BE1025170B1

BE1025170B1 - Voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren

Info

Publication number: BE1025170B1
Application number: BE2017/5743A
Authority: BE
Inventors: Koen Blanchaert
Original assignee: Vds Nv
Priority date: 2017-10-17
Filing date: 2017-10-17
Publication date: 2018-11-21

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren, waarbij het voedersupplement calciumbutyraat en koper omvat in een verhouding van 120:1 tot 5:1. Verder heeft onderhavige uitvinding betrekking op een voeder voor schaaldieren omvattende calciumbutyraat en koper, een kit voor het bereiden van voeder voor schaaldieren omvattende een voedersupplement volgens onderhavige uitvinding, een gebruik van een voedersupplement volgens onderhavige uitvinding voor het bereiden van een voeder van schaaldieren, en een gebruik van een voeder volgens onderhavige uitvinding voor het voeden van schaaldieren.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(73) Houder(s) :

VDS nv

8540, DEERLIJK

België (72) Uitvinder(s) :

BLANCHAERT Koen 9770 KRUISHOUTEM België (54) Voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren (57) De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren, waarbij het voedersupplement calciumbutyraat en koper omvat in een verhouding van 120:1 tot 5:1. Verder heeft onderhavige uitvinding betrekking op een voeder voor schaaldieren omvattende calciumbutyraat en koper, een kit voor het bereiden van voeder voor schaaldieren omvattende een voedersupplement volgens onderhavige uitvinding, een gebruik van een voedersupplement volgens onderhavige uitvinding voor het bereiden van een voeder van schaaldieren, en een gebruik van een voeder volgens onderhavige uitvinding voor het voeden van schaaldieren.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1025170

Nummer van indiening: BE2017/5743

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: A23K 50/80

Datum van verlening: 21/11/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 17/10/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

VDS nv, Paanderstraat 40, 8540 DEERLIJK België;

vertegenwoordigd door

BRANTS Johan Philippe Emile, Pauline Van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;

CRABBE Ellen, Pauline van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor:

Voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren.

UITVINDER(S):

BLANCHAERT Koen, Groenenweg 19b, 9770, KRUISHOUTEM;

VOORRANG :

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag :

Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 21/11/2018,

Bij bijzondere machtiging:

2017/5743

BE2017/5743

VOEDERSUPPLEMENT VOOR EEN VOEDER VOOR SCHAALDIEREN

TECHNISCH VELD

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren en heeft tevens betrekking op een voeder voor schaaldieren op zich.

ACHTERGROND

De uitvinding ligt op het gebied van voeder voor het kweken van schaaldieren. Bij aquacultuur van schaaldieren zijn deze dieren meestal dicht op elkaar aanwezig waardoor de hoeveelheid natuurlijk voedsel onvoldoende is om een goede groei te bereiken. Daarom is het noodzakelijk de groei van de schaaldieren te verhogen door bemesting en/of supplementen in het voeder voor de schaaldieren toe te voegen. Dit laatste vormt het gebied van de onderhavige uitvinding.

Bij gebruik van supplementen in het voeder om de groei van schaaldieren te bevorderen is het van belang dat milieuverontreiniging zoveel mogelijk beperkt wordt en is het verder van belang dat het gebruik van antibiotica vermeden wordt.

Supplementen in voeder voor schaaldieren en een dergelijk voeder op zich zijn gekend uit de stand der techniek. Dit is beschreven in W02010027788A1, welk document verbeterde en hernieuwbare aquacultuurproducten, waaronder schaaldieren, en methoden voor het produceren van dergelijke aquacultuurproducten levert door gezonde lipiden die stearidonzuur en gamma linoleenzuur bevatten in het aquacultuurvoeder op te nemen. Dit verbetert op zijn beurt het gezondheidsprofiel van de aquatische dieren, hetgeen groei bevordert en een extra en schaalbare commerciële groei mogelijk maakt. W02010027788A1 vertoont het probleem dat het omschreven aquacultuurvoeder voor schaaldieren suboptimale resultaten oplevert voor de groei van deze dieren.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.

2017/5743

BE2017/5743

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Onderhavige uitvinding verschaft in een eerste aspect een voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren volgens conclusie 1. Meer in het bijzonder omvat het voedersupplement calciumbutyraat en koper in een verhouding van 120:1 tot 5:1.

