BE1026646B1 - Gewassnijtoestel,landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om het mes te verwijderen - Google Patents

Gewassnijtoestel,landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om het mes te verwijderen Download PDF

Info

Publication number
BE1026646B1
BE1026646B1 BE20185661A BE201805661A BE1026646B1 BE 1026646 B1 BE1026646 B1 BE 1026646B1 BE 20185661 A BE20185661 A BE 20185661A BE 201805661 A BE201805661 A BE 201805661A BE 1026646 B1 BE1026646 B1 BE 1026646B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
blade
crop
shaft
cutting device
blades
Prior art date
Application number
BE20185661A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026646A1 (nl
Inventor
Enrico Giuliani
Gersem Hans Joseph De
Danny Claeys
Baere Freek De
Jeremy Graulus
Jan Vanheule
Original Assignee
Cnh Ind Belgium Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cnh Ind Belgium Nv filed Critical Cnh Ind Belgium Nv
Priority to BE20185661A priority Critical patent/BE1026646B1/nl
Priority to PCT/EP2019/075687 priority patent/WO2020064718A1/en
Priority to US17/280,080 priority patent/US20220000026A1/en
Priority to EP19773822.2A priority patent/EP3855886A1/en
Publication of BE1026646A1 publication Critical patent/BE1026646A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026646B1 publication Critical patent/BE1026646B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/08Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for cutting up the mown crop, e.g. forage harvesters
    • A01D43/086Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for cutting up the mown crop, e.g. forage harvesters and means for collecting, gathering or loading mown material
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/08Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for cutting up the mown crop, e.g. forage harvesters
    • A01D43/088Mounting means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D57/00Delivering mechanisms for harvesters or mowers
    • A01D57/01Devices for leading crops to the mowing apparatus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/08Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for cutting up the mown crop, e.g. forage harvesters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D90/00Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
    • A01D90/02Loading means
    • A01D90/04Loading means with additional cutting means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F2015/107Means for withdrawing knives, rotor or walls of the feeding chamber in case of plugging or congestion
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/10Feeding devices for the crop material e.g. precompression devices
    • A01F2015/108Cutting devices comprising cutter and counter-cutter
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F29/00Cutting apparatus specially adapted for cutting hay, straw or the like
    • A01F29/09Details
    • A01F29/095Mounting or adjusting of knives

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Threshing Machine Elements (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een gewassnijtoestel (17) dat een gewasleivlak (22) bevat waarin evenwijdige gleuven (23) zijn aangebracht. Een rij messen (18) die scharnierbaar aangebracht is onder het leivlak (22) is scharnierbaar tussen een ingetrokken onwerkzame positie waarin de rij messen zich onder het leivlak (22) bevindt en een uitgeschoven operationele positie, waarbij het mes (18) boven het leivlak (22) uitsteekt. Er wordt een bedieningsmechanisme (70) verschaft, dat beweegbare bedieningselementen (31) bevat. Elk bedieningselement (31) is verbonden met een respectief mes (18) en is beweegbaar van een eerste positie waarin het mes (18) zich in zijn ingetrokken positie bevindt naar een tweede positie waarin het mes (18) zich in zijn uitgeschoven positie bevindt. Verder wordt een hefmechanisme (74) verschaft voor het opheffen van minstens een deel van elk mes (18) boven het leivlak (22), terwijl de bedieningselementen (31) in hun eerste positie staan.

