BE1027139A1

BE1027139A1 - Herbruikbaar incontinentiemateriaal

Info

Publication number: BE1027139A1
Application number: BE20195177A
Authority: BE
Inventors: David Vandenbogaerde; Isabel Lambert
Original assignee: Washcot Bvba
Priority date: 2019-03-21
Filing date: 2019-03-21
Publication date: 2020-10-14
Also published as: ES2897791T3; EP3711727A1; EP3711727B1; DK3711727T3; BE1027139B1

Abstract

Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) bestaat uit een gelaagde structuur met minstens een contactlaag (110) bedoeld om in contact te komen met de huid, een verspreidingslaag (120), een absorptielaag (130), en een impermeabele laag (140) bedoeld om de buitenzijde van het incontinentiemateriaal te vormen. De verschillende lagen zijn met behulp van één of meer middenstiksels (150) en zijstiksels (160) aan elkaar bevestigd, waarbij de contactlaag, de verspreidingslaag en de absorptielaag met elkaar verbonden zijn door middel van de middenstiksels, waarbij de middenstiksels niet doorheen de impermeabele laag gaan. De zijstiksels verbinden naar binnen gevouwen uiteinden van de contactlaag en de impermeabele laag met elkaar zonder door de lagen aan de buitenzijde van het incontinentiemateriaal te gaan.

Description

Herbruikbaar incontinentiemateriaal Toepassingsgebied van de uitvinding Deze uitvinding heeft in het algemeen betrekking op incontinentiemateriaal zoals bijvoorbeeld luiers. Meer bepaald heeft ze betrekking op herbruikbare luiers. Achtergrond van de uitvinding Incontinentiemateriaal is tegenwoordig in verschillende vormen beschikbaar.

Er worden zowel wegwerpluiers als herbruikbare luiers aangeboden, evenals wegwerponderbroeken en herbruikbare onderbroeken. Wegwerponderbroeken zijn vaak van dezelfde materialen gemaakt als wegwerpluiers, maar hebben een andere pasvorm. Wegwerpluiers en -onderbroeken hebben het nadeel dat het een lange tijd duurt vooraleer ze vergaan.

Herbruikbare luiers en onderbroeken bieden een milieuvriendelijk alternatief voor wegwerpluiers en -onderbroeken. Herbruikbare onderbroeken die dienst doen als incontinentiemateriaal zijn vaak katoenen onderbroeken waarin onderaan een padje van absorberend materiaal wordt aangebracht. Zoals bij wegwerpluiers en -onderbroeken is het ook bij herbruikbare luiers en onderbroeken belangrijk dat deze comfortabel zitten. Het is bovendien belangrijk dat de kans op lekken zo klein mogelijk gemaakt wordt.

Daarnaast is het ook belangrijk dat de herbruikbare luiers en onderbroeken een goed absorptievermogen hebben. Hiervoor kunnen absorberende materialen aangebracht zijn in de luier of onderbroek. Het is daarbij essentieel dat deze absorberende materialen, alsook de andere materialen waaruit de luier of onderbroek zijn opgebouwd wasbaar zijn.

Omwille van de verschillende vereisten waaraan een herbruikbare luier of onderbroek moet voldoen, waaronder comfortabel zitten, een goed absorptievermogen hebben, en wasbaar zijn, is er ruimte voor goed herbruikbaar incontinentiemateriaal en manieren om dit te maken.

Samenvatting van de uitvinding Het is een doelstelling van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om te voorzien in goede herbruikbaar incontinentiemateriaal, in het bijzonder bijvoorbeeld luiers, alsook in een methode om dergelijk incontinentiemateriaal te maken.

De bovengenoemde doelstelling wordt verwezenlijkt door een hulpmiddel, inrichting en/of methode volgens de onderhavige uitvinding.

