BE1026093B1 - Uitstalrek en bouwpakket daarvoor - Google Patents

Abstract

Uitstalrek (1) voor het uitstallen van plaatvormige artikels. Het uitstalrek (1) omvat een achterwaarts hellende achterwand (3) ; consolehakenparen (7,8) die paarsgewijs aan de achterwand (3) zijn vastgehaakt; ladegeleiderparen die elk een vast deel en een uitschuifbaar deel omvatten ; en ten minste zeven uitschuifbare lades (16₁,16₂,...,16n) om de plaatvormige artikels te dragen, waarbij elke lade voorzien is van de lade een montageprofielenpaar (17,18) die zich aan de onderzijde van de lade (16) op een afstand van de zijkanten daarvan bevinden zodat de lades (16₁,16₂,...,16n) vrije zijkanten hebben. Voor elk montageprofielenpaar (17, 18) is een ladegeleiderpaar en een consolehakenpaar (7, 8) voorzien, waarbij de montageprofielen (17 , 18) op het uitschuifbaar deel van de ladegeleiders bevestigd zijn op consolehaken (7, 8 ).De opbouw laat toe om een uitstalrek (1) te bekomen zonder gebruik te maken van zijwanden , waardoor een consument de plaatvormige artikels ook kan waarnemen als hij zich langszij langszij het uitstalrek (1) bevindt.

Description

Uitstalrek en bouwpakket daarvoor

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een uitstalrek voor het uitstallen van meerdere plaatvormige artikels. De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een bouwpakket voor het opbouwen van een dergelijke uitstalrek.

BE-B-1023430 beschrijft een uitstalrek voor het uitstallen van meerdere plaatvormige artikels, in het bijzonder stukken parketvloer en/of laminaat, in een winkel. Het uitstalrek omvat een gestel met een linkse en een rechtse opstaande zijwand en een aantal uitschuifbare rechthoekige lades die boven elkaar tussen de linkse en de rechtse zijwand gemonteerd zijn. Het uitstalrek omvat, per lade, een linkse en een rechtse telescopische ladegeleider die elk een vast deel en een uitschuifbaar deel omvatten. De vaste delen van de linkse, respectievelijk rechtse, ladegeleiders zijn op de linkse, respectievelijk rechtse, zijwand bevestigd. In het bijzonder zijn de zijwanden van het gestel en de vaste delen van de ladegeleiders voorzien van een veelheid aan openingen, gleuven, ringen, etc. zodat de vaste delen van ladegeleiders bevestigd kunnen worden op de zijwanden, in het bijzonder door een schuifverbinding. De uitschuifbare delen van de linkse, respectievelijk rechtse, ladegeleiders zijn bevestigd op de linkse, respectievelijk rechtse, zijkant van de lades. In het bijzonder zijn de zijkanten van de lades en de uitschuifbare delen van de ladegeleiders voorzien van een veelheid aan openingen, gleuven, ringen, etc. zodat de uitschuifbare delen van ladegeleiders bevestigd kunnen worden op de zijkanten van de lades, in het bijzonder door een schuifverbinding. In die zin vormen de zijkanten van de lades elk een montageprofiel. De veelheid aan openingen, gleuven, ringen, etc. laat toe om het uitstalrek snel en eenvoudig op te bouwen en af te breken, in het bijzonder zonder noodzaak om enig gereedschap te gebruiken.

Aangezien het uitstalrek ter bedoeling heeft de artikels te presenteren aan een consument, is het cruciaal dat elk artikel zo goed

BE2018/5733 als mogelijk zichtbaar is voor de consument zowel in de ingeschoven als in de uitgeschoven stand van de lades. Om dit te bereiken worden, bijvoorbeeld, de lades zodanig op de zijwanden bevestigd dat de lades, zowel in hun ingeschoven als hun uitgeschoven stand, in een boogvorm boven elkaar gelegen zijn. Een dergelijke boogvorm wordt bereikt door, voor boven elkaar liggende lades, de openingen, gleuven, ringen, etc. voorzien in de zijwanden in een boogvorm boven elkaar te plaatsen. Eveneens bevindt een bovenliggende lade zich steeds meer naar de achterkant van het uitstalrek dan een zich daaronder bevindende lade zodat de consument, vanuit één positie, ten minste het voorste deel van elk artikel kan waarnemen.

In de praktijk is echter gebleken dat, ondanks de reeds genomen maatregelen, de zichtbaarheid van de plaatvormige artikels nog niet voldoende is. In het bijzonder, laten de structureel noodzakelijke zijwanden niet toe dat een consument de artikels kan waarnemen als hij naast, in plaats van voor, het uitstalrek staat.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een uitstalrek voor het uitstallen van meerdere plaatvormige artikels waarbij de zichtbaarheid van de artikels wordt verhoogd.

Dit doel wordt bereikt door middel van een uitstalrek voor het uitstallen van meerdere plaatvormige artikels, welk uitstalrek voorzien is van: een gestel met een achterwaarts hellende achterwand; consolehakenparen met een linkse consolehaak en een rechtse consolehaak die paarsgewijs aan de achterwand zijn vastgehaakt en die zich vanaf de achterwand voorwaarts uitstrekken; ladegeleiderparen met een linkse telescopische ladegeleider en een rechtse telescopische ladegeleider die elk een vast deel en een uitschuifbaar deel omvatten; en ten minste n uitschuifbare lades die voorzien zijn om genoemde plaatvormige artikels te dragen, waarbij elke lade voorzien is van een montageprofielenpaar met een links montageprofiel en een rechts montageprofiel die zich aan de onderzijde van de lade op een afstand

BE2018/5733 van de zijkanten daarvan bevinden zodat de lades vrije zijkanten hebben en waarbij n een natuurlijk getal is dat ten minste gelijk is aan zeven, waarbij voor elk montageprofielenpaar een ladegeleiderpaar en een consolehakenpaar is voorzien, waarbij de linkse, respectievelijk rechtse, montageprofielen op het uitschuifbaar deel van de linkse, respectievelijk rechtse, ladegeleiders bevestigd zijn en waarbij de vaste delen van de linkse, respectievelijk rechtse, ladegeleiders bevestigd zijn op de linkse, respectievelijk rechtse, consolehaken.

