinatie.
Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dierenvoer, waarbij het genoemde dierenvoer diatomeeënaarde (DE)-deeltjes omvat, waarbij de genoemde DE-deeltjes aanwezig zijn in het genoemde voeder bij een deeltjesdichtheid tussen 0,2 en 600 mg per cm? voeder.
Diatomeeënaarde - ook bekend als DE, diatomiet, diatomeeënsilica, en kiezelgoer - is eigenlijk een niet-metalen mineraal dat bestaat uit skeletresten van microscopische enkelcellige wateralgen die diatomen worden genoemd. Diatomeeënaarde zoals het natuurlijk voorkomt, bestaat hoofdzakelijk uit amorfe silica, dat wil zeggen, niet-kristallijne siliciumdioxide. Het kan ook bestaan uit kleine hoeveelheden natuurlijk voorkomende kristallijne silica. Diatomieterts wordt gedolven en dan verwerkt voor het produceren van een eindproduct, een natuurlijk DE-product. Natuurlijke producten worden gedroogd bij relatief lage temperaturen. Deze natuurlijke producten zijn hoofdzakelijk gemaakt uit amorfe silica, maar kunnen minimale percentages van natuurlijk voorkomende kristallijne silica bevatten. De verdeling van DE-deeltjes in het genoemde dierenvoer, de homogeniteit van de DE-deeltjes binnen het genoemde dierenvoer, is het gunstigst. Bij voorkeur ligt de deeltjesdichtheid van de DE-deeltjes in het voeder tussen 0,4 en 550 mg DE per cm3, meer bij voorkeur tussen 0,6 en 510 mg DE per cm’, meer bij voorkeur tussen 0,7 en 400 mg DE per cm’, meer bij voorkeur tussen 0,8 en 300 mg DE per cm), meer bij voorkeur tussen 0,9 en 200 mg DE per cm?, meer bij voorkeur tussen 1 en 100 mg DE per cm*, meer bij voorkeur tussen 1,1 en 50 mg DE per cm, meer bij voorkeur tussen 1,1 en 40 mg DE per cm’, meer bij voorkeur tussen 1,1 en 30 mg DE per cm3, meer bij voorkeur tussen 1,2 en 28 mg DE per cm”, meest bij voorkeur 1,25 en 27,5 mg DE per cm’. De deeltjesdichtheid volgens de onderhavige uitvinding vermijdt afwijkingen van smaak, kleur of geur, aangezien de DE-deeltjes gelijk verdeeld zijn in het voeder. Daarom zullen de dieren niet weigeren het voeder te eten, en zullen ze juiste hoeveelheden van het dierenvoer consumeren.
Verschillende types van dierenvoer kunnen worden gegeven. Droog dierenvoer, zoals droogvoer, gepelletiseerd voeder, vlokken of andere is één type dierenvoer. Een tweede type dierenvoer is nat dierenvoer, met inbegrip van pasta of vloeibaar voeder. Het dierenvoer kan worden verkocht in zakken, blikken, bakjes, zakjes of andere houders die geschikt zijn voor het veilig en vers bewaren van het dierenvoer.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het dierenvoer een droge voedermix, en zijn de genoemde DE-deeltjes verdeeld binnen een droogvoer bij een concentratie tussen 0,1 en 150 mg DE per droogvoer.
Elk droogvoer heeft een vaste hoeveelheid DE-deeltjes.
Deze DE-deeltjes zijn verdeeld binnen het droogvoer, om een juiste dosering per droogvoer toe te laten.
De concentratie ligt bij voorkeur tussen 0,5 en 130 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur 1 en 100 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur tussen 1,5 en 70 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur tussen 1,8 en 25 mg DE per droogvoer, meest bij voorkeur tussen 1,9 en 13 mg DE per droogvoer, meest bij voorkeur tussen 2 en 7 mg DE per droogvoer.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm heeft het droogvoer een concentratie van maximum 150 mg DE per droogvoer.
De concentratie bedraagt bij voorkeur maximum 130 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 110 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 90 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 70 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 50 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 30 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 20 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 15 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 13 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 11 mg DE per droogvoer, meer bij voorkeur maximum 9 mg DE per droogvoer, meest bij voorkeur maximum 7 mg DE per droogvoer.
Bovendien kan de droge voedermix gemakkelijk worden gehanteerd en verdeeld door de landbouwer of eigenaar van een huisdier.
Het droogvoer is aantrekkelijk voor dieren en behoudt daarnaast de gezondheid van de tanden.
De DE wordt gedolven, gedroogd, gemalen, gezeefd en in zakken gestoken.
De resulterende DE-deeltjes zijn niet biologisch of chemisch behandeld en zijn daarom in essentie vrij van gevaarlijk kristallijne silica.
In een specifiek voorkeur dragende uitvoeringsvorm van het dierenvoer omvatten de DE-deeltjes 75 tot 96% amorfe silica en spoormineralen aan gehalte.
DE bevat verschillende hoeveelheden silica, afhankelijk van de leeftijd van de afzetting.
Daarnaast kunnen de soorten diatoom ook verschillen onder afzettingen.
Daarom zijn de DE-deeltjes volgens de onderhavige uitvinding gedolven uit vers water.
De DE-deeltjes omvatten bij voorkeur 76 tot 96 % amorfe silica (SIO2)n, meer bij voorkeur 77 tot 96 %, meer bij voorkeur 78 tot 96 %, meer bij voorkeur 79 tot
96 %, meer bij voorkeur 80 tot 96 %, meest bij voorkeur 80 tot 95 % amorfe silica.
Bovendien is DE rijk aan spoormineralen en kunnen ze de voedingsstatus van de dieren verbeteren die het eten.
Niet-beperkende voorbeelden van spoormineralen zijn ijzer, mangaan, koper, jood, zink, kobalt, fluoride en selenium.
DE is meestal amorfe silica, maar kan bepaalde kristallijne silica bevatten, in het bijzonder in de zoutwatervormen.