Een gezond schaaldier dat een gemakkelijk verteerbaar voeder opneemt, resulteert in een snel groeiend schaaldier met een goede voederconversie ratio (FCR). Hiertoe is calciumbutyraat een zeer effectief middel. Calciumbutyraat zorgt voor een optimale darmgezondheid met maximale opname van nutriënten, stimuleert de orale tolerantie van de darm, en remt de groei van pathogene bacteriën. Verder blijkt calciumbutyraat te zorgen voor een verbeterde verteerbaarheid van voeder waaraan calciumbutyraat is toegevoegd. In schaaldieren is het ademhalingspigment hemocyanine gebaseerd op koper. Koper is dus van groot belang voor een goede gezondheid, en dus voor een goede groei, van schaaldieren. Genoemde verhouding tussen calciumbutyraat en koper is zeer geschikt om, wanneer het voedersupplement in een geschikte hoeveelheid aan een voeder voor schaaldieren wordt toegevoegd, dit voeder van een zeer geschikte hoeveelheid van calciumbutyraat en koper te voorzien, hetgeen zulk voeder zeer geschikt maakt om aan schaaldieren te voederen en zo snel groeiende schaaldieren met een goede voederconversie ratio (FCR) te verkrijgen.

Onderhavige uitvinding verschaft in een tweede aspect een voeder voor schaaldieren volgens conclusie 7. Meer in het bijzonder omvat genoemd voeder tarwebloem, sojameel, meel als bijproduct van dierproductie, gluten, visolie, sojalecithine en zout, waarbij het voeder ten minste 0,04 gewichtspercent calciumbutyraat en ten minste 0,005 gewichtspercent koper omvat.

Onderhavige uitvinding verschaft in een derde aspect een kit voor het bereiden van voeder voor schaaldieren volgens conclusie 15. Meer in het bijzonder omvat de kit bloem, sojameel, meel als bijproduct van dierproductie, gluten, visolie, sojalecithine en zout, waarbij de kit verder een voedersupplement volgens het eerste aspect van de uitvinding omvat.

Onderhavige uitvinding verschaft in een vierde aspect een gebruik van een voedersupplement volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het bereiden van een voeder voor schaaldieren, volgens conclusie 16.

2017/5743

BE2017/5743

Onderhavige uitvinding verschaft in een vijfde aspect een gebruik van een voeder volgens het tweede aspect van de uitvinding voor het voeden van schaaldieren, volgens conclusie 17.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

De term voederconversie ratio (FCR), zoals gebruikt in deze tekst, verwijst naar de verhouding tussen de massa van voeder toegediend aan schaaldieren en de massa van de gewichtstoename van de schaaldieren. Een goede voederconcersie ratio (FCR) dient te worden geïnterpreteerd als een lage FCR, en liefst zo laag mogelijk.

De term schaaldieren, zoals gebruikt in deze tekst, dient te worden begrepen als dieren van het subphylum Crustacea, onder meer omvattende kreeften, krabben, garnalen, steurgarnalen en rivierkreeften. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm betreffen de schaaldieren garnalen.

In een eerste aspect verschaft de uitvinding een voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren, waarbij het voedersupplement calciumbutyraat en koper omvat in een verhouding van 120:1 tot 5:1, en meer bij voorkeur van 90:1 tot 8:1.

Een gezond schaaldier dat een gemakkelijk verteerbaar voeder opneemt, resulteert in een snel groeiend schaaldier met een goede voederconversie ratio (FCR). Hiertoe is calciumbutyraat een zeer effectief middel. Calciumbutyraat zorgt voor een optimale darmgezondheid met maximale opname van nutriënten, stimuleert de orale tolerantie van de darm, en remt de groei van pathogene bacteriën. Verder blijkt calciumbutyraat te zorgen voor een verbeterde verteerbaarheid van voeder waaraan calciumbutyraat is toegevoegd. In schaaldieren is het ademhalingspigment hemocyanine gebaseerd op koper. Koper is dus van groot belang voor een goede gezondheid, en dus voor een goede groei, van schaaldieren. Genoemde verhouding van calciumbutyraat en koper is zeer geschikt om, wanneer het voedersupplement