Description

GEWASSNIJTOESTEL, LANDBOUWMACHINE DIE ZULK GEWASSNIJTOESTEL BEVAT EN WERKWIJZE OM HET MES TE VERWIJDEREN
Beschrijving
De uitvinding heeft betrekking op een gewassnijtoestel dat het volgende bevat:
een gewasgeleidend oppervlak (verder leivlak genoemd) dat een reeks in wezen evenwijdige gleuven bevat die zich in een bewegingsrichting van het gewas over het leivlak uitstrekken;
een reeks messen die scharnierbaar aangebracht zijn onder het leivlak, waarbij elk mes uitgelijnd is met een respectieve sleuf en scharnierbaar is rond een as die zich in wezen loodrecht op de gleuven uitstrekt tussen een ingetrokken onwerkzame positie waarin het in wezen onder het leivlak geplaatst is en een uitgestrekt werkzame positie, waarbij minstens een snijrand van het mes boven het leivlak uitsteekt; en een bedieningsmechanisme dat een reeks beweegbare bedieningselementen bevat, waarbij elk bedieningselement verbonden is met een respectief mes en beweegbaar is van een eerste positie waarin het mes in zijn ingetrokken onwerkzame positie staat tot in een tweede positie waarin het mes in zijn uitgestrekte werkzame positie staat.
Zulk gewassnijtoestel is bekend uit octrooi EP 2 110 014 A1.
Veel landbouwoogstmachines die gewas van een veld oprapen, zoals balenpersen, veldhakselaars of veevoerwagens zijn uitgerust met een snijtoestel dat stroomafwaarts van het opraaptoestel is aangebracht. Zulk snijtoestel maakt het mogelijk de afmetingen van het geoogste gewas te verkleinen alvorens het verder te verwerken. Conventionele snijtoestellen bevatten een reeks evenwijdige messen die uitgestrekt kunnen worden tot in een pad dat gevolgd wordt door het gewas tussen het oprapen en de verdere verwerking ervan, en die ingetrokken kunnen worden wanneer het gewas verwerkt moet worden zonder het vooraf te snijden. Deze messen worden individueel gedragen door onder veerdruk staande armen om ze uit de weg te kunnen bewegen wanneer ze harde of zware obstakels tegenkomen. Op die manier wordt schade aan de messen voorkomen. Veel conventionele snijtoestellen zijn ontworpen
BE2018/5661 voor het selectief uitschakelen van de messen om de afstand tussen aangrenzende messen en de snijlengte te kunnen vergroten.
Octrooi EP 2 653 025 A1 onthult een snijtoestel voor een geoogst gewas die een reeks messen bevat die uitgeschoven kunnen worden in, of teruggetrokken uit een kanaal waardoor het gewas passeert. Het bevat een nokkenas die bediend kan worden om onder veerdruk staande armen op te heffen vanuit een positie, waarin ze niet meegenomen worden door een actuator, tot in een positie waarin ze er meegenomen worden door de actuator en in contact gebracht worden met respectieve messen Op die manier worden alleen bepaalde geselecteerde messen uitgestrekt. In de ingetrokken positie steken de messen nog altijd lichtjes uit de plaat met gleuven waarin ze zijn aangebracht. Deze inrichting volgens de stand van de techniek is relatief complex en gevoelig voor breuk wanneer de onder veerdruk staande armen herhaaldelijk vrijgemaakt worden en opnieuw in werking gesteld worden door de actuator. Bovendien steken de toppen van de messen in de ingetrokken positie nog altijd uit en vormen een obstakel voor de stroming van het gewas. Als gevolg daarvan bestaat ook het risico dat delen van het passerende gewas tussen de uitstekende punten van de messen vast komen te zitten, en dus een in volume toenemend obstakel vormen en de effectieve sectie van het kanaal beperken. Het opgehoopte gewas kan verder het uitsteken van de messen naar hun operationele positie beletten en een opstopping veroorzaken.
Octrooi EP 1 609 354 A2 onthult een snijtoestel voor een geoogst gewas dat een rij messen bevat die uit een messenbed geschoven en erin teruggetrokken kunnen worden. Het toestel bevat een selectiemechanisme met borglippen die samenwerken met rollen op pennen die zich dwars uitstrekken door steunstangen en de messen meenemen. De borglippen zijn geïntegreerd in vier afzonderlijke strips die op een cilindrische buis zijn bevestigd die neergelaten of opgeheven kan worden om de borglippen mee te nemen of vrij te geven. Ook nu weer steken de ingetrokken messen nog altijd lichtjes uit het messenbed waarin ze zijn aangebracht. Aangezien de borglippen op strips zijn aangebracht, liggen ze op een vaste onderlinge afstand en kunnen ze niet herschikt worden door een gebruiker. Een aangezien de punten van de messen nog altijd uitsteken zelfs als de messen teruggetrokken zijn, zullen ze de
BE2018/5661 stroming hinderen van het gewas dat over het messenbed passeert. Aangezien de messen getand zijn, kunnen delen van het gewas gemakkelijk vast komen te zitten op of tussen de messen en dus opnieuw een obstakel vormen voor de verder stroming en vergroten ze het risico op storing wanneer de messen uitgeschoven zijn.
Tot slot onthult het hierboven geïdentificeerde octrooidocument EP 2 110 014 A1 ook een snijtoestel voor een geoogst gewas dat een rij messen bevat die uitgeschoven kan worden naar en ingetrokken uit een kanaal waardoor het gewas getransporteerd wordt. Een selectiemechanisme van het snijtoestel bevat een selectieas die ontvangen wordt in cirkelvormige openingen in hefbomen die de messen bedienen. Een smal kanaal loopt van een rand van elk mes naar elke cirkelvormige opening. De selectieas bevat plaatselijk afgeplatte delen die in de kanalen passen. Door de selectieas te draaien kan hij ofwel vergrendeld worden in een cirkelvormige uitsparing om het overeenkomstige mes te blokkeren of kan hij in staat gesteld worden om door het kanaal te passeren wanneer het mes naar zijn uitgestrekte positie wordt bewogen. In de ingetrokken positie zitten de messen volledig onder de onderwand van het gewasinlaatkanaal verborgen, en laten de volledige sectie van het kanaal onbelemmerd en stellen het gewas in staat vrij te stromen over de ingetrokken messen. De constructie van dit toestel volgens de stand van de techniek vergt relatief veel ruimte en de hefbomen en de as hebben relatief complexe vormen. Bovendien is de herhaalde beweging van de as door de smalle kanalen vatbaar voor verstopping. Bovendien doordat de messen volledig intrekken, zijn ze ontoegankelijk voor onderhoud of vervanging.
Deze ontoegankelijkheid is een groot probleem, aangezien de messen tijdens het gebruik van het snijtoestel door de herhaalde snijactie zullen afslijten. Deze slijtage doet de doeltreffendheid van de messen zo afnemen dat ze steeds meer kracht vereist is om de gewassen door te snijden. Daardoor neemt de weerstand tegen de stroming van het gewas toe en neemt de verwerkingscapaciteit (verwerkingssnelheid) van de landbouwmachine af. Om de versleten messen te kunnen vervangen of slijpen, moet de landbouwmachine gestopt worden en het moet het snijtoestel verwijderd worden. Vervolgens moeten de te vervangen of slijpen messen uit het snijtoestel verwijderd worden. Wanneer de mespunten uitsteken, zoals in octrooi EP 2 653 025 A1 of in
BE2018/5661 octrooi EP 1 609 354 A2, is dit relatief ongecompliceerd, maar wanneer de messen volledig ingetrokken zijn, zoals in octrooi EP 2 110 014 A1, is dit een omslachtige en tijdrovende taak. Aangezien landbouwmachines gewoonlijk een grote investering vertegenwoordigen, moet elke stilstand zo kort mogelijk gehouden worden.
De uitvinding heeft als voorwerp een verbeterd gewassnijtoestel te verschaffen.
In overeenstemming met de uitvinding wordt dit bereikt in een gewassnijtoestel van het hierboven beschreven type door een hefmechanisme om minstens een deel van elk mes boven het leivlak op te heffen terwijl de bedieningselementen in hun eerste positie staan. Het hefmechanisme stelt de messen in staat lichtjes opgeheven te worden uit hun ingetrokken positie terwijl het bedieningsmechanisme in rust is. De messen kunnen vastgenomen worden en uit hun gleuven gehaald worden wanneer ze moeten vervangen of verzonden worden voor onderhoud, bv. om ze te slijpen. Op die manier kunnen de messen nog altijd volledig in het toestel neergelaten worden, zodat het leivlak effen blijft en de stroming van gewas naar de landbouwmachine op geen enkele wijze gehinderd wordt.