Hoge concentraties kristallijne silica zijn gevaarlijk en niet geschikt voor consumptie.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm zijn de DE-deeltjes in essentie vrij van kristallijne silica.
De DE-deeltjes omvatten bij voorkeur maximum 1,0 % kristallijne silica, meer bij voorkeur maximum 0,9 % silica, meer bij voorkeur maximum 0,8 % silica, meer bij voorkeur maximum 0,7 % silica, meer bij voorkeur maximum 0,6 % silica, meer bij voorkeur maximum 0,5 % silica, meer bij voorkeur maximum 0,4 % silica, meer bij voorkeur maximum 0,3 %, meer bij voorkeur maximum 0,2 % silica, meer bij voorkeur maximum 0,1 % silica, meer bij voorkeur maximum 0,05 % silica, meer bij voorkeur maximum 0,01 % silica.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm hebben de DE-deeltjes een gemiddelde deeltjesgrootte van 0,1 tot 20 um.
Een vakman is vertrouwd met de bepaling van de (gemiddelde) deeltjesgrootte.
Afhankelijk van de grootte van de deeltjes dragen andere technieken voor het bepalen van de gemiddelde deeltjesgrootte de voorkeur.
Elektronenmicrografieken en laserdiffractie kunnen worden gebruikt voor het bepalen van de deeltjesgrootte van de DE-deeltjes.
De gemiddelde deeltjesgrootte bedraagt maximum 20 um, meer bij voorkeur maximum 19 um, meer bij voorkeur maximum 18 um, meer bij voorkeur maximum 17 um, meer bij voorkeur maximum 16 um, meer bij voorkeur maximum 15 um, meer bij voorkeur maximum 14 um, meer bij voorkeur maximum 13 um, meer bij voorkeur maximum 12 um De gemiddelde deeltjesgrootte ligt bij voorkeur tussen 0,5 en 19 um, meer bij voorkeur tussen 1 en 18 um, meer bij voorkeur tussen 2,5 en 17 um, meer bij voorkeur tussen 4 en 16 um, meer bij voorkeur tussen 5,5 en 15 um, meer bij voorkeur tussen 7 en 14 um, meer bij voorkeur tussen 8,5 en 13,5 um, meer bij voorkeur tussen 10 en 13 um, meer bij voorkeur tussen 10,5 en 13 um, meer bij voorkeur tussen 11 en 12,5 um, meer bij voorkeur tussen 11,5 en 12,5 um. De gemiddelde deeltjesgrootte bedraagt bij voorkeur 12 um.
De gemiddelde deeltjesgrootte van de DE-deeltjes laat een gelijkmatige verdeling van de deeltjes binnen het dierenvoer toe. Bovendien verbetert de gemiddelde deeltjesgrootte van de DE-deeltjes de biobeschikbaarheid van de voedingsstoffen in het dierenvoer. De bioverteerbaarheid van de voedingsstoffen in het dierenvoer bedraagt ten minste 70%. De bioverteerbaarheid van de voedingsstoffen in het dierenvoer bedraagt bij voorkeur ten minste 75 %, meer bij voorkeur 80%, meer bij voorkeur 85%, meer bij voorkeur 90%. De hoge bioverteerbaarheid van het dierenvoer volgens de huidige uitvinding verbetert verder de gezondheid van de dieren die het eten. In een uitvoeringsvorm van het dierenvoer zijn de DE-deeltjes in essentie vrij van zware metalen. Arseen en lood zijn welbekende zware metalen. Als een natuurlijk voorkomend element is het niet mogelijk arseen en lood volledig uit de omgeving te verwijderen. Daarnaast produceert behandeling van DE om het gehalte aan zware metalen te verminderen, gevaarlijk kristallijn silica. Minimale hoeveelheden van arseen en lood zijn aanwezig in DE-deeltjes. De gehaltes aan arseen en lood zijn veilig voor consumptie. De DE-deeltjes omvatten minder dan 50 ppm arseen. De DE-deeltjes omvatten bij voorkeur minder dan 45 ppm, meer bij voorkeur minder dan 40 ppm, meer bij voorkeur minder dan 35 ppm, meer bij voorkeur minder dan 30 ppm, meer bij voorkeur minder dan 25 ppm, meer bij voorkeur minder dan 20 ppm, meer bij voorkeur minder dan 15 ppm arseen, meer bij voorkeur minder dan 10 ppm, meer bij voorkeur minder dan 7 ppm, meer bij voorkeur minder dan 5 ppm arseen. De DE-deeltjes omvatten bovendien minder dan 50 ppm lood. De DE-deeltjes omvatten bij voorkeur minder dan 45 ppm, meer bij voorkeur minder dan 40 ppm, meer bij voorkeur minder dan 35 ppm, meer bij voorkeur minder dan 30 ppm, meer bij voorkeur minder dan 25 ppm, meer bij voorkeur minder dan 20 ppm, meer bij voorkeur minder dan 15 ppm, meer bij voorkeur minder dan 10 ppm, meer bij voorkeur minder dan 7 ppm, meer bij voorkeur minder dan 5 ppm lood. De hoeveelheid fluor in de DE-deeltjes is ook veilig voor consumptie omdat minder dan 800 ppm fluor aanwezig is. Meer bij voorkeur omvatten de DE-deeltjes minder dan 750 ppm, meer bij voorkeur minder dan 700 ppm; meer bij voorkeur minder dan 650 ppm, meer bij voorkeur minder dan 600 ppm, meer bij voorkeur minder dan 550 ppm, meer bij voorkeur minder dan 500 ppm.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van het dierenvoer zijn de DE-deeltjes food-grade. De DE-deeltjes omvatten bij voorkeur minder dan 1,0% kristallijne silica en zijn natural grade. De DE-deeltjes bevatten bij voorkeur niet meer dan 10 ppm arseen en niet meer dan 10 ppm lood. De DE-deeltjes zijn daarom veilig voor gebruik in het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding, en kunnen dagelijks worden geconsumeerd volgens de voorgeschreven hoeveelheid voeder, zonder enige nadelige effecten. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van het dierenvoer omvat de droogvoermix verder een eiwitsamenstelling omvattende ten minste twee verschillende dierlijke eiwitbronnen die zijn geïsoleerd uit dezelfde dierengroep, en heeft de genoemde droogvoermix een gehalte aan onbewerkte eiwitten tussen 20 en 60% in gewicht.
