BE1027129B1 - The production of nets from band and / or cord material - Google Patents
The production of nets from band and / or cord material Download PDFInfo
- Publication number
- BE1027129B1 BE1027129B1 BE20195477A BE201905477A BE1027129B1 BE 1027129 B1 BE1027129 B1 BE 1027129B1 BE 20195477 A BE20195477 A BE 20195477A BE 201905477 A BE201905477 A BE 201905477A BE 1027129 B1 BE1027129 B1 BE 1027129B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- longitudinal
- transverse
- band
- intersections
- bands
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D04—BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
- D04H—MAKING TEXTILE FABRICS, e.g. FROM FIBRES OR FILAMENTARY MATERIAL; FABRICS MADE BY SUCH PROCESSES OR APPARATUS, e.g. FELTS, NON-WOVEN FABRICS; COTTON-WOOL; WADDING ; NON-WOVEN FABRICS FROM STAPLE FIBRES, FILAMENTS OR YARNS, BONDED WITH AT LEAST ONE WEB-LIKE MATERIAL DURING THEIR CONSOLIDATION
- D04H3/00—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length
- D04H3/02—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of yarns or filaments
- D04H3/04—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of yarns or filaments in rectilinear paths, e.g. crossing at right angles
- D04H3/045—Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of yarns or filaments in rectilinear paths, e.g. crossing at right angles for net manufacturing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Treatment Of Fiber Materials (AREA)
Abstract
In een eerste aspect voorziet de uitvinding een geautomatiseerde werkwijze voor productie van netten uit band- en/of koordmateriaal, omvattende het rangschikken, volgens een langsrichting, van twee of meerdere bandeinden omvat door overeenkomstige langsbanden, en verder omvattende (i) het rangschikken van een dwarsband volgens een dwarsrichting, waarbij de dwarsband een stel kruisingen met de genoemde langsbanden gaat vormen, en (ii) het verbinden van de dwarsband met elk van de langsbanden ter hoogte van de kruisingen. In het bijzonder wordt het verbonden stel kruisingen verplaatst volgens de langsrichting, over een afstand van een maaslengte, waarbij stappen (i) en (ii) minstens éénmaal worden herhaald. In een verder aspect voorziet de uitvinding nog een overeenkomstige inrichting.In a first aspect, the invention provides an automated method for the production of nets from tape and / or cord material, comprising arranging, along a longitudinal direction, two or more tape ends comprised by corresponding longitudinal bands, and further comprising (i) arranging a transverse belt according to a transverse direction, wherein the transverse belt forms a set of intersections with said longitudinal belts, and (ii) connecting the transverse belt to each of the longitudinal belts at the level of the intersections. In particular, the connected set of intersections are moved along the longitudinal direction, a distance of a mesh length, repeating steps (i) and (ii) at least once. In a further aspect, the invention provides a further corresponding device.
Description
TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft belrekking op werkwijzen en inrichtingen voor de productie van netten (bv. ladingzekeringsnetten) uit bandmaleriaal of koordmateriaal.TECHNICAL FIELD The invention relates to methods and apparatus for the production of nets (e.g. cargo securing nets) from strapping material or cord material.
STAND DER TECHNIEK Netten uit bandmaieriaal en koordmateriaal worden algemeen loegepast voor het zekeren van ladingen tijdens transport, 0.8. in laadruimtes van vrachtwagens en vliegiuigen. Zulke ladingzekeringsnetten bevalen een veelheid aan langs- en dwarsbanden. Ter hoogte van de onderlinge kruisingen zijn de banden met elkaar verbonden. Samen vormen zij een net. Als belangrijk voordeel is het mogelijk om ladingen veel sneller en eenvoudiger te zekeren dan het geval is met individuele banden, Ladingzekeringsnetten op zich zijn gekend. Bijvoorbeeld beschrijft US 5 458 447 een ladingzekeringsnet bestaande uit nylon of polypropyleen banden die via stiksels tot een rooslerstrucluur zijn verbonden. Alle bandeinden zijn d.m.v. een verhil mes gesneden. De bandeinden gaan dus niel rafelen. Verder beschrijft EP 2 028 103 nog een ladingbarrièrenet voor gebruik bij vliegtuigtransporten, 1.h.b. worden er spiraalvormige stikpatronen aangebracht, Lp.v. zigzag stikpatronen. Het nel zou daardoor sterker zijn. Tot op vandaag worden ladingzekeringsnellen echter vooral handmalig geproduceerd. Typisch gaal men uit van Mlangsbanden en N dwarsbanden die reeds op lengte zijn gesneden. Deze banden worden op een aangepast sjabloon gerangschiki. In een volgende stap worden de kruisingen alvast voorlopig verlijmd, bijvoorbeeld d.m.v. een smeliliim. Het resultaat wordt dan van het sjabloon afgehaald, en tot siot wordt elke kruising afzonderlijk d.m.v. een stiksel gefinaliseerd. Doorgaans is het immers niet mogelijk om met gekende apparatuur de Mx N stiksels te finaliseren, terwijl het geproduceerd nel nog op het sjabloon lig! gespreid.STATE OF THE ART Nets made of band and cord material are commonly used for securing loads during transportation, 0.8. in cargo areas of trucks and airplanes. Such cargo securing nets recommended a variety of longitudinal and cross belts. The bands are connected to each other at the intersections. Together they form a net. As an important advantage, it is possible to secure loads much faster and easier than is the case with individual tires. Cargo securing nets are known per se. For example, US 5 458 447 describes a cargo securing net consisting of nylon or polypropylene straps which are connected via stitching to form a lattice truss. All strap ends are d.m.v. cut a mullet knife. The ends of the band will therefore not fray. Furthermore, EP 2 028 103 further describes a cargo barrier net for use in air transport, 1.h.b. spiral stitching patterns are applied, Lp.v. zigzag stitching patterns. The nel would therefore be stronger. Until today, however, cargo securing gears are mainly produced manually. Typically, one starts from Mlangsbanden and N crossbands that have already been cut to length. These bands are arranged on a custom template. In a next step, the crossings are already provisionally glued, for example by means of a smeliliim. The result is then extracted from the template, and until siot each intersection is separated separately by means of a stitching finalized. After all, it is usually not possible to finalize the Mx N stitching with known equipment, while the production is still on the template! spread.
Een nadeel van gekende productiewijzen is dal zij erg arbeidsintensief zijn. De productiekost ligt dus hoog. Verder is zon weinig gestructureerde, handmatige aanpak sterk onderhevig aan menselijke fouten, Bijvoorbeeld komt het vaak voor dat één of meerdere stiksels worden vergeten, of dat een stiksel onregelmatig is van vorm of een defect bevat. Zulke fouten verzwakken het nel aanzienlijk. Zij vormen dus een ernstige bedreiging voor de veiligheid. Overigens geldt er terecht een zeer strenge normering EN12195-2 op de kwalilsit van bevestigingsmalerialen zoals ladingzekeringsneilen.A drawback of known production methods is that they are very labor-intensive. The production cost is therefore high. Furthermore, such an unstructured, manual approach is highly susceptible to human error. For example, it often happens that one or more stitches are forgotten, or that a stitching is irregular in shape or contains a defect. Such errors weaken it considerably. They therefore pose a serious threat to security. Incidentally, very strict EN12195-2 standardization applies to the quality of fastening materials such as load securing levers.