Deze specifieke structuur laat toe om een uitstalrek te bekomen zonder gebruik te maken van zijwanden. In het bijzonder wordt elke lade, door middel van de ladegeleiders en de consolehaken, rechtstreeks gedragen door de achterwaarts hellende achterwand van het gestel. Daar komt bij dat de montageprofielen zich aan de onderzijden van de lades bevinden op een afstand van de zijwanden daarvan, waardoor de zijkanten van de lades vrij zijn. De combinatie van lades met vrije zijkanten en de dragende achterwand laat toe dat het uitstalrek kan worden opgebouwd zonder zijwanden waardoor een consument de plaatvormige artikels ook kan waarnemen als hij zich langszij, in plaats van voor, het uitstalrek bevindt. Met andere woorden, de specifieke structuur van het uitstalrek, namelijk zonder zijwanden, verhoogt de zichtbaarheid van de artikels.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is elk van de consolehaken of elk van de vaste delen van de ladegeleiders voorzien van een rij met m bevestigingsopeningen, waarbij m een natuurlijk getal is dat ten minste gelijk is aan vier, waarbij een eerste bevestigingsopening van genoemde rij zich op een verste afstand bevindt van het uiteinde van de consolehaak waarmee deze aan de achterwand gehaakt is, waarbij elke volgende bevestigingsopening van genoemde rij zich op een dichtere afstand bevindt van het uiteinde van de consolehaak waarmee deze aan de achterwand gehaakt is dan een vorige opening van genoemde rij, waarbij elk van de vaste delen van de ladegeleiders

BE2018/5733 via één van genoemde bevestigingsopeningen bevestigd is op zijn consolehaak en waarbij genoemde bevestigingsopeningen op zodanige afstanden van elkaar aangebracht zijn dat de voorzijden van de lades, in hun ingeschoven stand, in een verticale doorsnede loodrecht op de voorzijden van de lades, in een boogvorm boven elkaar gelegen zijn.

Deze uitvoeringsvorm laat toe om zonder gebruik te moeten maken van zijwanden, de lades toch in een boogvorm te positioneren t.o.v. elkaar zoals het geval is bij het bekend uitstalrek uit BE-B-1023430. Van een dergelijke boogvorm is bekend dat deze de zichtbaarheid van de plaatvormige artikels op de lades van het uitstalrek verder verhoogt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is, indien n een even getal is, m ten minste gelijk aan, bij voorkeur gelijk aan, n/2 en is, indien n een oneven getal is, m ten minste gelijk aan, bij voorkeur gelijk aan, (n+1 )/2.

Van een dergelijk aantal bevestigingsopeningen m werd vastgesteld dat dit het minimum aantal bevestigingsopeningen zijn waarmee de lades aan hun voorzijde in een boogvorm kunnen worden geplaatst opdat de boogvorm een nagenoeg constante kromtestraal heeft.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding vormen genoemde lades van onder naar boven een geordende rij, waarbij, indien n een even getal is, de i^de lade en de (n+1-i)^de lade bevestigd zijn via de i^de bevestigingsopening voor elk natuurlijk getal i gaande van 1 tot en met m en waarbij, indien n een oneven getal is, de i^de lade en de (n+1 -i)^de lade bevestigd zijn via de i^de bevestigingsopening voor elk natuurlijk getal i gaande van 1 tot en met (m-1 ) en de ((n-1 )/2)^de lade bevestigd is via de m^de bevestigingsopening in genoemde rij.

Een dergelijke bevestiging van de lades op de consolehaken zorgt voor een symmetrisch uitzicht van de boogvorm t.o.v. de middelste lade(s).

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige

BE2018/5733 uitvinding is elk van de vaste delen van de consolehaken of elk van de ladegeleiders voorzien van één verdere bevestigingsopening, waarbij elk van de vaste delen via een schroef doorheen de verdere bevestigingsopening en doorheen genoemde één van genoemde openingen bevestigd is op zijn consolehaak.

Het gebruik van een schroef die doorheen twee openingen wordt geschroefd ter bevestiging van de ladegeleiders op de consolehaken vormt een eenvoudige manier om het uitstalrek op te bouwen. Eveneens laat een dergelijke bevestiging toe dat het uitstalrek kan worden afgebroken en/of dat één of meer van de onderdelen (bv. één consolehaak of één ladegeleider) vervangen kunnen worden.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het uitstalrek verder per lade voorzien van een, in het bijzonder wegneembare, dwarsverbinding tussen de linkse consolehaak en de rechtse consolehaak.

