BE1025376A1 - Filterpatroon voor een compressor of vacuümpomp - Google Patents

Filterpatroon voor een compressor of vacuümpomp Download PDF

Info

Publication number
BE1025376A1
BE1025376A1 BE20175497A BE201705497A BE1025376A1 BE 1025376 A1 BE1025376 A1 BE 1025376A1 BE 20175497 A BE20175497 A BE 20175497A BE 201705497 A BE201705497 A BE 201705497A BE 1025376 A1 BE1025376 A1 BE 1025376A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
filter medium
electrically conductive
filter
conductive layer
filter cartridge
Prior art date
Application number
BE20175497A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025376B1 (nl
Inventor
Wim Moens
Original Assignee
Atlas Copco Airpower Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Atlas Copco Airpower Nv filed Critical Atlas Copco Airpower Nv
Priority to DE202017007027.8U priority Critical patent/DE202017007027U1/de
Priority to PCT/IB2017/056152 priority patent/WO2018069796A1/en
Priority to CN201790001234.5U priority patent/CN210114921U/zh
Priority to EP17780902.7A priority patent/EP3525912A1/en
Publication of BE1025376A1 publication Critical patent/BE1025376A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025376B1 publication Critical patent/BE1025376B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D46/00Filters or filtering processes specially modified for separating dispersed particles from gases or vapours
    • B01D46/24Particle separators, e.g. dust precipitators, using rigid hollow filter bodies
    • B01D46/2403Particle separators, e.g. dust precipitators, using rigid hollow filter bodies characterised by the physical shape or structure of the filtering element
    • B01D46/2411Filter cartridges
    • B01D46/2414End caps including additional functions or special forms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D46/00Filters or filtering processes specially modified for separating dispersed particles from gases or vapours
    • B01D46/24Particle separators, e.g. dust precipitators, using rigid hollow filter bodies
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D46/00Filters or filtering processes specially modified for separating dispersed particles from gases or vapours
    • B01D46/42Auxiliary equipment or operation thereof
    • B01D46/50Means for discharging electrostatic potential

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Filtering Materials (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding is gericht op een filterpatroon voor het verwijderen van vloeistof uit een gasstroom, waarbij de filterpatroon (1) het volgende omvat: - een filtermedium (4) dat tussen twee eindkappen (5) vastgehouden wordt, waarbij één van de eindkappen (5) een gasinlaat (6) omvat; - waarbij het filtermedium (4) in een opgerolde toestand gemonteerd is; - een elektrisch geleidende laag (11) die op het filtermedium (4) verschaft is; waarbij de elektrisch geleidende laag (11) op het filtermedium (4) gehecht is, zodanig dat deze tussen twee naburige lagen filtermedium (4) geplaatst is; en de filterpatroon verder een elektrisch verbindingsmiddel omvat, dat geconfigureerd is om de elektrisch geleidende laag (11) met een aarding te verbinden.

