BE1027481B1 - Voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling en werkwijze voor het produceren van genoemd voeder - Google Patents
Voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling en werkwijze voor het produceren van genoemd voeder Download PDFInfo
- Publication number
- BE1027481B1 BE1027481B1 BE20195507A BE201905507A BE1027481B1 BE 1027481 B1 BE1027481 B1 BE 1027481B1 BE 20195507 A BE20195507 A BE 20195507A BE 201905507 A BE201905507 A BE 201905507A BE 1027481 B1 BE1027481 B1 BE 1027481B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- pet food
- food
- weight
- protein
- feed
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23K—FODDER
- A23K50/00—Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
- A23K50/40—Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for carnivorous animals, e.g. cats or dogs
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23K—FODDER
- A23K20/00—Accessory food factors for animal feeding-stuffs
- A23K20/10—Organic substances
- A23K20/142—Amino acids; Derivatives thereof
- A23K20/147—Polymeric derivatives, e.g. peptides or proteins
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23K—FODDER
- A23K50/00—Feeding-stuffs specially adapted for particular animals
- A23K50/40—Feeding-stuffs specially adapted for particular animals for carnivorous animals, e.g. cats or dogs
- A23K50/42—Dry feed
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Zoology (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Birds (AREA)
- Proteomics, Peptides & Aminoacids (AREA)
- Fodder In General (AREA)
Abstract
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling, waarbij de genoemde eiwitsamenstelling ten minste twee verschillende eiwitbronnen omvat, waarbij de genoemde eiwitbronnen geïsoleerd zijn uit dierenmateriaal uit dezelfde dierengroep, waarbij de genoemde dierengroep is gekozen uit de groepen van gevogelte, beenvissen, holhoornige, haasachtigen, of hertachtigen, en waarbij de totale concentratie van essentiële aminozuren in de genoemde eiwitsamenstelling ligt tussen 5 en 15 gew.% in het genoemde voeder, en waarbij het genoemde voeder een verteerbaarheid van ten minste 75% heeft. De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het produceren van een voeder voor huisdieren.
Description
GEBIED VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voeder voor huisdieren en een werkwijze voor het produceren van het genoemde voeder voor huisdieren.
ACHTERGROND Voederallergieën, of voedergevoeligheden, treffen gewoonlijk huisdieren zoals honden, katten, zelfs fretten. Deze allergieën kunnen ervoor zorgen dat het huisdier huidproblemen, spijsverteringsproblemen, gedragsproblemen, of andere problemen heeft die vervelend zijn voor zowel het huisdier als de eigenaar van het huisdier. Voeder is één mogelijke schuldige van hypergevoeligheid en allergische reacties bij huisdieren. Traditioneel kan men het gebruikelijke voeder van het huisdier vervangen door een ander voeder waarvoor het huisdier niet allergisch is. Het eenvoudig veranderen van één bron van eiwitten door een andere biedt echter in het beste geval een gedeeltelijke oplossing voor een hypergevoeligheidsprobleem voor voeder. Jammer genoeg worden huisdieren die lijden aan inflammatoire darmaandoeningen en andere pathologische condities vaak snel allergisch voor nieuwe bronnen van eiwit. Zo ook kan men willekeurig ingrediënten elimineren uit het dieet van het huisdier. Een eliminatiedieet kan echter leiden tot onevenwicht in de voeding en wordt daarom afgeraden. Als een alternatief zou men de identiteit van het voedereiwit kunnen veranderen door de antigeniciteit ervan te verminderen. Denaturatie door warmte mislukt vaak, omdat de meeste antigenen warmtebestendig zijn. Verder stelt denaturatie door warmte antigenen die verbonden zijn in de natieve vorm van de eiwitten bloot, en kan het daarom de antigeniciteit van het door warmte gedenatureerde eiwit verhogen eerder dan verlagen. Andere alternatieven verwijderen de antigene eiwitten fysisch. Het Amerikaanse — octrooischrift US 6 783 792 beschrijft een samenstelling omvattende gedeeltelijk gehydrolyseerde eiwitten voor gebruik als een hypoallergeen voeder voor huisdieren, en een proces voor het produceren van de samenstelling.
Eiwitbehandelingen zoals hydrolyse, of zelfs dialyse of ultrafiltratie, zijn duur en eerder af te raden wat betreft de kosten voor huisdiervoerder.
Er is nood aan een hypoallergeen, op voedingsvlak evenwichtig voeder, dat een lekkere smaak, geen allergeniciteit, een hoge voedingswaarde, goede absorptiviteit en verteerbaarheid biedt. Verder moet de werkwijze voor het produceren van het voeder rendabel zijn. De onderhavige uitvinding heeft als doel ten minste sommige van de bovengenoemde problemen en nadelen op te lossen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding en uitvoeringsvormen daarvan dienen voor het bieden van een oplossing voor een of meerdere van de bovengenoemde nadelen. Daartoe heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een voeder voor huisdieren volgens conclusie 1. Het voeder voor huisdieren omvat een eiwitsamenstelling. De eiwitbronnen in de samenstelling zijn geselecteerd omdat hypergevoelige of allergische reacties vermeden worden. Voorkeur dragende uitvoeringsvormen van het voeder voor huisdieren zijn getoond in enige der conclusies 2 tot 12.
In een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor de productie van een voeder voor huisdieren volgens conclusie 13. Meer in het bijzonder biedt de werkwijze zoals hier beschreven, een voeder voor huisdieren met een hoge kwaliteit en zuiverheid. Voorkeur dragende uitvoeringsvormen van de werkwijze zijn getoond in enige der conclusies 14 en 15.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling. Het voeder voor huisdieren biedt een op voedingsvlak evenwichtig dieet, dat hypoallergeen is omwille van de zorgvuldig geselecteerde eiwitbronnen. Het bieden van een voeder voor huisdieren dat intrinsiek hypoallergeen is, vermindert de kans op een hypergevoeligheid of allergische reactie.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die algemeen wordt begrepen door een vakman in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Verder zijn de definities van de termen opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.