Nu beoogt de huidige uitvinding een geautomatiseerde productie van netten uit bandmateriaal. Daarbij wordt getracht om één of meerdere van bovengenoemde problemen te verhelpen. in hel bijzonder beoogt de uilvinding een zo groot mogelijke autonomie en een maximaal rendement. Ook moet er een grote vrijheid en instelbaarheid zijn qua netaîmetingen, maasiengtes, maasbreedties, stikpatronen, types bandmaterialen en koordmaterialen, en qua positionering van de banden.The present invention now contemplates an automated production of nets from band material. An attempt is made to solve one or more of the above problems. in particular, the invention aims for the greatest possible autonomy and maximum efficiency. There must also be great freedom and adjustability in terms of net measurements, mesh lengths, mesh widths, stitching patterns, types of strap materials and cord materials, and in the positioning of the straps.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Daartoe voorziel de uilvinding in sen eerste aspect een geaulomaliseerde werkwijze volgens conclusie 1, voor produclie van nellen uit band- en/of koordmaisriaal. Het voorlbewegen van de kruisingen (en dus van zowel de dwarsband als de ermee verbonden langsbanden) heeft als voordeel dat in éénzelfde beweging (a) de afgewerkte kruisingen worden afgevoerd én (b) een stel bijkomende einden langsband worden vrijgemaakt. Deze bijkomende einden Jangsband zijn bovendien zodanig gerangschikt dat hier eenvoudig een bijkomende dwarsband mee kan worden verbonden. Zo voorziet de werkwijze in een cyclisch proces dat meerdere keren kan worden herhaald. Uiteindelijk verkrijgt men hel bandmaleriaal net. Hei gaal om een gestruclureerde aanpak waarbij de verbindingen rij per rij worden afgewerkt. De werkwijze leent zich dus perfect tot automalisalie. In een verder aspect voorziet de uitvinding nog een overeenkomstige inrichting volgens conclusieSUMMARY OF THE INVENTION To this end, the invention provided in a first aspect an aggregated process according to claim 1, for production of nelles from tire and / or cord corn. The advancement of the crossings (and thus of both the transverse belt and the associated longitudinal belts) has the advantage that in one and the same movement (a) the finished crossings are removed and (b) a set of additional ends of the longitudinal belt are freed. These additional ends of the yang band are moreover arranged in such a way that an additional cross band can be easily connected to them. Thus, the method provides a cyclical process that can be repeated several times. Ultimately one obtains the strip material net. It is important to have a structured approach in which the connections are finished row by row. The method therefore lends itself perfectly to auto-balancing. In a further aspect the invention provides a further corresponding device according to claim
13.13.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuren 1A-F illustreren een geautomatiseerde werkwijze en inrichting voor productie van netten uit bandmateriaal en/of koordmateriaal, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.DESCRIPTION OF THE FIGURES Figures 1A-F illustrate an automated method and apparatus for producing nets from band material and / or cord material, according to a possible embodiment of the invention.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding betreft een geautomatiseerde werkwijze en inrichting voor productie van netten uit bandmateriaal en/of koordmateriaal.DETAILED DESCRIPTION The invention relates to an automated method and apparatus for producing nets from band material and / or cord material.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en welenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.Unless otherwise defined, all terms used in the description of the invention, including technical and scientific terms, have the meaning as commonly understood by those skilled in the art of the invention. For a better assessment of the description of the invention, the following terms are explicitly explained.
“Een”, de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een oi meer dan een segment.“A,” the, and “the” in this document refer to both the singular and plural unless the context clearly suggests otherwise. For example, “one segment” means one oi more than one segment.
Wanneer “ongeveer” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden varialies bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-When “about” is used in this document for a measurable quantity, parameter, time duration or moment, and the like, it means variances of +/- 20% or less, preferably +/- 10% or less, more at preferably +/- 5% or less, even more preferably +/- 1% or less, and even more preferably +/-
0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dal de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” gebruikt wordt, zelf speciliek wordt bekendgemaakt.0.1% or less than and of the quoted value, insofar as such variations apply in the disclosed invention. However, this should be understood to mean that the value of the quantity for which the term “approximately” is used is itself disclosed specifically.
De termen “omvallen”, “omvallende”, “bestaan uil’, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevallen”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uilsluiten of beletten van andere componenlen, kenmerken, elementen, leden, slappen, gekend uil of beschreven in de sland der techniek,The terms “falling over”, “falling over”, “consisting owl”, “consisting of”, “bearing”, “giving birth”, “containing”, “comprising”, “comprising”, “containing”, “containing” are synonyms. and are inclusive or open terms that indicate the presence of what follows, and that do not exclude or prevent the presence of other components, features, elements, members, slabs, known or described in the art,
Bij voorkeur zijn de “langsrichling” en de “dwarsrichting”, zoals hierin gebruikt, in hoofdzaak onderling orthogonale richlingen. Bij verdere voorkeur gaal het om iwee horizontale richtingen.Preferably, the "longitudinal direction" and the "transverse direction", as used herein, are substantially mutually orthogonal directions. It is further preferred to take two horizontal directions.
Algemeen is de uitvinding loepasbaar op netten uit bandmaleriaal (bv. geweven of geëxtrudeerd}, op netten uit koordmaleriaal {bv. gevlochten}, en op gecombineerde netten van zowel bandmateriaal als koordmateriaal. Tenzij anders gespecifieerd, kunnen de term “band” en hieruit aigeleide termen dus worden ingewisseld tegen de term “koord” en hieruit afgeleide termen.Generally, the invention is applicable to webbing netting (e.g. woven or extruded}, cord milling netting {eg braided}, and to combined netting of both webbing and cord material. Unless otherwise specified, the term "web" and are derived therefrom. terms thus are exchanged against the term "string" and terms derived from it.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële gelallen {ussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen. in een eersie aspect belreft de uitvinding een geaulomaliseerde werkwijze voor productie van netten uit band- en/of koordmateriaal, omvattende het rangschikken, volgens een langsrichting, van twee of meerdere bandeinden (ook wel: koordeinden) omvat door overeenkomstige langsbanden (ook wel: langskoorden), en verder omvattende: (D het rangschikken van een dwarsband (ook wel: dwarskoord) volgens een dwarsrichting, waarbij de dwarsband een stel kruisingen met de genoemde langsbanden gaat vormen, en (ij hel verbinden van de dwarsband met elk van de langsbanden ter hoogte van de kruisingen. in het bijzonder wordt het verbonden stel kruisingen vooribewogen volgens de langsrichting, over een afstand van een maasiengie, waarbij stappen (D) en (ij minstens éénmaal worden herhaald. Bijvoorbeeld kunnen laalsigenoemde stappen (1) en (li) éénmaal, of meer dan éénmaal worden herhaald. In elk geval omvat de resulterende netstructuur minstens twee langsbanden en twee dwarsbanden. Tezamen sluiten zij minstens één maas in, met voorgenoemde maasiengie en een vooropgestelde maasbreedte. Optioneel worden de langsbanden na een N-tal herhalingen afgesneden. Hierbij bekomt men een afzonderlijk net. Bredere netten kunnen worden gevormd door meer langsbanden le gebruiken, en/oi door één of meerdere maasbreedtes te vergroten. Langere netten kunnen worden gevormd door bovenstaande cyclus een hoger aantal keer ie herhalen (= meerdwarsbanden le gebruiken}, en/oi door één of meerdere maasiengtes te vergroten. De mazen kunnen trouwens zowel regeimalig als onregelmatig zijn van afmelingen, dus met onderling gelijke/ongelijke maaslengies en/of maasbreedies. Op zich gelden er geen beperkingen wat betreft de lengte van het net. Volgens niet-limitatieve 5 uitvoeringsvormen (a) worden de langsbanden daartoe inline gefabriceerd en in het de netten verwerkt, of (b} kunnen losse langsbanden in elkaars verlengde mel elkaar worden verbonden tot één ononderbroken langsband. Echter is de uitvinding hier niet toe gelimitserd.Quoting numeric intervals through the endpoints includes all integers, fractions, and / or real numbers {ussen the endpoints, including these endpoints. In a first aspect, the invention provides an aggregated method for producing nets from tape and / or cord material, comprising arranging, along a longitudinal direction, two or more tape ends (also called chord ends) comprised by corresponding longitudinal tapes (aka longitudinal cords). ), and further comprising: (D arranging a cross band (also called a cross cord) in a transverse direction, the cross band forming a set of intersections with said longitudinal bands, and (bonding the cross band to each of the longitudinal bands for height of the intersections, in particular, the connected set of intersections are advanced in the longitudinal direction, a distance of a mesh length, repeating steps (D) and (ij at least once. For example, steps (1) and (li) may be repeated once. , or repeated more than once. In any case, the resulting net structure comprises at least two longitudinal bands and two transverse bands. at least one mesh, with the aforementioned mesh size and a predetermined mesh width. Optionally, the longitudinal bands are cut after about N repetitions. Hereby one obtains a separate net. Wider nets can be formed by using more longitudinal belts, and / or by increasing one or more mesh widths. Longer nets can be formed by repeating the above cycle a higher number of times ie (= using more crossbands le}, and / or by increasing one or more mesh lengths. The meshes can, by the way, be both regular and irregular of finishes, so with mutually equal / unequal mesh lengths and / or mesh widths. In itself there are no restrictions with regard to the length of the net. According to non-limiting embodiments (a) the longitudinal belts are manufactured inline for this purpose and incorporated into the nets, or (b} each other's extended length can be joined together to form one continuous longitudinal band, however, the invention is not limited to this.