In een eerste aspect voorziet de huidige uitvinding in herbruikbaar incontinentiemateriaal, zoals bijvoorbeeld luiers en (trainer) onderbroeken en incontinentie pads voor in onderbroeken, bestaande uit een gelaagde structuur. De gelaagde structuur bevat minstens een contactlaag bedoeld om in contact te komen met de huid, een verspreidingslaag, een absorptielaag, en een impermeabele laag bedoeld om de buitenzijde van het incontinentiemateriaal te vormen. De verschillende lagen zijn met behulp van één of meer middenstiksels en zijstiksels aan elkaar bevestigd, waarbij de contactlaag, de verspreidingslaag en de absorptielaag met elkaar verbonden zijn door middel van de middenstiksels, waarbij de middenstiksels niet doorheen de impermeabele laag gaan. Het incontinentiemateriaal heeft een binnenkant (waar verschillende lagen met elkaar in contact zijn) en een buitenkant (bedoeld om in contact te zijn met de huid van de gebruiker of met de omgeving). In het incontinentiemateriaal verbinden de zijstiksels naar binnen (naar de binnenkant) gevouwen uiteinden van de contactlaag en de impermeabele laag met elkaar zonder door de lagen aan de buitenzijde van het incontinentiemateriaal te gaan, resulterend in twee uiterste randen die langs benen van een drager kunnen aangebracht worden.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de verspreidingslaag van de gelaagde structuur zorgt voor een goede verspreiding van de vloeistof, in het bijzonder urine, over de absorptielaag waardoor de vloeistof gelijkmatig geabsorbeerd kan worden in de absorptielaag. Hierdoor wordt lokale verzadiging van de absorptielaag vermeden.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat een onderscheid gemaakt wordt tussen middenstiksels en de zijstiksels en dat beide gebruikt worden om het herbruikbare incontinentiemateriaal, bijvoorbeeld een herbruikbare luier, te vormen. De verspreidingslaag en de absorptielaag worden door de middenstiksels bevestigd aan de contactlaag. Deze middenstiksels gaan niet door de impermeabele laag. Doordat een volledige doorstikking vermeden wordt zal er bijgevolg ook minder lekkage zijn dan in incontinentiemateriaal, vb. luiers, met een volledige doorstikking. Deze middenstiksels houden de verspreidingslaag en de absorptielaag op hun plaats. Hierdoor kunnen mechanische wrijvingen tussen de lagen vermeden worden.

De middenstiksels zorgen voor een snelle weg van het vocht naar de absorberende laag. Doordat deze niet door de impermeabele laag gaan wordt lekkage via de middenstiksels vermeden.

De zijstiksels daarentegen zijn aangebracht doorheen de naar binnen gevouwen uiteinden van de contactlaag en de impermeabele laag zonder daarbij door deze lagen (de impermeabele laag en de contactlaag) aan de buitenzijde van het incontinentiemateriaal, bijvoorbeeld de luier, te gaan. Vermits in dit geval de naad aan de binnenzijde van het incontinentiemateriaal, bv. de luier, zit zal vloeistoftransport langs het zijstiksel doorheen de impermeabele laag toch niet tot lekkage leiden.

Doordat de gevormde naden naar de binnenzijde van het incontinentiemateriaal, bv. de luier, zijn gericht vormen ze bovendien geen hinder voor de drager.

In het herbruikbaar incontinentiemateriaal volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan de absorptielaag een vlieslaag zijn. Het is een voordeel van een vlieslaag, die noch geweven, noch gebreid is, dat het incontinentiemateriaal, vb. de luier, dunner kan gemaakt worden en toch hetzelfde absorptievermogen kan hebben dan wanneer een geweven of gebreide laag gebruikt wordt.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat deze vlieslaag door middel van middenstiksels bevestigd is aan de contactlaag. Hierdoor wordt de absorptielaag op haar plaats gehouden. Bovendien zit de vlies-absorptielaag ingekapseld tussen de contactlaag en de impermeabele laag. Op die manier wordt een vormvaste vlieslaag bekomen.

In herbruikbaar incontinentiemateriaal volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, kunnen zijranden van de verspreidingslaag zijn omgeplooid, tussen de verspreidingslaag en de absorptielaag, en zijn vastgestikt met één of meer van de middenstiksels. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de omgeplooide rand van de verspreidingslaag het vocht terug naar binnen duwt waardoor het kan geabsorbeerd worden door de absorptielaag.

In herbruikbaar incontinentiemateriaal volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kunnen de verspreidingslaag en de absorptielaag smaller zijn dan de afstand tussen de zijstiksels gemeten over de contactlaag of de impermeabele laag. Hierdoor wordt vermeden dat het absorberende deel van het incontinentiemateriaal, dat tenminste bestaat uit de verspreidingslaag en de absorptielaag, tot aan de rand van het incontinentiemateriaal, vb. de luier, komt. Door dit te doen wordt een minder stijf incontinentiemateriaal, vb. een minder stijve luier, bekomen dan wanneer dit absorberende deel tot aan de rand komt.

