BE1026557A1 - Klimaatregelsysteem en energieverdeeleenheid - Google Patents
Klimaatregelsysteem en energieverdeeleenheid Download PDFInfo
- Publication number
- BE1026557A1 BE1026557A1 BE20185582A BE201805582A BE1026557A1 BE 1026557 A1 BE1026557 A1 BE 1026557A1 BE 20185582 A BE20185582 A BE 20185582A BE 201805582 A BE201805582 A BE 201805582A BE 1026557 A1 BE1026557 A1 BE 1026557A1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- fluid flow
- unit
- main
- temperature
- distribution unit
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F1/00—Room units for air-conditioning, e.g. separate or self-contained units or units receiving primary air from a central station
- F24F1/06—Separate outdoor units, e.g. outdoor unit to be linked to a separate room comprising a compressor and a heat exchanger
- F24F1/26—Refrigerant piping
- F24F1/32—Refrigerant piping for connecting the separate outdoor units to indoor units
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F3/00—Air-conditioning systems in which conditioned primary air is supplied from one or more central stations to distributing units in the rooms or spaces where it may receive secondary treatment; Apparatus specially designed for such systems
- F24F3/06—Air-conditioning systems in which conditioned primary air is supplied from one or more central stations to distributing units in the rooms or spaces where it may receive secondary treatment; Apparatus specially designed for such systems characterised by the arrangements for the supply of heat-exchange fluid for the subsequent treatment of primary air in the room units
- F24F3/08—Air-conditioning systems in which conditioned primary air is supplied from one or more central stations to distributing units in the rooms or spaces where it may receive secondary treatment; Apparatus specially designed for such systems characterised by the arrangements for the supply of heat-exchange fluid for the subsequent treatment of primary air in the room units with separate supply and return lines for hot and cold heat-exchange fluids i.e. so-called "4-conduit" system
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Air Conditioning Control Device (AREA)
- Other Air-Conditioning Systems (AREA)
Abstract
Een klimaatregelsysteem (100) voor het regelen van temperaturen in ruimtes (191) van een gebouw, omvattende: een centrale buiteneenheid (110) geconfigureerd om koelingsenergie en/of verwarmingsenergie te leveren aan een energie-verdeeleenheid (120) door middel van een eerste respectievelijk een tweede fluïdumstroom (116, 117); een veelheid van binneneenheden (191) geconfigureerd voor het ontvangen van derde fluïdumstromen (126) voor het selectief opwarmen of afkoelen van één der genoemde ruimtes (191) geassocieerd met de betreffende binneneenheid (191); de centrale energieverdeeleenheid (120) operationeel verbonden met de centrale buiteneenheid (110) voor het ontvangen van de eerste en de tweede fluïdumstroom (116, 117), en operationeel verbonden met de veelheid van binneneenheden (191) voor het gecontroleerd doorgeven van een gedeelte van de koelingsenergie of de verwarmingsenergie door middel van de derde fluïdumstromen (126); waarbij de eerste en tweede en de derde fluïdumstromen (126)in hoofdzaak water omvatten.
Description
KLIMAATREGELSYSTEEM EN ENERGIEVERDEELEENHEID
DOMEIN VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een klimaatregelsysteem voor het regelen van temperaturen in ruimtes van een gebouw, en meer specifiek op een klimaatregelsysteem dat zowel kan koelen als verwarmen.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Diverse klimaatregelingssystemen zijn gekend in de stand der techniek.
Er bestaan relatief eenvoudige klimaatsystemen die enkel de temperatuur regelen.
Indien ze alleen kunnen verwarmen, dan worden ze ook wel centrale verwarm!ngssystemen genoemd. Indien ze alleen kunnen koelen, worden ze ook wel air-conditioningsystemen genoemd, of kortweg airco-systemen. Gecombineerde systemen die zowel kunnen koelen als verwarmen bestaan eveneens.
Er bestaan ook complexere systemen, die niet alleen de temperatuur kunnen regelen, maar bv. ook de vochtigheidsgraad regelen, en/of de lucht filteren enz. Dit type van klimaalregelsystemen treft men doorgaans aan bij grotere gebouwen, zoals bv. hotels met meer dan 50 kamers.
De onderhavige uitvinding richt zich vooral op klimaatregelsystemen van het relatief eenvoudige type, met name voor gebruik bij kantoorgebouwen.
Klimaatsystemen met een buiten-unit die warmte kan onttrekken van de omgeving, of warmte kan afgeven aan de omgeving maken meestal gebruik van een fluïdum dat een faseverandering ondergaat, zoals CFK's (chloor-fluor-koolwaterstoffen).
Een klimaatregelsysteem wordt bijvoorbeeld beschreven in EP3006843B1.
Er is altijd ruimte voor verbeteringen en alternatieven.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een klimaatregelsysteem te verschaffen voor het regelen van een veelheid van temperaturen in een veelheid van ruimtes van een gebouw.
Het is tevens een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een energieverdeeleenheid te verschaffen die gebruikt kan worden in zulk klimaatregelsysteem.
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een klimaatregelsysteem te verschaffen dat milieuvriendelijker is.
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een klimaatregelsysteem te verschaffen dat eenvoudiger is om te installeren en/of om de onderhouden en/of om te repareren en/of om uit te breiden.
Het is een doel van specifieke uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een klimaatregelsysteem en een energieverdeeleenheid te verschaffen die toelaat om tegelijk sommige ruimtes te koelen, en andere ruimtes te verwarmen.
-2BE2018/5582
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een klimaatregelsysteem te verschaffen dat compact is.
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een klimaatregelsysteem te verschaffen dat minder componenten vereist dan gebruikelijk is in de stand der techniek.
Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een klimaatregelsysteem en een energieverdeeleenheid volgens uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.
Volgens een eerste aspect verschaft de onderhavige uitvinding een klimaatregelsysteem of een temperatuurregelsysteem voor het regelen van een veelheid van temperaturen in een veelheid van ruimtes van een gebouw, omvattende: een, bv. minstens één of slechts één centrale buiteneenheid die geconfigureerd is om selectief of tegelijkertijd koelingsenergie en/of verwarmingsenergie te leveren aan een energie-verdeeleenheid door middel van een eerste respectievelijk een tweede fluïdumstroom; een veelheid van ten minste twee binneneenheden geconfigureerd voor het ontvangen van respectievelijke derde fluïdumstromen voor het selectief opwarmen of afkoelen van één der genoemde ruimtes geassocieerd met de betreffende binneneenheid; waarbij de energieverdeeleenheid fluïdaal verbonden is met de centrale buiteneenheid voor het ontvangen van de eerste fluïdumstroom met koelingsenergie en voor het ontvangen van de tweede fluïdumstroom met verwarmingsenergie, en fluïdaal verbonden is met de veelheid van binneneenheden voor het selectief en gecontroleerd doorgeven van ofwel een gedeelte van de koelingsenergie ofwel een gedeelte van de verwarmingsenergie door middel van de genoemde respectievelijke derde fluïdumstromen; en waarbij de eerste fluïdumstroom en de tweede fluïdumstroom en de veelheid van derde fluïdumstromen in hoofdzaak water als fluïdum omvatten.
De centrale energieverdeeleenheid is dus fluïdaal geplaatst tussen de buiteneenheid en de binnen-eenheden.
Met in hoofdzaak enkel water omvat wordt bedoeld dat het fluïdum in de praktijk een klein percentage (bv. minder dan 5 volume%) aan luchtbellen en/of andere stoffen kan bevatten (bv. mineralen, kalk, en dergelijke).
Met de uitdrukking een buiteneenheid die geconfigureerd is om koelingsenergie en/of verwarmingsenergie te leveren door middel van een eerste respectievelijk een tweede fluïdumstroom wordt bedoeld dat de buiteneenheid geconfigureerd is om een eerste fluïdumstroom met een relatief lage temperatuur (bv. lager dan 25°C) te leveren, en een tweede fluïdumstroom met een relatief hoge temperatuur (bv. hoger dan 25°C).
Het is een belangrijk voordeel dat het klimaatregelsysteem een centrale buiteneenheid (ook buiten-unit genaamd) heeft die zowel koelingsenergie als verwarmingsenergie kan leveren door middel van twee aparte fluïdumstromen, omdat een dergelijke eenheid doorgaans een aanzienlijk hogere energie-efficiëntie heeft dan een afzonderlijke verwarmingseenheid (bv. een gasketel of een mazoutketel of een houtkachel) en een afzonderlijke koelinstallatie. Bovendien is een dergelijke installatie zeer compact.
-3BE2018/5582
Binneneenheden (ook binnen-units genaamd) om te koelen of verwarmen zijn op zich gekend, en hoeven dus geen verdere uitleg.
Het is een zeer belangrijk (ecologisch) voordeel dat alle leidingen tussen de buiten-unit en de binnen-units en in de energie-verdeeleenheid (hierin ook kortweg verdeeleenheid of verdeelbox genoemd) enkel en alleen water transporteren, en dus geen koolwaterstoffen of dergelijke. Dit is bijzonder gunstig voor het milieu, omdat zoals gekend is, koolwaterstoffen de ozonlaag aantasten, en een belangrijk aandeel hebben in de globale opwarming.
Het gebruik van water biedt ook een belangrijk voordeel omdat het de kans op aantasting van de leidingen minimaliseert, waardoor ook de kosten voor onderhoud en reparatie beperkt blijven.
Het is een zeer belangrijk voordeel om zowel aan de aanvoerzijde als aan de afvoerzijde van de verdeelbox water te gebruiken, omdat de verdeelbox dan zelf geen warmtewisselaar dient te bevatten. Daardoor kan de verdeelbox uitermate compact uitgevoerd worden.
Voor zover als bekend bij de uitvinders is een dergelijk klimaatregelsysteem niet gekend in de stand der techniek, onder meer omdat een dergelijke energie-verdeeleenheid niet bestaat. Het is vooral de compacte verdeeleenheid die de unieke combinatie van kenmerken mogelijk maakt, zoals beschreven in de eerste conclusie. Dankzij deze compacte verdeeleenheid is het mogelijk om water te verdelen door middel van aparte (en relatief dunne) kanalen (of leidingen) naar de verschillende binnen-units, in plaats van langs gemeenschappelijke (en meestal relatief dikke) buizen die langs meerdere ruimtes passeren, en waarvan plaatselijk wordt afgetakt, zoals doorgaans worden toegepast in de stand der techniek.