Description

Filterpatroon voor een compressor of vacuümpomp.
Deze uitvinding heeft betrekking op een filterpatroon voor het verwijderen van vloeistof uit een gasstroom, waarbij de filterpatroon het volgende omvat: een filtermedium dat tussen twee eindkappen vastgehouden wordt, waarbij één van de eindkappen een gasinlaat omvat; waarbij het filtermedium in een opgerolde toestand gemonteerd is, zodanig dat het filtermedium een meerlaagsstructuur vertoont; en een elektrisch geleidende laag die op het filtermedium verschaft is .
Het is bekend dat filters die een elektrisch geleidende laag omvatten in luchtfiltereenheden gebruikt worden, waarbij dergelijke geleidende lagen elektrisch geladen zijn, zodanig dat stofdeeltjes efficiënter gefilterd worden. Eén voorbeeld is te vinden in US 2009/241.777A, met MITSUBISHI CHEM CORP als aanvrager.
Hoewel een dergelijk filter de efficiëntie waarmee stofdeeltjes tegengehouden worden zou kunnen verbeteren, zou dit niet geschikt zijn voor gasfiltratie in een compressor of vacuümpomp omdat vanwege de ruwe omgeving waaraan dit blootgesteld wordt, het niet in staat zou zijn het risico op vonken en zelfs ontbranding in het filtermedium vanwege ophoping van statische energie daarin te verminderen.
Eén van de nadelen van het hierboven geïdentificeerde filter is het feit, dat een elektrische lading in de twee elektrisch geleidende lagen gehouden wordt door daartussen een elektrisch veld op te wekken, wat een mogelijke ontbranding van het filtermedium nog verder vergemakkelijkt.
BE2017/5497
Vanwege het typische volume en de snelheid van het gas dat door een compressor stroomt, zou een dergelijke situatie
gemakkelijk gevaarlijk kunnen worden, omdat zelfs de
kleinste vonk een brand kan doen ontstaan, die zelfs tot een
explosie kan leiden.
Nog een ander nadeel van het hierboven geïdentificeerde
filter is de complexe vervaardigingswerkwijze waarbij de filterlagen eerst aan elkaar gelijmd of gebonden worden en daarna de dragerlagen behandeld worden en aan de structuur gehecht worden. Een dergelijke vervaardigingswerkwijze is niet alleen kostbaar en tijdrovend, maar gezien de snelheid van gecomprimeerd gas en het volume daarvan kan een dergelijke filterstructuur niet voldoende sterk blijken te zijn en kan het filter bezwijken.
In het licht van de bovengenoemde nadelen is het een doel van de huidige uitvinding om een f ilterpatroon voor het verwijderen van vloeistof uit een gasstroom te verschaffen, waarbij de filterpatroon geschikt is voor gebruik in een compressor of een vacuümpomp.
Het is een ander doel van de huidige uitvinding om een filterpatroon te verschaffen die de risico's van vonken die in het filtermedium ontstaan vermindert of zelfs elimineert, en tegelijkertijd een zeer hoge efficiëntie van het filterproces behouden blijft.
Het is nog een ander doel van de huidige uitvinding om een zeer efficiënte ontlading van mogelijk in een of ander deel van het filtermedium opgehoopte statische elektriciteit te behouden.
BE2017/5497
Het is een ander doel van de huidige uitvinding om een zeer
gemakkelijk te vervaardigen en verschaffen. robuuste filterpatroon te
De huidige uitvinding lost ten minste één van de
bovengenoemde en/of andere problemen op door een
filterpatroon voor het verwijderen van vloeistof uit een
gasstroom te verschaffen, waarbij de filterpatroon het
volgende omvat:
een filtermedium dat tussen twee eindkappen vastgehouden wordt, waarbij één van de eindkappen een gasinlaat omvat;
waarbij het filtermedium in een opgerolde toestand
gemonteerd is, zodanig dat het filtermedium een
meerlaagstructuur vertoont;
een elektrisch geleidende laag die op het filtermedium
verschaft is;
waarbij de elektrisch geleidende laag op het filtermedium
gehecht is, zodanig dat dit tussen twee naburige lagen van filtermedium geplaatst is; en de filterpatroon verder een elektrisch verbindingsmiddel omvat, dat geconfigureerd is om de elektrisch geleidende laag met een aarding te verbinden.
Omdat de elektrisch geleidende laag op het filtermedium gehecht is en omdat het filtermedium in een opgerolde toestand gemonteerd is, wordt een zeer robuuste filterpatroon door middel van een zeer gemakkelijke montagetechniek verkregen.
Door de elektrisch geleidende laag op het filtermedium te hechten, zodanig dat dit tussen twee naburige lagen van
BE2017/5497 filtermedium geplaatst is, wordt de mogelijk in het filtermedium opgehoopte statische energie efficiënt naar de aarding geleid, ongeacht de diepte waar dergelijke statische energie geaccumuleerd is.
Tests hebben aangetoond, dat een eenvoudige aarding van de filterpatroon zonder het opnemen van de elektrisch geleidende laag niet voldoende is om de risico's van vonken die in het filtermedium ontstaan te verminderen, maar omdat in de filterpatroon volgens de huidige uitvinding beide kenmerken gebruikt worden, te weten een dergelijke aarding en het opnemen van de elektrisch geleidende laag, mogelijke ophoping van statische energie in het filtermedium onmiddellijk ontladen wordt en vonken zich niet langer kunnen voordoen.
Omdat de elektrisch geleidende laag op het filtermedium gehecht is, zodanig dat deze tussen twee naburige lagen van filtermedium geplaatst is, wordt verder een sterkere en duurzamere filterpatroon bereikt, die geschikt is voor toepassingen die zeer hoge drukken vereisen. Omdat de duurzaamheid van de filterpatroon verhoogd is, worden de onderhoudskosten verminderd omdat een filterpatroon volgens de huidige uitvinding veel minder frequent een onderhoudsbeurt zou vereisen.
De huidige uitvinding is verder gericht op een filter dat een behuizing omvat, die een inwendige ruimte definieert, waarin een filterpatroon ontvangen wordt, waarbij de filterpatroon het volgende omvat:
BE2017/5497 een filtermedium vastgehouden wordt, dat tussen twee eindkappen waarbij één van de eindkappen een gasinlaat omvat;
waarbij het filtermedium in een opgerolde toestand gemonteerd is, zodanig dat het filtermedium een meerlaagsstructuur vertoont;
een elektrisch geleidende laag die op het filtermedium verschaft is;
waarbij de behuizing verder een gasuitlaat in de inwendige ruimte omvat tussen de patroon en een wand van de behuizing, waarbij de gasuitlaat in fluïdumverbinding staat met de gasinlaat;