In een uitvoeringsvorm van dit gewassnijtoestel kan het hefmechanisme een nokkenas bevatten die onder de messen is aangebracht en zich in wezen loodrecht ten opzichte van de gleuven uitstrekt, en kan de nokkenas voor elk mes een nok bevatten. Zulke nokkenas is eenvoudig en robuust van structuur en neemt relatief weinig ruimte in.
Wanneer minstens sommige van de nokken hoeksgewijs verschoven aangebracht worden ten opzichte van andere nokken, dan zullen ze de messen op lichtjes verschillende momenten verplaatsen en dus de belasting geleidelijker verhogen. Dit kan belangrijk zijn doordat stukjes gewas zich kunnen ophopen in de gleuven aan de bovenkant van de ingetrokken messen, en wanneer de messen uitgeschoven worden, kunnen deze verzamelde onderdelen de weerstand in die mate verhogen dat de leiplaat zelf vervormd kan worden. Door het verspreiden van het moment van ingrijpen op de messen kan dit effect verminderd of vermeden worden.
Het hefmechanisme kan met de hand bediend worden. Het gewassnijtoestel kan echter ook minstens één actuator bevatten die verbonden is met de bedieningselementen om de bedieningselementen samen te bewegen tussen hun
BE2018/5661 eerste en hun tweede positie, en het hefmechanisme kan losmaakbaar verbonden zijn met de minstens één actuator. Door een losmaakbare verbinding te verschaffen, kan de nokkenas tijdelijk ontkoppeld worden van of gekoppeld worden met de actuator zodat hij geen contact zal maken met de messen tijdens de normale werking van het snijtoestel.
In een uitvoeringsvorm van het gewassnijtoestel volgens de uitvinding kan het hefmechanisme in twee posities verbonden worden met de minstens één actuator, waarbij de nokkenas, wanneer het hefmechanisme verbonden is met de minstens één actuator in een eerste positie in een eerste richting draaibaar is, en wanneer het hefmechanisme verbonden is met de minstens één actuator in een tweede positie is de nokkenas draaibaar in een tweede richting tegenovergesteld aan de eerste richting. Op die manier kunnen de nokken op de nokkenas weg van de messen bewogen worden wanneer de actuator bediend wordt tijdens het normale uitschuiven van de messen, en naar de messen bewogen wordt wanneer het hefmechanisme bediend wordt.
Om botsing te vermijden tussen de verschillende mechanismen die op de messen inwerken, kan het hefmechanisme apart geplaatst worden van het bedieningsmechanisme en kan elke nok op een verschillend onderdeel van het mes inwerken in plaats van op het bijbehorende bedieningselement. Bijvoorbeeld kan het bedieningselement inwerken op een achterrand van het mes, terwijl de nok ook kan inwerken op de onderrand van het mes.
In een andere uitvoeringsvorm volgens het gewassnijtoestel volgens de uitvinding kan elk bedieningselement een onder veerdruk staand onderdeel bevatten dat het mes in staat stelt te bewegen naar zijn ingetrokken onwerkzame positie terwijl het bedieningselement in zijn tweede positie staat; en bevat het snijtoestel verder een selectiemechanisme voor het selectief vasthouden van minstens één onder veerdruk staand werkzaam onderdeel om het overeenkomstige mes in zijn ingetrokken onwerkzame positie te houden terwijl het bedieningselement naar zijn tweede positie wordt bewogen; waarbij het selectiemechanisme een draaibare as bevat die zich in wezen loodrecht uitstrekt ten opzichte van de gleuven en een reeks in wezen evenwijdige nokelementen draagt, waarbij elk nokelement individueel aangebracht is op de as om bewogen te worden naar een positie om er een respectief onder veerdruk
BE2018/5661 staand onderdeel te blokkeren door de as vanuit een niet-houdpositie naar een houdpositie te draaien. Door de nokelementen individueel op de as te monteren, kunnen ze herschikt worden om verschillende snijlengten te verkrijgen, afhankelijk van het oogstmateriaal.
In een uitvoeringsvorm van het gewassnijtoestel van de uitvinding bevatten minstens sommige nokelementen een reeks langs de omtrek van de as uit elkaar geplaatste nokken. Dit maakt het mogelijk om een reeks opstellingen van de nokken te bereiken zelfs zonder de nokelementen op de as te herschikken.
Om een structuur te verkrijgen die voldoende stevig is om het onder veerdruk staande deel stevig te borgen en om ongewenste belastingconcentraties te vermijden, kan elke nok een contactoppervlak hebben dat zich in radiale richting ten opzichte van de as uitstrekt en naar het onder veerdruk staande onderdeel wijst, en een hellend deel achteraan.
Wanneer elk nokelement een centrale opening heeft waarvan de vorm en de afmetingen overeenkomen met de dwarsdoorsnede en de afmetingen van de as, kunnen de nokelementen naar de ervoor gewenste posities over de as geschoven worden.
In een uitvoeringsvorm van het gewassnijtoestel volgens de uitvinding kan de as axiaal beweegbaar zijn tussen een vergrendelde positie waarin de nokelementen uitgelijnd zijn met de onder veerdruk staande onderdelen en een ontgrendelde positie waarin de nokelementen verschoven zijn ten opzichte van de onder veerdruk staande onderdelen en waarin de as kan draaien. Op die manier kan de as vrij draaien naar een gewenste positie wanneer hij in de axiale richting wordt uitgestrekt, maar zal daarna deze positie behouden zodra hij wordt teruggetrokken.
In dat geval kan de as in zijn vergrendelde positie gedwongen worden, zodat een onopzettelijk draaien van de as, bv. onder belasting, belet wordt. De as kan in zijn vergrendelde positie gedwongen worden door een veer die inwerkt op een deel van de as.
In een andere uitvoeringsvorm van het gewassnijtoestel kan de as verder zo gebouwd zijn dat hij vastgehouden wordt in zijn vergrendelde positie wanneer de
BE2018/5661 bedieningselementen niet in hun eerste positie staan. Op die manier kan de as niet naar een andere positie draaien - waarin eerder geblokkeerde bedieningselementen vrij zouden kunnen komen - wanneer de bedieningselementen bewogen worden of werden. Dit voorkomt plotselinge belastingen wegens het onverwachte vrijkomen van één of meer bedieningselementen.
Het gewassnijtoestel kan verder een positieaanwijzer bevatten die verbonden is met de as, zodat een gebruiker zich gemakkelijk kan vergewissen van de schikking van het mesopstelling die hij aan het selecteren is.
Zoals hierboven gesteld, kan het gewassnijtoestel volgens de uitvinding minstens één actuator bevatten die verbonden is met de bedieningselementen om de bedieningselementen samen te bewegen tussen hun eerste en hun tweede positie. Zulke actuator kan het volledige stel bedieningselementen bewegen tegen de veerdruk van de onder veerdruk staande onderdelen. Om een gelijkmatiger belastingsverdeling te verwezenlijken en het verwringen van het toestel te voorkomen, kan het twee actuators bevatten die symmetrisch ten opzichte van elkaar zijn opgesteld.
De uitvinding heeft ook betrekking op een landbouwmachine van het type dat een opraper bevat voor het verzamelen van een gewas. Volgens de uitvinding kan zulke landbouwmachine verbeterd worden door een gewassnijtoestel van het hierboven beschreven type stroomafwaarts van de opraper aan te brengen, d.w.z. tussen de opraper en verdere onderdelen van de machine. De landbouwmachine kan eender welke oogstmachine zijn, bv. een vierkantebalenpers, een rondebalenpers, een veldhakselaar of een veevoerwagen.
