BE1027385B1 - Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bladgroente - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bladgroente Download PDFInfo
- Publication number
- BE1027385B1 BE1027385B1 BE20195396A BE201905396A BE1027385B1 BE 1027385 B1 BE1027385 B1 BE 1027385B1 BE 20195396 A BE20195396 A BE 20195396A BE 201905396 A BE201905396 A BE 201905396A BE 1027385 B1 BE1027385 B1 BE 1027385B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- collecting surface
- leaves
- vegetable
- air
- processing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23N—MACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
- A23N12/00—Machines for cleaning, blanching, drying or roasting fruits or vegetables, e.g. coffee, cocoa, nuts
- A23N12/02—Machines for cleaning, blanching, drying or roasting fruits or vegetables, e.g. coffee, cocoa, nuts for washing or blanching
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23N—MACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
- A23N12/00—Machines for cleaning, blanching, drying or roasting fruits or vegetables, e.g. coffee, cocoa, nuts
- A23N12/08—Machines for cleaning, blanching, drying or roasting fruits or vegetables, e.g. coffee, cocoa, nuts for drying or roasting
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G47/00—Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
- B65G47/22—Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors
- B65G47/26—Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors arranging the articles, e.g. varying spacing between individual articles
- B65G47/30—Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors arranging the articles, e.g. varying spacing between individual articles during transit by a series of conveyors
- B65G47/31—Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors arranging the articles, e.g. varying spacing between individual articles during transit by a series of conveyors by varying the relative speeds of the conveyors forming the series
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G47/00—Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
- B65G47/52—Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices
- B65G47/525—Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices using fluid jets
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G2201/00—Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
- B65G2201/02—Articles
- B65G2201/0202—Agricultural and processed food products
- B65G2201/0211—Fruits and vegetables
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
Abstract
De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het verwerken van bladgroente, omvattende in een eerste fase het homogeen uitleggen van bladgroente, de genoemde eerste fase omvattende de stappen: (a) het toevoeren van een hoeveelheid bladgroente, omvattende meerdere individuele bladeren; (b) het in de lucht blazen van de toegevoerde hoeveelheid bladgroente middels één of meerdere luchtstromen doorheen de bladgroente, waarbij de individuele bladeren van de bladgroente opdwarrelen; en (c) het opvangen van opgedwarrelde, individuele bladeren van de bladgroente op een opvangoppervlak, waarbij het opvangoppervlak een bewegend oppervlak is, waarop de individuele bladeren neerdwarrelen en aldus een homogeen gespreide laag vormen. Een tweede aspect betreft een inrichting voor het verwerken van bladgroente, omvattende een toevoerinrichting, één of meerdere blaasinrichtingen en een beweegbaar opvangoppervlak, waarbij in hoofdzaak loodrecht op het beweegbaar opvangoppervlak, zich één or meerdere wanden uitstrekken welke een ruimte definiëren geschikt voor het begrenzen van een opdwarrelend bladervolume.
Description
t BE2019/5396
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op het uitleggen en schoonmaken van bladgroente. Meerbepaald bevindt de uitvinding zich in het technisch deelgebied van de verwerking van spinazie en snijbiet.
STAND DER TECHNIEK In de groenteverwerkende industrie, en het bijzonder bij de verwerking van bladgroenten, bestaat het plantaardige bulkmateriaal in hoofdzaak uit een grote variëteit aan bladmateriaal, waaronder waardevol en minder waardevol materiaal, alsook een zekere hoeveelheid contaminanten. Voor de verdere verwerking van bladgroenten, is een classificatie en zuivering van de afzonderlijke componenten bijgevolg een noodzaak. Bij deze classificatie en zuivering van bladmateriaal stelt zich echter het probleem dat de onzuiverheden aanwezig in dit bladmateriaal slechts moeilijk kunnen worden verwijderd. Dit ten gevolge van het natuurlijke fenomeen dat individuele bladeren de neiging hebben om samen te klitten of kleven, waardoor contaminanten als het ware gevangen zitten in de bladmassa. Dit maakt van het schoonmaak- en sorteringsproces een erg moeilijke en intensieve taak, waarmee nog steeds erg veel manuele arbeid gepaard gaat, en waarbij de finaal verkregen zuiverheid en kwaliteit te wensen overlaat. Bovendien stellen zich tegenwoordig nieuwe problemen aangaande zuiverheid bij bladgroenten, met name de aanwezigheid van plastic- of metaaldeeltjes in de gewassen. Uit de huidige stand der techniek zijn reeds enkele manieren gekend waarbij dit proces gedeeltelijk geautomatiseerd wordt. Het schoonmaken en sorteren van bladgroenten blijft hoe dan ook onderworpen aan enkele moeilijkheden. Zo beschrijft DE 10 2008 058 998 een werkwijze voor de screening of classificatie van gesneden groente- en kruidenmateriaal, waarbij een verticale luchtstroom toelaat verschillende soorten plantenmateriaal te scheiden op basis van soortelijk gewicht. Hierbij wordt echter het gescheiden plantenmateriaal opnieuw verzameld als een bulkstroom en worden de individuele bladeren niet uitgelegd. Bovendien, is
? BE2019/5396 het verwijderen van contaminanten met een onbekend soortelijk gewicht hierbij slechts moeilijk te bereiken.