Het is een voordeel van het klimaatregelsysteem volgens de onderhavige uitvinding dat ze tegelijkertijd toelaat om bepaalde ruimtes te koelen, en andere ruimtes te verwarmen.
In een uitvoeringsvorm, is het klimaatregelsysteem een gesloten systeem, en zijn de buiteneenheid en de energieverdeeleenheid onderling verbonden zijn door middel van minstens twee toevoerleidingen en minstens twee retourleidingen, bij voorkeur door slechts twee toevoerleidingen en slechts twee retourleidingen.
Deze vier leidingen zijn doorgaans relatief dikke leidingen (met een relatief grote binnendiameter, bv. minstens 30 mm, of minstens 50 mm, of minstens 70 mm) om drukverliezen zoveel mogelijk te beperken.
In voorkeursuitvoeringsvormen worden leidingen met een diameter van 32 mm tot 50 mm gebruikt, bv. van het type pex-alu-pex.
Het is een voordeel dat er slechts 4 dergelijke dikke maar relatief korte leidingen nodig zijn, namelijk tussen de buiteneenheid en de verdeelbox, in tegenstelling tot bestaande installaties waar vaak leidingen worden gebruikt met een geleidelijk afnemende diameter, naarmate de afstand tot de betreffende binneneenheid toeneemt.
In een uitvoeringsvorm is de energieverdeeleenheid fluïdaal verbonden met elk van de minstens twee binneneenheden door middel van telkens slechts één toevoerleiding en telkens slechts één retourleiding per binneneenheid.
-4BE2018/5582
Hoewel de minstens twee binneneenheden gebruikt kunnen worden om ofwel te koelen (bv. in de zomer) ofwel de verwarmen (bv. in de winter), maar niet tegelijk, volstaat één enkele toevoerleiding en één enkele retourleiding. Aangezien iedere binneneenheid apart wordt gevoed vanuit de centrale energieverdeeleenheid, kan de diameter van deze leidingen relatief klein zijn.
In een uitvoeringsvorm zijn de genoemde toevoerleidingen naar de binneneenheden en de retourleidingen van de binneneenheden flexibele leidingen.
Door flexibele leidingen te gebruiken, kan de totale kost van de installatie (inclusief het plaatsen ervan) gereduceerd worden, in tegenstelling tot installaties waar vaste en onbuigbare leidingen worden gebruikt met hetzij een grote diameter, hetzij een afnemende diameter.
Bij voorkeur worden hiervoor voorgeïsoleerde koperleidingen gebruikt, of pex-alu-pex leidingen met een diameter van 16 mm tot 32 mm.
In een uitvoeringsvorm is de centrale buiteneenheid geconfigureerd om de eerste fluïdumstroom te leveren als een waterstroom met een temperatuur in het bereik van 6°C tot 16°C; en om de tweede fluïdumstroom te leveren als een waterstroom met een temperatuur in het bereik van 35°C tot 45°C.
Het is een voordeel dat de temperatuur van de koudwaterstroom minstens ongeveer 6°C is, omdat de kans op bevriezen hierdoor minimaal is.
Het is een voordeel dat de temperatuur van de warm waterstroom ten hoogste ongeveer 45°C is, omdat de kans op aantasting van de leidingen, bv. door kalkvorming, hierdoor minimaal wordt.
In voorkeursuitvoeringsvormen is de centrale buiteneenheid voorzien om de eerste en tweede fluïdumstroom te leveren met een debiet tot 8 m /uur, of tot 6 m /uur of tot 4 m /uur.
In een uitvoeringsvorm omvat de centrale energieverdeeleenheid: een veelheid van eerste driewegventielen geconfigureerd voor het selectief leveren van de derde fluïdumstromen aan de veelheid van binneneenheden telkens hetzij als een gedeelte van de eerste fluïdumstroom hetzij als een gedeelte van de tweede fluïdumstroom; en een veelheid van tweede driewegventielen geconfigureerd voor het retourneren van de fluïdumstromen komende van de binneneenheden; en een regelaar geconfigureerd voor het aansturen van de eerste en tweede driewegventielen.
Bij voorkeur kunnen de eerste en/of de tweede driewegventielen eveneens geconfigureerd worden om geen fluïdumstroom te leveren aan de betreffende binnenunit. Dit is bv. typisch het geval wanneer de temperatuur in de ruimte ongeveer gelijk is aan de ingestelde temperatuur voor die ruimte (binnen een bepaalde marge van bv. +/-0,5°C).
Het is een voordeel van de centrale energieverdeeleenheid dat de drieweg-ventielen gecentraliseerd worden, in plaats van verspreid te worden doorheen het gebouw. Immers, bij traditionele systemen worden driewegventielen vaak geplaatst vlakbij de betreffende gebruikers (binneneenheden).
De aanpak met de energieverdeeleenheid maakt het mogelijk een compleet
-5BE2018/5582 verschillende topologie qua leidingen te gebruiken, met aparte leidingen naar iedere verschillende gebruiker, wat verschillende voordelen biedt, zowel tijdens de installatie als qua onderhoud en reparatie.
In een uitvoeringsvorm omvat het klimaatregelsysteem verder: een eerste hoofdingang voor het ontvangen van de eerste fluïdumstroom; een eerste hoofduitgang voor het retourneren van de eerste fluïdumstroom; een eerste bypass tussen de eerste hoofdingang en de eerste hoofduitgang; een tweede hoofdingang voor het ontvangen van de tweede fluïdumstroom; een tweede hoofduitgang voor het retourneren van de tweede fluïdumstroom; een tweede bypass tussen de tweede hoofdingang en de tweede hoofduitgang; een veelheid van secondaire uitgangen voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste of tweede fluïdumstroom naar een respectievelijke binneneenheid, en een veelheid van secondaire ingangen voor het ontvangen van retournerende fluïdumstromen komende van de respectievelijke binneneenheden; een eerste verdeler met een veelheid van eerste aftakkingen fluïdaal verbonden met de eerste hoofdingang (bv. door middel van een T-verbinding die de eerste hoofdingang en de eerste bypass verbindt); een tweede verdeler met een veelheid van tweede aftakkingen fluïdaal verbonden met de tweede hoofdingang (bv. door middel van een Tverbinding die de tweede hoofdingang en de tweede bypass verbindt); een derde verdeler (of eerste collector) met een veelheid van derde aftakkingen fluïdaal verbonden met de eerste hoofduitgang (bv. door middel van een T-verbinding die de eerste hoofduitgang en de eerste bypass verbindt); een vierde verdeler (of tweede collector) met een veelheid van vierde aftakkingen fluïdaal verbonden met de tweede hoofduitgang (bv. door middel van een Tverbinding die de tweede hoofduitgang en de tweede bypass verbindt); waarbij ieder van de veelheid van eerste driewegventielen een eerste ingang heeft die verbonden is met één van de eerste aftakkingen, en een tweede ingang heeft die verbonden is met één van de tweede aftakkingen, en een uitgang heeft die verbonden is met één van de secondaire uitgangen van de energieverdeeleenheid voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste fluïdumstroom of de tweede fluïdumstroom naarde respectievelijke binneneenheid; en waarbij ieder van de veelheid van tweede driewegventielen een eerste uitgang heeft die verbonden is met één van de derde aftakkingen, en een tweede uitgang heeft die verbonden is met één van de vierde aftakkingen, en een ingang heeft voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstroom komende van de overeenkomstige binneneenheid.
In een uitvoeringsvorm omvat de centrale energieverdeeleenheid het volgende: een veelheid van zeswegventielen geconfigureerd voor het selectief leveren van de derde fluïdumstromen aan de veelheid van binneneenheden telkens hetzij als een gedeelte van de eerste fluïdumstroom hetzij als een gedeelte van de tweede fluïdumstroom, en geconfigureerd voor het retourneren van de fluïdumstromen komende van de binneneenheden; en een regelaar geconfigureerd voor het aansturen van de zeswegventielen.
Dit is een alternatieve uitvoeringsvorm waarbij, in plaats van eerste en tweede driewegventielen, zeswegventielen worden gebruikt. Deze zeswegventielen hebben bij voorkeur
-6BE2018/5582 één behuizing met drie ingangen en drie uitgangen, en één beweegbaar element voor het selectief fluïdaal verbinden van bepaalde ingangen en uitgangen.
Bij voorkeur kunnen de zeswegventielen ook geconfigureerd worden om geen fluïdumstroom door te laten naarde betreffende binneneenheden.
In een uitvoeringsvorm omvat het klimaatregelsysteem verder: een eerste hoofdingang voor het ontvangen van de eerste fluïdumstroom; een eerste hoofduitgang voor het retourneren van de eerste fluïdumstroom; een eerste bypass tussen de eerste hoofdingang en de eerste hoofduitgang; en een tweede hoofdingang voor het ontvangen van de tweede fluïdumstroom; een tweede hoofduitgang voor het retourneren van de tweede fluïdumstroom; een tweede bypass tussen de tweede hoofdingang en de tweede hoofduitgang; en een veelheid van secondaire uitgangen voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste of tweede fluïdumstroom naar een respectievelijke binneneenheid, en een veelheid van secondaire ingangen voor het ontvangen van retournerende fluïdumstromen komende van de respectievelijke binneneenheden; en een eerste verdeler met een veelheid van eerste aftakkingen fluïdaal verbonden met de eerste hoofdingang; een tweede verdeler met een veelheid van tweede aftakkingen fluïdaal verbonden met de tweede hoofdingang; een derde verdeler met een veelheid van derde aftakkingen fluïdaal verbonden met de eerste hoofduitgang; een vierde verdeler met een veelheid van vierde aftakkingen fluïdaal verbonden met de tweede hoofduitgang; waarbij ieder van de veelheid van zeswegventielen een eerste ingang heeft die verbonden is met één van de eerste aftakkingen, en een tweede ingang heeft die verbonden is met één van de tweede aftakkingen, en een eerste uitgang heeft die verbonden is met één van de secondaire uitgangen van de energieverdeeleenheid voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste fluïdumstroom of de tweede fluïdumstroom naar de respectievelijke binneneenheid; en heeft verder een tweede uitgang die verbonden is met één van de derde aftakkingen, en een derde uitgang die verbonden is met één van de vierde aftakkingen, en een derde ingang voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstroom komende van de overeenkomstige binneneenheid.
