BE1027273B1 - Modulair elektrisch of elektronisch apparaat - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding verschaft een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10). Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) omvat een wandeenheid (1) om vast in of op een wand of plafond verschaft te worden en ingericht te zijn voor het leveren van voeding aan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10), en een basismodule (3) omvattende een functionele basisinrichting. De basismodule (3) omvat verder een eerste interface (4) voor interfacing en verbinding met de wandeenheid (1); en ten minste één tweede interface (5) verschaffende de mogelijkheid om te interfacen en verbinden met ten minste één uitbreidingsmodule (19) voor het verschaffen van verdere functionaliteit aan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10).

Description

MODULAIR ELEKTRISCH OF ELEKTRONISCH APPARAAT Technisch gebied van de uitvinding De huidige uitvinding heeft betrekking op elektrische of elektronische inrichtingen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een modulair elektrisch of elektronisch apparaat waaraan op eenvoudige wijze functionaliteit kan worden toegevoegd door een installateur en/of een gebruiker. Achtergrond van de uitvinding Tegenwoordig vereisen mensen dat meer en meer eigenschappen in hun huizen geregeld en geïntegreerd kunnen worden. Dit leidt tot veel regelinrichtingen zoals schakelaars, USB-laders, sensorinrichtingen en dergelijke die veel inrichtingen in de huizen regelen. Verder evolueert technologie snel en raken dergelijke inrichtingen dus zeer snel verouderd. Sommige regelinrichtingen, zoals bijv. sensorinrichtingen, kunnen een beperkte levensduur hebben en moeten om de 3 tot 7 jaar verwisseld worden, afhankelijk van het type regelinrichting. Ook verandert de technologie snel. Daarom moeten fabrikanten van regelinrichtingen constant nieuwe inrichtingen ontwikkelen om deze technologische veranderingen te volgen en willen gebruikers in staat zijn om dergelijke nieuwe regelinrichtingen in hun bestaande systeem op te nemen, zonder hun systeem samen met de nieuwe regelinrichtingen elke 3 tot 7 jaar hoeven te vervangen. Bovendien is niet alle technologie geschikt om in een wand geplaatst te worden voor bijv. 20 jaar, zoals bijv. een aanraakscherm.

Het veranderen of vervangen van dergelijke inrichtingen of het toevoegen van nieuwe inrichtingen is vaak moeilijk voor een gebruiker en vereist de hulp van een installateur of elektricien. Daarom wachten mensen vaak met het veranderen van deze regelinrichtingen en zijn ze niet zo blij met de bestaande elektrische installatie in hun huis.

Samenvatting van de uitvinding Het is een doel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding om een modulair elektrisch of elektronisch apparaat te verschaffen waarvoor het gemakkelijk is om functionaliteiten te vervangen, uit te wisselen en toe te voegen.

Het bovenstaande doel wordt bereikt door een inrichting volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

De huidige uitvinding verschaft een modulair elektrisch of elektronisch apparaat. Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat omvat een wandeenheid om in of op een wand of plafond verschaft te worden. De wandeenheid is vast met de wand of het plafond verbonden. Daarom, volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, kan de wandeenheid een kader omvatten voor het vast verbinden van de wandeenheid met de wand of het plafond. De wandeenheid is verder ingericht voor het leveren van voeding aan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat, en een basismodule omvattende een functionele basisinrichting. De basismodule omvat verder een eerste interface voor interfacing en verbinding met de wandeenheid; en ten minste één tweede interface dat de mogelijkheid verschaft om te interfacen en verbinden met ten minste één uitbreidingsmodule voor het verschaffen van verdere functionaliteit aan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat.

De basismodule is dus ingericht, of omvat een tweede interface, voor het ontvangen van een uitbreidingsmodule, maar dit is niet noodzakelijk het geval. De basismodule is een onafhankelijke module, wat betekent dat deze perfect kan functioneren zonder de aanwezigheid van een uitbreidingsmodule, zolang deze met de wandeenheid verbonden is. Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding verschaft een eenvoudige wijze om elektrische of elektronische functionaliteit aan de basisfunctionaliteit van de inrichting toe te voegen, te verwijderen en onderling uit te wisselen. Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan met elk geschikt type uitbreidingsmodule uitgebreid worden. Het toevoegen, verwijderen en uitwisselen kan snel gedaan worden en vereist geen interferentie van een installateur of professional, maar kan door de gebruiker zelf gedaan worden.