In herbruikbaar incontinentiemateriaal volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan de impermeabele laag uit textiel materiaal bestaan. Het textiel materiaal kan een polyester weefsel of breisel bevatten. Het textiel materiaal kan gelamineerd zijn. Het textiel materiaal kan gecoat zijn met een waterondoorlaatbaar membraan.

In herbruikbaar incontinentiemateriaal volgens uitvoeringsvormend van de huidige uitvinding kan de absorptielaag polyacrylzuur en niet geweven polyester bevatten.

In herbruikbaar incontinentiemateriaal volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan de contactlaag een fleece laag zijn. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat een droger gevoel gerecreëerd wordt door een snel absorberende contactlaag.

Herbruikbaar incontinentiemateriaal volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan bijvoorbeeld worden aangeleverd onder de vorm van een luier, een onderbroek of een pad voor gebruik in een onderbroek.

In een tweede aspect voorziet de huidige uitvinding in een methode voor het 5 maken van herbruikbaar incontinentiemateriaal dat minstens een contactlaag omvat bedoeld om in contact te komen met de huid, een verspreidingslaag, een absorptielaag, en een impermeabele laag bedoeld om de buitenzijde van het incontinentiemateriaal te vormen. De methode bevat: - het stikken van de contactlaag aan de verspreidingslaag en de absorptielaag met behulp van één of meer middenstiksels, waarbij deze stiksels niet door de impermeabele laag gaan, - het stikken van de contactlaag aan de impermeabele laag langs twee uiterste randen van deze lagen waarbij tijdens het stikken de verspreidingslaag en de absorptielaag zich aan de buitenzijde bevinden van het volume omsloten door de contactlaag en de impermeabele laag, en - het binnenste buiten keren van de lagen zodat de verspreidingslaag en de absorptielaag zich aan de binnenzijde bevinden van het volume omsloten door de contactlaag en de impermeabele laag.

Door deze manier van werken wordt een structuur bekomen waarin de absorptielaag gefixeerd wordt door ze aan de contactlaag vast te stikken. Bovendien gaat dit stiksel niet door de impermeabele laag waardoor lekken vermeden worden. In systemen waarbij het stiksel door de absorptielaag ook door de impermeabele laag gaat kan het vocht immers via het stiksel weglekken. Doordat het stiksel aan de randen aan de binnenzijde zit wordt een aangenamer incontinentiemateriaal, bv. een aangenamere luier, bekomen.

In een methode volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kunnen de verspreidingslaag en de absorptielaag smaller zijn dan de contactlaag en de impermeabele laag en niet meegestikt worden bij het stikken van de contactlaag aan de impermeabele laag.

Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.

Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvorm(en).

Korte beschrijving van de figuren FIG. 1 toont een schematische perspectieftekening van een luier in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

FIG. 2 toont een schematisch tekening van de binnenzijde van een luier in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

FIG. 3 toont een schematische tekening van de dwarsdoorsnede van een luier in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

FIG. 4 toont een schematische tekening van de buitenzijde van een luier in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding FIG. 5 toont een uitvergroting van de achterzijde van een luier zoals in FIG. 4, in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden.

Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken. In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen. Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn slechts schematisch en niet beperkend. In de tekeningen kunnen voor illustratieve doeleinden de afmetingen van sommige elementen vergroot en niet op schaal getekend zijn. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding.

Het dient opgemerkt te worden dat de term "bevat", zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking "een inrichting bevattende middelen A en B" dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.

Verwijzing doorheen deze specificatie naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, het voorkomen van de uitdrukkingen “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm” op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeft niet noodzakelijk telkens naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kan dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.

Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze werkwijze van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, liggen inventieve aspecten in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.

Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.

In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.

In het bijzonder verwijst de hieronder gegeven gedetailleerde beschrijving naar luiers als een specifiek voorbeeld van incontinentiemateriaal. De huidige uitvinding is daartoe echter niet beperkt, en sluit ook onderbroeken in die op dezelfde manier worden samengesteld, maar een andere pasvorm hebben. Ook padjes incontinentiemateriaal die in een onderbroek kunnen worden gelegd en dezelfde samenstelling hebben, vallen onder de beschermingsomvang van de huidige uitvinding.

