BE1026547B1 - Sensor device and method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon - Google Patents

Sensor device and method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon Download PDF

Info

Publication number
BE1026547B1
BE1026547B1 BE20190061A BE201900061A BE1026547B1 BE 1026547 B1 BE1026547 B1 BE 1026547B1 BE 20190061 A BE20190061 A BE 20190061A BE 201900061 A BE201900061 A BE 201900061A BE 1026547 B1 BE1026547 B1 BE 1026547B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
block
waste ribbon
ribbon
movement
guide
Prior art date
Application number
BE20190061A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1026547A1 (en
Inventor
Sebastiaan Verrept
Koenraad Vandecasteele
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Publication of BE1026547A1 publication Critical patent/BE1026547A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1026547B1 publication Critical patent/BE1026547B1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/18Automatic stop motions
    • D03D51/44Automatic stop motions acting on defective operation of loom mechanisms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/40Forming selvedges
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/18Automatic stop motions
    • D03D51/20Warp stop motions

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Knitting Machines (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een sensorinrichting en een werkwijze voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine bevattende een blok (2) met een geleidingselement (3) voor het afvallint, waarbij in een normale toestand van het afvallint het blok (2) in een nominale positie is aangebracht, waarbij het blok (2) verschuifbaar langs een bewegingsbaan van het afvallint is gemonteerd, zodat het blok (2) uit de nominale positie kan worden verschoven in een richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint door krachten die op het blok (2) inwerken in voornoemde richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint.The invention relates to a sensor device and a method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon in a weaving machine comprising a block (2) with a guide element (3) for the waste ribbon, wherein in a normal state of the waste ribbon, the block (2) is mounted in a nominal position, the block (2) being slidably mounted along a path of movement of the waste ribbon so that the block (2) can be shifted from the nominal position in a direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon by forces act on the block (2) in the aforementioned direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon.

Description

Sensorinrichting en werkwijze voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint.Sensor device and method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon.

Technisch gebied en stand van de techniek.Technical field and state of the art.

[0001] De uitvinding betreft een sensorinrichting en een werkwijze voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine.The invention relates to a sensor device and a method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon in a weaving machine.

{{

[0002] JP 56-103076-U toont een weefmachine met een sensorinrichting voor het detecteren van een spanningsdaling van een afvallint bevattende een hefboom die zwenkbaar om een zwenkas is aangebracht, waarbij de hefboom in een eerste positie wordt gehouden op een afstand van een contact door een afvallint tegen zwaartekrachten die op de hefboom inwerken, en als gevolg van de zwaartekrachten, wordt de hefboom naar een tweede positie gezwenkt, waarin de hefboom contact maakt met het contact, ingeval een spanning in het afvallint onder een ingestelde waarde daalt, Samenvatting van de uitvinding.JP 56-103076-U shows a weaving machine with a sensor device for detecting a tension drop of a scrap ribbon including a lever pivotably disposed about a pivot axis, the lever being held in a first position at a distance from a contact by an anti-gravity release ribbon acting on the lever, and due to the forces of gravity, the lever is pivoted to a second position, in which the lever contacts the contact, in case a tension in the release ribbon falls below a set value. the invention.

[0003] Het is het doel van de uitvinding te voorzien in een sensorinrichting en een werkwijze voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine.It is the object of the invention to provide a sensor device and a method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon in a weaving machine.

[0004] Dit doel wordt opgelost door de inrichting en de werkwijze met de kenmerken van conclusies 1 en 9.This object is solved by the device and the method having the features of claims 1 and 9.

Voorkeurdragende uitvoeringsvormen worden in de afhankelijke conclusies gedefinieerd.Preferred embodiments are defined in the dependent claims.

[0005] Volgens een eerste aspect wordt een sensorinrichting voorzien voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine bevattende een blok met een geleidingselement voor het afvallint, waarbij in een normale toestand van het afvallint het blok in een nominale positie is aangebracht, en waarbij het blok verschuifbaar langs een bewegingsbaan van het afvallint is gemonteerd, zodat het blok uit de nominale positie kan worden verschoven in een richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint door krachten die inwerken op het blok in voornoemde richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint.According to a first aspect, there is provided a sensor device for detecting an abnormal state of a scrap ribbon in a weaving machine comprising a block having a scrap ribbon guiding element, wherein in a normal state of the scrap ribbon, the block is disposed in a nominal position. , and wherein the block is slidably mounted along a path of movement of the waste ribbon so that the block can be shifted from the nominal position in a direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon by forces acting on the block in said direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon.

[0006] Het afvallint maakt contact met het blok ter hoogte van het geleidingselement. Aldus, in gebruik, in een normale toestand | oefent het afvallint een kracht uit op het blok in zijn bewegingsrichting. In een abnormale toestand zouden krachten die op het blok in een tegengestelde richting inwerken kunnen aangebracht worden door een afvallint dat achteruit wordt getrokken, dit betekent getrokken in een richting tegengesteld aan zijn normale bewegingsrichting, bijvoorbeeld ingeval het afvallint tussen een doekopwikkelingsinrichting is geklemd.The waste ribbon makes contact with the block at the level of the guide element. Thus, in use, in a normal condition | the waste ribbon applies a force on the block in its direction of movement. In an abnormal state, forces acting on the block in an opposite direction could be applied by a waste ribbon being pulled back, that is, pulled in a direction opposite to its normal direction of movement, for example where the waste ribbon is clamped between a fabric rewinder.

[0007] Het geleidingselement voor het afvallint is in een uitvoeringsvorm een geleidingsgroef. In andere uitvoeringsvormen is het geleidingselement een geleidingsoog.The waste ribbon guide element is, in one embodiment, a guide groove. In other embodiments, the guide element is a guide eye.

