BE1024980B9

BE1024980B9 - EVACUATION DEVICE WITH A MATTRESS COVER AND A TRAIL RUG

Info

Publication number: BE1024980B9
Application number: BE20175343A
Authority: BE
Inventors: Kessel Peter Van
Original assignee: Kessel Peter Van
Priority date: 2017-02-06
Filing date: 2017-05-09
Publication date: 2018-12-17
Also published as: BE1024980A1; BE1025083A1; BE1025083B1; BE1024980A9; NL2020891B1; BE1024980B1

Abstract

Een assemblage (1) omvattende: een matras (4), een matrashoes (2) die de matras omhult, en een sleepdeken (3) met minstens één treklus (61), waarbij de matrashoes (2) en de sleepdeken (3) losmaakbaar verbindbaar zijn door middel van twee deelbare ritssluitingen (71, 72) die zich uitstrekken in een lengterichting (X) van de matrashoes (2). Een gedeelte van de deelbare ritssluitingen is vast bevestigd aan de matrashoes (2), een ander gedeelte is vast bevestigd aan de sleepdeken (3). Bij voorkeur omvat het assemblage verder een tweede treklus (62) overstaand aan de eerste treklus (61). Bij voorkeur omvat het assemblage verder twee fixatieriemen (51, 52) die zich uitstrekken in een dwarsrichting (Y) van de matrashoes (2), voor het fixeren van een persoon.An assembly (1) comprising: a mattress (4), a mattress cover (2) surrounding the mattress, and a tow blanket (3) with at least one draw loop (61), the mattress cover (2) and the tow blanket (3) being releasable be connectable by means of two divisible zippers (71, 72) extending in a longitudinal direction (X) of the mattress cover (2). A part of the divisible zippers is fixed to the mattress cover (2), another part is fixed to the slip blanket (3). Preferably, the assembly further comprises a second pull loop (62) opposite to the first pull loop (61). Preferably, the assembly further comprises two fixation straps (51, 52) extending in a transverse direction (Y) of the mattress cover (2) for fixing a person.

Description

EVACUATIE-INRICHTING MET EEN MATRASHOES EN EEN SLEEPDEKENEVACUATION DEVICE WITH A MATTRESS COVER AND A TRAIL RUG

Domein van de uitvindingDomain of the invention

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een inrichting voor het evacueren van een persoon. Meer bepaald heeft deze uitvinding betrekking op een evacuatieinrichting die een matras, een matrashoes en een sleepdeken omvat, waarmee snelle en efficiënte evacuatie mogelijk is, in het bijzonder in verpleeginstellingen met meerdere verdiepingen.The present invention generally relates to a device for evacuating a person. More specifically, this invention relates to an evacuation device comprising a mattress, a mattress cover and a slip blanket, with which rapid and efficient evacuation is possible, in particular in multi-storey nursing homes.

Achtergrond van de uitvindingBACKGROUND OF THE INVENTION

Er bestaan verschillende soorten evacuatie-inrichtingen, waarmee een gewond persoon kan getransporteerd worden, bv. na een ongeval, of naar een aanslag. Sommige van deze evacuatieinrichtingen hebben een onderstel op wielen, wat bijzonder handig is om een persoon vanuit een ambulancewagen zo snel mogelijk over te brengen naar een operatiekamer. Dergelijke inrichtingen zijn echter niet geschikt om personen te vervoeren over een trap, en zijn daarom niet geschikt om personen te evacueren uit een gebouw met meerdere verdiepingen in geval van calamiteiten zoals bijvoorbeeld bij brand of bij een ontploffing, daar het immers verboden is om een lift te gebruiken in dergelijke gevallen.There are different types of evacuation devices with which an injured person can be transported, eg after an accident, or to an attack. Some of these evacuation devices have a chassis on wheels, which is particularly useful for transferring a person from an ambulance car to an operating room as quickly as possible. However, such devices are not suitable for transporting people on stairs, and are therefore not suitable for evacuating people from a multi-storey building in the event of an emergency such as fire or explosion, since it is forbidden to use a lift to be used in such cases.

Er bestaan andere evacuatie-inrichtingen zoals een draagberrie (ook wel brancard genoemd), met een langwerpige rechthoekige vorm waarop bv. een gewond persoon kan geplaatst worden, met twee paar handvaten, één aan het hoofdeinde en één aan het voeteinde, waarmee de draagberrie en de persoon kunnen gedragen worden door twee hulpverleners of reddingswerkers. Draagberries zijn uitermate geschikt om gewonde personen uit een tunnel te bevrijden, of om gewonde personen te vervoeren over bergen puin, bv. na een aardbeving.There are other evacuation devices such as a sling (also called a stretcher), with an elongated rectangular shape on which, for example, an injured person can be placed, with two pairs of handles, one at the head end and one at the foot end, with which the sling and the person can be carried by two rescuers or rescue workers. Carrying berries are extremely suitable for freeing injured people from a tunnel, or for transporting injured people over mountains of debris, for example after an earthquake.

De onderhavige uitvinding richt zich echter met name op een evacuatie-inrichting voor verpleeginstellingen zoals bijvoorbeeld ziekenhuizen of rusthuizen voor bejaarden, waarmee bedlegerige personen (bv. patiënten) efficiënt kunnen geëvacueerd worden in geval van calamiteiten, liefst zoveel mogelijk personen op zo kort mogelijke tijd, en met zo weinig mogelijk personeel, temeer omdat er bijvoorbeeld 's nachts en in het weekend doorgaans minder personeel aanwezig is. De uitvinders zijn op het idee gekomen om de matras te gebruiken als onderdeel van de evacuatieinrichting, onder meer omdat bedlegerige personen meestal reeds op een matras (op een bed) liggen, waardoor met name deze personen zeer snel kunnen geëvacueerd worden, terwijl ze op de matras blijven liggen.However, the present invention particularly relates to an evacuation device for nursing homes such as, for example, hospitals or retirement homes for the elderly, with which bedridden persons (e.g. patients) can be efficiently evacuated in the event of an emergency, preferably as many people as possible in the shortest possible time, and with as few staff as possible, all the more so because, for example, there are usually fewer staff present at night and during the weekend. The inventors have come up with the idea of using the mattress as part of the evacuation device, among other things because bedridden persons usually already lie on a mattress (on a bed), so that these persons in particular can be evacuated very quickly, while they are on the bed. mattress.

AU5656400A beschrijft een gekende evacuatie-inrichting 100 zoals weergegeven in FIG. 1 en FIG. 2, en vereist een speciale matras met dwarse kanalen waardoorheen fixatieriemen zijn aangebracht voor het vastmaken van een patiënt. De matras is omgeven door een matrashoes met een bovenkant waarop een patiënt ligt, en met een onderkant die over de grond kan gesleept worden. De bovenkant en de onderkant van de matrashoes zijn door middel van een ritssluiting met elkaarAU5656400A describes a known evacuation device 100 as shown in FIG. 1 and FIG. 2, and requires a special mattress with transverse channels through which fixation straps are provided for securing a patient. The mattress is surrounded by a mattress cover with a top on which a patient lies, and with a bottom that can be dragged over the floor. The top and bottom of the mattress cover are with each other by means of a zipper

BE2017/5343 verbonden. Zes korte draaglussen zijn voorzien aan de matras, meer bepaald één aan het hoofdeinde, één aan het voeteinde, en vier aan de zijkanten van de matras, waarmee de matras en een patiënt die erop ligt, met een viertal personen kan gedragen worden. De draaglussen zijn genaaid aan de matrashoes.BE2017 / 5343 connected. Six short carrying loops are provided on the mattress, more specifically one at the head end, one at the foot end, and four at the sides of the mattress, with which the mattress and a patient lying on it can be carried with four people. The carrying loops are sewn to the mattress cover.

W02008/004860A1 beschrijft een andere gekende evacuatie-inrichting 200 met een matras, en een deken onder de matras. Er zijn geen fixatieriemen voorzien, maar de deken heeft flappen die naar boven geklapt kunnen worden voor het inwikkelen van de patiënt. Om de deken op haar plaats te houden tijdens normaal gebruik (op een bed van de verpleeginstelling) zijn er vier elastieken voorzien die over de vier hoeken van de matras dienen aangebracht te worden. Verder is er een treklus voorzien aan het hoofd- en het voeteinde van de deken, die uitsteekt onder de matras.WO2008 / 004860A1 describes another known evacuation device 200 with a mattress, and a blanket under the mattress. No fixation straps are provided, but the blanket has flaps that can be folded up for wrapping the patient. To keep the blanket in place during normal use (on a bed of the nursing home), four elastic bands are provided that must be applied over the four corners of the mattress. Furthermore, there is a pull loop provided at the head and foot ends of the blanket that protrudes under the mattress.

Er is altijd ruimte voor alternatieven en verbeteringen.There is always room for alternatives and improvements.

Samenvatting van de uitvindingSummary of the invention

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een evacuatie-inrichting te verschaffen waarmee men sneller en/of efficiënter personen, met name bedlegerige personen, kan evacueren uit een gebouw met meerdere verdiepingen.It is an object of the present invention to provide an evacuation device with which it is possible to evacuate people, in particular bedridden persons, more quickly and / or more efficiently from a multi-storey building.

Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een evacuatieinrichting te verschaffen die beter geschikt is om personen te transporteren, zelfs naar een lagere verdieping via een trap, door slechts één hulpverlener.It is an object of embodiments of the present invention to provide an evacuation device that is better suited to transporting people, even to a lower floor via a staircase, by only one rescuer.

Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een evacuatieinrichting te verschaffen met een verminderd risico dat de patiënt verwondingen oploopt tijdens de evacuatie.It is an object of embodiments of the present invention to provide an evacuation device with a reduced risk of injuring the patient during the evacuation.

Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een evacuatieinrichting te verschaffen waarmee het risico op tijdverlies tijdens een evacuatie wordt gereduceerd of geminimaliseerd.It is an object of embodiments of the present invention to provide an evacuation device with which the risk of loss of time during an evacuation is reduced or minimized.

Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een evacuatieinrichting te verschaffen die tijdens normaal gebruik (bv. op een bed van een verpleeginstelling, bij ziekenzorg of bejaardenzorg zonder calamiteiten) grotendeels dezelfde voordelen biedt als een klassieke matras en matrashoes (bv. qua hygiëne, qua eenvoud van een bed opmaken, eenvoud van poetsen onder het bed, enz.), maar die in geval van calamiteiten in een minimum van tijd kan omgevormd worden tot een evacuatie-inrichting.It is an object of embodiments of the present invention to provide an evacuation device which during normal use (e.g. on a bed of a nursing home, in healthcare or elderly care without calamities) offers largely the same advantages as a traditional mattress and mattress cover (e.g. hygiene, simplicity of making a bed, simplicity of cleaning under the bed, etc.), but which can be transformed into an evacuation device in a minimum of time in case of calamities.

Deze en andere doelstellingen worden verwezenlijkt door een assemblage, en een set van onderdelen, en een matrashoes en een sleepdeken volgens de onderhavige uitvinding.These and other objects are achieved by an assembly, and a set of parts, and a mattress cover and a drag blanket according to the present invention.

In een eerste aspect verschaft de onderhavige uitvinding een assemblage omvattende: een matras; en een matrashoes die de matras omhult; een sleepdeken met minstens een eerste treklus voor het voortslepen van de sleepdeken over een vloer; met het kenmerk dat de matrashoes en deIn a first aspect, the present invention provides an assembly comprising: a mattress; and a mattress cover that surrounds the mattress; a towing blanket with at least a first towing loop for dragging the towing blanket over a floor; characterized in that the mattress cover and the

BE2017/5343 sleepdeken verbindbaar zijn door middel van minstens een eerste deelbare ritssluiting en een tweede deelbare ritssluiting die zich beiden uitstrekken in een lengterichting van de matrashoes; waarbij de eerste deelbare ritssluiting een eerste ritsgedeelte omvat dat vast bevestigd is aan de matrashoes, en een passend tweede ritsgedeelte dat vast bevestigd is aan de sleepdeken, en waarbij de tweede deelbare ritssluiting een derde ritsgedeelte omvat dat vast bevestigd is aan de matrashoes, en een passend vierde ritsgedeelte dat vast bevestigd is aan de sleepdeken.BE2017 / 5343 drag blanket can be connected by means of at least a first divisible zipper and a second divisible zipper that both extend in a longitudinal direction of the mattress cover; wherein the first divisible zipper includes a first zipper portion fixedly attached to the mattress cover, and a matching second zipper portion securely attached to the slip blanket, and wherein the second divisible zipper includes a third zipper portion securely attached to the mattress cover, and a fitting fourth zipper section that is firmly attached to the drag blanket.

De matrashoes en de sleepdeken zijn dus in feite losmaakbaar verbindbaar met elkaar, of met andere woorden: losmaakbaar en verbindbaar, of ook: koppelbaar en loskoppelbaar.The mattress cover and the drag blanket are in fact releasably connectable to each other, or in other words releasable and connectable, or also: connectable and releasable.

De sleepdeken van de onderhavige uitvinding maakt geen onderdeel uit van de matrashoes.The slip blanket of the present invention is not part of the mattress cover.

Met andere woorden, zelfs zonder de sleepdeken vormt de matrashoes een gesloten of sluitbare omhulling geschikt om een matras te omgeven. Het is een voordeel dat de onderkant van de matrashoes niet over de grond dient te worden gesleept.In other words, even without the slip blanket, the mattress cover forms a closed or closable cover suitable for surrounding a mattress. It is an advantage that the bottom of the mattress cover does not have to be dragged over the floor.

Het eerste en het derde ritsgedeelte zijn vast verbonden met de matrashoes, bv. door te naaien, te stikken of te lijmen, of door een andere vaste verbindingswijze.The first and third zipper sections are fixedly connected to the mattress cover, for example by sewing, stitching or gluing, or by another fixed connection method.

Het tweede en vierde ritsgedeelte zijn vast verbonden met de sleepdeken, bv. door te naaien, te stikken of te lijmen, of door een andere vaste verbindingswijze.The second and fourth zipper sections are fixedly connected to the tow blanket, e.g. by sewing, stitching or gluing, or by another fixed connection method.

Het is een voordeel dat de eerste rits en de tweede rits een verbinding kunnen vormen tussen de matrashoes en de sleepdeken, die herhaaldelijk kan vastgemaakt worden, en weer losgemaakt worden, zonder de verbinding zelf, of de matrashoes of de sleepdeken te beschadigen.It is an advantage that the first zipper and the second zipper can form a connection between the mattress cover and the tow blanket, which can be repeatedly attached, and released again, without damaging the connection itself, or the mattress cover or the tow blanket.

Het is een voordeel dat het assemblage een sleepdeken omvat die bevestigbaar is aan een matrashoes en niet aan een matras zelf, omdat zulke matrashoes toelaat verschillende types van matras te gebruiken, en die toelaat de matras te beschermen (bv. tegen lichaamsvocht), en die wasbaar is (hygiëne). Door de ritsgedeelten die fungeren als bevestigingsmiddelen te voorzien aan de matrashoes in plaats van aan de matras zelf, kan in principe gelijk welke matras gebruikt worden die in de matrashoes past.It is an advantage that the assembly comprises a slip blanket that can be attached to a mattress cover and not to a mattress itself, because such a mattress cover allows the use of different types of mattress, and which allows the mattress to be protected (e.g. against body moisture), and which washable (hygiene). By providing the zip sections that act as fastening means on the mattress cover instead of on the mattress itself, any mattress that fits into the mattress cover can in principle be used.

Het is een voordeel een sleepdeken te voorzien die stevig bevestigbaar is aan de matrashoes, zodat de sleepdeken een gepaste en vooraf bepaalde positie inneemt ten opzichte van de matrashoes.It is an advantage to provide a tow blanket that is securely attachable to the mattress cover, so that the tow blanket occupies a suitable and predetermined position with respect to the mattress cover.

Het is een voordeel van de sleepdeken volgens de onderhavige uitvinding dat ze nagenoeg ten allen tijde aan de matrashoes is bevestigd, zowel bij normaal gebruik van de matras (voor het ondersteunen van een patiënt op een bed), als tijdens een evacuatie. Dit biedt het voordeel ten opzichte van sleepdekens die in een kast worden opgeborgen, dat er geen tijd zal verloren gaan om de sleepdeken te zoeken, te ontvouwen, en eventueel te bevestigen aan de matras tijdens een noodsituatie. Hierdoor wordt kostbare tijd gespaard.It is an advantage of the tow blanket according to the present invention that it is attached to the mattress cover almost at all times, both during normal use of the mattress (for supporting a patient on a bed) and during an evacuation. This offers the advantage over drag blankets stored in a cupboard that no time will be lost to search for, unfold, and possibly attach to the mattress during an emergency situation. This saves valuable time.

Het is een voordeel om de sleepdeken door middel van minstens twee stevige ritssluitingen te verbinden met de matrashoes, omdat dit zorgt voor een stevige verbinding tussen de sleepdeken en de matrashoes, die ervoor zorgt dat de sleepdeken en de matrashoes onderling verbonden blijven,It is an advantage to connect the tow blanket with at least two sturdy zippers to the mattress cover, as this ensures a strong connection between the tow blanket and the mattress cover, which ensures that the tow blanket and the mattress cover remain interconnected,

BE2017/5343 zelfs tijdens een evacuatie, wanneer er stevig gemanoeuvreerd wordt tussen een deur en gesleept wordt over een trap. Het zal duidelijk zijn dat andere verbindingsmiddelen zoals elastiekjes die om de hoeken van de matrashoes worden aangebracht om een (sleep)deken zogenaamd op zijn plaats te houden, of klittenband (bv. Velcro), onmiddellijk zullen loskomen zodra de minste kracht wordt uitgeoefend op de (sleep)deken. Met andere woorden, zulke elastiekjes of klittenband zijn absoluut niet geschikt om een matras op zijn plaats te houden tijdens het verslepen.BE2017 / 5343 even during an evacuation, when maneuvering firmly between a door and dragging over a staircase. It will be clear that other connecting means such as rubber bands that are placed around the corners of the mattress cover to supposedly hold a (tow) blanket in place, or Velcro (e.g. Velcro), will immediately come off as soon as the least force is exerted on the (tow) blanket. In other words, such rubber bands or velcro straps are absolutely not suitable for keeping a mattress in place during towing.

Een verder voordeel van de ritssluiting tussen de matrashoes en de sleepdeken is dat het voorkomt dat de sleepdeken zal opvouwen of oprollen of verfrommelen onder de matrashoes, of zelfs verstrengd kan geraken met het bed-onderstel. Dit voorkomt wederom dat er kostbare tijd wordt verloren bij een evacuatie, om de sleepdeken eerst los te maken van het bed-onderstel, vervolgens te strekken en te bevestigen aan de matrashoes. Trouwens, doordat de ritssluitingen ervoor zorgen dat de sleepdeken op zijn plaats blijft ten opzichte van de matras, is ziekenhuispersoneel beter gemotiveerd om deze goed vast te maken, omdat dit meehelpt om een bed sneller op te maken, en het geeft ook een geruster gemoed of gevoel te weten dat alles klaar staat in geval van nood.A further advantage of the zipper between the mattress cover and the tow blanket is that it prevents the tow blanket from folding or rolling up or crumpling under the mattress cover, or even getting entangled with the bed base. This in turn prevents valuable time being lost in an evacuation, to first release the tow blanket from the bed base, then stretch it and attach it to the mattress cover. By the way, because the zippers ensure that the drag blanket stays in place with respect to the mattress, hospital staff are better motivated to secure it properly, because this helps to make a bed faster, and it also gives a more comfortable mind or feeling that everything is ready in case of emergency.

Anderzijds is het een voordeel dat de matrashoes en de sleepdeken losmaakbaar zijn van elkaar, omdat dit dan weer toelaat de matrashoes en de sleepdeken apart te vervaardigen. Dit laat toe om verschillende materialen te gebruiken voor de matrashoes en de sleepdeken, waardoor de eigenschappen van beiden kunnen geoptimaliseerd worden.On the other hand, it is an advantage that the mattress cover and the slip blanket are releasable from each other, because this in turn allows the mattress cover and the slip blanket to be manufactured separately. This makes it possible to use different materials for the mattress cover and the drag blanket, so that the properties of both can be optimized.