2017/5743

BE2017/5743 in een geschikte hoeveelheid aan een voeder voor schaaldieren wordt toegevoegd, dit voeder van een zeer geschikte hoeveelheid van calciumbutyraat en koper te voorzien, hetgeen zulk voeder zeer geschikt maakt om aan schaaldieren te voederen en zo snel groeiende schaaldieren met een goede voederconversie ratio (FCR) te verkrijgen. Calciumbutyraat kan al dan niet van een coating voorzien zijn. Eender welke geschikte coating zoals gekend uit de stand der techniek kan worden aangewend.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een voedersupplement volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het voedersupplement calciumbutyraat en koper omvat in een verhouding van 60:1 tot 10:1, nog meer bij voorkeur van 45:1 tot 13:1 en het meest bij voorkeur van 37:1 tot 15:1. Genoemde verhoudingen van calciumbutyraat en koper zijn uitermate geschikt om, wanneer het voedersupplement in een geschikte hoeveelheid aan een voeder voor schaaldieren wordt toegevoegd, dit voeder van een optimaal geschikte hoeveelheid van calciumbutyraat en koper te voorzien, hetgeen zulk voeder optimaal geschikt maakt om aan schaaldieren te voederen en zo snel groeiende schaaldieren met een goede voederconversie ratio (FCR) te verkrijgen.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een voedersupplement volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd koper koperglycinaat en kopersulfaat omvat in een verhouding van 1:1 tot 1:3, en meer bij voorkeur van 1:1,3 tot 1:2. Genoemde verhoudingen tussen koperglycinaat en kopersulfaat zijn uitermate geschikt om schaaldieren van een gewenste hoeveelheid van koper te voorzien.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een voedersupplement volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het voedersupplement verder laurinezuur omvat. Laurinezuur is voordelig als bijkomende component van het voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren aangezien het een antimicrobiële werking vertoont. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm zijn genoemd calciumbutyraat en laurinezuur aanwezig in het voedersupplement in een verhouding van 0,75:1 tot 3:1 en meer bij voorkeur van 0,85:1 tot 2,2:1. Genoemde verhouding van calciumbutyraat en laurinezuur, in combinatie met hoger vernoemde hoeveelheden van

2017/5743

BE2017/5743 calciumbutyraat, is bijzonder geschikt om schaaldieren van een gewenste hoeveelheid van calciumbutyraat en laurinezuur te voorzien.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een voedersupplement volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij het voedersupplement verder ijzer, mangaan, selenium en jodium omvat. Ijzer, mangaan, selenium en jodium hebben allen een effect op de gezondheid van schaaldieren. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm zijn ijzer, koper, mangaan, selenium en jodium aanwezig in het voedersupplement in een verhouding van 50-70:10-30:90-110:0,5-2:2-6, waarbij bijvoorbeeld 50-70 staat voor 50 tot 70 delen. Genoemde verhouding van ijzer, koper, mangaan, selenium en jodium, in combinatie met hoger vernoemde hoeveelheden van koper, is bijzonder geschikt om schaaldieren van een gewenste hoeveelheid van deze elementen te voorzien.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm is het voedersupplement volgens een hoeveelheid van 0,5 tot 20, meer bij voorkeur 0,6 tot 18, en nog meer bij voorkeur 0,7 tot 16 gewichtspercent omvat in een voeder voor schaaldieren. Genoemde hoeveelheden van het voedersupplement in een voeder voor schaaldieren zijn optimaal om het voeder te voorzien van een voldoende en gewenste hoeveelheid van calciumbutyraat en koper. Ook zijn genoemde hoeveelheden van het voedersupplement in een voeder voor schaaldieren optimaal om het voeder te voorzien van voldoende en gewenste hoeveelheden van laurinezuur, ijzer, mangaan, selenium en jodium.

In een tweede aspect verschaft de uitvinding een voeder voor schaaldieren omvattende tarwebloem, sojameel, meel als bijproduct van dierproductie, bijvoorbeeld afkomstig van vis- of gevogeltekweek, gluten, visolie, sojalecithine en zout, waarbij het voeder ten minste 0,04 gewichtspercent calciumbutyraat en ten minste 0,005 gewichtspercent koper omvat.

Een gezond schaaldier dat een gemakkelijk verteerbaar voeder opneemt, resulteert in een snel groeiend schaaldier met een goede voederconversie ratio (FCR). Hiertoe is calciumbutyraat een zeer effectief middel. Calciumbutyraat zorgt voor een optimale darmgezondheid met maximale opname van nutriënten, stimuleert de orale tolerantie van de darm, en remt de groei van pathogene bacteriën. Verder

