BE1027527B1 - Tuinboordsamenstel, werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord - Google Patents

Tuinboordsamenstel, werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord Download PDF

Info

Publication number
BE1027527B1
BE1027527B1 BE20195562A BE201905562A BE1027527B1 BE 1027527 B1 BE1027527 B1 BE 1027527B1 BE 20195562 A BE20195562 A BE 20195562A BE 201905562 A BE201905562 A BE 201905562A BE 1027527 B1 BE1027527 B1 BE 1027527B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
garden
spacer
assembly
board
side wall
Prior art date
Application number
BE20195562A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027527A1 (nl
Inventor
Paulus Henricus Umans
Original Assignee
Gr Plus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gr Plus filed Critical Gr Plus
Priority to BE20195562A priority Critical patent/BE1027527B1/nl
Priority to NL2026372A priority patent/NL2026372B1/nl
Publication of BE1027527A1 publication Critical patent/BE1027527A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027527B1 publication Critical patent/BE1027527B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/28Raised beds; Planting beds; Edging elements for beds, lawn or the like, e.g. tiles

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Abstract

Er is voorzien in een werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord omvattende: het samenstellen van een tuinboordsamenstel waarbij het samenstellen van een tuinboordsamenstel het vast verbinden van een eerste langwerpige tuinboordwanddeel met een tweede langwerpige tuinboordwanddeel met minstens twee afstandhouders omvat; het uitgraven van een geul; het plaatsen van het tuinboordsamenstel in de geul; het opvullen van de geul met een vulmateriaal; en het plaatsen van dekmateriaal op het vulmateriaal.