In een eerste aspect hebben uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding betrekking op herbruikbaar incontinentiemateriaal onder de vorm van een herbruikbare luier 100. Deze herbruikbare luier bestaat uit een gelaagde structuur die een contactlaag 110, een verspreidingslaag 120, een absorptielaag 130 en een impermeabele laag 140 bevat. De lagen zijn aan elkaar bevestigd door middel van middenstiksels 150 en zijstiksels 160. FIGs. 1, 2, 4, en 5 tonen perspectieftekeningen van een luier in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. De referentienummers die in deze figuren gebruikt worden komen overeen voor de verschillende figuren. FIG. 3 toont een schematische tekening van de dwarsdoorsnede van deze luier. De plaats van de dwarsdoorsnede AA wordt in FIG. 2 getoond.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding zijn de contactlaag 110, de verspreidingslaag 120 en de absorptielaag 130 met elkaar verbonden door middel van één of meerdere middenstiksels 150. Deze middenstiksels gaan niet door de impermeabele laag 140. In FIG. 2 en FIG. 3 worden 3 middenstiksels getoond. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm lopen deze stiksels substantieel evenwijdig met de randen van de luier die rond de benen van de drager kunnen aangebracht worden. Dit is echter niet strikt noodzakelijk. De middenstiksels mogen bijvoorbeeld ook diagonaal lopen of een willekeurig patroon volgen. De uitvinding is ook niet beperkt tot 3 middenstiksels. In sommige uitvoeringsvormen kan er bijvoorbeeld slechts één middenstiksel aanwezig zijn, en in sommige uitvoeringsvormen kunnen er bijvoorbeeld 2 of 3 of meer dan 3 middenstiksels aanwezig zijn.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding hebben de contactlaag en de impermeabele laag een 3-dimensionale structuur.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is de contactlaag 110 een structureel stevige laag die door middel van zijstiksels 160 aan de impermeabele laag — 140is bevestigd. Het zijn daarbij naar binnen gevouwen uiteinden van de contactlaag 110 en de impermeabele laag 140 die met elkaar verbonden zijn zonder dat de zijstiksels door de lagen van de buitenzijde van de luier gaan. Met andere woorden, de omgeplooide randen van de contactlaag en de impermeabele laag zijn doorstikt, maar de contactlaag en de impermeabele laag aan de buitenzijde van de luier zijn niet doorstikt door de zijstiksels. Door de zijstiksels worden twee uiterste randen 170 gevormd die rond de benen van een drager kunnen aangebracht worden.

Op deze manier wordt een luier bekomen waarvan de verspreidingslaag en de absorptielaag op hun plaats gehouden worden door middel van de middenstiksels en waarbij de uiterste randen, die rond de benen van de drager moeten aangebracht worden, gerealiseerd worden door middel van zijstiksels die niet door de buitenste contactlaag en impermeabele laag gaan en waarvan de naad naar de binnenzijde van de luier gericht is (in het volume tussen de contactlaag en de impermeabele laag).

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is de absorptielaag 130 een vlieslaag (non woven), m.a.w. een textiellaag die noch geweven noch gebreid is, bijvoorbeeld een vezelvlies of een filamentvlies. Een dergelijk materiaal bestaat uit willekeuring georiënteerde vezels. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is de absorptielaag een wasbare laag. De absorptielaag 130 is ingekapseld tussen de contactlaag 110 en de impermeabele laag 150. Ze is met andere woorden vormvast verwerkt tussen meerdere lagen. Ook bij herhaaldelijk wassen zal de vlieslaag op die manier niet uit elkaar vallen.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding zijn de zijranden 121 van de verspreidingslaag 120 omgeplooid vooraleer de verspreidingslaag 120 vastgestikt wordt aan de absorptielaag 130. De omgeplooide randen worden daarbij tussen de verspreidingslaag 120 en de absorptielaag 130 vastgestikt. Op die manier ontstaat er aan de rand een dubbele verspreidingslaag. Vloeistof aan de rand van de verspreidingslaag wordt daarbij weggeleid van de rand, in de richting van het centrum van de absorptielaag, door de omgeplooide rand van de verspreidingslaag. De omgeplooide rand kan daarbij bijvoorbeeld een breedte hebben van enkele millimeters, tot een halve centimeter, of zelfs tot enkele centimeters.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding bestaat de impermeabele laag 150 uit textielmateriaal. Het textiel materiaal kan bijvoorbeeld een polyester weefsel of breisel bevatten. Ze kan bijvoorbeeld bestaan uit gecoate textielmaterialen waarbij typisch een polyester (of polyamide of katoen of viscose) breisel (of weefsel} van een licht grammage (tussen bv. 50 en 300 g/m?) gecoat is met een polymere coating.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan het textiel materiaal gelamineerd zijn. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is het textiel materiaal gecoat met een waterondoorlaatbaar membraan. Polymere coatings zoals polyurethaan, polyvinylchloride, polyacrylaat, polyolefine kunnen aangebracht zijn.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan de impermeabele laag 150 even goed bestaan uit een gelamineerd textiel, waarbij een waterondoorlaatbaar membraan (typisch polyurethaan, polytetrafluorethyleen of polyolefine) is gelamineerd op of tussen 1 of meerdere lagen textiel (breisel of weefsel).