[0008] In een uitvoeringsvorm is een nabijheidssensor voorzien, waarbij een aanwezigheid of afwezigheid van het blok in de nominale positie detecteerbaar is door de nabijheidssensor. In een uitvoeringsvorm heeft het blok een detectievlak, waarbij het blok geacht wordt te zijn aangebracht in de nominale positie zolang hetdetectievlak binnen een bepaald gebied tegenover de nabijheidssensor is aangebracht, dit betekent zolang het detectievlak detecteerbaar is door de nabijheidssensor.In one embodiment, a proximity sensor is provided, wherein a presence or absence of the block in the nominal position is detectable by the proximity sensor. In one embodiment, the block has a detection face, the block is considered to be disposed in the nominal position as long as the detection face is disposed within a certain area opposite the proximity sensor, i.e. as long as the detection face is detectable by the proximity sensor.

[0009] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen, minstens in het bereik van de sensorinrichting wordt het afvallint langs een minstens hoofdzakelijk lineaire bewegingsbaan bewogen, waarbij het blok verschuifbaar langs een lineaire baan is gemonteerd. In een uitvoeringsvorm is een geleidingsas voorzien, waarbij het blok verschuifbaar langs de geleidingsas op de geleidingsas is gemonteerd. In de context van de aanvraag beschrijft een beweging “langs de geleidingsas” een beweging in de axiale richting van de geleidingsas. Het blok is voorzien van een groef of een doorgaand gat die de geleidingsas opneemt. De geleidingsas is minstens hoofdzakelijk evenwijdig met de bewegingsbaan van het afvallint aangebracht.In preferred embodiments, at least in the region of the sensor device, the waste ribbon is moved along an at least substantially linear path of movement, the block being slidably mounted along a linear path. In one embodiment, a guide shaft is provided, wherein the block is slidably mounted on the guide shaft along the guide shaft. In the context of the application, a movement “along the guide axis” describes a movement in the axial direction of the guide axis. The block is provided with a groove or a through hole that receives the guide shaft. The guide axis is arranged at least substantially parallel to the path of movement of the waste ribbon.

[0010] In een uitvoeringsvorm is de geleidingsas tussen de vleugels van een montagesteun gemonteerd, in het bijzonder tussen twee vleugels van een montagesteun, waarbij elke vleugel van een geleidingselement voor het afvallint is voorzien. De twee geleidingselementen bepalen een bewegingsbaan van het afvallint.In one embodiment, the guide shaft is mounted between the wings of a mounting bracket, in particular between two wings of a mounting bracket, each wing being provided with a guide element for the waste ribbon. The two guide elements define a path of movement of the waste ribbon.

In voorkeurdragende uitvoeringsvormen zijn de geleidingselementen ten opzichte van elkaar uitgelijnd langs een as die zich evenwijdig met de geleidingsas uitstrekt. De geleidingselementen voor het afvallint zijn in een uitvoeringsvorm elk door een geleidingsgroef gevormd, in andere uitvoeringsvormen zijn de geleidingselementen geleidingsogen.In preferred embodiments, the guide elements are aligned with respect to each other along an axis extending parallel to the guide axis. In one embodiment the guide elements for the waste ribbon are each formed by a guide groove, in other embodiments the guide elements are guide eyes.

[0011] In een uitvoeringsvorm is het blok beweegbaar over de volledige lengte van de geleidingsas tussen de vleugels van demontagesteun. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen wordt een beweging van het blok in de normale bewegingsrichting van het afvallint naar een eerste vleugel van de montagesteun toe begrensd door een aanslagelement. In normale toestanden oefent het afvallint s in gebruik een kracht uit op het blok in zijn bewegingsrichting door het blok tegen het aanslagelement te dwingen. Het aanslagelement zorgt voor een precieze en herhaalbare positionering van het blok in de nominale positie.In one embodiment, the block is movable along the full length of the guide axis between the wings of the disassembly support. In preferred embodiments, movement of the block in the normal direction of movement of the waste ribbon toward a first wing of the mounting bracket is limited by a stop member. In normal conditions, the waste ribbon s, in use, exerts a force on the block in its direction of movement by forcing the block against the stop member. The stop element ensures precise and repeatable positioning of the block in the nominal position.

[0012] In een uitvoeringsvorm heeft het blok slechts één vrijheidsgraad, dit betekent dat een beweging van het blok begrensd is tot de beweging langs de bewegingsbaan van het afvallint. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is het blok verder roteerbaar | op de geleidingsas gemonteerd, waarbij een kracht op het blok wordt | aangebracht om het blok om de geleidingsas uit de nominale positie { te roteren, en waarbij het blok in de nominale positie wordt gehouden tegen voornoemde kracht door een afvallint met een vooraf gedefinieerde spanning. Met andere woorden is het blok zowel verschuifbaar uit de nominale positie als roteerbaar uit de nominale positie, waarbij elkeen van de bewegingen uit de nominale positie kan worden gedetecteerd, bijvoorbeeld door middel van de nabijheidssensor. In een uitvoeringsvorm is de geleidingsas horizontaal aangebracht, waarbij de zwaartekrachten op het blok inwerken om het blok om de geleidingsas uit de nominale positie te roteren. Als alternatief of in aanvulling zijn in uitvoeringsvormen van de uitvinding voorspankrachtelementen, zoals veerelementen voorzien om het blok uit de nominale positie te dwingen. In dit geval is in een uitvoeringsvorm de geleidingsas niet horizontaal aangebracht.In one embodiment, the block has only one degree of freedom, which means that movement of the block is limited to movement along the path of movement of the waste ribbon. In preferred embodiments, the block is further rotatable mounted on the guide shaft, applying a force to the block | arranged to rotate the block about the guide axis from the nominal position, and wherein the block is held in the nominal position against said force by a release ribbon having a predefined tension. In other words, the block is both slidable from the nominal position and rotatable from the nominal position, each of the movements from the nominal position being detectable, for example by means of the proximity sensor. In one embodiment, the guide axis is mounted horizontally, with the forces of gravity acting on the block to rotate the block about the guide axis from the nominal position. Alternatively or in addition, in embodiments of the invention, biasing force elements, such as spring elements, are provided to urge the block out of the nominal position. In this case, in one embodiment, the guide shaft is not arranged horizontally.

