BE1026083B1

BE1026083B1 - Aanpasbaar profielsysteem

Info

Publication number: BE1026083B1
Application number: BE2018/5141A
Authority: BE
Inventors: De Voorde Chris Frans Maria Van
Original assignee: Junovation Bvba
Priority date: 2018-03-08
Filing date: 2018-03-08
Publication date: 2019-10-10
Also published as: WO2019171280A1; EP4219853A3; EP3762559B1; ES2940584T3; EP3762559A1; PL3762559T3; US20210002894A1; BE1026083A1; EP4219853A2

Abstract

Deze uitvinding betreft een aanpasbaar profielsysteem (1) voor het opbouwen van een wand, omvattende twee constructieprofielen (2, 3), die telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, en omvattende een spanklem (4) omvatten, die scharnierbaar ten opzichte van een eerste constructieprofiel (2) van beide constructieprofielen (2, 3) is voorzien, tussen een open stand, waarbij beide constructieprofielen (2, 3) ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn en een gesloten stand, waarbij deze spanklem (4) op het tweede constructieprofiel (3) van beide constructieprofielen (2, 3) aangrijpt zodat beide constructieprofielen (2, 3) ten opzichte van elkaar zijn vastgezet.

Description

AANPASBAAR PROFIELSYSTEEM

Deze uitvinding betreft een aanpasbaar profielsysteem voor het opbouwen van een wand, omvattende twee constructieprofielen, die telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, en omvattende vastzetmiddelen voor het ten opzichte van elkaar vastzetten van de constructieprofielen.

Dergelijke profielsystemen worden typisch gebruikt voor het opbouwen van binnenwanden uit geprefabriceerde materialen, waarbij tegen deze profielsystemen wandelementen worden aangebracht, zoals gipskartonplaten, multiplexpanelen, MDF-panelen, textiel, enz.

Voorbeelden van dergelijke profielsystemen zijn bijvoorbeeld gekend uit CA1310803C, FR2966482A1, AU2006201344A1, GB2084629A, FR2966482A1, US1998688 en US3897668. De telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbare constructieprofielen worden hierbij eerst tussen een vloer en een plafond aangebracht, dan telescopisch uitgeschoven ten opzichte van elkaar tot ze de vloer en het plafond of hier tegen aangebrachte profielen raken en tenslotte ten opzichte van elkaar vastgezet.

Er bestaan hierbij verschillende manieren om de constructieprofielen ten opzichte van elkaar vast te zetten.

In CA1310803C worden deze constructieprofielen hiertoe onderling vastgezet met behulp van schroeven. Het op deze manier vastzetten van de constructieprofielen is echter vrij omslachtig. De constructieprofielen dienen ten opzichte van elkaar vastgehouden te worden vooraleer deze vast te zetten. Bovendien is hiertoe een schroevendraaier als hulpmiddel vereist.

In FR2966482A1 worden de telescopische constructieprofielen door frictie in positie gehouden. Het is heel moeilijk om daarbij een goed evenwicht te vinden tussen niet te veel frictie om het vlot onderling telescopisch verplaatsbaar voorzien van de constructieprofielen te garanderen en niet te weinig frictie zodat ze in de gewenste stand niet ten opzichte van elkaar verplaatsen. In de praktijk is een dergelijke

BE2018/5141 frictieverbinding bovendien moeilijk te garanderen wanneer deze constructieprofielen volgens gangbare productiemethoden vervaardigd worden, gezien de toleranties bij dergelijke constructieprofielen. Bovendien kan hiermee moeilijk een sterke binnenwand gecreëerd worden.

In AU2006201344A1, GB2084629A en US1998688 blijven deze constructieprofielen onderling verschuifbaar, maar worden deze constructieprofielen elk vastgeklikt aan respectievelijke profielen die aan de vloer en het plafond zijn aangebracht, of op een andere manier ten opzichte van deze profielen vastgezet. Met deze systemen kunnen de profielen op een vlugge en efficiënte manier gemonteerd worden, dit zonder handwerktuigen. Een nadeel van deze oplossingen is echter dat de constructieprofielen hierbij steeds nauwkeurig nagenoeg loodrecht ten opzichte van de profielen aan de vloer en het plafond dienen gepositioneerd te worden. Deze oplossing is dan ook minder geschikt waar een vloer en/of een plafond in de praktijk niet vlak uitgewerkt zijn.

In US3897668 worden dergelijke constructieprofielen met behulp van een veer uit elkaar gedreven zodat ze onder invloed van de veerkracht van deze veer tussen profielen aan de vloer en het plafond geklemd worden. Op deze manier kunnen deze constructieprofielen ook op een vlotte en efficiënte manier geplaatst worden zonder handwerktuigen. Deze oplossing is bovendien ook toepasbaar waar de vloer en/of het plafond waartussen deze constructieprofielen gemonteerd worden niet vlak is uitgevoerd. Deze oplossing is echter vrij complex, gezien het in productie geen sinecure is om een veer op een dergelijke manier tussen de constructieprofielen te monteren. Met behulp van een dergelijke veer kunnen de constructieprofielen bovendien slechts over een beperkte afstand telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatst worden, waardoor slechts kleine hoogteverschillen opgevangen kunnen worden.

Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een dergelijk profielsysteem waarmee constructieprofielen vlot en efficiënt geplaatst kunnen worden zonder handwerktuigen, waarbij bovengenoemde problemen verholpen worden.

BE2018/5141

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een aanpasbaar profielsysteem voor het opbouwen van een wand, omvattende twee constructieprofielen, die telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, en omvattende vastzetmiddelen voor het ten opzichte van elkaar vastzetten van de constructieprofielen, waarbij deze vastzetmiddelen een spanklem omvatten, die scharnierbaar ten opzichte van een eerste constructieprofiel van beide constructieprofielen is voorzien, tussen een open stand, waarbij beide constructieprofielen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn en een gesloten stand, waarbij deze spanklem op het tweede constructieprofiel van beide constructieprofielen aangrijpt zodat beide constructieprofielen ten opzichte van elkaar zijn vastgezet.

Een dergelijke spanklem kan op een heel eenvoudige manier gerealiseerd worden en laat een snelle en efficiënte plaatsing van de constructieprofielen toe zonder dat hiertoe handwerktuigen vereist zijn.

