BE1027488B1 - Werkwijze voor het produceren van bier - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding houdt verband met een werkwijze voor het bereiden van bier. De werkwijze omvat de stap van het bereiden van wort, bijvoorbeeld mouten, maïschen, koken en hoppen, waardoor verder afvalwater geproduceerd wordt, en de stap van het afkoelen van het geproduceerde afvalwater vanaf een initiële temperatuur in het bereik van 20 tot 40 °C door het verpompen van een voorafbepaald volume van het geproduceerde afvalwater door een ondergrondse afvalwaterleiding met een lengte van minimaal 1,1 km.

Description

Werkwijze voor het produceren van bier De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het bereiden van bier. Stand van de Techniek De populariteit van Belgisch bier is welbekend, en gaat gepaard met een grote en toenemende vraag naar Belgisch bier in binnen- en buitenland. Dit geeft aanleiding tot het ontstaan van vele nieuwe Belgische brouwerijen, alsook tot de uitbreiding van bestaande brouwerijen.

Vele brouwerijen in België zijn gesitueerd in de directe nabijheid van steden, en sommige zijn gesitueerd in het centrum van historische Belgische steden, gekenmerkt door nauwe straten en specifieke architectuur. Brouwen in een historisch stadscentrum brengt specifieke uitdagingen met zich mee, en bemoeilijkt de uitbreiding van brouwactiviteiten. In bepaalde gevallen is de locatie ook de oorspronkelijke locatie van de brouwerij, en draagt deze locatie dus ook bij aan de uitstraling en de authenticiteit van het brouwen.

Tegelijk brengt de locatie ook diverse nadelen met zich mee, die de algemene groei van de brouwerij en het verhogen van de bierproductie in de weg staan. Vooreerst is de mogelijkheid tot ruimtelijke uitbreiding sterk beperkt, wat verhogen van productie bemoeilijkt. Aanpalende panden, inclusief wooneenheden, bieden immers meestal geen mogelijkheid voor uitbreiding van industriële activiteit, omwille van overwegingen van architectuur, ruimtelijke planning en beheer van erfgoed. Ook specifieke reglementering van de stad en/of van diverse andere partijen met betrekking tot het behoud van het historisch kader kunnen een rol spelen. Hierdoor is ruimtelijke uitbreiding van een brouwerij in een stadscentrum in de praktijk vaak niet haalbaar. Er is dan ook een nood aan ruimtelijke uitbreiding, die niet op voor de hand liggende wijze kan ingelost worden.

Tegelijk zijn de transportmogelijkheden in historische stadcentra beperkt. Waterwegen zijn alleen aangepast voor binnenvaart en kleine schepen, en de wegen over land zijn nauw en dus niet geschikt voor grootschalig industrieel transport of vrachtverkeer. Dit beperkt de mogelijkheden voor afvoer van afvalwater ontstaan tijdens de productie van bier.

Doel van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het voorzien van een verbeterde werkwijze voor het produceren van bier. Een verder doel van de uitvinding is het voorzien van een dergelijke werkwijze, dat op een energetisch voordelige, goedkope en milieuvriendelijke wijze kan worden uitgevoerd. Een nog verder doel van de uitvinding is het voorzien van een systeem voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze. Beschrijving van de uitvinding Dit doel wordt bereikt met een werkwijze en systeem voor het bereiden van bier. De term ‘bier’ dient in dit verband uitgelegd te worden als een drank verkregen door het fermenteren van een wort, bereid uit zetmeelachtige of suikerachtige grondstoffen, waaronder hoppoeder of hopextracten en drinkwater.