In een voorbeelduitvoeringsvorm van de huidige uitvinding bestaat de impermeabele laag bijvoorbeeld uit een polyurethaan gecoat breisel. In een andere voorbeelduitvoeringsvorm van de huidige uitvinding bestaat de impermeabele laag bijvoorbeeld uit een polyurethaan membraan gelamineerd tussen 2 breisels van bijvoorbeeld 100 g/m°. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding bevat de absorptielaag bijvoorbeeld polyacrylzuur en niet geweven polyester. De absorptielaag kan bijvoorbeeld bestaan uit een meerderheid aan polypropyleen (e.g. 70%) en een kleinere hoeveelheid aan polyacrylzuur (e.g. 30% polyacrylic acid). In een voorbeelduitvoeringsvorm van de huidige uitvinding bestaat de absorptielaag uit hoog absorberende niet-geweven materialen/breisels/weefsels met een specifiek gewicht tussen 50 — 300 g/m? die een hoge absorptiecapaciteit hebben, typisch tussen 500 en 2500% volgens ISO 9073-6. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit viscose, katoen, polyester, polyolefine, polyacrylzuur (polyacrylic acid - PAA), of mengsels hiervan. Een voorbeeld is de Pelyloft PZ 90/30 van Pely-Tex. Deze bestaat uit 70% polyester/30% viscose van 90 g/m? met een opname van 1000%. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding bestaat de verspreidingslaag 120 bijvoorbeeld uit water verspreidende niet-geweven materialen/breisels/weefsels met een specifiek gewicht tussen 50 — 300 g/m°. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit viscose, katoen, polyester, of mengsels hiervan.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding bestaat de contactlaag bijvoorbeeld uit comfortabel aanvoelende niet-geweven materialen/breisels/weefsels met een specifiek gewicht tussen 50 — 300 g/m?. Ze kan bijvoorbeeld bestaan uit viscose, katoen, polyester, of mengsels hiervan. De contactlaag kan bijvoorbeeld fleece zijn, maar evengoed kan een ander breisel van bijvoorbeeld polyester gebruikt worden. Zo een laag kan bijvoorbeeld een grammage hebben van tussen de 100 en 300 g/m}, bijvoorbeeld 150 g/m2.

FIG. 1 toont een schematische perspectieftekening van een luier in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Deze figuur toont een boven-, voor-, en zijaanzicht van de luier 100. Op de figuur zijn de contactlaag 110, de impermeabele laag 140, en de uiterste randen 170 zichtbaar.

FIG. 2 toont de binnenzijde van dezelfde luier 100. Op deze figuur zijn de middenstiksels 150, de contactlaag 110 en de uiterste randen 170 zichtbaar. Op deze figuur wordt ook de plaats van het doorsnedevlak AA aangeduid.

FIG. 3 toont een schematische tekening van een doorsnede volgens dit doorsnedevlak. De contactlaag 110, de verspreidingslaag 120, de absorptielaag 130, de impermeabele laag 140, de middenstiksels 150, de zijstiksels 160, de zijranden 121, en de uiterste randen 170 zijn op deze figuur te zien.

FIG. 4 toont een schematische tekening van de buitenzijde van dezelfde luier

100. Op deze figuur is de impermeabele laag 140 te zien. De luier in de figuren kan vastgemaakt worden door middel van drukknop sluitingen (1804, 180b). De uitvinding is echter niet beperkt daartoe. Andere bevestigingsmethodes, zoals bijvoorbeeld klittenband, zijn uiteraard ook mogelijk.

Ook FIG. 5 toont een schematische tekening van de buitenzijde van dezelfde luier 100. De figuur toont de achterzijde van de luier. De impermeabele laag 140 is te zien. Er is ook een rekbare band 190 te zien. Deze is echter niet strikt noodzakelijk.

In een tweede aspect hebben uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding betrekking op een methode om een herbruikbare luier te maken.