Met behulp van een dergelijke spanklem is het ook eenvoudig mogelijk om constructieprofielen over een relatief grote afstand telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbaar te voorzien, waarbij deze in elke positie ten opzichte van elkaar vastgezet kunnen worden met behulp van deze spanklem.

Deze spanklem kan hierbij heel wat vormen aannemen en kan bijvoorbeeld uit metaal of kunststof vervaardigd worden, via ponsen, plooien, spuitgieten, enz. Deze kan op heel wat manieren scharnierbaar ten opzichte van het eerste constructieprofiel voorzien worden. Dit kan met behulp van pennen, bouten en moeren, asstukken, enz. Voorbeelden van klemmen die dienst kunnen doen als spanklem bij een profielsysteem volgens deze uitvinding zijn bijvoorbeeld gekend onder de vorm van snelspanners.

Ook de constructieprofielen kunnen hierbij heel wat vormen aannemen, zoals aluminium, stalen, kunststof of houten profielen. Deze kunnen bijvoorbeeld koud gerold, geplooid of geëxtrudeerd of gezaagd, enz. worden.

BE2018/5141

De constructieprofielen hebben over minstens een deel van hun lengte nagenoeg dezelfde dwarsdoorsnede. Deze constructieprofielen kunnen afzonderlijke profielen zijn, of kunnen bijvoorbeeld deel uitmaken van een groter geheel, zoals een Lvormig hoekstuk of een boogvormig hoekstuk, enz.

Om deze constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbaar te voorzien zal één van beide profielen een holte omvatten waarin minstens een deel van het andere profiel via een kopzijde van het ene profiel verschuifbaar aanbrengbaar is. Beide profielen strekken zich daarbij aansluitend op deze kopzijde nagenoeg volgens een zelfde lengterichting uit. Deze constructieprofielen omvatten hiertoe minstens een deel dat over een zekere lengte recht is uitgevoerd, maar kunnen ook gebogen delen en/of hoeken omvatten.

Het ene constructieprofiel is dus minstens gedeeltelijk hol uitgevoerd, waarbij deze aan een kopzijde een toegangsopening tot deze holte omvat. Het andere constructieprofiel kan vol uitgevoerd zijn. Dit andere profiel zal bij voorkeur ook minstens gedeeltelijk hol uitgevoerd zijn zodat hiermee een licht profielsysteem wordt bekomen.

Typisch zal een dergelijk profielsystem ingezet worden om een verticale pijler te vormen, dit typisch tussen een vloer en een plafond, of tussen profielen die tegen een dergelijke vloer en plafond aangebracht zijn. De constructieprofielen van dit profielsysteem kunnen echter ook in elke andere richting geplaatst worden. Op deze manier kan een dergelijk profielsysteem niet enkel ingezet worden om verschillende hoogtes eenvoudig op te vangen, maar ook breedtes. In diagonale richting kan dit bijvoorbeeld dienst doen als een instelbaar en eenvoudig te plaatsen windverband.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is de spanklem voorzien om tijdens de scharnierbeweging tussen de open stand en de gesloten stand vanaf een aangrijpstand tot de gesloten stand aan te grijpen op het tweede constructieprofiel, zodanig dat de spanklem tussen de aangrijpstand en de gesloten stand een kracht op de constructieprofielen uitoefent om deze constructieprofielen telescopisch uit elkaar te drijven. Op deze manier kunnen de constructieprofielen eenvoudig met behulp van

BE2018/5141 deze kracht tussen twee delen, zoals bijvoorbeeld een vloer en een plafond, ingeklemd worden. Op deze manier kan dit profielsysteem eenvoudiger door één persoon alleen geplaatst worden, dit zonder verdere hulpmiddelen, tenzij bijvoorbeeld een waterpas.

De spanklem van een profielsysteem volgens deze uitvinding is bij voorkeur scharnierbaar ten opzichte van een scharnieras die zich nagenoeg loodrecht op de lengterichting van de constructieprofielen uitstrekt. De scharnierbeweging van de spanklem kan hierbij dan eenvoudig aansluitend op een telescopische verplaatsingsbeweging van de constructieprofielen uitgevoerd worden. Met behulp van een dergelijke scharnieras is het ook relatief eenvoudig om met deze spanklem een genoemde kracht op het tweede constructieprofiel uit te oefenen. Een dergelijke scharnieras laat ook eenvoudig toe om de spanklem zo scharnierbaar ten opzichte van de constructieprofielen op te stellen dat deze in gesloten stand geen hinderend uitsteeksel ten opzichte van de constructieprofielen vormt. Zo kan deze spanklem het plaatsen van bijvoorbeeld wandelementen tegen deze constructieprofielen ongehinderd laten. Wanneer met dit profielsysteem een wand opgetrokken wordt, dan kan de spanklem hiertoe eenvoudig geplaatst worden aan een zijde van de constructieprofielen die volledig tussen wandelementen in een met dit profielsysteem opgetrokken wand uitstrekt. Bij voorkeur strekt de spanklem zich in gesloten stand nagenoeg volledig in de holte van het ene constructieprofiel uit.

Met lengterichting wordt de richting bedoeld waarin de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn voorzien. Deze lengterichting valt samen met de lengterichting van het deel van de constructieprofielen dat hiertoe aansluitend op de kopzijde van de constructieprofielen, waarlangs deze telescopisch in elkaar aangebracht zijn, recht is uitgevoerd. Bij volledig recht uitgevoerde constructieprofielen is dit de effectieve lengterichting van deze constructieprofielen.

BE2018/5141

De spanklem omvat verder bij voorkeur een hendel voor het aandrijven van de scharnierbeweging, zodat deze eenvoudig handmatig bedienbaar is om het profielsysteem zonder verdere hulpmiddelen te kunnen plaatsen.

Voorkeurdragend omvat de spanklem minstens één aangrijpelement voor het met dit aangrijpelement aangrijpen op het tweede constructieprofiel.

Dit aangrijpelement is bij voorkeur excentrisch opgesteld ten opzichte van de scharnieras waarrond de spanklem is opgesteld.

Een dergelijk aangrijpelement kan meer specifiek één of meerdere aangrijppinnen omvatten, voor het met deze aangrijppinnen aangrijpen op het tweede constructieprofiel. Met dergelijke aangrijppinnen kan de mate waarin het tweede constructieprofiel aangegrepen wordt en de mate waarin eventueel de genoemde kracht op het tweede constructieprofiel uitgeoefend wordt met grotere zekerheid bepaald worden. Het aantal aangrijppinnen zal men daarbij bij voorkeur kiezen in functie van de plaatsing ervan en in functie van de materialen van zowel de spanklem als het tweede constructieprofiel.