De eerste interface of, met andere woorden, de interface tussen de wandeenheid en de basismodule, kan door een connector-naar-connectorverbinding, bijv. een elektrische connector, zoals bijvoorbeeld een penconnector, een veerconnector of een USB-C-connector gevormd zijn, of kan door een connector-naar-PCB-verbinding of dergelijke gevormd zijn.

De fysieke verbinding tussen de wandeenheid en de basismodule kan een klikmechanisme omvatten. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het klikmechanisme een duw-en- trek-mechanisme zijn.

Volgens andere uitvoeringsvormen kan de wandeenheid een kader omvatten voor het aan een wand of plafond bevestigen van de wandeenheid, en kan de fysieke verbinding tussen de wandeenheid en de basismodule een schuifmechanisme omvatten voor het schuiven van de basismodule over het kader van de wandeenheid. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het schuifmechanisme ingericht zijn om de basismodule omhoog of omlaag of vice versa te schuiven voor respectievelijk verbinden met en ontkoppelen van de wandeenheid of kan ingericht zijn om naar rechts en links of vice versa te schuiven voor het respectievelijk verbinden en ontkoppelen van de basismodule met en van de wandeenheid.

Volgens nog verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan fysieke verbinding tussen de wandeenheid en de basismodule een draaimechanisme omvatten.

Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat kan verder een middel omvatten voor het compenseren van scheve wanden om ongelijkmatige spleten tussen de basismodule en de wand te voorkomen. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het middel voor het compenseren van scheve wanden een vastklikmechanisme zijn.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat verder een bedekkingsplaat voor het bedekken van de basismodule omvatten. Volgens sommige uitvoeringsvormen kan de wandeenheid een kader voor het bevestigen van de wandeenheid aan een wand of plafond omvatten, en kan een ring tussen het kader van de wandeenheid en de afdekplaat verschaft zijn. De wandeenheid kan een verbinding met 230 V, een DC-net en/of een bussysteem van een domoticasysteem omvatten. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat verder ten minste één uitbreidingsmodule verbonden met de basismodule via de ten minste één tweede interface omvatten. De tweede interface, of met andere woorden de interface tussen de basismodule en de ten minste één uitbreidingsmodule, kan door een connector-naar-connectorverbinding, bijv. een elektrische connector, zoals bijvoorbeeld een penconnector, een veerconnector of een USB-C- connector gevormd zijn, of kan door een connector-naar-PCB-verbinding of dergelijke gevormd zijn. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de functionele basisinrichting van de basismodule een schakelaarbasis, een USB-basis, een dimeenheid, een aanraakknop, een oriëntatielicht, een aanraakscherm, een contactdoosbasis, een lege afdekking, een sensorinrichting zoals bijv. een PIR-inrichting of dergelijke omvatten. De uitbreidingsmodule kan ten minste één van een sensoruitbreidingsmodule, zoals bijv. een IAQ, een radarsensor, een bewegingssensor, een luchtkwaliteitssensor, een PIR-sensor of dergelijke, een USB-uitbreidingsmodule zoals bijv. een USB-hub een USB-oplader, een powerbank, een draadloze lader of dergelijke, een lichtuitbreidingsmodule, zoals bijv. een nachtlamp, een noodlamp, een vluchtweg, een projectiemodule of dergelijke, een toegangsbeheer-uitbreidingsmodule, zoals bijv. een camera, RFID, een biometriekmodule of dergelijke, een slimme uitbreidingsmodule, zoals bijv. automatisch aanpassende lichten, een deurbeldempingsknop, een paniekknop, een alles-uit-knop of dergelijke, een audio- uitbreidingsmodule, zoals bijvoorbeeld een babyfoon, een intercom, een deurbel, een DAB- radio of dergelijke, een internetuitbreidingsmodule, zoals bijv. een wifi-herhalingseenheid, een wifi-toegangspunt, een powerline-ethernetpoort, of dergelijke, en een planninguitbreidingsmodule, zoals bijv. een medicatieherinnering, een kamerplanner of dergelijke omvatten.