waarbij de elektrisch geleidende laag op het filtermedium gehecht is, zodanig dat deze tussen twee naburige lagen van filtermedium geplaatst is; en de filterpatroon verder een elektrisch verbindingsmiddel omvat, dat geconfigureerd is om de elektrisch geleidende laag met een aarding te verbinden.
De huidige uitvinding is verder gericht op een werkwijze voor het vervaardigen van een filterpatroon, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat:
het verschaffen van een laag filtermedium;
het aanbrengen van een geleidende laag op ten minste een deel van het oppervlak van het filtermedium;
waarbij de werkwijze verder de volgende stappen omvat:
het oprollen van het filtermedium en het bevestigen van het opgerolde filtermedium tussen twee eindkappen,
BE2017/5497 zodanig dat de elektrisch geleidende laag tussen twee naburige lagen van filtermedium geplaatst is; en het verschaffen van een elektrisch verbindingsmiddel dat de elektrisch geleidende laag met een aarding verbindt.
In de context van de huidige uitvinding dient het duidelijk te zijn, dat de hierboven gegeven voordelen met betrekking tot de filterpatroon eveneens gelden voor het filter en eveneens voor de werkwijze voor de vervaardiging van een filterpatroon.
De huidige uitvinding is eveneens gericht op het gebruik van een gasfilter volgens de huidige uitvinding voor het filteren van olie uit gecomprimeerde lucht in een oliegeïnjecteerd compressorsysteem.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter te illustreren worden in het navolgende enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen volgens de huidige uitvinding als voorbeeld beschreven, zonder dat deze op enigerleiwijze beperkend zijn, waarbij verwezen wordt naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 schematisch een persluchtsysteem volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding toont;
Figuur 2 schematisch een filterpatroon volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding toont;
Figuur 3 schematisch een dwarsdoorsnede door een filterbehuizing toont, die een filterpatroon volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding omvat;
BE2017/5497
Figuur 4 schematisch de montage van de elektrisch geleidende laag op het filtermedium volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding toont;
Figuren 5 tot 9 schematisch de montage van de elektrisch geleidende laag op het filtermedium volgens andere uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding tonen.
Figuur 1 toont een filterpatroon 1 volgens de huidige uitvinding, waarbij de filterpatroon 1 gemonteerd is op een stromingsleiding tussen een compressor en een gebruikersnetwerk 3 .
Indien een dergelijke filterpatroon 1 in een vacuümpomp
gemonteerd zou zijn, dan zou de filterpatroon 1 typisch op
een stromingsleiding tussen de vacuümpomp en de atmosfeer
gemonteerd zijn.
Dienovereenkomstig wordt de filterpatroon 1 bij voorkeur
gemonteerd op de uitlaatstromingsleiding van een compressor of vacuümpomp 2, zodanig dat de gecomprimeerde lucht eerst gefilterd wordt en pas daarna naar het gebruikersnetwerk 3 geleid wordt of naar de atmosfeer geëvacueerd wordt.
Zoals in Figuur 2 getoond, omvat de filterpatroon 1 een filtermedium 4 dat tussen twee eindkappen 5 vastgehouden wordt. De twee eindkappen 5 hebben de eigenschap dat deze het filtermedium 4 in een gewenste positie houden.
Zoals in Figuur 3 te zien is, omvat één van de twee eindkappen 5a of 5b bij voorkeur een gasinlaat 6, waarbij de
BE2017/5497 gasinlaat 6 de gasstroming ontvangt, die uit de compressor of vacuümpomp 2 komt.
In Figuur 3 is te zien, dat de gekozen eindkap die de gasinlaat 6 omvat 5a is, maar in de context van de huidige uitvinding dient het duidelijk te zijn dat de filterpatroon 1 eveneens gedraaid kan zijn, in welk geval eindkap 5b de gasinlaat 6 zal omvatten.
Verder bestaat de mogelijkheid om de gasinlaat 6 door de eindkap 5b van de in Figuur 3 getoonde layout te ontwerpen.
De filterpatroon 1 wordt typisch ontvangen in een behuizing 8, die een inwendige ruimte 7 definieert, waarbij de behuizing verder een gasuitlaat 9 omvat.
De gasuitlaat 9 bevindt zich bij voorkeur in de inwendige ruimte 7 tussen de patroon 1 en een wand van de behuizing 8, waarbij de gasinlaat 6 in fluïdumverbinding staat met de gasuitlaat 9.
In de context van de huidige uitvinding dient onder een filter 10 verstaan te worden de behuizing 8 die de filterpatroon 1, een gasinlaat 6 en een gasuitlaat 9 omvat, zoals in Figuur 3 getoond.
De gasuitlaat 9 kan zich bevinden op het niveau van een van de eindkappen 5 of kan zich zelfs op de behuizing 8 bevinden.
Voor een efficiëntere filtering is de gasuitlaat 9 bij voorkeur, zonder daartoe beperkt te zijn, in de bovenste sectie of verhoudingsgewijs dicht bij de bovenste sectie van
BE2017/5497
het filter 10 9 ontworpen. Onder een dergelijke bovenste
sectie dient het tegengestelde van de oriëntatie van de gravitatiekracht verstaan te worden wanneer een dergelijk filter 10 in een compressor of vacuümpomp 2 gemonteerd is en onder normale werkingsomstandigheden.
De gasuitlaat 9 kan door een stromingsleiding verbonden worden met het gebruikersnetwerk 3 of met de atmosfeer, afhankelijk van of de filterpatroon 1 in een compressor of een vacuümpomp gemonteerd is.
Verder omvat de behuizing 8 typisch een opening die afgesloten wordt door de eindkap 5a of 5b die de gasinlaat 6 omvat.
Dienovereenkomstig wordt gas dat uit een compressor of vacuümpomp stroomt, door de gasinlaat
9, door het filtermedium 4 en verder door de gasuitlaat geleid.
Bijgevolg bereikt alleen schoon gefilterd gas het gebruikersnetwerk 3 of de atmosfeer en worden eventuele vloeistof of mogelijk vaste onzuiverheden in de filterpatroon 1 vastgehouden.
Bij voorkeur wordt het filtermedium 4 in een opgerolde toestand gemonteerd, zoals getoond in Figuur 4.
Door een dergelijke techniek toe te passen, heeft de filterpatroon 1 volgens de huidige uitvinding een meerlaagsstructuur wanneer deze gemonteerd is en vastgehouden wordt in de twee eindkappen 5, waardoor de efficiëntie van het filtratieproces verhoogd wordt.