Tijdens het ontwerpen van het uitstalrek is gebleken dat de consolehaken, alhoewel deze zijn vastgehaakt aan de achterwand, toch een partiële rotatie kunnen ondergaan t.o.v. de achterwand, in het bijzonder kunnen deze namelijk gedeeltelijk naar links of rechts roteren. Een dergelijke rotatie in combinatie met de telescopische ladegeleiders leidde er toe dat de lades ook ten minste gedeeltelijk, vooral in de uitgeschoven stand, naar links of naar rechts konden roteren. Specifiek, in het geval van een rotatie naar links, schoof de linkse ladegeleider gedeeltelijk in terwijl de rechtse ladegeleider geheel in zijn uitgeschoven stand bleef. De ladegeleiders konden op die manier onderling parallel blijven en toch roteren, hetgeen er toe leidde dat de lades dus ook roteerden.

In deze uitvoeringsvorm is dit probleem verholpen. Door een, in het bijzonder wegneembare, dwarsverbinding tussen de linkse consolehaak en de rechtse consolehaak is het niet meer mogelijk dat de consolehaken roteren t.o.v. de achterwand, waardoor ook de lades niet

BE2018/5733 meer kunnen roteren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is genoemde dwarsverbinding gevormd door een eerste en een tweede metalen stang die beide verbonden zijn met zowel de linkse als de rechtse ladegeleider. Bij voorkeur omvat genoemde dwarsverbinding een kruisverbinding.

Het gebruik van twee metalen stangen is een eenvoudige manier om de dwarsverbinding, in het bijzonder de kruisverbinding, te realiseren. Een kruisverbinding heeft het bijkomende voordeel dat de geometrie, in tegenstelling tot een uitsluitend rechte verbinding tussen de consolehaken, toelaat om de dwarsverbinding minder stevig te maken.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn de ladegeleiders voorzien van ten minste één intermediair uitschuifbaar deel tussen hun vast deel en hun uitschuifbaar deel.

Het intermediair uitschuifbaar deel verhoogt de maximale afstand waarover de lades kunnen uitschuiven t.o.v. de achterwand. Met andere woorden, een consument kan, indien gewenst, één van de lades met de plaatvormige artikels maximaal uitschuiven om een gewenst zicht te krijgen op de plaatvormige artikels.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding worden de lades gevormd door een voorste gootvormig profiel, een achterste gootvormig profiel, een links gootvormig profiel en een rechts gootvormig profiel, waarbij genoemde gootvormige profielen elk een opstaande binnenste wand, een opstaande buitenste wand en een bodem hebben, waarbij, bij voorkeur, de binnenste wanden samen voorzien zijn om genoemd plaatvormig artikel te ondersteunen en waarbij, bij verdere voorkeur, de buitenste wanden nagenoeg eenzelfde hoogte hebben.

Dergelijke gootvormige profielen laat toe om de lade te vormen hoofdzakelijk door de onderdelen te plooien en stansen uit een metalen plaat.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten

BE2018/5733 genoemde montageprofielenparen en genoemde uitschuifbare delen in elkaar schuivende mannelijke en vrouwelijke bevestigingselementen om de lades te bevestigen op de ladegeleiderparen. Bij voorkeur, zijn genoemde montageprofielenparen en genoemde uitschuifbare delen voorzien van mannelijke en vrouwelijke vergrendelelementen om de positie van de lades ten opzichte van de ladegeleiderparen te vergrendelen.

Dergelijke mannelijke en vrouwelijke bevestigingselementen en eventueel mannelijke en vrouwelijke vergrendelelementen laat toe om de lades op de ladegeleiders te bevestigen op een snelle en efficiënte manier, in het bijzonder zonder het gebruik van hulpmiddelen zoals schroeven, moersleutels en dergelijke, hetgeen echter niet uitsluit dat de montageprofielen bijvoorbeeld door middel van schroeven extra vastgemaakt kunnen worden nadat ze op de ladegeleiders geschoven en eventueel vergrendeld werden. Verder worden de montageprofielen steeds op de juiste plaats gemonteerd aangezien de bevestigingselementen reeds op vaste plaatsen op de ladegeleiders voorzien zijn.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het gestel verder voorzien van ten minste één hoofdzakelijk verticale steun die verbonden is met genoemde achterwand.

Op deze manier dient de hellende achterwand niet op zichzelf het gehele gewicht van alle lades, incl. plaatvormige artikels, met daarbij de ladegeleiders en de consolehaken te dragen.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft genoemde achterwand een hellingshoek ten opzichte van de verticale tussen 5° en 15°, welke hellingshoek bij voorkeur nagenoeg 10° bedraagt.

Een dergelijke hellingshoek laat toe dat onderliggende lades ten minste gedeeltelijk zichtbaar zijn, in het bijzonder de plaatvormige artikels daarop, maar beperkt de totale diepte van het uitstalrek in vergelijking _ BE2018/5733

O met hogere hellingshoeken.

Dit doel wordt eveneens bereikt door middel van een bouwpakket voor het opbouwen van een uitstalrek van één van de voorgaande conclusies, waarbij het bouwpakket voorzien is van: n uitschuifbare rechthoekige lades, n ladegeleiderparen, n consolehakenparen en een achterwand, waarbij n een natuurlijk getal is dat ten minste gelijk is aan zeven.

Een dergelijk bouwpakket laat toe om een uitstalrek op te bouwen zoals hierboven beschreven, waardoor het bouwpakket inherent dezelfde voordelen heeft als het uitstalrek.

De uitvinding zal hierna verder in detail worden verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.

Figuur 1 toont een perspectief aanzicht van een uitstalrek volgens de onderhavige uitvinding met de lades in hun ingeschoven stand.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van het uitstalrek van figuur 1.

Figuur 3 toont éénzelfde zicht als figuur 2 met de lades in hun uitgeschoven stand.

Figuur 4 toont een vooraanzicht van het uitstalrek van figuur 1.