En tot slot heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van een mes uit een gewassnijtoestel, waarbij bij het aandrijven door een bedieningselement het mes kan scharnieren in een sleuf tussen een ingetrokken onwerkzame positie waarin het zich onder een leivlak voor een gewas bevindt en een uitgeschoven werkzame positie waarin minstens een snijrand van het mes boven het leivlak uitsteekt. Volgens de uitvinding bestaat deze werkwijze uit de volgende stappen: terwijl het bedieningselement onwerkzaam is, het opheffen van minstens een deel van het mes tot in een positie boven de leivlak door middel van een hefmechanisme ; het trekken aan het opgeheven deel om het mes te scharnieren tot in een vrijgavepositie;
BE2018/5661 en het opheffen van het mes uit het snijtoestel. Op die manier kan een mes snel en gemakkelijk verwijderd worden, zelfs wanneer het volledig in het snijtoestel ingelaten is wanneer het zich in zijn ingetrokken positie bevindt.
De uitvinding zal nu geïllustreerd worden door beschrijving van een voorbeeld, waarin verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin
Figuur 1 een zijaanzicht is van een landbouwvoertuig, in dit geval een balenpers, waarin het toestel van de uitvinding gebruikt kan worden;
Figuur 2 een gedetailleerde overlangs aanzicht is op een grotere schaal van het deel van de balenpers dat aangegeven is door pijl II in Figuur 1;
Figuur 3 een perspectief vooraanzicht is van het snijtoestel met de messen weergegeven in hun uitgeschoven werkzame positie;
Figuur 4 een aanzicht in dwarsdoorsnede is van het snijtoestel langs de lijn IV-IV in Figuur 3;
Figuur 5 een aanzicht is overeenkomstig Figuur 4, maar dat het mes weergeeft terwijl het in zijn ingetrokken positie wordt gehouden tijdens het uitstrekken van andere messen;
Figuur 6 een aanzicht is overeenkomstig Figuren 4 en 5 dat het mes weergeeft terwijl het door het hefmechanisme vanuit zijn ingetrokken positie opgeheven wordt;
Figuur 7 een vooraanzicht is in perspectief vanaf de andere kant van het snijtoestel van Figuur 3 met de messen in hun uitgestrekt werkzame positie, en een uitvoeringsvorm weergeeft met slechts een enkele hydraulische actuator;
Figuur 8 een aanzicht is overeenkomstig Figuur 7, maar dat een deel van de messen weergeeft die uitgestrekt zijn tot in hun werkzame positie en een deel van de messen die in hun ingetrokken positie behouden blijven;
Figuur 9 een aanzicht is overeenkomstig Figuur 7, maar die een uitvoeringsvorm weergeeft met hydraulische actuators aan weerskanten van het frame, en de messen weergeeft in de lichtjes uitgestrekte positie om ze te vervangen of verwijderen;
Figuur 10 een perspectiefaanzicht toont van de as en nokelementen van het messelectiemechanisme;
BE2018/5661
Figuur 11 een perspectiefaanzicht is van de as en nokelementen vanuit een andere hoek;
Figuur 12 een perspectief onderaanzicht is van het snijtoestel van Figuur 7, gezien vanaf de voorkant; en
Figuur 13 een perspectief onderaanzicht is van het snijtoestel van Figuur 9 vanaf de achterkant.
Een landbouwmachine, die in deze uitvoeringsvorm een balenpers 1 is (Figuur 1) die bedoeld is om gesleept te worden door een (niet-weergegeven) tractor door middel van een koppeling 2, bevat een onderstel 3 en een hoofddeel 4. Het onderstel 3 bevat tandemassen met grote wielen 5, 6, alsook een verstelbaar opraapwiel 7 aan de voorkant van de balenpers 1. Het opraapwiel 7 steunt een opraapgeheel 8 dat de effectieve opraper 9 bevat (Figuur 2), een windscherm 10, een reeks leirollen 11, 12 en een meerbladige rotor 13. De rotor 13 bevat een reeks bladen of schijven 14 met bv. elk vier tanden 15, waarbij de schijven 14 hoeksgewijs verschoven zijn. Het opraapgeheel 8 trekt een geoogst gewas in een inlaatkanaal 16 dat naar het eigenlijke (nietweergegeven) baalvormingsmechanisme leidt dat binnen het hoofddeel 4 van de balenpers 1 is aangebracht. Een gewassnijtoestel 17 is in het onderste deel van het opraapgeheel 8 aangebracht, tegenover de rotor 13. Het gewassnijtoestel 17 bevat een reeks onderling evenwijdige messen 18 die een werkzame positie hebben waarin ze zich uitstrekken tot in het pad P dat van de opraper 9 naar het inlaatkanaal 16 loopt. De messen 18 zijn gelijkmatig verspreid over de breedte van het pad P en zijn uit elkaar geplaatst zodat ze telkens tussen de bladen 14 van de rotor 13 vallen.
Het gewassnijtoestel 17 bevat een frame 19 met een voorste deel 20 waarin de messen 18 zijn aangebracht en een achterste deel 21 dat een bedieningsmechanisme 70 voor de messen 18 bevat. Het voorste deel 20 wordt bedekt door een gebogen plaat 22 die een leivlak vormt voor het gewas wanneer het snijtoestel 17 in het opraapgeheel 8 is aangebracht. Het achterste deel 21 wordt bedekt door een plaat 71 om het bedieningsmechanisme 70 te beschermen tegen vuil en stof. Een reeks evenwijdige en op dezelfde afstanden gelegen gleuven 23 zijn in het leivlak 22 aangebracht om de messen 18 in staat te stellen te bewegen tussen de uitgestrekte, werkzame positie (Figuren 3, 4) en een onwerkzame positie (Figuur 5) waarin de messen 18 tot onder het
BE2018/5661 leivlak 22 teruggetrokken zijn. Deze beweging is een scharnierende beweging rond een scharnieras 24 die aangebracht is in het voorste deel 20 van het frame 19 en die loodrecht staat op de gleuven 23 - die op hun beurt gericht zijn in de bewegingsrichting T van het gewas over het leivlak 22. Een hindernis 84 die zich evenwijdig met de gleuven 23 uitstrekt, boordt het deel van het leivlak 22 af dat een onderkant van het pad P definieert.
Elk mes 18 heeft een snijrand 25, die in deze uitvoeringsvorm een holrond gebogen vorm heeft, een achterrand 26 met een convex gebogen vorm en een onderrand 27. Een cirkelvormige opening 28 is nabij de voorkant van het mes 18 gevormd en is toegankelijk via een smal kanaal 29. De scharnieras 24 ter plaatse van elk mes 18 bevat een afgeplat segment 30, waardoor het mes 18 van de as 24 verwijderd kan worden door naar zijn in wezen verticale positie te scharnieren, waarin het afgeplatte segment 30 in het kanaal 29 past.
Het bedieningsmechanisme 70 bevat een reeks bedieningselementen 31 die verbonden zijn met de messen 18. Elk bedieningselement 31 bevat een hoofddeel 32 en twee benen 33 (Figuur 4). De benen 33 hebben vrije uiteinden die zich uitstrekken door openingen 34 in een dwarsbalk 35. Deze dwarsbalk 35, die ook deel uitmaakt van het bedieningsmechanisme 70, is tussen twee tegenoverliggende zijplaten 36 aangebracht, die verschuifbaar in het frame 19 (Figuur 13) zijn aangebracht. Minstens één van de zijplaten 36 is verbonden met een uiteinde 37 van een zuigerstang 38 van een hydraulische actuator 39 (Figuur 3). Een schroefveer 40 is rond elk been 33 aangebracht en wordt vastgehouden tussen een uitsteeksel 41 van hoofddeel 32 en een plaat 42 aangebracht op de onderkant van de dwarsbalk 35. Alleen de veer 40 rond het bovenste been 33 is volledig op de tekeningen weergegeven, de onderste veer 40 werd slechts gedeeltelijk getekend. Hoewel in deze uitvoeringsvorm elk bedieningselement 31 twee benen 33 en twee drukveren 40 bevat, zou het aantal benen en veren hoger of lager kunnen zijn, afhankelijk van de vereiste veerkracht en de beschikbare ruimte. Hoofddeel 32 is verbonden door middel van een pen 43 met een kruk 44 die vrij scharnierbaar is rond een as 45. De kruk 44 draagt verder een rol 46 die draaibaar is rond een as 47 en die rolt langs de gebogen achterrand 26 van mes 18.
BE2018/5661
Het bedieningsmechanisme 70 kan uitgerust zijn met een enkelvoudige hydraulische actuator 39, die ofwel aan de rechterkant of aan de linkerkant van het snijtoestel 17 aangebracht kan zijn (Figuur 9) - beschouwd in de bewegingsrichting van de balenpers 1. Om overdreven torsie in het bedieningsmechanisme 70 te vermijden, kan dit mechanisme ook aan weerszijden hydraulische actuators 39 bevatten, beide verbonden met één van de zijplaten 36.