Description

Tuinboordsamenstel, werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord De uitvinding heeft betrekking op de tuinaanleg. Meer specifiek heeft de uitvinding betrekking tot een tuinboord en de plaatsing van deze tuinboord.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Een tuinboord is wel bekend en kan in een tuin gebruikt worden om perken of een gazon af te bakenen. Bij het aanleggen van tuinen kan een tuinboord voorzien worden tussen verschillende perken. De functie van deze boord kan bijvoorbeeld het scheiden van een grasperk en een bloemenperk zijn, bijvoorbeeld om tegen te gaan dat gewassen van het ene perk zich verspreiden naar het andere perk, of om tegen te gaan dat bodembedekking van het ene perk zich verspreidt over het andere perk. Ook kan een tuinboord een esthetische functie hebben om een perk te omzoomen. De tuinboord kan een stenen afboording zijn voorzien van randstenen of klinkers of een andersoortige verharding.
Op dit moment is de aanleg van een tuinboord, in het bijzonder van een tuinboord met verharding, een arbeidsintensief en duur proces dat relatief lang duurt. Vaak is een tuinboord ook niet gemakkelijk af te werken. Ook kan de tumboord na verloop van tijd verzakken, verschuiven of anderszins uit elkaar vallen, waardoor de kwaliteit van de tuinboord afneemt.
In de hedendaagse tuinaanleg gaat het aanleggen van een tuinboord als volgt. Eerst wordt een geul gegraven op de plaats waar de tuinboord komt te liggen. Daarna worden de wanden van deze geul gestut met, bijvoorbeeld, tijdelijke houten planken. Vervolgens wordt tussen deze gestutte wanden een stabilisatielaag aangebracht. De stabilisatielaag is vaak een mengeling van zand en cement. Na het aanbrengen van deze stabilisatielaag moet gewacht worden tot de laag voldoende gedroogd is. Daarna kan de laag met, bijvoorbeeld, klinkers afgewerkt worden. De tijdelijke houten planken dienen dan weer verwijderd te worden. In vele gevallen worden er echter miet voldoende houten planken voorzien om de hele tunboord in een keer aan te leggen. Er moet dan telkens gewacht worden tot een deel droog is alvorens aan het volgende deel van de tuinboord gewerkt kan worden. Ook worden de tijdelijke houten planken soms te vroeg weer verwijderd. Door deze wachttijden lopen niet alleen de loonkosten voor het plaatsen van een tuinboord op, maar kan het ook 19 tamelijk lang duren vooraleer een tumboord volledig is. Ook is het moeilijk om een tuinboord van constante kwaliteit en afmetingen te maken, bijvoorbeeld doordat de tijdelijke planken te vroeg worden weggenomen, of omdat het moeilijk blijkt om bij elke volgende strook de tijdelijke constructie op een reproductieve wijze te plaatsen. Daarnaast bieden de tijdelijke houten planken, alsook de daarin voorzien verharding, of ook eventuele boordstenen, weinig flexibiliteit voor het ontwerpen van een tuinboord. Vaak resulteert dit in een tuinboord bestaande uit rechte lijnen en rechte hoeken. Hierdoor wordt de creativiteit van de tuinarchitect beperkt en is deze vaak gebonden aan rechte lijnen. Het maken van bochten of gebogen delen is zo mogelijk nog arbeidsintensiever, aangezien er dan gewoonlijk ter plaatse stenen worden geslepen om ze in de gewenste bocht te doen passen Dit slijpen van stenen is arbeidsintensief en lastig om consistent uit te voeren. Er is derhalve nood aan een tuinafboording die eenvoudiger en/of minder arbeidsintensief en/of op een consistente wijze aan te leggen is.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Het is een doel van de uitvinding om een tuinboordsamenstel en een tuinboordwerkwijze te voorzien voor het aanleggen van tuinboorden waarbij het aanleggen op een eenvoudige en/of goedkope wijze kan worden gedaan. Bij voorkeur kan de loonkost voor het aanleggen van de tuinboord verlaagd worden en/of kan de flexibiliteit van de tuinboord verhoogd worden. Bij voorkeur kan de kwaliteit en/of consistentie van de aangelegde tuinboord worden verhoogd.
In een aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voorzien voor het plaatsen van een tuinboord omvattende het samenstellen van een tuinboordsamenstel waarbij het samenstellen van een tuinboordsamenstel het vast verbinden van een eerste tuinboordwanddeel met een tweede tuinboordwanddeel met minstens twee afstandhouders omvat; het uitgraven van een geul; het plaatsen van het tuinboordsamenstel in de geul; het opvullen van de geul met een vulmateriaal; en het plaatsen van dekmateriaal op het vulmateriaal. Door te voorzien in een tuinboordsamenstel kan de tuinboord op modulaire wijze worden aangelegd. Het tuinboordsamenstel blijft, in tegenstelling tot de tijdelijke constructies uit de stand van de techniek, permanent in de uitgegraven geul zitten. Dit vereenvoudigt en vergemakkelijkt het aanleggen van een tumboord. Ook kan de gehele tuinboord op een consistente en kwalitatieve manier worden aangelegd. Dit vergemakkelijkt nadien eveneens het aanbrengen van het dekmateriaal, zoals bijvoorbeeld, stenen, klinkers etc. Het vulmateriaal kan bijvoorbeeld zand, grond, kiezels, aarde of anderszins een combinatie ervan zijn, maar eventueel ook een cement-achtig materiaal zoals bijvoorbeeld stabilisé. Het vulmateriaal kan ook verschillende materialen omvatten, bijvoorbeeld eerst een laag zand of grond en vervolgens bijvoorbeeld een laag stabilisé. Het vulmateriaal is bedoeld als basis om het dekmateriaal op te plaatsen. Het dekmateriaal en/of het vulmateriaal kunnen naar wens van de klant gekozen worden, Bovendien is een dergelijk aangelegde tuinboord relatief stabiel, ook na verloop van tijd, en minder gevoelig voor verzakking, verschuiving e.d. Dit is in het bijzonder voordelig voor tuinen waarvan het grasperk wordt gemaaid door een robotmaaier. De robotmaaier kan zodoende over de tuinboord rijden en de graskant eveneens maaien. Niet alleen voorziet het aanleggen van de tuinboord met behulp van het tuinboordsamenstel in een langdurig nagenoeg constante kwaliteit tuinboord, ook wordt het aanleggen van een dergelijke tuinboord veel bereikbaarder doordat het werken met deze samenstellen goedkoper en sneller kan, dan de conventionele manier van het aanleggen van een tuinboord. Opgemerkt dient te worden dat het voor de praktische uitvoering niet relevant is of eerst de geul wordt gegraven dan wel eerst het tuinboordsamenstel wordt samengesteld. Eventueel kan zelfs het tuinboordsamenstel worden samengesteld in de 19 geul. Voordelig is echter om het samenstel, als een samengesteld geheel, in de geul te plaatsen. Hierdoor kan sneller worden gewerkt.
Bijkomend of alternatief omvat het samenstellen van het tuinboordsamenstel voorts het verbinden van het eerste langwerpige tuinboordwanddeel met het tweede langwerpige tuinboordwanddeel door het vastzetten van de afstandhouder in een tuinboordwandopening van het eerste tuinboordwanddeel: en het vastzetten van de genoemde afstandhouder in een tuinboordwandopening van het tweede tuinboordwanddeel. Door te voorzien in twee tuinboordwanddelen die verbonden worden met ten minste twee afstandhouders, kan het tuinboordwandsysteem reeds worden samengesteld naast de geul. Bijvoorbeeld kan deze dan als een geheel in de geul worden gebracht. Alternatief kan het tunboordwandsysteem centraal in een werkplaats worden samengesteld en dan naar de werf worden vervoerd. Echter, het tuinboordwandsysteem kan relatief snel en simpel in elkaar worden gezet, zodat het ook vrij gemakkelijk ter plaatse kan gebeuren. Door te voorzien in twee wanddelen die verbonden worden met ten minste twee afstandhouders, kan bijvoorbeeld worden bereikt dat de afstand tussen de tumboordwanddelen dezelfde is voor opvolgende systemen die tezamen een basis voor de tuinboord vormen. Zo kan op reproductieve wijze het volgende tuinboordsamenstel na het vorige tuinboordsamenstel in de geul worden geplaatst, waarbij door de afstandhouders de afstand tussen de wanddelen constant wordt gehouden. Op voordelige wijze bepalen de afstandhouders de afstand tussen de wanddelen als passend voor het dekmateriaal, zoals een steen of een klinker.
5 Bijkomend of alternatief omvat de werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord voorts het in de geul op de gewenste hoogte instellen van het tuinboordsamenstel met behulp van een of meer staanders die verbindbaar zijn met de afstandhouders. Door te voorzien in staanders, kan het tuinboordsamenstel, eenmaal in de geul geplaatst, op de gewenste hoogte worden gebracht. Zodoende kan het tuinboordsamenstel op de hoogte worden gebracht, zodat, na het plaatsen van het dekmateriaal, het dekmateriaal op de gewenste hoogte komt. Ook kan de hoogte van het tuinboordsamenstel worden versteld om bijvoorbeeld oneffenheden of hoogteverschillen van de gegraven geul op te vangen.
Bijkomend of alternatief omvat de werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord voorts het voorzien van een volgend samenstel en het kops in de geul plaatsen tegen het voorgaand samenstel. Verschillende tuinboordsamenstellen kunnen na elkaar worden geplaatst en kunnen aldus een geheel tuinboordsysteem vormen dat kan worden gevuld met het vulmateriaal en het dekmateriaal. Door telkens gebruik te maken van een tuinboordsamenstel kan op reproductieve wijze het volgende deel van de tuinboord worden aangelegd. Hierdoor kan een tuinboordsysteem, en een tuinboord, van consistente en constante kwaliteit worden bereikt. Op voordelige wijze ligt het volgende tuinboordsamenstel met zijn kopse einde aan tegen het kopse einde van het vorige tuinboordsamenstel. Zo kan een bevestiging tussen de samenstellen achterwege blijven, hetgeen eveneens het aanleggen van de tuinboord versnelt.