2017/5743

BE2017/5743 blijkt calciumbutyraat te zorgen voor een verbeterde verteerbaarheid van voeder waaraan calciumbutyraat is toegevoegd. In schaaldieren is het ademhalingspigment hemocyanine gebaseerd op koper. Koper is dus van groot belang voor een goede gezondheid, en dus voor een goede groei, van schaaldieren. Genoemd voeder met genoemde hoeveelheden van calciumbutyraat en koper is optimaal geschikt om aan schaaldieren te voederen en zo snel groeiende schaaldieren met een goede voederconversie ratio (FCR) te verkrijgen. Calciumbutyraat kan al dan niet van een coating voorzien zijn. Eender welke geschikte coating zoals gekend uit de stand der techniek kan worden aangewend.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een voeder volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij het voeder 0,05 tot 0,4, meer bij voorkeur 0,06 tot 0,3, nog meer bij voorkeur 0,07 tot 0,28, en zelfs nog meer bij voorkeur 0,08 tot 0,25 gewichtspercent calciumbutyraat omvat. Genoemde hoeveelheden van calciumbutyraat zijn uitermate geschikt voor de groei van schaaldieren die gevoederd worden met zo een voeder.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een voeder volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij het voeder 0,002 tot 0,010 en meer bij voorkeur 0,004 tot 0,008 gewichtspercent koper omvat. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm omvat genoemd koper koperglycinaat en kopersulfaat omvat in een verhouding van 1:1 tot 1:3, en meer bij voorkeur van 1:1,3 tot 1:2. Genoemde hoeveelheden van koper en genoemde uitvoeringsvorm van koper omvattende koperglycinaat en kopersulfaat zijn uitermate geschikt om schaaldieren van een gewenste hoeveelheid van koper te voorzien.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een voeder volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij het voeder verder laurinezuur omvat. Laurinezuur is voordelig als bijkomende component van het voeder voor schaaldieren aangezien het een antimicrobiële werking vertoont. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm zijn genoemd calciumbutyraat en laurinezuur aanwezig in het voeder in een verhouding van 0,75:1 tot 3:1 en meer bij voorkeur van 0,85:1 tot 2,2:1. Genoemde verhouding van calciumbutyraat en laurinezuur, in combinatie met hoger vernoemde hoeveelheden van calciumbutyraat, is bijzonder geschikt om schaaldieren van een gewenste hoeveelheid van calciumbutyraat en laurinezuur te voorzien.

2017/5743

BE2017/5743

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een voeder volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij het voeder verder ijzer, mangaan, selenium en jodium omvat. Ijzer, mangaan, selenium en jodium hebben allen een effect op de gezondheid van schaaldieren. In een voorkeur dragende uitvoeringsvorm zijn ijzer, koper, mangaan, selenium en jodium aanwezig in het voeder in een verhouding van 50-70:10-30:90-110:0,5-2:2-6, waarbij bijvoorbeeld 50-70 staat voor 50 tot 70 delen. Genoemde verhouding van ijzer, koper, mangaan, selenium en jodium, in combinatie met hoger vernoemde hoeveelheden van koper, is bijzonder geschikt om schaaldieren van een gewenste hoeveelheid van deze elementen te voorzien.

In een geprefereerde uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een voeder volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij het voeder 0,5 tot 20, meer bij voorkeur 0,6 tot 18, en nog meer bij voorkeur 0,7 tot 16 gewichtspercent van een voedersupplement volgens het eerste aspect van de uitvinding omvat. Overeenkomstig worden alle technische verwezenlijkingen en positieve kenmerken van het voedersupplement volgens het eerste aspect van de huidige uitvinding gecombineerd met deze van het voeder volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding. Bovendien zijn genoemde hoeveelheden van het voedersupplement in het voeder optimaal om het voeder te voorzien van een voldoende en gewenste hoeveelheid van calciumbutyraat en koper. Ook zijn genoemde hoeveelheden van het voedersupplement in het voeder optimaal om het voeder te voorzien van voldoende en gewenste hoeveelheden van laurinezuur, ijzer, mangaan, selenium en jodium.

Onderhavige uitvinding verschaft in een derde aspect een kit voor het bereiden van voeder voor schaaldieren. Meer in het bijzonder omvat de kit bloem, sojameel, meel als bijproduct van dierproductie, bijvoorbeeld afkomstig van vis- of gevogeltekweek, gluten, visolie, sojalecithine en zout, waarbij de kit verder een voedersupplement volgens het eerste aspect van de uitvinding omvat.

Onderhavige uitvinding verschaft in een vierde aspect een gebruik van een voedersupplement volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het bereiden van een voeder voor schaaldieren, en bij voorkeur voor het bereiden van een voeder voor schaaldieren volgens het tweede aspect van de uitvinding.

2017/5743

BE2017/5743

Onderhavige uitvinding verschaft in een vijfde aspect een gebruik van een voeder volgens het tweede aspect van de uitvinding voor het voeden van schaaldieren.

VOORBEELDEN

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van volgende voorbeelden, zonder hiertoe overigens te worden beperkt.