Zoals hier gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenis:
“Een”, “de” en “het” zoals hier gebruikt, verwijzen zowel naar het enkelvoud als het meervoud, tenzij de context anders aangeeft. “Een compartiment” verwijst, bij wijze van voorbeeld, naar één of meer dan één compartiment. “Ongeveer” zoals hier gebruikt, dat verwijst naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, zelfs meer bij voorkeur +/-1% of minder, en nog meer bij voorkeur +/-0,1% of minder van de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de beschreven uitvinding.
Het zal echter duidelijk zijn dat de waarde waarop de modificeerder “ongeveer” betrekking heeft, zelf ook specifiek beschreven wordt. “Omvatten”, “omvattende” en “omvat” en “bestaande uit” zoals hier gebruikt, zijn synoniem met “bevatten”, “bevattende” of “bevat” en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt bijv. een component en sluiten de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, niet uit.
Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijk in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een achtereenvolgende of chronologische volgorde, tenzij anders gespecificeerd.
Het zal duidelijk zijn dat de termen die aldus gebruikt zijn, onderling verwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding die hier beschreven zijn, in andere opeenvolgingen kunnen worden gebruikt dan hier beschreven of geïllustreerd.
Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten.
De uitdrukking * gew.% gew.%” verwijst, hier en doorheen de beschrijving tenzij anders gedefinieerd, naar het relatieve gewicht van de respectievelijke component gebaseerd op het totale gewicht van de formule.
Terwijl de term “een of meerdere” of “ten minste één”, zoals een of meerdere of ten minste één element van een groep elementen, per se duidelijk is, door middel van verdere voorbeelden, omvat de term onder andere een referentie naar enige één van de genoemde elementen, of naar enige twee of meerdere van de genoemde elementen, zoals bijv. enige 23, 24, >5, 26 of =7 enz. van de genoemde elementen, en maximum alle genoemde elementen.
“Huisdier” verwijst naar een gezelschapsdier, in het bijzonder gezelschapsdieren die nood hebben aan een eiwithoudend dieet in de orde van Carnivora. Honden, katten, en fretten zijn een specifiek, niet-beperkend, voorbeeld van een huisdier.
Zoals hier gebruikt, zijn “dierenvoeder”, “voeder voor huisdieren” of “droogvoer” allemaal bedoeld voor opname door het huisdier.
“Voederhypergevoeligheid”, zoals hier gebruikt, is een intolerantie, allergie of andere immuun-gemedieerde slechte reactie op een voeder dat wordt gegeven aan een huisdier.
“Hypoallergeen”, zoals hier gebruikt, verwijst naar een samenstelling die, wanneer deze wordt gevoederd aan een huisdier bij gebruikelijke niveaus die een geschikte voeding gedurende het leven van het huisdier bieden, geen klinisch waarneembare allergische reactie veroorzaakt.
De term “aminozuur”, zoals hier gebruikt, moet worden begrepen als het vrije aminozuur of de esters, amiden of zouten daarvan, in dewelke vorm de aminozuren ook kunnen worden gebruikt zonder afbreuk te doen aan hun nutritioneel gebruik. Alle referenties die geciteerd zijn in de onderhavige specificatie worden hierbij in hun geheel opgenomen door verwijzing. De beschrijving van alle referenties waar hier specifiek naar wordt verwezen, is in het bijzonder opgenomen door verwijzing. Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die zijn gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis die algemeen wordt begrepen door een vakman in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Verder zijn de definities van de termen die gebruikt zijn in de beschrijving opgenomen om de beschrijving van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen. De termen of definities die hier gebruikt zijn, worden enkel gegeven om te helpen de uitvinding beter te begrijpen.
Referenties doorheen deze specificatie naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een bepaald kenmerk, een bepaalde structuur, of een bepaald kenmerk dat is beschreven in verband met de uitvoeringsvorm opgenomen is in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Het voorkomen van de uitdrukkingen “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm” op verschillende plaatsen doorheen deze specificatie verwijst niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar kunnen dat doen.
Verder kunnen de bijzondere functies, structuren of kenmerken gecombineerd worden op enige geschikte manier, zoals duidelijk zal zijn voor een vakman op basis van deze beschrijving, in een of meerdere uitvoeringsvormen.
Verder, terwijl sommige
5 uitvoeringsvormen die hier beschreven zijn, sommige, maar niet andere functies opnemen die zijn opgenomen in andere uitvoeringsvormen, zijn combinaties van functies van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om te vallen binnen het bereik van de uitvinding, en vormen ze verschillende uitvoeringsvormen, zoals duidelijk zal zijn voor de vakman.
In de volgende conclusies kunnen enige van de beschreven uitvoeringsvormen bijvoorbeeld gebruikt worden in enige combinatie.
In een eerste aspect biedt de uitvinding een voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling, waarbij de genoemde eiwitsamenstelling ten minste twee verschillende eiwitbronnen omvat, waarbij de genoemde eiwitbronnen geïsoleerd zijn uit dierenmateriaal uit dezelfde dierengroep, waarbij de genoemde dierengroep is gekozen uit de groepen van gevogelte, beenvissen, holhoornige, haasachtigen, of hertachtigen, en waarbij de totale concentratie van essentiële aminozuren in de genoemde eiwitsamenstelling ligt tussen 5 en 15 gew.% in het genoemde voeder, en waarbij het genoemde voeder een verteerbaarheid van ten minste 75% heeft.
Er is gevonden dat de eiwitsamenstelling van voeder voor huisdieren ten minste twee verschilende eiwitbronnen omvat en de eiwitbronnen moeten worden geïsoleerd uit dieren, uit dezelfde dierengroep gekozen uit de groepen van gevogelte, beenvissen of holhoornige.