Het vooribewegen van de kruisingen (en dus van zowel de dwarsband als de ermee verbonden langsbanden) heeft als voordeel dat in éénzelfde beweging enerzijds de afgewerkte kruisingen worden afgevoerd, én anderzijds een bijkomend stel einden langsband word! vrijgemaakt. Deze bijkomende einden langsband worden bovendien zodanig gerangschikt dat hier eenvoudig een bijkomende dwarsband mee kan worden verbonden. Door het tussendoor voorlbewegen van een stel verbonden kruisingen, zijn de posities waar de kruisingen moeten worden verbonden steeds min of meer dezeifde. De verbindingsapparatuur moet dus niet of slechts beperkt kunnen worden bewogen, om de verschillende kruisingen te verbinden. De zone waarbinnen de verbindingsapparatuur kan bewegen wordt ook wel aangeduid als de “verbindingszone”. Zo voorziel de werkwijze een cyclisch proces dal meerdere keren kan worden herhaald. Uiteindelijk verkrijgt men daaruit het nel.The advance of the crossings (and thus of both the cross belt and the longitudinal belts connected to it) has the advantage that in one and the same movement the finished crossings are removed on the one hand, and an additional set of longitudinal belt ends on the other! freed. These additional longitudinal belt ends are moreover arranged in such a way that an additional transverse belt can easily be connected thereto. By advancing a set of connected crossings in between, the positions where the crossings are to be connected are always more or less the same. The connecting equipment must therefore not be able to be moved, or only to a limited extent, in order to connect the various crossings. The zone in which the connection equipment can move is also referred to as the “connection zone”. Thus, the method provided for a cyclical process that could be repeated several times. Ultimately, the nel is obtained from that.
Bij voorkeur wordt de dwarsband finaal/permanent verbonden met de langsbanden, ter vorming van het net. Hierdoor zijn er geen voorafgaande en/of daarop volgende verbindingsprocessen (bv. eerst voorlopig verlijmen, pas dan finaal stikken) nodig. Bij voorkeur omvat de verbinding een treksterkte die minstens 5% bedraagt van de treksierkie van de langsband, bij verdere voorkeur minstens 10%, bij verdere voorkeur minstens 15%, bij verdere voorkeur minstens 20%.Preferably, the transverse band is finally / permanently connected to the longitudinal bands, to form the net. As a result, no preliminary and / or subsequent joining processes (e.g. preliminary gluing first, only then final stitching) are required. Preferably, the connection comprises a tensile strength which is at least 5% of the tensile strength of the longitudinal band, more preferably at least 10%, more preferably at least 15%, more preferably at least 20%.
Optioneel worden de dwarsband en/of de langsbanden tijdens het verbinden gespannen gehouden, via bv. grijpmiddelen, klemmiddelen en dergelijke. Optioneel omvat het rangschikken van een dwarsband ook onder meer het onttrekken van een eind dwarsband aan een bijhorende bandvoorraad, en het afsnijden van dat eind dwarsband.Optionally, the transverse strap and / or the longitudinal straps are kept taut during the connection, via eg gripping means, clamping means and the like. Optionally, arranging a cross band also includes withdrawing an end cross band from an associated band stock, and cutting that end cross band.
Optioneel worden de dwarsbanden telkens bovenop de langsbanden neergelegd. Daarbij vormt zich een legsel. Een voordeel is dal legsels eenvoudiger te producerenzijn. Als alternatief worden de dwarsbanden ielkens lussen de langshanden door geweven. Daarbij vormi zich sen wesfsel. Een voordes! is dal wselsels meer symmetrisch kunnen worden belast, In eerste instantie is de uitvinding toi geen van beide gelimiteerd.Optionally, the cross belts are always placed on top of the longitudinal belts. A clutch forms during this process. An advantage is that clutches are easier to produce. As an alternative, the cross belts are woven through loops through the longitudinal hands. In the process, sen wesfsel is formed. One advantage! is that wselsels can be loaded more symmetrically. In the first instance, the invention is not limited to either.
Bij voorkeur gaal hel om langsbanden en dwarsbanden van een geweven bandmateriaal. Bij voorkeur hebben de langsbanden een bandbreedte gelegen tussen 10 mm en 120 mm, bij verdere voorkeur lussen 20 mm en 50 mm. Bi voorkeur hebben de dwarsbanden een breedte gelegen tussen 10 mm en 120 mm, bij verdere voorkeur tussen 20 mm en 50 mm. Bij voorkeur wordt er gebruik gemaakt van geweven bandmaleriaal, ook wel aangeduid als “smalbandweefsel”. Echter is de uitvinding hier niet toe gelimileerd. In het algemeen voorziet de uitvinding nellen van geweven bandmateriaal, van geëxtrudeerd bandmateriaal, van gevlochten koordmateriaal, of eender welke combinatie daarvan. In eerste instantie is de uitvinding tot geen van deze gelimiteerd.Preferably all around longitudinal and transverse bands of a woven band material. The longitudinal tapes preferably have a band width of between 10 mm and 120 mm, more preferably loops 20 mm and 50 mm. Preferably, the transverse bands have a width of between 10 mm and 120 mm, more preferably between 20 mm and 50 mm. Preferably, use is made of woven band material, also referred to as "narrow band fabric". However, the invention is not limited to this. In general, the invention provides netting of woven tape material, extruded tape material, braided cord material, or any combination thereof. Initially, the invention is not limited to any of these.