VOORBEELD 1

Resultaten van uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht (ABWend), gemiddelde groeisnelheid (AGR), overlevingspercentage en voederconversie ratio (FCR) van garnalen gevoederd met verschillende voeders omvattende calciumbutyraat als supplement, worden getoond in Tabel 1. Het betreft een voeder dat geen calciumbutyraat omvat (Controle 1), een voeder dat 1 kg gecoat calciumbutyraat per ton voeder op droge stof basis omvat (Voeder 1), een voeder dat 2 kg nietgecoat calciumbutyraat per ton voeder op droge stof basis omvat (Voeder 2), en een voeder dat 2 kg gecoat calciumbutyraat per ton voeder op droge stof basis omvat (Voeder 3). Elk van de voeders omvatte 63 mg/kg koper. Met uitzondering van toegevoegd calciumbutyraat is de samenstelling van elk van de voeders dezelfde. Elk van de voeders werd getest met twee herhalingen. Tabel 1 toont gemiddelde waarden. Garnalen werden gevoederd op basis van een theoretisch groeimodel. De dagelijkse hoeveelheid toegediend voeder werd aangepast op basis van het gemiddeld lichaamsgewicht (ABW) van de garnalen en op basis van voederbak observaties.

Acht tanks met een volume van 500 L, aanwezig in een recirculatiesysteem, werden gevuld met P. vannamei garnalen aan een dichtheid van 60 garnalen per tank. Elk type voeder werd willekeurig toegewezen aan twee tanks. De test werd opgestart bij een gemiddeld lichaamsgewicht van 9,17 gram en duurde 62 dagen.

De temperatuur van water aanwezig in de tanks werd behouden tussen 28 °C en 30 °C. Een zoutgehalte van het water van 20 delen zout per 1000 delen water werd gedurende de gehele test aangehouden. Andere parameters zoals pH, ammoniak-,

2017/5743

BE2017/5743 nitraat- en nitrietgehalte werden elke week gemeten. Er werden geen abnormaliteiten waargenomen.

Tabel 1 Resultaten van uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht (ABWend), gemiddelde groeisnelheid (AGR), overlevingspercentage en voederconversie ratio (FCR) van garnalen gevoederd met verschillende voeders (Controle 1, Voeder 1, Voeder 2, Voeder 3) omvattende calciumbutyraat als supplement

	ABWend (g)	AGR (g/week)	Overlevingspercentage (%)	Voederconversie ratio (FCR)
Controle 1	21,87	2,00	95	2,88
Voeder 1	21,85	2,11	92	3,00
Voeder 2	23,20	1,92	90	2,80
Voeder 3	22,99	1,86	96	2,72

Voeder 1 resulteerde in een uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht vergelijkbaar met Controle 1, terwijl Voeders 2 en 3 een verbetering in uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht van meer dan 5% vertoonden. Het overlevingspercentage was hoger dan 90% bij alle voeders.

De voederconversie ratio van Voeders 2 en 3 werd respectievelijk met 3% en 6% verminderd ten opzicht van Controle 1. Voeder 1 vertoonde een toename in voederconversie ratio van 4% in vergelijking met Controle 1.

Algemeen vertoonden de garnalen gevoederd met de voeders (Voeders 1, 2 en 3) een aanvaardbaar overlevingspercentage met een goede groei alsook een goed gemiddeld lichaamsgewicht. Omwille van uitstekende resultaten betreffende uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht en voederconversie ratio zijn Voeders 2 en 3 zeer geschikt voor het kweken van P. vannamei garnalen. Dit is toe te schrijven aan de specifieke inclusie van calciumbutyraat en koper in de voeders. Dit kan mede verklaard worden door het positieve effect van calciumbutyraat op de gezondheid van garnalen en op de verteerbaarheid van voeder, alsook door het positieve effect van koper op de gezondheid van garnalen. Uit de vergelijking van

2017/5743

BE2017/5743

Voeder 2 en Voeder 3 blijkt verder dat de invloed van de aanwezigheid van een coating rond calciumbutyraat op de resultaten eerder beperkt is.

VOORBEELD 2

Resultaten van uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht (ABWend), gemiddelde groeisnelheid (AGR), totaal oogstgewicht (THW), overlevingspercentage en voederconversie ratio (FCR) van garnalen gevoederd met verschillende voeders omvattende calciumbutyraat of een ander zuur als supplement, worden getoond in Tabel 2. Het betreft een voeder dat geen calciumbutyraat omvat (Controle 2), een voeder dat 0,2 g calciumbutyraat per 100 g voeder op droge stof basis omvat (Voeder 4), een voeder dat 0,4 g propionzuur per 100 g voeder op droge stof basis omvat (Voeder 5), en een voeder dat 0,05 g van benzoëzuur per 100 g voeder op droge stof basis omvat (Voeder 6). Elk van de voeders omvatte 63 mg/kg koper. Elk van de voeders werd getest met twee herhalingen (respectievelijk aangegeven met subscripts 1 en 2). Met uitzondering van de hoeveelheid calciumbutyraat of toegevoegd zuur is de samenstelling van elk van de voeders dezelfde. Garnalen werden gevoederd op basis van een theoretisch groeimodel. De dagelijkse hoeveelheid toegediend voeder werd aangepast op basis van het gemiddeld lichaamsgewicht (ABW) van de garnalen en op basis van voederbak observaties.