Soorten die tot deze dierengroepen behoren, bieden hypoallergeen materiaal en dragen daarom de voorkeur in voeder voor huisdieren.
Daarnaast bieden de eiwitbronnen essentiële aminozuren.
De verschillende eiwitbronnen worden bij voorkeur geselecteerd omdat ze complementair zijn in het bieden van de essentiële aminozuren.
De totale concentratie van essentiële aminozuren in de genoemde eiwitsamenstelling ligt bij voorkeur tussen 5,5 en 14,5 gew.%, meer bij voorkeur tussen 6 en 14,5 gew.%, meer bij voorkeur 6,5 en 13,5 gew.%, meer bij voorkeur 7 en 13,5 gew.%, meer bij voorkeur 7,5 en 13 gew.%. Deze concentraties van essentiële aminozuren in het voeder voor huisdieren bieden de kwalitatieve vereisten van essentiële aminozuren door huisdieren.
Met deze concentraties zullen huisdieren geen tekort aan enige één van de essentiële aminozuren hebben.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding ligt de totale concentratie van essentiële aminozuren in het genoemde voeder voor huisdieren tussen 8 en 13 gew.%. Deze voorkeur dragende uitvoeringsvorm biedt nog steeds de kwantitatieve vereisten van essentiële aminozuren door huisdieren. Daarnaast is de concentratie van essentiële aminozuren geformuleerd doordat er geen overmaat aan essentiële aminozuren wordt gegeven in het voeder. Een overmaat aan essentiële aminozuren wordt afgescheiden door het lichaam, aangezien het lichaam geen essentiële aminozuren kan opslaan. Daarom is het zinloos en niet rendabel een te grote hoeveelheid essentiële aminozuren te voorzien. In een verdere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding zijn de essentiële aminozuren in het voeder voor huisdieren gekozen uit de groep bestaande uit arginine, histidine, isoleucine, leucine, lysine, methionine, tryptofaan, threonine, fenylalanine, en valine, en waarbij arginine, isoleucine, lysine, fenylalanine, en valine elk een concentratie van ten minste 1 gew.% in het genoemde voeder hebben. Het voeder van de onderhavige uitvinding biedt zowel de kwantitatieve als kwalitatieve vereisten van essentiële aminozuren door huisdieren. In een bijzonder voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de eiwitsamenstelling verder niet-essentiële aminozuren, waarbij een totale concentratie aan de genoemde niet-essentiële aminozuren ligt tussen 10 en 20 gew.% in het genoemde voeder. Hoewel deze aminozuren niet-essentiële aminozuren worden genoemd, is er een wezenlijke eigenschap op het vlak van de voeding van de genoemde niet-essentiële aminozuren voor huisdieren voor het behouden van hun volledige genetische potentieel voor groei, ontwikkeling, reproductie, lactatie, en weerstand tegen metabole en besmettelijke ziekten. De eiwitbronnen van de onderhavige uitvinding zijn geselecteerd om ook te voldoen aan de kwantitatieve voedingsvereisten van de niet-essentiële aminozuren door huisdieren.
De concentratie van de genoemde niet-essentiële aminozuren ligt bij voorkeur tussen 11 en 20 gew.%, meer bij voorkeur tussen 12 en 19,5 gew.%, tussen 13 en 19,5 gew.%, tussen 13,5 en 19 gew.%, tussen 14 en 19 gew.%, tussen 14,2 en 18,8 gew.%, tussen 14,4 en 18,6 gew.%, tussen 14,4 en 18,6 gew.%, tussen 14,6 en 18,4 gew.%, tussen 14,8 en 18,2 gew.%, tussen 15,0 en 18 gew.%, tussen 15,2 en 17,8 gew.%, tussen 15,4 en 17,6 gew.%. Deze concentraties van niet-essentiële aminozuren voldoen aan de metabole behoeften van de huisdieren en behouden de stikstofbalans. De niet-essentiële aminozuren van de onderhavige uitvinding zijn bij voorkeur gekozen uit de groep bestaande uit alanine, aspartaanzuur, cysteïne, glutaminezuur, glycine, hydroxyproline, ornithine, proline, proline, serine en tyrosine. Overeenkomstig zijn de eiwitbronnen geselecteerd omdat de balans onder de verscheidene niet-essentiële aminozuren voldoet aan de metabole behoeften en de stikstofbalans van huisdieren behoudt.