Verder beschrijft DE 4427 418 een scheidingssysteem omvattende een wervelkamer. De inrichting is geschikt voor het losmaken van individuele bladeren uit plantaardig bulkmateriaal en laat het scheiden van verschillende soorten plantenmateriaal toe op basis van soortelijk gewicht. Gelijkaardig aan DE ‘998 wordt het gescheiden materiaal echter opnieuw als bulk verzameld en worden onzuiverheden slechts beperkt verwijderd.
US 2 666 711 beschrijft een inrichting geschikt voor het wassen en drogen van spinazie. Contaminanten worden hierbij slechts deels verwijderd, waarbij de focus ligt op het verwijderen van grondrestanten.
Er is bijgevolg nood aan een werkwijze voor het verwerken van bladgroente, waarbij de bladgroente grondig wordt schoongemaakt en waarbij de bladgroente niet wordt behandeld als bulkmateriaal, maar waarbij individuele bladeren worden beschouwd. In het bijzonder wordt hierdoor een hogere zuiverheid verkregen, waarbij de individuele bladeren gelijkmatig gespreid worden, en waardoor sortering, classificatie, invriezen en / of andere verwerkingsstappen verder vereenvoudigd en geoptimaliseerd worden.
De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Tot dit doel verschaft de uitvinding in een eerste aspect een werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stappen: (a) het toevoeren van een hoeveelheid bladgroente, omvattende meerdere individuele bladeren; (b) het in de lucht blazen van de toegevoerde hoeveelheid bladgroente middels één of meerdere luchtstromen doorheen de bladgroente, waarbij de individuele bladeren van de bladgroente opdwarrelen; en (c) het opvangen van opgedwarrelde, individuele bladeren van de bladgroente op een opvangoppervlak. De werkwijze kenmerkt zich door het opvangoppervlak, welk oppervlak een bewegend oppervlak betreft waarop de individuele bladeren aldus neerdwarrelen en een homogeen gespreide laag vormen.
Voorkeursvormen van de werkwijze worden gegeven in volgconclusies 2 tot en met
11. De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding laat de gelijktijdige spreiding van bladeren, en het afscheiden van zowel grote als kleine onzuiverheden toe. Dit is bijzonder relevant, daar bladgroente in grote hoeveelheden wordt verwerkt en het op heden erg moeilijk is om grove vuildeeltjes zoals aarde, zand, kleine stukjes afvalmateriaal, bijvoorbeeld plastics, insecten of andere kleine dieren, uit de bladgroente te verwijderen. De onderhavige werkwijze laat toe de bladeren snel en efficiënt te spreiden, waarbij dergelijke vuildeeltjes op een eenvoudige en effectieve manier verspreid worden naast de bladeren, waardoor zij eenvoudig kunnen worden onderscheiden van de genoemde bladeren, en vervolgens kunnen worden verwijderd, bijvoorbeeld middels optische sortering.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een inrichting volgens conclusie 12, omvattende een toevoerinrichting, één of meerdere blaasinrichtingen en een beweegbaar opvangoppervlak, waarbij in hoofdzaak loodrecht op het beweegbaar opvangoppervlak, zich één of meerdere wanden uitstrekken welke een ruimte definiëren geschikt voor het begrenzen van een opdwarrelend bladervolume.
Voorkeursvormen van de inrichting worden gegeven in volgconclusies 13 tot en met
17.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het verwerken van bladgroente, waarbij de hoeveelheid bladgroente in de lucht wordt geblazen middels één luchtstroom.
Figuur 2 toont een schematische weergave van een verdere of andere uitvoeringsvorm van de werkwijze voor het verwerken van bladgroente, waarbij de hoeveelheid bladgroente in de lucht wordt geblazen middels één luchtstroom, en één tegenluchtstroom.
Figuur 3 toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van de inrichting voor het verwerken van bladgroente volgens de onderhavige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het verwerken van bladgroente.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
“Een”, “de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.
Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
In een eerste aspect betreft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het verwerken van bladgroente, waarbij de verwerking in een eerste fase het homogeen uitleggen van bladgroente omvat. De werkwijze omvat de stappen: (a) het toevoeren van een hoeveelheid bladgroente, omvattende meerdere individuele bladeren; (b) het in de lucht blazen van de toegevoerde hoeveelheid bladgroente middels één of
> BE2019/5396 meerdere luchtstromen doorheen de bladgroente, waarbij de individuele bladeren van de bladgroente opdwarrelen; en (c) het opvangen van opgedwarrelde, individuele bladeren van de bladgroente op een opvangoppervlak, waarbij het genoemde opvangoppervlak een bewegend oppervlak is, waarop de individuele bladeren neerdwarrelen en aldus een homogeen gespreide laag vormen. De term “uitleggen” refereert in de context van de onderhavige uitvinding naar het gelijkmatig spreiden, uiteenplaatsen en / of uitstrooien van bladeren. Het uitleggen van bladeren leidt tot een finale toestand waarin de individuele bladeren elkaar beperkt, bij voorkeur niet, raken, en niet samengeklit of samengekleefd zijn. Hierbij is er duidelijk onderscheid te maken tussen de bladeren en eventueel aanwezige onzuiverheden, daar deze onzuiverheden zich op en / of naast de gespreide bladeren bevinden.