Figuur 5 toont een zijaanzicht van het gestel van een uitstalrek volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 6 toont een vooraanzicht van het gestel van figuur 5.

Figuur 7 toont de gleuven voor de bevestiging van de consolehaak aan het gestel van figuur 6 in detail.

Figuur 8 toont doorsnede langsheen lijn VIII getoond in figuur 7 met een consolehaak gemonteerd op de achterwand.

Figuur 9 toont een perspectiefaanzicht van een consolehaak voor het ophangen van de ladegeleiders aan de achterwand van een uitstalrek volgens de onderhavige uitvinding

Figuur 10 toont een zijaanzicht van de consolehaak van figuur 9.

Figuur 11 toont de rij bevestigingsopeningen van figuur 10 in detail.

BE2018/5733

Figuur 12 toont een zijaanzicht van een ladegeleider in zijn ingeschoven stand bevestigd op de consolehaak van figuur 9.

Figuur 13 toont een zijaanzicht van de ladegeleider van figuur 12 in zijn uitgeschoven stand.

Figuur 14 toont een perspectief aanzicht van een individuele lade van een uitstalrek volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 15 toont een vooraanzicht van de lade uit figuur 14.

Figuur 16 toont een bovenaanzicht van een uitstalrek volgens de onderhavige uitvinding met daarop slechts één lade gemonteerd in zijn uitgeschoven stand.

Figuren 17 en 18 tonen de verbinding tussen de lade en de ladegeleiders uit figuur 16 in meer detail.

De onderhavige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.

Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.

Bovendien worden termen zoals “top”, “bodem”, “boven”, “onder”,

BE2018/5733 en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriëntaties werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.

De term “omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.

Figuren 1 tot en met 4 tonen een uitstalrek, algemeen aangeduid met referentiecijfer 1, die een gestel 2 (algemeen aangeduid in figuur 5) omvat met een achterwaarts hellende achterwand 3. In het bijzonder heeft de achterwand 3 een hellingshoek α ten opzichte van de verticale V tussen 5° en 15°, welke hellingshoek α 10° bedraagt in de getoonde uitvoeringsvorm. Het gestel 2 bevat verder ten minste één hoofdzakelijk verticale steun 4 dewelke de achterwand 3 ondersteunen. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn twee steunen 4 voorzien aan weerszijden van de achterwand 3. Eveneens bevat het gestel 2 een voet 5 waarop zowel achterwand 3 als de steun 4 bevestigd zijn. Het zal worden geapprecieerd dat de achterwand 3 ook meerdere afzonderlijke delen kan omvatten, bijvoorbeeld twee achterwanden die elk voorzien zijn van

BE2018/5733 één steun met bijhorende voet.

Zoals getoond in figuur 6, is de achterwand 4 voorzien van een veelheid aan verticale gleuven 6, welke gleuven 6 elk bestaan uit een bovenste gleuf 6a en een onderste gleuf 6b zoals getoond in figuur 7. Specifiek zijn de gleuven 6 voorzien in twee verticale rijen aan weerszijden van de achterwand 3. De gleuven 6 zijn voorzien voor het vasthaken van de consolehaken 7, 8 op de achterwand 3 zoals getoond in figuur 1, waarbij de linkse consolehaken 7 in een gleuf 6 in de linkse rij gleuven worden gehaakt en de rechtse consolehaken 8 in een gleuf 6 in de rechtse rij gleuven worden gehaakt.

Elke consolehaak 7, 8 (in meer detail getoond in figuur 8) is aan zijn achterzijde voorzien van een haakgedeelte 9 hetgeen ook een hellende zijde 10 bevat. De hellende zijde 10 heeft een hellingshoek ß ten opzichte van de verticale V tussen 5° en 15°, welke hellingshoek ß 10° bedraagt in de getoonde uitvoeringsvorm. De hellingshoeken α en ß zijn idealiter nagenoeg gelijk aan elkaar. Het haakgedeelte 9 heeft een bovenste haak 9a voorzien om in de bovenste gleuf 6a te worden geplaatst en een onderste haak 9b voorzien om in de onderste gleuf 6b te worden geplaatst zoals in detail getoond in figuur 8. Gezien de vormgeving van de bovenste haak 9a is het voor een vakman duidelijk dat de bovenste haak-gleufverbinding 9a, 6a de voornaamste verbinding is tussen de achterwand 3 en de consolehaken 8. Met andere woorden, de onderste haak-gleufverbinding 9b, 6b kan worden weggelaten in andere uitvoeringsvormen.

Zoals getoond in figuren 1 tot en met 4 omvat het uitstalrek verder, per paar consolehaken 7, 8, een paar telescopische ladegeleiders 11, 12 zoals getoond in meer detail in figuur 11. De ladegeleiders 11, 12 omvatten ten minste een vast deel 13 en een uitschuifbaar deel 14 en zijn in de getoonde uitvoeringsvorm ook voorzien van een intermediair deel 15 tussen het vast deel 13 en het uitschuifbaar deel 14. Door de voorziening van een dergelijk intermediair deel 15 verhoogt de afstand

BE2018/5733 waarover het uitschuifbaar deel 14 kan uitschuiven ten opzichte van het vast deel 13. Zoals hierna verder beschreven en getoond in figuur 12 zijn de vaste delen 13 van de ladegeleiders 11, 12 bevestigd op de consolehaken 7, 8.