Korte beschrijving van de tekeningen Er moet opgemerkt worden dat gelijke referentietekens in de verschillende afbeeldingen verwijzen naar dezelfde, soortgelijke of analoge elementen. Fig. 1 en Fig. 2 illustreren schematisch een elektrische of elektronische inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Fig. 3 en Fig. 4 illustreren schematisch een elektrische of elektronische inrichting volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. Fig. 5 en Fig. 6 illustreren schematisch een elektrische of elektronische inrichting volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. Fig. 7 tot Fig. 9 illustreren schematisch een elektrische of elektronische inrichting volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. Fig. AO en Fig. 11 illustreren schematisch een elektrische of elektronische inrichting volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. Fig. 12A, Fig. 12B en Fig. 13 illustreren schematisch een elektrische of elektronische inrichting volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. Fig. 14 en Fig. 15 illustreren schematisch een elektrische of elektronische inrichting volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. Fig. 16 illustreert schematisch het principe van een modulair elektrisch of elektronisch apparaat volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding. Fig. 17 tot Fig. 21 illustreren schematisch een elektrische of elektronische inrichting volgens verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding. Beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen In de beschrijving worden verschillende uitvoeringsvormen gebruikt voor het beschrijven van de uitvinding. Daarom zal er naar verschillende tekeningen verwezen worden. Het is wel te verstaan dat deze tekeningen niet-beperkend bedoeld zijn, waarbij de uitvinding alleen door de conclusies beperkt wordt. De tekeningen dienen dus voor illustratieve doeleinden, waarbij de afmetingen van sommige elementen in de tekeningen voor verduidelijkende doeleinden overdreven kunnen zijn.

De term “omvattende” mag op geen enkele wijze geïnterpreteerd worden als beperkend voor 5 de uitvinding. De term “omvattende”, die in de conclusies gebruikt wordt, is niet bedoeld om beperkend te zijn op de middelen die daarna beschreven worden; het sluit geen andere elementen, onderdelen of stappen uit. De term “verbonden” zoals deze in de conclusies en in de beschrijving gebruikt wordt, mag, tenzij anders aangegeven, niet geïnterpreteerd worden als zijnde beperkt tot directe verbindingen. Onderdeel A dat verbonden is met onderdeel B is dus niet beperkt tot onderdeel A dat in direct contact staat met onderdeel B, maar omvat ook indirect contact tussen onderdeel A en onderdeel B en omvat met andere woorden ook het geval waarin tussenliggende onderdelen aanwezig zijn tussen onderdeel A en onderdeel B in. Niet alle uitvoeringsvormen van de uitvinding omvatten alle kenmerken van de uitvinding. In de volgende beschrijving en conclusies kunnen alle geclaimde uitvoeringsvormen bijvoorbeeld in een combinatie gebruikt worden. De huidige uitvinding verschaft een modulair elektrisch of elektronisch apparaat. Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat omvat een wandeenheid om in of op een wand of plafond verschaft te worden. De wandeenheid is ingericht om vast aan de wand of het plafond bevestigd te worden, bijv. door middel van een kader of enig ander geschikt bevestigingsmiddel zoals bekend is aan een vakman, en is ingericht voor het leveren van voeding aan de elektrische of elektronische inrichting. Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat omvat verder een basismodule omvattende een functionele basisinrichting. Verder omvat de basismodule een eerste interface tussen de wandeenheid en de basismodule; en ten minste één tweede interface verschaffende de mogelijkheid om te interfacen en verbinden met ten minste één uitbreidingsmodule voor het verschaffen van verdere functionaliteit aan de elektrische of elektronische inrichting. Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding verschaft een eenvoudige wijze om elektrische of elektronische functionaliteit aan de basisfunctionaliteit van de inrichting toe te voegen, te verwijderen en onderling uit te wisselen. Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan met elk geschikt type module uitgebreid worden. Het toevoegen, verwijderen en uitwisselen kan snel gedaan worden en vereist geen interferentie van een installateur of professional, maar kan door de gebruiker zelf gedaan worden.