De werkwijze omvat de stap van het bereiden van wort, bijvoorbeeld mouten, maïschen, koken en hoppen, waardoor verder afvalwater geproduceerd wordt, en de stap van het afkoelen van het geproduceerde afvalwater vanaf een initiële temperatuur in het bereik van 20 tot 40 °C door het verpompen van een voorafbepaald volume van het geproduceerde afvalwater door een ondergrondse afvalwaterleiding met een lengte van minimaal 1,1 km.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft als voordeel dat het geproduceerde afvalwater op een eenvoudige wijze gelijktijdig kan getransporteerd en afgekoeld kan worden. In het bijzonder brouwerijen in stedelijke omgevingen kunnen, op een dergelijke energetisch voordelige manier, het afvalwater transporteren buiten de stadskern waar verwerking of verder transport van het afvalwater eenvoudiger is. Gezien de tendens om lage-emissiezones (LEZ) in te voeren, is dit ook een voordelige en milieuvriendelijke wijze om afvalwater te transporteren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, omvat de werkwijze, na het introduceren van het volume aan afvalwater in de een hoeveelheid van het geproduceerde afvalwater (tijdens het verpompen van het geproduceerde afvalwater door de ondergrondse), de stap van het in de dezelfde richting verpompen van een volume aan reinigingswater door de ondergrondse afvalwaterleiding, zodanig dat het volume aan reinigingswater aansluit op het volume aan afvalwater.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, omvat de werkwijze, na het verpompen van het volume aan afvalwater door de ondergrondse afvalwaterleiding, de stap van het in de tegenovergesteld richting verpompen van een voorafbepaald volume aan reinigingswater door de ondergrondse afvalwaterleiding tot de ondergrondse afvalwaterleiding hoofdzakelijk gevuld is met het reinigingswater.

Een ander aspect volgens de uitvinding, al dan niet in combinatie met de andere hierin beschreven aspecten, betreft een systeem voor het bereiden van zoals hierboven beschreven, omvattende middelen voor het bereiden van wort waardoor verder afvalwater geproduceerd wordt, een ondergrondse afvalwaterleiding met een lengte van minimaal 1,1 km en een eerste pomp voor het in eerste richting verpompen van een voorafbepaald volume van het geproduceerde afvalwater door de ondergrondse afvalwaterleiding.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding, is de eerste pomp verder geschikt voor het verpompen van een voorafbepaald volume aan reinigingswater.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding, omvat het systeem verder een tweede pomp voor het in een tweede richting, tegenovergesteld aan de eerste richting, verpompen van een voorafbepaald volume aan reinigingswater.

In een uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding, omvat het systeem een eerste en tweede buffertank voor het opslaan van reinigingswater aan beide einden van de ondergrondse afvalwaterleiding, waarbij de eerste pomp ingericht is voor het oppompen van reinigingswater uit de eerste buffertank en waarbij de tweede pomp ingericht is voor het oppompen van reinigingswater uit de eerste buffertank.

In een andere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding, is het systeem ingericht om: na het introduceren van het volume aan afvalwater in de een hoeveelheid van het geproduceerde afvalwater, de eerste pomp met de eerste buffertank te koppelen voor het verpompen van een volume aan reinigingswater in de eerste buffertank door de ondergrondse afvalwaterleiding; en na het verpompen van het volume aan afvalwater door de ondergrondse afvalwaterleiding, de tweede pomp met de tweede buffertank te koppelen voor het verpompen van een volume aan reinigingswater in de tweede buffertank door de ondergrondse afvalwaterleiding.

In uitvoeringsvormen van de werkwijze of het systeem volgens de uitvinding, bestaat het reinigingswater uit drinkwater, zuiver of gezuiverd water met een minimale zuiverheid van 80 %, of een reinigingsmiddel opgelost in drinkwater, zuiver of gezuiverd water met een minimale zuiverheid van 80 %.

In uitvoeringsvormen van de werkwijze of het systeem volgens de uitvinding, bevat de ondergrondse afvalwaterleiding een of meerdere van de volgende kenmerken: een buitendiamter van 63 mm, een buisklasse, Standard Dimension Ratio, van SDR11 en een maximaal toelaatbare inwendige druk, nominal druk, van PN16.