Als alternatief voor de genoemde aangrijppinnen of bijkomend hieraan, kan het aangrijpelement minstens gedeeltelijk uit elastisch materiaal vervaardigd worden om hiermee de mate waarin het tweede constructieprofiel aangegrepen wordt en de mate waarin eventueel de genoemde kracht op het tweede constructieprofiel uitgeoefend wordt met grotere zekerheid te bepalen.

Als dergelijk elastisch materiaal kan bijvoorbeeld voor rubber of kunststof gekozen worden.

Het aangrijpelement kan eventueel volledig uit elastisch materiaal vervaardigd worden. Bij voorkeur wordt slechts een deel van dit aangrijpelement uit elastisch materiaal vervaardigd. Dit elastische materiaal kan dan bij voorkeur grenzend aan het tweede constructieprofiel opgesteld worden. Dit zou echter ook opgesteld kunnen worden tussen een rigider stuk van het aangrijpelement en de scharnieras waarrond de spanklem scharnierbaar is opgesteld.

BE2018/5141

Wanneer de spanklem voorzien is van een genoemde hendel en van een genoemd aangrijpelement, dan is deze hendel bij voorkeur onder een hoek ten opzichte van het aangrijpelement opgesteld, zodat beide zich niet in elkaars verlengde uitstrekken.

In een specifieke uitvoeringsvorm wordt het tweede constructieprofiel voorzien van één of meerdere aangrijpsleuven voor het hierin aangrijpen van het aangrijpelement om op het tweede constructieprofiel aan te grijpen. Met dergelijke aangrijpsleuven is het ook mogelijk om de mate waarin het tweede constructieprofiel aangegrepen wordt en de mate waarin eventueel de genoemde kracht op het tweede constructieprofiel uitgeoefend wordt met grotere zekerheid te bepalen.

Dergelijke aangrijpsleuven strekken zich daarbij dan bij voorkeur nagenoeg loodrecht op de lengterichting van het tweede constructieprofiel uit.

De spanklem van een profielsysteem volgens deze uitvinding wordt bij voorkeur roteerbaar aan het eerste constructieprofiel bevestigd om dit scharnierbaar ten opzichte van dit eerste constructieprofiel te voorzien.

In een specifieke uitvoeringsvorm omvat de spanklem een asstuk en omvat het eerste constructieprofiel een aanbrengholte waarin het asstuk van de spanklem aanbrengbaar is om deze spanklem scharnierbaar ten opzichte van dit eerste constructieprofiel te voorzien.

Bij voorkeur omvat de spanklem daarbij aan weerszijden een dergelijk asstuk, waarbij deze asstukken samen de scharnieras bepalen waarrond deze spanklem scharnierbaar is opgesteld. Het eerste constructieprofiel omvat daarbij aan weerszijden een overeenkomstige aanbrengholte.

Het eerste constructieprofiel omvat bij voorkeur een bodem en twee ten opzichte van deze bodem opstaande zijwanden, die een holte afbakenen, waarin het tweede constructieprofiel telescopisch verplaatsbaar is aangebracht.

BE2018/5141

Met behulp van dergelijke opstaande zijwanden is het eenvoudig om wandelementen aan weerszijden van deze constructieprofielen ten bevestigen, door deze aan elk van deze opstaande zijwanden te bevestigen.

Het eerste constructieprofiel kan hiertoe bijvoorbeeld een hoofdzakelijk U-vormige doorsnede omvatten, of een hoofdzakelijk C-vormige doorsnede of een hoofdzakelijk H-vormige doorsnede.

De spanklem strekt zich bij voorkeur hoofdzakelijk tussen deze zijwanden van het eerste constructieprofiel uit. Op deze manier kan er eenvoudig voor gezorgd worden dat de spanklem geen hinderend uitsteeksel ten opzichte van de constructieprofielen vormt. Nog meer voorkeurdragend strekt de spanklem zich hiertoe in gesloten stand nagenoeg volledig in de genoemde holte in het eerste constructieprofiel uit.

De genoemde zijwanden van een dergelijk eerste constructieprofiel zijn bij voorkeur voorzien van flenzen, waarbij de spanklem scharnierbaar ten opzichte van deze flenzen is voorzien en zich bij voorkeur hoofdzakelijk tussen deze flenzen uitstrekt.

Meer specifiek kan elke zijwand van een dergelijk eerste constructieprofiel weg van de bodem voorzien worden van een opstaande rand, waarbij de corresponderende flens aan het uiteinde van de opstaande rand weg van de zijwand opstaat ten opzichte van deze opstaande rand.

Op deze manier kan er voor gezorgd worden dat elke flens zich nagenoeg evenwijdig aan de corresponderende zijwand uitstrekt.

De opstaande randen zijn hierbij bij voorkeur naar elkaar toe gericht opgesteld. De flenzen strekken zich hierbij bij voorkeur tussen de zijwanden uit.

Het tweede constructieprofiel omvat eveneens bij voorkeur een bodem en twee ten opzichte van deze bodem opstaande zijwanden, die een holte afbakenen, dit om dit tweede constructieprofiel zo licht mogelijk uit te voeren.

De buitenomtrek van de dwarsdoorsnede van het tweede constructieprofiel stemt bij voorkeur nagenoeg overeen met de binnenomtrek van de dwarsdoorsnede van het

BE2018/5141 eerste constructieprofiel, dit in de delen ervan die recht zijn uitgevoerd om deze telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbaar te voorzien, zodat het tweede constructieprofiel tijdens de telescopische verplaatsing optimaal geleid wordt in het eerste constructieprofiel.

Het doel van deze uitvinding wordt ook bereikt door te voorzien in een kadersysteem omvattende meerdere constructieprofielen, die in een kadervorm zijn opgesteld, waarbij dit kadersysteem één of meerdere profielsystemen volgens deze uitvinding omvat.

Daarnaast wordt het doel van deze uitvinding ook bereikt door te voorzien in een wandsysteem, omvattende een profielsysteem en wandelementen ter bevestiging aan dit profielsysteem, waarbij het profielsysteem een profielsysteem volgens deze uitvinding is.