[0013] In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is het blok voorzien van een detectievlak, waarbij het blok geacht wordt te zijn aangebracht in de nominale positie zolang het detectievlak binnen een bepaald gebied is aangebracht. Het blok is minstens 5 verschuifbaar zodat het detectievlak uit het bepaalde gebied kan worden bewogen. In uitvoeringsvormen is het blok bovendien roteerbaar zodat het detectievlak uit het bepaalde gebied kan worden bewogen. ‘In preferred embodiments, the block is provided with a detection face, the block is considered to be disposed in the nominal position as long as the detection face is disposed within a certain area. The block is slidable at least so that the detection plane can be moved out of the determined area. In embodiments, the block is also rotatable so that the detection plane can be moved out of the defined area. "

[0014] In een uitvoeringsvorm is het geleidingselement voor het afvallint van het blok een geleidingsoog, waarbij een as van dat geleidingsoog en een rotatieas van het blok in een middenvlak van { het blok liggen, en waarbij het detectievlak asymmetrisch ten opzichte van het middenvlak is aangebracht. Met dit ontwerp hangt een rotatiehoek waarmee het detectievlak uit het bepaalde gebied wordt bewogen af van de oriëntatie waarin het blok op de geleidingsas is gemonteerd. Hierdoor, door het blok van de geleidingsas te verwijderen, het blok 180° te roteren en het blok opnieuw op de geleidingsas te monteren kan een gevoeligheid van de sensorinrichting voor afwijkingen in een afvallint spanning worden gewijzigd.In one embodiment, the block waste ribbon guide element is a guide eye, an axis of said guide eye and a rotation axis of the block being in a center plane of the block, and the detection plane being asymmetrical with respect to the center plane applied. With this design, an angle of rotation with which the detection plane is moved out of the particular area depends on the orientation in which the block is mounted on the guide shaft. Hereby, by removing the block from the guide shaft, rotating the block 180 ° and reassembling the block on the guide shaft, a sensitivity of the sensor device to deviations in a drop-off ribbon voltage can be changed.

[0015] Volgens een tweede aspect wordt een werkwijze voorzien voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine, waarbij het afvallint door een blok wordt geleid, welk blok verschuifbaar langs een bewegingsbaan van het afvallint is aangebracht, waarbij in een normale toestand van het afvallint het blok in een nominale positie is aangebracht, en waarbij als het afvallint in een richting tegengesteld aan zijn normale bewegingsrichting wordt bewogen, het afvallint een kracht op het blok uitoefent in voornoemde richting tegengesteld aan de normalebewegingsrichting van het afvallint en het blok in voornoemde richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint uit de nominale positie wordt bewogen.According to a second aspect, there is provided a method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon in a weaving machine, wherein the waste ribbon is passed through a block, which block is slidably disposed along a path of movement of the waste ribbon, in a normal manner. condition of the waste ribbon the block is arranged in a nominal position, and where the waste ribbon is moved in a direction opposite to its normal direction of movement, the waste ribbon exerts a force on the block in said direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon and the block is moved from the nominal position in the said direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon.

[0016] In een uitvoeringsvorm wordt een aanwezigheid of afwezigheid van het blok in de nominale positie door een nabijheidssensor gedetecteerd.In one embodiment, a presence or absence of the block in the nominal position is detected by a proximity sensor.

[0017] In een uitvoeringsvorm is het blok enkel beweegbaar langs een bewegingsbaan van het afvallint. In voorkeurdragende uitvoeringsvormen is het blok bovendien roteerbaar om een rotatieas aangebracht die zich minstens hoofdzakelijk evenwijdig met de bewegingsbaan van het afvallint uitstrekt, waarbij een kracht op het blok wordt aangebracht om het blok om de rotatieas uit de nominale positie te roteren, en waarbij het blok in de nominale positie tegen voornoemde kracht wordt gehouden door een afvallint met een vooraf gedefinieerde spanning.In one embodiment, the block is movable only along a path of movement of the waste ribbon. Additionally, in preferred embodiments, the block is rotatably disposed about an axis of rotation extending at least substantially parallel to the path of movement of the waste ribbon, a force being applied to the block to rotate the block about the axis of rotation from the nominal position, and wherein the block is held against said force in the nominal position by a release ribbon having a predefined tension.

Korte beschrijving van de tekeningen.Brief description of the drawings.

[0018] Hierna zullen uitvoeringsvormen van de uitvinding in detail worden beschreven met verwijzing naar de tekeningen. Doorheen de tekeningen worden dezelfde elementen aangeduid door dezelfde referentienummers.In the following, embodiments of the invention will be described in detail with reference to the drawings. Throughout the drawings, like elements are referred to by like reference numbers.