In uitvoeringsvormen van de werkwijze of het systeem volgens de uitvinding, omvat de ondergrondse afvalwaterleiding een kernbuis, die vervaardigd is volgens DIN 8074/75, voor het laten doorstromen van een liquidum, een beschermende mantellaag, die geëxtrudeerd is om de kras- en slijtvastheid te verhogen en een meerlaagse aluminiumfolie als barrièrelaag tussen de kernbuis en de mantellaag. De ondergrondse afvalwaterleiding volgens de uitvinding sluit de permeatie van schadelijke stoffen op betrouwbare wijze uit. Rond de kernbuis waardoor het medium wordt vervoerd, bevindt zich een aluminium laag en een slijtvaste beschermmantel. De ingebedde metalen laag biedt door zijn elektrische eigenschappen ook de mogelijkheid om zowel op te sporen waar samengestelde buizen zich in de bodem bevinden als om na de bouwwerkzaamheden met behulp van een weerstandstest de integriteit van de nieuwe leiding aan te tonen. Met name bij gevoelige media biedt dit meer veiligheid. De combinatie van flexibele thermoplastische materialen met de permeatieweerstand van materialen van metaal maakt permanente bescherming mogelijk. In uitvoeringsvormen van de werkwijze of het systeem volgens de uitvinding, ligt de lengte van de ondergrondse afvalwaterleiding in het bereik van 2 km tot 4 km, bij voorkeur bedraagt de lengte van de ondergrondse afvalwaterleiding ongeveer 3,2 km. In uitvoeringsvormen van de werkwijze of het systeem volgens de uitvinding, wordt de ondergrondse afvalwaterleiding gevormd door twee of meerdere met elkaar verbonden afvalwaterleidingsegmenten. In uitvoeringsvormen van de werkwijze of het systeem volgens de uitvinding, is de ondergrondse afvalwaterleiding voorzien is op een diepte van 2 tot 30 meter onder het grondoppervlak, bij voorkeur is minstens 50% van de ondergrondse afvalwaterleiding voorzien op een diepte van 3 tot 20 meter onder het grondoppervlak.

In andere uitvoeringsvormen volgens de uitvinding, werd het bier (B) gebrouwen met ten minste vier verschillende moutsoorten, bij voorkeur met vier of zes verschillende moutsoorten en/of met ten minste twee verschillende hopvariëteiten, bij voorkeur met twee verschillende moutsoorten. Het bier kan een alcoholgehalte van ongeveer 6,0 vol% 5 bevatten en gebotteld worden op bierflessen met een inhoud van ongeveer 25 cl, ongeveer 33 cl, ongeveer 75 cl of ongeveer 150 cl. Korte beschrijving van de figuren De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden.

Figuur 1 toont schematisch een doorsnede van een buizensysteem omvattende een afvalwaterleiding volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, Figuren 2A en 2B tonen respectievelijk een dwarsdoorsnede en een zijaanzicht van het in Figuur 1 getoonde buizensysteem in een ondergrondse toestand ten opzichte van het maaiveld volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, Figuur 3 toont schematisch een doorsnede van een systeem voor de bereiding van bier volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Uitgebreide beschrijving van de figuren In dit document verwijst de term afvalwaterleiding naar een leiding die geschikt is voor het geleiden van afvalwater. Evenwel is deze term geenszins beperkend te interpreteren, en kan de afvalwaterleiding leiding evenzeer geschikt zijn of zelfs bedoeld zijn voor het geleiden van andere vloeistoffen, zoals reinigingsvloeistoffen.

In dit document verwijzen de termen eerste locatie, tweede locatie, afvalwaterleiding en buizensysteem naar onderdelen behorende tot een brouwerij. In uitvoeringsvormen is de eerste locatie een brouwzaal en de tweede locatie een bottelarij; deze termen zijn evenwel geenszins beperkend te interpreteren. De eerste locatie houdt verband met een brouwlocatie welke onderhevig is aan een randvoorwaarde met betrekking tot ruimte en/of transport, zoals een locatie in een historisch stadscentrum. De afvalwaterleiding en het buizensysteem omvattende de afvalwaterleiding strekken zich uit tussen de eerste en tweede locatie. In de afvalwaterleiding vindt in hoofdzaak transport plaats van afvalwater.

In dit document is de term “buis” een verzamelnaam voor buisvormige elementen, en omvat onder meer een bierpijpleiding, een afvalwaterleiding, een waterleiding, een datakabelbuis en een mantelbuis.

In dit document verwijst geothermie naar aardwarmte, zijnde de warmte die de aardkorst bevat. Zoals bekend aan de vakman heeft de temperatuur van de buitenlucht in de bovenste meters van de aardkorst nog een sterke invloed op de temperatuur van de aarde. Op een diepte van tien meter heerst evenwel een nagenoeg constante temperatuur van circa 10 °C. Daaronder neemt de temperatuur dan weer verder toe, afhankelijk van de geothermische gradiënt. In de context van de onderhavige uitvinding zijn vooral de dieptes van 2 tot 30 meter van belang, waarin de temperatuur doorgaans in het bereik van 10 tot 15 °C verkeert.