De messen 18 worden bewogen vanuit hun ingetrokken onwerkzame positie naar hun uitgestrekte werkzame positie door de hydraulische actuator 39 uit te schuiven, die daardoor de zuigerstang 38, de zijplaat 36 en de dwarsbalk 35 vooruit beweegt. Deze voorwaartse beweging wordt overgebracht op het hoofddeel 32 van elk bedieningselement 31 door middel van de drukveren 40, en resulteert in een voorwaartse scharnierende beweging van de kruk 44. Zodoende rollen de rollen 46 langs de achterrand 26 van de messen 18, bewegen de messen door de gleuven 23 omhoog tot elke rol 46 een uitsparing 48 in het mes 18 bereikt die een aanslag vormt.
Doordat hoofddeel 32 van elk bedieningselement 31 onder veerdruk staat, kan het meegeven wanneer mes 18 een belasting ondervindt die groter is dan de veerkracht van het overeenkomstige paar drukveren 40. Dit kan bv. voorkomen als een steen of een andere obstakel aanwezig is in het gewas dat door het snijtoestel 17 geleid wordt. In dat geval scharniert het mes 18 achterwaarts rond de as 24, en dwingt de kruk 44 om te achterwaarts te scharnieren en beweegt de rol 46 naar de achterkant langs de achterrand 26 van mes 18. Deze achterwaartse beweging van de kruk 44 dwingt het bedieningselement 31 om ook naar de achterkant te bewegen, en dus de veren 40 tussen het hoofddeel 32 en de plaat 42 in de dwarsbalk 35 samen te drukken. Tijdens deze beweging zijn de uiteinden van de benen 33 van het bedieningselement 31 vrij om zich door de openingen 34 van de balk 35 uit te strekken.
De mogelijkheid om individuele messen 18 in te trekken terwijl het bedieningsmechanisme in een positie staat waarin het stel messen uitgestrekt is, kan voordelig gebruikt worden om een messelectiefunctie te verschaffen. Wanneer alle messen 18 uitgestrekt zijn, zal de lengte van de stukken waarin het gewas gesneden zal worden ruwweg overeenkomen met de ruimte tussen aangrenzende messen 18. Voor sommige toepassingen kan het voordelig zijn als het gewas minder fijn (= in langere
BE2018/5661 stukken) wordt gesneden. Dit kan bereikt worden door slechts enkele van de messen 18 uit te strekken. Daartoe bevat het snijtoestel 17 een selectiemechanisme 72 dat dient om één of meer messen 18 in hun ingetrokken, onwerkzame positie te houden terwijl het bedieningsmechanisme 70 bediend wordt om een gekozen deel van het stel messen 18 naar hun uitgestrekte positie te bewegen.
Het selectiemechanisme 72 bevat een draaibare as 49 die zich onder het bedieningselement 31 uitstrekt in een richting loodrecht op de gleuven 23 (Figuren 12 en 13). De as 49 draagt een reeks individuele nokelementen 50A, 50B, 50C, 50D, 50E, 50F die in wezen evenwijdig zijn en die aangebracht zijn op de as 49 op een onderlinge afstand die overeenkomt met de onderlinge afstand van de messen 18. Elk van de nokelementen 50A-F bevat een reeks nokken 51 die langs de omtrek van de as 49 uit elkaar geplaatst zijn. Deze nokken 51 zijn op verschillende posities van de omtrek van een hoofddeel 52 van het nokelement 50 aangebracht. Elke nok 51 bevat een contactoppervlak 53 dat zich in radiale richting uitstrekt en bedoeld is om te werken als aanslag voor het blokkeren van de voorwaartse beweging van minstens het onder veerdruk staande deel van het bedieningselement 31. Dit contactoppervlak 53 werkt samen met een oppervlak 54 op een uitstekend deel van lichaam 32 van het bedieningselement 31. Elke nok 51 heeft verder een hellend achterste deel 55 dat langzaam overgaat in de omtrek van het nokelement 50 om optimale transmissie van de blokkerende belasting op het nokelement 50 te verzekeren. Nokelement 50 heeft verder een centrale opening 56 waarvan de vorm en de afmetingen overeenkomen met de dwarsdoorsnede en de afmetingen van de as 49. Deze vorm is niet rotatiesymmetrisch, zodat een rotatiekracht overgebracht kan worden tussen de as 49 en de nokelementen 50A-F. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm heeft de as 49 een zeshoekige dwarsdoorsnede, net als de centrale opening 56. Een cirkelvormige dwarsdoorsnede met een afgeplat deel, ongeveer zoals de vorm van scharnieras 24, is echter ook denkbaar.
In de geïllustreerde uitvoeringsvormen zijn er zes verschillende types nokelementen 50A-50F. Deze nokelementen hebben twee, drie of vier nokken 51, die aangebracht zijn op verschillende hoekposities. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm wanneer de as 49 zich in de positie bevindt die weergegeven is in Figuur 10, hebben
BE2018/5661 eenentwintig van de negenentwintig nokelementen 50A-F een nok 51 die zich in het pad van het overeenkomstige bedieningselement 31 uitstrekt. Met betrekking tot deze nokelementen 50 kan van de as 49 gezegd worden dat hij zich in een houdpositie bevindt, terwijl de as 49 voor de acht resterende nokelementen 50 in een niet-houdpositie staat, zodat deze positie van de as 49 een gedeeltelijke houdpositie genoemd kan worden. In deze gedeeltelijke houdpositie zullen eenentwintig van negenentwintig bedieningselementen 31 geblokkeerd worden, en zullen slechts acht bedieningselementen 31 toegestaan worden om hun overeenkomstige messen 18 naar de uitgestrekte positie te bewegen (Figuur 8). Dit is aangegeven door een nummer “8” op een positieaanwijzer 57 aangebracht op één uiteinde van de as 49, die samenwerkt met een wijzer 58 die vast aan het frame 19 bevestigd is (Figuren 7-9, 13). In deze opstelling is s8 de afstand tussen aangrenzende uitgestrekte messen die de snijlengte bepaalt van het gewas dat tussen de messen 18 passeert. Wanneer de as 49 over een gegeven hoek draait, zal een verschillende combinatie van nokken 51 zich uitstrekken tot in de paden van de bedieningselementen 31, en dus een verschillend aantal bedieningselementen 31 blokkeren en een verschillend aantal messen 18 in hun ingetrokken positie houden. Zoals getoond op de positieaanwijzer 57, maken de verschillende nokelementen 50A-50F die aangebracht zijn op de as 49 vijf verschillende configuraties mogelijk waarin zeven, acht, veertien, vijftien of alle negenentwintig messen 18 uitgestrekt zijn. Alle negenentwintig messen 18 zijn uitgestrekt (Figuren 3, 7) wanneer de as 49 in een positie staat waarin geen van de nokelementen 50 een nok 51 heeft die zich in het pad van het overeenkomstige bedieningselement 31 uitstrekt. Dit is de volledige niet-houdpositie van de as 49. In deze opstelling van de messen 18 is hun onderlinge afstand s29 veel kleiner dan de onderlinge afstand s8 wanneer eenentwintig tussenliggende messen 18 in hun ingetrokken positie gehouden worden, zodat het gewas veel korter gesneden zal worden.
In andere uitvoeringsvormen zouden er meer of minder dan zes verschillende types nokelementen 50 kunnen zijn, waardoor verschillende messenaantallen 18 gekozen kunnen worden om zich uit te strekken of ingehouden te worden. Bovendien kunnen de nokelementen 50 meer dan vier of minder dan twee nokken 51 bevatten om verschillende aantallen gekozen messen 18 te verwezenlijken. Op die manier kunnen
BE2018/5661 verschillende snijprofielen gekozen worden om een groter of kleiner aantal verschillende snijlengtes te verkrijgen. En terwijl in de geïllustreerde uitvoeringsvorm de nokelementen 50 op zulke wijze op de as 49 aangebracht zijn dat de werkzame en de onwerkzame messen in wezen gelijkmatig verspreid zijn over de breedte van het snijtoestel 17, is het ook denkbaar om de nokelementen 50 te herschikken om een ongelijkmatige verdeling te verwezenlijken. Het kan bijvoorbeeld wenselijk zijn om een grotere of kleinere onderlinge afstand te hebben in de buurt van de zijwanden van het inlaatkanaal 16, d.w.z. in de buurt van het uiteinde van de rij messen 18. Het is echter ook denkbaar één of meer nokelementen 50 te verwijderen in geval het wenselijk zou zijn om één of meer messen 18 te kiezen om ze onder alle omstandigheden uit te schuiven.