De term “bladgroente” of “bladgewas” duidt elke groente aan uit, doch is niet gelimiteerd tot, de groep van andijvie, radicchio, kardoen, peterselie, postelein, prei, groenselderij, kropsla, ijsbergsla, krulsla, snijsla, romeinse sla, veldsla, snijbiet, spinazie, tuinkers, tuinmelde, waterkers, winterpostelein, of combinaties hiervan. De onderhavige uitvinding wenst voornamelijk de focus te leggen op het uitleggen van spinazie en / of snijbiet.
Het “dwarrelen” van individuele bladeren, betreft in de context van de onderhavige uitvinding de staat van de bladeren waarin zij zich onder invloed van een luchtstroom in een zwevende toestand bevinden. Met “opdwarrelen” wordt de overgang van een ondersteunde toestand naar een zwevende toestand aangeduid, terwijl met de term “neerdwarrelen” de overgang van een zwevende toestand naar een ondersteunde toestand wordt bedoeld.
Een “opvangoppervlak” is in de context van de onderhavige uitvinding elk vlak geschikt voor het ondersteunen van bladeren, bij voorkeur wanneer zij neerdwarrelen.
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding laat de gelijktijdige spreiding van bladeren, en het afscheiden van onzuiverheden toe. Dit is bijzonder relevant, daar bladgroente in grote hoeveelheden wordt verwerkt en het op heden erg moeilijk is om vuildeeltjes zoals aarde, zand, kleine stukjes afvalmateriaal, bijvoorbeeld plastics, insecten of andere kleine dieren, uit de bladgroente te verwijderen. De onderhavige werkwijze laat toe de bladeren snel en efficiënt te spreiden, waarbij dergelijke vuildeeltjes op een eenvoudige en effectieve manier worden verwijderd. Hierbij worden grove vuildeeltjes gescheiden van bladeren en kleinere vuildeeltjes, daar de bladeren en kleinere vuildeeltjes worden weggeblazen terwijl de grove vuildeeltjes niet weggeblazen worden en/ of naar beneden vallen. Het bewegend opvangoppervlak zorgt er hierbij voor dat de opgevangen, individuele bladeren en kleine vuildeeltjes homogeen, bij voorkeur los van elkaar, gespreid zijn. Hierdoor zijn resterende vuildeeltjes eenvoudig te onderscheiden van de homogeen gespreide bladeren, wat een efficiënte verwijdering ervan mogelijk maakt. Dit maakt een efficiënte opvolging van de kwaliteitscontrole van het proces mogelijk, en vereenvoudigt optionele verwerkingsstappen welke volgen op het uitleggen van de bladeren. In het bijzonder verwerkingsstappen zoals optische sorteren verlopen uitzonderlijk efficiënt ten gevolge van de homogene spreiding van de bladeren en resterende vuildeeltjes. Het proces van schoonmaken en uitleggen, dat doorgaans een groot aandeel intensieve handarbeid omvat, wordt dankzij de onderhavige uitvinding in zijn integraliteit geautomatiseerd.
Bij voorkeur is de richting van de één of meerdere luchtstromen in hoofdzaak evenwijdig met het opvangoppervlak. Ten gevolge van deze oriëntatie strekt het opdwarrelen van de bladeren zich in hoofdzaak uit in de lengte en / of breedte van het opvangoppervlak, en in mindere mate in de hoogte. Hierdoor wordt een efficiëntere en bredere spreiding van de bladeren en onzuiverheden en / of vreemde voorwerpen op het opvangoppervlak verkregen, met een optimale afscheiding van onzuiverheden als gevolg.
Een beweging, en in het bijzonder wanneer dit een rechtlijnige beweging betreft, wordt per definitie omschreven middels zijn “bewegingsrichting” en “bewegingszin”, of verkort “richting” en “zin”. De richting duidt de oriëntatie van de lijnvormige beweging aan ten opzichte van een referentiepunt. In de context van de onderhavige uitvinding wordt als referentiepunt het opvangoppervlak beschouwd. Een richting evenwijdig aan het opvangoppervlak impliceert bijgevolg dat de lijn waarlangs de rechtlijnige beweging zich voordoet, evenwijdig is aan het opvangoppervlak. Anderzijds bepaalt de zin of het een positieve of negatieve beweging betreft welke zich voordoet langs deze lijn. Concreet impliceert eenzelfde zin en zelfde richting dus dat twee objecten zich samen langsheen dezelfde lijn bewegen, al dan niet met een verschillende snelheid, terwijl objecten met een zelfde richting maar tegenovergestelde zin, net van elkaar weg bewegen langsheen deze lijn.