Figuur 1 is een perspectief aanzicht van een voorkant van een eerste uitvoeringsvorm van een sensorinrichting voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine, welke bij voorkeur aan een rechter zijde van een weefmachine is aangebracht;Figure 1 is a front perspective view of a first embodiment of a sensor device for detecting an abnormal condition of a scrap ribbon in a weaving machine, which is preferably disposed on a right side of a weaving machine;

Figuur 2 toont de sensorinrichting van figuur 1 in een perspectiefaanzicht vanaf de achterkant in een normale toestand van een afvallint;Figure 2 shows the sensor device of Figure 1 in a perspective view from the rear in a normal condition of a waste ribbon;

Figuur 3 toont de sensorinrichting van figuur 2 in een perspectiefaanzicht vanaf de achterkant in een abnormale toestand van een afvallint;Figure 3 shows the sensor device of Figure 2 in a perspective view from the rear in an abnormal condition of a waste ribbon;

Figuur 4 is een vooraanzicht van de sensorinrichting van figuur 1in de normale toestand van een afvallint van figuur 2;Figure 4 is a front view of the sensor device of Figure 1 in the normal condition of a waste ribbon of Figure 2;

Figuur 5 is een vooraanzicht van de sensorinrichting van figuur 1 in de abnormale toestand van een afvallint van figuur 3;Figure 5 is a front view of the sensor device of Figure 1 in the abnormal state of a waste ribbon of Figure 3;

Figuur 6 is een zijaanzicht van de sensorinrichting van figuur 1 met een eerste gevoeligheidsopstelling in de normale toestand van het afvallint zoals getoond in figuur 3;Figure 6 is a side view of the sensor device of Figure 1 with a first sensitivity arrangement in the normal state of the waste ribbon as shown in Figure 3;

Figuur 7 is een zijaanzicht van de sensorinrichting van figuur 6 in een andere abnormale toestand van een afvallint; Figuur 8 is een zijaanzicht van de sensorinrichting van figuur 6 met een tweede gevoeligheidsopstelling in de normale toestand van het afvallint zoals getoond in figuur 3; enFigure 7 is a side view of the sensor device of Figure 6 in another abnormal state of a waste ribbon; Figure 8 is a side view of the sensor device of Figure 6 with a second sensitivity arrangement in the normal state of the waste ribbon as shown in Figure 3; and

Figuur 9 is een perspectiefaanzicht van een voorkant van een tweede uitvoeringsvorm van een sensorinrichting voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine, welke bij voorkeur aan een linker zijde van een weefmachine is aangebracht.Figure 9 is a front perspective view of a second embodiment of a sensor device for detecting an abnormal condition of a scrap ribbon in a weaving machine, which is preferably disposed on a left side of a weaving machine.

Gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding.Detailed description of embodiments of the invention.

[0019] Figuren 1 tot 8 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een sensorinrichting 1 voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint (niet getoond) bij een weefmachine.Figures 1 to 8 show a first embodiment of a sensor device 1 for detecting an abnormal condition of a waste ribbon (not shown) at a weaving machine.

[0020] De sensorinrichting 1 bevat een blok 2 met een geleidingselement 3 voor het afvallint. Het blok 2 is op een geleidingsas 4 gemonteerd. In de getoonde uitvoeringsvorm is het blok 2 verschuifbaar en roteerbaar op de geleidingsas 4 gemonteerd zodat het blok 2 langs de geleidingsas 4 kan verschuiven en om de geleidingsas 4 kan roteren.The sensor device 1 contains a block 2 with a guide element 3 for the waste ribbon. The block 2 is mounted on a guide shaft 4. In the embodiment shown, the block 2 is slidably and rotatably mounted on the guide axis 4, so that the block 2 can slide along the guide axis 4 and rotate about the guide axis 4.

[0021] De sensorinrichting 1 bevat een montagesteun 5 met twee evenwijdige vleugels 6 en een kraagligger 11 die loodrecht op de twee vleugels 6 is aangebracht.The sensor device 1 comprises a mounting bracket 5 with two parallel wings 6 and a collar girder 11 arranged perpendicular to the two wings 6.

[0022] De geleidingsas 4 is tussen de vleugels 6 van de montagesteun 5 gemonteerd, waarbij in de getoonde uitvoeringsvorm de geleidingsas 4 op de montagesteun 5 door middel van bouten 14, 15 is gemonteerd. Elke vleugel 6 is voorzien van een geleidingselement 7 voor het afvallint.The guide shaft 4 is mounted between the wings 6 of the mounting bracket 5, in the embodiment shown the guide shaft 4 is mounted on the mounting bracket 5 by means of bolts 14, 15. Each wing 6 is provided with a guide element 7 for the waste ribbon.

[0023] In de getoonde uitvoeringsvorm is de geleidingsas 4 voorzien van een aanslagelement 8, waarbij een beweging van het blok 2 naar een eerste vleugel 6 van de montagesteun 5 toe, die rechts in figuur 1 wordt getoond, begrensd wordt door het aanslagelement 8. De andere vleugel 6 wordt hierna als tweede Vleugel 6 aangeduid.In the embodiment shown, the guide shaft 4 is provided with a stop element 8, whereby a movement of the block 2 towards a first wing 6 of the mounting support 5, which is shown on the right in figure 1, is limited by the stop element 8. The other wing 6 is hereinafter referred to as second wing 6.

[0024] De sensorinrichting 1 bevat verder een nabijheidssensor 9 met een kabel 12, die op de kraagligger 11 van de montagesteun is gemonteerd. De nabijheidssensor 9 werkt samen met een detectievlak 10 van het blok 2 zoals hierna meer in detail wordt 5 toegelicht.The sensor device 1 further includes a proximity sensor 9 with a cable 12 mounted on the collar girder 11 of the mounting bracket. The proximity sensor 9 cooperates with a detection surface 10 of the block 2 as will be explained in more detail below.

[0025] In de getoonde uitvoeringsvorm zijn het geleidingselement 3 van het blok 2 en de geleidingselementen 7 in = de vleugels 6 geleidingsogen, waarbij een afvallint (niet getoond) bedraad wordt doorheen het geleidingselement 7 voorzien ter hoogte van de tweede vleugel 6 (links in figuur 1), doorheen het geleidingselement 3 van het blok 2 en doorheen het geleidingselement 7 voorzien ter hoogte van de eerste vleugel 6. Hierdoor, bij een normale werking, wordt het afvallint van links naar rechts bewogen in figuur 1, waarbij het bewegende afvallint een kracht op het blok 2 uitoefent die het blok 2 naar het aanslagelement 8 toe dwingt.In the embodiment shown, the guide element 3 of the block 2 and the guide elements 7 in the wings 6 are guide eyes, a waste ribbon (not shown) being wired through the guide element 7 provided at the level of the second wing 6 (left in Figure 1), through the guide element 3 of the block 2 and through the guide element 7 provided at the level of the first wing 6. As a result, in normal operation, the waste ribbon is moved from left to right in Figure 1, whereby the moving waste ribbon has a exerts force on the block 2, which forces the block 2 towards the stop element 8.