Deze uitvoeringsvorm biedt een dierenvoer van een hoge kwaliteit. De eiwitbronnen die zijn opgenomen in het genoemde voeder zijn van dierlijke oorsprong en zijn daarom van een hoge kwaliteit. De eiwitbronnen zijn bij voorkeur geïsoleerd uit dezelfde dierengroep gekozen uit de groepen van kippen, beenvissen, runderachtigen, hazen of herten. Soorten die tot deze dierengroepen behoren, bieden hypoallergeen materiaal en dragen daarom de voorkeur in het voeder.
Daarnaast bieden de eiwitbronnen essentiële aminozuren en vereiste voedingsstoffen voor de gezondheid van het dier. De verschillende eiwitbronnen zijn bij voorkeur geselecteerd doordat ze complementair zijn in het bieden van de essentiële aminozuren.
In een bijzonder voorkeur dragende uitvoeringsvorm omvat het voeder een of meerdere aanvullende ingrediënten die geselecteerd zijn uit de groep bestaande uit groenten, fruit, botanische kruiden en/of specerijen. Deze aanvullende ingrediënten bieden de vereiste koolhydraten, vezels, antioxidanten, vitamines, spoorelementen en mineralen in de voeding, en vullen het dierenvoer aan. De genoemde ingrediënten zijn bij voorkeur niet afkomstig van GGO's.
Voorkeur dragende groenten die zijn opgenomen in het dierenvoer zijn geselecteerd uit de groep omvattende zoete aardappel, luzerne, erwten, lijnzaad, wortelen, pompoen en spinazie.
Fruit is bij voorkeur geselecteerd uit de groep omvattende Amerikaanse veenbessen, appelen en peren. De groenten en het fruit zijn bij voorkeur gedroogd.
Botanische kruiden zijn bij voorkeur gekozen uit de groep omvattende rozemarijn, paardenbloem, jeneverbes, zoethout, engelwortel, rozenbottel, kamille, klis, brandnetel, anijszaad, fenegriek, pepermunt, goudsbloem, marshmallow, venkel, kurkuma, mariadistel, Yucco schidigera, en cinnamon.
Wortels, bladeren, zaden of bloemen van de botanische kruiden worden bij voorkeur gebruikt.
De botanische kruiden zijn bij voorkeur gedroogd.
Extracten van botanische kruiden worden bij voorkeur gebruikt.
Verder omvat het dierenvoer bij voorkeur therapeutische niveaus van botanische voedingskruiden.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm omvat het dierenvoer een vetsamenstelling.
De vetsamenstelling heeft bij voorkeur een totale concentratie tussen 4 en 24 % in gewicht van het dierenvoer.
De concentratie ligt bij voorkeur tussen 4 en 22 % in gewicht, meer bij voorkeur tussen 4,5 en 20 % in gewicht.
De genoemde vetsamenstelling omvat bij voorkeur vetzuren, bij voorkeur vetzuren die zijn gekozen uit de groep omvattende linolzuur, alfa-linolzuur, eicosapentaeenzuur (EPA), en/of docosahexaanzuur (DHA). Deze vetzuren verminderen de incidentie van cardiovasculaire aandoeningen.
Het dierenvoer omvat bij voorkeur algen, bijvoorbeeld Schizochytrium limacinum.
De genoemde algen bieden docosahexaanzuur (DHA), een lange-keten, hoogst verzadigd omega-3 vetzuur, dat de algemene ontwikkeling en gezondheid verbetert.
In een niet-limitatief voorbeeld omvat de vetsamenstelling verder archidonzuur en taurine.
Sommige dieren hebben voedingsvereisten voor deze laatste, zoals bijvoorbeeld katten.
Het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding omvat antioxidanten, spoorelementen, mineralen en vitamines.
Calcium, natrium, chloor, mangaan, fosfor, koper, magnesium, zink, kalium, ijzer, jood en/of selenium zijn bij voorkeur opgenomen in het dierenvoer in een nutritioneel geschikte hoeveelheid.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het dierenvoer verder supplementen die zijn geselecteerd uit de groep bestaande uit glucosamine, methylsulfonylmethaan (MSM), en/of chondroïtinesulfaat.
Deze supplementen herstellen of behouden de vitaliteit van het dier door de functionaliteit van het muscoskeletale systeem, d.w.z. gewrichten, ligamenten, spieren, pezen, enz., te ondersteunen.
In een bijzonder voorkeur dragende uitvoeringsvorm is het dierenvoer een voeder voor huisdieren dat geschikt is om te worden gegeven aan een hond, konijn, fret, cavia of kat. In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm is het dierenvoer in hoofdzaak vrij van vleesnevenproducten, gluten of graan. Het dierenvoer is van een hoge kwaliteit, en bevat daarom geen vleesnevenproducten, gluten of graan. Het dierenvoer omvat bij voorkeur geen kunstmatige smaakstoffen, kleurstoffen, bewaarmiddelen, genetisch gewijzigde organismen (GGO's), of vulstoffen.
Het dierenvoer is geoptimaliseerd voor een dier in alle fasen van de ontwikkeling. Afhankelijk van de leeftijd van het dier worden verschillende hoeveelheden van het dierenvoer toegediend, bij voorkeur oraal.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op het dierenvoer voor gebruik als profylactische en therapeutische antiwormbehandeling.