In de context van de huidige uitvinding dient onder opgerold verstaan te worden het brengen van een verhoudingsgewijs
BE2017/5497 rechthoekig of vierkant stuk filtermedium 4 in een verhoudingsgewijs cilindrische structuur met een laag filtermedium 4 bovenop een andere laag filtermedium 4.
Een dergelijke verhoudingsgewijs cilindrische structuur ontstaat door een eerste rand van het verhoudingsgewijs rechthoekige of vierkante stuk filtermedium 4 te nemen, dit in contact te brengen met een gedeelte van het filtermedium dat zich op een minimale afstand van de eerste rand bevindt, waardoor een verhoudingsgewijs cilindrische holle vorm ontstaat en verder de ontstane cilindrische holle vorm naar de rand bij de zijde tegenover de eerste rand te duwen
totdat deze rand verhoudingsgewi j s in contact cilindrische komt vorm. met een laag van de
15
Verder wordt een elektrisch geleidende laag 11 op het
filtermedium 4 verschaft, bij voorkeur wanneer het
filtermedium 4 zich in een niet-opgerolde toestand bevindt.
Wanneer het filtermedium 4 opgerold wordt, dan wordt de 20 elektrisch geleidende laag 11 als gevolg daarvan tussen de twee naburige lagen filtermedium geplaatst.
In de context van de huidige uitvinding dient het duidelijk te zijn dat het filtermedium 4 twee oppervlakken heeft: een 25 onderoppervlak en een bovenoppervlak. Verder kan de geleidende laag 11 hetzij op het bovenoppervlak zoals getoond in Figuren 4 tot 9, hetzij op het onderoppervlak gehecht worden (niet getoond).
De elektrisch geleidende laag 11 heeft de eigenschap dat deze eventuele statische energie die zich in het filtermedium zou kunnen ophopen vangt, waarbij dergelijke
BE2017/5497 statische energie ontwikkeld wordt door de wrijving tussen de gasstroming en het filtermedium 4.
Voor het verminderen of zelfs elimineren van het risico dat vanwege dergelijke statische energie vonken ontstaan, omvat de filterpatroon 1 verder een elektrisch verbindingsmiddel (niet getoond) dat geconfigureerd is om de elektrisch geleidende laag 11 met een aarding te verbinden.
In de context van de huidige uitvinding dient onder een aarding verstaan te worden een elektrisch punt van nul volt of ongeveer nul volt waardoorheen een elektrische lading afgevoerd kan worden. Dit kan een directe fysieke verbinding met het veiligheidsaardingssysteem zijn.
In een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding staat de elektrisch geleidende laag 11 in contact met één van de eindkappen 5a of 5b.
Voor een eenvoudige layout staat het elektrische verbindingsmiddel in direct contact met de eindkap 5a of 5b die in contact staat met de elektrisch geleidende laag 11.
Het elektrische verbindingsmiddel wordt gevormd door één van de twee eindkappen 5a of 5b door de elektrisch geleidende laag 11 fysiek in contact te brengen met één van de twee eindkappen 5a of 5b of door een elektrisch geleidende draad te gebruiken, die de elektrisch geleidende laag 11 en één van de twee eindkappen 5a of 5b verbindt en verder de eindkap 5a of 5b met de aarding verbindt.
De eindkap 5a of 5b waarmee de elektrisch geleidende laag 11 verbonden is, is bij voorkeur gemaakt van een materiaal dat
BE2017/5497 het mogelijk maakt dat daardoorheen een elektrische stroom stroomt.
Een andere mogelijkheid voor het tot stand brengen van de elektrische verbinding is het inbrengen van een elektrisch geleidende draad door één van de twee eindkappen 5a of 5b, waarbij de elektrisch geleidende draad aan één uiteinde direct in contact gebracht wordt met de elektrisch geleidende laag 11 en bij het andere uiteinde verder met de aarding verbonden is.
Nog een andere mogelijkheid is het hechten van een elektrisch geleidende draad op de elektrisch geleidende laag
11, waarbij de elektrisch geleidende draad verder, langs zijn contour en bij voorkeur tot aan het uitwendige oppervlak van de filterpatroon 1 naar de eindkap 5 geleid wordt, waar de verbinding met de aarding verwezenlijkt kan worden.
Het elektrische verbindingsmiddel kan eveneens verwezenlijkt worden door het inbrengen van een elektrisch geleidende draad door het filtermedium 4, waarbij de elektrisch geleidende draad direct fysiek in contact gebracht wordt met de elektrisch geleidende laag 11 en met de aarding.
De elektrisch geleidende laag 11 is bij voorkeur doorlaatbaar voor gas.
De twee eindkappen 5 kunnen vervaardigd worden van een materiaal, gekozen uit de groep omvattende: elk type metaal of kunststof, keramiek, rubber, koolstof, glas of een ander type materiaal.
BE2017/5497
In een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding hebben de twee eindkappen 5 de vorm van een radiale opsluiting, waarin het opgerolde filtermedium 4 ontvangen wordt. Verder kan de radiale opsluiting een structuur van het kraagtype omvatten, die een minimale hoogte, Hl, van het filtermedium 4 beslaat voor het bevestigen van het filtermedium 4 daarin,
zoals in Figuur 3 getoond. De structuur van het kraagtype
wordt bij voorkeur gevormd ter hoogte van . beide eindkappen
5a en 5b.
Als alternatief kan de radiale opsluiting middelen omvatten voor het bevestigen van het filtermedium 4 door middel van bijvoorbeeld druksluiting, door haken of met gebruikmaking van een lijm, of een andere bevestigingstechniek.
Het filtermedium 4 is bij voorkeur, zonder daartoe beperkt te zijn, op basis van cellulose. Als alternatief kan het filtermedium 4 gekozen worden uit de groep omvattende textielvezels, glasvezel, polycarbonaat, geotextielweefseis, polyestergaas, gebonden vezels of filamenten, metaalgaas, elk type microporeus membraan of een ander type materiaal in een geweven, niet-geweven, gebreide, geperste of geschuimde toestand.
Het materiaal waarvan de elektrisch geleidende laag 11 vervaardigd is, kan bij voorkeur gekozen worden uit de groep omvattende koper, aluminum, ijzer, staal, zilver, goud, platina, messing, brons, grafiet of een ander materiaal dat een goede elektrische geleidbaarheid mogelijk maakt.
Afhankelijk van het type gas waaraan de filterpatroon 1 blootgesteld wordt, kan de elektrisch geleidende laag 11 verder een beschermingsbekleding omvatten, zodanig dat deze