[0026] De uitdrukkingen “links” en “rechts” gebruikt in de context van de aanvraag worden enkel gebruikt om een positie van elementen ten opzichte van elkaar te beschrijven en beperken de opsteiling van de sensorinrichting 1 op een weefmachine niet.The terms "left" and "right" used in the context of the application are only used to describe a position of elements with respect to each other and do not limit the positioning of the sensor device 1 on a weaving machine.

[0027] Een as 17 van het geleidingselement 3 van het blok 2 en een rotatieas 18 van het blok 2 liggen in een middenvlak 13, aangeduid door een stippellijn. Het blok 2 getoond in figuren 1 tot 8 is voorzien van drie aanduidingen 16, waarbij twee aanduidingen 16 op een gemeenschappelijk eerste deel van het blok 2 ten opzichte van het middenvlak zijn voorzien, en één aanduiding 16 op een tegenoverliggend tweede deel van het blok 2 is voorzien.An axis 17 of the guide element 3 of the block 2 and a rotation axis 18 of the block 2 lie in a central plane 13, indicated by a dotted line. The block 2 shown in Figures 1 to 8 is provided with three indicia 16, two indicia 16 being provided on a common first part of the block 2 relative to the center plane, and one indication 16 on an opposite second part of the block 2 is provided.

[0028] De geleidingsas 4 is horizontaal aangebracht, waarbij zwaartekrachten die op het blok 2 inwerken een rotatie van het blok 2 om de geleidingsas 4 veroorzaken tot een evenwicht wordt bereikt. Ingeval een afvallint met een voldoende spanning doorheen de geleidingselementen 3 en 7 wordt bedraad, wordt een rotatie van het blok 2 vermeden. Ingeval een spanning van het afvallint daalt, zal het blok 2 om de geleidingsas 4 roteren als gevolg van de zwaartekrachten die op het blok 2 inwerken. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn een zwaartepunt van het blok 2 en het detectievlak 10 aan tegenoverliggende zijden van de geleidingsas 4 aangebracht, dit betekent wanneer het zwaartepunt neerwaarts wordt bewogen, het detectievlak 10 opwaarts wordt bewogen. In andere uitvoeringsvormen zijn het zwaartepunt van het blok 2 en het detectievlak 10 aan dezelfde zijde van het blok 2 ten opzichte van de geleidingsas 4 aangebracht.The guide axis 4 is arranged horizontally, gravity forces acting on the block 2 causing a rotation of the block 2 about the guide axis 4 until equilibrium is reached. In case a scrap ribbon with a sufficient tension is wired through the guide elements 3 and 7, a rotation of the block 2 is avoided. In case a tension of the waste ribbon drops, the block 2 will rotate about the guide axis 4 as a result of the forces of gravity acting on the block 2. In the embodiment shown, a center of gravity of the block 2 and the detection face 10 are arranged on opposite sides of the guide shaft 4, i.e. when the center of gravity is moved downward, the detection face 10 is moved upward. In other embodiments, the center of gravity of the block 2 and the detection plane 10 are arranged on the same side of the block 2 relative to the guide axis 4.

[0029] Figuren 1, 2, 4, 6 en 8 tonen een normale toestand van een afvallint, waarbij het detectievlak 10 tegenover de nabijheidssensor 9 is aangebracht. In de context van de aanvraag wordt het blok 2 geacht te zijn aangebracht in een nominale positie zolang het detectievlak 10 binnen een bepaald gebied is aangebracht, en aldus door de nabijheidssensor 9 detecteerbaar is.Figures 1, 2, 4, 6 and 8 show a normal state of a waste ribbon, with the detection face 10 being disposed opposite the proximity sensor 9. In the context of the application, the block 2 is considered to be disposed in a nominal position as long as the detection face 10 is disposed within a certain area, and thus is detectable by the proximity sensor 9.

[0030] De sensorinrichting 1 getoond in de figuren is geschikt voor het detecteren van twee verschillende abnormale toestanden.The sensor device 1 shown in the figures is suitable for detecting two different abnormal states.

[0031] Figuren 3 en 5 tonen een eerste abnormale toestand, waarbij het blok 2 langs de geleidingsas 4 uit de nominale positie wordt bewogen. Een dergelijke beweging van het blok 2 wordt veroorzaakt door krachten die op het blok 2 inwerken in een richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint, ditbetekent van rechts naar links in figuur 1. Dergelijke krachten worden op het blok 2 aangebracht bijvoorbeeld als het afvallint in een richting tegengesteld aan zijn normale bewegingsrichting wordt bewogen, dit betekent van rechts naar links in figuren 1 en 4.Figures 3 and 5 show a first abnormal state in which the block 2 is moved along the guide axis 4 from the nominal position. Such movement of the block 2 is caused by forces acting on the block 2 in a direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon, i.e. from right to left in Figure 1. Such forces are applied to the block 2, for example as the waste ribbon is moved in a direction opposite to its normal direction of movement, i.e. from right to left in Figures 1 and 4.