Figuren 1 tot en met 4 tonen verder dat, per paar ladegeleiders 11, 12, een lade 16i, I62, .... 16_n is bevestigd, waarbij n het aantal lades 16 aangeeft, welke lades 16 bij voorkeur identiek zijn aan elkaar. In het bijzonder is elke lade 16 aan zijn onderzijde voorzien van een paar montageprofielen 17, 18 die vast bevestigd zijn op de uitschuifbare delen 14 van de ladegeleiders 11, 12 zoals hierna verder beschreven m.b.t. figuren 15 tot en met 17. Door de montageprofielen 17, 18 aan de onderzijde van de lades 16 te voorzien is het mogelijk om de zijkanten daarvan vrij te laten, m.a.w. het uitstalrek 1 dient niet voorzien te zijn van zijwanden die de zichtbaarheid van plaatvormige artikels in de lades 16 belemmeren.

Eén van de lades 16 is in meer detail getoond in figuur 14. De lades 16 hebben een linkse zijwand 33, een rechtse zijwand 34 een voorwand 35 en een achterwand 36. De voorwand 35 is verbonden met de achterwand 36 door middel van de montageprofielen 17, 18 die dus ook de structurele integriteit van de lades 16 verhogen. Indien gewenst kan verder een versteviging 37 worden aangebracht tussen de montageprofielen 17, 18 zoals getoond in figuur 16. Elk van de wanden 33, 34, 35, 36 is gevormd als een gootprofiel met een opstaande buitenste rand en een opstaande binnenste rand, welke binnenste randen voorzien voor het dragen van de plaatvormige artikels. De buitenste randen zijn bij voorkeur hoger dan de binnenste randen met een hoogteverschil daartussen dat nagenoeg gelijk is aan de dikte van de uit te stallen plaatvormige artikels. Op die manier steken de buitenste randen niet uit t.o.v. de plaatvormige artikels en visa versa waardoor de zichtbaarheid van de plaatvormige artikels zo weinig mogelijk belemmerd wordt. Eveneens zijn de zijkanten van de plaatvormige artikels dan niet

BE2018/5733 zichtbaar, hetgeen, in het geval van parketvloer of laminaat, ook het geval is na plaatsing daarvan.

Het gebruik van gootprofielen voor de wanden 33, 34, 35, 36 en bij voorkeur ook voor de montageprofielen 17, 18 en/of de versteviging 37 laat toe om deze elementen te vormen door een metalen plaat te plooien en te stansen. Bij voorkeur zijn ook één of meer van de consolehaken 7, 8, de achterwand 3, de steun 4 en de voet 5 gevormd door een metalen plaat te plooien en te stansen.

De bevestiging van de vaste delen 13 van de ladegeleiders 11,12 op de consolehaken 7, 8 zal worden beschreven met verwijzing naar figuren 9 tot en met 12. Op figuur 9 is getoond dat de consolehaken 7, 8 aan hun bovenzijde voorzien zijn van een nagenoeg vlak deel 27 waarop de vaste delen 13 van de ladegeleiders 11, 12 rusten zoals getoond in figuur 12. De consolehaken 7, 8 zijn ook voorzien van een opstaande haak 28 waaronder een gedeelte van de vaste delen 13 van de ladegeleiders 11,12 wordt geschoven. De consolehaken 7, 8 zijn verder ook voorzien van ten minste één, in de getoonde uitvoeringsvormen twee, opstaande wand 29 in meer detail getoond in figuur 11. Elke opstaande wand 29 heeft een rij bevestigingsopeningen 30i, 30₂..... 30_m, waarbij m het aantal bevestigingsopeningen aangeeft, die zich elk op een andere afstand bevinden van de hellende zijde 10 waarmee de consolehaken 7, 8 in de achterwand 3 haken. Het vast deel 13 van de ladegeleiders 11, 12 is verder voorzien van ten minste één, in de getoonde uitvoeringsvormen twee, verdere bevestigingsopening 31 getoond in figuur 13. Door een pin 32, bijvoorbeeld een vijs, doorheen zowel de verdere bevestigingsopening 31 als één van de bevestigingsopeningen 30i, 30₂..... 30_m worden de vaste delen 13 van de ladegeleiders 11,12 vast bevestigd op de consolehaken 7, 8.

Door het voorzien van meerdere bevestigingsopeningen 30i, 30₂, ..., 30_m is het mogelijk om de onderlinge afstand tussen de consolehaken 7, 8 en het vast deel 13 van de ladegeleiders 11, 12 te variëren, in het

BE2018/5733 bijzonder in functie van de hoogte waarop de ladegeleider 11,12 zich zal bevinden. Op die manier kunnen de voorzijdes van de lades 16 in een boogvorm verticaal boven elkaar gelegen zijn zoals getoond in figuren 2 en 3 zowel in hun ingeschoven als hun uitgeschoven stand. Specifiek worden de vaste delen 13 van de ladegeleiders 11, 12 van de middelste lades 16 bevestigd op consolehaken 7, 8 op een dichtere afstand van de achterwand 3, terwijl de vaste delen 13 van de ladegeleiders 11, 12 van de onderste, respectievelijk bovenste, lades 16 bevestigd op consolehaken 7, 8 op een verdere afstand van de achterwand 3.

In de getoonde uitvoeringsvorm in figuren 1 tot en met 4 is het uitstalrek 1 voorzien van zestien lades 16, m.a.w. n is gelijk aan 16 en dus even. Voor een even getal n is m bij voorkeur gelijk aan de helft van n (i.e. m is gelijk aan 8 in de getoonde uitvoeringsvorm). Dit laat toe om elke bevestigingsopening 30,, voor i een natuurlijk getal tussen 1 en m, te gebruiken voor de bevestiging van twee lades 16, in het bijzonder lades 16j, 16_n+i-i, indien we aannemen dat de lades 16 van onder naar boven geordend zijn zoals aangeduid op figuur 1 en de bevestigingsopeningen 30 geordend zijn van verste opening naar dichtste opening zoals aangeduid op figuur 11.