In een uitvoeringsvorm omvat het klimaatregelsysteem verder: een eerste temperatuursensor voor het meten van een eerste temperatuur van de eerste fluïdumstroom, en voor het leveren van een eerste temperatuursignaal indicatief voor de eerste temperatuur; en een tweede temperatuursensor voor het meten van een tweede temperatuur van de tweede fluïdumstroom, en voor het leveren van een tweede temperatuursignaal indicatief voor de tweede temperatuur; en een veelheid van derde temperatuursensoren voor het meten van derde temperaturen in de veelheid van respectievelijke ruimtes, en geconfigureerd voor het leveren van een veelheid van derde temperatuursignalen indicatief voorde derde temperaturen; waarbij de eerste temperatuursensor, de tweede temperatuursensor en de veelheid van derde temperatuur-sensoren communicatief verbonden zijn met de regelaar; en waarbij de regelaar voorzien is voor het aansturen van de eerste driewegventielen en de tweede driewegventielen op basis van deze temperatuursignalen.
-7BE2018/5582
De communicatieve verbinding kan bv. een elektrische verbinding zijn (met draden), of een draadloze verbinding (bv. Zigbee, Bluetooth, Wifi, enz), of elk ander geschikt type communicatieve verbinding (bv. infrarood, ultrasound). Uiteraard omvat de regelaar dan een overeenkomstige ontvanger of zendontvanger.
In een uitvoeringsvorm is de eerste temperatuursensor gesitueerd tussen de eerste hoofdingang en de eerste bypass. Dit is een zeer geschikte plaats voor het plaatsen van de eerste temperatuursensor omdat ze best de temperatuur weergeeft van het binnenkomende eerste fluïdum, maar dit is niet de enige mogelijke plaats.
In een uitvoeringsvorm is de eerste temperatuursensor gesitueerd tussen de eerste hoofdingang en de eerste aftakkingen. Dit is eveneens een zeer geschikte plaats voor het plaatsen van de eerste temperatuursensor, omdat hij mogelijks nauwkeuriger weergeeft wat de werkelijke temperatuur is van het eerste fluïdum dat naar de binneneenheden wordt verstuurd.
In een uitvoeringsvorm is de eerste temperatuursensor gesitueerd aan de eerste bypass, bv. halverwege de eerste bypass, of stroomopwaarts ten opzichte van deze positie halverwege.
In een uitvoeringsvorm is de tweede temperatuursensor gesitueerd tussen de tweede hoofdingang en de tweede bypass.
In een uitvoeringsvorm is de tweede temperatuursensor gesitueerd tussen de tweede hoofdingang en de tweede aftakkingen.
In een uitvoeringsvorm is de de tweede temperatuursensor gesitueerd aan de tweede bypass, bv. halverwege de tweede bypass, of stroomopwaarts ten opzichte van deze positie halverwege.
In een uitvoeringsvorm omvat de energieverdeeleenheid verder het volgende: voor iedere secondaire uitgang een vierde temperatuursensor voor het meten van een temperatuur van de betreffende derde fluïdumstroom die aan de betreffende binneneenheid wordt geleverd; en voor iedere secondaire uitgang een debietmeter voor het meten van een debiet van de betreffende derde fluïdumstroom die aan de betreffende binneneenheid wordt geleverd; en voor iedere secondaire ingang een vijfde temperatuursensor voor het meten van een temperatuur van de fluïdumstroom die geretourneerd wordt door de betreffende binneneenheid; waarbij de veelheid van vierde temperatuursensoren en de veelheid van vijfde temperatuursensoren en de veelheid van debietsensoren communicatief verbonden zijn met de regelaar; en waarbij de regelaar verder voorzien is voor het bepalen van de hoeveelheid koelingsenergie en/of de hoeveelheid verwarmingsenergie die geleverd wordt aan iedere ruimte, op basis van de signalen afkomstig van de vierde temperatuursensoren en de vijfde temperatuursensoren en de debietsensoren.
Op die manier kan de hoeveelheid energie die iedere gebruiker geconsumeerd heeft berekend worden. Deze informatie kan op zijn beurt gebruikt worden voor kostenberekening voorde verschillende verbruikers, afhankelijk van hoeveel energie effectief verbruikt werd.
Volgens een tweede aspect verschaft de onderhavige uitvinding een
-8BE2018/5582 energieverdeeleenheid voor gebruik in een klimaatregelsysteem, bv. een klimaatregelsysteem volgens het eerste aspect, waarbij de energieverdeeleenheid het volgende omvat: een eerste hoofdingang aansluitbaar op een buiteneenheid voor het ontvangen van een eerste fluïdumstroom; een eerste hoofduitgang aansluitbaar op de buiteneenheid voor het retourneren van de eerste fluïdumstroom; een tweede hoofdingang aansluitbaar op een buiteneenheid voor het ontvangen van een tweede fluïdumstroom, met een temperatuur hoger dan de eerste fluïdumstroom; een tweede hoofduitgang aansluitbaar op de buiteneenheid voor het retourneren van de tweede fluïdumstroom; een veelheid van secondaire uitgangen voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste of tweede fluïdumstroom aan respectievelijke binneneenheden; een veelheid van secondaire ingangen voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstromen van de respectievelijke binneneenheden; een structuur met een veelheid van eerste driewegventielen voor het selectief leveren van hetzij een gedeelte van een eerste fluïdumstroom hetzij een gedeelte van de tweede fluïdumstroom aan de secondaire uitgangen, en met een veelheid van tweede driewegventielen voor het retourneren van deze fluïdumstromen vanuit de secondaire ingangen naar hetzij de eerste of de tweede hoofduitgang; een regelaar voor het aansturen van de eerste en tweede driewegventielen.
Deze uitvoeringsvorm is gericht op de energieverdeeleenheid an sich, meer bepaald op de variant met eerste en tweede driewegventielen.
Volgens een derde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een energieverdeeleenheid voor gebruik in een klimaatregelsysteem, bv. een klimaatregelsysteem volgens het eerste aspect, waarbij de energieverdeeleenheid het volgende omvat: een eerste hoofdingang aansluitbaar op een buiteneenheid voor het ontvangen van een eerste fluïdumstroom; een eerste hoofduitgang aansluitbaar op de buiteneenheid voor het retourneren van de eerste fluïdumstroom; een tweede hoofdingang aansluitbaar op de buiteneenheid voor het ontvangen van een tweede fluïdumstroom, met een temperatuur hoger dan de eerste fluïdumstroom; een tweede hoofduitgang aansluitbaar op de buiteneenheid voor het retourneren van de tweede fluïdumstroom; een veelheid van secondaire uitgangen voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste of tweede fluïdumstroom aan respectievelijke binneneenheden; een veelheid van secondaire ingangen voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstromen van de respectievelijke binneneenheden; een structuur met een veelheid van zeswegventielen geconfigureerd voor het selectief leveren van de derde fluïddumstromen aan de veelheid van binneneenheden telkens hetzij als een gedeelte van de eerste fluïdumstroom hetzij als een gedeelte van de tweede fluïdumstroom, en geconfigureerd voor het retourneren van de fluïdumstromen komende van de binneneenheden; en een regelaar geconfigureerd voor het aansturen van de zeswegventielen.
Deze uitvoeringsvorm is gericht op de energieverdeeleenheid an sich, meer bepaald op de variant met zeswegventielen.
In een uitvoeringsvorm omvat de energieverdeeleenheid verder het volgende: een eerste bypass tussen de eerste hoofdingang en de eerste hoofduitgang; een tweede bypass
-9BE2018/5582 tussen de tweede hoofdingang en de tweede hoofduitgang; een eerste verdeler met een veelheid van eerste aftakkingen fluïdaal verbonden met de eerste hoofdingang; een tweede verdeler met een veelheid van tweede aftakkingen fluïdaal verbonden met de eerste hoofduitgang; een derde verdeler (of eerste collector) met een veelheid van derde aftakkingen fluïdaal verbonden met de tweede hoofdingang; een vierde verdeler (of tweede collector) met een veelheid van vierde aftakkingen fluïdaal verbonden met de tweede hoofduitgang.
In een uitvoeringsvorm heeft ieder driewegventiel van de veelheid van eerste driewegventielen een eerste ingang die fluïdaal verbonden is met één van de eerste aftakkingen, en een tweede ingang heeft die fluïdaal verbonden is van één van de tweede aftakkingen, en een uitgang heeft die fluïdaal verbonden is met één van de secondaire uitgangen; en heeft ieder driewegventiel van de veelheid van tweede driewegventielen een eerste uitgang die fluïdaal verbonden is met één van de derde aftakkingen, en een tweede uitgang die fluïdaal verbonden is met één van de vierde aftakkingen, en een ingang die fluïdaal verbonden is met één van de secondaire ingangen.
In een uitvoeringsvorm van een energieverdeeleenheid met zeswegventielen, heeft ieder van de veelheid van zeswegventielen een eerste ingang die verbonden is met één van de eerste aftakkingen, en een tweede ingang die verbonden is met één van de tweede aftakkingen, en een eerste uitgang die verbonden is met één van de secondaire uitgangen van de energieverdeeleenheid voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste fluïdumstroom of de tweede fluïdumstroom naarde respectievelijke binneneenheid; en heeft verder een tweede uitgang die verbonden is met één van de derde aftakkingen, en een derde uitgang die verbonden is met één van de vierde aftakkingen, en een derde ingang voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstroom komende van de overeenkomstige binneneenheid.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Onder specifieke verwijzing naar de figuren, wordt benadrukt dat de getoonde bijzonderheden enkel bij wijze van voorbeeld dienen en enkel voor de illustratieve bespreking van de verschillende uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Zij worden voorgesteld met als doel het aanleveren van wat gezien wordt als de meest nuttige en dadelijke beschrijving van de principes en conceptuele aspecten van de uitvinding. In dit opzicht wordt niet geprobeerd om meer structurele details van de uitvinding te tonen dan noodzakelijk is voor een fundamenteel begrip van de uitvinding. De beschrijving in combinatie met de figuren maakt duidelijk voor de deskundigen in het vakgebied hoe de verschillende vormen van de uitvinding kunnen worden uitgevoerd in de praktijk.