Wanneer het blok 2 langs de geleidingsas 4 beweegt, aldus naar links in figuren 1 en 4, zal het detectievlak 10 van het blok 2 weg bewegen _ van de nabijheidssensor 9 en zal de nabijheidssensor 9 geen signaal geven. Dit kan een aanduiding zijn dat iets verkeerd is met het afvallint, en kan de weefmachine worden gestopt. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat een bewegingsbaan van het blok 2 voordat het detectievlak 10 het sensorbereik van de nabijheidssensor 9 verlaat onder meer afhangt van een dimensie van het blok 2 in de axiale richting van de geleidingsas 4 en een lengte van het aanslagelement 8. |When the block 2 moves along the guide axis 4, thus to the left in Figures 1 and 4, the detection surface 10 of the block 2 will move away from the proximity sensor 9 and the proximity sensor 9 will not give a signal. This could be an indication that something is wrong with the waste ribbon and the weaving machine can be stopped. It will be clear to those skilled in the art that a path of movement of the block 2 before the detection surface 10 leaves the sensor range of the proximity sensor 9 depends, among other things, on a dimension of the block 2 in the axial direction of the guide axis 4 and a length of the stop element 8. . |

[0032] Figuur 7 toont een tweede abnormale toestand, waarbij het blok 2 geroteerd wordt om de geleidingsas 4 uit de nominale positie getoond in figuur 6. Een dergelijke rotatie van het blok 2 wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door zwaartekrachten die op het blok 2 inwerken, ingeval een afvallint spanning niet voldoende is om de zwaartekrachten te balanceren.Figure 7 shows a second abnormal state, where the block 2 is rotated about the guide axis 4 from the nominal position shown in Figure 6. Such rotation of the block 2 is caused, for example, by gravitational forces acting on the block 2, in case a waste ribbon tension is not sufficient to balance the forces of gravity.

[0033] Zoals getoond in figuren 6 en 8 is het detectievlak 10 asymmetrisch ten opzichte van het middenvlak 13 aangebracht. Het blok 2 kan op de geleidingsas 4 in twee oriëntaties worden gemonteerd zoals getoond in figuren 6 en 8, de oriëntaties zijn 180° ten opzichte van elkaar geroteerd. Een gevoeligheid voor afwijkingen in de afvallint spanning hangt af van de oriëntatie van het blok 2.As shown in Figures 6 and 8, the detection face 10 is arranged asymmetrically with respect to the center face 13. The block 2 can be mounted on the guide shaft 4 in two orientations as shown in Figures 6 and 8, the orientations are rotated 180 ° with respect to each other. A sensitivity to deviations in the release ribbon tension depends on the orientation of the block 2.

[0034] Figuur 6 toont een eerste oriëntatie, ook aangeduid als gevoelige opstelling, waarbij het eerste deel van het blok 2 voorzienvan twee aanduidingen 16 boven het tweede deel van het blok 2 voorzien van slechts één aanduiding 16 is aangebracht. In die oriëntatie strekt het detectievlak 10 zich slechts uit over een kleine afstand neerwaarts van een neutrale positie, waarin het middenvlak 13 uitgelijnd is met een centrale as van de nabijheidssensor 9. Aldus veroorzaakt een kleine rotatie van het blok 2 om de geleidingsas 4 het detectievlak 10 opwaarts te bewegen en uit het bereik van de nabijheidssensor 9. Met andere woorden, wanneer het blok 2 een kleine hoeveelheid roteert, dan daalt een signaal van de nabijheidssensor 9 reeds.Figure 6 shows a first orientation, also referred to as sensitive arrangement, in which the first part of the block 2 provided with two indicia 16 is arranged above the second part of the block 2 provided with only one indication 16. In that orientation, the detection plane 10 extends only a short distance down from a neutral position, in which the center plane 13 is aligned with a central axis of the proximity sensor 9. Thus, a small rotation of the block 2 about the guide axis 4 causes the detection plane 10 up and out of the range of the proximity sensor 9. In other words, if the block 2 rotates a small amount, then a signal from the proximity sensor 9 is already falling.

[0035] Figuur 8 toont een tweede oriëntatie, ook aangeduid als niet-gevoelige opstelling, waarbij het eerste deel van het blok 2 voorzien van twee aanduidingen 16 onder het tweede deel van het blok 2 voorzien van slechts één aanduiding 16 is aangebracht, waarbij de aanduidingen 16 niet zichtbaar zijn in figuur 8. Met die oriëntatie, in vergelijking met de gevoelige opstelling, strekt het detectievlak 10 zich uit over een grotere afstand neerwaarts van een neutrale positie, waarin het middenvlak 13 uitgelijnd is met een centrale as van de nabijheidssensor 9. Aldus, in vergelijking met de gevoelige opstelling, kan het blok 2 om de geleidingsas 4 roteren over een grotere hoek voordat een signaal van de nabijheidssensor 9 zal dalen. Met andere woorden, wanneer een einde van het blok 2 tegenover het detectievlak 10 neerwaarts wordt bewogen als gevolg van zwaartekracht en het detectievlak 10 opwaarts wordt bewogen, blijft de nabijheidssensor 9 een signaal meten zelfs als het blok 2 geroteerd werd over een grotere hoek in vergelijking met de gevoelige opstelling.Figure 8 shows a second orientation, also referred to as non-sensitive arrangement, in which the first part of the block 2 provided with two indicia 16 is arranged under the second part of the block 2 provided with only one indication 16, wherein the indicia 16 are not visible in Figure 8. With that orientation, compared to the sensitive arrangement, the detection plane 10 extends a greater distance down from a neutral position, in which the center plane 13 is aligned with a central axis of the proximity sensor 9 Thus, in comparison with the sensitive arrangement, the block 2 can rotate about the guide axis 4 by a greater angle before a signal from the proximity sensor 9 will drop. In other words, when an end of the block 2 opposite the detection plane 10 is moved downward due to gravity and the detection plane 10 is moved upward, the proximity sensor 9 continues to measure a signal even if the block 2 has been rotated a larger angle in comparison. with the sensitive setup.