Het is een voordeel om deelbare ritsen te gebruiken, waarbij de matrashoes en de sleepdeken elk een gedeelte van de deelbare rits bevatten, omdat dit toelaat de matrashoes en de sleepdeken volledig van elkaar te scheiden. Daardoor kunnen de matrashoes en de sleepdeken bv. eenvoudig apart gereinigd worden, of zelfs vervangen worden.It is an advantage to use divisible zippers, wherein the mattress cover and the drag blanket each contain a part of the divisible zipper, because this allows the mattress cover and the drag blanket to be completely separated from each other. As a result, the mattress cover and the drag blanket can, for example, easily be cleaned separately or even be replaced.

Het is een voordeel de matrashoes en de sleepdeken aan elkaar te bevestigen door middel van een ritssluiting die zich uitstrekt in de lengterichting van de matrashoes, omdat hierdoor de krachten die op de sleepdeken worden uitgeoefend tijdens het slepen over een vloer of over een trap (bv. tijdens een evacuatie), kunnen overgebracht worden naar de matrashoes, op een manier waarbij de krachten zich verdelen over de ganse lengte van de ritssluiting.It is an advantage to attach the mattress cover and the tow blanket to each other by means of a zipper that extends in the longitudinal direction of the mattress cover, because it forces the forces exerted on the tow blanket during towing over a floor or over a staircase (e.g. (during an evacuation), can be transferred to the mattress cover in a way in which the forces are distributed over the entire length of the zipper.

Een bijkomend voordeel van een ritssluiting (in tegenstelling tot bv. een verbinding met een veelheid van knopen) is dat ze toelaat de matrashoes en de sleepdeken zeer snel over een relatief grote afstand (bv. over 50 cm of 60 cm of 70 cm of 80 cm of 90 cm of zelfs 100 cm) te verbinden.An additional advantage of a zipper (as opposed to, for example, a connection with a multitude of knots) is that it allows the mattress cover and the drag blanket very quickly over a relatively large distance (e.g. over 50 cm or 60 cm or 70 cm or 80 cm or 90 cm or even 100 cm).

Het is een voordeel om minstens één treklus te voorzien, omdat dit toelaat het assemblage te verslepen (bv. over de grond of een vloer of een trap) door één enkel persoon.It is an advantage to provide at least one draw loop, because this allows the assembly to be towed (eg over the ground or a floor or a staircase) by a single person.

Het is een conceptueel voordeel dat het assemblage eigenlijk maar twee geassembleerde toestanden heeft: (a) een normale gebruikstoestand, waarbij het assemblage fungeert als een matras in een matrashoes, (b) een evacuatie-toestand, waarbij het assemblage dient om een persoon in veiligheid te brengen. In beide gevallen moeten de twee ritssluitingen helemaal geslotenIt is a conceptual advantage that the assembly actually has only two assembled states: (a) a normal state of use, where the assembly acts as a mattress in a mattress cover, (b) an evacuation state, where the assembly serves to keep a person safe to bring. In both cases, the two zippers must be closed completely

BE2017/5343 zijn. Een half-open rits hoort niet. Dit laatste motiveert het personeel om de ritsen altijd te sluiten, waardoor de kans op een snelle evacuatie sterk wordt verhoogd.BE2017 / 5343. A half-open zipper does not belong. The latter motivates staff to always close the zippers, greatly increasing the chance of rapid evacuation.

De matrashoes kan een eigen ritssluiting hebben, of andere middelen zoals knopen of klittenband of dergelijke om de matrashoes te openen en te sluiten, zodat een matras kan ingebracht worden in de matrashoes, en de matrashoes nagenoeg een gesloten ruimte definieert.The mattress cover may have its own zipper, or other means such as buttons or Velcro or the like to open and close the mattress cover, so that a mattress can be inserted into the mattress cover, and the mattress cover defines substantially a closed space.

In een uitvoeringsvorm omvat het assemblage verder minstens een eerste en tweede fixatieriem voor het fixeren van een persoon op de matrashoes, welke fixatieriemen zich uitstrekken in een dwarsrichting van de matrashoes.In one embodiment, the assembly further comprises at least a first and second fixation strap for fixing a person to the mattress cover, which fixation straps extend in a transverse direction of the mattress cover.

De minstens twee fixatieriemen zijn bij voorkeur zo gepositioneerd dat een persoon ter hoogte van de borstkas en ter hoogte van de benen kan gefixeerd worden aan het assemblage. Hierdoor is de kans dat de persoon verschuift ten opzichte van het assemblage minimaal, alsook de kans op verwondingen tijdens het verslepen. Hierdoor is het ook mogelijk dat een persoon die op zijn of haar zij ligt, in die positie kan geëvacueerd worden, wat bij sommige andere systemen niet kan.The at least two fixation straps are preferably positioned such that a person can be fixed to the assembly at the height of the chest and at the height of the legs. As a result, the chance of the person shifting relative to the assembly is minimal, as well as the chance of injuries during towing. This also makes it possible for a person lying on his or her side to be evacuated in that position, which is not possible with some other systems.

De eerste en tweede fixatieriem bevinden zich bij voorkeur op een afstand van minstens 50 cm en ten hoogte 100 cm van elkaar.The first and second fixation belts are preferably located at a distance of at least 50 cm and at most 100 cm from each other.

In een uitvoeringsvorm is de eerste en de tweede fixatieriem vast verbonden met de sleepdeken, bv. door te naaien of te stikken of te lijmen, of op een andere manier.In one embodiment, the first and second fixation straps are fixedly connected to the tow blanket, e.g. by sewing or stitching or gluing, or in some other way.

De eerste en tweede fixatieriem kunnen uit eenzelfde materiaal vervaardigd zijn als het materiaal dat gebruikt wordt voor veiligheidsgordels van auto's. Dit is een zeer stevig materiaal dat enorme trekkrachten kan dragen, waardoor een patiënt stevig kan bevestigd worden op de matras of matrashoes, zodat hij of zij een vaste positie zal innemen ten opzichte van de matras of matrashoes, zelfs wanneer het assemblage door een gang en/of langs een trap naar beneden wordt versleept.The first and second fixation belts can be made of the same material as the material used for car safety belts. This is a very sturdy material that can support enormous tensile forces, allowing a patient to be securely attached to the mattress or mattress cover so that he or she will take a fixed position with respect to the mattress or mattress cover, even when assembled through a corridor and / or is dragged down a staircase.

In een uitvoeringsvorm omvat de eerste en de tweede fixatieriem elk een gesp en een aanspansysteem, en omvat de gesp van iedere fixatieriem een klikmechanisme.In one embodiment, the first and the second fixation strap each comprise a buckle and a tensioning system, and the buckle of each fixation strap comprises a snap mechanism.

Op die manier kan de persoon zeer snel en efficiënt gefixeerd worden, zonder ingewikkelde handelingen, wat belangrijk is in noodsituaties, wanneer snel en vrij impulsief moet gehandeld worden.In this way the person can be fixed very quickly and efficiently, without complicated actions, which is important in emergency situations, when action must be taken quickly and fairly impulsively.

De gesp kan bv. uit kunststof en/of uit metaal vervaardigd zijn. Gespen zijn gekend in verschillende uitvoeringsvormen. Een type van gesp dat zeer geschikt is voor de onderhavige uitvinding is een type waarbij een eerste gesplichaam twee naar buiten verende delen heeft, die kunnen ingebracht worden in een gleuf van een tweede gesplichaam. Zulk type wordt bv. toegepast bij kinderstoeltjes, maar andere types gespen kunnen eveneens gebruikt worden.The buckle can for instance be made from plastic and / or from metal. Buckles are known in various embodiments. A type of buckle that is very suitable for the present invention is a type in which a first split body has two outwardly resilient parts that can be inserted into a slot of a second split body. Such type is used, for example, with child seats, but other types of buckles can also be used.

In een uitvoeringsvorm omvat iedere gesp een eerste en een tweede gesplichaam, waarbij het eerste gesplichaam bevestigd is aan een eerste uiteinde van de fixatieriem, en het tweede gesplichaam bevestigd is aan een tweede uiteinde van de fixatieriem; en omvat het assemblage verder minstens vier elastiekbanden, ieder voor het opnemen van één gesplichaam.In one embodiment, each buckle comprises a first and a second split body, the first split body being attached to a first end of the fixation belt, and the second split body being attached to a second end of the fixation belt; and the assembly further comprises at least four elastic bands, each for receiving one split body.

BE2017/5343BE2017 / 5343

Het eerste gesplichaam kan een gleuf hebben, en het tweede gesplichaam kan bv. minstens twee uitstekende delen hebben, die kunnen ingebracht worden in de gleuf van het eerste gesplichaam.The first slit body may have a slit, and the second slit body may, for example, have at least two protruding parts that can be inserted into the slit of the first slit body.

In een uitvoeringsvorm hebben minstens twee van de gesplichamen een concave vorm met afgeronde hoeken.In one embodiment, at least two of the split bodies have a concave shape with rounded corners.

Dit verhoogt de kans dat de gesplichamen op hun plaats blijven ten opzichte van de elastiekbanden, zonder het uittrekken van de fixatieriemen aanzienlijk te bemoeilijken of te verhinderen.This increases the chance that the split bodies stay in place relative to the elastic bands, without considerably hampering or preventing pulling out of the fixation straps.

In een uitvoeringsvorm zijn de minstens vier elastiekbanden zodanig gepositioneerd ten opzichte van een rand van de sleepdeken, en zijn het eerste en tweede gesplichaam van de eerste en tweede fixatieriem zodanig gepositioneerd ten opzichte van de fixatieriem, dat de uiteinden van de fixatieriemen uitsteken voorbij een omtreksrand van de sleepdeken, over een afstand in het bereik van 5 tot 30 cm, bij voorkeur in het bereik van 10 tot 25 cm, bv. over een afstand van ongeveer 15 cm, of ongeveer 20 cm.In one embodiment, the at least four elastic bands are positioned with respect to an edge of the drag blanket, and the first and second spliced body of the first and second fixation strap are positioned relative to the fixation strap such that the ends of the fixation straps protrude beyond a peripheral edge of the towing blanket, over a distance in the range of 5 to 30 cm, preferably in the range of 10 to 25 cm, e.g. over a distance of about 15 cm, or about 20 cm.