In dit document verwijst de afkorting SDR naar standard dimensional ratio van een buis, i.e. de verhouding tussen nominale buitendiameter van de buis en de nominale wanddikte. In uitvoeringsvormen heeft de buis, bij voorkeur de PE100 buis, een SDR- waarde die één is van 6, 7.4, 9, 11, 13.6, 17, 17.6, 21, 26, 33, 41. De term diameter verwijst telkens naar de nominale buitendiameter tenzij anders aangegeven. In uitvoeringsvormen heeft de buis, bij voorkeur de PE 100 buis, een diameter die één is van 400 mm, 450 mm, 500 mm, 560 mm, 630 mm, 710 mm, 800 mm, 900 mm, 1000 mm. In uitvoeringsvormen is de buis, bij voorkeur de PE100 buis, opgebouwd uit twee of meer segmenten, welke aan elkaar bevestigd worden, e.g, door lassen. In uitvoeringsvormen is de lengte van een segment één van 6, 10, 12, 15, 24, 30 meter, of meer dan 30 meter.

In voorkeursuitvoeringen is de afvalwaterleiding vervaardigd uit HDPE die voldoet aan de specificatie PE100 RC. In voorkeursuitvoeringen is de afvalwaterleiding vervaardigd uit HDPE welke een minimale kracht (minimum required strength, MRS) van 10.0 MPa vertoont, en/of een hydrostatische design basis, HDB, van ten minste 11.0 MPa vertoont en/of een compressieve kracht van ten minste 7.93 MPa vertoont. In voorkeursuitvoeringen is de afvalwaterleiding vervaardigd uit HDPE volgens een PAS 1075 type 1 specificatie en/of uit volkern HDPE met één enkele laag van PE 100 RC.

In voorkeursuitvoeringen heeft de afvalwaterleiding voordelige thermische eigenschappen, zoals bijvoorbeeld deze opgelegd door specificatie PE 100 of PE 100 RC. Bij voorkeur heeft de afvalwaterleiding een thermische expansiecoëfficient van niet meer dan 1.3*10-4/°C over een werkingsgebied van 0 °C tot 40 °C, bij voorkeur niet meer dan

1.3*10-4/°C over een werkingsgebied van 0 °C tot 60 °C. Bovendien heeft PE een lage thermische isolatiewaarde, wat thermische geleiding bevordert. Dit heeft als voordeel dat de leiding voordelig kan ingezet worden bij koeling van de vloeistof die door de afvalwaterleiding loopt door middel van geothermie, waarbij de initiële temperatuur van de vloeistof bij het binnengaan van de leiding hoger is dan de bodemtemperatuur en afneemt bij het stromen door de buis, doordat warmte wordt afgegeven aan de bodem.

De huidige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede 100 van een voorbeelduitvoering van een buizensysteem 10 die een bierpijpleiding (1, 1’) uitvinding omvat. Het buizensysteem omvat een mantelbuis 5 en een veelheid aan binnenste buizen omgeven door deze mantelbuis 5, ie. een eerste bierpijpleiding 1, een tweede bierpijpleiding l’, een waterleiding 2, een afvalwaterleiding 3 en een datakabelbuis 4.

De eerste en tweede bierpijpleiding (1, 1’) zijn in hoofdzaak gelijk in vorm en materiaal. Dit heeft het voordeel dat de bierpijpleidingen inwisselbaar aangesproken kunnen worden in het brouwproces, i.e. met dezelfde procesparameters. Ten tweede biedt dit het voordeel dat de eerste en tweede bierpijpleiding in een gesloten lus kunnen gebracht worden bij reiniging, waarbij gelijkmatig debiet in de ene buis, met overeenkomstige reinigende werking, overeenstemt met hetzelfde debiet in de andere buis, met dezelfde overeenkomstige reinigende werking. De beide bierpijpleidingen (1, 1’) zijn vervaardigd uit HDPE die voldoen aan de specificatie PE100 RC. De diameter van de bierpijpleidingen (1, 1’) is 75 mm, de SDR is 9.