FIG. 1 toont een schematisch blokdiagram van een klimaatregelingssystem volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Ze omvat een (klassieke) buiteneenheid, en een veelheid van (klassieke) binneneenheden, en een energieverdeeleenheid volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
-10BE2018/5582
FIG. 2 is een schematische weergave van een voorbeeldmatige uitvoeringsvorm van een energieverdeeleenheid die gebruikt kan worden in het klimaatregelingssysteem van FIG. 1.
Er wordt opgemerkt dat FIG. 3 tot en met FIG. 6 zowel in grijswaarde-tekening als in lijntekening worden getoond, voor illustratieve doeleinden.
FIG. 3 toont een eerste gedeelte van de energieverdeeleenheid van FIG. 2 in meer detail. Dit gedeelte heeft vooral betrekking op de warme waterstroom.
FIG. 4 toont een tweede gedeelte van de energieverdeeleenheid van FIG. 2 in meer detail. Dit gedeelte heeft vooral betrekking op de koude waterstroom.
FIG. 5 toont een derde gedeelte van de energieverdeeleenheid van FIG. 2 in meer detail. Dit gedeelte heeft vooral betrekking op driewegventielen en de interface met de binneneenheden.
FIG. 6 toont een 3D perspectief aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van de energieverdeeleenheid volgens de onderhavige uitvinding.
FIG. 7 is een schematische aansluittekening die de operationele verbinding weergeeft van de energieverdeeleenheid wanneer ze aangesloten wordt tussen een centrale buiteneenheid en een veelheid van de binneneenheden.
FIG. 8 is een schematische weergave van een variant van de energieverdeeleenheid getoond in FIG. 2, die eveneens gebruikt kan worden in het klimaatregelingssysteem van FIG. 1.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De uitvinding zal verder toegelicht worden aan de hand van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen. De uitvinding is hiertoe echter niet beperkt, maar enkel door de conclusies.
Zoals reeds beschreven in de achtergrondsectie, zijn klimaatregelsystemen gekend in de stand der techniek. De onderhavige uitvinding richt zich vooral op klimaatregelsysteem geschikt voor het verwarmen en/of koelen van ruimtes van kantoorgebouwen.
De uitvinders kwamen op het idee om een klimaatregelsysteem te verschaffen voor het regelen van een veelheid van temperaturen in een veelheid van ruimtes van een gebouw, omvattende: één enkele centrale buiteneenheid die geconfigureerd is om selectief of tegelijkertijd koelingsenergie en/of verwarmingsenergie te leveren aan een energieverdeeleenheid door middel van een eerste respectievelijk een tweede fluidumstroom; een veelheid van ten minste twee binneneenheden geconfigureerd voor het ontvangen van respectievelijk een derde en een vierde fluïdumstroom voor het selectief opwarmen of afkoelen van één der genoemde ruimtes geassocieerd met de betreffende binneneenheid; een centrale energieverdeeleenheid operationeel verbonden met de centrale buiteneenheid voor het ontvangen van de eerste fluïdumstroom met koelingsenergie en voor het ontvangen van de tweede fluïdumstroom met verwarmingsenergie, en operationeel verbonden met de veelheid van binneneenheden voor het selectief en gecontroleerd doorgeven van ofwel een gedeelte van
-11BE2018/5582 de koelingsenergie ofwel een gedeelte van de verwarmingsenergie door middel van de genoemde derde en vierde fluïdumstroom; en waarbij de eerste en de tweede en de derde en de vierde fluïdumstroom enkel water als fluïdum gebruiken.
Of in eenvoudige bewoordingen uitgedrukt, verschaft de onderhavige uitvinding een klimaatregelsysteem met één enkele centrale buiteneenheid (ook buiten-unit genaamd) die door middel van een centrale energieverdeeleenheid (of kortweg verdeeleenheid) operationeel verbonden is met een veelheid van binneneenheden (ook binnen-units genaamd), waarbij energie tussen de buiten-unit en de binnen-units eenheden wordt overgebracht door middel van twee vloeistofstromen, meer bepaald een eerste waterstroom met een relatief lage temperatuur (bv. ten hoogste 20°C) en een tweede waterstroom met een relatief hoge temperatuur (bv. ten minste 30°C). Het zal duidelijk zijn dat de energieverdeeleenheid een cruciaal onderdeel is van dit klimaatregelsysteem, maar het kan ook op zichzelf geproduceerd en verkocht worden.
De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van figuren die een voorbeeldmatige uitvoeringsvorm beschrijven, zonder evenwel daartoe de uitvinding te beperken.
FIG. 1 toont een schematisch blokdiagram 100 van een klimaatregelingssystem 100. Deze omvat: een centrale buiteneenheid 110 (ook buiten-unit genaamd), een centrale energieverdeeleenheid 120 (of kortweg verdeeleenheid), en een veelheid van binneneenheden 190a, 190b (ook binnen-units genaamd).
De buiteneenheid 110 is van het type dat tegelijk een relatief koude waterstroom en een relatief warme waterstroom kan leveren. De koudwaterstroom 116 heeft typisch een temperatuur van 6°C tot 16°C om te koelen, maar uiteraard is de uitvinding hiertoe niet beperkt, en andere temperaturen kunnen eveneens gebruikt worden. De warm waterstroom 117 heeft typisch een temperatuur van 35°C tot 45°C maar uiteraard is de uitvinding hiertoe niet beperkt, en andere temperaturen kunnen eveneens gebruikt worden.
De energieverdeeleenheid 120 is functioneel geplaatst tussen de buiten-unit 110 en de binnen-units 190a, 190b. De interne werking zal verderop beschreven worden, FIG. 1 geeft vooral de topologie weer.
De verdeeleenheid 120 heeft een eerste hoofdingang 161 waarmee de verdeeleenheid met de buiten-unit verbonden is door middel van een eerste hoofdleiding 111, waarlangs -tijdens de werking- een eerste waterstroom (koudwaterstroom) 116 van de buiten-unit 110 naar de verdeeleenheid 120 stroomt, voor het leveren van koelingsenergie, (of eigenlijk om warmte te onttrekken van de binnen-units voor het afkoelen van de ruimtes), en heeft een eerste hoofduitgang 162 verbonden met een tweede hoofdleiding 112 om deze stroom (na gebruik) terug te voeren naar de buiteneenheid 110 waar hij opnieuw afgekoeld kan worden.
De verdeeleenheid 120 heefteen tweede hoofdingang 163 waarmee de verdeeleenheid
-12BE2018/5582 met de buiten-unit verbonden is door middel van een tweede hoofdleiding 113, waarlangs tijdens de werking- een tweede waterstroom (warmwaterstroom) 117 van de buiten-unit 110 naar de verdeeleenheid 120 stroomt, voor het leveren van warmteenergie, aan de binnen-units om ruimtes op te warmen, en heeft een tweede hoofduitgang 164 verbonden met een vierde hoofdleiding 114 om deze stroom (na gebruik) terug te voeren naar de buiteneenheid 110 waar hij opnieuw opgewarmd kan worden.
De verdeeleenheid 120 heeft een veelheid van secondaire uitgangen 153a, 153b, enz. voor functionele verbinding met een veelheid van binnen-units 190a, 190b, enz. voor het leveren van een gedeelte van de koudwaterstroom 116 voor het koelen van de respectievelijke ruimten 191a, 191b, enz, of een gedeelte van de warmwaterstroom 117 voor het opwarmen van de respectievelijke ruimtes, en heeft een veelheid van secondaire ingangen 154a, 154b, enz. voor het retourneren van deze waterstroom (na gebruik).
In voorkeursuitvoeringsvormen is de energie-verdeeleenheid 120 verbonden met iedere binnen-unit 190 door middel van slechts twee leidingen 121, 122 (dus geen vier zoals in sommige stand der techniek). Bij voorkeur zijn dit flexibele leidingen, bv. thermisch geïsoleerde koperleidingen of pex-alu-pex leidingen (commercieel verkrijgbaar). Hierdoor kan een belangrijke kost gespaard worden, omdat er bv geen dikke (manueel na te isoleren) buizen moeten aangelegd worden doorheen het ganse gebouw waarvan plaatselijk wordt afgetakt.
Om de architectuur van FIG. 1 ten volle te appreciëren dient de gebruiker te weten dat de hoofdleidingen in de beoogde toepassingen doorgaans relatief kort zijn, (bv. typisch in de orde van grootte van 8 tot 20 meter), en dat de leidingen van de verdeeleenheid 120 naar de verschillende binnen-units 190 in de praktijk in totaal gemakkelijk kan oplopen tot ruim 80 m enkel (met enkel wordt bedoeld de afstand van de verdeeleenheid tot aan de buiten-unit, maar met de retourleiding erbij betekent dat dus 2x80m = 160m).
Voor zover als bekend bij de uitvinders, is deze architectuur wezenlijk verschillend van bestaande klimaatregelsystem in meerdere aspecten. Zo laat de getoonde architectuur onder meer toe dat de ventielen die traditioneel nabij de binneneenheden 190 worden geplaatst, zich nu in de energieverdeeleenheid 120 kunnen bevinden. Dit biedt onder meer grote voordelen qua installatie en onderhoud.
FIG. 2 is een schematische weergave van een voorbeeldmatige uitvoeringsvorm van een energieverdeeleenheid 120 die gebruikt kan worden in het klimaatregelingssysteem 100 van FIG. 1.