In een aspect van de uitvinding wordt een tuinboordsamenstel voorzien omvattende een eerste langwerpige tuinboordwanddeel en een of meer voorafbepaalde tumboordwandopeningen; en een tweede langwerpige tuinboordwanddeel omvattende een of meer voorafbepaalde tuinboordwandopeningen; en minstens twee afstandhouders elk met een eerste einddeel en een overstaand tweede einddeel met ertussen een lijfdeel, waarbij het eerste emddeel van de afstandhouder is ingericht om verbindbaar te zijn met een tuinboordwandopening van de eerste tuinboordwand en het tweede einddeel van de afstandhouder is ingericht om verbindbaar te zijn met een tuinboordwandopening van de tweede tuinboordwand om de eerste tuinboordwand en de tweede tuinboordwand vast met elkaar te verbinden tot een samenstel. Door te voorzien in een tuinboordsamenstel met tuinboordwanddelen die verbonden en op afstand worden gehouden door ten minste twee afstandhouders, kan een eenvoudig samenstel worden verkregen waarmee een tuinboord kan worden aangelegd. Door de afstandhouders worden de langwerpige wanddelen op een constante afstand met elkaar verbonden, waardoor, na het aanbrengen van het vulmateriaal, het dekmateriaal op eenvoudige wijze tussen de wanddelen kan worden geplaatst. De tuinboordwanddelen zijn langwerpig, bijvoorkeur met een relatief lange lengte, bijvoorbeeld meer dan 1 meter, zodat het samenstel enerzijds lang genoeg is om relatief snel een tuinboordsysteem te kunnen samenstellen en anderzijds niet te lang, zodat het voor de gebruiker nog hanteerbaar is, bijvoorbeeld om het samenstel in de gleuf te kunnen plaatsen. Tuinboordwanddelen in verschillende lengtes kunnen voorzien worden.
Bijkomend of alternatief is de afstandhouder aan ten minste één einddeel ervan voorzien van een snelverbinding om verbindbaar te zijn doorheen een tuinboordwandopening van het eerste en/of het tweede tuinboordwanddeel. Door te voorzien in een snelverbinding aan een einddeel van de afstandhouder, kan deze op een eenvoudige, snelle, en betrouwbare wijze, waarbij geen gereedschap nodig is, worden verbonden doorheen de tuinboordwandopening met het tuinboordwanddeel. Een snelverbinding kan bijvoorbeeld een klikverbinding of een bajonetverbinding zijn, of een pen-
verbinding of een haakverbinding. De snelverbinding laat toe om een samenstel te vormen op een snelle en efficiënte manier. De tuinboordwandopeningen zijn bijvoorkeur zodanig geplaatst dat bij rechte stukken van de tuinboordwanddelen de afstandhouder aan beide einddelen doorheen de tuinboordwandopeningen met de snelverbinding aan het eerste en het tweede tuinboordwanddeel verbonden kunnen worden.
Bijkomend of alternatief is de afstandhouder aan één einddeel voorzien van een uitsparimg voor het opnemen van een bevestigingselement dat verbindbaar is doorheen een tumboordwandopening van het eerste en/of het tweede tuinboordwanddeel voor het vast verbinden van de afstandhouder met het eerste en/of het tweede tuinboordwanddeel. Alternatief voor het einddeel voorzien van een snelverbinding, kan een einddeel voorzien worden van een utsparing voor het daarin opnemen van een bevestigingselement. Het bevestigingselement kan dan doorheen de tuinboordwandopening in de uitsparing van de afstandhouder worden aangebracht, en aldus kan de afstandhouder met het tuinboordwanddeel verbonden worden.
Van zodra dat er afgeweken wordt van samenstellen bestaande uit enkel rechte tuinboordwanddelen kan het zijn dat de tuinboordwandopeningen van het eerste en het tweede tuinboordwanddeel verschoven zijn zodat de afstandhouder aan beide einddelen met een snelverbinding niet meer verbindbaar is met het eerste en het tweede tuinboordwanddeel. De uitsparing voor het opnemen van een bevestigingselement zorgt er voor dat er ook samenstellen gevormd kunnen worden met hoeken of bochten. In een bocht kan een afstandhouder, bijvoorbeeld, aan het eerste einddeel met het eerste tuinboordwanddeel verbonden worden met de snelverbinding en aan het tweede einddeel met een bevestigingselement doorheen een tuinboordopening van het tweede tuinboordwanddeel vast verbonden worden met het tweede tuinboordwanddeel. Dit bevestigingselement kan onder andere een schroef, een pen of een haak zijn.
Bijkomend of alternatief zijn de voorafbepaalde tumwandopeningen van het eerste en/of het tweede tuinboordwanddeel gaten voor het opnemen van een afstandhouder met een snelverbinding, en/of zijn een aantal voorgedefinieerde openingen van het eerste en/of het tweede tuinboordwanddeel gleuven voor het opnemen van een bevestigingselement voor het vast verbinden van een alstandhouder met uitsparing voor het bevestigingselement. De tuinboordwanddelen zijn voorzien van voorafbepaalde openingen, die zich bij voorkeur op een voorafgedefinieerde afstand van elkaar bevinden. De openingen kunnen ofwel gaten zijn waardoorheen een einddeel met snelverbinding kan worden aangebracht, of gleuven zijn voor het opnemen van een bevestigingselement. De gaten en de gleuven bevinden zich op een constante, voorafgedefinieerde afstand van elkaar, zodat bij twee langwerpige, bijvoorbeeld rechtlijnige, tumboordwanddelen de posities van de opemngen overeenkomen, in het bijzonder van de gaten. Op voordelige wijze bevinden de gaten respectievelijk de gleuven zich op één lijn, bijvoorbeeld een lijn ongeveer parallel met een onder- en/of bovenzijde van het tumwanddeel, gezien in een richting dwars op de lengterichting van het tuinwanddeel.
Bijkomend of alternatief omvat het eerste tuinboordwanddeel twee benen onder een hoek en is het tweede tuinboordwanddeel congruent met het eerste tuinboordwanddeel, waarbij de corresponderende benen van het eerste en het tweede tuinboordwanddeel verbindbaar zijn met ten minste twee afstandhouders waarvan beide einddelen zijn voorzien van een snelverbinding, en de andere corresponderende benen van het eerste en het tweede tuinboordwanddeel verbindbaar zijn met ten minste twee afstandhouders omvattende één einddeel met een snelverbinding en één uiteinde met een verbinding met een bevestigmgselement. Het langwerpige tuinboordwanddeel kan bijvoorbeeld voorzien zijn van een eerste been en van een tweede been die onder een hoek staan ten opzichte van elkaar. Zodoende kunnen ook hoeken worden aangelegd in de tuinboord. Op voordelige wijze is het, in de hoek, buitenste tumboordwanddeel voorzien van vooralgedefinieerde gaten. Het binnenste tuinboordwanddeel is op voordelige wijze voorzien van tenminste twee gaten die overeenkomen met gaten in het buitenste tuinboordwanddeel en zodoende kunnen worden vastgezet met afstandhouders met een snelverbinding aan beide einddelen. De gaten kunnen zich bijvoorbeeld bevinden in het eerste been van de tuinboordwanddelen. Aangezien het tweede been onder hoek staat ten opzichte van het eerste been, komen voorafgedefineerde gaten met meer overeen in positie om te kunnen worden verbonden met elkaar. Daartoe is het tweede been van het binnenste tuinboordwanddeel voorzien van een aantal gleuven waardoorheen een verbindingselement kan worden aangebracht. Hierdoor kan op eenvoudige wijze een hoek in de tuinboord worden aangebracht. Op voordelige wijze is tussen het eerste been en het tweede been van het tuinboordwanddeel een verdunning in het materiaal aangebracht over de hoogte van het tuinboordwanddeel om zo een Hinscharnier te vormen waarlangs het eerste been en het tweede been ten opzichte van elkaar versteld kunnen worden om een hoek te vormen.
Bijkomend of alternatief omvat de afstandhouder een bolgewricht. Dit bolgewricht laat toe dat kleine afwijkingen in de afstand en oriëntatie tussen het eerste en het tweede tumboordwanddeel opgevangen kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen in bochten, krommingen, in het bijzonder driedimensionale krommingen, of tuinboordsystemen die op een helling geplaatst worden.
Bijkomend of alternatief bevindt het bolgewricht zich tussen een lyfdeel van de afstandhouder en een einddeel van de afstandhouder. Dit heeft een eenvoudige montage van de afstandhouder met bolgewricht als gevolg. Het einddeel is aldus middels het bolgewricht verbonden met het lijfdeel. Het einddeel kan tevens voorzien zijn van de snelverbinding en kan zo verbonden worden met een tuinboordwanddeel.
Het overstaande einddeel kan eveneens voorzien zijn van een bolgewricht, of alternatief vast verbonden zijn met het lijfdeel en voorzien zijn van een snelverbmding, of alternatief voorzien zijn van een uitsparing voor het opnemen van een verbindingselement.
Alternatief kan het bolgewricht zich in het midden van het lijfdeel bevinden, en zijn beide einddelen of één van beide einddelen voorzien van een snelverbinding.
Het voorzien in een afstandhouder met een bolgewricht geeft een flexibiliteit in het vormgeven van de tuinboord en/of in het opvangen van variaties, hoogteverschillen etcetera,
Bijkomend of alternatief is voorts het eerste wanddeel gekromd uitgevoerd en is het tweede wanddeel congruent met het eerste wanddeel, waarbij het eerste en het tweede wanddeel verbindbaar zijn met ten minste twee afstandhouders waarvan beide eimddelen zijn voorzien van een snelverbinding doorheen twee zich naast elkaar bevindende openingen, en het eerste en het tweede wanddeel verbindbaar zijn met ten minste twee afstandhouders omvattende een bolgewricht doorheen overige openingen.
Door de twee tuinboordwanddelen gekromd of gebogen uit te voeren, kunnen bochten worden voorzien in de tuinboord.
Op voordelige wijze is het, in de bocht, buitenste tuinboordwanddeel voorzien van voorafgedefinieerde,
op een constante afstand van elkaar geplaatste, gaten.
Bij gelijkblijvende positionering van de gaten, komen de gaten van het binnenste tuinboordwanddeel, niet meer overeen met die van het buitenste tumboordwanddeel.
Daartoe is het binnenste tuinboordwanddeel tevens voorzien van een aantal gleuven die een variabele bevestiging mogelijk maken.
Bij voorkeur heeft het binnenste tumboordwanddeel ten minste twee gaten die op zich eenzelfde afstand ten opzichte van elkaar bevinden als de gaten van het buitenste tuinboordwanddeel.