Naast de evenwichtige en hypoallergene voeding die wordt gegeven door het dierenvoer biedt het voeder ook een antiwormbehandeling. Door het op te nemen in het voeder in plaats van het te besprenkelen over het voeder verbetert de dosering en opnamesnelheid evenals het gemak voor de landbouwer of eigenaar van het huisdier. Door het op te nemen in het dierenvoer dat elke dag gegeven wordt, wordt daarenboven een consistente toediening bereikt die helpt bij het voorkomen van infestatie vanaf het moment waarop het dier wordt blootgesteld aan gastro-intestinale eitjes of larven in de omgeving. Kweekdieren lopen ook een lager risico op het doorgeven van de warmlarven aan hun jongeren via de moedermelk. Alle dieren zijn natuurlijk onderhevig aan infectie door parasitaire wormen, of ingewandswormen. Het merendeel van de ingewandswormen infecteren het spijsverteringskanaal, maar sommige worden ook gevonden in andere organen, zoals de hersenen, luchtpijp en ogen. Niet alle infecties door ingewandswormen veroorzaken een duidelijke klinische ziekte. De rondwormen (of nematoden) en de platte wormen (met inbegrip van lintwormen of platwormen; en botten of — trematoden) zijn de twee belangrijkste klassen van ingewandswormen. Ingewandswormen zijn geselecteerd uit de groep omvattende rondwormen (nematoden), mijnwormen, zweepwormen, botten (trematoden), en lintwormen (cestoden).
Jonge dieren kunnen geïnfecteerd worden door embryo-eitjes in hun omgeving of door het inslikken van wormenlarven door de moedermelk.
Jongvolwassen en volwassen dieren kunnen geïnfecteerd worden door te likken aan de poten na te stappen door verontreinigde grond, coprofagie of door knaagdieren te eten.
Sommige dieren vertonen geen teken van een worminfestatie en de aandoening wordt mogelijk niet opgemerkt tot de infestatie ernstig is en het een invloed heeft op de gezondheid van het dier.
Mensen kunnen bepaalde wormen oplopen door honden, hoewel dit zeldzaam is.
Toxocara canis, Toxocara cati, Toxascaris leonine zijn niet-beperkende voorbeelden van rondwormen die het dier kunnen infecteren.
Infestaties zijn vaak het resultaat van het eten van geïnfecteerde prooien zoals muizen, blootstelling aan verontreinigde grond, of worden vaak doorgegeven door de moedermelk.
Rondwormen infecteren het maagdarmkanaal aanvankelijk, maar banen zich daarna een weg in andere lichaamsweefsels en organen.
Naarmate de larven groeien, migreren ze door de lever en in de longen waar ze zich ontwikkelen en verder omhoog naar de luchtwegen gaan waar ze opgehoest en opnieuw ingeslikt worden om te rijpen tot volwassen dieren die eitjes produceren in de dunne darm.
Infestaties bij jonge honden kunnen fataal zijn en mensen kunnen ook worden geïnfecteerd.
Larven kunnen worden gedragen door de bloedstroom naar andere delen van het lichaam en blijven sluimeren in de weefsels gedurende jaren voordat ze opnieuw actief worden wanneer het immuunsysteem wordt onderdrukt. 7. leonina migreren niet door het lichaam, maar blijven in de darmen.
Beide types van rondwormen absorberen voedingsstoffen uit de darmen van het geïnfecteerde dier.
Verder zijn ook Obeliscoides cuniculi, Trichnella spiralis, Heterakis gallinarum, — Ascaridia galli, Ascaris suum, en Parascaris equorum niet-beperkende voorbeelden van rondwormen.
Niet-beperkende voorbeelden van mijnwormen zijn Ancylostoma tubaeforme, Ancylostoma braziliense, Ancylostoma caninum, Ancylostoma ceylanicum, en Unicaria stenocephala.
Dieren geraken geïnfecteerd door het opnemen van larven in de omgeving, door het eten van geïnfecteerde knaagdieren, of door het dringen van larven door de huid.
De levenscyclus van de mijnworm is gelijkaardig aan deze van rondwormen doordat ze migreren doorheen het lichaam en in de longen alvorens in de dunne darm terecht te komen om te rijpen tot volwassen dieren die eitjes produceren.
Omwille van de hoeveelheid voedingsstoffen scheuren ze zich af van hun gastheer, mijnwormen kunnen fataal zijn voor jonge kitten of puppy's.
Mensen kunnen ook geïnfecteerd worden.
Trichuris vulpis is een niet-beperkend voorbeeld van zweepwormen. Deze interne parasieten leven in de dikke darm en extraheren niet zoveel voedingsstoffen als andere types wormen. Daarom stellen ze minder problemen, huisdieren kunnen dus lange tijd geïnfecteerd zijn zonder dat dit gedetecteerd wordt.