Dit biedt het voordeel dat men snel de fixatieriemen kan grijpen. Uit testen is gebleken dat, dankzij de uitschuifbare riemen, het fixeren van een patiënt tot 50% sneller gaat, onder meer omdat men direct de riemen kan grijpen omdat ze buiten het assemblage uit steken, en men dus niet eerste de rand van de matras moet opheffen. Dit heeft verder als belangrijk voordeel dat de patiënt niet moet gedraaid worden of moet verlegd worden, waardoor pijn kan vermeden worden. Met andere woorden, de fixatieriemen zorgen ervoor dat de patiënt zo pijnloos mogelijk kan geëvacueerd worden, in de positie waarin hij lag vóór de evacuatie, bv. op zijn/haar rug, of op zijn/haar zij. Bij evacuatie kan men snel de uitsteeksels uittrekken waardoor de gesp, die vastgehouden werd of opgeborgen was in zijn elastiekje, naar buiten komt en zichtbaar is om te fixeren.This offers the advantage that one can quickly grasp the fixation straps. Tests have shown that, thanks to the retractable straps, the fixation of a patient is up to 50% faster, among other things because one can immediately grasp the straps because they protrude outside of the assembly, and therefore do not first have to push the edge of the mattress to cancel. This also has the important advantage that the patient does not have to be turned or shifted, so that pain can be avoided. In other words, the fixation straps ensure that the patient can be evacuated as painlessly as possible, in the position he was in before the evacuation, for example on his / her back or on his / her side. During evacuation, the protrusions can be pulled out quickly, so that the buckle, which was held or stored in its elastic band, comes out and is visible for fixing.

In een uitvoeringsvorm bevinden het eerste en tweede en derde en vierde ritsgedeelte zich in een zone tussen de eerste en de tweede fixatieriem.In one embodiment, the first and second and third and fourth zipper sections are in a zone between the first and the second fixation belt.

Het is een voordeel dat de ritsgedeelten zich bevinden tussen de fixatieriemen, dus niet voorbij de fixatieriemen, omdat dit toelaat de fixatieriemen op te bergen of te grijpen zonder de ritssluitingen (gedeeltelijk) te moeten openen. Hierdoor wordt wederom tijd gewonnen, en wordt het gebruik van het assemblage wederom vereenvoudigd.It is an advantage that the zipper sections are located between the fixation straps, so not beyond the fixation straps, because this allows storage or grabbing of the fixation straps without having to (partially) open the zippers. This saves time, and simplifies the use of the assembly.

In een uitvoeringsvorm strekken het eerste en tweede en derde en vierde ritsgedeelte zich uit over minstens 80% van de afstand tussen de eerste en tweede fixatieriem, bij voorkeur over minstens 85% of minstens 90% van deze afstand.In one embodiment, the first and second and third and fourth zipper sections extend over at least 80% of the distance between the first and second fixation belts, preferably over at least 85% or at least 90% of this distance.

Het is een voordeel de matrashoes en de sleepdeken aan elkaar te bevestigen door middel van een ritssluiting die zich uitstrekt in de lengterichting van de matrashoes, omdat hierdoor de krachten die op de sleepdeken worden uitgeoefend bij het slepen over een vloer of over een trap (bv. tijdens een evacuatie), kunnen overgebracht worden naar de matrashoes, op een manier waarbij de krachten zich verdelen over de ganse lengte van de ritssluiting. Door deze krachten te verdelen overIt is an advantage to attach the mattress cover and the tow blanket to each other by means of a zipper which extends in the longitudinal direction of the mattress cover, because it forces the forces exerted on the tow blanket when dragging over a floor or over a staircase (e.g. (during an evacuation), can be transferred to the mattress cover in a way in which the forces are distributed over the entire length of the zipper. By dividing these forces over

BE2017/5343 een relatief grote afstand worden spanningsconcentraties vermeden of verminderd, en wordt de kans op overbelasting en op beschadiging van de rits, en dus de kans op het loskomen van de matrashoes en de glijdeken tijdens een evacuatie (bv. op een trap) sterk gereduceerd of zelfs helemaal uitgesloten wordt. Dit voordeel mag niet onderschat worden. Stel je maar eens voor hoeveel tijd er verloren zal gaan, en welke reactie dit zal veroorzaken bij de hulpverleners, mocht de matrashoes en de sleepdeken loskomen van elkaar, bij het verslepen op de trap, in geval van brand.BE2017 / 5343 at a relatively large distance, stress concentrations are avoided or reduced, and the risk of overloading and damage to the zipper, and thus the risk of the mattress cover and the slip blanket becoming detached during an evacuation (eg on a staircase) is strongly reduced or even completely excluded. This benefit cannot be underestimated. Imagine how much time will be lost, and what reaction this will cause in the emergency workers, should the mattress cover and the slip come loose from each other, when dragging on the stairs, in case of fire.

Bij voorkeur worden de fixatieriemen vlakbij of nagenoeg tegen de ritsuiteinden aangebracht. Hierdoor wordt de kracht van verslepen grotendeels mee opgevangen door deze sterke fixatiebanden. Hierdoor wordt er ook meer stabiliteit gecreëerd bij het wegslepen van een patiënt.The fixation belts are preferably arranged close to or substantially against the zipper ends. As a result, the power of towing is largely absorbed by these strong fixation bands. This also creates more stability when dragging a patient away.

In een uitvoeringsvorm bevindt de eerste treklus zich aan het hoofdeinde of aan het voeteinde van de matrashoes.In one embodiment, the first draw loop is located at the head end or at the foot end of the mattress cover.

Het is een voordeel dat de treklus zich bevindt aan het hoofeinde of het voeteinde van de matras of matrashoes, omdat dit toelaat het assemblage te verplaatsen door één enkel persoon, waarbij het assemblage in de lengterichting ervan wordt verplaatst, waarbij de kans op obstakels en dus oponthoud geminimaliseerd wordt. Vooral het manoeuvreren doorheen een deuropening of langs een trap wordt op die manier eenvoudiger en sneller.It is an advantage that the pull loop is located at the head end or foot end of the mattress or mattress cover, since this allows the assembly to be moved by a single person, the assembly being moved in its longitudinal direction, thereby reducing the risk of obstacles and hence delay is minimized. In particular, maneuvering through a doorway or along a staircase becomes easier and faster this way.

Het dient opgemerkt in dit verband dat de krachten waaraan de ritsgedeelten worden onderworpen bij het trekken aan de treklus, hoofdzakelijk schuifkrachten zijn tussen het ritsgedeelte van de matrashoes en het ritsgedeelte van de sleepdeken, maar ritsen zijn daar goed tegen bestand, in tegenstelling tot krachten die de twee ritsdelen uit elkaar zouden trekken in een dwarsrichting, maar zulke krachten komen niet of nauwelijks voor, dankzij de positionering van de treklus en/of van de fixatieriemen (indien aanwezig).It should be noted in this regard that the forces to which the zipper sections are subjected when pulling on the pull loop are mainly shear forces between the zipper section of the mattress cover and the zipper section of the drag blanket, but zippers are resistant to it, in contrast to forces which the two zipper parts would pull apart in a transverse direction, but such forces do not or hardly ever occur, thanks to the positioning of the pull loop and / or of the fixation straps (if present).

In een uitvoeringsvorm omvat het assemblage verder een tweede treklus, waarbij één van de eerste en tweede treklus zich aan het hoofdeinde van de matrashoes bevindt, en de andere van de eerste en tweede treklus zich aan het voeteinde van de matrashoes bevindt.In one embodiment, the assembly further comprises a second pull loop, wherein one of the first and second pull loop is located at the head end of the mattress cover, and the other of the first and second pull loop is located at the foot end of the mattress cover.

Door zowel aan het hoofdeinde als aan het voeteinde een treklus te voorzien, kan het assemblage, in geval van een evacuatie, zeer snel naar de ene of naar de andere richting gesleept worden, zonder eerst de matras te moeten keren. Hierdoor kan kostbare tijd gespaard worden.By providing a pull loop at both the head end and the foot end, the assembly can, in the event of an evacuation, be dragged very quickly to one direction or the other, without first having to turn the mattress. This saves valuable time.

De treklus aan het hoofd- en voeteinde kunnen tevens gebruikt worden om zwaardere personen te evacueren door twee personen.The pull loop at the head and foot can also be used to evacuate heavier people by two people.

In een uitvoeringsvorm omvat het assemblage verder een derde treklus die zich bevindt aan hetzelfde einde van de matrashoes als de eerste treklus, en die een lengte heeft van 30% tot 70% van de lengte van de eerste treklus, en omvat het assemblage verder een vierde treklus die zich bevindt aan hetzelfde einde van de matrashoes als de tweede treklus, en die een lengte heeft van 30% tot 70% van de lengte van de tweede treklus.In one embodiment, the assembly further comprises a third draw loop which is located at the same end of the mattress cover as the first draw loop, and which has a length of 30% to 70% of the length of the first draw loop, and the assembly further comprises a fourth draw loop located at the same end of the mattress cover as the second draw loop, and having a length of 30% to 70% of the length of the second draw loop.

BE2017/5343BE2017 / 5343

De eerste en derde treklus kunnen een gemeenschappelijk gedeelte hebben. Met andere woorden, de derde treklus kan gevormd worden door een tussenverbinding te voorzien tussen twee punten van de eerste treklus.The first and third pull loop can have a common part. In other words, the third draw loop can be formed by providing an intermediate connection between two points of the first draw loop.

Evenzo kunnen de tweede en de vierde treklus een gemeenschappelijk gedeelte hebben, en kan de vierde treklus gevormd worden door een tussenverbinding te voorzien tussen twee punten van de tweede treklus.Similarly, the second and fourth draw loops may have a common portion, and the fourth draw loop may be formed by providing an interconnection between two points of the second draw loop.