De waterleiding 2 is vervaardigd uit HDPE PE100 RC met diameter 110 mm en SDR 11. De afvalwaterleiding is vervaardigd uit PE met diameter 63 mm en SDR 11 en is bij voorkeur geen volkern maar een barrier pipe, 1.e. een buis met gelaagde opbouw bestaande uit een barrièrelaag gesandwicht tussen lagen van PE, bij voorkeur PE 100. Bij voorkeur omvat de barrièrelaag aluminium en/of bestaat de barrièrelaag in hoofdzaak uit een laag aluminiumfolie en/of omvat de barrièrelaag een speciale polymeer zoals EVOH. De datakabelbuis 4 is vervaardigd uit HDPE PE 100 RC met diameter 50 mm en SDR 9. De datakabelbuis 4 geleidt bij voorkeur een glasvezel welke slechts een zeer beperkte diameter vergt, e.g., minder dan 10 mm, en kan dus ook uitgevoerd worden met een diameter die kleiner is dan 50 mm, bijvoorbeeld 20 mm. De mantelbuis 5 is vervaardigd uit HDPE PE 100 RC met diameter 315 mm en SDR 11. Figuren 2A en 2B tonen de afvalwaterleiding 3 en het buizensysteem 10 in ondergrondse toestand. Het buizensysteem 10 bevindt zich op een diepte D ten opzichte van het maaiveld 20, waarbij D de minimale afstand beschrijft tussen het buitenoppervlak van het buizensysteem 10. De diepte D kan ook variëren langsheen het tracé van het buizensysteem 10. Figuur 2B toont een situatie waarin het maaiveld in hoofdzaak vlak is, maar de diepte van de buis geleidelijk varieert, en verschillende waarden D1, D2 en D3 aanneemt. In dit voorbeeld is de diepte over het tracé minstens 2 meter en maximaal 25 meter.

Vloeistoffen die doorheen de buis stromen ondergaan een koeling onder invloed van geothermie. De precieze koeling die bereikt wordt hangt samen met de plaatselijke diepte en de plaatselijke geothermische gradiënt, die beide variëren langsheen het tracé. De geothermische koelende werking van de totale leiding is empirisch door aanvrager vastgesteld aan de hand van een eindtemperatuur, i.e. de temperatuur waarmee de vloeistof de afvalwaterleiding 1 verlaat. Deze temperatuur bedraagt 14 à 15 °C, met uitzonderlijk op warme dagen, waarin de bovengrondse temperatuur (veel) meer dan 20 °C bedraagt, een temperatuur van 16 °C. Grote temperatuurschommelingen bovengronds leiden dus slechts tot beperkte fluctuaties van deze eindtemperatuur.

Figuur 3 toont schematisch een doorsnede van een systeem 300 voor de bereiding van bier, omvattende middelen voor het bereiden van wort 31, waardoor verder afvalwater geproduceerd wordt en een ondergrondse afvalwaterleiding 3 met een lengte van ongeveer 3,2km tussen de eerste en de tweede locatie. Het systeem 300 omvat verder een eerste pomp 32 op de eerste locatie voor het richting de tweede locatie verpompen van een voorafbepaald volume van het geproduceerde afvalwater of reinigingswater door de ondergrondse afvalwaterleiding 3, en een tweede pomp voor het in een tweede richting, tegenovergesteld aan de eerste richting, verpompen van een voorafbepaald volume aan reinigingswater. Het systeem 300 omvat voorts een eerste en tweede buffertank 34, 35, op respectievelijk de eerste en tweede locatie, voor het opslaan van reinigingswater aan beide einden van de ondergrondse afvalwaterleiding 3.

Claims (15)

Conclusies

1. Werkwijze voor het bereiden van bier, omvattende de stappen van: a) het bereiden van wort waardoor verder afvalwater geproduceerd wordt; en b) het afkoelen van het geproduceerde afvalwater met een initiële temperatuur in het bereik van 20 tot 40 °C door het verpompen van een voorafbepaald volume van het geproduceerde afvalwater door een ondergrondse afvalwaterleiding met een lengte van minimaal 1,1 km.

2. Werkwijze voor het bereiden van bier volgens conclusie 1, verder omvattende, na het introduceren van het volume aan afvalwater in de een hoeveelheid van het geproduceerde afvalwater, de stap van het in de dezelfde richting verpompen van een volume aan reinigingswater door de ondergrondse afvalwaterleiding, zodanig dat het volume aan reinigingswater aansluit op het volume aan afvalwater.