De één of meerdere luchtstromen wijken in sommige uitvoeringsvormen af van genoemde in hoofdzaak evenwijdige oriëntatie. Bij voorkeur bedraagt deze afwijking niet meer dan 90° ten opzichte van het opvangoppervlak. Luchtstromen welke grotere afwijkingen vertonen, zullen ofwel aanleiding geven tot het te hoog opdwarrelen van de bladeren, met als gevolg dat een onpraktisch grote ruimte dient te worden voorzien om de opdwarrelende bladeren in te omvatten. Anderzijds, kan een te grote afwijking het zorgvuldig opdwarrelen van de bladeren belemmeren, waardoor finaal een ondermaatse spreiding wordt verkregen en / of waardoor onzuiverheden onvoldoende van de bladeren te onderscheiden zijn. Meer bij voorkeur bedraagt de afwijking niet meer dan 60°, nog meer bij voorkeur niet meer dan 30°°, meest bij voorkeur niet meer dan 10°° ten opzichte van het opvangoppervlak.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm is de zin van de één of meerdere luchtstromen in hoofdzaak gelijk met de bewegingszin van het opvangoppervlak. De onderhavige verhouding tussen de zin van de één of meerdere luchtstromen en de bewegingszin van het opvangoppervlak maakt de aanvoer van de bladgroente slechts aan één zijde van het opvangoppervlak mogelijk. Hierdoor kan de werkwijze als een lineair, volcontinu proces worden opgevat, waarbij de bladgroente zich beweegt vanaf de aanvoerzijde, tot opdwarrelen wordt gebracht onder invloed van de één of meerdere luchtstromen, vervolgens neerdwarrelt op, en gelijkmatig wordt gespreid over, het opvangoppervlak. Het oppervlak zorgt verder voor transport van de gespreide bladeren in eenzelfde bewegingsrichting en -zin, tot de uitvoerzijde wordt bereikt.
In sommige uitvoeringsvormen wordt additioneel minstens één tegenluchtstroom voorzien welke een in hoofdzaak tegenovergestelde zin heeft aan de zin van de één of meerdere luchtstromen. Een tegenluchtstroom zorgt voor een snellere en efficiëntere neerdwarreling van de bladeren. De spreiding over het opvangoppervlak wordt op kortere tijd verwezenlijkt, waarbij optimale tussenafstanden tussen de individuele bladeren wordt verkregen. Dit zorgt voor een algemene efficiëntieverhoging van de werkwijze.
De één of meerdere luchtstromen hebben volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm een stroomsnelheid welke begrepen is tussen 20,0 en 40,0 m/s. De gehanteerde snelheden zijn optimaal gekozen in functie van het opdwarrelen en uitleggen van bladgroenten, in het bijzonder spinazie en snijbiet. Snelheden in genoemde range zijn bijzonder geschikt voor bladgroente zoals spinazie en snijbiet. Het opvangoppervlak beweegt zich in sommige uitvoeringsvormen in een in hoofdzaak zelfde zin als de één of meerdere luchtstromen, met een snelheid welke begrepen is tussen 0,25 en 10,00 m/s. In sommige uitvoeringsvormen is het bewegend opvangoppervlak een transportband, waarbij de rolrichting in hoofdzaak evenwijdig is met de één of meerdere luchtstromen, en waarbij de rolzin dezelfde is als de zin van deze luchtstromen.
In sommige uitvoeringsvormen omvat het opvangoppervlak twee of meerdere deeloppervlakken, welke zich elk met een andere snelheid voortbewegen. Afhankelijk van de gewenste spreidingsgraad van de bladeren op het opvangoppervlak, kan de snelheid van de verschillende deeloppervlakken worden gewijzigd, waardoor de spreiding fractioneel kan worden vergroot over de verschillende deeloppervlakken.
In sommige uitvoeringsvormen omvat het opvangoppervlak twee of meerdere transportbanden, welke zich elk met een andere rolsnelheid voortbewegen. Het gebruik van twee of meerdere transportbanden heeft als voordeel dat zij nauw op elkaar kunnen aansluiten, terwijl een groot verschil in snelheid wordt verwezenlijkt. De “spreidingsgraad” van de bladeren op het opvangoppervlak wordt in de context van de onderhavige uitvinding uitgedrukt als een percentage dat de verhouding beschrijft tussen het bedekte en onbedekte oppervlak van het opvangoppervlak. Concreet duidt een spreidingsgraad van bijvoorbeeld 50% aan dat het opvangoppervlak voor de helft bedekt, voor de helft onbedekt is met bladeren. Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm is de beoogde spreidingsgraad betrepen tussen 50 en 100%, meer bij voorkeur tussen 70 en 100%, meest bij voorkeur tussen 80 en 95%. Tot dit doel omvat het opvangoppervlak minstens drie deeloppervlakken, welke zich voortbewegen met een respectievelijke snelheid begrepen tussen 0,25 en 2,00 m/s, tussen 0,50 en 4,00 m/s en tussen 2,00 en 6,00 m/s. Met de huidige configuratie wordt een optimale spreiding verkregen voor zowel spinazie als snijbiet, waarbij visuele kwaliteitscontrole uitzonderlijk efficiënt verloopt. Bij voorkeur bewegen de minstens drie deeloppervlakken zich voort met een respectievelijke snelheid begrepen tussen 0,75 en 1,25 m/s, tussen 2,75 en 3,25 m/s en tussen 3,75 en 4,25 m/s.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm, werden de individuele bladeren van de toegevoerde bladgroente voorafgaand losgemaakt middels trilling op één of meerdere schudders. De term “trilling” of “oscillatie” verwijst in de context van de onderhavige uitvinding naar een periodiek herhaalde omkering van de bewegingsrichting. Een trilling wordt vaak veroorzaakt door de verstoring van een stabiele evenwichtssituatie. In het licht van de uitvinding wordt de trilling veroorzaakt door één of meerdere “schudders”, welke mechanische inrichtingen zijn om doelbewust een specifieke trilling te genereren. Het voorafgaand trillen van de individuele bladeren zorgt ervoor dat eventueel samengeklitte bladeren loskomen, waardoor opdwarreling niet belemmerd wordt. Aangezien de snelheid van de luchtstromen specifiek gekozen wordt in functie van het type bladgroente dat dient uitgelegd te worden, dienen bladeren ook effectief als afzonderlijke eenheden in de luchtstroom te worden gebracht, willen ze op voorspelbare wijze opdwarrelen. In sommige uitvoeringsvormen doet de transportband welke het bladervolume aanvoert eveneens dienst als schudder.