De huidige uitvinding wordt hierna beschreven door middel van verschillende uitvoeringsvormen. Het is wel verstaan dat deze uitvoeringsvormen uitsluitend bedoeld zijn om de uitvinding te begrijpen en niet bedoeld zijn om de uitvinding op enige wijze te beperken. Fig. 1 en Fig. 2 illustreren schematisch een modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 omvat een wandeenheid 1, bedoeld om in een wand of plafond verschaft te worden. De wandeenheid 1 dient voor het vast verbinden van de wandeenheid 1 met de wand of het plafond. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de wandeenheid 1 daarom bijvoorbeeld een kader 2 omvatten om door middel van bijvoorbeeld een vastklikverbinding met de wand of het plafond verbonden te worden. Enig ander geschikt bevestigingsmiddel voor het vast verbinden van de wandeenheid 1 met de wand of het plafond kan echter ook gebruikt worden. In het geval een kader 1 gebruikt wordt, wanneer de wandeenheid 1 in de wand of het plafond verschaft is, rust het kader 2 tegen de wand of het plafond. De wandeenheid 1 is ingericht voor het leveren van voeding aan de elektrische of elektronische inrichting 10, hetzij via 230 V of via een DC-net. Volgens verdere uitvoeringsvormen, en in het geval het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 deel uitmaakt van een domoticasysteem, kan de wandeenheid 1 verder ingericht zijn om via een bussysteem met het domoticasysteem te communiceren. Volgens nog verdere uitvoeringsvormen kan de wandeenheid 1 ingericht zijn om op een wand in plaats van in een wand verschaft te worden. Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 omvat verder een basismodule 3. De basismodule 3 omvat een functionele basisinrichting zoals, bijvoorbeeld, een schakelaarbasis, een dimeenheid, een aanraakknop, een oriëntatielicht, een aanraakscherm, een contactdoosbasis, een lege afdekking, een sensorinrichting zoals bijv. een PIR-inrichting of dergelijke. De basismodule 3 is een onafhankelijke module, wat betekent dat de basismodule 3, wanneer verbonden met de wandeenheid 1, een volledig uitgeruste inrichting is, d.w.z. ze kan als zodanig gebruikt worden. Op die manier kan het bestaande schakelaars vervangen en is het dus zeer geschikt voor achteraf aangebrachte toepassingen. Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 omvat een eerste interface tussen de wandeenheid 1 en de basismodule 3. De eerste interface 4 kan door een connector-naar- connectorverbinding zoals bijv. een elektrische connector zoals bijv. een penconnector, een veerconnector of een USB-C-connector, of kan door een connector-naar-PCB-verbinding, of door een willekeurige andere geschikte connector zoals bekend is aan de vakman.

Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 omvat verder ten minste één tweede interface 5 voor het verschaffen van de mogelijkheid voor interfacen en verbinden met ten minste één uitbreidingsmodule voor het verschaffen van verdere functionaliteit aan de elektrische of elektronische inrichting 10. Zodoende wijzigt de ten minste één uitbreidingsmodule het functionele gedrag van de basismodule 3 (zie verder). Zoals hierboven echter reeds vermeld is, omdat de basismodule 3 een onafhankelijke module is die, wanneer met de wandeenheid 1 verbonden, als zodanig gebruikt kan worden, is een uitbreidingsmodule niet noodzakelijkerwijs aanwezig, maar is de tweede interface 5 verschaft. Dit verschaft het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding het voordeel dat het met elke geschikte uitbreidingsmodule op elk moment wanneer dit vereist zou zijn, uitgebreid kan worden. Een gebruiker kan bijvoorbeeld perfect beginnen met het verschaffen van een modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, omvattende een wandeenheid 1 en een basismodule 3. In een later stadium kan de gebruiker het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 indien nodig uitbreiden met ten minste één uitbreidingsmodule (zie verder). Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 kan verder een afdekplaat 6 omvatten voor het afwerken van de inrichting 10. Dit is geïllustreerd in Fig. 3 (opengewerkt aanzicht) en Fig. 4 (geassembleerd aanzicht). De afdekplaat 6 verschaft een esthetischer uiterlijk aan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10. Bovendien verbergt de afdekplaat 6 eventuele spleten die tussen de wand en het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 kunnen bestaan vanwege een ongelijkmatige wand. In het gegeven voorbeeld is de functionele basisinrichting een schakelaarbasis. De afdekplaat 6 kan in dat geval met een centraal gat 7 voorzien zijn voor het ontvangen van de functionele basisinrichting, in het gegeven voorbeeld de schakelaarknop van de schakelaarbasis, van de basismodule 3. Dit is echter niet noodzakelijk zo. Afhankelijk van het type functionele basisinrichting, kan de afdekplaat 6 verschillende eigenschappen vertonen die noodzakelijk zijn om dat type inrichting te bedekken. De afdekplaat 6 omvat verder ten minste één opening 8 op de locatie van elk van de ten minste één tweede interface 5. In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in Fig. 3 en Fig. 4, kan de tweede interface 5 door een USB-C-connector gevormd zijn. Dit is niet bedoeld om de uitvinding op enige wijze te beperken. De tweede interface 5 kan, in het algemeen, door een geschikte connector-naar-connectorverbinding zoals bijv. een elektrische connector zoals bijv. een penconnector, een veerconnector of een USB-C-connector, of kan door een connector-naar- PCB-verbinding, of door een willekeurige andere geschikte connector zoals bekend is aan de vakman.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, en in gevallen waar, zoals geïllustreerd in de voorbeelden, de wandeenheid een kader 2 voor het vast verbinden van de wandeenheid 1 met de wand of het plafond omvat, kan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 verder een ring 9 omvatten die zodanig op het kader 2 voorzien is dat, wanneer de elektrische of elektronische inrichting 10 gemonteerd is, de ring 9 zich tussen het kader 2 van de wandeenheid 1 en de afdekplaat 6 bevindt (zie Fig. 5 (opengewerkt aanzicht) en Fig. 6 (geassembleerd aanzicht)) bevindt. De ring 9 kan bij voorkeur uit een synthetisch materiaal vervaardigd zijn. De ring 9 kan verder spleten verbergen die ontstaan wanneer het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 op een ongelijkmatige wand gemonteerd is. Wanneer het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 met de afdekplaat 6 afgewerkt is, verbergt deze afdekplaat 6 de ring 9 zodanig dat de ring 9 niet of in hoofdzaak niet zichtbaar is. In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in Fig. 5 en Fig. 6, kan de eerste interface 4 door een penconnector gevormd zijn. Nogmaals, dit is niet bedoeld om de uitvinding op enige wijze te beperken. Zoals reeds eerder vermeld is, kan de eerste interface 4, volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, door een connector-naar-connectorverbinding zoals bijv. een elektrische connector zoals bijv. een penconnector, een veerconnector of een USB-C-connector gevormd zijn, of kan door een connector-naar-PCB-verbinding, of door een willekeurige andere geschikte connector zoals bekend is aan de vakman gevormd zijn. Een verdere uitvoeringsvorm van een elektrische of elektronische inrichting 10 is in Fig. 7 tot Fig. 9 geïllustreerd. Volgens deze uitvoeringsvorm kan een achterzijde 11 van de basismodule 3 een taps toelopende vorm hebben. Deze taps toelopende vorm maakt het gemakkelijk om de basismodule 3 met de wandeenheid 1 te verbinden en helpt verder om spleten te verbergen vanwege installatie op ongelijkmatige wanden. Een conisch gevormde ring 12, of met andere woorden een ring met taps toelopende randen, kan tussen het kader 1 en de afdekplaat 6 verschaft zijn voor het verder verbergen van de spleten in de ongelijkmatige wand. In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in Fig. 7 tot Fig. 9, kan de eerste interface 4 door een veerconnector gevormd zijn. Een dergelijke veerconnector omvat verschillende contactpunten die allemaal afzonderlijk samendrukbaar zijn. Op die manier kunnen verschillen in hoogte tussen de twee delen die met een dergelijke veerconnector verbonden zijn, in het gegeven voorbeeld de wandeenheid 1 en de basismodule 3, gemakkelijk overwonnen worden.