In deze uitvoeringsvorm heeft het assemblage dus een (relatief) korte en een (relatief) lange treklus. Bij voorkeur is de lengte van de lange treklus zodanig gekozen dat het assemblage eenvoudig kan gesleept worden door één enkele persoon van gemiddelde lengte (van bv. 160 tot 180 cm), zonder dat deze gebukt hoeft te lopen. Doordat de reddingswerker rechtop kan stappen of lopen, kan zeer veel tijd gewonnen worden, en is het verslepen veel minder vermoeiend, zodat dezelfde reddingswerker meerdere bedlegerige personen kan redden. Een voordeel van de korte treklus is dat deze toelaat om zeer snel en handig het assemblage te manoeuvreren doorheen een deur, of in een trappenhal.In this embodiment, the assembly thus has a (relatively) short and a (relatively) long pull loop. Preferably, the length of the long pull loop is chosen such that the assembly can be easily dragged by a single person of average length (from, for example, 160 to 180 cm), without having to walk down. Because the rescue worker can walk or walk upright, a lot of time can be saved, and towing is much less tiring, so that the same rescue worker can save several bedridden people. An advantage of the short draw loop is that it allows maneuvering the assembly through a door or in a stairwell very quickly and conveniently.

In een uitvoeringsvorm heeft de sleepdeken in hoofdzaak een vorm van een achthoek; waarbij de achthoek een eerste zone omvat met de vorm van een rechthoek met twee overstaande zijden waarop of waarlangs of waarnaast zich het derde en het vierde ritsgedeelte bevinden, en waarbij de achthoek een tweede en een derde zone omvat met een tapse of conische vorm, waarbij de eerste zone zich tussen de tweede en de derde zone bevindt; en waarbij de achthoek een verstevigde omtrek heeft; en waarbij omtreksegmenten van de tweede tapse of conische zone nagenoeg in het verlengde liggen van de eerste treklus wanneer deze gespannen wordt vanuit een middelste positie ervan in een richting weg van de sleepdeken; en waarbij omtreksegmenten van de derde tapse of conische zone nagenoeg in het verlengde liggen van de tweede treklus wanneer deze gespannen wordt vanuit een middelste positie ervan in een richting weg van de sleepdeken.In one embodiment, the slip blanket is substantially in the shape of an octagon; wherein the octagon comprises a first zone with the shape of a rectangle with two opposite sides on which or alongside or adjacent to which the third and fourth zipper sections are located, and wherein the octagon comprises a second and a third zone with a tapered or conical shape, the first zone is between the second and third zones; and wherein the octagon has a reinforced circumference; and wherein peripheral segments of the second tapered or conical zone are substantially in line with the first draw loop when it is tensioned from a middle position thereof in a direction away from the tow blanket; and wherein peripheral segments of the third tapered or conical zone are substantially in line with the second draw loop when it is tensioned from a middle position thereof in a direction away from the tow blanket.

De tapse of conische zone van de sleepdeken heeft bij voorkeur een trapezium-vorm.The tapered or conical zone of the towing blanket preferably has a trapezoidal shape.

Het is een voordeel om de sleepdeken van een verstevigingsrand te voorzien, omdat daardoor grotere krachten kunnen worden overgedragen van de treklus op de sleepdeken, zonder dat deze uitrekt of scheurt.It is an advantage to provide the tow blanket with a reinforcement edge, because larger forces can thereby be transferred from the tow loop to the tow blanket without it stretching or tearing.

Het is een groot voordeel om de treklus in het verlengde ligt van de omtreksegmenten van het taps of conisch, bv. trapezoïdaal gedeelte, omdat hierdoor het risico op loskomen van de treklus van de sleepdeken sterk gereduceerd wordt, met name nabij de plaats waar de treklus is bevestigd aan de sleepdeken.It is a great advantage that the draw loop is in line with the circumferential segments of the tapered or conical, e.g. trapezoidal portion, because this greatly reduces the risk of coming loose from the draw loop of the tow blanket, in particular near the place where the draw loop is attached to the tow blanket.

In een uitvoeringsvorm maken de eerste en de tweede treklus integraal deel uit van de verstevigde omtrek.In one embodiment, the first and the second draw loop form an integral part of the reinforced circumference.

Hierdoor is de kans op loskomen van de eerste en tweede treklus nagenoeg onbestaande, omdat ze er integraal deel van uitmaken.As a result, the chance of coming loose from the first and second pull loop is virtually non-existent because they form an integral part of it.

BE2017/5343BE2017 / 5343

In een uitvoeringsvorm omvat het assemblage verder een eerste opbergzakje gesitueerd tussen de matrashoes en de sleepdeken, en bevestigd aan de sleepdeken of aan de matrashoes, waarvan een ingang gesitueerd is tussen de aansluitingspunten van de eerste treklus.In one embodiment, the assembly further comprises a first storage bag situated between the mattress cover and the tow blanket, and attached to the tow blanket or to the mattress cover, an entrance of which is situated between the connection points of the first draw loop.

Dit eerste opbergzakje biedt het voordeel dat de eerste treklus, en indien aanwezig ook de derde treklus, hierin keurig kan opgeborgen worden, zodat ze niet langs de zijkant tussen de matrashoes en de sleepdeken kan uitsteken, en vast geraken aan het bed-onderstel.This first storage bag offers the advantage that the first draw loop, and if present also the third draw loop, can be neatly stowed therein, so that it cannot protrude along the side between the mattress cover and the slip blanket, and get stuck to the bed base.

Het eerste opbergzakje is ideaal om de eerste en indien aanwezig ook de derde treklus in op te bergen, voor dagdagelijks gebruikt van het assemblage (dus tijdens normaal gebruik in bv. een ziekenhuis). Hierdoor wordt hinder voorkomen om het bed op te maken, en wordt het risico geminimaliseerd dat de treklussen verstrikt geraken met het onderstel van het bed, of met de fixatieriemen. Het opbergzakje kan dus wel degelijk voorkomen dat er kostbare tijd wordt verloren tijdens een evacuatie, en kan frustratie voorkomen bij het ziekenhuispersoneel, doordat de treklussen een vaste plaats hebben gekregen, en niet in de weg zitten tijdens normaal gebruik.The first storage bag is ideal for storing the first and, if present, the third draw loop, for daily use of the assembly (ie during normal use in a hospital, for example). This prevents nuisance from making the bed, and minimizes the risk that the pull loops get entangled with the base of the bed, or with the fixation straps. The storage bag can thus prevent valuable time from being lost during an evacuation, and can prevent frustration among hospital staff because the pull loops have been given a fixed place and not get in the way during normal use.

In een uitvoeringsvorm omvat het assemblage verder een eerste klittenbandverbinding met minstens een eerste klittenbandstrook vast bevestigd aan de matrashoes en met minstens een tweede klittenbandstrook vast bevestigd aan de sleepdeken, waarbij de klittenbandverbinding gelegen is tussen aansluitingspunten van de eerste treklus, en georiënteerd is in een dwarsrichting van de matrashoes.In one embodiment, the assembly further comprises a first Velcro connection with at least a first Velcro strip fixedly attached to the mattress cover and with at least a second Velcro strip fixedly attached to the tow blanket, the Velcro connection being located between connection points of the first draw loop and oriented in a transverse direction of the mattress cover.

Het is een voordeel van zulke klittenband dat hij bij normaal gebruik van het assemblage de treklus op zijn plaats kan houden door deze enigszins te klemmen tussen de klittenbanden, en dat hij bij een evacuatie vanzelf opent wanneer met voldoend grote kracht getrokken wordt aan de treklus.It is an advantage of such a Velcro that under normal use of the assembly it can hold the draw loop in place by slightly clamping it between the Velcro straps, and that it opens automatically during an evacuation if the draw loop is pulled with sufficient force.

Bij voorkeur wordt een eerste klittenband voorzien ter hoogte van de eerste treklus (bv. aan het hoofdeinde), en een tweede klittenband voorzien ter hoogte van de tweede treklus (bv. aan het voeteinde).Preferably a first Velcro is provided at the level of the first pull loop (e.g. at the head end), and a second Velcro is provided at the height of the second pull loop (e.g. at the foot end).

Deze klittenband zorgt er verder voor dat de trapézoïdale zone aan het hoofd- of voeteinde van de sleepdeken gefixeerd is, en op zijn plaats blijft ten opzichte van de matrashoes. Dit is vooral voordelig bij verstelbare bedden, omdat dan het assemblage dan niet altijd in een horizontaal vlak gelegen is. De klittenband zorgt er dan voor dat ook het hoofdeinde en voeteinde van de glijdeken niet kunnen verschuiven ten opzichte van de matrashoes.This Velcro fastener further ensures that the trapoidal zone is fixed at the head or foot end of the drag blanket and remains in place relative to the mattress cover. This is especially advantageous with adjustable beds, because then the assembly is not always located in a horizontal plane. The Velcro ensures that also the head end and foot end of the sliding blanket cannot shift relative to the mattress cover.

In het geval de sleepdeken een achthoekige vorm heeft, dan bevindt deze eerste klittenband (bv. Velcro) zich bij voorkeur aan het tapse uiteinde.In case the tow blanket has an octagonal shape, then this first Velcro (e.g. Velcro) is preferably at the tapered end.

Indien er een eerste opbergzakje aanwezig is, dan kan deze eerste klittenband tevens zorgen voor het geheel of gedeeltelijk sluiten van dit opbergzakje, waardoor ook de eerste treklus mooi op zijn plaats blijft.If a first storage bag is present, then this first Velcro can also ensure that this storage bag is fully or partially closed, so that the first draw loop also stays in place.

De klittenbandstrook kan één doorlopende strook zijn, of kan twee zones omvatten waar de matrashoes en de sleepdeken met elkaar ingrijpen, en een tussenliggende (bv. kale) zone omvattenThe velcro strip can be one continuous strip, or can comprise two zones where the mattress cover and the slip blanket engage with each other, and comprise an intermediate (e.g. bare) zone

BE2017/5343 waar de matrashoes en de sleepdeken niet met elkaar ingrijpen, maar waardoorheen de eerste treklus kan naar buiten steken. Hierdoor blijft een gedeelte van de eerste treklus zichtbaar, en langs buiten bereikbaar. Bovendien zal het opbergzakje in dit geval vanzelf openen, wanneer aan het uitstekend luseinde wordt getrokken. Hierdoor is een super snelle evacuatie mogelijk.BE2017 / 5343 where the mattress cover and the drag blanket do not interfere with each other, but through which the first pull loop can protrude. As a result, a portion of the first draw loop remains visible and can be reached from outside. Moreover, in this case the storage bag will open automatically when the projecting loop end is pulled. This makes super fast evacuation possible.