[0036] De sensorinrichting 1 getoond in figuren 1 tot 8 is bij voorkeur aangebracht aan de rechter zijde van een weefmachine,The sensor device 1 shown in Figures 1 to 8 is preferably arranged on the right side of a weaving machine,

waarbij het afvallint in een normale toestand van links naar rechts beweegt.wherein the waste ribbon moves from left to right in a normal condition.

[0037] Figuur 9 is een perspectiefaanzicht van een voorkant van een tweede uitvoeringsvorm van een sensorinrichting 1 voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine, welke bij voorkeur aan een linker zijde van een weefmachine is aangebracht, waarbij het afvallint in een normale toestand van rechts naar links beweegt. De sensorinrichting 1 getoond in figuur 9 komt hoofdzakelijk overeen met de sensorinrichting 1 getoond in figuren 1 tot 8 en voor dezelfde of gelijkaardige elementen worden overeenstemmende referentietekens gebruikt.Figure 9 is a front perspective view of a second embodiment of a sensor device 1 for detecting an abnormal condition of a waste ribbon in a weaving machine, which is preferably disposed on a left side of a weaving machine, with the waste ribbon in a normal condition moves from right to left. The sensor device 1 shown in Figure 9 mainly corresponds to the sensor device 1 shown in Figures 1 to 8 and corresponding reference characters are used for the same or similar elements.

[0038] In tegensteiling tot de uitvoeringsvorm getoond in figuren 1 tot 8, is in de uitvoeringsvorm van figuur 9 het aanslagelement 8 op de tweede vleugel 6 voorzien, getoond links in figuur 9. Bij een normale werking wordt het afvallint (niet getoond) van rechts naar links in het tekenvlak bewogen door het blok 2 tegen het aanslagelement 8 te dwingen.In contrast to the embodiment shown in Figures 1 to 8, in the embodiment of Figure 9 the stop element 8 is provided on the second wing 6, shown to the left in Figure 9. In normal operation, the waste ribbon (not shown) is removed from moved right to left in the drawing plane by forcing the block 2 against the stop element 8.

Claims (11)

Conclusies.Conclusions. 1. Sensorinrichting voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine bevattende een blok (2) met een geleidingselement (3) voor het afvallint, waarbij in een normale toestand van het afvallint het blok (2) in een nominale positie is aangebracht, en waarbij het blok (2) verschuifbaar langs een bewegingsbaan van het afvallint is gemonteerd, zodat het blok (2) uit de nominale positie kan worden verschoven in een richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint door krachten die inwerken op het blok (2) in voornoemde richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint.A sensor device for detecting an abnormal condition of a waste ribbon in a weaving machine comprising a block (2) with a guide element (3) for the waste ribbon, wherein in a normal state of the waste ribbon, the block (2) is in a nominal position and wherein the block (2) is slidably mounted along a path of movement of the waste ribbon, so that the block (2) can be shifted from the nominal position in a direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon by forces acting on the block (2) in said direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon. 2. Sensorinrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat een nabijheidssensor (9) is voorzien, waarbij een aanwezigheid of afwezigheid van het blok (2) in de nominale positie detecteerbaar is door de nabijheidssensor (9).Sensor device according to claim 1, characterized in that a proximity sensor (9) is provided, wherein a presence or absence of the block (2) in the nominal position is detectable by the proximity sensor (9). 3. Sensorinrichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat een geleidingsas (4) is voorzien, waarbij het blok | (2) verschuifbaar langs de geleidingsas (4) op de geleidingsas (4) is gemonteerd. Sensor device according to Claim 1 or 2, characterized in that a guide axis (4) is provided, wherein the block | (2) is mounted slidably along the guide shaft (4) on the guide shaft (4). 4, Sensorinrichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat een montagesteun (5) met twee vleugels (6) is voorzien, waarbij de geleidingsas (4) tussen de vleugels (6) van de montagesteun (5) is gemonteerd, waarbij elke vleugel (6) voorzien is van een geleidingselement (7) voor het afvallint, waarbij in het bijzonder de geleidingselementen (7) ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd langs een as die zich evenwijdig met de geleidingsas (4) uitstrekt.Sensor device according to claim 3, characterized in that a mounting bracket (5) with two wings (6) is provided, the guide shaft (4) being mounted between the wings (6) of the mounting bracket (5), each wing (6) ) is provided with a guide element (7) for the waste ribbon, wherein in particular the guide elements (7) are aligned with respect to each other along an axis extending parallel to the guide axis (4). 5. Sensorinrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat een beweging van het blok (2) in de normale bewegingsrichting van het afvallint naar een eerste vleugel (6) van de montagesteun (5) toe begrensd is door een aanslagelement (8).Sensor device according to claim 4, characterized in that a movement of the block (2) in the normal direction of movement of the waste ribbon towards a first wing (6) of the mounting support (5) is limited by a stop element (8). 6. Sensorinrichting volgens één van de conclusies 3 tot 5, daardoor gekenmerkt dat het blok (2) roteerbaar op de geleidingsas (4) is gemonteerd, waarbij een kracht op het blok (2) wordt aangebracht om het blok (2) om de geleidingsas (4) uit de nominale positie te roteren, en waarbij het blok (2) in de nominale positie wordt gehouden tegen voornoemde kracht door een afvallint met een vooraf gedefinieerde spanning.Sensor device according to any one of claims 3 to 5, characterized in that the block (2) is mounted rotatably on the guide axis (4), whereby a force is applied to the block (2) around the block (2) about the guide axis. (4) to be rotated out of the nominal position, and wherein the block (2) is held in the nominal position against said force by a release ribbon having a predefined tension. 7. Sensorinrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het blok (2) voorzien is van een detectievlak (10), waarbij het blok (2) geacht wordt te zijn aangebracht in de nominale positie zolang het detectievlak (10) binnen een bepaald gebied is aangebracht.Sensor device according to claim 6, characterized in that the block (2) is provided with a detection surface (10), the block (2) being considered to be arranged in the nominal position as long as the detection surface (10) is within a certain area. applied. 8. Sensorinrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het geleidingselement (3) voor het afvallint van het blok (2) een geleidingsoog is, waarbij een as van dat geleidingsoog en een rotatieas (18) van het biok (2) in een middenvlak (13) van het blok (2) liggen, en waarbij het detectievlak (10) asymmetrisch ten opzichte van het middenvlak (13) is aangebracht.Sensor device according to Claim 7, characterized in that the guide element (3) for the waste ribbon of the block (2) is a guide eye, an axis of said guide eye and a rotation axis (18) of the block (2) in a central plane ( 13) of the block (2), and wherein the detection surface (10) is arranged asymmetrically with respect to the center plane (13). 9. Werkwijze voor het detecteren van een abnormale toestand van een afvallint bij een weefmachine, waarbij het afvallint door een blok (2) wordt geleid, welk blok (2) verschuifbaar langs een bewegingsbaan van het afvallint is aangebracht, waarbij in een normale toestand van het afvallint het blok (2) in een nominalepositie is aangebracht, en waarbij als het afvallint in een richting tegengesteld aan zijn normale bewegingsrichting wordt bewogen, het afvallint een kracht op het blok (2) uitoefent in voornoemde richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint en het blok (2) in voornoemde richting tegengesteld aan de normale bewegingsrichting van het afvallint uit de nominale positie wordt bewogen.A method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon in a weaving machine, wherein the waste ribbon is passed through a block (2), which block (2) is slidably disposed along a path of movement of the waste ribbon, in a normal state of the waste ribbon the block (2) is arranged in a nominal position, and wherein when the waste ribbon is moved in a direction opposite to its normal direction of movement, the waste ribbon exerts a force on the block (2) in said direction opposite the normal direction of movement of the waste ribbon and the block (2) is moved in said direction opposite to the normal direction of movement of the waste ribbon from the nominal position. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat een aanwezigheid of afwezigheid van het blok (2) in de nominale positie door een nabijheidssensor (9) wordt gedetecteerd.Method according to claim 9, characterized in that a presence or absence of the block (2) in the nominal position is detected by a proximity sensor (9). 11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat het blok (2) roteerbaar is aangebracht om een rotatieas (18) die zich minstens hoofdzakelijk evenwijdig met de bewegingsbaan van het afvallint uitstrekt, waarbij een kracht op het blok (2) wordt aangebracht om het blok (2) om de rotatieas (18) uit de nominale positie te roteren, en waarbij het blok (2) in de nominale positie tegen voornoemde kracht wordt gehouden door een afvallint met een vooraf gedefinieerde spanning.Method according to claim 9 or 10, characterized in that the block (2) is arranged rotatably about an axis of rotation (18) extending at least substantially parallel to the path of movement of the waste ribbon, whereby a force is applied to the block (2) to rotate the block (2) about the axis of rotation (18) from the nominal position, and wherein the block (2) is held in the nominal position against said force by a waste ribbon having a predefined tension.
BE20190061A 2018-09-07 2019-07-09 Sensor device and method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon BE1026547B1 (en)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP18074174 2018-09-07