BE2017/5497 eventuele corrosieve effecten die zich mogelijk voordoen door de chemische samenstelling en/of typische temperaturen van het gas, kan weerstaan.
Het meerlaagsfiltermedium 4 omvat bij voorkeur, zonder daartoe beperkt te zijn, een elektrisch geleidende laag 11 tussen elke twee opeenvolgende lagen filtermedium 4, wanneer het filtermedium 4 zich in een opgerolde toestand bevindt.
Omdat een dergelijke filterpatroon 1 bij voorkeur in een compressor of vacuümpomp 2 gemonteerd wordt, raakt de gasstroming die door de gasinlaat 6 binnentreedt typisch verontreinigd met vloeistofdeeltjes. Dienovereenkomstig kan een dergelijke gasstroming een mengsel van gas en olie omvatten, kan deze verder condensaat en zelfs klein deeltjesvormig materiaal omvatten. Vanwege de porositeiten van het filtermedium 4 wordt alleen schoon gas de gelegenheid gegeven om de gasuitlaat 9 te verlaten, waarbij de vloeistof en mogelijk het deeltjesvormige materiaal door het filtermedium 4 vastgehouden wordt.
In een andere uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding kan het filter 10 een mondstuk of een klep (niet getoond) omvatten dat/die bij voorkeur op de behuizing 8 geplaatst is bij de onderste sectie of verhoudingsgewijs dicht in de buurt van de onderste sectie van de behuizing 8. Onder een dergelijke onderste sectie dient het tegenovergestelde van de bovenste sectie verstaan te worden wanneer een dergelijk filter in een compressor of vacuümpomp 2 gemonteerd is en onder normale werkingsomstandigheden.
Het mondstuk of de klep wordt gebruikt voor het aftappen van de vloeistof die van het filtermedium 4 druppelt, waarbij
BE2017/5497 dergelijke compressor vloeistof eventueel gefiltreerd en naar de of vacuümpomp 1 gerecirculeerd wordt voor afdichting van eventuele gaslekkages in het compressorof vacuümelement of voor smering van eventuele lagers die de compressor of vacuümpomp omvat.
In de context van de huidige uitvinding dient onder de compressor of vacuümpomp 2 het volledige compressorof vacuümpompsysteem verstaan te worden, met inbegrip van het compressorof vacuümelement, alle typische verbindingsbuizen en kleppen, de compressoreenheid of vacuümpompbehui z ing en eventueel compressor- of vacuümelement aandrijft.
In de context van de huidige uitvi compressorof vacuümelement het compressorof vacuümelement verstaan te compressieof vacuümproces door mi de de
motor die het
ng dient onder het
omhulsel van het
; worden, waarin het
I van een rotor of
door een heen en weer gaande beweging plaatsvindt.
In een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan de elektrisch geleidende laag 11 de vorm hebben van lappen zoals in Figuren 5 en 6 getoond, die op een bepaalde afstand van elkaar op het oppervlak van het filtermedium 4 aangebracht of gestrekt zijn. Een dergelijke afstand wordt bij voorkeur zo gekozen, dat de efficiëntie van de ontladingseigenschappen daarvan niet te lijden hebben.
De lappen zijn bij voorkeur, zonder daartoe beperkt te zijn, op een zodanige wijze op het filtermedium 4 gemonteerd, dat wanneer het filtermedium 4 zich in een opgerolde toestand bevindt, een lap van elektrisch geleidende laag 11 een deel van het filtermedium zou bedekken, dat niet bedekt wordt of
BE2017/5497 gedeeltelijk bedekt wordt door een andere lap van elektrisch geleidende laag 11 van een daaropvolgende naburige laag. Door een dergelijke montagetechniek te kiezen, wordt een goede ontlading van de statische energie verzekerd.
De lappen kunnen door middel van lijmen of persen gemonteerd
worden of de elektrisch geleidende laag 11 kan een
ongelijkmatig of gekrast oppervlak hebben, wat de
elektrische geleidende laag 11 de gelegenheid geeft aan het
filtermedium 4 te hechten.
Dienovereenkomstig bedekt de elektrisch geleidende laag 11
ten minste een deel van het oppervlak van het filtermedium 4 wanneer het filtermedium 4 zich in een niet-opgerolde toestand bevindt, zoals bijvoorbeeld meer dan 50% van het oppervlak, meer dan 60% van het oppervlak of meer dan 80% van het oppervlak.
Voor een verhoogd ontladingsvermogen en voor gemakkelijke montage wordt de elektrisch geleidende laag 11 bij voorkeur, zonder daartoe beperkt te zijn, op ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium 4 gemonteerd wanneer het filtermedium 4 zich in een niet-opgerolde toestand bevindt.
Het spreekt voor zich dat in een opgerolde toestand het filtermedium 4 en de elektrisch geleidende laag 11 een oppervlak van het spiraaltype definiëren, waarbij het midden van de spiraal een holle cilindrische ruimte is om het gas door de gasinlaat 6 te laten stromen zodat dit een deel van de hoogte, H, van de filterpatroon 1 bereikt.
In één uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding heeft de elektrisch geleidende laag 11 de vorm van een geweven net
BE2017/5497 van elektrisch geleidende draden, zoals in Figuren 4, 5 en 6 getoond. Het geweven net is een continu geweven net, zoals in Figuur 4 getoond, of heeft de vorm van lappen zoals in Figuur 5 en 6 getoond.
De huidige uitvinding is niet tot dergelijke uitvoeringsvormen beperkt en andere vormen of weeftechnieken waarmee hetzelfde effect bereikt kan worden, dienen beschouwd te worden als vallende onder de huidige uitvinding.
De dichtheid van de elektrisch geleidende draden die het
geweven net vormen, wordt bij voorkeur zo gekozen, dat een
vloeistofdruppelt je in het filtermedium op een plaats waar
de elektrisch geleidende laag 11 gemonteerd is, met ten minste één elektrisch geleidende draad in contact komt.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding kan de dichtheid van de elektrisch geleidende draden die het geweven net vormen, zo gekozen worden, dat een opening die door naburige elektrisch geleidende draden gevormd wordt, ongeveer gelijk is aan of kleiner is dan de typische diameter van een vloeistofdruppelt je.
In de context van de huidige uitvinding dient onder de typische diameter van een druppeltje verstaan te worden een diameter in het gebied van ongeveer 1 micrometer tot ongeveer 300 micrometers, welke afhangt van de viscositeit van de vloeistof. Tests hebben getoond, dat de typische diameter van een druppeltje dat te vinden is in een in een compressor of vacuümpomp 2 gemonteerde filterpatroon 1 ongeveer 1 micrometer is.