Aminozuren (behalve glycine) bevatten een of meerdere asymmetrische centra en kunnen dus bestaan in stereoisomeer vormen. De aminozuren, zowel essentiële als niet-essentiële aminozuren, volgens de onderhavige uitvinding hebben bij voorkeur een linkerconfiguratie. De linkerconfiguratie van de aminozuren draagt de voorkeur boven de rechterconfiguratie, aangezien deze aminozuren overvloedig beschikbaar zijn en geen de novo synthetische paden vereisen. Daarnaast heeft het dierenlichaam slechts een erg beperkte capaciteit voor het enzymatisch omvormen van sommige aminozuren naar de L-vorm vanuit de D-vorm. Daarnaast kan een (overmatige) toevoer van D-aminozuren schadelijk zijn en kan het leiden tot het afremmen van de normale fysiologische functie. Bovendien is de linkerconfiguratie essentieel voor een optimale opname en absorptie door het maag-darmkanaal in een vorm, die de L-vorm is, die geschikt is voor synthese van eiwitten in het lichaam. Omwille van sterke onderlinge afhankelijkheden tussen het vereiste niveau van een bepaald aminozuur en het niveau van een of meerdere van de ander aminozuren die aanwezig zijn in het voeder voor huisdieren, is het niet haalbaar een precies bereik van niveaus voor elk van de aminozuren te bepalen. Niettegenstaande is de concentratie van zowel cysteïne als methionine, evenals de concentratie van zowel fenylalanine als tyrosine bij voorkeur gespecificeerd. Cysteïne en tyrosine worden klassiek beschouwd als zijnde de essentiële aminozuren, aangezien ze respectievelijk kunnen worden gesynthetiseerd uit methionine en fenylalanine in de lever. Huisdieren kunnen cysteïne en tyrosine echter de novo niet synthetiseren, hetgeen de nood aan de precursor-aminozuren, methionine en fenylalanine, benadrukt voor optimale ontwikkeling en gezondheid van het huisdier. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm omvat de eiwitsamenstelling in het genoemde voeder voor huisdieren een mix van methionine en cysteïne, waarbij de mix van methionine en cysteïne een concentratie tussen 0,7 en 1,2 gew.% heeft. De concentratie van de genoemde mix ligt bij voorkeur tussen 0,7 en 1,15 gew.%, meer bij voorkeur tussen 0,7 en 1,10 gew.%, tussen 0,7 en 1,05 gew.%. In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm ligt de verhouding van methionine en cysteïne in de mix van methionine en cysteïne bij voorkeur tussen 50:50 en 65:35.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm omvat de eiwitsamenstelling in het genoemde voeder voor huisdieren een mix van fenylalanine en tyrosine, waarbij de mix van fenylalanine en tyrosine een concentratie tussen 1,3 en 2,1 gew.% heeft. Bij voorkeur ligt de concentratie van de genoemde mix tussen 1,4 en 2,1 gew.%, meer bij voorkeur tussen 1,45 en 2,1 gew.%, tussen 1,5 en 2,1 gew.%, tussen 1,55 en 2,1 gew.%, tussen 1,6 en 2,1 gew.%, tussen 1,65 en 2,05 gew.%. In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm ligt de verhouding van fenylalanine en tyrosine in de mix van fenylalanine en tyrosine bij voorkeur tussen 40:60 en 60:40. In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding bedraagt de verteerbaarheid van het voeder voor huisdieren ten minste 80 gew.%, bij voorkeur tussen 80 en 95 gew.%. Deze hoge verteerbaarheid is mogelijk door de selectie van eiwitbronnen, die beschikbare en verteerbare voedingsaminozuren bieden. Aminozuren in verwerkte voeders kunnen reageren met verbindingen voor het vormen van derivaten die niet beschikbaar zijn in de voeding. De eiwitbronnen die zijn geïsoleerd uit gevogelte, beenvissen of holhoornige zijn geselecteerd omdat ze geen verdere verwerking nodig hebben, hetgeen de aminozuren onbeschikbaar maken in de voeding.
Gevogelte zijn vogels die tot een van twee biologische orden behoren, namelijk wilde of landvogels (Galliformes) en watervogels (Anseriformes). In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm zijn de verschillende eiwitbronnen geïsoleerd uit dezelfde biologische orde. Niet-beperkende voorbeelden van vogels die tot de orde van Galliformes behoren, zijn kippen, kwartels, fazanten en kalkoenen. Niet-beperkende voorbeelden van vogels die tot de orde van Anseriformes behoren, zijn eenden en ganzen.
Beenvissen zijn een groep van vissen met vinstraal en vinnen, die zijn gerangschikt in ongeveer 40 orden. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de verschillende eiwitbronnen bij voorkeur gekozen uit de orde van Clupeiformes of Salmoniformes. Vissen die behoren tot de Clupeiformes omvatten, zonder beperking, haringen, en de Salmoniformes omvatten, zonder beperking, zalm en forel.
Holhoornige zijn een groep runderachtige dieren met gespleten hoeven die behoren tot de biologische familie van Bovidae. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de verschillende eiwitbronnen bij voorkeur gekozen uit de biologische subfamilie van Caprinae. In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de verschillende eiwitbronnen bij voorkeur gekozen uit de biologische stam Caprini. In een zelfs meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de verschillende eiwitbronnen gekozen uit de orde van het genus Capra en/of Ovis. Zonder beperking omvat Capra geiten en omvat Ovis schapen.
Haasachtigen zijn een groep haasachtige soorten die behoren tot een zoogdierfamilie Leporidae in de orde Lagomorpha. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de verschillende eiwitbronnen bij voorkeur gekozen uit de haasachtige soorten die behoren tot de familie Leporidae. Haasachtigen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, konijnen en hazen.
Hertachtigen zijn een groep herkauwende zoogdieren met hoeven die de familie Cervidae vormen. De twee belangrijkste groepen van hertachtigen zijn de Cervinae, waaronder, maar niet beperkt tot, elanden, en Capreolinae, waaronder, maar niet beperkt tot, rendieren en elanden. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de verschillende eiwitbronnen bij voorkeur gekozen uit de subfamilie Capreolinae en/of Cervinae.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm zijn de op dieren gebaseerde eiwitbronnen vrij van ziekten.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm heeft het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding een ruw eiwitgehalte tussen 20 en 60 gew.%. De eiwitsamenstelling heeft bij voorkeur een ruw eiwitgehalte tussen 20 en 60 gew.%. De analyse van ruwe eiwitten is een chemische analyse van het voeder, waarbij de hoeveelheid stikstof die aanwezig is, wordt gebruikt voor het schatten van de hoeveelheid eiwitten in het voeder. Hoewel stikstof afkomstig is van dierlijk eiwit, kan het ook van niet-dierlijke eiwitten afkomstig zijn zoals granen, evenals andere — niet-eiwithoudende stikstofbronnen. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het gehalte aan ruwe eiwitten volgens de onderhavige uitvinding afkomstig van de verschillende eiwitbronnen. Deze eiwitbronnen zijn dierlijke eiwitten. Het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding omvat bij voorkeur geen toxische melamine of enige afgeleide daarvan.