In een uitvoeringsvorm omvat het assemblage verder een tweede opbergzakje, gesitueerd tussen de matrashoes en de sleepdeken, en bevestigd aan de sleepdeken of aan de matrashoes, waarvan een ingang gesitueerd is tussen de aansluitingspunten van de tweede treklus.In one embodiment, the assembly further comprises a second storage bag, situated between the mattress cover and the tow blanket, and attached to the tow blanket or to the mattress cover, an entrance of which is situated between the connection points of the second draw loop.

Dezelfde voordelen als voor het eerste opbergzakje en de eerste treklus zijn van toepassing.The same advantages as for the first storage bag and the first draw loop apply.

In een uitvoeringsvorm omvat het assemblage verder een tweede klittenbandverbinding, gelegen tussen de aansluitingspunten van de tweede treklus.In one embodiment, the assembly further comprises a second Velcro connection, located between the connection points of the second pull loop.

Dezelfde voordelen als voor het eerste opbergzakje en de eerste klittenband zijn van toepassing, maar nu voor de tweede treklus.The same benefits as for the first storage pouch and the first Velcro strap apply, but now for the second pull loop.

In een uitvoeringsvorm omvat de sleepdeken een coating aangebracht op het vlak van de sleepdeken dat, wanneer de sleepdeken en de matrashoes aan elkaar bevestigd zijn door middel van de eerste en tweede ritssluiting, is gekeerd naar de matrashoes.In one embodiment, the slip blanket comprises a coating applied to the plane of the slip blanket which, when the slip blanket and the mattress cover are attached to each other by means of the first and second zipper, faces the mattress cover.

Uit testen is verrassend gebleken dat dankzij deze coating het schuiven aanzienlijk beter gaat, vermoedelijk omdat de glijdeken hierdoor wat strakker wordt, maar de uitvinders willen niet gehouden worden aan één of andere theorie.Tests have surprisingly shown that thanks to this coating the sliding is considerably better, presumably because this makes the sliding blanket a bit tighter, but the inventors do not want to be bound by any theory.

In een uitvoeringsvorm is de coating een coating van het type PES FR 20, commercieel verkrijgbaar bij Vetex N.V., Leon Bekaertstraat 14, B 8770 Ingelmunster, België. Uit testen is gebleken dat een assemblage met een dergelijke coating veel eenvoudiger kan glijden dan gekende inrichtingen zonder dergelijke coating.In one embodiment, the coating is a PES FR 20 type, commercially available from Vetex N.V., Leon Bekaertstraat 14, B 8770 Ingelmunster, Belgium. Tests have shown that an assembly with such a coating can slide much easier than known devices without such a coating.

In een tweede aspect verschaft de onderhavige uitvinding een set van onderdelen, omvattende: een matrashoes en een bijhorende sleepdeken met de kenmerken zoals vermeld in het eerste aspect.In a second aspect, the present invention provides a set of components, comprising: a mattress cover and a corresponding slip blanket with the features stated in the first aspect.

De onderhavige uitvinding zoekt eveneens bescherming voor een losse matrashoes en een bijhorende sleepdeken, ook als deze (nog) niet aan elkaar bevestigd zijn.The present invention also seeks protection for a loose mattress cover and a corresponding slip blanket, even if they are not (yet) attached to each other.

In een derde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een matrashoes geschikt voor het vormen van een assemblage volgens het eerste aspect, of als onderdeel van de set van onderdelen volgens het tweede aspect, waarbij de matrashoes een omhulling vormt voor het opnemen van een matras; en waarbij de matrashoes een eerste ritsgedeelte van een eerste deelbare rits omvat, welk eerste ritsgedeelte vast bevestigd is aan de matrashoes, en zich uitstrekt in een lengterichting van de matrashoes, maar waarbij de matrashoes geen passend tweede ritsgedeelte heeft; en waarbij de matrashoes een derde ritsgedeelte van een tweede deelbare rits omvat, welk derde ritsgedeelte vast bevestigd is aan de matrashoes, en zich uitstrekt in een lengterichting van de matrashoes, maar waarbij de matrashoes geen passend vierde ritsgedeelte heeft, en waarbij het eerste ritsgedeelte enIn a third aspect, the present invention provides a mattress cover suitable for forming an assembly according to the first aspect, or as part of the set of parts according to the second aspect, wherein the mattress cover forms an enclosure for receiving a mattress; and wherein the mattress cover comprises a first zipper portion of a first divisible zipper, which first zipper portion is fixedly attached to the mattress cover, and extends in a longitudinal direction of the mattress cover, but wherein the mattress cover does not have a suitable second zipper portion; and wherein the mattress cover comprises a third zipper portion of a second divisible zipper, which third zipper portion is fixedly attached to the mattress cover, and extends in a longitudinal direction of the mattress cover, but wherein the mattress cover does not have a suitable fourth zipper portion, and wherein the first zipper portion and

BE2017/5343 het derde ritsgedeelte zich aan overstaande zijden van de matrashoes bevinden, en waarbij het eerste ritsgedeelte en het derde ritsgedeelte een lengte hebben die 30% tot 70% of 40% tot 60% bedraagt van de lengte van de matrashoes.BE2017 / 5343 the third zipper portion is on opposite sides of the mattress cover, and wherein the first zipper portion and the third zipper portion have a length that is 30% to 70% or 40% to 60% of the length of the mattress cover.

In een vierde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een sleepdeken geschikt voor het vormen van een assemblage volgens het eerste aspect, of als onderdeel van de set van onderdelen volgens het tweede aspect, waarbij de sleepdeken een ritsgedeelte van een eerste deelbare rits omvat, welk ritsgedeelte vast bevestigd is aan de sleepdeken, en zich uitstrekt in een lengterichting van de sleepdeken; en waarbij de sleepdeken een ritsgedeelte van een tweede deelbare rits omvat, welk ritsgedeelte vast bevestigd is aan de sleepdeken, en zich uitstrekt in een lengterichting van de sleepdeken; en waarbij het ritsgedeelte van de eerste deelbare rits en het ritsgedeelte van de tweede deelbare rits zich aan overstaande zijden van de sleepdeken bevinden; en waarbij het ritsgedeelte van de eerste deelbare rits en het ritsgedeelte van de tweede deelbare rits een lengte hebben die 30% tot 70% of 40% tot 60% bedraagt van de lengte van de sleepdeken.In a fourth aspect, the present invention provides a tow blanket suitable for forming an assembly according to the first aspect, or as part of the set of parts according to the second aspect, wherein the tow blanket comprises a zipper portion of a first divisible zipper, which zipper portion is fixed is attached to the tow blanket and extends in a longitudinal direction of the tow blanket; and wherein the tow blanket comprises a zipper portion of a second divisible zipper, which zipper portion is fixedly attached to the tow blanket, and extends in a longitudinal direction of the tow blanket; and wherein the zipper portion of the first divisible zipper and the zipper portion of the second divisible zipper are on opposite sides of the slip blanket; and wherein the zipper portion of the first divisible zipper and the zipper portion of the second divisible zipper have a length that is 30% to 70% or 40% to 60% of the length of the tow blanket.

Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies.Specific and preferred aspects of the invention are included in the appended independent and dependent claims.

Korte beschrijving van de figurenBrief description of the figures

FIG. 1 is een replica van FIG. 1 uit AU5656400A en toont een evacuatie-inrichting gekend in de stand der techniek, meer bepaald een draagmatras, in perspectief bovenaanzicht.FIG. 1 is a replica of FIG. 1 from AU5656400A and shows an evacuation device known in the state of the art, in particular a carrier mattress, in perspective top view.

FIG. 2 toont de evacuatie-inrichting van FIG. 1 in perspectief onderaanzicht.FIG. 2 shows the evacuation device of FIG. 1 in perspective bottom view.

FIG. 3 is een replica van FIG. 6 uit W02008/004860A1 en is een schematische weergave van een andere evacuatie-inrichting gekend in de stand der techniek, in perspectief bovenaanzicht.FIG. 3 is a replica of FIG. 6 from WO2008 / 004860A1 and is a schematic representation of another evacuation device known in the art, in perspective top view.

FIG. 4 toont een perspectiefaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een assemblage volgens de onderhavige uitvinding, met een sleepdeken (onderaan) die bevestigd is aan een matrashoes (bovenaan), en dat verder twee treklussen en twee fixatieriemen omvat.FIG. 4 shows a perspective view of a preferred embodiment of an assembly according to the present invention, with a tow blanket (bottom) attached to a mattress cover (top), and further comprising two pull loops and two fixation straps.

FIG. 5 is een schematische weergave van een voorkeursuitvoeringsvorm van een sleepdeken zoals die gebruikt kan worden in het assemblage van FIG. 4.FIG. 5 is a schematic representation of a preferred embodiment of a tow blanket as can be used in the assembly of FIG. 4.

FIG. 6 toont het assemblage van FIG. 4, waarbij de fixatieriemen zich in een uitgetrokken positie bevinden.FIG. 6 shows the assembly of FIG. 4, the fixation straps being in an extended position.

FIG. 7 toont het assemblage van FIG. 6, waarbij gespen van de fixatieriemen zijn samen geklikt, en de riemen zijn aangespannen (in dit voorbeeld weliswaar zonder een patiënt).FIG. 7 shows the assembly of FIG. 6, wherein buckles of the fixation straps are snapped together, and the straps are tightened (in this example, albeit without a patient).

FIG. 8 toont het assemblage van FIG. 4 ondersteboven, waarbij uiteinden van de fixatieriemen, en uiteinden van de treklussen een weinig uitsteken buiten het assemblage 1 zodat de fixatieriemen en de treklussen snel kunnen uitgetrokken worden in geval van nood.FIG. 8 shows the assembly of FIG. 4 upside down, with the ends of the fixation straps, and the ends of the pull loops protruding slightly from the assembly 1 so that the fixation straps and the pull loops can be pulled out quickly in an emergency.