BE2017/5497
Als alternatief kan de elektrisch geleidende laag 11 de vorm hebben van elektrisch geleidende draden die in verschillende richtingen georiënteerd zijn.
Voor een dergelijke elektrisch geleidende dezelfde overwegingen layout draden als hie
wordt de dichtheid van de
op dezelfde wi j ze en met
boven voor het geval van het
geweven net genoemd gekozen.
Het geweven net van elektrisch geleidende draden en/of de elektrisch geleidende draden die in verschillende richtingen georiënteerd zijn, kan verder eventueel een lijm of een bindmiddel omvatten, dat op ten minste één zijde of oppervlak aangebracht is, om de procedure van de montage op het filtermedium 4 te vergemakkelijken. Als alternatief is ten minste één oppervlak van de elektrisch geleidende draden die het geweven net vormen of van de elektrisch geleidende draden die in verschillende richtingen georiënteerd zijn, aangepast om aan het filtermedium 4 te hechten.
In een andere uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat de elektrisch geleidende laag 11 elektrisch geleidende deeltjes die gesproeid zijn zodat een elektrisch geleidende bekleding op het filtermedium 4 gevormd wordt, zoals in Figuren 7, 8 en 9 getoond. De elektrisch geleidende laag wordt aangebracht als een continu bekledingsoppervlak dat ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium 4 bedekt, wanneer het filtermedium zich in een niet-opgerolde toestand bevindt zoals in Figuur 7 getoond, of een deel van het oppervlak van het filtermedium 4 bedekt en op lappen aangebracht is, zoals in Figuren 8 en 9 getoond.
BE2017/5497
In de context van de huidige uitvinding dient het duidelijk te zijn, dat de lappen een andere vorm of afmeting kunnen hebben dan de in de bijgaande tekeningen getoonde voorbeelden en de huidige uitvinding wordt door deze
illustratieve uitvoeringsvormen niet beperkt.
Verder kunnen de lappen op een zodanige wijze op het
filtermedium 4 aangebracht worden dat wanneer het
filtermedium 4 zich in een opgerolde toestand bevindt, een lap van elektrisch geleidende laag 11 een deel van het filtermedium 4 zou bdekken, dat niet bedekt wordt of gedeeltelijk bedekt wordt door een andere lap van elektrisch geleidende laag 11 van een naburige laag.
Voor een gemakkelijke fixatie van dergelijke elektrisch geleidende deeltjes omvat de elektrisch geleidende bekleding een hechtmiddelcomponent om de elektrisch geleidende deeltjes aan het filtermedium 4 te laten hechten. Door een dergelijke techniek toe te passen wordt een zeer gemakkelijke en efficiënte vervaardigingswerkwijze toegepast.
De dichtheid van de elektrisch geleidende deeltjes van de elektrisch geleidende bekleding wordt bij voorkeur zo gekozen, dat een vloeistofdruppelt je bij voorkeur met twee deeltjes in contact komt.
Verder is de hechmiddelcomponent bij voorkeur een elektrisch geleidende component.
Voorts is niet alleen de filterpatroon 1 volgens de huidige uitvinding zeer doeltreffend en robuust, maar is ook de werkwijze voor vervaardiging van een dergelijke
BE2017/5497 filterpatroon 1 zeer eenvoudig. Dienovereenkomstig wordt een laag filtermedium 4 verschaft op het oppervlak waarvan een geleidende laag 11 aangebracht wordt.
De structuur die het filtermedium 4 en de geleidende laag 11 omvat, wordt opgerold waardoor een verhoudingsgewijs cilindrische vorm met het hol midden ontstaat.
Bijgevolg is de elektrisch geleidende laag 11 in de gehele opgerolde structuur bij voorkeur tussen twee naburige lagen filtermedium 4 geplaatst.
Verder wordt de verkregen cilindrische vorm tussen twee eindkappen 5 bevestigd en wordt een elektrisch verbindingsmiddel verschaft voor het verbinden van de elektrisch geleidende laag 11 met een aarding.
De stap van het verschaffen van het elektrische verbindingsmiddel omvat bij voorkeur, zonder daartoe beperkt te zijn, de stap van het hechten van het elektrische verbindingsmiddel na het uitvoeren van de stap van het oprollen van het filtermedium 4.
In een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat de werkwijze de stap van het hechten van het elektrische verbindingsmiddel aan één van de twee eindkappen 5a of 5b.
Als alternatief omvat de werkwijze de stap van het hechten van het elektrische verbindingsmiddel direct met de elektrisch geleidende laag 11 en verder met de aarding door middel van bijvoorbeeld een elektrisch geleidende laag die als hiervoor in de huidige aanvrage gedefinieerd geplaatst is .
BE2017/5497
In een uitvoeringsvorm volgens de huidige uitvinding omvat
de stap van het aanbrengen van de e lektrisch geleidende laag
11 op ten minste een deel van het oppervlak van het
filtermedium 4 afhankelijk van het voorkeursdragende
materiaal dat geleidende laag 11 voor de elektrische gebruikt wordt de substap gekozen uit de groep omvattende :
het hechten van een geweven net van elektrisch geleidende draden op het gehele oppervlak of ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium 4, het hechten van elektrisch geleidende draden die in verschillende richtingen georiënteerd zijn op het gehele oppervlak of ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium 4 of het sproeien van elektrisch geleidende deeltjes en het vormen van een elektrisch geleidende bekleding op het gehele oppervlak of ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium 4.
In de context van de huidige uitvinding dient onder de stap van het bevestigen van het opgerolde filtermedium 4 tussen de twee eindkappen 5 verstaan te worden het hechten van de twee eindkappen 5 door een techniek gekozen uit de groep omvattende: lijming, druksluiting, persing van de twee eindkappen op het filtermedium 4 of hechting daarvan door middel van haken, bevestigingsmiddelen of klemmen of een andere techniek.
De huidige uitvinding is verder gericht op het gebruik van een filterpatroon 1 voor het filteren van olie uit de perslucht in een olie-geïnjecteerd compressorsysteem.
De huidige uitvinding is op generlei wijze beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen, omdat een dergelijke filterpatroon 1 in
BE2017/5497 alle soorten varianten verwezenlijkt kan worden zonder beschermingsomvang van de uitvinding te verlaten.