Niet-beperkende voorbeelden van lintwormen zijn Dipylidium caninum, Echinococcus granulosus, Echinococcus multilocularis, Spirometra mansonoides, Taenia diphyllobothrium, Raillietina cesticullus en Mesocestoides species. Deze parasieten maken zich vast aan de dunne darm en absorberen voedingsstoffen naarmate voeding wordt opgenomen. Veel binnenhuisdieren verwerven Dipylidium sp. door vlooien te eten. Mensen kunnen ook geïnfecteerd worden door onopzettelijk een vlooi te eten die de parasiet bevat. Het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding, omvattende de DE-deeltjes, laat een conditie binnen het lichaam van het dier toe die ongunstig is voor de parasitaire wormen. Bovendien voorkomt het genoemde dierenvoer de ontwikkeling van wormen in het lichaam van het dier. Vervolgens voorkomt en behandelt het genoemde dierenvoer een infestatie van parasitaire wormen in het dier, door de toevoer van voedingsstoffen, de opperhuidlaag, de voortplanting, verblijfplaats en/of migratie van de wormen te beïnvloeden. De hoeveelheid dierenvoer die wordt gegeven aan het dier is bij voorkeur doeltreffend voor het profylactisch behandelen van het dier. De hoeveelheid dierenvoer die wordt gegeven aan het dier is bij voorkeur doeltreffend voor het therapeutisch behandelen van het genoemde dier. Een derde aspect van de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van een dierenvoer, waarbij de genoemde DE-deeltjes worden toegevoegd aan het genoemde dierenvoer in een deeltjesdichtheid tussen 0,2 en 600 mg per cm? voeder. Veel processen kunnen worden gebruikt voor het produceren van dierenvoer. Niet- beperkende voorbeelden voor het produceren van dierenvoer zijn een bakproces, een inblikproces, extrusieproces, vacuümproces, vriesdroogproces, stoomproces, pelletiseerproces, of koudpersproces. Het dierenvoer wordt geproduceerd door het mixen van de ingrediënten zodat de deeltjesdichtheid van de DE-deeltjes in het voeder ligt tussen 0,2 en 600 mg per cm3 voeder. Bij voorkeur ligt de deeltjesdichtheid van de DE-deeltjes in het voeder tussen 0,4 en 550 mg DE per cm3, meer bij voorkeur tussen 0,6 en 510 mg DE per cm3, meer bij voorkeur tussen 0,7 en 400 mg DE per cm’, meer bij voorkeur tussen 0,8 en 300 mg DE per cm3, meer bij voorkeur tussen 0,9 en 200 mg DE per cm’, meer bij voorkeur tussen 1 en 100 mg DE per cm’, meer bij voorkeur tussen 1,1 en 50 mg DE per cm*, meer bij voorkeur tussen 1,1 en 40 mg DE per cm’, meer bij voorkeur tussen 1,1 en 30 mg DE per cm’, meer bij voorkeur tussen 1,2 en 28 mg DE per cm’, meest bij voorkeur 1,25 en 27,5 mg DE per cm. Een vakman is vertrouwd met de technieken voor het meten van de deeltjesdichtheid van een specifiek volume, die wordt uitgedrukt in eenheden gram per kubieke centimeter.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van het onderhavige aspect is het dierenvoer een droogvoermix, waarbij de genoemde werkwijze het mixen omvat van de ingrediënten voor de genoemde droogvoermix voor het verkrijgen van een droogvoermix, waarbij DE-deeltjes worden toegevoegd aan het mengsel en worden gedispergeerd in het genoemde mengsel voorafgaand aan de extrusie.
Het droogvoer wordt bij voorkeur geproduceerd door een extruder. Een extruder en het proces van het extruderen is bekend bij de vakman. De proteïneachtige bronnen van het vlees worden verwerkt door het verwarmen met een minimumtemperatuur van 82°C gedurende 10 min. Het verwerkte vlees heeft een pH die lager is dan 3,5. De droge ingrediënten worden bijeengebracht en gemixt bij de gepaste snelheid.
Een blender met groot lint wordt gewoonlijk gebruikt voor het mengen van de droge ingrediënten, hetgeen resulteert in een droge mix. Vervolgens wordt de droge mix gemengd met de juiste hoeveelheid vloeibare ingrediënten en verwerkt met behulp van een blender voor het creëren van een natte mix. De natte mix wordt overgebracht naar de extruder, waarbij een grote schroef de mix verplaatst, mixt en kookt bij een temperatuur van ten minste 90°C alvorens het te duwen door een matrijs waar het wordt gesneden tot een gepaste grootte. In een laatste stap wordt het droogvoer gedroogd bij een vochtgehalte tussen 1,0 en 9,5% in gewicht.
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding biedt een droogvoer, waarbij de concentratie en deeltjesdichtheid van de diatomeeënaarde in het droogvoer optimaal is, zodat het voeder dagelijks kan worden gegeven en profylactische en/of therapeutische antiwormbehandeling ondersteunt.
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding biedt een droogvoermix, waarbij elk droogvoer een consistente dosering van DE-deeltjes omvat, die gelijkmatig zijn verdeeld binnen het droogvoer.
In een voorkeur drangede uitvoeringsvorm van de werkwijze zijn de DE-deeltjes gedispergeerd om een concentratie tussen 0,1 en 150 g DE per kg droogvoer te hebben. Voorkeur dragende DE-concentraties in een droogvoer zijn hierboven beschreven.
De uitvinding zal verder beschreven worden door de volgende niet-limitatieve voorbeelden die de uitvinding verder illustreren, en die niet zijn bedoeld, en niet mogen worden geïnterpreteerd als zijn een beperking van het bereik van de uitvinding.
VOORBEELDEN De onderhavige uitvinding zal nu verder geïllustreerd worden met verwijzing naar de volgende voorbeeld(en). De onderhavige uitvinding is in geen geval beperkt tot de gegeven voorbeelden.
Voorbeeld 1: Antiwormbehandeling bij katten Een 5-jarige kat werd geïnfecteerd met Ancylostoma tubaeforme. Het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding werd ter beschikking gesteld van de kat. Het voeder voor huisdieren werd geproportioneerd volgens de leeftijd en activiteit van de kat. Een dagelijkse dosis van ongeveer 55 g werd gegeven. De kat had te allen tijde toegang tot vers en proper water. De hoeveelheid gegeven voeder werd geconsumeerd tegen het einde van de dag. Monsters van de stoelgang werden genomen en microscopisch gecontroleerd op eitjes voor flotatieanalyse. Binnen een week werd de hoeveelheid eitjes die gevonden werden in de stoelgang significant gereduceerd. Na tien dagen was de stoelgang vrij van eitjes. De voeding van de kat werd behouden en monsters van de stoelgang werden gecontroleerd na één maand, twee maanden, vier en zes maanden. De kat bleef gezond en werd behandeld voor de infestatie en nieuwe infestaties werden voorkomen. Het evenwichtige voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding dat werd gegeven aan de kat met de vereiste voedingsstoffen bood een therapeutische behandeling om de infestatie van Ancylostoma te overwinnen.
Voorbeeld 2: Antiwormbehandeling bij honden
Een vrouwelijke hond en haar jongen werden van nature geïnfecteerd met Toxocara canis.
De hond en haar 6 maanden oude puppy's kregen het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding.
Elke puppy kreeg 220 g van het dierenvoer.
Het voeder werd gegeven doordat elke puppy zijn eigen voederbak had en niet kon eten van het voeder van de andere puppy's.