Via deze gaten kunnen het binnenste en het buitenste tuinboordwanddeel middels afstandhouders met snelverbinding vast worden verbonden met elkaar.
Overige verbindingen kunnen tot stand komen middels afstandhouders met aan een
{1 BE2019/5562 einddeel een snelverbinding voor verbinding doorheen een gat van het buitenste tuinboordwanddeel en aan een einddeel een uitsparing voor verbinding met een gleuf via een verbindingselement. Zodoende kan een bocht in de tuinboord op een snelle, eenvoudige en flexibele wijze worden gemaakt.
Bijkomend of alternatief zijn de afstandshouders ingericht om verbindbaar te zijn met een staander voor het in hoogte verstellen van het samenstel. Via deze staander kunnen bijvoorbeeld oneffenheden of een onregelmatige diepte van de geul opgevangen worden, Bijkomend of alternatief zijn één of beide einddelen van de afstandhouder voorzien van een sleutelvormige groef voor het daarin verstelbaar opnemen van de staander. Dit heeft als voordeel dat de staander gemakkelijk verstelbaar is in de groef. Door deze in een richting te draaien kan de staander doorheen de groef bewegen, in een dwarsrichting is beweging van de staander doorheen de groef geblokkeerd en is de staander vastgezet ten opzichte van de groef. Alternatief kan het lijfdeel van de afstandhouder ingericht zijn om een staander verstelbaar op te nemen. Bijvoorbeeld kan het lijfdeel in het midden ervan voorzien zijn van de sleutelvormige groef. In plaats van twes staanders, op elk einddeel een, kan dan gebruk gemaakt worden van een staander waarmee de tuinboordwanddelen in hoogte kunnen versteld worden. Tevens geeft dit de mogelijkheid om een uitvoeringsvorm te maken waarbij enkel het eerste tuinboordwanddeel in combinatie met een aantal afstandhouders en verstelbare staanders wordt gebruikt. Het aanbrengen van de staanders in het midden van het Ljfdeel van de afstandhouders kan dan voor stabiliteit zorgen bij het plaatsen van het eerste tuinboordwanddeel. Zodoende kan een tuinboordrand worden voorzien bestaande uit een enkel wanddeel. Deze uitvoeringsvorm valt niet onder de conclusieomvang.
Bijkomend of alternatief is de staander voorzien van ribben, zodanig dat de staander verstelbaar is tussen cen vrije positie waarm de ribben doorheen de uitsparing kunnen bewegen, en tussen een blokkeerpositie waarin de ribben miet doorheen de uitsparing kunnen en de hoogte van de staander ten opzichte van de afstandhouder gefixeerd is. Hierdoor is de staander gemakkelijk en intuïtief in hoogte te verstellen. De aanwezigheid van de ribben zorgt ook dat de gebruiker tactiele feedback krijgt wanneer de hoogte van de staander wordt aangepast.
Bijkomend of alternatief omvat het eerste tuinboordwanddeel en/of het tweede tunboordwanddeel een opstaande rand, ingericht om na installatie boven het maaiveld uit te steken, Deze opstaande rand heeft als doel om materie aan een zijde van de opstaande rand te houden. Zo kan worden vermeden dat bijvoorbeeld de bodembedekking van een bloemenperkje op het naburige grasperkje of op de tuinboord terechtkomt.
Bijkomend of alternatief omvat het tuinboordsysteem voorts een volgend samenstel van een eerste tuinboordwanddeel en een tweede tumboordwanddeel verbindbaar met een afstandhouder ingericht om kops tegen het vorige samenstel aan te liggen, Een tuinboordsysteem kan aldus uit meer samenstellen gevormd zijn die, na vulling met het vulmateriaal en het dekmateriaal, een tuinboord kunnen vormen.
Bijkomend of alternatief zijn de eerste tuinboordwand en de tweede tumboordrand vervaardigd uit staal, bij voorkeur uit cortenstaal. Cortenstaal biedt als voordeel dat het een lange levensduur heeft. Wegens de al verroeste toestand en de ondergegraven toestand van het tuinboordsamenstel heeft cortenstaal een hoge corrosieweerstand en kan de tuinboord zodoende een lange levensduur hebben.
Bijkomend of alternatief zijn de afstandhouder en de staander vervaardigd uit plastic composiet materiaal, bij voorkeur vervaardigd via spuitgieten. Dit geeft de afstandhouder en de staander het voordeel dat ze gemakkelijk en goedkoop te vervaardigen zijn en alsook eenvoudig te hanteren en te verbinden zijn met de openingen in de tuinboordwanddelen.
Het wordt geapprecieerd dat alle hierboven vermelde eigenschappen van het tuinboordsysteem en het tuinboordsamenstel van toepassing zijn op de werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord en vice versa. Het wordt ook geapprecieerd dat een of meer van de bovenstaande aspecten en eigenschappen gecombineerd kunnen worden, Verdere voordelige uitvoeringsvormen worden weergegeven in de volgconclusies.
BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. De tekening toont in de figuren: Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede van een tuinboord; Fig. 2 toont schematisch de werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord: Fig. 3 toont een bovenaanzicht van twee uitvoeringsvormen van een afstandhouder; Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van een staander; Fig. 5 toont een voorbeeld van een tuinboordsamenstel: Fig. 6 toont een voorbeeld van een tuinboordsamenstel; Fig. 7 toont een voorbeeld van een tuinboordsamenstel: Fig. 8 toont een voorbeeld van een tuinboordsamenstel: Fig. 9 toont een dwarsdoorsnede van een tumboord; Fig. 10 toont een aanzicht van een tuinboordsamenstel met bolgewrichten.
Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding. Gelijke onderdelen worden met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede van een tuinboordsamenstel 1. Het tuinboordsamenstel 1 omvat in dit voorbeeld een eerste langwerpige tuinboordwanddeel Z en een tweede langwerpige tuinboordwanddeel 4. Beide tuinboordwanddelen 2, 4 hebben een of meer voorafbepaalde tuinboordwandopeningen 3, 5. Het eerste langwerpige tuinboordwanddeel 2 en het tweede langwerpige tuinboordwanddeel 4 zijn verbonden met een afstandhouder 6. De afstandhouder heeft een eerste eimddeel 8 en een overstaand tweede einddeel 10 met ertussen een lijfdeel 12. Het eerste einddeel 8 is verbonden met een tuinboordwandopening 3 van het eerste tuinboordwanddeel 2. Het tweede einddeel 10 is verbonden met een tuinboordwandopening 5 van het tweede tuinboordwanddeel 4. De afstandhouder 6 is in dit voorbeeld met de tuinboordwanddelen 2, 4 verbonden via een klikverbinding.
De afstandhouder 6 houdt de afstand tussen de tuinboordwanddelen 2, 4 constant.
Het tuinboordsamenstel 1 15 in een geul 14, uitgegraven in de tuin 7, geplaatst.
Deze geul 14 kan voor, tijdens, of na het samenstellen van het tuinboordsamenstel 1 gegraven zijn.
In Fig.1 is de geul 14 niet helemaal recht.
Om het tuinboordsamenstel 1 recht te kunnen plaatsen is de hoogte bijgesteld met behulp van een staander 16. De staander 16 is in dit voorbeeld verbonden aan de afstandhouder 6 aan het tweede einddeel 10. De staander 16 kan ook verbonden worden aan de afstandhouder 6 aan het eerste einddeel 8 of het lijfdeel 12. Na het plaatsen van het tuinboordsamenstel 1 wordt de geul 14 gevuld met vulmateriaal 18. Op Fig. lis de geul 14 links en rechts van het tuinboordsamenstel 1 gevuld met vulmateriaal 18. Het tuinboordsamenstel lis deels gevuld met vulmateriaal 18. In dit voorbeeld wordt één materiaal afgebeeld als het vulmateriaal 18. Het kan echter dat verschillende vulmaterialen 18 gebruikt worden.
Zo kan, bijvoorbeeld, het tuinboordsamenstel 1 gevuld zijn met stabilisé 18 en kan de geul links en rechts van het tuinboordsamenstel 1 gevuld zijn met aarde 18. Het vulmateriaal 18, in het bijzonder het vulmateriaal 18 tussen de wanddelen
2, 4, is voldoende stevig om een stabiele basis te vormen voor een dekmateriaal 20, dat op het vulmateriaal 18 1s geplaatst.
Het vulmateriaal 18 is daarom gewoonlijk een stabilisatielaag.
Het dekmateriaal 20 kan bijvoorbeeld een veelvoud van klinkers zijn.
Fig. 1 toont de dwarsdoorsnede van twee klinkers 20 die zich tussen de twee wanddelen 2, 4 bevinden.
In het voorbeeld geïllustreerd in Fig. 1 het de bovenzijde van de klinkers 20 gelijk met de bovenzijde van de tuinboordwanddelen 2,4. Op te merken is dat het aan de gebruiker vrij is om te kiezen hoe hoog het vulmateriaal komt.
Het is ook vrij aan de gebruiker om te bepalen hoe ver de tuinboord 19 zich boven het grondniveau mtstrekt.
Fig. 2 toont schematisch de werkwijze voor het plaatsen van een tumboord.
Stap À toont een dwarsdoorsnede van een stukje tuin 7. In stap B wordt in de tuin 7 de geul 14 uitgegraven.
In stap C wordt het tuinboordsamenstel 1 in de geul 14 geplaatst.
Het samenstellen van het tuinboordsamenstel 1 is niet opgenomen in Fig. 2. Het samenstellen van het tuinboordsamenstel 1 omvat het verbinden van het eerste tuinboordwanddeel 2 met het tweede tuinboordwanddeel 4 door het vastzetten van de afstandhouder 6 in een tuinboordwandopening 3 van het eerste tuinboordwanddeel 2; en het vastzetten van de genoemde afstandhouder 6 in een tuinboordwandopening 5 van het tweede tuinboordwanddeel 4. Het samenstellen van het tuinboordsamenstel 1 kan op elk moment voor het plaatsen van het tuinboordsamenstel 1 in de geul 14 gebeuren.
Zo kan het tuinboordsamenstel 1 bijvoorbeeld in een werkplaats van een tuinaannemer al samengesteld zijn.
Het tuinboordsamenstel 1 kan ook op een locatie, waar de tuinboord geplaatst dient te worden, worden samengesteld voor, tijdens of na het uitgraven van de geul 14, Stap C toont dat de geul geen rechte bodem heeft.
Het tuinboordsamenstel 1 staat niet recht in vergelijking met de grondoppervlakte.
In stap D wordt de positionering het tuinboordsamenstel 1 in de geul 14 bijgesteld met behulp van een staander 16. In stap E wordt de resterende ruimte in de geul 14 gevuld met vulmateriaal 18. Zoals hierboven uitgelegd kan het vulmateriaal 18 uit een of meer materialen bestaan. In stap F wordt het dekmateriaal 20 op het vulmateriaal 18 in het samenstel 1 geplaatst. In dit voorbeeld wordt een veelvoud aan klinkers als dekmateriaal 20 gebruikt. Stap F van Fig. 2 toont twee klinkers in dwarsdoorsnede.