Volgens sommige uitvoeringsvormen, omvat het verwerken van bladgroente één of meerdere processtappen gekozen uit de groep van wassen, drogen, optisch sorteren, verpakken, invriezen, of combinaties ervan.
Met de term “optisch sorteren” wordt het sorteren op basis van visuele eigenschappen aangeduid. Mogelijks wordt gesorteerd en / of geclassificeerd op basis van grootte, kleur, consistentie, of andere uiterlijke kenmerken. Bij voorkeur gebeurt de optische sortering geautomatiseerd, hierdoor wordt de opbrengst gemaximaliseerd, terwijl er minder afval wordt gegenereerd. Bovendien kan doorheen het productieproces van bijvoorbeeld groenten, een verlaging van het energieverbruik worden verkregen en wordt het gebruik van chemicaliën geminimaliseerd. Geautomatiseerde optische sortering laat bovendien een hoge productiviteit en verwerkingscapaciteit toe, en vormt een belangrijke schakel in het garanderen van een consistente voedselzekerheid en voedselkwaliteit.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat het verwerken van bladgroente minstens het sorteren, wassen en invriezen van de bladgroente. De eerste fase omvattende het uitleggen van individuele bladeren, zorgt voor een efficiëntere sortering daar bladeren gemakkelijker individueel te onderscheiden zijn en defecten bijgevolg sneller worden opgemerkt. Sortering van een homogeen gespreide laag bladeren verloopt bovendien met een kleiner risico op fouten. Ook wassen en invriezen verloopt efficiënter vertrekkende van een homogeen gespreide laag bladeren, daar een groter oppervlak wordt blootgesteld aan de wasvloeistof en/of afkoeling van de bladeren sneller verloopt ten gevolge van een groter blootgesteld koeloppervlak.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het verwerken van bladgroente, omvattende een toevoerinrichting, één of meerdere blaasinrichtingen en een beweegbaar opvangoppervlak, waarbij in hoofdzaak loodrecht op het beweegbaar opvangoppervlak, zich één of meerdere wanden uitstrekken welke een ruimte definiëren geschikt voor het begrenzen van een opdwarrelend bladervolume.
De ruimte gedefinieerd door genoemde wanden is verder geschikt voor het begrenzen van een neerdwarrelend bladervolume.
De gedefinieerde ruimte wordt in wat volgt ook beschreven aan de hand van de term “blaaskooi”. De blaaskooi omvat in de context van de onderhavige uitvinding één of meerdere al dan niet aaneengesloten wanden, welke de opdwarrelende bladeren tegenhouden, geleiden en / of begrenzen in één of meerdere richtingen en / of dimensies.
Het opdwarrelen van de bladeren verloopt mogelijks op een danig turbulente wijze dat het risico bestaat dat de bladeren zich verplaatsen tot buiten de inrichting, de bedrijfsomgeving, of de door werknemer(s) te controleren ruimte.
De blaaskooi zorgt dusdanig voor een controleerbaar proces te verkrijgen, waarbij de bedrijfsomgeving proper blijft, de verwerking van de bladgroente efficiënt en hygiënisch verloopt en mogelijks productverlies geminimaliseerd wordt.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt door de blaaskooi een volume begrensd dat begrepen is tussen 20 en 200 m3. De blaaskooi laat hierbij het vlot opdwarrelen van bladeren toe, met een optimale spreiding als gevolg.
Tevens zijn de dimensies van de blaaskooi geschikt voor een vlotte, regelmatige schoonmaak en onderhoud.
Bij voorkeur is het begrensde volume begrepen tussen 40 en 120 m3, meer bij voorkeur tussen 60 en 100 m3. Meest bij voorkeur begrenst de blaaskooi een volume begrepen tussen 80 en 90 m3. Teneinde enkel het opdwarrelend bladervolume te begrenzen binnen de gedefinieerde ruimte, maar de één of meerdere luchtstromen vrij te laten bewegen, zijn de één of meerdere wanden volgens een uitvoeringsvorm minstens gedeeltelijk luchtdoorlatend.
Volgens een uitvoeringsvorm, zijn de één of meerdere wanden een luchtdoorlatend gaas, raster en / of traliewerk.
De één of meerdere blaasinrichtingen zijn bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig geconfigureerd met het opvangoppervlak.