De getoonde energieverdeeleenheid 120 omvat een eerste deelstructuur omvattende: (rechts in FIG. 2):
- een eerste hoofdingang 161 aansluitbaar op een buiteneenheid, voor het ontvangen van een eerste fluïdumstroom 116, hierin ook koudwaterstroom genoemd;
- een eerste hoofduitgang 162 eveneens aansluitbaar op de buiteneenheid voor het retourneren van de eerste fluïdumstroo naar de buiten-unit;
-13BE2018/5582
- een eerste bypass 165 tussen de eerste hoofdingang 161 en de eerste hoofduitgang 162. Hierdoor kan de eerste en tweede waterstroom blijven stromen, ook als het gevraagde verbruik (om te koelen ofte warmen) relatief laag is.
- een eerste verdeler 131 (van 1 naar N stromen) met een veelheid van eerste aftakkingen 141 fluïdaal verbonden met de eerste hoofdingang 161 (bv. door middel van een Tverbinding die ook de eerste hoofdingang en de eerste bypass verbindt);
- een tweede verdeler 132 (eigenlijk collector van N naar 1) met een veelheid van tweede aftakkingen 142 fluïdaal verbonden met de eerste hoofduitgang 162 (bv. door middel van een T-verbinding die ook de eerste hoofduitgang en de eerste bypass verbindt);
Deze eerste deelstructuur laat toe om de koudwaterstroom van de buiten-unit te splitsen in meerdere afzonderlijke koudwaterstromen, en om de retourstromen weer te combineren teneinde deze te kunnen terugsturen naar de buiten-unit.
Deze eerste deelstructuur wordt apart getoond in FIG. 4(a) en FIG. 4(b).
De getoonde energieverdeeleenheid 120 omvat verder een tweede deelstructuur omvattende: (links in FIG. 2):
- een tweede hoofdingang 163 aansluitbaar op een buiteneenheid voor het ontvangen van een tweede fluïdumstroom 117 (hierin ook warmwaterstroom genoemd), met een temperatuur hoger dan de eerste fluïdumstroom 116;
- een tweede hoofduitgang 164 aansluitbaar op de buiteneenheid voor het retourneren van de tweede fluïdumstroom;
- een tweede bypass 166 tussen de tweede hoofdingang 163 en de tweede hoofduitgang 164;
- een derde verdeler 133 (van 1 naar N stromen) met een veelheid van derde aftakkingen 143 fluïdaal verbonden met de tweede hoofdingang 163, (bv. door middel van een T-verbinding die ook de tweede hoofdingang en de tweede bypass verbindt);
- een vierde verdeler 134 (eigenlijk collector van N naar 1) met een veelheid van vierde aftakkingen 144 fluïdaal verbonden met de tweede hoofduitgang 164, (bv. door middel van een T-verbinding die ook de tweede hoofduitgang en de tweede bypass verbindt);
Deze tweede deelstructuur laat toe om de warmwaterstroom van de buiten-unit te splitsen in meerdere afzonderlijke warmwaterstromen, en om de retourstromen weer te combineren teneinde deze te kunnen terugsturen naar de buiten-unit.
Deze tweede deelstructuur wordt apart getoond in FIG. 3(a) en FIG. 3(b).
De getoonde energieverdeeleenheid 120 omvat verder een derde deelstructuur omvattende: (vooraan in het midden van FIG. 2):
- een veelheid van secondaire uitgangen 153 voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste of tweede fluïdumstroom aan respectievelijke binneneenheden;
- een veelheid van secondaire ingangen 154 voor het ontvangen van de retournerende
-14BE2018/5582 fluïdumstromen van de respectievelijke binneneenheden;
- een veelheid van eerste driewegventielen 151 voor het selectief leveren van hetzij een gedeelte van een eerste fluidumstroom 116 hetzij een gedeelte van de tweede fluïdumstroom 117 aan de secondaire uitgangen 153, en met een veelheid van tweede driewegventielen 152 voor het retourneren van deze fluïdumstromen vanuit de secondaire ingangen 154 naar hetzij de eerste of de tweede hoofduitgang 162, 164.
Meer bepaald heeft ieder driewegventiel van de veelheid van eerste driewegventielen
151 een eerste ingang (p) die fluïdaal verbonden is met één van de eerste aftakkingen 141, en een tweede ingang (q) die fluïdaal verbonden is van één van de tweede aftakkingen 142, en een uitgang (r) die fluïdaal verbonden is met één van de secondaire uitgangen 153.
De eerste driewegventielen 151 kunnen bediend worden door eerste actuatoren of eerste motoren 155. De tweede driewegventielen 152 kunnen bediend worden door tweede actuatoren of tweede motoren 156. Deze actuatoren of motoren worden op hun beurt aangestuurd door de regelaar 167, waarmee ze communicatief verbonden zijn, bv. door middel van draden of draadloos.
Of eenvoudig uitgedrukt fungeren de eerste driewegventielen als een 2-naar-1 multiplexer.
En heeft ieder driewegventiel van de veelheid van tweede driewegventielen 152 een eerste uitgang (s) die fluïdaal verbonden is met één van de derde aftakkingen 143, en een tweede uitgang (t) die fluïdaal verbonden is met één van de vierde aftakkingen 144, en een ingang (u) die fluïdaal verbonden is met één van de secondaire ingangen 154.
Of eenvoudig uitgedrukt fungeren de tweede driewegventielen als een 1-naar-2demultiplexer.
In voorkeursuitvoeringsvormen worden deze ventielen automatisch aangestuurd, bv. door gepaste actuatoren. Daartoe omvat de energieverdeeleenheid 120 verder ook nog:
- een regelaar 167 voor het aansturen van de eerste 151 en tweede driewegventielen
152 (met ingebouwde of externe maar functioneel daaraan gekoppelde acturatoren).
Om gepast te kunnen aansturen omvat het systeem bij voorkeur meerdere temperatuursensoren, waaronder: een eerste temperatuursensor 171 voor het meten van een eerste temperatuur van de eerste fluïdumstroom 116, en voor het leveren van een eerste temperatuursignaal indicatief voor de eerste temperatuur; en een tweede temperatuursensor 172 voor het meten van een tweede temperatuur van de tweede fluïdumstroom 117, en voor het leveren van een tweede temperatuursignaal indicatief voor de tweede temperatuur; en een veelheid van derde temperatuursensoren 173a, 173b, enz. voor het meten van derde temperaturen in de veelheid van ruimtes 191a, 191b, enz, en geconfigureerd voor het leveren van een veelheid van derde temperatuursignalen indicatief voor de derde temperaturen.
De eerste temperatuursensor 171, de tweede temperatuursensor 172 en de veelheid
-15BE2018/5582 van derde temperatuursensoren zijn communicatief (bv. elektrisch of wireless) verbonden met de regelaar 167, en de regelaar 167 is voorzien om de temperaturen uit te lezen of op te vragen of te ontvangen, en de eerste driewegventielen 151 en de tweede driewegventielen 152 op basis van deze temperatuursignalen aan te sturen.
Zulke aansturing kan relatief eenvoudig zijn, bv op basis van een proportioneel signaal, of op basis van een Pl-regeling, of een PD-regeling, of een PID-regeling, of op iedere andere gekende wijze.
FIG. 3 toont het tweede gedeelte van de energie-verdeeleenheid van FIG. 2 in meer detail. Dit gedeelte heeft vooral betrekking op de warme waterstroom. De werking hiervan werd reeds beschreven bij FIG. 2. Er wordt gewezen op de L-vormige structuur.
Bij voorkeur omvat de verdeeleenheid een circulatiepomp 301 om de warm waterstroom 163 naar de aftakkingen 142 te voeren.
De energieverdeeleenheid kan ook nog bijkomende componenten bevatten, zoals bv. een manuele debietregelkraan 302, een ontluchter 304, enz. De functie van zulke componenten is gekend in de stand der techniek, en hoeft dus niet in detail beschreven te worden.
FIG. 4 toont het eerste gedeelte van de energie-verdeeleenheid van FIG. 2 in meer detail. Dit gedeelte heeft vooral betrekking op de koude waterstroom. De werking hiervan werd reeds beschreven bij FIG. 2. Er wordt gewezen op de L-vormige structuur.
Bij voorkeur bevat dit gedeelte dezelfde componenten als de L-vormige structuur van FIG. 3, bv. een manuele debietregelkraan 402, een ontluchter 404, enz.
FIG. 5 toont een derde gedeelte van de energieverdeeleenheid van FIG. 2 in meer detail. Dit gedeelte heeft vooral betrekking op driewegventielen en de interface met de binneneenheden. De werking hiervan werd reeds beschreven bij FIG. 2.
FIG. 6 toont een 3D perspectief aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van de energieverdeeleenheid volgens de onderhavige uitvinding. Merk de speciale vormgeving op, waarbij de twee L-vormige structuren een buitenomtrek definiëren van de structuur, waartussen het derde gedeelte is gemonteerd. Op die manier kan de energieverdeeleenheid bijzonder compact uitgevoerd worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is een verdeeleenheid voor 8 binnen-units kleiner dan 135 cm (breed) x 99 cm (diep) x 49 cm hoog.
FIG. 7 is een schematische aansluittekening die de operationele verbinding weergeeft van de energieverdeeleenheid. De rechthoek onderaan toont optionele afsluitkranen, die bij voorkeur uit praktische overwegingen worden toegevoegd aan de secundaire ingangen
-16BE2018/5582 uitgangen. Andere optionele elementen gekend bij de vakman kunnen eveneens toegevoegd worden.
FIG. 8 is een schematische weergave van een variant van de energieverdeeleenheid getoond in FIG. 2, die eveneens gebruikt kan worden in het klimaatregelingssysteem van FIG. 1.
Deze energieverdeeleenheid 820 heeft sterke gelijkenissen met de verdeeleenheid 120 van FIG. 2, en hoeft dus niet in detail beschreven te worden, maar het volstaat enkel de voornaamste verschillen toe te lichten.
Net als in de verdeelunit 120 van FIG. 2 kunnen ook hier driewegventielen of zeswegventielen, of een mix daarvan gebruikt worden.