Het gehalte aan ruwe eiwitten is bekend bij de vakman. Werkwijzen voor het kwantificeren van het ruwe eiwitgehalte van een voeder zijn beschreven in de stand der techniek. De bepaling van ruw eiwit in dierenvoeders, zoals voeder voor huisdieren, wordt bij voorkeur beoordeeld met behulp van de Kjeldahl-werkwijze.
In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm omvat het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding purines, waarbij een totale concentratie van purines in het genoemde voeder lager is dan 1 gew.%. De eiwitbronnen volgens de onderhavige uitvinding zijn geselecteerd omdat ze een laag purinegehalte hebben en daarom de vorming van uraatstenen niet veroorzaken. Sommige huisdieren hebben een tekort aan de noodzakelijke enzymen die vereist zijn voor het afbreken van voedingsstoffen, zoals onder andere purine. Hoewel purine essentieel is voor een goede voeding, wordt het, wanneer purine niet goed wordt afgebroken, omgevormd naar urinezuur. Hoge gehaltes aan urinezuur kunnen leiden tot de vorming van nierstenen in de urethra of blaas. Sommige dieren, zoals bijvoorbeeld dalmatiërs, kunnen genetisch voorbestemd zijn op uraatnierstenen.
De totale concentratie aan purines in het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding is bij voorkeur lager dan 0,8%, lager dan 0,6%, lager dan 0,4%, lager dan 0,45%, lager dan 0,40%. Purines zijn bij voorkeur gekozen uit de groep bestaande uit adenine, adenosine, guanine, guanosine, xanthine, en hypoxyanthine. Het lage purinegehalte van het voeder voor huisdieren voorkomt de vorming van uraatstenen en het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding biedt de noodzakelijke ingrediënten op het vlak van voeding die metabole ziekten voorkomen als gevolg van hypergevoeligheids- of allergische reacties.
In een bijzonder voorkeur dragende uitvoeringsvorm omvat het voeder voor huisdieren een of meerdere aanvullende ingrediënten die geselecteerd zijn uit de groep bestaande uit groenten, fruit, botanische kruiden en/of specerijen. Deze aanvullende ingrediënten bieden de vereiste koolhydraten, vezels, antioxidanten, vitamines, spoorelementen en mineralen in de voeding, en vullen de eiwitsamenstelling van het voeder voor huisdieren aan. De genoemde ingrediënten zijn bij voorkeur niet afkomstig van GGO's.
Het voeder voor huisdieren omvat bij voorkeur geen graan, en geen gluten. Het voeder voor huisdieren omvat meer bij voorkeur geen kunstmatige smaakstoffen, kleurstoffen, bewaarmiddelen, genetisch gewijzigde organismen (GGO's), of vulstoffen.
Voorkeur dragende groenten die zijn opgenomen in het voeder voor huisdieren zijn geselecteerd uit de groep omvattende zoete aardappel, luzerne, erwten, lijnzaad, wortelen, pompoen en spinazie. Fruit is bij voorkeur geselecteerd uit de groep omvattende Amerikaanse veenbessen, appelen en peren. De groenten en het fruit zijn bij voorkeur gedroogd. Botanische kruiden zijn bij voorkeur gekozen uit de groep omvattende rozemarijn, paardenbloem, jeneverbes, zoethout, engelwortel, rozenbottel, kamille, klis, brandnetel, anijszaad, fenegriek, pepermunt, goudsbloem, marshmallow, venkel, kurkuma, mariadistel, Yucco schidigera, en cinnamon. Wortels, bladeren, zaden of bloemen worden bij voorkeur gebruikt van de botanische kruiden. De botanische kruiden zijn bij voorkeur gedroogd. Extracten worden bij voorkeur gebruikt van botanische kruiden. Verder omvat het voeder voor huisdieren bij voorkeur therapeutische niveaus van botanische voedingskruiden.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm omvat het voeder voor huisdieren een vetsamenstelling. De vetsamenstelling heeft bij voorkeur een totale concentratie tussen 4 en 24 gew.% van het voeder voor huisdieren. De concentratie ligt bij voorkeur tussen 4 en 22 gew.%, meer bij voorkeur tussen 4,5 en 20 gew.%. De genoemde vetsamenstelling omvat bij voorkeur vetzuren, bij voorkeur vetzuren die zijn gekozen uit de groep omvattende linolzuur, alfa-linolzuur, eicosapentaeenzuur (EPA), en/of docosahexaanzuur (DHA). Deze vetzuren verminderen de incidentie van cardiovasculaire aandoeningen.
Het voeder voor huisdieren omvat bij voorkeur algen, bijvoorbeeld Schizochytrium limacinum. De genoemde algen zijn bij voorkeur gedroogd. De genoemde algen bieden docosahexaanzuur (DHA), een lange-keten, hoogst verzadigd omega-3 vetzuur, dat de algemene ontwikkeling en gezondheid verbetert.
In een niet-limitatief voorbeeld omvat de vetsamenstelling verder archidonzuur en taurine. Sommige dieren hebben voedingsvereisten voor deze laatste, zoals bijvoorbeeld katten.
Het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding omvat antioxidanten, spoorelementen, mineralen en vitamines. Calcium, natrium, chloor, mangaan, fosfor, koper, magnesium, zink, kalium, ijzer, jood en/of selenium zijn bij voorkeur opgenomen in het voeder voor huisdieren in een nutritioneel geschikte hoeveelheid. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het voeder voor huisdieren verder supplementen die zijn geselecteerd uit de groep bestaande uit glucosamine, methylsulfonylmethaan (MSM), en/of = chondroïtinesulfaat.
Deze supplementen herstellen of behouden de vitaliteit van het huisdier door de functionaliteit van het muscoskeletale systeem, d.w.z. gewrichten, ligamenten, spieren, pezen, enz., te ondersteunen.