Acht tanks met een volume van 500 L, aanwezig in een recirculatiesysteem, werden gevuld met P. vannamei garnalen aan een dichtheid van 55 garnalen per tank. Elk type voeder werd willekeurig toegewezen aan twee tanks. De test werd opgestart bij een gemiddeld lichaamsgewicht van 10,5 gram en duurde 49 dagen.

De temperatuur van water aanwezig in de tanks werd behouden tussen 28 °C en 30 °C. Een zoutgehalte van het water van 20 delen zout per 1000 delen water werd gedurende de gehele test aangehouden. Andere parameters zoals ammoniak- en nitrietgehalte werden elke week gemeten. Er werden geen abnormaliteiten waargenomen.

Tabel 2 Resultaten van uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht (ABWend), gemiddelde groeisnelheid (AGR), totaal oogstgewicht (THW), overlevingspercentage en voederconversie ratio (FCR) van garnalen

2017/5743

BE2017/5743 gevoederd met verschillende voeders (Controle 2, Voeder 4, Voeder 5, Voeder 6) omvattende calciumbutyraat of een ander zuur als supplement

	ABWend (g)	AG R (g/week)	THW (g)	Overlevingspercentage (%)	Voederconversie ratio (FCR)
Controle 2i	24,52	ab	2,00	1103	82	3,03
Controle 2₂	24,66	2,02	1159	85	2,73
Voeder 4i	25,25	a	2,11	1313	95	2,07
Voeder 4₂	24,74	2,03	1311	96	2,14
Voeder 5i	23,97	b	1,92	1318	100	2,22
Voeder 5₂	23,84	1,91	1288	98	2,21
Voeder 6i	23,51	b	1,86	1293	100	2,37
Voeder 6₂	24,73	2,03	1187	87	2,81

Er werd een statistisch verschil opgemerkt in ABW tussen Voeder 4, Voeder 5 en Voeder 6 (Tabel 2). Er werd ook een verschil verwacht in ABW tussen Voeder 4 en Controle 2, maar door een lager overlevingspercentage in de controle groep (Controle 2) hadden de garnalen er meer ruimte om te groeien.

Voeders 4 en 5 resulteerden in 15% extra geoogste kilo's vergeleken met Controle 2. Voeder 6 resulteerde in 9,6% extra geoogste kilo's vergeleken met Controle 2. Een deel van dit verschil wordt verklaard door een lager overlevingspercentage van de controlegroep (Controle 2).

De FCR van Voeder 4 was 27% lager dan deze van Controle 2. Voeders 3 en 4 vertoonden een FCR die respectievelijk 23% en 11% beter was dan de FCR waarde van het controlestaal (Controle 2). Opnieuw kan dit groot verschil deels verklaard worden door de lagere overleving in de controlegroep (Control 2) aangezien 80% van de overlijdens van de garnalen plaatsvond in het tweede gedeelte van de test.

Algemeen vertoonden de garnalen gevoederd met de voeders (Voeders 4, 5 en 6) een hoog overlevingspercentage met een snelle groei alsook een goed gemiddeld lichaamsgewicht, resulterend in een hoog totaal oogstgewicht. De beste resultaten werden echter verkregen met Voeder 4 dat calciumbutyraat omvatte. Dit kan mede

2017/5743

BE2017/5743 verklaard worden door het positieve effect van calciumbutyraat op de gezondheid van garnalen en op de verteerbaarheid van voeder.

VOORBEELD 3

Resultaten van uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht (ABWend), gemiddelde groeisnelheid (AGR), totaal oogstgewicht (THW), overlevingspercentage en voederconversie ratio (FCR) van P. vannamei garnalen gevoederd met verschillende voeders omvattende calciumbutyraat als supplement, worden getoond in Tabel 3.

Het betreft een voeder dat geen calciumbutyraat omvat (Controle 3) en een voeder dat 1 kg calciumbutyraat per ton voeder op droge stof basis omvat (Voeder 7). Elk van de voeders omvatte 63 mg/kg koper. Met uitzondering van de hoeveelheid calciumbutyraat is de samenstelling van elk van de voeders dezelfde. Elk van de voeders werd getest met twee herhalingen. Tabel 3 toont gemiddelde waarden. Het voeden van de P. vannamei garnalen werd automatisch uitgevoerd volgens vaste voederschema's. Een voedingsbak werd aangewend om de voederconsumptie te controleren en om de voederhoeveelheden overeenkomstig aan te passen.