In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het uitstalrek voorzien zijn van een oneven aantal lades 16, m.a.w. n is een oneven getal. Voor een oneven getal n is m bij voorkeur gelijk aan de helft van (n+1), bij voorbeeld indien n gelijk is aan 15 dan is m gelijk aan 8. Dit laat toe om elke bevestigingsopening 30,, voor i een natuurlijk getal tussen 1 en m-1, te gebruiken voor de bevestiging van twee lades 16, in het bijzonder lades 16,, 16_n+i-i, indien we aannemen dat de lades 16 van onder naar boven geordend zijn zoals aangeduid op figuur 1 en de bevestigingsopeningen 30 geordend zijn van verste opening naar dichtste opening zoals aangeduid op figuur 11. Waarbij de dichtste opening 30_m dan gebruikt is voor de middelste lade 16(_n-i)/2BE2018/5733

Zowel voor een even aantal lades 16 als een oneven aantal lades 16 zorgt de hierboven beschreven keuze van bevestigingsopening 30 in functie van de hoogte van de lade 16 voor een nagenoeg symmetrische boogvorm aan de voorzijde van de lades 16, hetgeen, zoals hierboven beschreven, eveneens de zichtbaarheid van de plaatvormige artikels verhoogt.

De montageprofielen 17, 18 hebben de vorm van een goot met zich neerwaarts uitstrekkende zijwanden 26 (zoals getoond in figuur 15) zodat deze rusten op de uitschuifbare delen 14 van de ladegeleiders 11,

12. De zijwanden 26 van de montageprofielen 17, 18 zorgen dat de lades 16 nagenoeg niet zijwaarts kunnen schuiven t.o.v. de ladegeleiders 11, 12 na montage.

Zoals getoond in figuren 16 tot en met 18 zijn de lades 16, in het bijzonder de montageprofielen 17, 18, bevestigd op de uitschuifbare delen 14 van de ladegeleiders 11, 12 door middel van in elkaar schuivende bevestigingselementen en vergrendelelementen. Specifiek, zoals getoond in figuur 16, zijn de montageprofielen 17, 18 aan hun achterzijde voorzien van een uitstekend haakvormig deel 19 (ook getoond in figuur 14). De opstaande wand 20 van het haakvormig deel 19 is voorzien van een uitsparing 21. Het uitschuifbaar deel 14 van de ladegeleiders 11, 12 is aan zijn achterzijde voorzien van een haak 22 (ook getoond in figuur 13) die in de uitsparing 21 past zoals getoond in figuur 16. De uitsparing 21 en de haak 22 vormen in elkaar schuivende mannelijke en vrouwelijke bevestigingselementen zodat de lades 16 op de uitschuifbare delen 14 van de ladegeleiders 11, 12 kunnen worden bevestigd zonder dat de lades 16 nog achterwaarts kunnen schuiven t.o.v. de ladegeleiders 11,12.

Opdat de lades 16 niet zouden losschuiven van de uitschuifbare delen 14 van de ladegeleiders 17, 18 tijdens gebruik is verder een vergrendelmechanisme voorzien zoals getoond in figuur 18. Specifiek is een verschuifbare pin 23 voorzien nabij het uiteinde van de uitschuifbare

BE2018/5733 delen 14 van de ladegeleiders 11, 12. Deze pin 23 is, tijdens het opbouwen van het uitstalrek 1, in zijn ingeschoven stand niet zichtbaar, maar wel toegankelijk via opening 24 in de montageprofielen 17, 18. Op die manier is het mogelijk om, nadat de lades 16 op de ladegeleiders 11, 12 zijn geschoven, manueel de pin 23 naar zijn uitgeschoven stand te bewegen zodat deze aangrijpt in opening 25 in de montageprofielen 17, 18. De pin 23 en de opening 25 vormen in elkaar schuivende mannelijke en vrouwelijke vergrendelelementen zodat de lades 16 op de uitschuifbare delen 14 van de ladegeleiders 11, 12 kunnen worden vergrendeld na bevestiging zodat de lades 16 ook niet naar voor kunnen schuiven t.o.v. de ladegeleiders 11, 12.

Het uitstalrek 1 is verder, per lade 16, voorzien van een kruisverbinding gevormd tussen de consolehaken 7, 8, dit, zoals hierboven beschreven, ter voorkoming van een zijwaartse draaibeweging van de lade 16 in zijn uitgeschoven stand. Specifiek, zoals getoond in figuur 9, is elke consolehaak 7, 8 voorzien van twee horizontale extensies 40, 41 waarin telkens één opening 42, 43 in is voorzien. In die openingen 42, 43 kan telkens een uiteinde van een metalen stang 38, 39 worden geplaatst zoals getoond in figuur 1 en 16. In het bijzonder is de eerste stang 38 met zijn eerste uiteinde geplaatst in opening 42 in consolehaak 7 en met zijn tweede uiteinde geplaatst in opening 43 in consolehaak 8, terwijl de tweede stang 39 met zijn eerste uiteinde geplaatst in opening 43 in consolehaak 7 en met zijn tweede uiteinde geplaatst in opening 42 in consolehaak 8. Op die manier vormen de stangen 38, 39 een kruisverbinding tussen de consolehaken 7, 8 zodat deze niet zijwaarts kunnen roteren omheen de achterwand 3 t.o.v. elkaar. Hierdoor is eveneens vermeden dat de lades 16 een zijwaartse rotatie kunnen ondergaan.