Als wandelementen kunnen daarbij bijvoorbeeld pleisterwanden, multiplexpanelen, MDF-panelen, textiel, enz. dienst doen. Deze wandelementen kunnen op allerhande manieren bevestigbaar aan dit profielsysteem voorzien worden, waaronder schroeven, lijmen, bevestigen met klittenband, enz.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende profielsystemen volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in

- Figuur 1 een wandsysteem volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld in gedeeltelijk opgebouwde toestand;

BE2018/5141

- Figuur 2 een eerste uitvoeringsvorm van een profielsysteem volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld ter hoogte van de spanklem, waarbij deze spanklem zich in open stand bevindt.

- Figuur 3 het profielsysteem uit figuur 2 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in open stand;

- Figuur 4 het profielsysteem uit figuur 2 in langsdoorsnede is weergegeven, met de spanklem in open stand;

- Figuur 5 de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 2 afzonderlijk in perspectief is weergegeven;

- Figuur 6 het profielsysteem uit figuur 2 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

- Figuur 7 het profielsysteem uit figuur 2 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

- Figuur 8 het profielsysteem uit figuur 2 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 9 het profielsysteem uit figuur 2 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 10 het profielsysteem uit figuur 2 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 11 het profielsysteem uit figuur 2 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 12 het profielsysteem uit figuur 2 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

BE2018/5141

- Figuur 13 het profielsysteem uit figuur 2 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 14 het profielsysteem uit figuur 2 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 15 het profielsysteem uit figuur 2 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 16 een tweede uitvoeringsvorm van een profielsysteem volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld ter hoogte van de spanklem, waarbij deze spanklem zich in open stand bevindt;

- Figuur 17 het profielsysteem uit figuur 16 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in open stand;

- Figuur 18 het profielsysteem uit figuur 16 in langsdoorsnede is weergegeven, met de spanklem in open stand;

- Figuur 19 de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 16 afzonderlijk in perspectief is weergegeven vanaf de bovenzijde ervan gezien;

- Figuur 20 de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 16 afzonderlijk in perspectief is weergegeven vanaf de onderzijde ervan gezien;

- Figuur 21 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm voor de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 16 afzonderlijk in perspectief is weergegeven vanaf de bovenzijde ervan gezien;

- Figuur 22 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm voor de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 16 afzonderlijk in perspectief is weergegeven vanaf de onderzijde ervan gezien;

- Figuur 23 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm voor de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 16 afzonderlijk in perspectief is weergegeven vanaf de bovenzijde ervan gezien;

BE2018/5141

- Figuur 24 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm voor de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 16 afzonderlijk in perspectief is weergegeven vanaf de onderzijde ervan gezien;

- Figuur 25 het profielsysteem uit figuur 16 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

- Figuur 26 het profielsysteem uit figuur 16 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

- Figuur 27 het profielsysteem uit figuur 16 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 28 het profielsysteem uit figuur 16 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 29 het profielsysteem uit figuur 16 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 30 het profielsysteem uit figuur 16 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 31 het profielsysteem uit figuur 16 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 32 het profielsysteem uit figuur 16 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 33 het profielsysteem uit figuur 16 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in de gesloten stand;

BE2018/5141

- Figuur 34 een derde uitvoeringsvorm van een profielsysteem volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld ter hoogte van de spanklem, waarbij deze spanklem zich in open stand bevindt.

- Figuur 35 het profielsysteem uit figuur 34 in langsdoorsnede is weergegeven, met de spanklem in open stand;

- Figuur 36 de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 34 afzonderlijk in perspectief is weergegeven;

- Figuur 37 het profielsysteem uit figuur 34 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

- Figuur 38 het profielsysteem uit figuur 34 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

- Figuur 39 het profielsysteem uit figuur 34 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 40 het profielsysteem uit figuur 34 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 41 het profielsysteem uit figuur 34 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 42 het profielsysteem uit figuur 34 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 43 het profielsysteem uit figuur 34 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 44 het profielsysteem uit figuur 34 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

BE2018/5141

- Figuur 45 het profielsysteem uit figuur 34 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 46 een vierde uitvoeringsvorm van een profielsysteem volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld ter hoogte van de spanklem, waarbij deze spanklem zich in open stand bevindt.

- Figuur 47 het profielsysteem uit figuur 46 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in open stand;

- Figuur 48 het profielsysteem uit figuur 46 in langsdoorsnede is weergegeven, met de spanklem in open stand;

- Figuur 49 de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 2 afzonderlijk in perspectief is weergegeven vanaf de bovenzijde ervan gezien;

- Figuur 50 de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 2 afzonderlijk in perspectief is weergegeven vanaf de onderzijde ervan gezien;

- Figuur 51 tot 57 in verschillende stappen in langsdoorsnedes van het profielsysteem uit figuur 46 is afgebeeld hoe een spanklem van dit profielsysteem scharnierbaar ten opzichte van het eerste constructieprofiel aanbrengbaar is (figuren 51 tot 54) en daarna scharnierbaar is tussen een open stand en een gesloten stand (figuren 54 tot 56);

- Figuur 57 het profielsysteem uit figuur 46 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

- Figuur 58 het profielsysteem uit figuur 46 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

- Figuur 59 het profielsysteem uit figuur 46 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 60 het profielsysteem uit figuur 46 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

BE2018/5141

- Figuur 61 het profielsysteem uit figuur 46 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 62 het profielsysteem uit figuur 46 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 63 het profielsysteem uit figuur 46 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 64 het profielsysteem uit figuur 46 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 65 het profielsysteem uit figuur 46 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 66 het profielsysteem uit figuur 46 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 67 een vijfde uitvoeringsvorm van een profielsysteem volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld ter hoogte van de spanklem, waarbij deze spanklem zich in open stand bevindt.

- Figuur 68 het profielsysteem uit figuur 67 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in open stand;

- Figuur 69 het profielsysteem uit figuur 67 in langsdoorsnede is weergegeven, met de spanklem in open stand;

- Figuur 70 de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 67 afzonderlijk in perspectief is weergegeven;

- Figuur 71 het profielsysteem uit figuur 67 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

BE2018/5141

- Figuur 72 het profielsysteem uit figuur 67 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de open stand en de aangrijpstand;

- Figuur 73 het profielsysteem uit figuur 67 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 74 het profielsysteem uit figuur 67 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 75 het profielsysteem uit figuur 67 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 76 het profielsysteem uit figuur 67 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 77 het profielsysteem uit figuur 67 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 78 het profielsysteem uit figuur 67 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 79 het profielsysteem uit figuur 67 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 80 een zesde uitvoeringsvorm van een profielsysteem volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld ter hoogte van de spanklem, waarbij deze spanklem zich in open stand bevindt.