Het voornaamste verschil zit echter in de al dan niet aanwezigheid van vierde temperatuursensoren 874 voor het meten van de temperatuur van de waterstroom die aan elke binnenunit 190 geleverd wordt, en vijfde temperatuursensoren 875 voor het meten van de temperatuur van de terugkomende waterstroom van de betreffende binnenunit 190, en een debietsensor 881 voor het meten van het debiet van de waterstroom. De vierde en vijfde temperatuursensoren en de debietsensor zijn communicatief verbonden met de regelaar 867 (niet expliciet getoond om de Figuur niet te overbelasten), en de regelaar 867 kan op basis hiervan bepalen hoeveel energie elke gebruiker geconsumeerd heeft.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de aansturing van de ventielen nog steeds bepaald op basis van de eerste 171 en tweede 172 en derde temperatuursensor 173 (in de ruimte), en wordt het debiet niet mee in rekening gebracht voor de aansturing van de ventielen.
In bepaalde uitvoeringsvormen worden de vierde temperatuursensoren 874 weggelaten, en wordt de temperatuur van de eerste en/of tweede temperatuursensor 171, 172 gebruikt om de temperatuur van de waterstroom die wordt geleverd aan de betreffende binneneenheid te schatten. Op die manier kunnen kosten worden bespaard.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt een meer gesofisticeerde regeling toegepast, waarbij de ventielen niet enkel gebruikt worden om hetzij een koudwaterstroom of een warmwaterstroom naar de betreffende binneneenheid te leiden, maar ook om het debiet naar de betreffende ruimte te regelen. Zo kan de regelaar 874 bv. voorzien zijn om continue het debiet te meten dat naar iedere binnen-unit stroomt, en kan deze debietwaarde vergelijken met een debietsetpunt dat bepaald wordt door een combinatie van ruimtetemperatuur en vooraf bepaald maximum debiet dat aan de betreffende aftakking (of secondaire uitlaat) wordt toegewezen. Op basis van deze vergelijking kan een signaal gegenereerd worden om de actuator of motor van de ventielen, bv. driewegventielen of zeswegventielen aan te sturen.
Alternatief wordt het debiet niet geregeld door de ventielen, maar door een aparte klep (niet getoond) die bij voorkeur stroomafwaarts geplaatst wordt tussen de uitgang van het eerste driewegventiel en de secundaire uitgang 153a, of tussen het zeswegventiel en de secundaire uitgang 153a. Alternatief kan zulke klep ook geplaatst worden tussen de secundaire ingang 154a en de ingang u van de tweede driewegventielen.
-17BE2018/5582
Andere varianten zijn eveneens mogelijk.
Het is een voordeel van deze uitvoeringsvorm dat de verdeeleenheid op elk moment kan bepalen met welk vermogen iedere binnen-unit aan het koelen is of aan het verwarmen is.
TOT SLOT:
Hierboven werd een klimaatregelsysteem 100 beschreven met slechts één buiten-unit 110 en slechts één energieverdeeleenheid 120, 820 voor het regelen van de temperatuur in 7 ruimtes, maar uiteraard is de onderhavige uitvinding daartoe niet beperkt, en kan de verdeeleenheid eenvoudig aangepast worden voor het regelen van de temperatuur in bv. 10 ruimtes.
Er wordt voorts opgemerkt dat meerdere dergelijke systemen in parallel kunnen gebruikt worden. Zo kan de temperatuur geregeld worden in bv. 200 ruimtes, gebruik makende van een systeem met één of meerdere buiten-units (van gepast vermogen), en 20 verdeeleenheden en 200 binnen-units. Eigenlijk is er geen maximum.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het klimaatregelsysteem één enkele buiten-unit en precies twee energieverdeeleenheden, beiden in parallel fluïdaal verbonden met de ene buiten-unit. Elke energieverdeelheid kan met 3 tot 10 binnen-units gekoppeld zijn. Zulk systeem kan dus 6 tot 20 ruimtes verwarmen en/of koelen.
In andere uitvoeringsvormen omvat het klimaatregelsysteem één enkele buiten-unit en minstens drie of minstens vier of minstens vijf of minstens tien of minstens vijfien of minstens twintig energieverdeeleenheden, in parallel fluïdaal verbonden met de ene buiten-unit. Elke energieverdeelheid kan met 3 tot 10 binnen-units gekoppeld zijn. Zulk systeem kan dus 9 tot 200 ruimtes verwarmen en/of koelen. De buiten-unit moet uiteraard gedimensioneerd zijn om voldoende vermogen te kunnen leveren.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het klimaatregelsysteem twee (en slechts twee) buiten-units, en minstens twee, of precies twee, of minstens drie, of minstens vier, of minstens vijf, of minstens tien of minstens vijfien of minstens twintig energieverdeeleenheden, allen in parallel verbonden met de twee buiten-units. Elke energieverdeelheid kan met 3 tot 10 binnenunits gekoppeld zijn. Beiden buiten-units kunnen voorzien zijn om actief tegelijk gebruikt te worden, of één van de buiten-units kan geconfigureerd worden als actieve unit, en de andere als backup-unit.
Uiteraard zijn systemen met meer dan twee buiten-units eveneens mogelijk, bv. minstens drie of minstens vier of minstens vijf.
De vakman kan na het lezen van de onderhavige openbaarmaking uiteraard andere varianten bedenken, die binnen de beschermingsomvang van de conclusies vallen.
-18BE2018/5582
REFERENTIES
100 | klimaatregelsysteem |
110 | buiteneenheid |
111 | eerste hoofdleiding |
112 | tweede hoofdleiding |
113 | derde hoofdleiding |
114 | vierde hoofdleiding |
116 | eerste fluïdumstroom (om te koelen) |
117 | tweede fluïdumstroom (om te verwarmen) |
120 | energieverdeeleenheid |
121 | toevoerleiding naar binneneenheid |
122 | retourleiding van binneneenheid |
131 | eerste verdeler (bv koelingscollector) |
141 | eerste aftakkingen |
132 | tweede verdeler (bv. verwarmingscollector) |
142 | tweede aftakkingen |
133 | derde verdeler |
144 | derde aftakkingen |
134 | vierde verdeler |
144 | vierde aftakkingen |
151 | eerste driewegventielen (met 2 ingangen en 1 uitgang) |
152 | tweede driewegventielen (met 1 ingang en 2 uitgangen) |
153 | secondaire uitgangen |
154 | secondaire ingangen |
155 | actuatoren of motoren (voor aansturen van de ventielen) |
159 | zeswegventielen (met 3 ingangen en 3 uitgangen) |
161 | eerste hoofdingang |
162 | eerste hoofduitgang |
163 | tweede hoofdingang |
164 | tweede hoofduitgang |
165 | eerste bypass |
166 | tweede bypass |
167 | regelaar |
171 | eerste temperatuursensor (eerste, koude fluïdumstroom) |
172 | tweede temperatuursensor (tweede, warme fluïdumstroom) |
173 | derde temperatuursensor (in de ruimte) |
190 | binneneenheid |
191 | ruimte |
-19BE2018/5582 circulatiepomp van de warmwaterstroom debietregelkraan ontluchter circulatiepomp van de koudwaterstroom debietregelkraan ontluchter energieverdeeleenheid vierde temperatuursensor (op secondaire uitgang) vijfde temperatuursensor (op secondaire ingang) debietsensor
Claims (18)
- CONCLUSIES1. Een klimaatregelsysteem (100) voor het regelen van een veelheid van temperaturen in een veelheid van ruimtes (191a, 191 b) van een gebouw, omvattende:- een centrale buiteneenheid (110) die geconfigureerd is om selectief of tegelijkertijd koelingsenergie en/of verwarmingsenergie te leveren aan een energie-verdeeleenheid (120) door middel van een eerste respectievelijk een tweede fluïdumstroom (116, 117);- een veelheid van ten minste twee binneneenheden (190a, 190b) geconfigureerd voor het ontvangen van respectivelijke derde fluïdumstromen (126a, 126b) voor het selectief opwarmen of afkoelen van een ruimte (191a, 191b) geassocieerd met de betreffende binneneenheid (190a, 190b);- waarbij de energieverdeeleenheid (120) fluïdaal verbonden is met de centrale buiteneenheid (110) voor het ontvangen van de eerste fluïdumstroom (116) met koelingsenergie en voor het ontvangen van de tweede fluïdumstroom (117) met verwarmingsenergie, en fluïdaal verbonden is met de veelheid van binneneenheden (190a, 190b) voor het selectief en gecontroleerd doorgeven van ofwel een gedeelte van de koelingsenergie ofwel een gedeelte van de verwarmingsenergie door middel van de genoemde respectievelijk derde fluïdumstromen (126a, 126b);met het kenmerk dat- de eerste fluïdumstroom (116) en de tweede fluïdumstroom (117) en de veelheid van derde fluïdumstromen (126a, 126b) in hoofdzaak water als fluïdum omvatten.
- 2. Een klimaatregelsysteem (100) volgens conclusie 1, waarbij het klimaatregelsysteem een gesloten systeem is, en waarbij de buiteneenheid (110) en de energieverdeeleenheid (120) onderling fluïdaal verbonden zijn door middel van slechts twee toevoerleidingen (111, 113) en slechts twee retourleidingen (112, 114).
- 3. Een klimaatregelsysteem (100) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de energieverdeeleenheid (120) fluïdaal verbonden is met elk van de minstens twee binneneenheden (190a, 190b) door middel van telkens slechts één toevoerleiding (121a, 121b) en telkens slechts één retourleiding (122a, 122b) per binneneenheid.
- 4. Een klimaatregelsysteem (100) volgens conclusie 3, waarbij de genoemde toevoerleidingen (121a, 121b) naar de binneneenheden (190a, 190b) en retourleidingen (122a, 122b) van de binneneenheden (190a, 190b) flexibele leidingen zijn.
- 5. Een klimaatregelsysteem (100) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de centrale buiteneenheid (110) geconfigureerd is om de eerste fluïdumstroom-21BE2018/5582 (116) te leveren als een waterstroom met een temperatuur in het bereik van 6°C tot 20°C of van 6°C tot 16°C; en geconfigureerd is om de tweede fluïdumstroom (117) te leveren als een waterstroom met een temperatuur in het bereik van 35°C tot 45°C.