Om de as 49 in staat te stellen naar een verschillende hoekpositie te draaien zoals getoond door pijl R, moeten de nokken 51 weg bewogen worden van het overeenkomstige bedieningselement 31. Daartoe is de as 49 in een axiale richting (pijl A) in het frame 19 verschuifbaar. De as 49 kan naar buiten getrokken worden door middel van een aan één uiteinde aangebrachte hendel 59, en naar binnen gedrukt wordt door bv. een schroefveer 60 die tussen een flens 61 en een eindplaat 82 aan het tegenoverliggende uiteinde van de as is aangebracht. De as 49 wordt vergrendeld in elke hoekpositie door een (niet-weergegeven) pen die samenwerkt met een (nietweergegeven) gat in het frame 19. De as 49 kan alleen gedraaid worden wanneer het bedieningsmechanisme 70 en het bedieningselement 31 in hun eerste positie staan, waarin de messen 18 ingetrokken zijn. Daartoe wordt de flens 61 vergrendeld achter een rand 73 van de zijplaat 36 wanneer het bedieningsmechanisme 70 van zijn eerste positie (Figuur 13) wegbeweegt.
Zoals weergegeven in Figuur 5, wanneer de messen 18 in hun onwerkzame positie staat, zijn ze volledig ingetrokken en liggen ze volledig onder het leivlak 22. Dit heeft als voordeel dat het leivlak 22 geen hindernissen bevat en dat er geen risico is dat gewas komt vast te zitten tussen de mesranden 25 die lichtjes uit het oppervlak 22 steken, zoals in veel inrichtingen volgens de stand van de techniek. Het is soms echter noodzakelijk om een mes 18 te vervangen of te verwijderen voor onderhoud, bv. om het te slijpen. Daartoe moeten de messen 18 toegankelijk zijn, zodat een gebruiker ze
BE2018/5661 met de hand uit het snijtoestel 17 kan heffen. Zodoende bevat het snijtoestel 17 van de uitvinding een hefmechanisme 74.
Dit hefmechanisme 74 bevat een nokkenas 62 die onder de onderrand 27 van de messen 18 aangebracht is en zich loodrecht op de gleuven 23 uitstrekt. De nokkenas 62 draagt een reeks nokken 63. Tijdens de normale werking van het snijtoestel 17 (Figuren 4, 5) moeten de nokken 63 op een afstand van de onderranden 27 van de messen 18 gehouden worden, om de messen 18 volledig in te kunnen trekken. Daartoe is de nokkenas 62 verbonden met het bedieningsmechanisme 70 op de manier die weergegeven is in de Figuren 3, 12 en 13. Een kruk 64 aan het uiteinde van de nokkenas 62 is door middel van een verbindingspen 68 verbonden met een arm 65. Deze arm 65 is verbonden d.m.v. een verdere verbindingspen 83 met een kruk 66, die op zijn beurt aangedreven wordt door de hydraulische actuator 39.
Wanneer het gewenst is om één of meer messen 18 te verwijderen, dan wordt deze verbinding tussen de nokkenas 62 en de actuator 39 tijdelijk vrijgemaakt door een veiligheidspin 67 en een verbindingspen 68 te verwijderen. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de messen 18 in hun onwerkzame, volledig ingetrokken positie staan, d.w.z. wanneer het bedieningsmechanisme 70 in zijn eerste positie staat. Door een (niet-weergegeven) gereedschap te gebruiken op een uitstekend uiteinde 75 van de nokkenas 62, kan deze nokkenas 62 daarna met de hand gedraaid worden naar een positie waarin de nokken 63 bijna contact maken met de onderranden 27 van de messen 18. In deze positie kan de kruk 64 opnieuw verbonden worden met de arm 65 door de verbindingspen 68 en de veiligheidspin 67 opnieuw aan te brengen. Als gevolg van het draaien van de nokkenas 62, ligt de verbindingspen 68 daarna boven een lijn die de verbindingspen en 83 en de nokkenas 62 verbindt zodat de transmissie tussen de krukken 66 en 64 werd omgekeerd. Daaruit volgt dat een scharnierende beweging van de kruk 66 resulteert in een scharnierende beweging in dezelfde richting als de kruk 64. Dus zal een geringe rotatie van de kruk 66 door het bedieningsmechanisme kortstondig te bedienen, de nokken 63 tegen de onderranden 27 van de messen 18 drukken en de messen 18 lichtjes opheffen, juist voldoende om hun punten 76 uit de gleuven 23 te doen steken (Figuren 6, 9). Na de messen 18 te hebben opgeheven door het hefmechanisme 74 te bedienen, kan de gebruiker aan een uitstekende punt 76 van een
BE2018/5661 mes 18 trekken en het mes tot in een bijna verticale positie draaien waarin het mes 18 uit de scharnieras 24 geheven kan worden. Nadat de messen 18 verwijderd of vervangen werden, kan de nokkenas 62 opnieuw ontkoppeld worden van de actuator 39 en teruggedraaid worden tot in zijn originele positie, waarin hij daarna opnieuw met de actuator 39 verbonden kan worden.
Om alle piekbelastingen te voorkomen op de leiplaat 22 als gevolg van oogstrestanten die zich verzameld zouden hebben in de sleuven 23 aan de bovenkant van de ingetrokken messen 18 die plotseling naar buiten gedwongen worden, zijn de verschillende nokken 63 onder verschillende hoeken op de nokkenas 62 aangebracht, bv. 5 graden verschoven ten opzichte van elkaar. Op die manier maken de nokken 63 contact met de onderranden 27 van de verschillende messen 18 onder verschillende omwentelingshoeken van de nokkenas 62, zodat de messen 18 sequentieel opwaarts gedrukt worden en de oogstrestanten gelijkmatiger weggedrukt worden.
Het messelectiemechanisme 72 volgens de uitvinding maakt het mogelijk de snijlengte van het snijtoestel 17 gemakkelijk te variëren, dus de flexibiliteit van het snijtoestel 17 te vergroten. Doordat het selectiemechanisme 72 het mogelijk maakt twee stel met een groter aantal of evenveel messen 18 gelijktijdig te kiezen, d.w.z. respectievelijk zeven of acht, en veertien of vijftien, kunnen deze messenstellen afwisselend gekozen worden, zodat de slijtage gelijkmatiger verdeeld wordt en het snijtoestel 17 gedurende een langere tijd tussen twee onderhoudsbeurten ingezet kan worden.
Merk op dat het frame 19 voor onderhoudsdoeleinden uitgerust is met twee rijen rollen 69, die aangebracht zijn om op rails (niet-weergegeven) te lopen in de landbouwmachine 1 om het snijtoestel 17 in staat te stellen naar en weg van de landbouwmachine 1 te schuiven, bv. voor onderhoud of om de messen 18 in te stellen. Een borgpen 77 die samenwerkt met een (niet-weergegeven) gat in het frame van de landbouwmachine 1 belet het onopzettelijk verwijderen van het snijtoestel 17 uit de machine. De borgpen 77 is aangebracht in een beugel 78 op het frame 19 en wordt in zijn borgende positie gedwongen bv. door een schroefveer 79. De borgpen 77 kan vrijgegeven worden door aan een hendel 80 te trekken, waarna het snijtoestel 17 uit de landbouwmachine 1 geschoven kan worden in de richting van pijl O door aan een
BE2018/5661 hendel 81 te trekken. In de weergegeven uitvoeringsvormen worden de positie en de oriëntatie van de borgpen veranderd (vergelijk Figuren 7, 8 met Figuur 9), afhankelijk van of er al dan niet een actuator 39 aanwezig is aan de kant van het snijtoestel17 waar de borgpen 77 is geplaatst.
Hoewel deze uitvinding hierboven beschreven werd door verwijzing naar een aantal bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvormen ervan, zal het duidelijk zijn dat er op veel manieren variaties op kunnen worden aangebracht. Het aantal messen en bedieningselementen kan gewijzigd worden, afhankelijk van de afmetingen van de landbouwmachine. De constructie van de bedieningselementen en van de andere onderdelen van de bedieningsmechanisme kan gewijzigd worden, afhankelijk van de beschikbare ruimte, de te verwachten belastingen enz. En meer bepaald, zou het hefmechanisme voor het opheffen van volledig ingetrokken messen ook gebruikt kunnen worden in combinatie met andere messelectiemechanismen. Anderzijds zou het messelectiemechanisme gebruikt kunnen worden zonder het hefmechanisme, als een stukje van de rand van het mes toegestaan zou worden om zich in de ingetrokken positie uit de sleuf te strekken.
De reikwijdte van de uitvinding is enkel gedefinieerd door de volgende conclusies.