Bij voorkeur bedragen de maasbreedies minimaal 100 mm en maximaal 300 mm. Bijvoorbeeld ongeveer 100 mm, 200 mm, 300 mm, 400 mm, 500 mm, 690 mm, 700 mm, 8500 mm, of eender welke waarde daartussen. Bij voorkeur bedragen de maaslengtes minimaal 50 mm en maximaal 800 mm. Bijvoorbeeld ongeveer 50 mm, 75 mm, 100 mm, 200 mm, 300 mm, 400 mm, 500 mm, 600 mm, 700 mm, 800 mm, of sender welks waarde daartussen.The mesh widths are preferably a minimum of 100 mm and a maximum of 300 mm. For example about 100mm, 200mm, 300mm, 400mm, 500mm, 690mm, 700mm, 8500mm, or any value in between. The mesh lengths are preferably a minimum of 50 mm and a maximum of 800 mm. For example, about 50mm, 75mm, 100mm, 200mm, 300mm, 400mm, 500mm, 600mm, 700mm, 800mm, or sender whose value is in between.
Optionsel kan het net nog verdere accessoires (bv. gespen) omvatten, zoals gekend uit de stand der techniek. Het is bovendien niet noodzakelijk zo dat de verschillende langsbanden en de verschillende dwarsbanden alle uit hetzelfde type bandmaleriaal bestaan. Optioneel worden er nog bijkomende aanduidingen aangebracht op het net, bv. via Inkjet prinisystemen. De uitvinding is lot geen van deze gelimiteerd.Optionally, the net may include further accessories (e.g. buckles), as known in the art. Moreover, it is not necessary that the different longitudinal belts and the different transverse belts all consist of the same type of strip material. Optionally, additional indications are applied on the net, eg via Inkjet printing systems. The invention is not limited to any of these.
in een verdere of alternatieve uilvoeringsvorm worden de langsbanden bij het verplaatsen van de kruisingen ontirokken aan overeenkomstige bandvoorraden (ook wel: koordvoorraden). Mogelijks gaal het om compacte bandvoorraden zoals bandrollen en/of bandmeanders. Verder is het mogelijk dat de langsbanden en/of dwarsbanden rechtstreeks voortkomen uit overeenkomstige productieprocessen.in a further or alternative embodiment, the longitudinal belts, when the crossings are moved, are deprived of corresponding belt stocks (also called: cord stocks). It may be compact band supplies such as band rolls and / or band meanders. Furthermore, it is possible that the longitudinal belts and / or transverse belts originate directly from corresponding production processes.
Het bandmateriaa! wordt dan inline verwerkt lol netten. De uitvinding is lot geen van deze gelimiteerd.The tape material! is then processed inline lol nets. The invention is not limited to any of these.
Optioneel wordt telkens één dwarsband uitgestrekt en afgeknipt. De langsbanden, daarentegen, worden pas in een laatste slap gesneden, om net net los te maken van de bandvoorraden. Dit verschilt van gekende productiewiizen waarbij alle banden eerst op lengte worden gesneden, en pas daama in een sjabloon worden gecombineerd. Hel snijden kan d.m.v. een verhil mes, via lasersnijden, via ultrasoon snijden en/of eender welke combinatie daarvan. De uitvinding is lol geen van deze gelimiteerd. De bandvoorraad voor dwarsbanden is bij voorkeur stationair opgesteld, in lijn met de verbindingszone. Kruisingen worden dus binnen de verbindingszone gevormd, door het uilstrekken van een dwarsband volgens de dwarsrichting. Aansluitend kunnen de verbindingen binnen diezelide verbindingszone afgewerkt worden. in een verdere oi allernalieve uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stap van het geleiden van de langsbanden doorheen en/of langsheen overeenkomstige geleiders, voor een positionering van de langsbanden in de dwarsrichiing. Bij voorkeur omvatten de geleiders een lichaam dat tenminste een eenzijdig of tweezijdig zijdelingse geleiding voorziet voor een overeenkomstige langsbanden. De geleiders bestendigen de dwarse posities van de langsbanden. Optioneel voorzien de geleiders een doorgang, waarbij de langsbanden doorheen de doorgang worden geleid. Zij worden dan door de geleiders omsloten. Optioneel gaat het om demonteerbare geleiders, Het type geleider wordt dan gekozen afhankelijk van het type bandmatieriaal.Optionally, one cross band is stretched out and cut off at a time. The longitudinal belts, on the other hand, are only cut in a final slack, just to just loosen from the belt stocks. This differs from known production methods where all tapes are first cut to length and only then are combined in a template. Cutting can be done by means of a paring knife, via laser cutting, via ultrasonic cutting and / or any combination thereof. The invention is not limited to any of these. The belt supply for cross belts is preferably arranged stationary, in line with the connection zone. Thus, intersections are formed within the joining zone by drawing a cross band in the transverse direction. Subsequently, the connections can be completed within that connection zone. in a further or more general embodiment, the method further comprises the step of guiding the longitudinal bands through and / or along corresponding guides, for positioning the longitudinal bands in the transverse direction. Preferably, the guides comprise a body that provides at least one side or two side lateral guide for corresponding longitudinal bands. The guides perpetuate the transverse positions of the longitudinal bands. Optionally, the guides provide a passage, with the longitudinal bands being guided through the passage. They are then enclosed by the conductors. Optionally, it concerns demountable guides. The type of guide is then selected depending on the type of belt material.
in een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm Is een dwarse positie van de geleiders instelbaar. Optioneel zijn de geleiders daartoe mechanisch verschuifbaar, waarbij ze mechanisch kunnen worden ingeklemd op een gewenste schuifpositie. Zo kunnen de dwarse posities voor de langsbanden worden ingesteld. Het is dus mogelijk om het maaspatroon in de bresdierichting vrij le kiezen.in a further or alternative embodiment, a transverse position of the guides is adjustable. Optionally, the guides are mechanically slidable for this purpose, whereby they can be mechanically clamped at a desired sliding position. Thus, the transverse positions for the longitudinal belts can be set. It is thus possible to freely choose the mesh pattern in the gap direction.
in een verdere of allernalieve uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder hel bewegen van verbindingsapparatuur toi aan gen van de kruisingen, voor het vormen van de verbinding, waarbij de geleider een detecteerbaar ijkpunt vormt voor een posilionering van de verbindingsapparatuur in een omgeving van de kruising. Bij voorkeur zijn de verbindingsapparatuur en/of de geleiders daartoe voorzien van een geschikte detector. Optioneel vormt elke geleider een detecteerbaar herkenningspunt dat door de verbindingsapparaluur kan worden herkend. Deverbindingsapparaluur wordt daarbij automatisch geïnstrueerd om ds overeenkomstige kruising te verbinden, Zo'n detecieerbare ijkpunten dragen bij tot een correcte positionering van de verbindingsapparatuur.In a further or alternative embodiment, the method further comprises moving connection equipment to one of the intersections, to form the connection, the conductor forming a detectable calibration point for positioning the connection equipment in a vicinity of the intersection. Preferably, the connecting equipment and / or the conductors are provided with a suitable detector for this purpose. Optionally, each conductor forms a detectable landmark that can be recognized by the interconnect equipment. The connection equipment is automatically instructed to connect the corresponding junction. Such detectable checkpoints contribute to the correct positioning of the connection equipment.