In de werkwijze getoond in Fig. Z wordt een tuinboordsamenstel geplaatst. Een tuinboord is niet beperkt tot slechts een tuinboordsamenstel. Door het voorzien van een volgend tuinboordsamenstel 1 en het kops in de geul plaatsen tegen het reeds geplaatste tuinboordsamenstel 1 kan een tuinboord bestaande uit een veelvoud aan tumboordsamenstellen 1 verkregen worden.
Fig. 3 toont een bovenaanzicht van twee uitvoeringsvormen van een afstandhouder 6. Zowel afstandhouder SA als afstandhouder 6B hebben een eerste einddeel 8, een tweede einddeel 10 en een lijfdeel 12. Ken einddeel 10, 12 is telkens voorzien van een manier om te verbinden met een tunboordwanddeel 2, 4. Afstandhouder GA toont een klikverbinding 22 aan zowel het eerste einddeel 8 als het tweede einddeel 10. De montage van klikverbinding 22 is eenvoudig en zonder gereedschap mtvoerbaar. De klikverbinding 22 is eenvoudig te vervaardigen, bijvoorbeeld via spuitgieten.
In een voordelige uitvoeringsvorm kan de afstandhouder GA, 6B ut één stuk worden vervaardigd bijvoorbeeld door middel van spuitgieten. De klikverbinding 22 omvat een aantal khkvingers die achter een opening 3, 5 van het tuinboordwanddeel 2, 4 kunnen haken. Afstandhouder GB toont een klikverbinding 22 aan het eerste einddeel 8 en een schroefverbinding 24 aan het tweede einddeel 10. Wanneer een klikverbinding 22 of een schroefverbinding 24 van toepassing 1s, wordt later toegelicht in relatie tot Fig. 5, 6, 7 en 8. Een op te merken verschil tussen de klikverbinding 22 en de schroefverbinding 24 is dat de klikverbinding 22 zich doorheen een tuinboordwandopening 3, 5 uitstrekt na montage. De schroefverbinding 24 strekt zich uit tot aan een tumboordwandopening 3, 5.
In het geïllustreerde voorbeeld van Fig. 3 omvatten de einddelen 8, 10 een sleutelvormige groef 26. De sleutelvormige groef 26 is ingericht voor het opnemen van de staander 16. Het wordt geapprecieerd dat de sleutelvormige groef 26 zich ook op het lijfdeel 12 kan bevinden. In een van de uitvoeringsvormen getoond in Fig. 3 is het lijfdeel 12 van de afstandhouder GA voorzien van een V-vormige groef 13. De V-vormige groef 13 is voorzien aan een kant van de afstandhouder en tevens aan een overstaande kant van de afstandhouder, bijvoorbeeld, een bovenkant en een onderkant wanneer gemonteerd in de tumboordwanddelen, zodanig dat een V-vormig hoekprofiel doorheen de V-vormige groef doorheen het lijfdeel 12 van de afstandhouder kan worden aangebracht. Het V-vormige hoekprofiel kan bijvoorbeeld tijdelijk, tijdens de plaatsing, voorzien worden om de afstandhouder tijdelijk op positie te houden totdat de beide tuinboordwanddelen 2, 4 verbonden zijn met voldoende afstandhouders.
Zodra de tuinboordwanddelen 2, 4 en de voldoende afstandhouers 6A, 6B het geïnstalleerde tuinboordsysteem vormen, kan het V-vormige hoekprofiel verwijderd worden. Het moge duidelijk zijn dat de afstandhouder kan uitgevoerd worden met of zonder V-vormige groef, alsook dat de V-vormige groef een andere vorm kan hebben opdat anders gevormde profielen er in kunnen passen, Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van een staander 16. De staander 16 bevat een veelvoud aan ribben 28, zodanig dat de staander 16 verstelbaar is tussen een vrije positie waarin de ribben 28 doorheen de uitsparing van de sleutelvormige groef 26 kunnen bewegen, en een blokkeerpositie waarin de ribben 28 niet doorheen de uitsparing van de sleutelvormige groef 26 kunnen, In de blokkeerpositie is de hoogte van de staander gefixeerd ten opzichte van de afstandhouder 6. De staander 16 is voorzien van een voet 30 waarmee deze op een bodem van de gleuf 14 kan rusten. De voet 30 is bij voorkeur voldoende groot zodat deze op de bodem kan blijven rusten. Een uiteinde van de staander 16 overstaand ten opzichte van de voet 30, kan voorzien zijn van een sleuf 17 die de plaatsing van de staander 16, in het bijzonder de hoogteverstelling van de staander 16, kan vergemakkelijken.
Na het plaatsen van de staander 16 in de sleutelvormige groef 26 kan de staander 16 van de vrije positie naar de blokkeerpositie gebracht worden via een gereedschap, zoals een platte schroevendraaier, die in de sleuf 17 past.
Fig. 5, 6, 7 en 8 tonen variaties op een tuinboordsamenstel 1. Fig.
BA, 6A, 7A, en 8A tonen telkens een bovenaanzicht van een tuinboordsamenstel 1. Fig. 5B, 6B, 7B en 85 tonen telkens een zijaanzicht van een eerste langwerpig tuinboordwanddeel Z en een tweede langwerpig tuinboordwanddeel 4. Niet alle tuinboordwandgaten 3, 5, afstandhouders 6, staanders 16, klikverbindingen 22 en schroefverbindingen 24 worden in Fig. 5, 6, 7, en 8 aangeduid om de figuren duidelijk en overzichtelijk te houden.
Fig. 5A toont een bovenaanzicht van een samenstel 1. Fig 5B toont een zijaanzicht van een eerste langwerpig tuinboordwanddeel Z en een tweede langwerpig tuinboordwanddeel 4. Fig. 5A toont een langwerpig recht samenstel 1. Het samenstel 1 kan bijvoorbeeld 1m, 2m of 3m lang zijn over een lengte L.
De hoogte van een wanddeel bevindt zich bij voorkeur tussen de 5 tot 30 cm, meer bij voorkeur tussen 10 en 20 cm.
De dikte D van het wanddeel 2, 4 kan tussen ongeveer 0,3 en ongeveer 3 cm zijn.
Fig. 5B laat zien dat het langwerpige karakter van het samenstel 1 terug te zien is in de lengte van het eerste en het tweede langwerpig tuinboordwanddeel 2, 4. In dit voorbeeld hebben de beide wanddelen 2, À een rechthoekige vorm met een lengte L en een hoogte H.
Beide tuinboordwanddelen 2, 4 zijn voorzien van tuinboordwandopeningen 3, 5 onder de vorm van tuinboordwandgaten.
In dit voorbeeld bevinden de gaten 3, 5 zich op dezezelfde hoogte.
De hoogte van de gaten kan variëren overheen de lengte van het samenstel, maar de vaten bevinden zich bij voorkeur op dezelfde hoogte h.In het geïllustreerde voorbeeld van een Fig. 5 zijn beide tuinboordwanddelen 2, 4 rechte stukken.
Bij deze rechte tuinboordwanddelen 2, 4 is de positionering de tuinboordwandgaten 3, 5 voorafbepaald om tegenover elkaar te liggen.
De tuinboordwandopeningen 3, 5 van eenzelfde type tuinboordwanddeel 2, 4 bevinden zich op dezelfde afstand, en op dezelfde hoogte, zodanig dat, wanneer twee gelijke types tuinboordwanddelen 2, 4 zich tegenover elkaar bevinden, de posities van de tuinboordwandopeningen 3, 5 overeenstemmen om eenvoudig verbonden te kunnen worden met een afstandhouder 6. De verbinding tussen de beide tuinboordwanddelen 2, À wordt gevormd door een afstandhouder 6 met aan beide eimddelen 8, 19 een klikverbinding 22. De klikverbinding 22 omvat een aantal klikvingers die achter een opening 3, 5 van het tuinboordwanddeel 2, 4 haken. Het aan elkaar verbinden van de tuinboordwanddelen 2, 4 met de afstandhouders 6 resulteert in dit voorbeeld in een recht samenstel 1. De afstand tussen de tuinboordwanddelen 2, 4 is in dit voorbeeld constant over de lengte van het samenstel 1. Twee van de afstandhouders 6 tonen einddelen 8, 10 met een klikverbinding 22 en een staander 16.
Fig. 6A toont een bovenaanzicht van een samenstel 1. Fig 6B toont een zijaanzicht van een ongeplooid eerste langwerpig tumboordwanddeel 2 en een ongeplooid tweede langwerpig tuinboordwanddeel 4. In dit geïllustreerde voorbeeld omvat het eerste tuinboordwanddeel 2 twee rechte benen onder een hoek van 90°. De twee rechte benen 31 zijn verbonden met een gebogen gedeelte 32. De overgang tussen de rechte benen 31 en het gebogen gedeelte 32 is niet zichtbaar op het zijaanzicht van de ongeplooide tuinboordwanddelen 2, À. Het tweede tumboordwanddeel 4 omvat ook twee benen onder een hoek van 90° en is congruent met het eerste tuinboordwanddeel 2. Fig. 6B toont dat het tweede tuinboordwanddeel 4 net ets hoger is dan het eerste tumboordwanddeel 2. In Fig. 6G heeft het tweede tuinboordwanddeel 4 een opstaande rand 42. De opstaande rand 42 wordt later toegelicht in relatie tot Fig. 9. Net als bij het geïllustreerde voorbeeld van Fig. 5 is de positionering van de tuinboordwandgaten 3, 5 voorafhepaald zodat overeenkomstige openingen tegenover elkaar liggen. De verbinding tussen de beide tuinboordwanddelen 2, 4 wordt gevormd door een afstandhouder 6 met aan beide einddelen 8, 10 een klikverbinding 22. De klikverbinding 22 omvat een aantal klikvingers die achter een opening 3, van het tuinboordwanddeel 2, 4 haken. Het aan elkaar verbinden van de tuinboordwanddelen 2, 4 met de afstandhouders 6 resulteert in dit 5 voorbeeld in een samenstel 1 met twee rechte benen onder een hoek van 90° verbonden met een gebogen gedeelte. De afstand tussen de tuinboordwanddelen 2, 4 is in dit voorbeeld constant over de lengte van het samenstel 1. Vier van de afstandhouders 6 tonen einddelen 8, 10 met een klikverbinding 22 en een staander 16.
Tuinboordwanddelen kunnen met verschillende diameters van het gebogen gedeelte 32 in Fig. 6 voorzien worden. Het zal echter geapprecieerd worden dat een standaarddiameter voor het gebogen gedeelte voorzien wordt die optimaal geschikt is voor een tuin die onderhouden wordt door een robotmaaier.