3. Werkwijze voor het bereiden van bier volgens conclusie 1 of conclusie 2, verder omvattende, na het verpompen van het volume aan afvalwater door de ondergrondse afvalwaterleiding, de stap van het in de tegenovergesteld richting verpompen van een voorafbepaald volume aan reinigingswater door de ondergrondse afvalwaterleiding tot de ondergrondse afvalwaterleiding hoofdzakelijk gevuld is met het reinigingswater.

4. Systeem voor het bereiden van bier volgens een van de voorafgaande conclusies, omvattende: middelen voor het bereiden van wort waardoor verder afvalwater geproduceerd wordt; een ondergrondse afvalwaterleiding met een lengte van minimaal 1,1 km; en een eerste pomp voor het in een eerste richting verpompen van een voorafbepaald volume van het geproduceerde afvalwater door de ondergrondse afvalwaterleiding.

5. Systeem volgens conclusie 4, waarbij de eerste pomp verder geschikt is voor het verpompen van een voorafbepaald volume aan reinigingswater.

6. Systeem volgens conclusie 4 of conclusie 5, verder omvattende een tweede pomp voor het in een tweede richting, tegenovergesteld aan de eerste richting, verpompen van een voorafbepaald volume aan reinigingswater door de ondergrondse afvalwaterleiding.

7. Systeem voor het bereiden van bier volgens een van de voorafgaande conclusies 4- 6, verder omvattende een eerste en tweede buffertank voor het opslaan van reinigingswater aan beide einden van de ondergrondse afvalwaterleiding, waarbij de eerste pomp ingericht is voor het oppompen van reinigingswater uit de eerste buffertank en waarbij de tweede pomp ingericht is voor het oppompen van reinigingswater uit de eerste buffertank.

8. Systeem voor het bereiden van bier volgens conclusie 7, waarbij het systeem ingericht is om: na het introduceren van het volume aan afvalwater in de een hoeveelheid van het geproduceerde afvalwater, de eerste pomp met de eerste buffertank te koppelen voor het verpompen van een volume aan reinigingswater in de eerste buffertank door de ondergrondse afvalwaterleiding; en na het verpompen van het volume aan afvalwater door de ondergrondse afvalwaterleiding, de tweede pomp met de tweede buffertank te koppelen voor het verpompen van een volume aan reinigingswater in de tweede buffertank door de ondergrondse afvalwaterleiding.

9. Werkwijze of systeem voor het bereiden van bier volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij het reinigingswater bestaat uit drinkwater, zuiver of gezuiverd water met een minimale zuiverheid van 80 %, of een reinigingsmiddel opgelost in drinkwater, zuiver of gezuiverd water met een minimale zuiverheid van 80 %.

10. Werkwijze of systeem voor het bereiden van bier volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de ondergrondse afvalwaterleiding een of meerdere van de volgende kenmerken bevat: een buitendiameter van 63 mm, een buisklasse, Standard Dimension Ratio, van SDR11 en een maximaal toelaatbare inwendige druk, nominal druk, van PN16.

11. Werkwijze of systeem voor het bereiden van bier volgens een van de voorafgaande conclusies, de ondergrondse afvalwaterleiding omvattende: een kernbuis, die vervaardigd is volgens DIN 8074/75, voor het laten doorstromen van een liquidum; een beschermende mantellaag, die geëxtrudeerd is om de kras- en slijtvastheid te verhogen; en een meerlaagse aluminiumfolie als barrièrelaag tussen de kernbuis en de mantellaag.

12. Werkwijze of systeem voor het bereiden van bier volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de lengte van de ondergrondse afvalwaterleiding in het bereik ligt van 2km tot 4km, bij voorkeur bedraagt de lengte van de ondergrondse afvalwaterleiding ongeveer 3,2 km.

13. Werkwijze of systeem voor het bereiden van bier volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de ondergrondse afvalwaterleiding gevormd wordt door twee of meerdere met elkaar verbonden afvalwaterleidingselementen.

14. Werkwijze of systeem voor het bereiden van bier volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de ondergrondse afvalwaterleiding voorzien is op een diepte van 2 tot 30 meter onder het grondoppervlak.

15. Werkwijze of systeem voor het bereiden van bier volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij minstens 50% van de ondergrondse afvalwaterleiding voorzien is op een diepte van 3 tot 20 meter onder het grondoppervlak.