In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm zijn er verder één of meerdere steunvlakken voorzien, welke sleunvlakken Lliijdens het verbinden tegen de dwarsband aanliggen. Zuike sleunvlakken dragen bij toi sen correcie posilionering van de dwarsband, tijdens het verbinden. Optioneel wordt de dwarsband tijdens het verbinden bovendien ook opgespannen en/of ingeklemd. Optioneel worden de langsbanden tijdens het verbinden opgespannen en/of ingeklemd. in een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm zijn één of meerdere van de steunvlakken omval door de geleiders. Een voordeel is dat de geleiders daarbij een dubbele Iunctie vervullen. Nog een voordeel is dal de dwarsband, vlakbij zijn kruising met een langsband wordt gesteund door/tegen de overeenkomstige geleider. In een verders of alternatieve uilvoeringsvorm omvat het voorlbewegen van het siel kruisingen een heen- en weergaande beweging van de steunvlakken, volgens de langsrichting. Gezien zij tegen de dwarsband aanliggen, brengt het voorlbewegen van de steunviakken een voorlbeweging van de dwarsband leweeg (en dus cok van de langsbanden die ermee zijn verbonden). Vervolgens worden de steunvlakken terug in hun initiële positie gebracht. Zodoende kunnen de stappen cyclisch worden herhaald. De maaslengie kan worden gevarieerd door de steunvlakken verder, of juist minder ver vooruii te bewegen.In a further or alternative embodiment, one or more support surfaces are further provided, which support surfaces abut against the transverse band during the connection. Such slotted surfaces contribute to correct positioning of the cross belt during the connection. The cross strap is optionally also tensioned and / or clamped during the connection. The longitudinal straps are optionally tensioned and / or clamped during the connection. in a further or alternative embodiment, one or more of the support surfaces are tipped over by the guides. An advantage is that the conductors fulfill a double function. Another advantage is that the cross strap, near its intersection with a longitudinal strap, is supported by / against the corresponding guide. In a further or alternate embodiment, the forward movement of the sail intersections comprises reciprocating movement of the support surfaces, along the longitudinal direction. Since they abut the cross belt, the forward movement of the support surfaces causes a forward movement of the cross belt (and thus also of the longitudinal belts associated with it). The supporting surfaces are then returned to their initial position. Thus, the steps can be repeated cyclically. The mesh length can be varied by moving the supporting surfaces further or less far forward.
in een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm wordt de dwarsband verbonden met elk van de langsbanden, via overeenkomstige stiksels. In eerste instantie, echter, is de uitvinding niet tot stiksels gelimiteerd. Ook ultrasoon verbinden en hotmeit verlijmen behoren tot de mogelijkheden.in a further or alternative embodiment, the cross strap is connected to each of the longitudinal straps, via corresponding stitching. Initially, however, the invention is not limited to stitching. Ultrasonic bonding and hotmeit bonding are also possible.
Bij voorkeur kan het stikpatroon vrij worden geconfigureerd. Mogelijkheden zijn een zigzag patroon, een spiraalvormig patroon, een meanderend patroon en dergelijke. De uitvinding is toi geen van deze gelimiteerd. Optioneel is de naalapparatuur in staat tot automatisch draadsnijden, na het afwerken van het stikpalroon. Optioneel omvat de naalapparatuur een controlemechanisme voor de draad. Zo wordt elk stiksel geconiroleerd. De algehele stevigheid van elk stiksel in het net is dusgewaarborgd. Dit staat in scherp contrast met gekende, handmatige productiewijzen waar dikwijls menselijke fouten insluipen. in een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm wordt elk stiksel gevormd door beweegbare verbindingsapparaluur, met een gesynchroniseerde samenwerking van: - een naaikop met naald en bovendraad, en - een onderspoel met onderdraad, welke naaikop en onderspoel individusel bewesgbaar zijn volgens de langs- en dwarsrichtingen. Dit wil zeggen dat ze eigen bewegingsmechanismen voorzien voor beweging in de langs- en dwarsrichtingen. Bij voorkeur is de naaikop individueel beweegbaar binnen een “verbindingszone”. Bij voorkeur is de onderspoel individueel beweegbaar binnen een “verbindingszone”.Preferably, the stitching pattern can be freely configured. Possibilities are a zigzag pattern, a spiral pattern, a meandering pattern and the like. However, the invention is not limited to any of these. Optionally, the needle equipment is capable of automatic threading, after finishing the stitching pattern. Optionally, the stylus includes a thread control mechanism. This way every stitching is checked. The overall strength of each stitch in the net is thus guaranteed. This is in sharp contrast to known, manual production methods, where human errors often creep in. in a further or alternative embodiment, each stitch is formed by movable connecting equipment, with a synchronized cooperation of: - a sewing head with needle and upper thread, and - a lower bobbin with lower thread, which sewing head and lower bobbin are individually movable according to the longitudinal and transverse directions. That is, they provide their own movement mechanisms for movement in the longitudinal and transverse directions. Preferably, the sewing head is individually movable within a "bonding zone". Preferably, the bottom coil is individually movable within a "connection zone".
Uiteraard vergt hel aanbrengen van een sliksel een perfect synchrone beweging van de naald en de onderspoel. Hierbij zijn dus geavanceerde, dure bewegingsmechanismen batrokken. In dit opzicht is het voordelig dal de kruisingen slechts rij per rij worden afgewerkt; de naaiapparaluur moet slechts binnen een bepaalde bewegingszone kunnen bewegen, over (een deel van) de breedte van het net.Obviously, the application of a swallow requires a perfectly synchronous movement of the needle and the bobbin. Advanced, expensive movement mechanisms are therefore batch skirts. In this respect it is advantageous that the intersections are only completed row by row; the sewing equipment must only be able to move within a certain movement zone, over (part of) the width of the net.
in een verdere of allernalieve uilvoeringsvorm worden minsiens iwee kruisingen d.m.v. onderling verschillende verbindingsapparaluur verbonden, bij voorkeur in parallel. Optioneel is eik van beide beweegbaar binnen een afzonderlijke verbindingszone, slechis over een deel van de breedte van het net. Als alternatief zijn beide over de gehele bresdie beweegbaar. De ene kan alie verbindingen afwerken bij een defect of onderhoud van de andere. Optioneel gaat het om twee naaiapparalen, waarvan boven- en onderdelen afzonderlijk beweegbaar zijn, en volledig gesynchroniseerd.in a further or allernal embodiment, at least two crossings are made by means of mutually different connection equipment connected, preferably in parallel. Optionally, each is movable within a separate connection zone, only over part of the width of the net. Alternatively, both are movable over the entire gap. One can complete all connections in the event of a defect or maintenance of the other. Optionally, it includes two sewing machines, of which the top and parts are individually movable and fully synchronized.
in een verdere of allernalieve uitvoeringsvorm omvallen de dwarsband en langsbanden een polyester, sen polyamide, een polypropyleen, een polyeihsen (UHMWPE/DYNEEMA) en/of een aramide. Echter is de uilvinding toi geen van deze gelimileerd. in een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvallen de dwarsband en langsbanden een bandmateriaal met een bandbreedte tussen 10 mm en 120 mm, bij voorkeur lussen 20 mm en 50 mm.in a further or alternative embodiment, the cross band and longitudinal bands comprise a polyester, a polyamide, a polypropylene, a polyether (UHMWPE / DYNEEMA) and / or an aramid. However, the owl invention is not limited to any of these. in a further or alternative embodiment, the transverse band and longitudinal bands overlap a band material with a band width between 10 mm and 120 mm, preferably loops 20 mm and 50 mm.