De garnalen werden ondergebracht en gevoederd in commerciële open vijvers gelegen in een nat tropisch klimaat. In veertien vijvers met een totaal oppervlak van 12,6 hectare werden per vierkant meter 110 postlarvale P. vannamei garnalen ondergebracht. Alle vijvers werden in een tijdspanne van één week voorzien van garnalen. Daarnaast werden bij alle vijvers de garnalen in een tijdspanne van één week geoogst. De test duurde 77 dagen.

De temperatuur van water aanwezig in de vijvers werd behouden tussen 27 °C en 31 °C. Een zoutgehalte van het water van 18 tot 20 delen zout per 1000 delen water werd gedurende de gehele test aangehouden. Het water werd mechanisch belucht. Andere parameters zoals pH, ammoniak-, nitraat- en nitrietgehalte werden elke week gemeten. Er werden geen abnormaliteiten waargenomen.

Tabel 3 Resultaten van uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht (ABWend), gemiddelde groeisnelheid (AGR), totaal oogstgewicht (THW), overlevingspercentage en voederconversie ratio (FCR) van garnalen

2017/5743

BE2017/5743 gevoederd met verschillende voeders (Controle 3, Voeder 7) omvattende calciumbutyraat als supplement

	ABWend (g)	AGR (g/week)	THW (ton/ hectare)	Overlevingspercentage (%)	Voederconversie ratio (FCR)
Controle 3	17,11	1,56	13,93	74	1,53
Voeder 7	18,06	1,64	15,70	79	1,46

Het uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht per garnaal was voor 5,5% hoger voor Voeder 7 vergeleken met Controle 3. Dit is voornamelijk toe te wijzen aan de hogere wekelijkse groeisnelheid van Voeder 7 (+ 5,1%). Daarnaast was het overlevingspercentage 6,7% hoger voor Voeder 7 vergeleken met Controle 3. De combinatie van deze effecten resulteerde in een toename in totaal oogstgewicht van 12,7% wanneer Voeder 7 aangewend werd, in vergelijking met Controle 3. De specifieke hoeveelheden van calciumbutyraat en koper in Voeder 7 toonden dus gunstig te zijn voor de groei en het overlevingspercentage van de P. vannamei garnalen.

De voederconversie ratio van de garnalen was in geval van aanwending van Voeder 7 wel 4,6% lager dan bij aanwending van Controle 3. Dit is zeer gunstig voor de rentabiliteit bij het kweken van de garnalen.

VOORBEELD 4

Resultaten van uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht (ABWend), gemiddelde groeisnelheid (AGR), overlevingspercentage en voederconversie ratio (FCR) van P. vannamei garnalen gevoederd met verschillende voeders omvattende calciumbutyraat als supplement, worden getoond in Tabel 4. Het betreft een voeder dat geen calciumbutyraat omvat (Controle 4), een voeder dat 2 kg melkzuur per ton voeder op droge stof basis omvat (Voeder 8), een voeder dat 2 kg tributyrine per ton voeder op droge stof basis omvat (Voeder 9), en een voeder dat 1 kg calciumbutyraat en 1 kg laurinezuur per ton voeder op droge stof basis omvat (Voeder 10). Elk van de voeders omvatte 63 mg/kg koper. Met uitzondering van de hoeveelheid calciumbutyraat of toegevoegd zuur is de samenstelling van elk van de voeders dezelfde. Elk van de voeders werd getest met twee herhalingen. Tabel 4 toont gemiddelde waarden. Het voeden van de P. vannamei garnalen werd zes

2017/5743

BE2017/5743 maal per dag automatisch uitgevoerd volgens een specifiek voederschema. Een voedingsbak werd aangewend om de voederconsumptie te controleren en om de voederhoeveelheden overeenkomstig aan te passen.

Acht tanks met een volume van 500 L, aanwezig in een recirculatiesysteem, werden gevuld met P. vannamei garnalen aan een dichtheid van 55 garnalen per tank. Elk type voeder werd willekeurig toegewezen aan twee tanks. De test werd opgestart bij een gemiddeld lichaamsgewicht van 9,27 gram en duurde 73 dagen.

De temperatuur van water aanwezig in de tanks werd behouden tussen 28 °C en 30 °C. Een zoutgehalte van het water van 20 delen zout per 1000 delen water werd gedurende de gehele test aangehouden. Andere parameters zoals pH, ammoniak-, nitraat- en nitrietgehalte werden elke week gemeten. Er werden geen abnormaliteiten waargenomen.