Fig. 7A toont een bovenaanzicht van een samenstel 1. Fig 7B toont een zijaanzicht van een ongeplooid eerste langwerpig tumboordwanddeel 2 en een ongeplooid tweede langwerpig tuinboordwanddeel 4. Fig. 7B toont hoe het eerste langwerpig tuinboordwanddeel 2 enkel tuinboordwandgaten 5 omvat en hoe het tweede langwerpig tuinboordwanddeel 4 over de lengte gedeeltelijk van tuinboordwandgleuven 5 is voorzien, alsook een aantal tuinboordwandgaten 5 heeft. In dit geïllustreerde voorbeeld omvat het eerste tuinboordwanddeel 2 twee rechte benen 31 onder een hoek van 135°. Het eerste tuinboordwanddeel 2 is geplooid onder een hoek van 135° aan een lijnscharnier 33. Het tweede tuinboordwanddeel 4 omvat ook twee benen onder een hoek van 135° en is bij voorkeur congruent gevormd met het eerste tuinboordwanddeel 2. Ook het tweede tuinboordwanddeel 4 is geplooid onder een hoek van 135° aan de plooiijn 32. In Fig. 7 heeft het tweede tuinboordwanddeel 4 aan de ene zijde van de lijnscharnier 33 tuinboordwandgaten 5. Aan de andere zijde van de lijnscharnier 33 heeft het tweede tuinboordwanddeel 4 tuinboordopeningen 5 onder de vorm van tunboordwandgleuven 5. Dankzij deze gleuven 5 kan de gebruiker de hoek tussen de benen van de tunboordwanddelen 2, 4 variëren zonder zich zorgen te hoeven maken over de positionering van de voorafbepaalde tuinboordwandgaten 3 ten opzichte van de voorafbepaalde tuinboordwandgaten 5. De gleuven 5 nemen een schroef 34 op. De schroef 34 vormt een schroefverbinding 24 met afstandhouder 6. De verbinding tussen de afstandhouder 6 en het eerste tuinboordwanddeel 2 wordt over de hele lengte van samenstel 1 gevormd door een klikverbinding 22. De khkverbinding 22 omvat een antal klikvingers die achter een opening 3, 5 van het twunboordwanddeel 2, 4 haken. Het aan elkaar verbinden van de tuinboordwanddelen 2, 4 met de afstandhouder 6 resulteert in een samenstel 1 met twee benen die een hoek van 135° ten opzichte van elkaar vormen. De afstand tussen de tuinboordwanddelen 2, 4 is in dit voorbeeld constant over de lengte van het samenstel 1. Een aantal van de afstandhouders 6 toont een of twee eindelen 8, 10 met een klikverbinding 22 en een staander 16.
Fig. 8A toont een bovenaanzicht van een samenstel 1. Fig 8B toont een zijaanzicht van een ongeplooid eerste langwerpig tuinboordwanddeel 2 en een ongeplooid tweede langwerpig tuinboordwanddeel 4. In dit geïllustreerde voorbeeld omvat het eerste tuinboordwanddeel 2 twee rechte benen 31 onder een hoek van 90°. Het eerste tuinboordwanddeel 2 is geplooid onder een hoek van 90° aan een bijnscharnier 32. Het tweede tuinboordwanddeel 4 heeft drie aaneengesloten rechte stukken 36, 38, 40. Het eerste rechte stuk 36 en het tweede rechte stuk 38 vormen een hoek van, hier, 135° graden. Het tweede rechte stuk 38 en het derde rechte stuk 40 vormen een hoek van, hier, 135°. De verbinding tussen beide tumboordwanddelen 2, 4 wordt gevormd door een afstandhouder 6 met aan beide einddelen 8, 10 een klikverbinding. De afstandshouders 6 zijn geplaatst tussen een eerste been 31 van het eerste tuinboordwanddeel 2 en het eerste rechte stuk 36. De afstandshouders 6 zijn geplaatst tussen een tweede been 31 van het eerste tuinboordwanddeel 2 en het derde rechte stuk 40. In het tweede rechte stuk 38 zijn geen tuinboordwandopeningen 3, voorzien. Het aan elkaar verbinden van de tuinboordwanddelen 2, 4 met de afstandhouders 6 resulteert in dit voorbeeld in een samenstel 1 in een 5 hoek van 90° met een schuine binnenzijde. De afstand tussen de beide tuinboordwanddelen Z, 4 is in dit voorbeeld niet constant over de lengte van het samenstel 1. Deze ruime hoek heeft, naast een esthetisch voordeel, een voordeel bij het gebruik van een robotmaaier. Het is voor een robotmaaier namelijk eenvoudiger om een hoek van 135° te maaien dan een hoek van id 90°.
Fig. 9 toont een dwarsdoorsnede van een tuinboord. Een aantal varianten ten opzichte van Fig. 1 worden in Fig. 9 geïllustreerd. Het tuinboordsamenstel 1 omvat in dit voorbeeld een eerste langwerpige tuinboordwanddeel 2 en een tweede langwerpige tuinboordwanddeel 4.
Beide tuinboordwanddelen hebben een of meer voorafbepaalde tuinboordwandopenimgen 3, 5. Het eerste langwerpige tuinboordwanddeel 2 en het tweede tuinboordwanddeel 4 zijn verbonden met een afstandhouder
6. De afstandhouder heeft een eerste einddeel 8 en een overstaand tweede einddeel 10 met ertussen een lijfdeel 12. Het eerste einddeel 8 is verbonden met een tuinboordwandgat 3 van het eerste tuinboordwanddeel Z via een klikverbinding 22 zoals in Fig. 1. Het tweede einddeel 10 is verbonden met het tweede tuinboordwanddeel 4 via een schroef 34 opgenomen door de tumboordwandgleuf 5. Het tuinboordsamenstel is in een geul 14, uitgegraven in de tuin 7, geplaatst. Na het plaatsen van het tuinboordsamenstel 1 wordt de geul 14 gevuld met vulmateriaal 18. Op Fig. 9 is de geul 14 links en rechts van het tuinboordsamenstel 1 gevuld met vulmateriaal 18. Het tuinboordsamenstel 1 is deels gevuld met vulmateriaal
18. In dit voorbeeld wordt een materiaal afgebeeld als het vulmateriaal 18. Het kan echter dat verschillende vulmaterialen 18 gebruikt worden. Zo kan, bijvoorbeeld, het tuinboordsamenstel 1 gevuld worden met een stabilisatielaag van stabilisé 18 en kan de geul links en rechts van het tuinboordsamenstel 1 gevuld zijn met aarde 18. Het vulmateriaal 18, in het bijzonder het vulmateriaal 18 tussen de wanddelen 2, 4, is voldoende stevig om een stabiele basis te vormen voor een dekmateriaal 20, dat op het vulmateriaal 18 is geplaatst. Het vulmateriaal 18 is daarom gewoonlijk een stabilisatielaag. Het dekmateriaal 20 kan bijvoorbeeld een veelvoud van klinkers zijn. Fig. 9 toont de dwarsdoorsnede van twee klinkers 20 die zich tussen de twee wanddelen 2, 4 bevinden.
Voorts omvat het tweede tuinboordwanddeel 4 een opstaande rand
42. Deze opstaande rand 42 is ingericht om na installatie boven het maaiveld uit te steken. Deze opstaande rand heeft als doel om materie aan een zijde van de opstaande rand te houden. Zo kan worden vermeden dat bijvoorbeeld de bodembedekking van een bloemenperkje op het naburige grasperkje of op de tuinboord terechtkomt. Idealiter is de opstaande rand 42 gedimensioneerd om het gebruik van een robotmaaier te optimaliseren. De hoogte van de opstaande rand 42 kan gekozen worden om de robotmaaier toe te laten om tot kort tegen de opstaande rand 40 te maaien. Voorts omvat de afstandhouder 6 in het geïllustreerde voorbeeld van Fig. 9 een bolgewricht 44. Dit bolgewricht 44 laat toe dat kleine afwijkingen in de afstand en oriëntatie tussen het eerste en het tweede tuinboordwanddeel 2, À opgevangen kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen in bochten, krommingen, in het bijzonder driedimensionale krommingen, of tuinboordsystemen die op een helling geplaatst worden. Fig. 10 toont een aanzicht van een tumboordsamenstel 1 met bolgewrichten 44. Op Fig. 10 is een driedimensionale kromming van het tuinboordsamenstel 1 te zien. Het bolgewricht 44 bevindt zich in dit voorbeeld tussen het hijfdeel 12 en het tweede einddeel 10 van de afstandhouder 6. De verbinding van het eerste einddeel 8 met het eerste tuinboordwanddeel 2 wordt hier niet getoond. Alternatief kan het bolgewricht zich ook in het lijfdeel, bijvoorbeeld in het midden van het lijfdeel, bevinden.
Het is op te merken dat de tot nu toe besproken belichamingen twee tuinboordwanddelen 2, À voorkomen. Dit hoeft niet per se het geval te zijn. Het is ook mogelijk om een tuinboordsamenstel 1 te vormen omvattende een eerste tuinboordwanddeel 2 en een of meer afstandhouders
6. Om het tuinboordsamenstel 1 recht in de geul 14 te plaatsen wordt de afstandhouder 6 gesteund onder het lijfdeel 12. Deze steun kan afkomstig zijn van een staander 16 opgenomen in een sleutelvormige groef 26 in het lijfdeel 12. Deze steun kan ook afkomstig zijn van een hoekprofiel opgenomen door een V-vormige groef 13 in het lijfdeel 12. De belichaming met slechts een tumboordwanddeel 2 valt niet onder de conclusieomvang. Het gebruik van een hoekprofiel opgenomen door een V-vormige groef hoeft niet enkel voor te komen bij een samenstel met slechts één tuinboordwanddeel. Het hoekprofiel opgenomen door een V-vormige groef kan ook dienen als tijdelijke steun bij het plaatsen van tuinboord. De werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord ziet er dan bijvoorbeeld als volgt uit : Het graven van een geul 14; het plaatsen van een samenstel 11in de geul, waarbij het samenstel 1 tijdelijk verankerd wordt door een of meer hoekprofielen opgenomen door een V-vormige groef 13 in het hjfdeel 12; het eventueel op de juiste hoogte en oriëntatie instellen van het samenstel I met behulp van een of meer staander 16; het gedeeltelijk vullen van de gleuf 14 met vulmateriaal 18 zodat de positie van het samenstel 1 relatief vastgelegd is; het verwijderen van de hoekprofielen; het verder opvullen van de geul 14; het plaatsen van dekmateriaal 20. De V-vormige groef 13 kan zich alternatief of bijkomend in een einddeel 8, 10 of aan een bolgewricht 44 bevinden, De V-vormige groef 13 is hier eveneens aan twee kanten voorzien, zodat een V-vormig hoekprofel doorheen de twee overstaande V-vormige groeven past en doorheen het bolgewricht om het bolgewricht tijdelijk op positie te houden. In een uitvoermgsvorm waarin slechts een tunboordwanddeel voorzien wordt, kan het V-vormige hoekprofiel zelfs een permanente verankering van de afstandhouder vormen.
Voor de duidelijkheid en een beknopte beschrijving zijn hierin kenmerken beschreven als deel van dezelfde of verschillende uitvoeringsvormen, echter zal het duidelijk zijn dat de beschermingsomvang van de uitvinding uitvoeringsvormen kan omvatten met combinaties van alle of sommige van de beschreven kenmerken. Het zal worden begrepen dat de getoonde uitvoeringsvormen dezelfde of soortgelijke componenten hebben, afgezien van waar ze als anders beschreven zijn.
In de conclusies zullen tussen haakjes geplaatste verwijzingstekens niet als beperkt opgevat mogen worden voor de conclusie. Het woord ‘omvattende’ sluit de aanwezigheid van andere kenmerken of stappen dan die die in een conclusie zijn vermeld niet uit. Verder mogen de woorden ‘een’ en ‘ene’ met worden opgevat als beperkend tot ‘slechts één’, maar worden in plaats daarvan gebruikt om ‘ten minste één’ aan te duiden, en sluiten een meervoud niet uit. Het enkele feit dat bepaalde maatregelen in onderling verschillende conclusies worden geciteerd, betekent niet dat een combinatie van deze maatregelen niet ter voordeel kan worden gebruikt. Vele varianten zullen duidelijk zijn voor de vakman. Alle varianten worden geacht te zijn omvat binnen de beschermingsomvang van de uitvinding als gedefineerd in de volgende conclusies.