- Figuur 81 het profielsysteem uit figuur 80 in langsdoorsnede is weergegeven, met de spanklem in open stand;

- Figuur 82 de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 80 afzonderlijk in perspectief is weergegeven, vanaf de bovenzijde ervan gezien;

BE2018/5141

- Figuur 83 de spanklem uit het profielsysteem uit figuur 80 afzonderlijk in perspectief is weergegeven, vanaf de onderzijde ervan gezien;

- Figuur 84 het profielsysteem uit figuur 80 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 85 het profielsysteem uit figuur 80 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 86 het profielsysteem uit figuur 80 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in de aangrijpstand;

- Figuur 87 het profielsysteem uit figuur 80 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 88 het profielsysteem uit figuur 80 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 89 het profielsysteem uit figuur 80 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in een stand tussen de aangrijpstand en de gesloten stand;

- Figuur 90 het profielsysteem uit figuur 80 in perspectief is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 91 het profielsysteem uit figuur 80 in langsdoorsnede is weergegeven, met de constructieprofielen telescopisch ten opzichte van elkaar verschoven en de spanklem in de gesloten stand;

- Figuur 92 het profielsysteem uit figuur 80 in aanzicht is weergegeven vanaf een kopzijde van de constructieprofielen, met de spanklem in de gesloten stand.

BE2018/5141

In figuur 1 is een wandsysteem (5) volgens deze uitvinding afgebeeld. Dit wandsysteem (5) omvat verschillende profielsystemen (1) volgens deze uitvinding, die samen met vloerprofielen (6) en plafondprofielen (7) samengesteld zijn tot kaders. De profielsystemen (1) vormen daarbij de verticale stijlen van deze kaders. Om een wand met dit wandsysteem (5) op te trekken, wordt elk van deze kaders achtereenvolgens met zijn vloerprofiel (6) op een vloer (26) geplaatst, waarna de constructieprofielen (2, 3) uit de profielsystemen (1) telescopisch uit elkaar gedreven worden tot het plafondprofiel (7) tegen het plafond (27) wordt aangedrukt. Daarna worden de constructieprofielen (2, 3) met behulp van de spanklemmen (4) ten opzichte van elkaar vastgezet, waarbij de kaders tussen de vloer (26) en het plafond (27) worden opgespannen. Meerdere dergelijke kaders worden op deze manier naast elkaar opgesteld en onderling verbonden. Aan deze kaders worden dan wandelementen (8) bevestigd. Dit kunnen bijvoorbeeld pleisterwanden, multiplexpanelen, MDF-panelen, textiel, enz. zijn die aan deze kaders bevestigd worden via schroeven, lijmen, klittenband, enz.

In figuur 1 wordt op deze manier een vlakke wand opgetrokken. Door kaders in een hoek ten opzichte van elkaar te plaatsen is het ook mogelijk om meerdere wanden onder een hoek ten opzichte van elkaar op te stellen. Met gebogen vloerprofielen (6) en plafondprofielen (7) is het bijvoorbeeld ook mogelijk om een gebogen wand op te trekken. Ook de profielsystemen (1) kunnen bijvoorbeeld minstens gedeeltelijk gebogen zijn uitgevoerd of een knik omvatten.

In de afgebeelde uitvoeringsvorm zijn enkel de verticale stijlen van de kaders als profielsysteem (1) uitgewerkt. Het is ook mogelijk om analoog het vloerprofiel (6) en het plafondprofiel (7) als een dergelijk profielsysteem (1) uit te werken om ook de breedte van deze kaders aan te kunnen passen. Wanneer het vloerprofiel (6) en het plafondprofiel (7) als vaste profielen zijn uitgevoerd, dan wordt de lengte ervan bij voorkeur zo gekozen dat de overeenkomstige afmeting van het kader overeenstemt met standaard maten van pleisterwanden of MDF-panelen. Zo kan men vlot een wand optrekken met minimale aanpassingen van deze wandelementen.

BE2018/5141

De profielsystemen (1) hoeven ook niet noodzakelijk deel uit te maken van kaders zoals in figuur 1 is afgebeeld. Het is ook mogelijk om deze afzonderlijk te plaatsen, vergelijkbaar met profielsystemen uit de stand van de techniek. Dit is bijvoorbeeld voordelig om een wand onder een schuin opgesteld plafond op te trekken.

De in de figuren afgebeelde profielsystemen (1) omvatten telkens een eerste constructieprofiel (2), een tweede constructieprofiel (3) en een spanklem (4).

Telkens is het tweede constructieprofiel (3) telescopisch aangebracht in een holte van het eerste constructieprofiel (2). Het tweede constructieprofiel (3) is eveneens hol uitgevoerd. De constructieprofielen (2, 3) hebben over nagenoeg hun volledige lengte een zelfde dwarsdoorsnede. De buitenomtrek van het tweede constructieprofiel (3) sluit daarbij telkens zo goed mogelijk aan op de binnenomtrek van het eerste constructieprofiel (3).

De spanklem (4) is telkens scharnierbaar ten opzichte van het eerste constructieprofiel (2) voorzien, dit tussen een open stand en een gesloten stand. De scharnieras (R) waarrond de spanklem (4) hierbij scharnierbaar is opgesteld, is telkens loodrecht op de lengterichting van de constructieprofielen (2, 3) opgesteld. De scharnierbeweging (S) is in meerdere figuren met een pijl aangeduid.