in een tweede aspect belreft de uitvinding een geautomatiseerde inrichting voor productie van netten uit band- en/of koordmaleriaal, de inrichting omvallende: - een sturing, - een eerste bandvoorraad, aangepast voor vrijgave van een dwarsband volgens een dwarsrichting, - twee of meerdere verdere bandvoorraden, aangepas! voor vrijgave van langsbanden volgens een langsrichting, ter hoogte van overeenkomstige, dwarse posities, en - beweegbare verbindingsapparatuur voor het verbinden van de dwarsband met elk van de langsbanden ter hoogis van een stiel onderlinge kruisingen, waarbij de sturing geconfigureerd is voor het geautomatiseerd bewegen van de verbindingsapparaluur, minslens volgens de dwarsrichting tussen de genoemde dwarse posilies, en binnen een verbindingszone. In net bijzonder omval de Inrichting verder nog voortbewegingsmiddelen, geconfigureerd voor het voortbewegen van een verbonden stel kruisingen in de langsrichting, tot buiten de genoemde verbindingszone. Bij voorkeur is de inrichling aangepast voor het uitvoeren van de hierboven beschreven werkwijze. Diezelfde kenmerken en voordelen kunnen dus worden herhaald. in wal volgt wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren, Figuren 1A-F illustreren een geautomaliseerde werkwijze en inrichting 1 voor productie van netten 2 uil bandmateriaal, volgens een mogelijke uilvoeringsvorm. Zoals le zien valt in Fig. 1A, voorziet de inrichting 1 een eerste bandrol 3 {voor vrijgave dwarsbanden 7) en drie verdere bandrollen 4 (voor vrijgave van langsbanden 8). Langsbanden 8 worden vrijgegeven volgens de langsrichting 6, ter hoogte van drie dwarse posities 3. De dwarsband 7 wordt vrijgegeven volgens de dwarsrichting 3, ler hoogie van een “langse positie” 10.In a second aspect, the invention relates to an automated device for the production of nets from tape and / or cord material, the device falling over: - a control, - a first tape supply, adapted to release a cross tape in a transverse direction, - two or more further tire stocks, adjusted! for releasing longitudinal belts along a longitudinal direction, at corresponding transverse positions, and - movable connection equipment for connecting the transverse belt to each of the longitudinal belts at a stable intersection, the control being configured for automated movement of the connection equipment, minus lens along the transverse direction between said transverse positions, and within a connection zone. In particular, the Device furthermore recovers propulsion means, configured for advancing a connected set of crossings in the longitudinal direction, beyond said connecting zone. Preferably, the device is adapted to perform the method described above. So those same features and benefits can be repeated. In what follows, the invention is described by means of non-limiting examples and figures illustrating the invention, and which are not intended or may be construed to limit the scope of the invention, Figures 1A-F illustrate an automated method and apparatus 1 for production of nets 2 of webbing material, according to an possible design. As can be seen in Fig. 1A, the device 1 provides a first tape roll 3 (for releasing cross belts 7) and three further tape rolls 4 (for releasing longitudinal belts 8). Longitudinal bands 8 are released according to the longitudinal direction 6, at the level of three transverse positions 3. The transverse band 7 is released according to the transverse direction 3, however from a "longitudinal position" 10.
De vrijgave van zo'n dwarsband 7 omval hel aangrijpen van een bandeinde via aangepaste grijpmiddelen 11. Vervolgens worden deze grijpmiddelen 11 weg vande bandrol 3 bewogen, in dwarse richting 5. De bandrol 3 wordt hierdoor gedeeltelijk afgerold. Aansluitend wordt de dwarsband 7 op gewenste lengie gesneden, via aangepaste snijmiddelen 12. Een daarbij ontstaan bandeinde wordt d.m.v. een verder grijpmiddel 11’ aangegrepen. Optioneel zijn de grijomiddelen 11, 11’ erop voorzien om de dwarsband 7 erlussen strak gespannen le houden (echter niel geloond in Fig. 1B-D). in de getoonde uitvoerinasvorm, wordt de dwarsband 7 over de langsbanden 8 neergelegd. Als alternatief wordt de dwarsband 7 tussen de langsbanden 8 geweven, volgens sen gewenst patroon. Geschikte mechanismen hiervoor zijn gekend door de vakman. In elk geval vormt de dwarsband 7 daarbij een kruising 13 met elk van de langsbanden 8. In Fig. 1A gaal het om drie kruisingen. De kruisingen 13 zijn op hogergencemde, langse positie 10 gepositioneerd, en ler hoogte van de verschillende dwarse posities 9 respectievelijk.The release of such a transverse band 7 involves engaging a band end via adapted gripping means 11. Subsequently, these gripping means 11 are moved away from the band roll 3, in transverse direction 5. The band roll 3 is hereby partially unwound. Subsequently, the transverse band 7 is cut to the desired length, via adapted cutting means 12. A band end thus formed is cut by means of means of means of cutting means 12. seized a further gripping means 11 ". Optionally, the gripping means 11, 11 "are provided thereon to keep the cross strap 7 loops tautly tensioned (however not shown in Fig. 1B-D). in the embodiment shown, the transverse belt 7 is laid over the longitudinal belts 8. Alternatively, the cross band 7 is woven between the longitudinal bands 8, according to a desired pattern. Suitable mechanisms for this are known to those of skill in the art. In any case, the transverse band 7 thereby forms an intersection 13 with each of the longitudinal bands 8. In fig. 1A it is about three intersections. The intersections 13 are positioned at the above longitudinal position 10, and at the height of the different transverse positions 9, respectively.
In een volgende stap, geïllustreerd in Fig. 1A-B, wordt een geleidingsbalk 14 toi liegen de dwarsband 7 geschoven. De geleidingsbalk 14 voorziet verschillende geleiders 15 (voor de langsbanden 8) en steunvlakken 19, 19’ (voor de dwarsband 7). Eike geleider 15 omval twee geleidingsvinnen 16. De langsband 8 is hiertussen ingeslolen. De gelelders 15 bestendigen dus de dwarse posities 9 van de langsbanden 8. Zoals aangeduid in Fig. 1A, kan de dwarse positie 9 van elke geleider 15 bovendien worden ingesteld. Hiertoe is er een bevestiging via bevestigers 17 in een sleuf 18. Dit laat los om de dwarse posities 9 van de langsbanden 8 te sturen. Onder meer is het dus mogelijk om de maasbreedtes 23 af te regelen, via de dwarse positionering van de geleiders 15. in Fig. 1B zijn de geleiders 15 tot tegen de dwarsband 7 geschoven, Bijgevolg worden de langsbanden 8 aldaar, vlakbij de kruisingen 13, in hun dwarse posities $ gedwongen. De sleunvlakken 19, 19’ zijn deels op zichzelf gevormde sleunvlakken 19, en deels steunviakken 19’ die door de geleiders 15 zijn omval. Samen wordt het stel steunvlakken 19, 19’ tot tegen de dwarsband 7 geschoven. Dit draagt verder bij tot een correcte onderlinge rangschikking van de langsbanden 8 en de dwarsband 7. Vlakbij elke kruising 13 wordt de langsband 8 nu door een geleider 15 ingesloten, waarbij deze geleider 15 bovendien tegen de dwarsband 7 aanligt, via de sleunviakken 19°. De geleiders 15 bestendigen m.a.w. de posities van de dwarsband 