Claims (24)

  1. Conclusies .
    1. Een filterpatroon voor het verwijderen van vloeistof uit een gasstroom, waarbij de filterpatroon (1) het volgende omvat :
    een filtermedium (4) dat tussen twee eindkappen 5 vastgehouden wordt, waarbij één van de eindkappen (5a, 5b) een gasinlaat (6) omvat;
    waarbij het filtermedium (4) in een opgerolde toestand gemonteerd is, zodanig dat het filtermedium (4) een meerlaagsstructuur vertoont;
    een elektrisch geleidende laag (11) die op het filtermedium (4) aangebracht is;
    daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag (11) op het filtermedium (4) bevestigd is, zodanig dat dit tussen twee naburige lagen filtermedium (4) geplaatst is; en de filterpatroon (1) verder een elektrisch verbindingsmiddel omvat, dat geconfigureerd is om de elektrisch geleidende laag (11) met een aarding te verbinden.
  2. 2. Filterpatroon volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het filtermedium (4) op basis van cellulose is.
  3. 3. Filterpatroon volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag (11) in contact staat met één van de eindkappen (5a, 5b).
  4. 4. Filterpatroon volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het elektrische verbindingsmiddel direct in contact
    BE2017/5497 staat met de eindkap (5a, 5b) die in contact staat met de elektrisch geleidende laag (11).
  5. 5. Filterpatroon volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag (11) ten minste een deel van het oppervlak van het filtermedium (4) bedekt wanneer het filtermedium (4) zich in een niet-opgerolde toestand bevindt.
  6. 6. Filterpatroon volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag 11 doorlaatbaar voor gas is.
  7. 7. Filterpatroon volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het meerlaagsfiltermedium (4) een elektrisch geleidende laag (11) tussen elke twee opeenvolgende lagen filtermedium (4) omvat wanneer het filtermedium (4) zich in een opgerolde toestand bevindt.
  8. 8. Filterpatroon volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag (11) op het gehele oppervlak of ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium (4) gemonteerd is wanneer het filtermedium (4) zich in een niet-opgerolde toestand bevindt.
  9. 9. Filterpatroon volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag (11) een geweven net van elektrisch geleidende draden omvat.
  10. 10. Filterpatroon volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag
    BE2017/5497 (11) elektrisch geleidende draden omvat, die in verschillende richtingen georiënteerd zijn.
  11. 11. Filterpatroon volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag (11) elektrisch geleidende deeltjes omvat, die gesproeid zijn, wat een elektrisch geleidende bekleding op het filtermedium vormt.
  12. 12. Filterpatroon volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende bekleding een hechtmiddelcomponent omvat om de elektrisch geleidende deeltjes aan het filtermedium (4) te laten hechten.
  13. 13. Filterpatroon volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de twee eindkappen (5) de vorm hebben van een radiale opsluiting waarin het opgerolde filtermedium (4) ontvangen wordt.
  14. 14. Filter dat een behuizing (8) omvat, die een inwendige ruimte (7) definieert waarin een filterpatroon (1) ontvangen wordt, waarbij de filterpatroon (1) het volgende omvat:
    • een filtermedium (4) dat tussen twee eindkappen (5) vastgehouden wordt, waarbij één van de eindkappen (5a, 5b) een gasinlaat (6) omvat;
    • waarbij het filtermedium (4) in een opgerolde toestand gemonteerd is, zodanig dat het filtermedium (4) een meerlaagsstructuur vertoont;
    • een elektrisch geleidende laag (11) die op het filtermedium (4) verschaft is;
    BE2017/5497
    waarbij de behuizing (8) verder een gasuitlaat (9) in de inwendige ruimte (7) omvat, tussen de patroon (1) en een wand van de behuizing (8) , waarbij de gasinlaat (6) in fluïdumverbinding staat met de gasuitlaat (9);
    daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag (11) op het filtermedium (4) gehecht is, zodanig dat deze tussen twee naburige lagen filtermedium (4) geplaatst is; en de filterpatroon (1) verder een elektrisch verbindingsmiddel omvat, dat geconfigureerd is om de elektrisch geleidende laag (11) met een aarding te verbinden.
  15. 15. Filter volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt dat de geleidende laag (11) in contact staat met één van de eindkappen (5a, 5b).
  16. 16. Filter volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat het elektrische verbindingsmiddel direct in contact staat met de eindkap (5a, 5b) die in contact staat met de elektrisch geleidende laag (11).
  17. 17. Filter volgens een van de conclusies 14 tot 16, daardoor gekenmerkt dat het meerlaagsfiltermedium (4) een elektrisch geleidende laag (11) tussen elke twee opeenvolgende lagen filtermedium (4) omvat wanneer het filtermedium (4) zich in een opgerolde toestand bevindt.
  18. 18. Filter volgens een van de conclusies 14 tot 17, daardoor gekenmerkt dat de elektrisch geleidende laag (11) op het gehele oppervlak of ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium (4) gemonteerd is wanneer het
    BE2017/5497 filtermedium (4) zich in een niet-opgerolde toestand bevindt.
  19. 19. Werkwijze voor het vervaardigen van een filterpatroon (1), waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat:
    het voorzien van daardoor gekenmerkt minste een deel het aanbrengen
    een laag filtermedium (4); van een geleidende laag (11) op ten van het oppervlak van het filtermedium dat de werkwijze verder de volgende
    stappen omvat:
    het oprollen van het filtermedium (4) en het bevestigen van het opgerolde filtermedium (4) tussen twee eindkappen (5), zodanig dat de elektrisch geleidende tussen twee naburige lagen filtermedium (4) geplaatst is; en het verschaffen van een elektrisch verbindingsmiddel dat de elektrisch geleidende laag (11) met een aarding verbindt.
  20. 20. Werkwijze volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat het verschaffen van een elektrisch verbindingsmiddel de stap omvat van het hechten van het elektrische verbindingsmiddel na het uitvoeren van de stap van het oprollen van het filtermedium (4).
  21. 21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, daardoor gekenmerkt dat het verschaffen van een elektrisch verbindingsmiddel het hechten van het elektrische
    BE2017/5497
    28 verbindingsmiddel aan één van de twee eindkappen (5a,
    5b) omvat.
  22. 22. Werkwijze volgens een van de conclusies 19 tot 21, daardoor gekenmerkt dat het aanbrengen van de elektrisch geleidende laag (11) op ten minste een deel van het oppervlak van het filtermedium (4) de substap omvat, gekozen uit de groep omvattende: het hechten van een geweven net van elektrisch geleidende draden op het gehele oppervlak of ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium (4), het hechten van elektrisch geleidende draden die verschillende richtingen georiënteerd zijn op het gehele oppervlak of ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium of het sproeien van elektrisch geleidende deeltjes en het vormen van een elektrisch geleidende bekleding op het gehele oppervlak of ongeveer het gehele oppervlak van het filtermedium (4).
  23. 23. Werkwijze volgens een van de conclusies 19 tot 22, daardoor gekenmerkt dat het bevestigen van het opgerolde filtermedium (4) tussen twee eindkappen (5) het hechten omvat van de twee eindkappen (5) op het opgerolde filtermedium (4) door middel van een substap, gekozen uit de groep omvattende :
    li jming, druksluiting, persing van de twee eindkappen op het filtermedium hechting door middel van haken, bevestigingsmiddelen of klemmen.
  24. 24. Toepassing van een filterpatroon (1) volgens conclusies 1 tot 12 voor het filteren van olie uit perslucht in een olie-geïnjecteerd compressorsysteem.
BE2017/5497A 2016-10-12 2017-07-13 Filterpatroon voor een compressor of vacuümpomp BE1025376B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE202017007027.8U DE202017007027U1 (de) 2016-10-12 2017-10-05 Filterpatrone für einen Verdichter oder eine Vakuumpumpe
PCT/IB2017/056152 WO2018069796A1 (en) 2016-10-12 2017-10-05 A filter cartridge for a compressor or vacuum pump
CN201790001234.5U CN210114921U (zh) 2016-10-12 2017-10-05 滤筒和过滤器
EP17780902.7A EP3525912A1 (en) 2016-10-12 2017-10-05 A filter cartridge for a compressor or vacuum pump