In de open stand (zie figuren 2-4, 16-18, 34-35, 46-48, 67-69 en 80-81) zijn beide constructieprofielen (2, 3) telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbaar, zoals met een pijl is aangeduid in de figuren 4, 18, 35, 48, 69 en 81. In een aangrijpstand tussen de open stand en de gesloten stand (zie figuren 8-10, 27-28, 39-40, 59-61, 7374 en 84-86) begint de spanklem (4) aan te grijpen op het tweede constructieprofiel (3). In de gesloten stand (zie figuren 10-14, 31-33, 43-45, 64-66, 77-79 en 90-92) grijpt de spanklem (4) zodanig aan op het tweede constructieprofiel (3) dat beide constructieprofielen (2, 3) ten opzichte van elkaar zijn vastgezet. Tussen de aangrijpstand en de gesloten stand (zie figuren 11-12, 29-30, 41-42, 62-63, 75-76 en 87-89) oefent de spanklem (4) een kracht op de constructieprofielen (2, 3) uit om deze telescopisch uit elkaar te drijven, zoals met een pijl is aangeduid in de figuren 12, 14, 30, 32, 42, 44, 63, 65, 76, 78 en 91.

BE2018/5141

In de afgebeelde uitvoeringsvormen omvat het eerste constructieprofiel (2) telkens een bodem (15) en twee ten opzichte van deze bodem (15) opstaande zijwanden (16). Om een wand met deze profielsystemen (1) op te trekken, worden de wandelementen (8) tegen deze zijwanden (16) aan bevestigd. De bodem (15) en zijwanden (16) bakenen een holte af, waarin het tweede constructieprofiel (3) telescopisch verplaatsbaar is aangebracht.

Het tweede constructieprofiel (3) omvat in de afgebeelde uitvoeringsvormen ook telkens een bodem (22) en twee ten opzichte van deze bodem (22) opstaande zijwanden (23), waarmee dit tweede constructieprofiel (3) geleidend in het eerste constructieprofiel (3) is aangebracht zodat de telescopische verplaatsingsbeweging zo goed mogelijk geleid wordt.

Deze constructieprofielen (2, 3) kunnen bijvoorbeeld via plooien uit staalplaat vervaardigd worden. Alternatief zou men vergelijkbare constructieprofielen (2, 3) ook uit aluminium of kunststof kunnen extruderen. Het tweede constructieprofiel (3) zou eventueel ook vol uitgevoerd kunnen worden. Dit tweede constructieprofiel (3) kan dan bijvoorbeeld ook uit hout vervaardigd worden.

In de eerste, in de vierde en in de zesde afgebeelde uitvoeringsvorm (zie figuren 215, 46-66 en 80-92), is elke zijwand (16) van het eerste constructieprofiel (2) weg van de bodem (15) voorzien van een opstaande rand (17). Aan het uiteinde van de opstaande rand (17) weg van de zijwand (16) is telkens een flens (18) voorzien die ten opzichte van deze opstaande rand (17) opstaat. Deze flens (18) is naar de bodem (15) van het eerste constructieprofiel (2) toe gericht. Deze flens (18) strekt zich hierbij hoofdzakelijk evenwijdig aan de corresponderende zijwand (16) uit.

Elke zijwand (23) van het tweede constructieprofiel (3) is in deze eerste, deze vierde en deze zesde uitvoeringsvorm voorzien van een opstaande rand (24). De opstaande randen (24) van dit tweede constructieprofiel (3) zijn naar elkaar toe gericht.

Het tweede constructieprofiel (3) is in deze drie uitvoeringsvormen met zijn bodem (22) op de bodem (15) van het eerste constructieprofiel (2) aangebracht. De opstaande randen (17) en flenzen (18) van het eerste constructieprofiel (2) zijn

BE2018/5141 hierbij omheen de opstaande randen (24) van het tweede constructieprofiel (3) geplooid opgesteld.

De spanklem (4) is hierbij scharnierbaar tussen en ten opzichte van de flenzen (18) van het eerste constructieprofiel (2) voorzien. Deze spanklem (4) strekt zich steeds minstens gedeeltelijk in de holte van het tweede constructieprofiel (3) uit. In de gesloten stand strekt deze spanklem (4) zich nagenoeg volledig binnen deze holte uit, zoals te zien is in de figuren 13-15, 64-66 en 90-92. Om op het tweede constructieprofiel (3) aan te grijpen, grijpt de spanklem (4) hier telkens op de bodem (22) van dit tweede constructieprofiel (3) aan.

In de tweede en de vijfde afgebeelde uitvoeringsvorm (zie figuren 16-33 en 67-79), is elke zijwand (16) van het eerste constructieprofiel (2) weg van de bodem (15) voorzien van een opstaande rand (17). Aan het uiteinde van de opstaande rand (17) weg van de zijwand (16) is telkens een flens (18) voorzien die ten opzichte van deze opstaande rand (17) opstaat. Deze flens (18) is hier naar buiten toe, weg van de bodem (15) van het eerste constructieprofiel (2) gericht. Deze flens (18) strekt zich hierbij hoofdzakelijk evenwijdig aan de corresponderende zijwand (16) uit.

Elke zijwand (23) van het tweede constructieprofiel (3) is in deze tweede en in deze vijfde uitvoeringsvorm voorzien van een opstaande rand (24). Aan het uiteinde van de opstaande rand (24) weg van de zijwand (23) is telkens een flens (25) voorzien die ten opzichte van deze opstaande rand (24) opstaat. Deze flens (25) is hier naar binnen toe, naar de bodem (22) van het tweede constructieprofiel (3) gericht.

Het tweede constructieprofiel (3) is in deze beide uitvoeringsvormen met zijn opstaande randen (24) op de bodem (15) van het eerste constructieprofiel (2) aangebracht. De bodem (22) van het tweede constructieprofiel (3) is hierbij tegen de opstaande randen (17) van het eerste constructieprofiel (2) aangebracht.

De spanklem (4) is hierbij scharnierbaar tussen en aan de flenzen (18) van het eerste constructieprofiel (2) bevestigd. Deze spanklem (4) strekt zich steeds minstens gedeeltelijk in de ruimte tussen deze flenzen (18) uit. In de gesloten stand strekt deze spanklem (4) zich hoofdzakelijk binnen deze ruimte uit, zoals te zien is in de figuren

BE2018/5141

31-33 en 77-79. Om op het tweede constructieprofiel (3) aan te grijpen, grijpt de spanklem (4) hier op de bodem (22) van dit tweede constructieprofiel (3) aan.

In de derde afgebeelde uitvoeringsvorm (zie figuren 34-45), omvat het eerste constructieprofiel (2) een hoofdzakelijk U-vormige doorsnede.