- 6. Een klimaatregelsysteem (100) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de centrale energieverdeeleenheid (120) het volgende omvat:- een veelheid van eerste driewegventielen (151a) geconfigureerd voor het selectief leveren van de derde fluïdumstromen (126a) aan de veelheid van binneneenheden (190) telkens hetzij als een gedeelte van de eerste fluïdumstroom (116) hetzij als een gedeelte van de tweede fluïdumstroom (117); en- een veelheid van tweede driewegventielen (152) geconfigureerd voor het retourneren van de fluïdumstromen (127) komende van de binneneenheden (190a, 190b); en- een regelaar (167) geconfigureerd voor het aansturen van de eerste en tweede driewegventielen (151, 152).
- 7. Een klimaatregelsysteem (100) volgens conclusie 6, verder omvattende:- een eerste hoofdingang (161) voor het ontvangen van de eerste fluïdumstroom (116);- een eerste hoofduitgang (162) voor het retourneren van de eerste fluïdumstroom;- een eerste bypass (165) tussen de eerste hoofdingang (161) en de eerste hoofduitgang (162); en- een tweede hoofdingang (163) voor het ontvangen van de tweede fluïdumstroom (117) ;- een tweede hoofduitgang (164) voor het retourneren van de tweede fluïdumstroom;- een tweede bypass (166) tussen de tweede hoofdingang (163) en de tweede hoofduitgang (164); en- een veelheid van secondaire uitgangen (153) voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste (116) of tweede fluïdumstroom (117) naar een respectievelijke binneneenheid (190), en een veelheid van secondaire ingangen (154) voor het ontvangen van retournerende fluïdumstromen komende van de respectievelijke binneneenheden (190); en- een eerste verdeler (131) met een veelheid van eerste aftakkingen (141) fluïdaal verbonden met de eerste hoofdingang (161);- een tweede verdeler (132) met een veelheid van tweede aftakkingen (142) fluïdaal verbonden met de tweede hoofdingang (163);- een derde verdeler (133) met een veelheid van derde aftakkingen (143) fluïdaal verbonden met de eerste hoofduitgang (162);- een vierde verdeler (134) met een veelheid van vierde aftakkingen (144) fluïdaal verbonden met de tweede hoofduitgang (164);-waarbij ieder van de veelheid van eerste driewegventielen (151) een eerste ingang (p) heeft die verbonden is met één van de eerste aftakkingen (141), en een tweede ingang (q) heeft-22BE2018/5582 die verbonden is met één van de tweede aftakkingen (142), en een uitgang (r) heeft die verbonden is met één van de secondaire uitgangen (153) van de energieverdeeleenheid (120) voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste fluïdumstroom (116) of de tweede fluïdumstroom (117) naarde respectievelijke binneneenheid (190); en- waarbij ieder van de veelheid van tweede driewegventielen (152) een eerste uitgang (s) heeft die verbonden is met één van de derde aftakkingen (143), en een tweede uitgang (t) heeft die verbonden is met één van de vierde aftakkingen (144), en een ingang (u) heeft voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstroom komende van de overeenkomstige binneneenheid (130).
- 8. Een klimaatregelsysteem (100) volgens één der conclusies 1 tot 5, waarbij de centrale energieverdeeleenheid (120) het volgende omvat:- een veelheid van zeswegventielen (159) geconfigureerd voor het selectief leveren van de derde fluïdumstromen (126a) aan de veelheid van binneneenheden (190) telkens hetzij als een gedeelte van de eerste fluïdumstroom (116) hetzij als een gedeelte van de tweede fluïdumstroom (117), en geconfigureerd voor het retourneren van de fluïdumstromen (127) komende van de binneneenheden (190a, 190b); en- een regelaar (167) geconfigureerd voor het aansturen van de zeswegventielen (159).
- 9. Een klimaatregelsysteem (100) volgens conclusie 8, verder omvattende:- een eerste hoofdingang (161) voor het ontvangen van de eerste fluïdumstroom (116);- een eerste hoofduitgang (162) voor het retourneren van de eerste fluïdumstroom;- een eerste bypass (165) tussen de eerste hoofdingang (161) en de eerste hoofduitgang (162); en- een tweede hoofdingang (163) voor het ontvangen van de tweede fluïdumstroom (117);- een tweede hoofduitgang (164) voor het retourneren van de tweede fluïdumstroom;- een tweede bypass (166) tussen de tweede hoofdingang (163) en de tweede hoofduitgang (164); en- een veelheid van secondaire uitgangen (153) voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste (116) of tweede fluïdumstroom (117) naar een respectievelijke binneneenheid (190), en een veelheid van secondaire ingangen (154) voor het ontvangen van retournerende fluïdumstromen komende van de respectievelijke binneneenheden (190); en- een eerste verdeler (131) met een veelheid van eerste aftakkingen (141) fluïdaal verbonden met de eerste hoofdingang (161);- een tweede verdeler (132) met een veelheid van tweede aftakkingen (142) fluïdaal verbonden met de tweede hoofdingang (163);- een derde verdeler (133) met een veelheid van derde aftakkingen (143) fluïdaal verbonden met de eerste hoofduitgang (162);-23BE2018/5582- een vierde verdeler (134) met een veelheid van vierde aftakkingen (144) fluïdaal verbonden met de tweede hoofduitgang (164);- waarbij ieder van de veelheid van zeswegventielen (159) een eerste ingang (p) heeft die verbonden is met één van de eerste aftakkingen (141), en een tweede ingang (q) heeft die verbonden is met één van de tweede aftakkingen (142), en een eerste uitgang (r) heeft die verbonden is met één van de secondaire uitgangen (153) van de energieverdeeleenheid (120) voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste fluïdumstroom (116) of de tweede fluïdumstroom (117) naar de respectievelijke binneneenheid (190); en verder een tweede uitgang (s) heeft die verbonden is met één van de derde aftakkingen (143), en een derde uitgang (t) heeft die verbonden is met één van de vierde aftakkingen (144), en een derde ingang (u) heeft voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstroom komende van de overeenkomstige binneneenheid (130).
- 10. Een klimaatregelsysteem (100) volgens één der conclusies 6 tot 9, verder omvattende:- een eerste temperatuursensor (171) voor het meten van een eerste temperatuur van de eerste fluïdumstroom (116), en voor het leveren van een eerste temperatuursignaal indicatief voor de eerste temperatuur; en- een tweede temperatuursensor (172) voor het meten van een tweede temperatuur van de tweede fluïdumstroom (117), en voor het leveren van een tweede temperatuursignaal indicatief voorde tweede temperatuur; en- een veelheid van derde temperatuursensoren (173a, 173b) voor het meten van derde temperaturen in de veelheid van respectievelijke ruimtes (191a, 191b), en geconfigureerd voor het leveren van een veelheid van derde temperatuursignalen indicatief voor de derde temperaturen;waarbij de eerste temperatuursensor (171), de tweede temperatuursensor (172) en de veelheid van derde temperatuursensoren (173) communicatief verbonden zijn met de regelaar (167);en waarbij de regelaar (167) voorzien is voor het aansturen van de ventielen (151, 152, 159) op basis van deze temperatuursignalen.
- 11. Een klimaatregelsysteem (100) volgens conclusie 10,-waarbij de eerste temperatuursensor (171) gesitueerd is tussen de eerste hoofdingang (161) en de eerste bypass (165); of-waarbij de eerste temperatuursensor (171) gesitueerd is tussen de eerste hoofdingang (161) en de eerste aftakkingen (141); of waarbij de eerste temperatuursensor (171) gesitueerd is aan de eerste bypass (165).
- 12. Een klimaatregelsysteem (100) volgens conclusie 10 of 11,- waarbij de tweede temperatuursensor (172) gesitueerd is tussen de tweede-24BE2018/5582 hoofdingang (163) en de tweede bypass (166); of- waarbij de tweede temperatuursensor (172) gesitueerd is tussen de tweede hoofdingang (163) en de tweede aftakkingen (142); of- waarbij de tweede temperatuursensor (172) gesitueerd is aan de tweede bypass (166).
- 13. Een klimaatregelsysteem (100) volgens één der conclusies 6 tot 12, waarbij de energieverdeeleenheid (820) verder het volgende omvat:- voor iedere secondaire uitgang (153a) een vierde temperatuursensor (874a) voor het meten van een temperatuur van de betreffende derde fluïdumstroom (126a) die aan de betreffende binneneenheid (190a) wordt geleverd; en- voor iedere secondaire uitgang (153a) een debietmeter (881a) voor het meten van een debiet van de betreffende derde fluïdumstroom (126a) die aan de betreffende binneneenheid (190a) wordt geleverd; en- voor iedere secondaire ingang (154a) een vijfde temperatuursensor (875a) voor het meten van een temperatuur van de fluïdumstroom (127a) die geretourneerd wordt door de betreffende binneneenheid (190a);- waarbij de veelheid van vierde temperatuursensoren (874) en de veelheid van vijfde temperatuursensoren (875) en de veelheid van debietsensoren (881 ) communicatief verbonden zijn met de regelaar (867);en waarbij de regelaar (867) verder voorzien is voor het bepalen van de hoeveelheid koelingsenergie en/of de hoeveelheid verwarmingsenergie die geleverd wordt aan iedere ruimte (190), op basis van de signalen afkomstig van de vierde temperatuursensoren (874) en de vijfde temperatuursensoren (875) en de debietsensoren (881).