Volgens de uitvoeringsvormen geïllustreerd in de hierboven beschreven figuren, d.w.z. in Fig. 1 tot Fig. 9, kan de basismodule 3 met de wandeenheid 1 verbonden zijn door een eenvoudige klik of een enkele vastklik, met andere woorden kan de basismodule 3 met de wandeenheid 1 verbonden zijn door middel van een klik- of vastklikmechanisme.

Volgens verdere uitvoeringsvormen kan echter ook een ander verbindingsmechanisme gebruikt worden.

Fig. 10 en Fig. 11 illustreren een andere uitvoeringsvorm van een modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 volgens de uitvinding.

De basismodule 3 kan een plaat 13 omvatten die ingericht is voor het schuiven van de basismodule op het kader 2. Derhalve kan, volgens deze uitvoeringsvormen, de basismodule 3 op de wandeenheid 1 verschaft zijn door middel van een schuifmechanisme 13. Met andere woorden, in de uitvoeringsvorm geïllustreerd in Fig. 10 tot Fig. 11, kan de eerste interface 4, volgens een voorkeuruitvoeringsvorm, door een veerconnector gevormd zijn.

Echter, volgens andere uitvoeringsvormen van de uitvinding, kan de eerste interface 4, volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, door een connector-naar- connectorverbinding zoals bijv. een elektrische connector zoals bijv. een penconnector, een veerconnector of een USB-C-connector, of kan door een connector-naar-PCB-verbinding, of door een willekeurige andere geschikte connector zoals bekend is aan de vakman gevormd zijn.

In het voorbeeld gegeven in Fig. 10 en Fig. 11, kan de verbinding tussen de basismodule 3 en de wandeenheid 1 vrijgegeven worden, of met andere woorden, kan de basismodule 3 van de wandeenheid 1 verwijderd worden, door, bijvoorbeeld en in het gegeven voorbeeld, knijpknoppen 14 op een bovenzijde van het schuifmechanisme 13, waardoor de basismodule 3 weer naar boven kan schuiven.

Het is wel verstaan dat ook andere wijzen om de basismodule 3 van de wandeenheid 1 te verwijderen binnen het toepassingsgebied van deze uitvinding vallen.

In het voorbeeld kan de basismodule 3 verbonden worden met en verwijderd worden van de wandeenheid 1 door de basismodule 3 respectievelijk omlaag en omhoog te schuiven of vice versa.

Volgens andere uitvoeringsvormen kan de basismodule 3 echter ook verbonden worden met en verwijderd worden van de wandeenheid 1 door de basismodule 3 respectievelijk naar rechts en links of links en rechts te schuiven.

Een verdere uitvoeringsvorm is in Fig. 12A, Fig. 12B en Fig. 13 geïllustreerd.

Volgens deze uitvoeringsvorm kan de basismodule 3 met de wandeenheid 1 verbonden zijn door middel van een draaimechanisme.

Voor dit doel kan de wandeenheid 1 een cirkelvormige uitsparing 15 omvatten, waarvan de zijden ten minste één groef 16 omvatten.

Een achterzijde 11 van de basismodule 3 kan een cirkelvormig uitsteeksel 17 omvatten dat past in de cirkelvormige uitsparing 15 in de wandeenheid 1. Het cirkelvormige uitsteeksel 17 omvat ten minste één rib

18 die, wanneer de basiseenheid 3 met de klok mee gedraaid wordt, in de ten minste één groef 16 in de uitsparing 15 in de wandeenheid 1 vergrendelt.

De stappen zijn geïllustreerd in Fig. 13. Het verbinden van de basismodule 3 met de wandeenheid 1 kan, volgens deze uitvoeringsvorm, het inbrengen van het cirkelvormige uitsteeksel 17 op de basismodule 3 in de cirkelvormige uitsparing 15 in de wandeenheid 1 omvatten en dan het met de klok mee draaien van de basiseenheid 3 totdat deze op zijn plaats vergrendelt door het vergrendelen van de tenminste één rib 18 van het cirkelvormige uitsteeksel 17 in de groef 16 in de cirkelvormige uitsparing 15. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 verder een middel omvatten voor het compenseren voor scheve wanden, bijv. een vastkliksysteem, om ongelijkmatige spleten tussen de inrichting 10 en de wand te voorkomen.