Deze methode omvat het stikken van een contactlaag, aan een verspreidingslaag en een absorptielaag door middel van middenstiksels.

Deze methode bevat ook het stikken van de contactlaag aan een impermeabele laag aan twee uiterste randen van deze lagen door middel van zijstiksels. Tijdens het stikken van deze lagen bevinden de verspreidingslaag en de absorptielaag zich aan de buitenzijde van het volume omsloten door de contactlaag ende impermeabele laag.

Na het stikken van de middenstiksels en de zijstiksels wordt in deze methode een volgende stap uitgevoerd. Deze bevat het binnenste buiten keren van de lagen zodat de verspreidingslaag en de absorptielaag zich aan de binnenzijde bevinden van het volume omsloten door de contactlaag en de impermeabele laag.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding worden bij het stikken van de zijstiksels de verspreidingslaag en de absorptielaag niet meegestikt. Deze lagen zijn in dit geval smaller dan de contactlaag en de impermeabele laag.

De verschillende aspecten kunnen eenvoudig met elkaar worden gecombineerd, en de combinaties corresponderen aldus eveneens met uitvoeringsvormen volgens de huidige uitvinding.

Claims

Conclusies

1.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) bestaande uit een gelaagde structuur, de gelaagde structuur bevattend, een contactlaag (110), een verspreidingslaag (120), een absorptielaag (130), een impermeabele laag (140), ten minste één of meer middenstiksels (150) en zijstiksels (160), - waarbij de contactlaag (110), de verspreidingslaag (120) en de absorptielaag (130) met elkaar verbonden zijn door middel van de middenstiksels (150), waarbij de middenstiksels (150) niet doorheen de impermeabele laag (140) gaan, - en waarbij de zijstiksels (160) naar binnen gevouwen uiteinden van de contactlaag (110) en de impermeabele laag (140) met elkaar verbinden zonder door de lagen aan de buitenzijde van het incontinentiemateriaal te gaan, resulterend in twee uiterste randen (170) die langs benen van een drager kunnen aangebracht worden.

2.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) volgens conclusie 1, waarbij de absorptielaag (130) een vlieslaag is.

3.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij zijranden (121) van de verspreidingslaag (120) zijn omgeplooid, tussen de verspreidingslaag (120) en de absorptielaag (130), en vastgestikt met de middenstiksels (150).

4.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de verspreidingslaag (120) en de absorptielaag (130) smaller zijn dan de afstand tussen de zijstiksels gemeten over de contactlaag (110) of de impermeabele laag (140).

5.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de impermeabele laag (150) bestaat uit textiel materiaal.

6.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) volgens conclusie 5, waarbij het textiel materiaal een polyester weefsel of breisel bevat.

7.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) volgens één van de conclusies 5 of 6, waarbij het textiel materiaal gelamineerd is.

8.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) volgens één van de conclusies 5 tot 7, waarbij het textiel materiaal gecoat is met een waterondoorlaatbaar membraan.

9.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de absorptielaag polyacrylzuur en niet geweven polyester bevat.

10.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de contactlaag (110) een fleece laag is.

11.- Herbruikbaar incontinentiemateriaal volgens één van de voorgaande conclusies, onder de vorm van een luier, een onderbroek of een pad voor gebruik in een onderbroek.

12.- Een methode voor het maken van herbruikbaar incontinentiemateriaal dat minstens een contactlaag omvat bedoeld om in contact te komen met de huid, een verspreidingslaag, een absorptielaag, en een impermeabele laag bedoeld om de buitenzijde van het incontinentiemateriaal te vormen, de methode bevattend: - stikken van de contactlaag aan de verspreidingslaag en de absorptielaag met behulp van één of meer middenstiksels, - stikken van de contactlaag aan de impermeabele laag langs twee uiterste randen van deze lagen waarbij tijdens het stikken de verspreidingslaag en de absorptielaag zich aan de buitenzijde bevinden van een volume omsloten door de contactlaag en de impermeabele laag, - binnenste buiten keren van de lagen zodat de verspreidingslaag en de absorptielaag zich aan de binnenzijde bevinden van het volume omsloten door de contactlaag en de impermeabele laag.

13.- Een methode volgens conclusie 12, waarbij de verspreidingslaag en de absorptielaag smaller zijn dan de contactlaag en de impermeabele laag en niet meegestikt worden bij het stikken van de contactlaag aan de impermeabele laag.