In een bijzonder voorkeur dragende uitvoeringsvorm is het huisdier een hond of een kat. Het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding is geoptimaliseerd voor een hond of kat in alle fases van de ontwikkeling. Afhankelijk van de leeftijd van de hond of de kat worden verschillende hoeveelheden van het voeder voor huisdieren toegediend, bij voorkeur oraal. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm is het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding een droog, halfvast of vochtig voeder, bij voorkeur is het voeder een droogvoer. Een droogvoer kan gemakkelijk worden verwerkt en in porties verdeeld. Het droogvoer is aantrekkelijk voor huisdieren en behoudt de gezondheid van de tanden. Het voeder voor huisdieren kan ook worden verdeeld in andere vormen naast droogvoer. Andere nuttige vormen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, een vloeistof, een brij, of een poeder.
Een tweede aspect volgens de onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het produceren van een voeder voor huisdieren, waarbij de genoemde werkwijze de stappen omvat van het mengen van een eerste eiwitbron, een tweede eiwitbron en optioneel aanvullende eiwitbronnen die resulteren in een eiwitsamenstelling, waarbij de genoemde eiwitbronnen geïsoleerd zijn uit dierlijk materiaal van dezelfde dierengroep, waarbij de genoemde dierengroep is gekozen uit de groepen van gevogelte, beenvissen en holhoornige, waarbij de totale concentratie van de eerste, tweede en aanvullende eiwitbronnen in het genoemde voeder voor huisdieren ten minste 60 gew.%, bij voorkeur 70 gew.% bedraagt.
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding biedt een voeder voor huisdieren van een hoge kwaliteit. De eiwitbronnen die zijn opgenomen in het genoemde voeder voor huisdieren zijn van dierlijke oorsprong en zijn daarom van een hoge kwaliteit. Daarnaast zijn deze eiwitbronnen geselecteerd omdat ze hypoallergeen vlees en de vereiste voedingsstoffen voor de gezondheid van het huisdier bieden. De eerste en tweede eiwitbron worden bij voorkeur gemengd in een verhouding tussen 5:1 en 1:1. Meer bij voorkeur 4:1 en 1:1, meer bij voorkeur 3:1 en 1:1, meer bij voorkeur 3:1 en 2:1.
Naast de genoemde eiwitbron wordt het voeder voor huisdieren verder nutritioneel verbeterd door de toevoeging van ingrediënten, die de vezels, mineralen, spoorelementen en vitamines bieden om te zorgen voor een geschikte voedingsopname voor de gezondheid en vitaliteit van het huisdier.
In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding worden een of meerdere aanvullende ingrediënten bestaande uit groenten, fruit, botanische kruiden en/of specerijen gemengd in het voeder. In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding worden supplementen die zijn geselecteerd uit de groep bestaande uit glucosamine, methylsulfonylmethaan (MSM), en/of chondroïtinesulfaat gemengd in het voeder. In een bijzonder voorkeur dragende uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het voeder voor huisdieren geproduceerd als een droog voeder, bij voorkeur als een droogvoer.
Het droogvoer wordt bij voorkeur geproduceerd door een extruder. Een extruder en het proces van het extruderen zijn bekend bij de vakman. Alle samenstellingen, ingrediënten en supplementen worden gemengd in de juiste hoeveelheid en ze worden bij voorkeur gemengd met zeewier, een natuurlijke emulgator. Zeewier is een natuurlijke component die een algemene hoge beschikbaarheid heeft.
De uitvinding zal verder beschreven worden door de volgende niet-limitatieve voorbeelden die de uitvinding verder illustreren, en die niet zijn bedoeld, en niet mogen worden geïnterpreteerd als zijnde een beperking van het bereik van de uitvinding.
VOORBEELDEN De onderhavige uitvinding zal nu verder geïllustreerd worden met verwijzing naar de volgende voorbeeld(en). De onderhavige uitvinding is in geen geval beperkt tot de gegeven voorbeelden of tot de uitvoeringsvormen die op de figuren zijn voorgesteld.
Voorbeeld 1: Ruw eiwitgehalte van voeder voor katten en honden Het voeder voor katten en honden volgens de onderhavige uitvinding biedt eiwitten van een hoge kwaliteit. Verschillende eiwitbronnen werden gecombineerd en het gehalte aan ruw eiwit werd gemeten door de Kjeldahl-werkwijze.
Tabel 1: Ehéitbronnen in het voeder voor huisdieren volgens de onderhavige uitvinding Ee ie PO hondenvoeder 23 - 29 gew.% Kip en kalkoen 30 - 36 gew.%
| tee SM kattenvoeder | etenvoeder frettenvoeder Het katten- en frettenvoeder zoals getoond in het onderhavige voorbeeld heeft een hoger gehalte aan ruwe eiwitten dan het hondenvoeder om te voldoen aan de voedingsvereisten van de kat en fret.
Voorbeeld 2: Vergelijkende test van kattenvoeder Zes volgroeide Noorse boskatten van ten minste één jaar oud kregen het voeder volgens de onderhavige uitvinding toegediend.
Zes andere katten, van hetzelfde ras en dezelfde leeftijd, kregen een gespecialiseerd voeder voor katten.
De katten waren in goede gezondheid en hun gewicht, geslacht en ras was bekend.
De katten werden tweemaal per dag en op hetzelfde moment elke dag gevoederd.
Een totale inname van 50 g per dag werd gevoederd.
Water was te allen tijde beschikbaar.
Tijdens de opvolging werd het gedrag van de katten gemonitord en werd de huid regelmatig gecontroleerd op roodheid.
Er werden ook monsters van de feces afgenomen.
Alle 6 katten met het voeder volgens de onderhavige uitvinding vertoonden een normaal gedrag, d.w.z. sociaal gedrag, speelsheid, zichzelf verzorgen en eetlust.