7, de langsbanden 8 en de onderlinge kruisingen 13. Onder dezeconfiguratie wordt de dwarsband 7 vervolgens ingeklemd, d.m.v. aangepaste kiemarmen 28. Met deze rangschikking van de dwarsband 7 en de langsbanden 8, getoond in Fig. 10, wordt de ingeklemde dwarsband 7 vervolgens met elk van de langsbanden 8 verbonden, ler hoogte van de kruisingen 13. Daartoe worden sliksels 21 aangebracht, in dit geval d.m.v. een naalapparaal 22. i.h.b. is de verbindingsapparaluur 22 automatisch beweegbaar in de dwars- 5 en langsrichtingen 6, binnen een zogenaamde verbindingszone 25. Het stel kruisingen 13 (met verschillende dwarse posities 9) is binnen deze verbindingszone 25 gelegen. De kruisingen 13 kunnen dus één na één worden afgewerkt, d.m.v. dezelide verbindingsapparatuur 25. Enerzijds kan de verbindingsapparaluur 25 tussen de verschillende kruisingen 13 bewegen. Anderzijds is de verbindingsapparaluur 25 bovendien in staal om ter hoogte van sike kruising 13 een vooropgesteld stikpatroon te vormen. in verwijzing naar hierboven, worden de posities van de kruisingen 13 grotendeels vastgelegd door de geleiders 15. Bij voorkeur vormt nu minstens één geleider 15 een delecteerbaar ijkpunt! voor positionering van de verbindingsapparaluur 22, in een omgeving van de kruising 13. Door de geleiders 15 op zo'n manier te benulien, is het mogelijk om de verbindingsapparaluur 22 nauwkeuriger en preciezer le gaan positioneren. Deze Ingreep kan bijdragen toi een correcte verplaatsing van de verbindingsapparatuur 22 tussen twee kruisingen 13, en/oi tot een correcte vormgeving van de siiksels 21 ter hoogte van elke kruising 13. !I.h.b. kan ook een geaccumuleerde fout worden vermeden. Concreet is het bijvoorbeeld mogelijk om de verbindingsapparatuur 22 uit te rusten met sen inductieve nabijheidssensor. Deze laaiste is dan in slaat om een magnetisch deel van de geleider 15 te detecteren. De ulivinding is echter geenszins lol zo’n uitvoering gelimiteerd.In a next step, illustrated in Fig. 1A-B, a guide beam 14 is slid to the cross belt 7. The guide beam 14 provides different guides 15 (for the longitudinal bands 8) and support surfaces 19, 19 "(for the transverse band 7). Each guide 15 covers two guide fins 16. The longitudinal band 8 is wedged in between them. The detectors 15 thus perpetuate the transverse positions 9 of the longitudinal bands 8. As indicated in FIG. 1A, the transverse position 9 of each guide 15 can be additionally set. For this purpose there is a fastening via fasteners 17 in a slot 18. This is released to control the transverse positions 9 of the longitudinal straps 8. It is thus possible, inter alia, to adjust the mesh widths 23, via the transverse positioning of the guides 15 in FIG. 1B, the guides 15 are pushed against the transverse belt 7. As a result, the longitudinal belts 8 there, near the intersections 13, are forced into their transverse positions. The slot surfaces 19, 19 "are partly self-formed slot surfaces 19, and partly support surfaces 19" which have been tipped over by the guides 15. Together, the set of supporting surfaces 19, 19 "is pushed against the cross belt 7. This further contributes to a correct mutual arrangement of the longitudinal bands 8 and the transverse band 7. Near each intersection 13, the longitudinal band 8 is now enclosed by a guide 15, this guide 15 moreover resting against the transverse band 7 via the slotted surfaces 19 °. In other words, the guides 15 perpetuate the positions of the transverse band 7, the longitudinal bands 8 and the mutual intersections 13. Under this configuration, the transverse band 7 is subsequently clamped, by means of means of e.g. adapted germinating arms 28. With this arrangement of the transverse band 7 and the longitudinal bands 8, shown in FIG. 10, the clamped transverse strap 7 is then connected to each of the longitudinal straps 8, at the height of the intersections 13. To this end, muds 21 are provided, in this case by means of a needle apparatus 22. i.h.b. the connecting equipment 22 is automatically movable in the transverse and longitudinal directions 6, within a so-called connecting zone 25. The set of crossings 13 (with different transverse positions 9) is located within this connecting zone 25. The crossings 13 can thus be finished one by one, by means of this side connection equipment 25. On the one hand, the connection equipment 25 can move between the different intersections 13. On the other hand, the connecting equipment 25 is moreover made of steel in order to form a predetermined stitching pattern at the level of the junction 13. with reference to the above, the positions of the intersections 13 are largely fixed by the guides 15. Preferably, at least one guide 15 now forms a selectable calibration point! for positioning the connection equipment 22, in an environment of the intersection 13. By using the conductors 15 in such a way, it is possible to position the connection equipment 22 more accurately and precisely. This intervention can contribute to the correct movement of the connecting equipment 22 between two intersections 13, and / or to the correct shaping of the joints 21 at each intersection 13. I.h.b. also an accumulated error can be avoided. Concretely, it is possible, for example, to equip the connection equipment 22 with an inductive proximity sensor. The latter is then used to detect a magnetic part of the conductor 15. However, the finding is by no means limited fun in such an implementation.
Na het afwerken van het stel verbindingen, ter hoogte van de kruisingen 13, wordt de dwarsband 7 terug ontklemd {Fig. 1D). De genoemde klemarmen 20 worden hiertoe omhoog gepivoleerd. Aansluitend wordt de geleidingsbalk 14 verder naar voren bewogen, volgens de langsrichting 6 (Fig. 1E). Meer specifiek wordt de geleidingsbalk 14 verschoven over een afstand van ongeveer een maaslengle 24, tot buiten de verbindingszone 25. Gezien de verschillende steunvlakken 19, 19’ tegen de dwarsband 7 aanliggen, zal dus ook de dwarsband 7 naar voren bewegen.After finishing the set of connections, at the level of the crossings 13, the transverse band 7 is released again {Fig. 1D). The said clamping arms 20 are padded upwards for this purpose. Subsequently, the guide beam 14 is moved further forwards, in the longitudinal direction 6 (Fig. 1E). More specifically, the guide beam 14 is shifted by a distance of approximately a mesh length 24, to outside the connecting zone 25. Since the different support surfaces 19, 19 "abut the cross band 7, the cross band 7 will therefore also move forward.
De dwarsband 7 is ter noogte van de kruisingen 13 verbonden met de lanasbandenThe cross belt 7 is connected to the lash belts at the level of the intersections 13
8. Ook deze langsbanden 8 zullen dus voorwaarts bewegen. De bijhorende bandrollen 4 rollen verder af. In dit verband is het nog voordelig dat de geleiders 15 zelf steunvlakken 19’ voorzien, langsheen de langsbanden 8 en nabij de kruisingen8. These longitudinal bands 8 will therefore also move forward. The associated band rolls 4 continue to roll off. In this connection it is still advantageous that the guides 15 themselves provide support surfaces 19 "along the longitudinal bands 8 and near the crossings.