Hiermee wordt bedoeld dat de richting van een luchtstroom gegenereerd door de één of meerdere blaasinrichtingen in hoofdzaak evenwijdig is met het opvangoppervlak.
Bij voorkeur zijn de één of meerdere blaasinrichtingen geconfigureerd opdat de gegenereerde luchtstromen niet meer afwijken dan 30° ten opzichte van het opvangoppervlak.
Luchtstromen welke grotere afwijkingen vertonen, zullen ofwel aanleiding geven tot het te hoog opdwarrelen van
+ BE2019/5396 de bladeren, met als gevolg dat een onpraktisch grote blaaskooi dient te worden voorzien om de opdwarrelende bladeren in te begrenzen Anderzijds, kan een te grote afwijking het zorgvuldig opdwarrelen van de bladeren belemmeren, waardoor finaal een ondermaatse spreiding wordt verkregen en/of waardoor onzuiverheden onvoldoende uit de bladgroente worden verwijderd. Meer bij voorkeur bedraagt de afwijking niet meer dan 20°, nog meer bij voorkeur niet meer dan 10°, meest bij voorkeur niet meer dan 5° ten opzichte van het opvangoppervlak.
Het opvangoppervlak omvat volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm twee of meerdere deeloppervlakken. Dit laat toe de verschillende deeloppervlakken aan een verschillende snelheid voort te bewegen, waardoor de gewenste spreiding van de homogeen verspreide laag bladeren nauwkeurig kan worden gekozen en/of ingesteld. Dergelijke keuze en / of instelling gebeurt onder andere in functie van het type bladgewas, of bijvoorbeeld in functie van het groeistadium waarin het genoemde bladgewas zich bevindt.
Het opvangoppervlak en/of de deeloppervlakken van het opvangoppervlak omvatten volgens een uitvoeringsvorm één of meerdere transportbanden. Transportbanden hebben als voordeel dat zij nauw op elkaar aansluiten en éénvoudig op verschillende snelheden in te stellen zijn. Bladeren welke zich verplaatsen van één transportband naar een andere op verschillende snelheid worden hierbij niet beschadigd.
Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder één of meerdere componenten gekozen uit de groep van een wasinrichting, een drooginrichting, een inrichting voor optische sortering, een verpakkingsinrichting, een vriesinrichting, of combinaties ervan. Het incorporeren van verschillende processtappen in eenzelfde inrichting zorgt voor een toenemende efficiëntie en laat een volcontinue verwerking toe van oogst tot verpakking.
De inrichting omvat volgens een uitvoeringsvorm minstens een inrichting voor optische sortering, een wasinrichting en een vriesinrichting. Sortering middels de onderhavige inrichting verloopt uitermate efficiënt daar bladeren gemakkelijker individueel te onderscheiden zijn en defecten bijgevolg sneller worden opgemerkt wanneer zij homogeen op een oppervlak zijn uitgelegd. Sortering van een homogeen gespreide laag bladeren verloopt bovendien met een kleiner risico op fouten. Ook wassen en invriezen verloopt efficiënter vertrekkende van een homogeen gespreide laag bladeren, daar een groter oppervlak wordt blootgesteld aan de wasvloeistof en / of afkoeling van de bladeren sneller verloopt ten gevolge van een groter blootgesteld koeloppervlak.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
GEDETAILLEERDE FIGUURBESCHRIJVING De in Figuur 1 schematisch weergegeven werkwijze voor het verwerken van bladgroente, toont een hoeveelheid uit te leggen bladgroente (1), welke middels een transportband en / of schudder (15) in een blaaskooi (12) wordt gebracht. In de blaaskooi (12) wordt de bladgroente (1) blootgesteld aan een luchtstroom (3) waardoor de bladgroente (1) in de blaaskooi (12) opdwarrelt als individuele bladeren (2). De blaaskooi (12), ofwel de ruimte welke de opdwarrelende bladeren (2) omvat, strekt zich danig uit opdat de bladeren (2) zich initieel opwaarts (4) in de blaaskooi (12) bewegen, waarna zij weer neerdwarrelen (5). De individuele bladeren (2) dwarrelen hierbij neer (5) op een opvangoppervlak (6) dat zich voortbeweegt (8) weg van de blaaskooi (12). De bladeren (2) worden onder invloed van de luchtstroom (3) danig gespreid, dat zij als een homogeen uitgelegde laag (7) middels het opvangoppervlak (6) worden afgevoerd. Hierbij zijn eventuele vreemde voorwerpen en / of vuildeeltjes open, en goed zichtbaar, gespreid op het opvangoppervlak, wat de verwijdering ervan in volgende stappen vereenvoudigt. Figuur 2 geeft een gelijkaardige werkwijze weer, waarbij de hoeveelheid bladgroente (1) in de lucht wordt geblazen middels één luchtstroom (3), en versneld wordt gedeponeerd op het opvangoppervlak middels één tegenluchtstroom (9). Het opvangoppervlak omvat volgens de in Figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm een eerste (6), tweede (6”) en derde (6””) deeloppervlak, welke zich elk met een respectievelijke eerste (8’), tweede (8”) en derde (8””) snelheid voortbewegen. De verschillende bewegingssnelheden bevorderen een homogene spreiding van de bladeren (2) tot een homogeen uitgelegde laag (7), waarbij eventuele vreemde voorwerpen en / of vuildeeltjes eenvoudig te onderscheiden en verwijderen zijn. Figuur 3 toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van de inrichting voor het verwerken van bladgroente volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting omvat een blaaskooi (12) voorzien van een blaasinrichting (13), geschikt voor het homogeen uitleggen van een hoeveelheid bladgroente. Achter de blaaskooi wordt een opvangoppervlak voorzien, omvattende een eerste (6), tweede (6”) en derde (6””) deeloppervlak.