Claims (16)

1. Gewassnijtoestel (17) dat het volgende bevat:
een gewasgeleidend oppervlak (22) (verder leivlak genoemd) dat een reeks in wezen evenwijdige gleuven (23) bevat die zich in een bewegingsrichting (T) van het gewas over het leivlak uitstrekken (22);
een reeks messen (18) en scharnierbaar aangebracht zijn onder het leivlak (22), waarbij elk mes (18) uitgelijnd is met een respectieve sleuf (23) is scharnierbaar is rond een as (24) die zich in wezen loodrecht uitstrekt ten opzichte van de gleuven (23) tussen een ingetrokken onwerkzame positie waarin het mes zich onder het leivlak (22) bevindt en een uitgeschoven werkzame positie, waarin minstens een snijrand (25) van het mes (18) boven het leivlak (22) uitsteekt; en een bedieningsmechanisme (70), bestaande uit een reeks beweegbare bedieningselementen (31), waarbij elk bedieningselement (31) verbonden is met een respectief mes (18) en beweegbaar is van een eerste positie waarin het mes (18) zich in zijn ingetrokken onwerkzame positie bevindt naar een tweede positie waarin het mes (18) zich in zijn uitgeschoven operationele positie bevindt;
gekenmerkt door een hefmechanisme (74) om minstens een deel van elk mes (18) boven het leivlak (22) te heffen terwijl de bedieningselementen (31) zijn in hun eerste positie staan.
2. Gewassnijtoestel (17) volgens conclusie 1, waarbij het hefmechanisme (74) een nokkenas (62) bevat die onder de messen (18) is aangebracht en zich in wezen loodrecht op de gleuven (23) uitstrekt, waarbij de nokkenas (62) voor elk mes (18) een nok (63) bevat.
BE2018/5661
3. Gewassnijtoestel (17) volgens conclusie 2, waarbij minstens sommige van de nokken (63) hoeksgewijs verschoven aangebracht zijn ten opzichte van andere nokken (63).
4. Gewassnijtoestel (17) volgens een van de voorgaande conclusies, dat verder minstens één actuator (39) bevat die verbonden is met de bedieningselementen (31) voor het collectief bewegen van de bedieningselementen (31) tussen hun eerste en hun tweede positie, waarbij het hefmechanisme (74) losmaakbaar verbonden is met de minstens één actuator (39).
5. Gewassnijtoestel (17) volgens conclusie 4 in afhankelijkheid van conclusie 2 of 3, waarbij het hefmechanisme (74) in twee posities verbonden kan worden met de minstens één actuator (39), waarbij de nokkenas (62), wanneer het hefmechanisme (74) verbonden is met de minstens één actuator (39) in een eerste positie, draaibaar is in een eerste richting, en waarbij de nokkenas (62), wanneer het hefmechanisme (74) verbonden is met de minstens één actuator (39) in een tweede positie, draaibaar is in een tweede richting tegenovergesteld aan de eerste richting.
6. Gewassnijtoestel (17) volgens een van de conclusies 2-5, waarbij het hefmechanisme (74) op een zekere afstand ligt van het bedieningsmechanisme (70) en elke nok (63) inwerkt op een verschillend deel van het mes (18) dan het bijbehorende bedieningselement (31).
7. Gewassnijtoestel (17) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk bedieningselement (31) een onder veerdruk staand onderdeel (32) bevat dat het mes (18) in staat stelt te bewegen naar zijn ingetrokken onwerkzame positie terwijl het bedieningselement (31) in zijn tweede positie staat; en
BE2018/5661 waarbij het snijtoestel (17) verder een selectiemechanisme (72) bevat om minstens het onder veerdruk staande onderdeel (32) van minstens één bedieningselement (31) selectief vast te houden om het overeenkomstige mes (18) in zijn ingetrokken onwerkzame positie te houden terwijl het bedieningselement (31) naar zijn tweede positie wordt bewogen;
waarbij het selectiemechanisme (72) een draaibare as (49) bevat die zich in wezen loodrecht op de gleuven (23) uitstrekt en een reeks in wezen evenwijdige nokelementen (50A-F) draagt, waarbij elk nokelement (50A-F) individueel aangebracht is op de as (49) en bewogen kan worden naar een positie om er een respectief onder veerdruk staand onderdeel (32) te blokkeren door de as (49) vanuit een niet-houdpositie naar een houdpositie te draaien.
8. Gewassnijtoestel (17) volgens conclusie 7, waarbij minstens sommige nokelementen (50A-F) een reeks nokken (51) bevatten die langs de omtrek van de as (49) uit elkaar geplaatst zijn.
9. Gewassnijtoestel (17) volgens conclusie 8, waarbij elke nok (51) een contactoppervlak (53) heeft dat zich ten opzichte van de as (49) in radiale richting uitstrekt en naar het onder veerdruk staande onderdeel (32) wijst, en een hellend deel achteraan (55).
10. Gewassnijtoestel (17) volgens een van de conclusies 7-9, waarbij elk nokelement (50A-F) een centrale opening (56) heeft waarvan de vorm en de afmetingen overeenkomen met de dwarsdoorsnede en de afmetingen van de as (49).
11. Gewassnijtoestel (17) volgens een van de conclusies 7-10, waarbij de as (49) axiaal beweegbaar is tussen een vergrendelde positie waarin de nokelementen (50A-F) uitgelijnd zijn met de onder veerdruk staande onderdelen
BE2018/5661 (32) en een ontgrendelde positie waarin de nokelementen (50A-F) verschoven zijn ten opzichte van de onder veerdruk staande onderdelen (32) en waarin de as (49) kan draaien.
12. Gewassnijtoestel (17) volgens conclusie 11, waarbij de as (49) in zijn vergrendelde positie gedwongen wordt; en/of waarbij de as (49) aangebracht is zodat hij vastgehouden wordt in zijn vergrendelde positie wanneer de bedieningselementen (31) niet in hun eerste positie staan.
13. Landbouwmachine, (1) die een opraper (9) bevat voor het verzamelen van een gewas en een gewassnijtoestel (17) volgens een van de voorgaande conclusies, dat stroomafwaarts van de opraper (9) aangebracht is.
14. Werkwijze voor het verwijderen van een mes (18) uit een gewassnijtoestel (17), waarbij het mes (18) bij het bedienen door een bedieningselement (31) scharnierbaar is in een sleuf (23) tussen een ingetrokken onwerkzame positie waarin het zich onder een leivlak (22) voor een gewas bevindt en een uitgeschoven operationele positie waarin minstens een snijrand (25) van het mes (18) boven het leivlak (22) uitsteekt, waarbij de werkwijze uit de volgende stappen bestaat:
- terwijl het bedieningselement (31) onwerkzaam is, het omhoog bewegen van minstens een deel (76) van het mes (18) tot in een positie boven het leivlak door middel van een hefmechanisme (74); xxx- het trekken aan het opgeheven deel (76) om het mes (18) tot in een vrijgavepositie te doen scharnieren; en xxx - het opheffen van het mes (18) uit het snijtoestel(17).
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij minstens een deel (76) van de mes (18) opgeheven wordt door een nokkenas (62) te draaien tot in een positie waarin een nok (63) op de nokkenas het mes (18) doet bewegen.
BE2018/5661
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de nok (63) een verschillend deel van het mes (18) dan het deel dat bewogen wordt door het bedieningselement (31) doet bewegen.
BE20185661A 2018-09-25 2018-09-25 Gewassnijtoestel,landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om het mes te verwijderen BE1026646B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185661A BE1026646B1 (nl) 2018-09-25 2018-09-25 Gewassnijtoestel,landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om het mes te verwijderen
PCT/EP2019/075687 WO2020064718A1 (en) 2018-09-25 2019-09-24 Crop cutting device, agricultural machine comprising such crop cutting device and knife removal method from crop cutting device
US17/280,080 US20220000026A1 (en) 2018-09-25 2019-09-24 Crop cutting device, agricultural machine comprising such crop cutting device and knife removal method
EP19773822.2A EP3855886A1 (en) 2018-09-25 2019-09-24 Crop cutting device, agricultural machine comprising such crop cutting device and knife removal method from crop cutting device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185661A BE1026646B1 (nl) 2018-09-25 2018-09-25 Gewassnijtoestel,landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om het mes te verwijderen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026646A1 BE1026646A1 (nl) 2020-04-20
BE1026646B1 true BE1026646B1 (nl) 2020-04-27