13. Tot slot wordi de geleidingsbaik 14 volledig terug bewogen (Fig. 1F). De geleidingsbalk 14 volgt m.a.w. een heen- en weergaande beweging. Nu is er terug voldoende ruimte voor het rangschikken van een bijkomende dwarsband 7. Tegelijkertijd zijn de pas gevormde kruisingen 13 (en bij voorkeur hel gehele net 2} een volledige maasiengie 24 verschoven, volgens de langsrichting 6. Bovengenoemde procedure (volgens Fig. 1A-F} kan zich eindeloos herhalen. De uilvoeringsvorm volgens Fig. 1A-F voorziet m.a.w. in een continu proces mel verschillende stappen die in cyclus worden herhaald. Hierdoor is het mogelijk om een net 2 te produceren, bestaande uit drie langsbanden 8 en een onbeperkt aanlal dwarsbanden 7 {althans voor zover de bandrollen 3, 4 strekken). Voorbeeld Volgens een niet-limitalief voorbeeld omvat de geautomatiseerde inrichting een naalkop (met naald en bovendraad) en een onderspoel (met onderdraad). Beide zijn individueel beweegbaar binnen sen verbindingszone mel sen lengte van 200 mm, en sen breedte van 3,5 m. De inrichting laat ice om neiten met een breedte tot ongeveer 3,5 m te produceren, bijvoorbeeld van 3,5 m x 3,5 m. De bewegingen van de naaikop en de onderspoel zijn gesynchroniseerd. De naaikop haalt tot meer dan 1000 steken per minuut. De kruisingen worden één na een gestikt, telkens volgens een zigzagpatroon. Tijdens dat stikken worden de dwarsbanden opgespannen in de breedte. De genummerde elemenien op de figuren zijn: ft. Inrichting13. Finally, the guide bar 14 is completely moved back (Fig. 1F). In other words, the guide bar 14 follows a reciprocating movement. Now there is again enough space for arranging an additional cross belt 7. At the same time, the newly formed intersections 13 (and preferably the entire net 2) are shifted a full mesh length 24, according to the longitudinal direction 6. The above procedure (according to Fig. 1A- F} can repeat itself endlessly. In other words, the embodiment according to Fig. 1A-F provides a continuous process with several steps that are repeated in a cycle. This makes it possible to produce a net 2 consisting of three longitudinal bands 8 and an unlimited number of tracks. cross belts 7 (at least as far as the belt rolls 3, 4 stretch) Example According to a non-limiting example, the automated device comprises a needle head (with needle and upper thread) and a lower bobbin (with lower thread). Both are individually movable within a connection zone. length of 200mm, and width of 3.5m. The device allows ice to produce widths of up to about 3.5m, for example 3.5mx 3 , 5 m. The movements of the sewing head and bobbin are synchronized. The sewing head achieves more than 1000 stitches per minute. The crosses are stitched one after the other, each time in a zigzag pattern. During that stitching, the cross belts are stretched in width. The numbered elements on the figures are: ft. Design
2. Net2. Net
3. Bandrol {voor dwarsband)3. Band roller {for cross band)
4. Bandrol {voor langsband)4. Belt roller (for long belt)
5. Dwarsrichling5. Cross alignment
6. Langsrichting6. Longitudinal direction
7. Dwarsband7. Cross strap
8. Langsband8. Longitudinal belt
3. Dwarse positie3. Transverse position
10. Langse positie10. Longitudinal position
11. Grijpmiddelen11. Gripping means
12. Snijmiddelen12. Cutting media
13. Kruising13. Crossing
14. Geleidingsbalk14. Guide bar
15. Geleider15. Guide
16. Geleidingsvin16. Guide fin
17. Bevestiger17. Fastener
18. Sleuf18. Slot
19. Steunvlak19. Support surface
20. Klemarm20. Clamping arm
21. Stiksel {verbinding}21. Stitching {connection}
22. Naalapperaluur (verbindingsapparatuur)22. After apperaluur (connection equipment)
23. Maasbreedie23. Maasbreedie
24. Maasiengte24. Mesh length
25. Verbindingszone Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is toi de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden en figuren kunnen worden toegevoegd, zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.25. Connecting Zone It is believed that the present invention is not limited to the embodiments described above and that some modifications or changes may be made to the described examples and figures without revaluing the appended claims.
Claims (15)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195477A BE1027129B1 (en) | 2019-07-22 | 2019-07-22 | The production of nets from band and / or cord material |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20195477A BE1027129B1 (en) | 2019-07-22 | 2019-07-22 | The production of nets from band and / or cord material |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1027129B1 true BE1027129B1 (en) | 2020-10-12 |
Family
ID=67659778
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20195477A BE1027129B1 (en) | 2019-07-22 | 2019-07-22 | The production of nets from band and / or cord material |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1027129B1 (en) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7011617A (en) * | 1969-08-06 | 1971-02-09 | ||
US5458447A (en) * | 1994-03-01 | 1995-10-17 | R. L. Clason, Inc. | Cargo restraint |
WO2000041523A2 (en) * | 1999-01-12 | 2000-07-20 | Hunter Douglas Inc. | Nonwoven fabric and method and apparatus for manufacturing same |
WO2001021383A1 (en) * | 1999-09-20 | 2001-03-29 | Hunter Douglas Inc. | Non-woven composite fabric and method and apparatus for manufacturing same |
EP2028103A2 (en) * | 2007-04-03 | 2009-02-25 | Amsafe Bridport Limited | Cargo barrier net for aircarft |
-
2019
- 2019-07-22 BE BE20195477A patent/BE1027129B1/en active IP Right Grant
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL7011617A (en) * | 1969-08-06 | 1971-02-09 | ||
US5458447A (en) * | 1994-03-01 | 1995-10-17 | R. L. Clason, Inc. | Cargo restraint |
WO2000041523A2 (en) * | 1999-01-12 | 2000-07-20 | Hunter Douglas Inc. | Nonwoven fabric and method and apparatus for manufacturing same |
WO2001021383A1 (en) * | 1999-09-20 | 2001-03-29 | Hunter Douglas Inc. | Non-woven composite fabric and method and apparatus for manufacturing same |
EP2028103A2 (en) * | 2007-04-03 | 2009-02-25 | Amsafe Bridport Limited | Cargo barrier net for aircarft |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US1961991A (en) | Process of making electrically welded wire mesh material | |
US20230086670A1 (en) | Möbius strip forming device, forming machine using the forming device and textile chain forming procedure | |
JPH01244845A (en) | Sheet material used for forming component of fastener | |
US3909340A (en) | Apparatus for manufacturing a sheet material comprising a continuous web of a thermoplastics material with locally secured fastener elements | |
BE1027129B1 (en) | The production of nets from band and / or cord material | |
JP4108686B2 (en) | Method and apparatus for superimposing fiber bands made of filaments | |
US3607565A (en) | Apparatus for forming nonwoven open-mesh netting and for incorporating the netting in a laminate | |
US3955263A (en) | Method and device for closing the fastener of a belt, more particularly a textile belt | |
US5507524A (en) | Method and apparatus for producing book blocks from a stack of signatures | |
DE60315194T2 (en) | DEVICE AND METHOD FOR PRODUCING A BELT LAYER | |
US3490133A (en) | Method and apparatus for removing coupling elements from slide fastener stringers produced with an uninterrupted row of coupling elements | |
US1922270A (en) | Fabric making | |
US20020006496A1 (en) | Process and device for the placement and fixing of a sheet of filaments for the production of scrims | |
US4624369A (en) | Method of and apparatus for sorting slide fasteners | |
US4188716A (en) | Apparatus for gapping a slide fastener chain | |
JPS6227987B2 (en) | ||
US5226227A (en) | Method of producing narrow tape | |
JPH04299135A (en) | Manufacture of airtight composite sheet having arbitrary shape having frame on inside, production machine and sheet as product thereof | |
US4162757A (en) | Manufacturing apparatus | |
US2244422A (en) | Woven wire belting | |
DE1760725A1 (en) | Separable locking device | |
WO2016156874A1 (en) | Medical implant and method of manufacturing a medical implant | |
US3885596A (en) | Fabric splice apparatus | |
EP0004782A2 (en) | Method and apparatus for joining webs of material | |
WO2012025998A1 (en) | Method for forming stop section for slide fastener |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20201012 |