De huid van de katten vertoonde geen rode vlekken en geïrriteerde zones omwille van abnormaal hevig krabben.
Bovendien behield de vacht van de katten haar gezonde glans.
De monsters van feces hadden een gezonde kleur, consistentie en normale pH van ongeveer 7,5. Het monster van de stoelgang van de 6 katten die gevoederd waren met het gespecialiseerde voeder voor katten was eerder geel-groen van kleur en stonk hetgeen wijst op een grote hoeveelheid vetten in de feces en een slechte absorptie van de voedingsstoffen in het voeder.
De vacht van de katten veranderde, het was niet langer schoon, glanzend en vrij van klitten.
Uiteindelijk werd het dieet van deze zes katten veranderd naar het voeder volgens de onderhavige uitvinding. Na twee weken voederen was de zelfstandige verzorging van de katten hersteld en zag de vacht van de katten er gezond uit. De kleur, consistentie en pH van de fecesmonsters herstelde zich en de huidirritatie was niet langer zichtbaar.
De onderhavige uitvinding is in geen geval beperkt tot de uitvoeringsvormen die in de voorbeelden beschreven zijn. Integendeel, werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding kunnen worden gerealiseerd op veel verschillende manieren zonder af te wijken van het bereik van de uitvinding.
Voorbeeld 3: Vergelijkende test van het voeder van fretten Een eerste groep van vijf fretten die één jaar oud waren, werd gevoederd met het voeder omvattende konijn en haas als de geselecteerde eiwitbronnen. Een tweede groep van vijf fretten die één jaar oud waren, werd gevoederd met een commercieel voeder bevattende konijn. Elke fret werd dagelijks gevoederd met 35 g van het voeder en vers water was te allen tijde aanwezig. De fretten werden gemonitord op hun bedrags-, dierenvacht- en metabole kenmerken.
Tijdens de eerste weken van de monitoring van de fretten vertoonden ze allemaal normale kenmerken. Ze vertoonden normale jacht- en speelperioden, gevolgd door perioden van diepe slaap. De vacht van de fretten zag er proper en glanzend uit, en hun feces en urine hadden een normale pH en kleur. Na twee weken voederen met het voeder van groep één en twee met het frettenvoeder zoals hierboven vermeld, hadden de fretten uit groep twee losse stoelgang en defeceerden ze vaak buiten hun mand. Daarnaast vertoonden de fretten lethargisch gedrag. Hun vacht zag er ongezond uit en voelde droog en ruw aan. De stoelgangmonsters werden geanalyseerd op bacteriële, virale of parasitische infecties, maar vertoonden negatieve resultaten. De fretten van groep twee werden niet langer gevoederd met het commerciële voeder, maar met het voeder volgens de onderhavige uitvinding. Drie dagen na de verandering van dieet vertoonden de fretten opnieuw normale gedragskenmerken en een gezondere vacht. De fretten defeceerden in hun mand en de kleur en consistentie van de feces was opnieuw normaal.
Het voeder volgens de onderhavige uitvinding biedt een erg voedzaam en verteerbaar voeder speciaal voor fretten, en draagt bij tot een gezond en gelukkig leven. Aangezien het voeder vrij is van graan en gluten, is het een optimaal voeder voor de vleesetende fretten.
Claims (15)
1. Voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling, waarbij de genoemde eiwitsamenstelling ten minste twee verschillende eiwitbronnen omvat, waarbij de genoemde eiwitbronnen geïsoleerd zijn uit dierenmateriaal uit dezelfde dierengroep, met het kenmerk dat de genoemde dierengroep is gekozen uit de groepen van gevogelte, beenvissen, holhoornige, haasachtigen, of hertachtigen, en waarbij de totale concentratie van essentiële aminozuren in de genoemde eiwitsamenstelling ligt tussen 5 en 15 gew.% in het genoemde voeder, en waarbij het genoemde voeder een verteerbaarheid van ten minste 75% heeft.
2. Voeder voor huisdieren volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de totale concentratie van essentiële aminozuren in het genoemde voeder tussen 8 en 13 gew.% ligt.
3. Voeder voor huisdieren volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de essentiële aminozuren in het voeder voor huisdieren zijn gekozen uit de groep bestaande uit arginine, histidine, isoleucine, leucine, lysine, methionine, tryptofaan, threonine, fenylalanine, en valine, en waarbij arginine, isoleucine, lysine, fenylalanine, en valine elk een concentratie van ten minste 1 gew.% in het genoemde voeder hebben.
4, Voeder voor huisdieren volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk dat de verteerbaarheid van het genoemde voeder ten minste 80 gew.%, bij voorkeur tussen 80 en 95 gew.% bedraagt.
5. Voeder voor huisdieren volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk dat de eiwitsamenstelling verder niet-essentiële aminozuren omvat, waarbij een totale concentratie aan de genoemde niet-essentiële aminozuren ligt tussen 10 en 20 gew.% in het genoemde voeder.
6. Voeder voor huisdieren volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk dat het genoemde voeder een gehalte aan ruwe eiwitten heeft tussen 20 en 60 gew.%.
7. Voeder voor huisdieren volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk dat het genoemde voeder purines omvat, en waarbij de totale concentratie van purines in het genoemde voeder lager is dan 1 gew.%.
8. Voeder voor huisdieren volgens één der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk dat het genoemde voeder een of meerdere aanvullende ingrediënten omvat die zijn geselecteerd uit de groep bestaande uit groenten, fruit, kruiden en/of specerijen.
9, Voeder voor huisdieren volgens één der conclusies 1 tot 8, met het kenmerk dat het genoemde voeder verder supplementen omvat die zijn geselecteerd uit de groep bestaande uit glucosamine, methylsulfonylmethaan (MSM), en/of chondroïtinesulfaat.