De moederhond kreeg ook het voeder voor huisdieren toegediend, in een dagelijkse dosis van 340 g.
De hoeveelheid voeder werd berekend gebaseerd op de leeftijd en activiteit van de honden.
De honden werden gemonitord en er werden monsters van de feces afgenomen.
De monsters van de feces werden geanalyseerd.
Volwassen Toxocara canis wormen werden visueel geobserveerd in de feces van de moederhond.
Er werden dagelijks eitjes geteld gedurende vier weken.
Het aantal eitjes was significant verminderd na twee weken.
Na dag 7 werden er geen volwassen wormen meer geobserveerd in de feces van de moederhond.
De feces van de puppy's vertoonde nooit volwassen wormen, enkel eitjes.
De eitjes werden ook dagelijks geteld en waren significant verminderd na twee weken.
De honden werden verder gemonitord en waren volledig clean na twee maanden.
Voorbeeld 3: Vergelijkend voorbeeld inzake de antiwormbehandeling bij honden Twee 3-jarige honden werden geïnfecteerd met eitjes van Trichuris vulpis.
Eén hond (hond 1) kreeg het voeder volgens de onderhavige uitvinding, de tweede hond (hond 2) kreeg een gewoon dierenvoer voor honden dat handmatig werd gemengd met food-grade diatomeeënaarde zodat een opnamesnelheid van 1,1% DE-deeltjes voorzien werd.
Monsters van de feces werden genomen en microscopisch gecontroleerd op eitjes door streepjes- en flotatieanalyse.
Dagelijkse analyse van de monsters van de feces vertoonde een significant vermindering in Trichuris-eitjes na één week in de monsters van de stoelgang van hond 1, terwijl er voor hond 2 slechts een kleine vermindering in Trichuris-eitjes werd waargenomen.
Naast analyse van de monsters van de feces werden de gedragskenmerken van de twee honden gemonitord.
Hond 2 bleef een verminderde alertheid en vermoeidheid vertonen, terwijl hond 1 reeds een speelser gedrag vertoonde na twee weken therapie.
Na twee weken werden minimale hoeveelheden van Trichuris-eitjes geteld in de feces van hond 1 en na vier weken bleek hond 1 vrij van de parasieten.
Na vier weken vertoonde hond 2 slechts minimale hoeveelheden van Trichuris- eitjes, maar hij herviel na week zes ondanks de dagelijkse inname van het gewone dierenvoer met 1,1% DE-deeltjes.
Het voeder van hond 2 werd vervangen door het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding. Hond 2 had te kampen met de parasietinfectie en bleek vrij van parasieten na 5 weken inname van een dagelijkse dosis van het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding.
Voorbeeld 4: Profylactische antiwormbehandeling bij knaagdieren Een parasitologische studie werd uitgevoerd voor het bepalen van het profylactische effect van het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding bij muizen, ratten, konijnen, cavia's en hamsters. Er werd een testgroep en controlegroep gestart. Elke groep telde 10 dieren. De testgroep kreeg het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding, omvattende DE-deeltjes die een deeltjesdichtheid hebben van 5 g DE per cm? voeder. Voor elke dierengroep werd een controlegroep van 10 dieren voorzien. De controlegroep kreeg een gewoon dierenvoer voor knaagdieren, zonder diatomeeënaarde. Een dagelijkse portie van het dierenvoer werd gegeven en vers water met ad libitum werd voorzien. De jonge dieren kregen het dierenvoer. Zodra de dieren twee weken oud waren, werd de test- en controlegroep kort blootgesteld aan Trichnella species. De dieren werden gemonitord en dagelijks gecontroleerd op infestatie van Trichnella. Vers verzamelde monsters van feces werden verwerkt en grof en microscopisch onderzocht voor kwalitatief onderzoek, waarbij standaard procedures werden toegepast. Kort beschreven, werden monsters van feces verzameld in gesteriliseerde glazen flessen. Ze werden verwerkt door rechtstreekse smeer- en sedimentatietechnieken. Een druppel sediment werd onderzocht onder een laagvermogen objectief van een lichtmicroscoop. De identificatie van parasitaire eitjes gebeurde door morfologische kenmerken. De identificatie van de eitjes en wormen werd onderzocht met rechtstreekse microscopie. Wanneer het noodzakelijk was, werden kleuringen uitgevoerd voor het vergemakkelijken van de identificatie. De dieren van de test- en controlegroep werden geëvalueerd gedurende de volgende 8 weken. Bijna alle dieren van de controlegroep hadden een infestatie met Trichnella, aangezien eitjes werden geobserveerd in de monsters van de feces. In de testgroep was 18% geïnfecteerd met 7richnella sp.. De infecties waren slechts minimaal aangezien eitjes sporadisch werden geobserveerd in de feces en er geen verdere infestatie werd vastgesteld. Voorbeeld 5: Antiwormbehandeling bij gevogelte Vrijlopend gevogelte loopt een hoog risico op parasietinfecties. Zware belastingen van parasieten kunnen gezondheidsimplicaties hebben voor de hennen, zoals verminderde gewichtstoename en groei, verminderde productie van eitjes, verhoogde mortaliteit, en mogelijks anemie.
3 maanden oude hennen werden geïnfecteerd met Heterakis gallinarum door het besmetten van het voeder van de hennen met eitjes van Heterakis gallinarum.
Na twee weken werden de hennen gecontroleerd op infestatie van Heterakis gallinarum.
Er werd bevestigd dat alle hennen ernstig geïnfecteerd waren met de parasiet.
Vervolgens werden de hennen verdeeld in vier groepen, waarbij Groep I een normale voeding voor kippen kreeg, aangevuld met 60 ppm mebendazol.
Groep I werd slechts gedurende 2 weken behandeld met mebendazol, aangezien deze periode aanbevolen werd.
Groep II ontving een normale voeding voor gevogelte aangevuld met 2 m% diatomeeënaarde.
Groep II ontving het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het voeder DE-deeltjes omvat met een deeltjesdichtheid van x mg per cm3 voeder.