Claims (18)

CONCLUSIES
1. Een werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord omvattende: het samenstellen van een tuinboordsamenstel waarbij het samenstellen van een tuinboordsamenstel het vast verbinden van een eerste langwerpige tuinboordwanddeel met een tweede langwerpige tuinboordwanddeel met minstens twee afstandhouders omvat; het uitgraven van een geul; het plaatsen van het tuinboordsamenstel in de geul; het opvullen van de geul met een vulmateriaal; en het plaatsen van dekmateriaal op het vulmateriaal. 160
2. De werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het samenstellen van het tuinboordsamenstel voorts: het verbinden omvat van het eerste langwerpige tuinboordwanddeel met het tweede langwerpige tuinboordwanddeel door het vastzetten van de afstandhouder in een tuinboordwandopening van het eerste tuinboordwanddeel: en het vastzetten van de genoemde afstandhouder in een tuinboordwandopening van het tweede tuinboordwanddeel.
3. De werkwijze volgens een van conclusies 1 of 2, voorts omvattende het in de geul op de gewenste hoogte instellen van het tuinboordsamenstel met behulp van een of meer staanders die verbindbaar zijn met de afstandhouders.
4. De werkwijze volgens een der conclusies 1 — 3, voorst omvattende het voorzien van een volgend samenstel en het kops in de geul plaatsen tegen het voorgaand samenstel.
5. Een tuinboordsamenstel omvattende: een eerste langwerpige tuinboordwanddeel en een of meer voorafbepaalde tuinboordwandopeningen en een tweede langwerpige tuinboordwanddeel omvattende een of meer voorafbepaalde tuinboordwandopeningen; minstens twee afstandhouders elk met een eerste einddeel en een overstaand tweede einddeel met ertussen een hjfdeel, waarbij het eerste einddeel van de afstandhouder is ingericht om verbindbaar te zijn met een tuinboordwandopening van de eerste tuinboordwand en het tweede einddeel van de afstandhouder is ingericht om verbindbaar te zijn met een tuinboordwandopening van de tweede tuinboordwand om de eerste tuinboordwand en de tweede tuinboordwand vast met elkaar te verbinden tot een samenstel.
6. Het tuinboordsamenstel volgens conclusie 5, waarbij de afstandhouder aan ten minste één einddeel ervan is voorzien van een snelverbinding om verbindbaar te zijn doorheen een tumboordwandopening van het eerste en/of het tweede tuinboordwanddeel.
7. Het tuinboordsamenstel volgens een van conclusies 5 - 6, waarbij de afstandhouder aan één einddeel voorzien is van een uitsparing voor het opnemen van een bevestigingselement die verbindbaar is doorheen een tuinboordwandopening van het eerste en/of het tweede tuinboordwanddeel voor het vast verbinden van de afstandhouder met het eerste en/of het tweede tuinboordwanddeel.
8. Het tuinboordsamenstel volgens een der conclusies 5 — 7, waarbij de voorgedefinieerde openingen van het eerste en/of het tweede tuinboordwanddeel gaten zijn voor het opnemen van een afstandhouder met een snelverbinding, en/of waarbij een aantal voorgedefinieerde openingen van het eerste en/of het tweede tumboordwanddeel gleuven zijn voor het opnemen van een bevestigingselement voor het vast verbinding van een afstandhouder met uitsparing voor het bevestigingselement.
9. Het tuinboordsamenstel volgens conclusie 8, waarbij het eerste tuinboordwanddeel twee benen omvat onder een hoek en het tweede tuinboordwanddeel congruent is met het eerste tuinboordwanddeel, waarbij de corresponderende benen van het eerste en het tweede tunboordwanddeel verbindbaar zijn met ten minste twee afstandhouders waarvan beide einddelen zijn voorzien van een snelverbinding, en de andere corresponderende benen van het eerste en het tweede tuinboordwanddeel verbindbaar zijn met ten minste twee afstandhouders omvattende één einddeel met een snelverbinding en één mteinde met een verbinding met een bevestigingselement.
10. Het tuinboordsamenstel volgens een der conclusies 5 - 9 , waarbij de afstandhouder een bolgewricht omvat.
16 11. Het tuinboordsamenstel volgens conclusie 10, waarbij het bolgewricht zich bevindt tussen een lijfdeel van de afstandhouder en een einddeel van de afstandhouder.
12. Het tuinboordsamenstel volgens conclusie 10 of 11 en volgens conclusie 8, waarbij het eerste tuinboordwanddeel gekromd is uitgevoerd en het tweede tuinboordwanddeel congruent is met het eerste tuinboordwanddeel, waarbij het eerste en het tweede tumboordwanddeel verbindbaar zijn met ten minste twee afstandhouders waarvan beide einddelen zijn voorzien van een sneiverbinding doorheen twee zich naast elkaar bevindende openingen, en het eerste en het tweede tuinboordwanddee! verbindbaar zijn met ten minste twee afstandhouders omvattende een bolgewricht doorheen overige openingen.
13. Het tuinboordsamenste! volgens een van conclusies 5-12, waarbij de afstandshouders ingericht zijn om verbindbaar te zijn met een staander voor het in hoogte verstellen van het samenstel.
14. Het tuinboordsamenstel volgens conclusie 13, waarbij één of beide einddelen van de afstandhouder voorzien zijn van een sleutelvormige groef voor het daarin verstelbaar opnemen van de staander.
15. Het tumboordsamenstel volgens conclusie 13 of 14, waarbij de staander voorzien is van ribben, zodamig dat de staander verstelbaar is tussen een vrije positie waarin de ribben doorheen de sleutelvormige groef kunnen bewegen, en tussen een blokkeerpositie waarin de ribben niet doorheen de sleutelvormige groef kunnen en de hoogte van de staander ten opzichte van de afstandhouder gefixeerd.
16. Het tuinboordsamenstel volgens een van conclusies 5 — 15, waarbij het eerste tuinboordwanddeel en/of het tweede tuinboordwanddeel een opstaande rand omvat, mgericht om na installatie boven het maaiveld uit te steken
17. Het tuinboordsamenstel volgens een der conclusies 5 — 16, voorts omvattende een volgend samenstel van een eerste tuinboordwanddeel en een tweede tuinboordwanddeel verbindbaar met afstandhouder ingericht om kops tegen het vorige samenstel aan te liggen
18. Het tuinboordsamenstel volgens een van conclusies 5-17, waarbij de eerste tuinboordwand en de tweede tuinboordrand vervaardigd zijn uit staal, bij voorkeur uit cortenstaal.
18 Het tuinboordsamenstel volgens een van conclusies 5-18, waarbij de afstandhouder en de staander vervaardigd zijn uit plastic composiet materiaal, bij voorkeur vervaardigd via spuitgieten.
BE20195562A 2019-08-28 2019-08-28 Tuinboordsamenstel, werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord BE1027527B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195562A BE1027527B1 (nl) 2019-08-28 2019-08-28 Tuinboordsamenstel, werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord
NL2026372A NL2026372B1 (nl) 2019-08-28 2020-08-28 Tuinboordsamenstel, werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195562A BE1027527B1 (nl) 2019-08-28 2019-08-28 Tuinboordsamenstel, werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027527A1 BE1027527A1 (nl) 2021-03-23
BE1027527B1 true BE1027527B1 (nl) 2021-03-30