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026547A1 BE1026547A1 (en) 2020-03-13
BE1026547B1 true BE1026547B1 (en) 2020-08-06

Family

ID=67383674

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20190061A BE1026547B1 (en) 2018-09-07 2019-07-09 Sensor device and method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1026547B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5245070U (en) * 1975-09-18 1977-03-30
JPS56103076U (en) * 1980-01-08 1981-08-12
EP2570530A1 (en) * 2011-09-14 2013-03-20 Starlinger & Co Gesellschaft m.b.H. Warp stop motion detector and circular loom

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5245070U (en) * 1975-09-18 1977-03-30
JPS56103076U (en) * 1980-01-08 1981-08-12
EP2570530A1 (en) * 2011-09-14 2013-03-20 Starlinger & Co Gesellschaft m.b.H. Warp stop motion detector and circular loom

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026547A1 (en) 2020-03-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1026547B1 (en) Sensor device and method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon
FR2674017A1 (en) DEVICE FOR MEASURING THE SHAPE OR POSITION OF AN OBJECT.
CN101055441A (en) Sheet thickness detection device, sheet conveying device, image forming apparatus
US3577955A (en) Discontinuity sensor
US4777729A (en) Thickness measuring apparatus for sheet material
SE514001C2 (en) Conveyor Control
EP3847300B1 (en) Sensor device and method for detecting an abnormal condition of a waste ribbon
CN104595682B (en) Workbench anticollision device, collision-prevention device and there is its forcing press
US7070181B2 (en) Systems and methods for detecting bi-directional passage of an object via an articulated flag member arrangement
BE1028241A1 (en) Circuit board testing device
FR2605750A1 (en) BALANCED OPTICAL SYSTEM
KR20110031281A (en) Attachment displacement sensor for measuring the change in length of a sample and measuring method which uses such a sensor
JP7191502B2 (en) Thread rubber cut detector
JP5007079B2 (en) Governor equipment for passenger transport systems
US3636766A (en) Velocity meter
KR970059805A (en) Moving lens position detection device
US6272908B1 (en) Flexural probe and method for examining a moving sensitive web surface
JPS61124815A (en) Clearance measuring device
CA2160935C (en) Overshooting-sheet safety device
FR2726095A1 (en) HEAD-UP READING DISPLAY DEVICE
KR920704241A (en) Coin checker
JP6737070B2 (en) Thickness detection device, medium discrimination device, and medium handling device
SE8903713L (en) COMMUNICATION DEVICE
JP4092035B2 (en) Ticket reader
JP4981351B2 (en) Side slip tester

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200806