De inrichting is in het bijzonder geschikt om individuele bladeren van een hoeveelheid bladgroente homogeen uit te leggen, waarbij eenduidig visueel onderscheid kan gemaakt worden met potentieel aanwezige vreemde voorwerpen en / of vuildeeltjes.
Kleinere verontreinigen worden gedurende het blaasproces verwijderd en kunnen worden opgevangen in een hiertoe voorziene container (14). Voorafgaand aan de blaaskooi (12), bevinden zich twee schudders (11), welke geschikt zijn om de bladeren voorafgaand het uitleggen van elkaar los te maken.
Dit is met name voordelig indien de bladeren voorafgaand worden gewassen en / of gedroogd in een was- en / of drooginrichting (10). De verschillende onderdelen van de inrichting worden onderling verbonden middels verschillende transportbanden (15).
Claims (17)
1. Werkwijze voor het verwerken van bladgroente, waarbij de verwerking in een eerste fase het homogeen uitleggen van bladgroente omvat, de genoemde eerste fase de stappen omvattende: a. het toevoeren van een hoeveelheid bladgroente, omvattende meerdere individuele bladeren; b. het in de lucht blazen van de toegevoerde hoeveelheid bladgroente middels één of meerdere luchtstromen doorheen de bladgroente, waarbij de individuele bladeren van de bladgroente opdwarrelen; c. het opvangen van opgedwarrelde, individuele bladeren van de bladgroente op een opvangoppervlak, waarbij het genoemde opvangoppervlak een bewegend oppervlak is, waarop de individuele bladeren neerdwarrelen en aldus een homogeen gespreide laag vormen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de richting van de één of meerdere luchtstromen in hoofdzaak evenwijdig is met het opvangoppervlak.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zin van de één of meerdere luchtstromen in hoofdzaak gelijk is aan de bewegingszin van het opvangoppervlak.
4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat additioneel minstens één tegenluchtstroom wordt voorzien welke een in hoofdzaak tegenovergestelde zin heeft aan de zin van de één of meerdere luchtstromen.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de één of meerdere luchtstromen een stroomsnelheid hebben welke begrepen is tussen 20,0 en 40,0 m/s.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het opvangoppervlak zich beweegt in een in hoofdzaak zelfde zin als de één of meerdere luchtstromen, met een snelheid welke begrepen is tussen 0,25 en 10,00 m/s.
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het opvangoppervlak twee of meerdere deeloppervlakken omvat, welke zich elk met een andere snelheid voortbewegen.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de het opvangoppervlak minstens drie deeloppervlakken omvat, welke zich voortbewegen met een respectievelijke snelheid begrepen tussen 0,25 en 2,00 m/s, tussen 0,50 en 4,00 m/s en tussen 2,00 en 6,00 m/s.
9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de individuele bladeren van de toegevoerde bladgroente voorafgaand aan het uitleggen, worden losgemaakt middels trilling op één of meerdere schudders.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het verwerken van bladgroente één of meerdere processtappen omvat gekozen uit de groep van wassen, drogen, optisch sorteren, verpakken, invriezen, of combinaties ervan.
11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het verwerken van bladgroente minstens het sorteren, wassen en invriezen van de bladgroente omvat.
12.Inrichting voor het verwerken van bladgroente, omvattende een toevoerinrichting, één of meerdere blaasinrichtingen en een beweegbaar opvangoppervlak, met het kenmerk, dat in hoofdzaak loodrecht op het beweegbaar opvangoppervlak, zich één or meerdere wanden uitstrekken welke een ruimte definiëren geschikt voor het begrenzen van een opdwarrelend bladervolume.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de één of meerdere blaasinrichtingen in hoofdzaak evenwijdig zijn geconfigureerd met het opvangoppervlak.
14.Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het opvangoppervlak twee of meerdere deeloppervlakken omvat.
15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 12-14, met het kenmerk, dat het opvangoppervlak en / of de deeloppervlakken één of meerdere transportbanden omvatten.
16. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 12-15, met het kenmerk, dat de inrichting verder één of meerdere componenten omvat gekozen uit de groep van een wasinrichting, een drooginrichting, een inrichting voor optische sortering, een verpakkingsinrichting, een vriesinrichting, of combinaties ervan.
17. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 12-16, met het kenmerk, dat de inrichting minstens een inrichting voor optische sortering, een wasinrichting en een vriesinrichting omvat.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195396A BE1027385B1 (nl) | 2019-06-19 | 2019-06-19 | Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bladgroente |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195396A BE1027385B1 (nl) | 2019-06-19 | 2019-06-19 | Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bladgroente |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1027385A1 BE1027385A1 (nl) | 2021-01-21 |
BE1027385B1 true BE1027385B1 (nl) | 2021-01-27 |
Family
ID=67139574
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20195396A BE1027385B1 (nl) | 2019-06-19 | 2019-06-19 | Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bladgroente |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1027385B1 (nl) |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2666711A (en) * | 1951-09-20 | 1954-01-19 | Crosset Company | Method and apparatus for processing leafy vegetables |
GB1154082A (en) * | 1965-11-04 | 1969-06-04 | Unilever Ltd | Treatment of Vegetables. |
US3623595A (en) * | 1969-12-18 | 1971-11-30 | Richard T Brown | Tobacco leaf orienting machine |
US3801715A (en) * | 1971-08-25 | 1974-04-02 | G Hanscom | Dry blanching process |
EP1449444A2 (en) * | 2003-02-24 | 2004-08-25 | Turatti s.r.l. | Belt conveyor for leaves and other products for laying down the same products in a single layer |
ITBO20090276A1 (it) * | 2009-05-06 | 2010-11-07 | Orogel Soc Coop Agricola | Metodo ed impianto per il trattamento di verdure in foglie. |
CN108936786A (zh) * | 2018-08-28 | 2018-12-07 | 红塔烟草(集团)有限责任公司 | 一种新型立式风分装置 |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4427418A1 (de) | 1994-08-03 | 1996-02-08 | Sagemueller Franz Gmbh | Windsichtung pflanzlicher Stoffe, wie Tabak, Kräuter oder dergleichen in vorbestimmte Wichten umfassende Fraktionen |
DE102008058998B4 (de) | 2008-11-25 | 2018-11-22 | Franz Sagemüller GmbH | Verfahren zur Sichtung bzw. Klassifizierung von geschnittenem, pflanzlichen Schüttgut, insbesondere Tabak, sowie Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens |
-
2019
- 2019-06-19 BE BE20195396A patent/BE1027385B1/nl active IP Right Grant
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2666711A (en) * | 1951-09-20 | 1954-01-19 | Crosset Company | Method and apparatus for processing leafy vegetables |
GB1154082A (en) * | 1965-11-04 | 1969-06-04 | Unilever Ltd | Treatment of Vegetables. |
US3623595A (en) * | 1969-12-18 | 1971-11-30 | Richard T Brown | Tobacco leaf orienting machine |
US3801715A (en) * | 1971-08-25 | 1974-04-02 | G Hanscom | Dry blanching process |
EP1449444A2 (en) * | 2003-02-24 | 2004-08-25 | Turatti s.r.l. | Belt conveyor for leaves and other products for laying down the same products in a single layer |
ITBO20090276A1 (it) * | 2009-05-06 | 2010-11-07 | Orogel Soc Coop Agricola | Metodo ed impianto per il trattamento di verdure in foglie. |
CN108936786A (zh) * | 2018-08-28 | 2018-12-07 | 红塔烟草(集团)有限责任公司 | 一种新型立式风分装置 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1027385A1 (nl) | 2021-01-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP6163684B2 (ja) | 棒状要素を仕分けするための装置、システムおよび方法 | |
US5799801A (en) | Method and apparatus for separating paper from cardboard | |
EP2822710B1 (en) | Sorting apparatus | |
US6250472B1 (en) | Paper sorting system | |
EP0849006A2 (en) | Method and apparatus for sorting recycled material | |
US3873033A (en) | Methods and apparatus for preparing sugarcane stalks for subsequent processing | |
US3390768A (en) | Tomato harvesting apparatus | |
DE19945038C1 (de) | Sortieranordnung für Partikel unterschiedlicher Größenausdehnung | |
JP3995321B2 (ja) | 選別機のための詰まり防止チャンネル傾斜樋 | |
US4375853A (en) | Apparatus for separating clods and agricultural products | |
BE1027385B1 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bladgroente | |
WO1999033580A1 (en) | Separation using air flows of different velocities | |
US3211289A (en) | Sorting apparatus | |
EP3263230B1 (en) | Method and apparatus for separating contaminants from compost and other recyclable materials | |
NL8302145A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het behandelen van afval, zoals licht bedrijfs- en huishoudelijk afval. | |
USRE35331E (en) | Material separating apparatus | |
CN1313218C (zh) | 固体分选机 | |
UA120563C2 (uk) | Спосіб сепарації з додатковим очищенням зернового матеріалу та аеродинамічний сепаратор для його реалізації | |
RU2363551C2 (ru) | Способ классификации угля | |
EP0774302A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zur Trennung eines aus Feststoffpartikeln unterschiedlicher Gestalt, Grösse und/oder Dichte bestehenden Gutes in mindestens zwei Komponenten | |
EA035536B1 (ru) | Самоочищающийся роликовый грохот | |
CN101618382B (zh) | 荔枝筛选分级机及荔枝筛选分级的方法 | |
CA2684270A1 (en) | Particle separator and system for sorting particles of matter from a mixture | |
NL1043240B1 (nl) | Scheiding middels baan met veelhoeksrollen. | |
JP4533541B2 (ja) | 風力併用傾斜コンベア型選別機 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20210127 |