Groep IV werd gebruikt als een controle en kreeg de normale voeding voor gevogelte.
Vers water werd ad libitum voorzien.
Vijftig hennen (12 hennen / groep) werden willekeurig geselecteerd en herhaaldelijk onderzocht met een interval van twee weken tussen de leeftijd van 14 en 24 weken.
Feces werd verzameld door het plaatsen van de hennen in individuele hokken.
Parasieteitjes werden gekwantificeerd met behulp van de flotatiemethode.
Tabel 1 Overzicht van de infestatie van Heterakis gallinarum bij hennen. ‘++++" geeft zwaar geïnfecteerde hennen aan, aangezien volwassen parasieten en eitjes gevonden werden in de monsters van de feces; ‘+++’ zijn minder ernstig geïnfesteerde hennen, aangezien enkel eitjes gevonden werden in de monsters van de feces; ‘++’ is nog minder ernstig, aangezien minimale hoeveelheden van eitjes gevonden werden in de monsters van de feces; en ‘+’ betekent niet ernstig, aangezien eitjes sporadisch gevonden worden in de monsters van de feces, en ‘-" betekent vrij van Heterakis gallinarum. |__| waa | wıe | wig | w20 | W22 | w24 Groep] za | +++ | 4 | + | + 1 | Zoals in Tabel 1 is getoond, vertoonden de hennen die gevoederd werden met het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding geen tekenen van infestatie door Heterakis gallinarum na 12 weken behandeling.
Verdere monitoring van de hennen in de volgende maand bevestigde de infestatievrije status.
Voorbeeld 6: Antiwormbehandeling bij vee Worminfecties zijn een belangrijke oorzaak van verloren productiviteit bij vee wereldwijd, waardoor vaak een antiwormbehandeling noodzakelijk is.
Een groot deel van de antiwormbehandelingen worden echter onzorgvuldig gebruikt omdat de parasietniveaus te laag zijn om behandeling te rechtvaardigen of omdat de behandelingen niet correct geprogrammeerd zijn, hetgeen resulteert in ondermaatse behandeling of bovenmaatse behandeling.
Koeien kregen het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding, omvattende DE- deeltjes, toegediend.
Ook geiten, schapen en varkens kregen het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding, omvattende DE, toegediend.
Alle dieren werden gemonitord op gastro-intestinale wormen, door een maandelijkse evaluatie van de feces.
Deze studie ondersteunde de profylactische en therapeutische antiwormbehandeling van het dierenvoer volgens de onderhavige uitvinding.
Slechts minimale infestaties van gastro-intestinale wormen werd geobserveerd bij 10% van de dieren.
Een gelijkaardige studie werd uitgevoerd bij paarden, muildieren en ezels, en vertoonde dezelfde positieve impact op de gezondheid van de dieren, doordat geen of eerdere minimale worminfectie werd geobserveerd.
Op voordelige wijze zijn er geen ontwormingsproducten nodig voor de behandeling van de dieren, het dierenvoer zelf was voldoende om de infestatie te behandelen.

Claims (13)

CONCLUSIES
1. Een dierenvoer, met het kenmerk dat het genoemde dierenvoer diatomeeënaarde (DE)-deeltjes omvat, waarbij de genoemde DE-deeltjes aanwezig zijn in het genoemde voeder bij een deeltjesdichtheid tussen 0,2 en 600 mg per cm? voeder.
2. Dierenvoer volgens conclusie 1, waarbij het dierenvoer een droge voedermix is, en waarbij de genoemde DE-deeltjes verdeeld zijn binnen een droogvoer bij een concentratie tussen 0,1 en 150 mg per droogvoer.
3. Dierenvoer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk kat de genoemde DE- deeltjes food-grade zijn.
4. Dierenvoer volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat de genoemde DE-deeltjes 75 tot 95% amorfe silica en spoormineralen omvatten.
5. Dierenvoer volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 4, met het kenmerk dat de genoemde DE-deeltjes een gemiddelde deeltjesgrootte van 0,1 tot 20 um hebben.
6. Dierenvoer volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 5, met het kenmerk dat de genoemde DE-deeltjes in essentie vrij zijn van zware metalen.
7. Dierenvoer volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 6, met het kenmerk dat de droogvoermix verder een eiwitsamenstelling omvat omvattende ten minste twee verschillende dierlijke eiwitbronnen die zijn geïsoleerd uit dezelfde dierengroep, en waarbij de genoemde droogvoermix een gehalte aan onbewerkte eiwitten tussen 20 en 60% in gewicht heeft.
8. Dierenvoer volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 7, met het kenmerk dat het genoemde dierenvoer een voeder voor huisdieren is dat geschikt is om te geven aan een hond, konijn, fret, cavia of kat.
9. Dierenvoer volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 8, met het kenmerk dat het genoemde voeder in hoofdzaak vrij is van vleesnevenproducten, gluten of graan.
10.Dierenvoer volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 9, voor gebruik als profylactische en therapeutische antiwormbehandeling.
11.Een werkwijze voor het produceren van een dierenvoer, waarbij de genoemde DE-deeltjes worden toegevoegd aan het genoemde dierenvoer in een deeltjesdichtheid tussen 0,2 en 600 mg per cm* voeder.
12.Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het genoemde dierenvoer een droogvoermix is, waarbij de genoemde werkwijze het mixen omvat van de ingrediënten voor het genoemde droogvoer en het extruderen van het genoemde mengsel voor het verkrijgen van een droogvoermix, met het kenmerk dat DE-deeltjes worden toegevoegd aan het mengsel en worden gedispergeerd in het genoemde mengsel voorafgaand aan de extrusie.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de genoemde DE-deeltjes zijn gedispergeerd om een concentratie tussen 0,1 en 150 mg per kg droogvoer te hebben.