Family

ID=67997304

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195562A BE1027527B1 (nl) 2019-08-28 2019-08-28 Tuinboordsamenstel, werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1027527B1 (nl)
NL (1) NL2026372B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20130025195A1 (en) * 2011-07-29 2013-01-31 Wuester Heinrich Boundary wall with reinforcement device
ITMI20111733A1 (it) * 2011-09-27 2013-03-28 47 S R L Ak Elemento modulare per la realizzazione di strutture di contenimento e struttura di contenimento cosi' realizzata.
EP2976938A1 (de) * 2014-07-22 2016-01-27 Dieter Lang Hochbeet
KR101793451B1 (ko) * 2017-02-21 2017-11-06 이광진 식물 생육이 가능한 조립식 패널 및 이를 이용하여 제조된 조립식 패널 조립체

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20130025195A1 (en) * 2011-07-29 2013-01-31 Wuester Heinrich Boundary wall with reinforcement device
ITMI20111733A1 (it) * 2011-09-27 2013-03-28 47 S R L Ak Elemento modulare per la realizzazione di strutture di contenimento e struttura di contenimento cosi' realizzata.
EP2976938A1 (de) * 2014-07-22 2016-01-27 Dieter Lang Hochbeet
KR101793451B1 (ko) * 2017-02-21 2017-11-06 이광진 식물 생육이 가능한 조립식 패널 및 이를 이용하여 제조된 조립식 패널 조립체

Also Published As

Publication number Publication date
NL2026372B1 (nl) 2021-10-05
NL2026372A (nl) 2021-04-21
BE1027527A1 (nl) 2021-03-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3373668A (en) Interlocking structures for edging, paving, or the like
US6705582B2 (en) Concrete form & stake assembly and method of making same
US10180011B2 (en) Post support apparatus
US20050166517A1 (en) Cast concrete paver block
US20090013597A1 (en) Landscape edging strips
US20020067959A1 (en) Retaining wall support posts
US20060013653A1 (en) Method for installing paving blocks
US11661719B2 (en) Building elements for making retaining walls, and systems and methods of using same
US7669365B2 (en) Lawn edging
US20140259902A1 (en) Landscape edging system
US6502349B1 (en) Lawn and garden edging device
US10106993B2 (en) Curb, walk, and multi-use forming tool and system
US10883230B2 (en) Artificial turf edging system and method
BE1027527B1 (nl) Tuinboordsamenstel, werkwijze voor het plaatsen van een tuinboord
US6668417B1 (en) Handle systems for hand floats
US20120155960A1 (en) Curb forming system
NL1021783C2 (nl) Modulair constructiesysteem.
US20210360876A1 (en) Weed and grass barrier system
AU2016100393A4 (en) Garden/turf edging
AU2005202186B2 (en) Edging improvements
KR102470243B1 (ko) 가로수보호장치의 테두리프레임 제조방법
US8967587B1 (en) Arcuate concrete form and system for forming arcuate concrete flatwork
JP3402851B2 (ja) 道路等における境界ブロック及び施工方法
AU701852B2 (en) A rebate support bracket
CZ36517U1 (cs) Rám pro venkovní terasu

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210330

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220831