Family

ID=64870266

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185661A BE1026646B1 (nl) 2018-09-25 2018-09-25 Gewassnijtoestel,landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om het mes te verwijderen

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20220000026A1 (nl)
EP (1) EP3855886A1 (nl)
BE (1) BE1026646B1 (nl)
WO (1) WO2020064718A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN112205187B (zh) * 2020-09-18 2021-12-24 哈尔滨华惠农业机械制造有限公司 一种带有过载保护的底门系统
GB202020465D0 (en) * 2020-12-23 2021-02-03 Agco Int Gmbh Forage harvester
DE102022103539B3 (de) * 2022-02-15 2023-06-29 Pöttinger Landtechnik Gmbh Erntemaschine sowie Verfahren zu deren Herstellung

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4302199A1 (de) * 1993-01-27 1994-07-28 Claas Ohg Schneidwerk für landwirtschaftliche Erntemaschinen
DE19805854C1 (de) * 1998-02-13 1999-05-12 Claas Usines France Schalteinrichtung für Schneidmesser
US6128995A (en) * 1997-02-26 2000-10-10 Claas Saulgau Gmbh Cutting device for agricultural machines
EP2742794A1 (de) * 2012-12-12 2014-06-18 Usines Claas France S.A.S Landwirtschaftliche Erntemaschine und Verfahren zum Warten einer solchen Erntemaschine

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6912835B1 (en) * 2004-06-25 2005-07-05 Deere & Company Knife selecting arrangement of crop cutting device for use with agricultural machines having a pick-up
DE102008019086A1 (de) 2008-04-15 2009-10-29 Deere & Company, Moline Schneidwerk für halmförmiges landwirtschaftliches Erntegut mit einem Mechanismus zur Auswahl der Schnittlänge
DE102012007634A1 (de) 2012-04-18 2013-10-24 Usines Claas France S.A.S. Schneidvorrichtung für landwirtschaftliches Erntegut
DE202014006083U1 (de) * 2014-07-30 2015-11-04 Maschinenfabrik Bernard Krone Gmbh Schneideinrichtung für landwirtschaftliche Erntemaschinen
US9913433B2 (en) * 2015-01-30 2018-03-13 Cnh Industrial America Llc Selectable knife tray arrangement
US9526214B2 (en) * 2015-01-30 2016-12-27 Cnh Industrial America Llc Drop floor assembly with front and rear linkage mechanism
US9468149B2 (en) * 2015-02-03 2016-10-18 Deere & Company Articulating floor of machine
US20230157213A1 (en) * 2021-11-24 2023-05-25 Cnh Industrial America Llc Knife insert and retract with independent knife protection of agricultural baler

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4302199A1 (de) * 1993-01-27 1994-07-28 Claas Ohg Schneidwerk für landwirtschaftliche Erntemaschinen
US6128995A (en) * 1997-02-26 2000-10-10 Claas Saulgau Gmbh Cutting device for agricultural machines
DE19805854C1 (de) * 1998-02-13 1999-05-12 Claas Usines France Schalteinrichtung für Schneidmesser
EP2742794A1 (de) * 2012-12-12 2014-06-18 Usines Claas France S.A.S Landwirtschaftliche Erntemaschine und Verfahren zum Warten einer solchen Erntemaschine

Also Published As

Publication number Publication date
EP3855886A1 (en) 2021-08-04
BE1026646A1 (nl) 2020-04-20
WO2020064718A1 (en) 2020-04-02
US20220000026A1 (en) 2022-01-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1026645B1 (nl) Gewassnijtoestel, landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om gewas te snijden
BE1026646B1 (nl) Gewassnijtoestel,landbouwmachine die zulk gewassnijtoestel bevat en werkwijze om het mes te verwijderen
EP2979535B1 (de) Schneideinrichtung für landwirtschaftliche erntemaschinen
DK2829168T3 (en) Mower
US6912835B1 (en) Knife selecting arrangement of crop cutting device for use with agricultural machines having a pick-up
DE102017222587B4 (de) Mulchgerät zur Bearbeitung von auf einem Feld stehenden Pflanzenstümpfen mit verstellbarer Position und/oder Bodenandruckkraft
US20140096692A1 (en) Rubber Torsion Spring and Cushion to Protect Cutter Knives in Baler
DE102005025319B4 (de) Zusatzschneideinrichtung zur Verwendung an einem Hochschnittmodus betriebenen Mähdrescher
DE102013007304B4 (de) Schneidwerk für eine Erntemaschine
EP2910105B1 (de) Schneidmesser-Überlastsicherung
JP6685921B2 (ja) 農産物を移送するための装置および関連の農機
DE2927334C2 (de) Schneidvorrichtung für landwirtschaftliche Erntemaschinen
EP3150060A1 (de) Strohhäcksler für einen mähdrescher mit gegenmessern und reibleiste
EP2742794A1 (de) Landwirtschaftliche Erntemaschine und Verfahren zum Warten einer solchen Erntemaschine
EP3092890B1 (de) Schneidwerk für eine erntemaschine
EP2939521B1 (de) Landwirtschaftliche Maschine
EP1935227B1 (de) Erntegerät
EP2449873B1 (de) Erntemaschine mit Schleifeinrichtung
US10568264B2 (en) Harvester with header lift assembly
EP2910103B1 (de) Schneidwerk für eine Erntemaschine
EP2659763A1 (de) Erntemaschine mit einer Schneidvorrichtung
EP2659762B1 (de) Landwirtschaftliche Erntemaschine mit Schneidvorrichtung
BE1024310A1 (nl) Deblokkeertoestel voor een werkmachine
EP4275480A1 (en) Crop cutting device
DE102019109479A1 (de) Erntemaschine mit einer Schneidvorrichtung

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200427