Tabel 4 Resultaten van uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht (ABWend), gemiddelde groeisnelheid (AGR), overlevingspercentage en voederconversie ratio (FCR) van garnalen gevoederd met verschillende voeders (Controle 4, Voeder 8, Voeder 9, Voeder 10) omvattende calciumbutyraat als supplement

	ABWend (g)	AGR (g/week)	Overlevingspercentage (%)	Voederconversie ratio (FCR)
Controle 4	24,89	1,50	95,4	2,48
Voeder 8	26,10	1,61	95,5	2,33
Voeder 9	26,20	1,62	95,4	2,29
Voeder 10	28,77	1,88	91,8	2,27

Garnalen gevoederd met Voeders 8, 9 of 10 vertoonden een hoger uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht dan garnalen gevoederd met Controle 4. Voeder 10 leidde tot een enorme verbetering van uiteindelijk gemiddeld lichaamsgewicht van 15,6%. Het overlevingspercentage was steeds hoog en meer bepaald hoger dan 90%.

2017/5743

BE2017/5743

De voederconversie ratio voor garnalen gevoederd met Voeders 8, 9 of 10 werd aanzienlijk gereduceerd ten opzichte van de voederconversie ratio voor garnalen gevoederd met Controle 4. Voeder 10 leidde tot de hoogste reductie in voederconversie ratio, namelijk een reductie van 8,4%.

Het aanwenden van zowel Voeders 8, 9 als 10 resulteerde dus in gunstige resultaten, met de meest gunstige resultaten gerelateerd aan Voeder 10. De specifieke hoeveelheden van calciumbutyraat en koper in Voeder 10 toonden dus bijzonder gunstig te zijn voor een goede groei en voederconversie ratio van de P.

vannamei garnalen.

2017/5743

BE2017/5743

Claims

CONCLUSIES

1. Voedersupplement voor een voeder voor schaaldieren, met het kenmerk, dat het voedersupplement calciumbutyraat en koper omvat in een verhouding van 120:1 tot 5:1.
2. Voedersupplement volgens conclusie 1, waarbij het voedersupplement calciumbutyraat en koper omvat in een verhouding van 60:1 tot 10:1.
3. Voedersupplement volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemd koper koperglycinaat en kopersulfaat omvat in een verhouding van 1:1 tot 1:3.
4. Voedersupplement volgens één der conclusies 1 tot 3, waarbij het voedersupplement verder laurinezuur omvat.
5. Voedersupplement volgens conclusie 4, waarbij genoemd calciumbutyraat en laurinezuur aanwezig zijn in het voedersupplement in een verhouding van 0,75:1 tot 3:1.
6. Voedersupplement volgens één der conclusies 1 tot 5, waarbij het voedersupplement verder ijzer, mangaan, selenium en jodium omvat.
7. Voeder voor schaaldieren omvattende tarwebloem, sojameel, meel als bijproduct van dierproductie, gluten, visolie, sojalecithine en zout, met het kenmerk, dat het voeder ten minste 0,04 gewichtspercent calciumbutyraat en ten minste 0,005 gewichtspercent koper omvat.
8. Voeder volgens conclusie 7, waarbij het voeder 0,08 tot 0,4 gewichtspercent calciumbutyraat omvat.
9. Voeder volgens conclusie 7 of 8, waarbij het voeder 0,002 tot 0,010 gewichtspercent koper omvat.
10. Voeder volgens één der conclusies 7 tot 9, waarbij genoemd koper koperglycinaat en kopersulfaat omvat in een verhouding van 1:1 tot 1:3.
11. Voeder volgens één der conclusies 7 tot 10, waarbij het voeder verder laurinezuur omvat.
12. Voeder volgens conclusie 11, waarbij genoemd calciumbutyraat en laurinezuur aanwezig zijn in het voeder in een verhouding van 0,75:1 tot 3:1.
13. Voeder volgens één der conclusies 7 tot 12, waarbij het voeder verder ijzer, mangaan, selenium en jodium omvat.
14. Voeder volgens één der conclusie 7 tot 13, waarbij het voeder 0,5 tot 20 gewichtspercent van een voedersupplement volgens één der conclusies 1 tot 6 omvat.

2017/5743

BE2017/5743
15. Kit voor het bereiden van voeder voor schaaldieren, omvattende bloem, sojameel, meel als bijproduct van dierproductie, gluten, visolie, sojalecithine en zout, met het kenmerk, dat de kit verder een voedersupplement volgens één der conclusies 1 tot 6 omvat.

5
16. Gebruik van een voedersupplement volgens één der conclusies 1 tot 6 voor het bereiden van een voeder voor schaaldieren.
17. Gebruik van een voeder volgens één der conclusies 7 tot 14 voor het voeden van schaaldieren.

2017/5743

BE2017/5743

VOEDERSUPPLEMENT VOOR EEN VOEDER VOOR SCHAALDIEREN