Elke zijwand (23) van het tweede constructieprofiel (3) is in deze tweede uitvoeringsvorm voorzien van een opstaande rand (24). Aan het uiteinde van de opstaande rand (24) weg van de zijwand (23) is telkens een flens (25) voorzien die ten opzichte van deze opstaande rand (24) opstaat. Deze flens (25) is hier naar binnen toe, naar de bodem (22) van het tweede constructieprofiel (3) gericht.

Het tweede constructieprofiel (3) is in deze uitvoeringsvorm met zijn bodem (22) op de bodem (15) van het eerste constructieprofiel (2) aangebracht. De zijwanden (16) van het eerste constructieprofiel (2) strekken zich tot boven de zijwanden (23) van het tweede constructieprofiel (3) uit.

De spanklem (4) is hierbij boven het tweede constructieprofiel (3) scharnierbaar tussen en aan de zijwanden (16) van het eerste constructieprofiel (2) bevestigd. Deze spanklem (4) strekt zich steeds minstens gedeeltelijk in de ruimte tussen deze zijwanden (16) uit. In de gesloten stand strekt deze spanklem (4) zich nagenoeg volledig binnen deze ruimte uit, zoals te zien is in de figuren 43-45. Om op het tweede constructieprofiel (3) aan te grijpen, grijpt de spanklem (4) hier op de opstaande randen (24) van dit tweede constructieprofiel (3) aan.

Verschillende varianten van de hier afgebeelde constructieprofielen (2, 3), de manier van opstellen van deze constructieprofielen (2, 3) ten opzichte van elkaar en de manier van scharnierbaar opstellen van de spanklem (4) ten opzichte van het eerste constructieprofiel (2) en aangrijpen ervan op het tweede constructieprofiel (3) zijn uiteraard denkbaar.

De spanklem (4) kan hierbij ook verschillende vormen aannemen. In de eerste, tweede, derde, vijfde en zesde uitvoeringsvorm is deze uit staal vervaardigd via

BE2018/5141 ponsen en plooien. In de vierde uitvoeringsvorm is deze uit kunststof vervaardigd via spuitgieten. Vele alternatieven zijn hiervoor denkbaar.

Telkens is de spanklem (4) in de afgebeelde uitvoeringsvormen voorzien van asstukken (13) die aanbrengbaar zijn in een aanbrengholte (14) in de flenzen (18) of in de zijwanden (16) van het eerste constructieprofiel (2).

In de eerste, tweede, derde, vijfde en zesde uitvoeringsvorm zijn de asstukken (13) uitgeponste delen, die een vernauwing en een verbreding omvatten. De aanbrengholte (14) is hier een opening waarin deze asstukken (13) scharnierbaar aangebracht zijn. De flenzen (18) of zijwanden (16) van het eerste constructieprofiel (2) grijpen daarbij in de vernauwing aan en de verbreding bemoeilijkt het loskomen van deze asstukken (13) uit de aanbrengholte (14). In plaats van deze verbreding te voorzien, zou men ook (delen van) asstukken (13) kunnen omplooien om het loskomen ervan te bemoeilijken.

In de vierde uitvoeringsvorm omvat de spanklem (14) een cilindrisch lichaam (19) en zijn de asstukken (13) cilindrisch uitstekende delen hiervan. De aanbrengholte (14) is aan de rand van de flens (18) voorzien, zodat het asstuk (13) vrij in en uit deze aanbrengholte (14) gebracht kan worden, wanneer de spanklem (14) in een positie gekanteld is die overeenstemt met een positie in de open stand, zoals te zien is in de figuren 51-54.

In plaats van de spanklem (14) scharnierbaar te voorzien met behulp van dergelijke asstukken (13), zou deze bijvoorbeeld ook scharnierbaar bevestigd kunnen worden met behulp van bouten en moeren, met pennen, enz.

De spanklemmen (4) omvatten in de afgebeelde uitvoeringsvormen telkens minstens één aangrijpelement (10) voor het hiermee aangrijpen van het tweede constructieprofiel (3) en een hendel (9) voor het handmatig aandrijven van de scharnierbeweging (S). Het aangrijpelement (10) is telkens excentrisch voorzien ten opzichte van de scharnieras (R) waarrond de spanklem (4) roteerbaar is.

BE2018/5141

In de eerste, tweede, derde en vijfde uitvoeringsvorm is de hendel (9) onder een hoek geplooid ten opzichte van het aangrijpelement (10), zodat deze zich niet in elkaars verlengde uitstrekken. De plooilijnen in de spanklem (4) strekken zich hierbij nagenoeg evenwijdig aan de rotatieas (R) uit.

In de vierde uitvoeringsvorm doen twee ten opzichte van het cilindrische lichaam (19) en de hendel (9) uitstekende aangrijpribben (20) dienst als aangrijpelementen (10). Tussen beide aangrijpribben (20) is nog een verstevigingsribbe (21) opgesteld.

In de zesde uitvoeringsvorm is de spanklem (4) voorzien van twee aangrijpbenen (10), die ten opzichte van de rest van de spanklem (4) omgeplooid zijn met een plooilijn die zich dwars op de rotatieas (R) uitstrekt.

Om de spanklem (4) voldoende op het tweede constructieprofiel (3) te laten aangrijpen om beide constructieprofielen (2, 3) ten opzichte van elkaar vast te zetten, kunnen verschillende hulpmiddelen voorzien worden.

In de eerste, tweede, derde en zesde uitvoeringsvorm zijn de spanklemmen (14) voorzien van één of meerdere aangrijppinnen (11), waarmee deze in het tweede constructieprofiel (3) kunnen aangrijpen. Meerdere varianten zijn hierbij telkens mogelijk. Zo is in de figuren 19-24 afgebeeld dat het in de tweede uitvoeringsvorm alternatief ook mogelijk is om in plaats van twee aangrijppinnen (11) te voorzien (zie figuren 19 en 20), geen aangrijppinnen (11) te voorzien (zie figuren 21 en 22) of een enkele aangrijppin (zie figuren 23 en 24) te voorzien. Ook meer dan twee aangrijppinnen (11) zijn uiteraard mogelijk. In de eerste, tweede en derde uitvoeringsvorm zijn de aangrijppinnen (11) zo voorzien dat ze nagenoeg gelijktijdig op het tweede constructieprofiel (3) aangrijpen. In de zesde uitvoeringsvorm zijn de aangrijppinnen (11) zo voorzien dat de verschillende aangrijppinnen (11) van elk aangrijpbeen (10) tijdens de rotatiebeweging (R) achtereenvolgens op het tweede constructieprofiel (3) aangrijpen.