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US201662406983P 2016-10-12 2016-10-12
US62406983 2016-10-12

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025376A1 true BE1025376A1 (nl) 2019-02-01
BE1025376B1 BE1025376B1 (nl) 2019-02-08

Family

ID=59506011

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5497A BE1025376B1 (nl) 2016-10-12 2017-07-13 Filterpatroon voor een compressor of vacuümpomp

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP3525912A1 (nl)
CN (1) CN210114921U (nl)
AT (1) AT16693U1 (nl)
BE (1) BE1025376B1 (nl)
DE (1) DE202017007027U1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113058342B (zh) * 2021-04-13 2022-10-28 西安航空制动科技有限公司 一种便于在线实时清理的cvd炉过滤装置

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3933643A (en) * 1971-09-10 1976-01-20 The Carborundum Company Electrically conducting filter media for fluids
US4902427A (en) * 1988-04-25 1990-02-20 Ebonex Corporation Filter for removing heavy metals from drinking water
DE3918342C1 (nl) * 1989-06-06 1990-06-07 Knecht Filterwerke Gmbh, 7000 Stuttgart, De
FR2726483B1 (fr) * 1994-11-09 1997-01-24 Siebec Sa Cartouche filtrante a couronne mobile de maintien
DE10233012A1 (de) * 2002-07-20 2004-02-05 Mann + Hummel Gmbh Abscheider zur Reinigung eines Fluidstromes
FI119280B (fi) * 2006-05-18 2008-09-30 Valtion Teknillinen Suodatin ja uudet menetelmät
EP2152384B1 (en) * 2007-05-23 2015-10-28 Walker Filtration Limited Filter unit
US20100314333A1 (en) * 2009-06-10 2010-12-16 Hollingsworth & Vose Company Flutable fiber webs with low surface electrical resistivity for filtration
US8182682B1 (en) * 2011-02-25 2012-05-22 Pall Corporation Fluid treatment elements and assemblies

Also Published As

Publication number Publication date
EP3525912A1 (en) 2019-08-21
DE202017007027U1 (de) 2019-04-03
BE1025376B1 (nl) 2019-02-08
AT16693U1 (de) 2020-04-15
CN210114921U (zh) 2020-02-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10486084B2 (en) Coalescence filter
RU2390367C2 (ru) Фильтр воздухозаборника турбины
US8182682B1 (en) Fluid treatment elements and assemblies
US20170021300A1 (en) Oil separator
JPH10103039A (ja) 吸熱エンジンブロックの抽気回路の為の浄化装置及びこの浄化装置を備えた抽気回路
BE1025376B1 (nl) Filterpatroon voor een compressor of vacuümpomp
US8858669B2 (en) Oil coalescing filter
JP2004082117A (ja) ガス流から液体を分離する分離装置
US20040031252A1 (en) Filter element for filtering liquids from a stream of gas
KR100790815B1 (ko) 연료 여과기의 유수분리용 연료필터
CN201519525U (zh) 一种精密气/液分离滤芯装置
WO2018069796A1 (en) A filter cartridge for a compressor or vacuum pump
JP2018536530A (ja) 一以上の湿式合成繊維層を用いる燃料フィルター
JP2002213360A (ja) 油冷式圧縮機の油分離器
KR101751444B1 (ko) 입경 6㎛ 기준 절대 제거 효율 96%급 자동 역세정 기능이 적용된 윤활유 마그네트 필터링 장치
KR101025431B1 (ko) 재활용이 용이한 연료필터
BE1022383B1 (nl) Coalescentiefilter
RU2093248C1 (ru) Фильтр
CN109653918A (zh) 一种分离式燃油滤清器滤芯
JP2018001053A (ja) フィルタ

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190208