- 14. Een energieverdeeleenheid (120; 820) voor gebruik in een klimaatregelsysteem (100), omvattende:- een eerste hoofdingang (161) aansluitbaar op een buiteneenheid (110) voor het ontvangen van een eerste fluïdumstroom (116);- een eerste hoofduitgang (162) aansluitbaar op de buiteneenheid (110) voor het retourneren van de eerste fluïdumstroom;- een tweede hoofdingang (163) aansluitbaar op de buiteneenheid (110) voor het ontvangen van een tweede fluïdumstroom (117), met een temperatuur hoger dan de eerste fluïdumstroom (116);- een tweede hoofduitgang (164) aansluitbaar op de buiteneenheid (110) voor het retourneren van de tweede fluïdumstroom;- een veelheid van secondaire uitgangen (153) voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste of tweede fluïdumstroom aan respectievelijke binneneenheden (190);- een veelheid van secondaire ingangen (154) voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstromen van de respectievelijke binneneenheden;-25BE2018/5582- een structuur met een veelheid van eerste driewegventielen (151) voor het selectief leveren van hetzij een gedeelte van een eerste fluïdumstroom (116) hetzij een gedeelte van de tweede fluïdumstroom (117) aan de secondaire uitgangen, en met een veelheid van tweede driewegventielen (152) voor het retourneren van deze fluïdumstromen vanuit de secondaire ingangen (154) naar hetzij de eerste of de tweede hoofduitgang (162, 164);- een regelaar (167) voor het aansturen van de eerste driewegventielen (151) en de tweede driewegventielen (152).
- 15. Een energieverdeeleenheid (120; 820) voor gebruik in een klimaatregelsysteem (100), omvattende:- een eerste hoofdingang (161) aansluitbaar op een buiteneenheid (110) voor het ontvangen van een eerste fluïdumstroom (116);- een eerste hoofduitgang (162) aansluitbaar op de buiteneenheid (110) voor het retourneren van de eerste fluïdumstroom;- een tweede hoofdingang (163) aansluitbaar op de buiteneenheid (110) voor het ontvangen van een tweede fluïdumstroom (117), met een temperatuur hoger dan de eerste fluïdumstroom (116);- een tweede hoofduitgang (164) aansluitbaar op de buiteneenheid (110) voor het retourneren van de tweede fluïdumstroom;- een veelheid van secondaire uitgangen (153) voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste of tweede fluïdumstroom aan respectievelijke binneneenheden (190);- een veelheid van secondaire ingangen (154) voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstromen van de respectievelijke binneneenheden;- een structuur met een veelheid van zeswegventielen (159) geconfigureerd voor het selectief leveren van de derde fluïdumstromen (126a) aan de veelheid van binneneenheden (190) telkens hetzij als een gedeelte van de eerste fluïdumstroom (116) hetzij als een gedeelte van de tweede fluïdumstroom (117), en geconfigureerd voor het retourneren van de fluïdumstromen (127) komende van de binneneenheden (190a, 190b); en- een regelaar (167) geconfigureerd voor het aansturen van de zeswegventielen (159).
- 16. Een energieverdeeleenheid (120; 820) volgens conclusie 14 of 15, verder omvattende:- een eerste bypass (165) tussen de eerste hoofdingang (161) en de eerste hoofduitgang (162);- een tweede bypass (166) tussen de tweede hoofdingang (163) en de tweede hoofduitgang (164);- een eerste verdeler (131) met een veelheid van eerste aftakkingen (141) fluïdaal verbonden met de eerste hoofdingang (161);- een tweede verdeler (132) met een veelheid van tweede aftakkingen (142) fluïdaal verbonden met de eerste hoofduitgang (162);-26BE2018/5582- een derde verdeler (133) met een veelheid van derde aftakkingen (143) fluïdaal verbonden met de tweede hoofdingang (163);- een vierde verdeler (134) met een veelheid van vierde aftakkingen (144) fluïdaal verbonden met de tweede hoofduitgang (164).
- 17. Een energieverdeeleenheid (120) volgens conclusie 16 en afhankelijk van conclusie 14,- waarbij ieder driewegventiel van de veelheid van eerste driewegventielen (151) een eerste ingang (p) heeft die fluïdaal verbonden is met één van de eerste aftakkingen (141), en een tweede ingang (q) heeft die fluïdaal verbonden is van één van de tweede aftakkingen (142), en een uitgang (r) heeft die fluïdaal verbonden is met één van de secondaire uitgangen (153); en- waarbij ieder driewegventiel van de veelheid van tweede driewegventielen (152) een eerste uitgang (s) heeft die fluïdaal verbonden is met één van de derde aftakkingen (143), en een tweede uitgang (t) heeft die fluïdaal verbonden is met één van de vierde aftakkingen (144), en een ingang (u) heeft die fluïdaal verbonden is met één van de secondaire ingangen (154).
- 18. Een energieverdeeleenheid (120) volgens conclusie 16 en afhankelijk van conclusie 15,- waarbij ieder van de veelheid van zeswegventielen (159) een eerste ingang (p) heeft die verbonden is met één van de eerste aftakkingen (141), en een tweede ingang (q) heeft die verbonden is met één van de tweede aftakkingen (142), en een eerste uitgang (r) heeft die verbonden is met één van de secondaire uitgangen (153) van de energieverdeeleenheid (120) voor het selectief leveren van een gedeelte van de eerste fluïdumstroom (116) of de tweede fluïdumstroom (117) naar de respectievelijke binneneenheid (190); en verder een tweede uitgang (s) heeft die verbonden is met één van de derde aftakkingen (143), en een derde uitgang (t) heeft die verbonden is met één van de vierde aftakkingen (144), en een derde ingang (u) heeft voor het ontvangen van de retournerende fluïdumstroom komende van de overeenkomstige binneneenheid (130).
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20185582A BE1026557B1 (nl) | 2018-08-23 | 2018-08-23 | Klimaatregelsysteem en energieverdeeleenheid |
DE202019104586.8U DE202019104586U1 (de) | 2018-08-23 | 2019-08-21 | Klimaregelsystem und Energieverteileinheit |
FR1909373A FR3085201B1 (fr) | 2018-08-23 | 2019-08-23 | Système de climatisation et unité de distribution d'énergie |
NL2023692A NL2023692B1 (nl) | 2018-08-23 | 2019-08-23 | Klimaatregelsysteem en energieverdeeleenheid |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20185582A BE1026557B1 (nl) | 2018-08-23 | 2018-08-23 | Klimaatregelsysteem en energieverdeeleenheid |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1026557A1 true BE1026557A1 (nl) | 2020-03-18 |
BE1026557B1 BE1026557B1 (nl) | 2020-03-25 |
Family
ID=63452334
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20185582A BE1026557B1 (nl) | 2018-08-23 | 2018-08-23 | Klimaatregelsysteem en energieverdeeleenheid |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1026557B1 (nl) |
DE (1) | DE202019104586U1 (nl) |
FR (1) | FR3085201B1 (nl) |
NL (1) | NL2023692B1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2020190967A1 (en) | 2019-03-17 | 2020-09-24 | Ralph Feria | Valve system and methods |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CA2741877A1 (en) * | 2008-10-28 | 2010-05-14 | Trak International, Llc | Controls for high-efficiency heat pumps |
KR101021723B1 (ko) * | 2010-07-20 | 2011-03-22 | (주)씨오투텍 | 열자급형 복합냉난방 장치 |
JP5905110B2 (ja) * | 2012-09-20 | 2016-04-20 | 三菱電機株式会社 | 空気調和装置 |
EP3006843B1 (en) * | 2013-05-31 | 2018-04-11 | Mitsubishi Electric Corporation | Heat-medium conversion device, and air conditioner provided with heat-medium conversion device |
US10578345B2 (en) * | 2017-01-29 | 2020-03-03 | Billybob Corporation | Heat transfer and hydronic systems |
-
2018
- 2018-08-23 BE BE20185582A patent/BE1026557B1/nl active IP Right Grant
-
2019
- 2019-08-21 DE DE202019104586.8U patent/DE202019104586U1/de active Active
- 2019-08-23 NL NL2023692A patent/NL2023692B1/nl active
- 2019-08-23 FR FR1909373A patent/FR3085201B1/fr active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR3085201B1 (fr) | 2021-10-08 |
DE202019104586U1 (de) | 2020-03-04 |
NL2023692B1 (nl) | 2020-02-27 |
FR3085201A1 (fr) | 2020-02-28 |
BE1026557B1 (nl) | 2020-03-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
RU2575961C2 (ru) | Способ регулирования объемного потока обогревающей и/или охлаждающей среды, протекающей через теплообменники в обогревающей или охлаждающей установке | |
EP2672190B1 (en) | Ambient air-conditioning unit for residential use | |
CA2741869A1 (en) | Methods and equipment for enabling an hvac component to be connected to and disconnected from an hvac system | |
GB201219788D0 (en) | Improvements to thermodynamic solar heat transfer systems | |
WO2009069892A3 (en) | Device for control each temperature of warm circulation water of each room control system | |
CA3003348A1 (en) | A local thermal energy consumer assembly and a local thermal energy generator assembly for a district thermal energy distibution system | |
NL2023692B1 (nl) | Klimaatregelsysteem en energieverdeeleenheid | |
WO2012084209A2 (en) | Supply system with a plurality of consumers | |
GB2527530A (en) | Fluid-heating apparatus | |
CN204388288U (zh) | 楼宇温度控制系统 | |
AU2014246775B2 (en) | In-line heated solar thermal storage collector | |
EP2762789B1 (en) | Thermal integrated multi-source plant | |
US12077949B2 (en) | Method for operating a circulation system, and circulation system | |
KR19980018617A (ko) | 온수·위생수겸용설비용 수압식 어셈블리 | |
KR101894936B1 (ko) | 공조 장치 | |
SK500382021U1 (sk) | Združený systém na ohrev úžitkovej vody a vykurovacieho média na domové vykurovanie a/alebo na chladenie vykurovacieho média na domové chladenie | |
WO2013173863A1 (en) | A water heating system | |
NL2027705B1 (en) | A method of preparing heated water and a building comprising a system to prepare heated water | |
RU2473017C2 (ru) | Способ охлаждения воздуха в здании и система для его реализации | |
RU2789441C2 (ru) | Способ работы циркуляционной системы и циркуляционная система | |
CN219103143U (zh) | 积水盘加热装置、热泵以及采暖系统 | |
RU2464499C2 (ru) | Система водяного отопления | |
AU2007100259A4 (en) | Heating or cooling control | |
EP3293459A1 (en) | Fluid supply system | |
RU104288U1 (ru) | Система охлаждения воздуха в здании |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20200325 |