In de bovenstaande uitvoeringsvormen is het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 een enkele inrichting.

Een voordeel hiervan is dat er geen limieten zijn voor uitbreiding in enige richting.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 echter ook een dubbele modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 met twee wandeenheden 1 en twee basismodules 3 zijn.

De dubbele modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 kan in een verticale richting gericht zijn (zie Fig. 14), d.w.z. de twee inrichtingen 10 zijn boven elkaar georiënteerd, of in een horizontale richting (zie Fig. 15), d.w.z. de twee inrichtingen 10 zijn naast elkaar georiënteerd.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 met een dubbele afdekplaat 6 afgedekt wordt, d.w.z. één afdekplaat 6 die beide inrichtingen 10 bedekt, of met twee enkele, naburige afdekplaten, die elk één van de inrichtingen 10 bedekken.

Zoals hierboven reeds beschreven, kan het functionele gedrag van de basismodule 3, of in het algemeen van het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 omvattende een — wandeenheid 1 en een basiseenheid 3, gewijzigd worden door het toevoegen van ten minste één uitbreidingsmodule 19. Het principe is schematisch geïllustreerd in Fig. 16. In deze figuur is afgebeeld dat het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding ten minste twee niveaus kan hebben, waarbij niveau 1 de wandeenheid 1 is en niveau 2 de basismodule 3 is.

Zoals hierboven reeds beschreven is, is de wandeenheid 1 ingericht voor het leveren van voeding aan de elektrische of elektronische inrichting 10, hetzij via 230 V of via een DC-net, en kan het optioneel verder ingericht zijn om met een automatiseringssysteem te communiceren via bijv. een bussysteem, en omvat de basismodule 3 een functionele basisinrichting zoals, bijvoorbeeld, een schakelaarbasis, een dimeenheid, een aanraakknop, een oriëntatielicht, een aanraakscherm, een contactdoosbasis, een lege afdekking, een sensorinrichting zoals bijv. een PIR-inrichting, of iets dergelijks. Het modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 kan dan optioneel uitgebreid worden met een niveau 3, dat ten minste één uitbreidingsmodule 19 is.

De ten minste één uitbreidingsmodule 19 kan elke geschikte module zijn die bekend is aan de vakman. De ten minste één uitbreiding 19 kan bijvoorbeeld een sensoruitbreidingsmodule zijn, zoals bijv. IAQ, een radarsensormodule, een PIR-sensormodule of dergelijke. Een ander voorbeeld van uitbreidingsmodules kan bijvoorbeeld een USB-uitbreidingsmodule zijn (bijv. een USB-hub, een USB-oplader, een powerbank, een draadloze oplader of dergelijke), een lichtuitbreidingsmodule (bijv. een nachtlampje, kind-buiten-bed-lampen, een noodlamp, vluchtweg of dergelijke), een uitbreidingsmodule voor toegangscontrole (bijv. een camera, RFID, biometrica of dergelijke), een slimme uitbreidingsmodule (bijv. automatisch aanpassende lichten, een deurbeldempingsknop, een paniekknop, een alles-uit-knop of dergelijke), een audio-uitbreidingsmodule (bijvoorbeeld een babyfoon, een intercom, een deurbel, een DAB-radio of dergelijke), een internetuitbreidingsmodule, (bijv. een wifi- herhalingseenheid, een wifi-toegangspunt, een powerline-ethernetpoort, of dergelijke) of een planninguitbreidingsmodule (bijv. een medicatieherinnering, een kamerplanner of dergelijke). Elke combinatie van elk type uitbreidingsmodule 19 met elk type basismodule 3 kan mogelijk en geschikt zijn, afhankelijk van de behoeften of vereisten van een gebruiker.

Fig. 17 tot Fig. 21 illustreert mogelijke wijzen voor het uitbreiden van een enkele modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 met ten minste één uitbreidingsmodule 19. Uitbreiding met een enkele uitbreidingsmodule 19 is geïllustreerd in Fig. 17 (horizontaal) en Fig. 18 (verticaal). Uitbreiding met twee uitbreidingsmodulen 19 is geïllustreerd in Figuren 19 tot 21. Fig. 19 toont een soort van een mozaïekwijze voor het uitbreiden van de basismodule 3. En Fig.