Het zal worden geapprecieerd dat de stangen 38, 39 eveneens kunnen vervangen worden door één enkele staaf voorzien tussen de consolehaken 7, 8. De horizontale extensies 40, 41 kunnen eventueel

BE2018/5733 ook worden weggelaten, in welk geval de openingen 42, 43 voorzien zijn in verticale wanden van de consolehaak 7, 8.

Alhoewel bepaalde aspecten van de onderhavige uitvinding zijn beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen, is het 5 duidelijk dat deze aspecten in andere vormen kunnen worden geïmplementeerd binnen de beschermingsomvang zoals bepaald door de conclusies.

Claims (23)

1. Conclusies

   1. Uitstalrek (1) voor het uitstallen van meerdere plaatvormige artikels, welk uitstalrek (1) voorzien is van:

   - een gestel (5) met een achterwaarts hellende achterwand (3);

   - consolehakenparen (7, 8) met een linkse consolehaak (7) en een rechtse consolehaak (8) die paarsgewijs aan de achterwand (3) zijn vastgehaakt en die zich vanaf de achterwand (3) voorwaarts uitstrekken;

   - ladegeleiderparen (11, 12) met een linkse telescopische ladegeleider (11) en een rechtse telescopische ladegeleider (12) die elk een vast deel (13) en een uitschuifbaar deel (14) omvatten; en

   - ten minste n uitschuifbare lades (16i, I62, .... 16_n) die voorzien zijn om genoemde plaatvormige artikels te dragen, waarbij elke lade (16j) voorzien is van een montageprofielenpaar (17, 18) met een links montageprofiel (17) en een rechts montageprofiel (18) die zich aan de onderzijde van de lade (16j) op een afstand van de zijkanten daarvan bevinden zodat de lades (I61, I62, ..., 16_n) vrije zijkanten hebben, waarbij n een natuurlijk getal is dat ten minste gelijk is aan zeven, waarbij voor elk montageprofielenpaar (17, 18) een ladegeleiderpaar (11, 12) en een consolehakenpaar (7, 8) is voorzien, waarbij de linkse, respectievelijk rechtse, montageprofielen (17, 18) op het uitschuifbaar deel (14) van de linkse, respectievelijk rechtse, ladegeleiders (11, 12) bevestigd zijn en waarbij de vaste delen (13) van de linkse, respectievelijk rechtse, ladegeleiders (11, 12) bevestigd zijn op de linkse, respectievelijk rechtse, consolehaken (7, 8).
2. 2. Uitstalrek (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat elk van de consolehaken (7, 8) of elk van de vaste delen (13) van de ladegeleiders (11, 12) voorzien is van een rij met m bevestigingsopeningen (30i, 30₂, .... 30_m), waarbij m een natuurlijk getal is dat ten minste gelijk is aan vier, waarbij een eerste bevestigingsopening (30i) van genoemde rij zich op een verste afstand

   BE2018/5733 bevindt van het uiteinde van de consolehaak (7, 8) waarmee deze aan de achterwand (3) gehaakt is, waarbij elke volgende bevestigingsopening (30_k) van genoemde rij zich op een dichtere afstand bevindt van het uiteinde van de consolehaak (7, 8) waarmee deze aan de achterwand (3) gehaakt is dan een vorige opening van genoemde rij, waarbij elk van de vaste delen (13) van de ladegeleiders (11, 12) via één van genoemde bevestigingsopeningen (30i, 30₂, 30_m) bevestigd is op zijn consolehaak (7, 8) en waarbij genoemde bevestigingsopeningen (30i, 30₂..... 30_m) op zodanige afstanden van elkaar aangebracht zijn dat de voorzijden van de lades (16i, 16₂, ..., 16_n), in hun ingeschoven stand, in een verticale doorsnede loodrecht op de voorzijden van de lades (16i, 16₂.....16_n), in een boogvorm boven elkaar gelegen zijn.
3. 3. Uitstalrek (1 ) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat, indien n een even getal is, m ten minste gelijk is aan, bij voorkeur gelijk is aan, n/2 en dat, indien n een oneven getal is, m ten minste gelijk is aan, bij voorkeur gelijk is aan, (n+1)/2.
4. 4. Uitstalrek (1 ) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat, indien n een even getal is, m gelijk is aan n/2 elke bevestigingsopening (30k) van genoemde rij gebruikt wordt bij de bevestiging van twee verschillende ladegeleiderparen (11, 12) en consolehakenparen (7, 8), en dat, indien n een oneven getal is, m gelijk is aan (n+1)/2 en één bevestigingsopening (30_k) van genoemde rij gebruikt wordt bij de bevestiging van één ladegeleiderpaar en consolehakenpaar en elke bevestigingsopening (30|) van de resterende (m-1) bevestigingsopeningen van genoemde rij gebruikt worden bij de bevestiging van twee verschillende ladegeleiderparen (11, 12) en consolehakenparen (7, 8).
5. 5. Uitstalrek (1) volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat

   BE2018/5733 genoemde lades (16i, 162.....16_n) van onder naar boven een geordende rij vormen, waarbij, indien n een even getal is, de i^de lade (16j) en de (n+1-i)^de lade (16n+i-i) bevestigd zijn via de i^de bevestigingsopening (30,) voor elk natuurlijk getal i gaande van 1 tot en met m en waarbij, indien n een oneven getal is, de i^de lade (16,) en de (n+1-i)^de lade (16n+i->) bevestigd zijn via de i^de bevestigingsopening (30.) voor elk natuurlijk getal i gaande van 1 tot en met (m-1) en de ((n-1 )/2)^de lade (16(n-i)/2) bevestigd is via de m^de bevestigingsopening (30m) in genoemde rij.
6. 6. Uitstalrek (1) volgens één van de conclusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat elk van de vaste delen (13) van de consolehaken (7, 8) of elk van de ladegeleiders (11, 12) voorzien is van één verdere bevestigingsopening (31), waarbij elk van de vaste delen (13) via een schroef (32) doorheen de verdere bevestigingsopening (31 ) en doorheen genoemde één van genoemde bevestigingsopeningen (30i, 3Ο2, .... 30_m) bevestigd is op zijn consolehaak (7, 8).
7. 7. Uitstalrek (1) volgens één van de conclusies 2 tot 6, daardoor gekenmerkt dat genoemde rij bevestigingsopeningen (30ι, 3Ο2.....30_m) voorzien is op de consolehaken (7, 8) en dat genoemde verdere bevestigingsopening (31) voorzien is op de vaste delen (13) van de ladegeleiders (11,12).
8. 8. Uitstalrek (1) volgens één van de conclusies 2 tot 7, daardoor gekenmerkt dat genoemde rij bevestigingsopeningen (30ι, 3Ο2.....30_m) hoofdzakelijk horizontaal georiënteerd is.
9. 9. Uitstalrek (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het uitstalrek (1) verder per lade (16j) voorzien is van een, in het bijzonder wegneembare, dwarsverbinding tussen de linkse consolehaak (7) en de rechtse consolehaak (8).

   BE2018/5733
10. 10. Uitstalrek (1) volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat genoemde dwarsverbinding gevormd is door een eerste en een tweede metalen stang (38, 39) die beide verbonden zijn met zowel de linkse als de rechtse ladegeleider (11, 12).
11. 11. Uitstalrek (1) volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat genoemde dwarsverbinding een kruisverbinding omvat.
12. 12. Uitstalrek (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de ladegeleiders (11, 12) voorzien zijn van ten minste één intermediair uitschuifbaar deel (15) tussen hun vast deel (13) en hun uitschuifbaar deel (14).
13. 13. Uitstalrek (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lades (16i, I62, .... 16_n) gevormd worden door een voorste gootvormig profiel (35), een achterste gootvormig profiel (36), een links gootvormig profiel (33) en een rechts gootvormig profiel (34), waarbij genoemde gootvormige profielen (33, 34, 35, 36) elk een opstaande binnenste wand, een opstaande buitenste wand en een bodem hebben, waarbij, bij voorkeur, de binnenste wanden samen voorzien zijn om genoemd plaatvormig artikel te ondersteunen en waarbij, bij verdere voorkeur, de buitenste wanden nagenoeg eenzelfde hoogte hebben.
14. 14. Uitstalrek (1) volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de montageprofielenparen (17, 18) vast bevestigd zijn aan zowel het voorste gootprofiel (35) en het achterste gootprofiel (36), in het bijzonder aan de bodem daarvan.
15. 15. Uitstalrek (1 ) volgens conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat

    BE2018/5733 genoemde opstaande buitenwanden samen een rechthoek vormen met een grootte overeenstemmend met de grootte van genoemde plaatvormige artikels.
16. 16. Uitstalrek (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemde montageprofielenparen (17, 18) en genoemde uitschuifbare delen (14) in elkaar schuivende mannelijke en vrouwelijke bevestigingselementen (22, 21) omvatten om de lades (16i, 162, .... 16_n) te bevestigen op de ladegeleiderparen (11,12).
17. 17. Uitstalrek (1) volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat genoemde montageprofielenparen (17, 18) en genoemde uitschuifbare delen (14) voorzien zijn van mannelijke en vrouwelijke vergrendelelementen (23, 25) om de positie van de lades (I61, I62, .... 16_n) ten opzichte van de ladegeleiderparen (11,12) te vergrendelen.
18. 18. Uitstalrek (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemde achterwand (3) een hellingshoek (α) heeft ten opzichte van de verticale (V) tussen 5° en 15°, welke hellingshoek (α) bij voorkeur nagenoeg 10° bedraagt.
19. 19. Uitstalrek (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het gestel (5) verder voorzien is van ten minste één hoofdzakelijk verticale steun (4) die verbonden is met genoemde achterwand (3).
20. 20. Uitstalrek (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemde lades (I61, I62, .... 16_n) hoofdzakelijk identiek zijn, dat genoemde ladegeleiderparen (11, 12) hoofdzakelijk identiek zijn en dat genoemde consolehakenparen (7, 8) hoofdzakelijk identiek zijn.

    BE2018/5733
21. 21. Uitstalrek (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de achterwand (3), per lade (16j), voorzien is van een gleuvenpaar (6) met een linkse gleuf en een rechtse gleuf,

    5 waarbij de linkse, respectievelijk rechtse, conselehaak (7, 8) in de linkse, respectievelijk rechtse, gleuf zijn gehaakt.
22. 22. Uitstalrek (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het uitstalrek (1 ) geen zijwanden omvat.
23. 23. Bouwpakket voor het opbouwen van een uitstalrek (1 ) van één van de voorgaande conclusies, waarbij het bouwpakket voorzien is van: n uitschuifbare rechthoekige lades (16i, I62, ..., 16_n), n ladegeleiderparen (11, 12), n consolehakenparen (7, 8) en een achterwand (3), waarbij n

    15 een natuurlijk getal is dat ten minste gelijk is aan zeven.