FIG. 9 is een andere weergave van het assemblage van FIG. 8.FIG. 9 is another representation of the assembly of FIG. 8.

FIG. 10 toont het assemblage van FIG. 9 waarbij de eerste lus grotendeels uitgetrokken is.FIG. 10 shows the assembly of FIG. 9 with the first loop largely extended.

FIG. 11 toont het assemblage van FIG. 10 waarbij de eerste treklus volledig uitgetrokken is.FIG. 11 shows the assembly of FIG. 10 wherein the first draw loop is fully extended.

BE2017/5343BE2017 / 5343

FIG. 12 is een andere weergave van het hoofeinde van het assemblage van FIG. 11.FIG. 12 is another representation of the main end of the assembly of FIG. 11.

FIG. 13 is een vergrote weergave van het omcirkelde gedeelte van FIG. 12.FIG. 13 is an enlarged view of the circled portion of FIG. 12.

FIG. 14 tot FIG. 17 tonen verschillende stappen voor het opbergen van de eerste treklus voor een uitvoeringsvorm van het assemblage waar klittenband voorzien is aan het hoofeinde en het voeteinde.FIG. 14 to FIG. 17 show various steps for storing the first draw loop for an embodiment of the assembly where Velcro is provided at the head end and the foot end.

FIG. 14 en FIG. 15 tonen een eerste stap, waarbij de treklussen naar de as L-L worden gebracht, en klittenband wordt aangedrukt.FIG. 14 and FIG. 15 show a first step in which the pull loops are brought to the axis L-L and Velcro is pressed.

FIG. 16 toont hoe de lussen vervolgens kunnen worden ingebracht in de ruimte tussen de matrashoes en de sleepdeken.FIG. 16 shows how the loops can then be introduced into the space between the mattress cover and the drag blanket.

FIG. 17 toont hoe de klittenband daarna stevig kan aangedrukt worden, teneinde de positie van de treklussen enigszins vast te zetten of te klemmen, en zodanig dat de lus over een gewenste lengte uitsteekt, zodat ze snel kan gegrepen worden in geval van een evacuatie.FIG. 17 shows how the Velcro strap can then be tightly pressed, in order to slightly secure or clamp the position of the pull loops, and such that the loop protrudes over a desired length so that it can be quickly grabbed in the event of an evacuation.

FIG. 18 geeft weer hoe de treklus van FIG. 17 kan opgeborgen worden in een opbergzakje, en kan geklemd worden door klittenband, wanneer een gedeelte van de treklus uitsteekt.FIG. 18 shows how the draw loop of FIG. 17 can be stowed in a storage bag, and can be clamped by Velcro when a portion of the pull loop protrudes.

FIG. 19 toont een variant van het assemblage van FIG. 13 waarbij de klittenband niet doorlopend is tussen de twee bevestigingspunten, maar onderbroken is.FIG. 19 shows a variant of the assembly of FIG. 13 wherein the Velcro is not continuous between the two attachment points, but is interrupted.

FIG. 20, 21(a) en 21(b), FIG. 25 en FIG. 26 tonen in meer detail een voorkeurspositie van de eerste en tweede ritssluiting tussen de matrashoes en de sleepdeken, en een voorkeurspositie van de fixatieriemen.FIG. 20, 21 (a) and 21 (b), FIG. 25 and FIG. 26 show in more detail a preferred position of the first and second zipper between the mattress cover and the slip blanket, and a preferred position of the fixation straps.

FIG. 20 is een vergrote weergave van een gedeelte van FIG. 8.FIG. 20 is an enlarged view of a portion of FIG. 8.

FIG. 21(a) geeft in meer detail de eerste ritssluiting weer.FIG. 21 (a) shows the first zipper in more detail.

FIG. 21(b) toont in meer detail hoe een uiteinde van de fixatieriem kan opgeborgen en geklemd worden door middel van een eerste elastiekband.FIG. 21 (b) shows in more detail how an end of the fixation belt can be stored and clamped by means of a first elastic band.

FIG. 22 geeft weer hoe de fixatieriem uitschuifbaar bevestigd is aan de sleepdeken. Het gesplichaam van de fixatieriem van FIG. 22 heeft een concave vorm, en de sleepdeken heeft een eerste elastiekband voorzien voor het opnemen van de concave vorm, en voor het vasthouden ervan.FIG. 22 shows how the fixation belt is extendably attached to the tow blanket. The spliced body of the fixation belt of FIG. 22 has a concave shape, and the slip blanket has a first elastic band provided for receiving the concave shape and for retaining it.

FIG. 23 is een uitgezoomde weergave van de sleepdeken van FIG. 22, en toont dat de sleepdeken ook een tweede elastiek heeft, voor het opnemen van het andere (bv. lange) uiteinde van de fixatieriem.FIG. 23 is a zoomed-out view of the tow blanket of FIG. 22, and shows that the tow blanket also has a second elastic for receiving the other (e.g., long) end of the fixation belt.

FIG. 24 is een vergrote weergave van het omcirkeld gedeelte van FIG. 23.FIG. 24 is an enlarged representation of the circled portion of FIG. 23.

FIG. 25 is een variant van FIG. 21.FIG. 25 is a variant of FIG. 21.

FIG. 26 toont het assemblage van FIG. 25 nadat de eerste ritssluiting half gesloten is.FIG. 26 shows the assembly of FIG. 25 after the first zipper is half closed.

FIG. 27 toont dat de matrashoes zelf ook een ritssluiting kan hebben, die niet verbonden wordt met de sleepdeken.FIG. 27 shows that the mattress cover itself can also have a zipper that is not connected to the drag blanket.

FIG. 28 toont het assemblage waarbij een flap of boord van de matrashoes over haar eigen ritssluiting is geklapt of gevouwen.FIG. 28 shows the assembly in which a flap or edge of the mattress cover is folded or folded over its own zipper.

BE2017/5343BE2017 / 5343

FIG. 29 en FIG. 30 tonen de matrashoes van FIG. 27 en FIG. 28 geopend aan één van de hoeken, en tonen een matras die ingebracht is in de matrashoes.FIG. 29 and FIG. 30 show the mattress cover of FIG. 27 and FIG. 28 open at one of the corners, and show a mattress that has been introduced into the mattress cover.

De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal worden voorgesteld voor illustratieve doeleinden. Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken. In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of analoge elementen.The figures are only schematic and non-limiting. In the figures, the dimensions of some parts may be exaggerated and not represented to scale for illustrative purposes. Reference numbers in the claims may not be interpreted to limit the scope of protection. In the various figures, the same reference numbers refer to the same or analogous elements.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvormenDetailed description of the embodiments

De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echter de uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies.The present invention will be described with respect to particular embodiments and with reference to certain drawings, however, the invention is not limited thereto but is only limited by the claims.

Verwijzing doorheen deze specificatie naar één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen in één uitvoeringsvorm of in een uitvoeringsvorm op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen.Reference throughout this specification to one embodiment or an embodiment means that a specific feature, structure, or characteristic described in connection with the embodiment is included in at least one embodiment of the present invention. Thus, occurrence of the expressions in one embodiment or in an embodiment at various places throughout this specification may not necessarily all refer to the same embodiment, but may do so.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, noch in rangorde of op enige andere wijze. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.Furthermore, the terms first, second, third and the like in the description and in the claims are used to distinguish similar elements and not necessarily for describing a sequence, neither in time, nor spatially, nor in ranking, or in any other manner. It is to be understood that the terms used in such a manner are suitable under interchangeable conditions and that the embodiments of the invention described herein are capable of operating in a different order than described or depicted herein.

Bovendien worden de termen bovenste, onderste, boven, voor en dergelijke in de beschrijving en de conclusies aangewend voor beschrijvingsdoeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. Het dient te worden begrepen dat de termen die zo aangewend worden onder gegeven omstandigheden onderling kunnen gewisseld worden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven ook geschikt zijn om te werken volgens andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven.In addition, the terms upper, lower, upper, for and the like in the description and claims are used for description purposes and not necessarily to describe relative positions. It is to be understood that the terms so used may be interchanged under given circumstances and that the embodiments of the invention described herein are also suitable to operate in other orientations than described or shown herein.

Het dient opgemerkt te worden dat de term omvat, zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking een inrichting omvattende middelen A en B dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uitIt is to be noted that the term comprising, as used in the claims, is not to be interpreted as being limited to the means described thereafter; this term does not exclude other elements or steps. It can therefore be interpreted as specifying the presence of the listed characteristics, values, steps or components referred to, but does not exclude the presence or addition of one or more other characteristics, values, steps or components, or groups thereof. Thus, the scope of the expression a device comprising means A and B should not be limited to devices that only switch off

BE2017/5343 componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.BE2017 / 5343 components A and B exist. It means that with respect to the present invention, A and B are the only relevant components of the device.

In de onderhavige uitvinding worden de termen rits en ritssluiting als synoniem gebruikt.In the present invention, the terms zipper and zipper are used as synonyms.

In de onderhavige uitvinding worden de termen glijdeken en sleepdeken als synoniem gebruikt.In the present invention, the terms slip and slip are used as synonyms.

In de onderhavige uitvinding wordt met de term losmaakbaar bevestigbaar bedoeld dat twee voorwerpen op eenvoudige wijze en herhaaldelijk aan elkaar gekoppeld kunnen worden en weer losgekoppeld kunnen worden, zonder noemenswaardige slijtage of beschadiging. Meer bepaald wordt in de context van de onderhavige uitvinding een deelbare ritssluitting met twee ritsdelen of een klittenband met twee klittenbandstroken als een losmaakbare bevestiging beschouwd, maar een bevestiging door vastnaaien wordt als vaste bevestiging beschouwd.In the present invention, the term releasably attachable means that two objects can be coupled to each other in a simple manner and repeatedly and can be disconnected again, without significant wear or damage. More specifically, in the context of the present invention, a divisible zipper with two zipper parts or a Velcro with two Velcro strips is considered a releasable attachment, but a fastening attachment is considered a fixed attachment.