20 (horizontaal) en Fig. 21 (horizontaal) illustreren uitbreiding met twee uitbreidingsmodules. De vakman zal begrijpen dat het ook mogelijk kan zijn om de enkele modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10 uit te breiden met drie of vier uitbreidingsmodulen 19, één bij elke vrije zijde van de basismodule 3. Het is wel verstaan dat, hoewel niet geïllustreerd in de tekeningen, dubbele modulair elektrisch of elektronisch apparaten 10 zoals geïllustreerd in Figuren 14 en 15 uitgebreid kunnen worden met ten minste één uitbreidingsmodule 19 op een vergelijkbare wijze zoals geïllustreerd in Figuren 17 tot 21 voor een enkele modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10. Er moet genoemd worden dat in het geval van een dubbele modulair elektrisch of elektronisch apparaat

10, uitbreiding met één, twee of drie uitbreidingsmodules 19 mogelijk is, één bij elke vrije zijde van de basismodule 3. Wat betreft een dubbele modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10, is één zijde van elk van de basismodules "bezet" door een zijde van de andere basismodule, waardoor er één uitbreidingsmogelijkheid minder is dan voor een enkele modulair elektrisch of elektronisch apparaat 10.

Claims (13)

CONCLUSIES

1.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) omvattende: - een wandeenheid (1) om vast in of aan een wand of plafond verschaft te worden, waarbij de wandeenheid (1) ingericht is voor het leveren van voeding aan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10), en - een basismodule (3) omvattende een functionele basisinrichting, waarbij de basismodule (3) verder omvat - een eerste interface (4) voor interfacing en verbinding met de wandeenheid (1), en - ten minste één tweede interface (5) voor interfacing en verbinding met ten minste één uitbreidingsmodule voor het verschaffen van verdere functionaliteit aan het modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10).

2.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 1, waarbij de eerste interface (4) door een connector-naar-connectorverbinding of door een connector-naar-PCB-verbinding, of dergelijke gevormd is.

3.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de fysieke verbinding tussen de wandeenheid (1) en de basismodule (3) een klikmechanisme omvat.

4- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de wandeenheid (1) verder een kader (2) omvat voor het vast verbinden van de wandeenheid (1) met de wand of het plafond, waarbij de fysieke verbinding tussen de wandeenheid (1) en de basismodule (3) een schuifmechanisme omvat voor het schuiven van de basismodule (3) over het kader (2) van de wandeenheid (1).

5.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de fysieke verbinding tussen de wandeenheid (1) en de basismodule (3) een draaimechanisme omvat.

6.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een middel voor het compenseren van scheve wanden.

7.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste één afdekplaat (6) voor het afdekken van de basismodule (3).

8.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 7, waarbij de wandeenheid (1) verder een kader (2) omvat voor het vast verbinden van de wandeenheid (1) met de wand of het plafond, waarbij het modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) verder een ring (9) tussen het kader (2) van de wandeenheid (1) en de afdekplaat (6) omvat.

9.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de wandeenheid (1) een verbinding met 230 V, een DC-net en/of een bussysteem van een domoticasysteem omvat.

10.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste één uitbreidingsmodule (19) verbonden met de basismodule (3) via de ten minste één tweede interface (5).

11.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede interface (5) door een connector-naar- connectorverbinding of door een connector-naar-PCB-verbinding, of dergelijke gevormd is.

12.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de functionele basisinrichting van de basismodule (3) een schakelaarbasis, een USB-basis, een dimeenheid, een aanraakknop, een oriëntatielicht, een aanraakscherm, een contactdoosbasis, een lege afdekking, een sensorinrichting of dergelijke omvat.

13.- Een modulair elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens één van conclusies 10 tot 12, waarbij de uitbreidingsmodule (19) ten minste één van een sensoruitbreidingsmodule, een USB-uitbreidingsmodule, een lichtuitbreidingsmodule, een uitbreidingsmodule voor toegangscontrole, een slimme uitbreidingsmodule, een audio-uitbreidingsmodule, een internetuitbreidingsmodule en een planninguitbreidingsmodule omvat.