Wanneer geen aangrijppinnen (11) zijn voorzien, dan wordt het aangrijpelement (10) bij voorkeur minstens gedeeltelijk elastisch uitgevoerd.

Alternatief of bijkomend kan men het tweede constructieprofiel (3) voorzien van aangrijpsleuven (12) waarin het aangrijpelement (10) eenvoudiger kan aangrijpen,

BE2018/5141 zoals te zien is in de vijfde uitvoeringsvorm. In deze uitvoeringsvorm zijn deze aangrijpsleuven (12) voorzien in de bodem (22), gezien het aangrijpelement (10) op deze bodem (22) aangrijpt. Waar het aangrijpelement (10) op opstaande randen (24), zoals in de derde uitvoeringsvorm, kan men deze opstaande randen (24) eventueel 5 voorzien van dergelijke aangrijpsleuven (12). Dergelijke aangrijpsleuven (12) strekken zich bij voorkeur nagenoeg loodrecht op de lengterichting van het tweede constructieprofiel uit.

In de vierde uitvoeringsvorm is de spanklem (4) voorzien van meerdere aangrijpribben (10) voor het hiermee aangrijpen in het tweede constructieprofiel (3).

In de zesde uitvoeringsvorm is de spanklem (4) voorzien van meerdere aangrijpbenen (10) voor het hiermee aangrijpen in het tweede constructieprofiel (3).

Claims

CONCLUSIES

1. Aanpasbaar profielsysteem (1) voor het opbouwen van een wand, omvattende twee constructieprofielen (2, 3), die telescopisch ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, en omvattende vastzetmiddelen (4) voor het ten opzichte van elkaar vastzetten van de constructieprofielen (2, 3), met het kenmerk dat de vastzetmiddelen (4) een spanklem (4) omvatten, die scharnierbaar ten opzichte van een eerste constructieprofiel (2) van beide constructieprofielen (2, 3) is voorzien, tussen een open stand, waarbij beide constructieprofielen (2, 3) ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn en een gesloten stand, waarbij deze spanklem (4) op het tweede constructieprofiel (3) van beide constructieprofielen (2, 3) aangrijpt zodat beide constructieprofielen (2, 3) ten opzichte van elkaar zijn vastgezet.
2. Profielsysteem (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de spanklem (4) voorzien is om tijdens de scharnierbeweging tussen de open stand en de gesloten stand vanaf een aangrijpstand tot de gesloten stand aan te grijpen op het tweede constructieprofiel (3), zodanig dat de spanklem (4) tussen de aangrijpstand en de gesloten stand een kracht op de constructieprofielen (2, 3) uitoefent om deze constructieprofielen (2, 3) telescopisch uit elkaar te drijven.
3. Profielsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de spanklem (4) scharnierbaar is ten opzichte van een scharnieras (R) die zich nagenoeg loodrecht op de lengterichting van de constructieprofielen (2, 3) uitstrekt.
4. Profielsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de spanklem (4) een hendel (9) omvat voor het aandrijven van de scharnierbeweging.

BE2018/5141
5. Profielsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de spanklem (4) minstens één aangrijpelement (10) omvat voor het met dit aangrijpelement (10) aangrijpen op het tweede constructieprofiel (3).
6. Profielsysteem (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het aangrijpelement (10) één of meerdere aangrijppinnen (11) omvat, voor het met deze aangrijppinnen (11) aangrijpen op het tweede constructieprofiel (3).
7. Profielsysteem (1) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat het tweede constructieprofiel (3) voorzien is van één of meerdere aangrijpsleuven (12) voor het hierin aangrijpen van het aangrijpelement (10) om op het tweede constructieprofiel (2) aan te grijpen.
8. Profielsysteem (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de aangrijpsleuven (12) zich nagenoeg loodrecht op de lengterichting van het tweede constructieprofiel (3) uitstrekken.
9. Profielsysteem (1) volgens één van de conclusies 5 tot 8, met het kenmerk dat het aangrijpelement (10) minstens gedeeltelijk uit elastisch materiaal is vervaardigd.
10. Profielsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de spanklem (4) roteerbaar aan het eerste constructieprofiel (2) is bevestigd om dit scharnierbaar ten opzichte van dit eerste constructieprofiel (2) te voorzien.
11. Profielsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de spanklem (4) een asstuk (13) omvat en dat het eerste constructieprofiel (2) een aanbrengholte (14) omvat waarin het asstuk (13)

BE2018/5141 van de spanklem (4) aanbrengbaar is om deze spanklem (4) scharnierbaar ten opzichte van dit eerste constructieprofiel (2) te voorzien.
12. Profielsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste constructieprofiel (2) een bodem (15) omvat en twee ten opzichte van deze bodem (15) opstaande zijwanden (16), die een holte afbakenen, waarin het tweede constructieprofiel (3) telescopisch verplaatsbaar is aangebracht.
13. Profielsysteem (1) volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de zijwanden (16) voorzien zijn van flenzen (18), waarbij de spanklem (4) scharnierbaar ten opzichte van deze flenzen (18) is voorzien.
14. Profielsysteem (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk dat elke zijwand (16) weg van de bodem (15) voorzien is van een opstaande rand (17) en dat de corresponderende flens (18) aan het uiteinde van de opstaande rand (17) weg van de zijwand (16) opstaat ten opzichte van deze opstaande rand (17).
15. Profielsysteem (1) volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk dat de spanklem (4) zich hoofdzakelijk tussen de flenzen (18) uitstrekt.
16. Profielsysteem (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het tweede constructieprofiel (3) een bodem (22) omvat en twee ten opzichte van deze bodem (22) opstaande zijwanden (23), die een holte afbakenen.
17. Kadersysteem omvattende meerdere constructieprofielen (2, 3), die in een kadervorm zijn opgesteld, met het kenmerk dat dit kadersysteem één of meerdere profielsystemen (1) omvat volgens één van de voorgaande conclusies.

BE2018/5141
18. Wandsysteem (5), omvattende een profielsysteem (1) en wandelementen (8) ter bevestiging aan dit profielsysteem (1), met het kenmerk dat het profielsysteem (1) een profielsysteem (1) volgens één van de conclusies 1 tot 16 omvat.