BE20195722A 2019-10-18 2019-10-18 Dierenvoer, gebruik daarvan en werkwijze voor het produceren van het genoemde dierenvoer BE1027687B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195722A BE1027687B1 (nl) 2019-10-18 2019-10-18 Dierenvoer, gebruik daarvan en werkwijze voor het produceren van het genoemde dierenvoer
PCT/EP2020/079247 WO2021074402A1 (en) 2019-10-18 2020-10-16 Animal feed, use thereof and method of producing said animal feed
EP20790010.1A EP4044825A1 (en) 2019-10-18 2020-10-16 Animal feed, use thereof and method of producing said animal feed

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195722A BE1027687B1 (nl) 2019-10-18 2019-10-18 Dierenvoer, gebruik daarvan en werkwijze voor het produceren van het genoemde dierenvoer

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027687A1 BE1027687A1 (nl) 2021-05-11
BE1027687B1 true BE1027687B1 (nl) 2021-05-18

Family

ID=69165239

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195722A BE1027687B1 (nl) 2019-10-18 2019-10-18 Dierenvoer, gebruik daarvan en werkwijze voor het produceren van het genoemde dierenvoer

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027687B1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3539685A (en) * 1967-10-27 1970-11-10 Frances S De Lisle Animal feed supplement and method of eliminating worms from animals
US20170202244A1 (en) * 2014-10-01 2017-07-20 Omnigen Research, Llc Compositions and combinations for use as food supplements for animals

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3539685A (en) * 1967-10-27 1970-11-10 Frances S De Lisle Animal feed supplement and method of eliminating worms from animals
US20170202244A1 (en) * 2014-10-01 2017-07-20 Omnigen Research, Llc Compositions and combinations for use as food supplements for animals

Non-Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
A T NKWANA ET AL: "THE EFFECT OF DIFFERENT INCLUSION LEVELS OF DIATOMACEOUS EARTH IN FEEDLOT DIETS ON THE PERFORMANCE OF LAMBS", 1 January 2019 (2019-01-01), pages 66 - 72, XP055701362, Retrieved from the Internet <URL:http://gadi.agric.za/Agric/Vol19No1_2019/Nkwana%20et%20al%202019%20The%20effect%20of%20different%20inclusion%20levels.pdf> [retrieved on 20200604] *
D.C. BENNETT ET AL: "Effect of diatomaceous earth on parasite load, egg production, and egg quality of free-range organic laying hens", POULTRY SCIENCE, vol. 90, no. 7, 1 July 2011 (2011-07-01), Oxford, pages 1416 - 1426, XP055701136, ISSN: 0032-5791, DOI: 10.3382/ps.2010-01256 *
FERNANDEZ M I ET AL: "EFFECT OF DIATOMACEOUS EARTH AS AN ANTHELMINTIC TREATMENT ON INTERNAL PARASITES AND FEEDLOT PERFORMANCE OF BEEF STEERS", ANIMAL SCIENCE, DURRANT, GB, vol. 66, no. 3, 1 June 1998 (1998-06-01), pages 635 - 641, XP000878728, ISSN: 1357-7298 *
WILLIAM QUARLES: "The IPM Practitioner Monitoring the Field of Pest Management Volume XIV, Number 5/6, May/June 1992 DIATOMACEOUS EARTH FOR PEST CONTROL", 1 June 1992 (1992-06-01), XP055329715, Retrieved from the Internet <URL:http://citeseerx.ist.psu.edu/viewdoc/download?doi=10.1.1.494.926&rep=rep1&type=pdf> [retrieved on 20161215] *

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027687A1 (nl) 2021-05-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2367195C2 (ru) Способы повышения качества жизни старого животного
EP3100616B1 (en) Methods for enhancing the quality of life of a growing animal
AU2019264860B2 (en) Sugar cane extracts for use in animal feeds
Singh et al. Effects of Aloe vera on dressing percentage and haemato-biochemidal parameters of broiler chickens.
Quaiyum et al. Effects of bamboo charcoal added feed on reduction of ammonia and growth of Pangasius hypophthalmus.
Oluwafemi et al. Effects of turmeric oil as a dietary supplement on the haematology and serum biochemical indices of broiler chickens
KR102234056B1 (ko) 도담쌀 성분을 포함하는 기능성 개껌 및 이에 의해 제조된 기능성 개껌
JP2014027929A (ja) 生物用飼料添加剤
Tenório et al. Effect of chamomile extract on the welfare of laying Japanese quail
US20180014556A1 (en) Animal feed supplement composition
EP4044825A1 (en) Animal feed, use thereof and method of producing said animal feed
BE1027687B1 (nl) Dierenvoer, gebruik daarvan en werkwijze voor het produceren van het genoemde dierenvoer
Agboola et al. Response of broiler chickens to Carica papaya and Talinium triangulare leaf meal under normal and subnormal diets
GB2589830A (en) Animal feed, use thereof and method of producing said animal feed
Liepa et al. Effects of Hippophae rhamnoides L. leaf and Marc extract with reduced tannin concentration on the health and growth parameters of newborn calves
Ingweye et al. Response of rabbit bucks to diets containing Aidan (Tetrapleura tetraptera) as feed additive
SN et al. The effect of Turmeric (Curcuma longa) powder on serum biochemical parameters of broilers
Sadarman et al. Propolis supplementation affects performance, intestinal morphology, and bacterial population of broiler chickens
Gandi et al. Haematology and serum biochemical indices of broiler chickens fed poultry by-product meal treated with ginger (Zingiber Officinale)
Al-Masri Productive performance of broiler chicks fed diets containing irradiated meat–bone meal
Silici et al. Effect of the propolis on the performance and carcass characteristics of growing quail.
Jiddah et al. Haematological parameters of broiler birds fed low levels of turmeric (Curcuma longa) powder as feed supplement.
Rodenbücher et al. Pumpkin seeds, lemongrass essential oil and ripleaf leaves as feed additives for Ascaridia galli infected laying hens
JP2007111018A (ja) 動物用飼料、動物の飼育方法、畜水産食品及び健康食品
Mokolopi et al. Effect of different levels of supplemental groundnut shells on haematological parameters of cattle during dry season in communal grazing areas of North West Province, South Africa.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210518