10. Voeder voor huisdieren volgens één der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk dat het huisdier een hond, kat of fret is.
11. Voeder voor huisdieren volgens één der conclusies 1 tot 10, met het kenmerk dat het genoemde voeder een droog, halfvast of vochtig product is, waarbij het genoemde voeder bij voorkeur droogvoer is.
12.Werkwijze voor het produceren van een voeder voor huisdieren, met het kenmerk dat de genoemde werkwijze de stappen omvat van het mengen van een eerste eiwitbron en een tweede eiwitbron die resulteren in een eiwitsamenstelling, waarbij de genoemde eiwitbronnen geïsoleerd zijn uit dierlijk materiaal van dezelfde dierengroep, waarbij de genoemde dierengroep is gekozen uit de groepen van gevogelte, beenvissen, holhoornige, haasachtigen of hertachtigen, waarbij de totale concentratie van de eerste en tweede eiwitbron in het genoemde voeder voor huisdieren ten minste 60 gew.%, bij voorkeur 70 gew.% bedraagt en waarbij de eerste en de tweede eiwitbron gemengd worden in een verhouding tussen 5:1 en 1:1.
13.Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij een of meerdere aanvullende ingrediënten geselecteerd uit de groep bestaande uit groenten, fruit, botanische kruiden en/of specerijen gemengd worden in het voeder.
14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, waarbij het voeder voor huisdieren wordt geproduceerd als een droog voeder, bij voorkeur als een droogvoer.
15. Werkwijze volgens conclusie 12-14, waarbij aanvullende eiwitbronnen gemengd worden in de eiwitsamenstelling.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195507A BE1027481B1 (nl) | 2019-08-06 | 2019-08-06 | Voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling en werkwijze voor het produceren van genoemd voeder |
PCT/EP2020/072186 WO2021023839A1 (en) | 2019-08-06 | 2020-08-06 | Pet food comprising a protein composition and method of producing said food |
EP20750283.2A EP4027800A1 (en) | 2019-08-06 | 2020-08-06 | Pet food comprising a protein composition and method of producing said food |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195507A BE1027481B1 (nl) | 2019-08-06 | 2019-08-06 | Voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling en werkwijze voor het produceren van genoemd voeder |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1027481A1 BE1027481A1 (nl) | 2021-03-02 |
BE1027481B1 true BE1027481B1 (nl) | 2021-03-09 |
Family
ID=68426039
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20195507A BE1027481B1 (nl) | 2019-08-06 | 2019-08-06 | Voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling en werkwijze voor het produceren van genoemd voeder |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1027481B1 (nl) |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6783792B2 (en) * | 1998-12-11 | 2004-08-31 | Nestec S.A. | Method of making hypoallergenic pet food |
-
2019
- 2019-08-06 BE BE20195507A patent/BE1027481B1/nl active IP Right Grant
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6783792B2 (en) * | 1998-12-11 | 2004-08-31 | Nestec S.A. | Method of making hypoallergenic pet food |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
ANONYMOUS: "Celtic Connection - Handcrafted Holistic Pet Food", 9 November 2018 (2018-11-09), XP055683889, Retrieved from the Internet <URL:https://web.archive.org/web/20181109160655/http://emgeetrading.com/celtic-connection.html> [retrieved on 20200407] * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1027481A1 (nl) | 2021-03-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
Hardy | Alternate protein sources for salmon and trout diets | |
JP5295567B2 (ja) | 高齢期の動物の生活の質を高めるための方法 | |
RU2362323C2 (ru) | Способ повышения качества жизни растущего животного и применение композиции для них | |
JP6215954B2 (ja) | コンパニオンアニマルのための老化防止の食品 | |
CN102170792A (zh) | 提高老龄动物生活质量的方法 | |
JP6276286B2 (ja) | コンパニオンアニマルのための老化防止の食品 | |
BE1027481B1 (nl) | Voeder voor huisdieren omvattende een eiwitsamenstelling en werkwijze voor het produceren van genoemd voeder | |
WO2008010696A1 (fr) | Aliment combiné pour animaux et volaille de ferme | |
JP3480047B2 (ja) | イチョウ葉エキスによる飼育方法 | |
EP4044825A1 (en) | Animal feed, use thereof and method of producing said animal feed | |
Gugołek et al. | Feeds of animal origin in rabbit nutrition–a review | |
GB2586139A (en) | Pet food comprising a protein composition and method of producing said food | |
EP4027800A1 (en) | Pet food comprising a protein composition and method of producing said food | |
Debnath et al. | Comparative evaluation of vegetarian and meat based dry pet food on palatability, food intake and growth performance in growing nondescript female dogs | |
Ademola et al. | Response of broilers to improved and local fishmeal | |
US20230045197A1 (en) | Pet food | |
RU2817672C1 (ru) | Кормовая добавка для животных и птицы "Байкальская" | |
WO2024185528A1 (ja) | 昆虫を原料とする食料用組成物、及び動物用食料 | |
Barman et al. | Effect of partial replacement of protein supplement with silkworm (Bombyx mori L.) pupa meal on production performances in crossbred (HS× GH) grower pigs | |
NL2020189B1 (nl) | Werkwijze voor het voederen van niet-gecastreerde mannelijke varkens met een verhoogde eiwitbehoefte | |
NL2006736C2 (en) | Animal feed, production method and animal feed premix. | |
CN114568598A (zh) | 一种生骨肉配方主食冻干猫粮营养配方及制备方法 | |
Tullock | Fish Feeds and Nutrition Primer | |
CN114828646A (zh) | 治疗和降低与升高的4-乙基苯基硫酸盐相关的病状风险的组合物和方法 | |
CN114828643A (zh) | 用于治疗例如焦虑的具有特定不溶性纤维与可溶性纤维比率的组合物 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20210309 |