De term deelbare rits betekent een ritssluiting met twee langwerpige delen die volledig losgemaakt en gescheiden kunnen worden van elkaar, in tegenstelling tot een niet-deelbare rits, waarbij de ritsdelen aan één uiteinde steeds met elkaar in aangrijping zijn.The term divisible zipper means a zipper with two elongated parts that can be fully detached and separated from each other, in contrast to a non-divisible zipper, where the zipper parts are always in engagement with each other at one end.

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een inrichting voor het evacueren van een persoon. Meer bepaald heeft deze uitvinding betrekking op een evacuatieinrichting die een matras, een matrashoes en een sleepdeken omvat, waarmee snelle en efficiënte evacuatie mogelijk is, in het bijzonder in verpleeginstellingen met meerdere verdiepingen. In geval van een calamiteit, bv. een brand op de vijfde verdieping, is het van belang zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk, en met zo weinig mogelijk personeel, in veiligheid te kunnen brengen. Aangezien het verboden is om in dergelijke situaties de lift te gebruiken, is het van belang dat de evacuatie-inrichting in staat is om mensen via de trap te kunnen evacueren.The present invention generally relates to a device for evacuating a person. More specifically, this invention relates to an evacuation device comprising a mattress, a mattress cover and a slip blanket, with which rapid and efficient evacuation is possible, in particular in multi-storey nursing homes. In the event of an emergency, for example a fire on the fifth floor, it is important to be able to bring as many people as possible to safety as quickly as possible and with as few staff as possible. Since it is forbidden to use the lift in such situations, it is important that the evacuation device is able to evacuate people via the stairs.

De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een assemblage 1 dat een matras 4, een matrashoes 2, en een sleepdeken 3 omvat. De sleepdeken 3 heeft minstens één treklus 61, gesitueerd aan het hoofd- of voeteinde van het assemblage of de matras, voor het voortslepen van het assemblage 1 over een vloer.To this end, the present invention provides an assembly 1 comprising a mattress 4, a mattress cover 2, and a slip blanket 3. The tow blanket 3 has at least one draw loop 61, situated at the head or foot end of the assembly or the mattress, for dragging the assembly 1 over a floor.

Enkele voorbeelden van evacuatie-inrichtingen gekend in de stand der techniek, werden reeds beschreven in de achtergrondsectie, en werden getoond in FIG. 1 tot FIG. 3. Deze systemen hebben echter een aantal nadelen.Some examples of evacuation devices known in the art have already been described in the background section, and are shown in FIG. 1 to FIG. 3. However, these systems have a number of disadvantages.

Volgens een belangrijk onderliggend principe van de onderhavige uitvinding zijn de matrashoes 2 en de sleepdeken 3 koppelbaar met elkaar door middel van minstens een eerste deelbare ritssluiting 71 (zie bv. FIG. 20) en een tweede deelbare ritssluiting 72, die zich beiden uitstrekken in de lengterichting X van de matrashoes 2.According to an important underlying principle of the present invention, the mattress cover 2 and the slip blanket 3 can be coupled to each other by means of at least a first divisible zipper 71 (see e.g. FIG. 20) and a second divisible zipper 72, both extending into the longitudinal direction X of the mattress cover 2.

Zoals getoond in FIG. 20 omvat de eerste deelbare ritssluiting 71 een eerste ritsgedeelte 711 dat vast bevestigd is aan de matrashoes 2, en een tweede ritsgedeelte 712 dat vast bevestigd is aan de sleepdeken 3 en dat past bij het eerste ritsgedeelte.As shown in FIG. 20, the first divisible zipper 71 includes a first zipper portion 711 fixedly attached to the mattress cover 2, and a second zipper portion 712 fixedly attached to the drag blanket 3 and matching the first zipper portion.

BE2017/5343BE2017 / 5343

Op een gelijkaardige manier omvat de tweede deelbare ritssluiting 72 een derde ritsgedeelteSimilarly, the second divisible zipper 72 includes a third zipper portion

721 dat vast bevestigd is aan de matrashoes 2, en een vierde ritsgedeelte 722 dat vast bevestigd is aan de sleepdeken 3 en dat past bij het derde ritsgedeelte 721. Zoals getoond in FIG. 5 bevindt het eerste ritsgedeelte 711 en het tweede ritsgedeelte 721 zich aan overstaande zijden van de matrashoes 2, en zoals begrepen kan worden uit FIG. 9, bevinden het derde ritsgedeelte 712 en het vierde ritsgedeelte721 fixedly attached to the mattress cover 2, and a fourth zipper portion 722 fixedly attached to the slip blanket 3 and matching the third zipper portion 721. As shown in FIG. 5, the first zipper portion 711 and the second zipper portion 721 are on opposite sides of the mattress cover 2, and as can be understood from FIG. 9, the third zipper portion 712 and the fourth zipper portion are located

722 zich aan overstaande zijden van de sleepdeken 3.722 located on opposite sides of the tow blanket 3.

De ritsgedeelten 711, 712, 721, 722 kunnen bv. genaaid of gestikt zijn aan respectievelijk de sleepdeken 3 of de matrashoes 2. Dankzij de deelbare ritsen 71, 72 kan de matrashoes 2 volledig gescheiden worden van de sleepdeken 3, bv. wanneer de matrashoes moet gewassen worden, of moet gerepareerd worden. Het is echter de bedoeling dat de sleepdeken en de matrashoes vast aan elkaar verbonden zijn wanneer een patiënt op de matras ligt, zodanig dat de sleepdeken en de matrashoes reeds correct gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar voordat er zich een calamiteit voordoet, maar vooral dat die onderlinge positie ook behouden blijft wanneer het geheel (sleepdeken + matrashoes + matras + patiënt) van het bed wordt getild, en door gangen en door deuropeningen en over een trap naar beneden wordt gesleurd. Voor zover bekend bij de uitvinders, wordt deze combinatie, en dan met name een matrashoes met twee ritsgedeelten en een bijhorende sleepdeken met twee overeenkomstige ritsgedeelten niet aangeboden door bestaande systemen.The zip sections 711, 712, 721, 722 can, for example, be sewn or stitched to the slip blanket 3 or the mattress cover 2. Thanks to the divisible zippers 71, 72, the mattress cover 2 can be completely separated from the slip blanket 3, eg when the mattress cover must be washed or must be repaired. However, it is intended that the slip blanket and mattress cover are firmly connected to each other when a patient is lying on the mattress, such that the slip blanket and mattress cover are already correctly positioned relative to each other before a disaster occurs, but especially that mutual position is also maintained when the whole (tow blanket + mattress cover + mattress + patient) is lifted off the bed, and is dragged down corridors and through doorways and over a staircase. As far as known to the inventors, this combination, and in particular a mattress cover with two zip sections and an associated drag blanket with two corresponding zip sections, is not offered by existing systems.

Zoals verder in meer detail zal toegelicht worden, zijn er in voorkeursuitvoeringsvormen van het assemblage 1 volgens de onderhavige uitvinding nog bijkomende voorzieningen getroffen die zowel het gebruik van het assemblage tijdens normaal gebruik op een bed ten goede komen (o.a. door zo weinig mogelijk hinder te veroorzaken (zowel voor de patiënt als voor het personeel), alsook het gebruik tijdens een evacuatie ten goede komen (o.a. stevigheid, handig verslepen, handig manoeuvreren). Op deze manier verschaft het assemblage 1 volgens de onderhavige uitvinding een ideaal compromis voor beide situaties: zowel het normale gebruik (op een bed) als tijdens een noodsituatie (op de vloer).As will be further explained in more detail, in preferred embodiments of the assembly 1 according to the present invention, additional provisions have been made which both benefit the use of the assembly during normal use on a bed (inter alia by causing as little inconvenience as possible). (both for the patient and for the staff), as well as for use during evacuation (ao firmness, handy towing, handy maneuvering) In this way the assembly 1 according to the present invention provides an ideal compromise for both situations: both normal use (on a bed) and during an emergency (on the floor).

Uit testen is gebleken dat het bovendien een grote geruststelling is voor het verzorgend personeel te weten dat het assemblage in geval van nood letterlijk klaar ligt voor gebruik. Dit is een sterke motivator om het assemblage correct te gebruiken (bv. door de treklus(sen) 61, 62 en/of de fixatieriemen 51, 52 correct op te bergen), omdat hierdoor zowel hinder bij bv. het poetsen van de kamer, of het opmaken van het bed wordt geminimaliseerd, alsook kostbare tijd zal gewonnen worden in het geval van een evacuatie.Tests have shown that it is also a great reassurance for caregivers to know that the assembly is literally ready for use in an emergency. This is a strong motivator to use the assembly correctly (for example, by storing the pull loop (s) 61, 62 and / or the fixation straps 51, 52 correctly), because it both hinders when cleaning the room, whether bed making is minimized, as well as valuable time will be gained in the event of an evacuation.

Verwijzen we nu naar de figuren.We now refer to the figures.

FIG. 1 en FIG. 2 is een replica van FIG. 1 en FIG. 2 uit AU5656400A, en tonen een evacuatieinrichting 100 gekend in de stand der techniek. Deze inrichting werd reeds besproken in de achtergrondselectie, en is vooral bedoeld als draagmatras, waarbij een patiënt typisch door vierFIG. 1 and FIG. 2 is a replica of FIG. 1 and FIG. 2 from AU5656400A, and show an evacuation device 100 known in the art. This device has already been discussed in the background selection, and is primarily intended as a mattress, with a patient typically by four

BE2017/5343 personen wordt verplaatst. Er is weliswaar een lus voorzien aan het hoofd- en voeteinde, maar deze zijn veel te kort om op een snelle en efficiënte manier de matras te kunnen verslepen over een afstand van bv. minstens 5 meter, en hun bevestiging is bovendien niet geschikt om de matras te kunnen verslepen over een trap. De kans is bijzonder groot dat de lus loskomt, en/of dat de onderkant van de matrashoes scheurt wanneer stevig aan deze lus wordt getrokken.BE2017 / 5343 people is being relocated. A loop is provided at the head and foot ends, but these are far too short to be able to drag the mattress quickly and efficiently over a distance of, for example, at least 5 meters, and their attachment is also not suitable for being able to drag the mattress down a staircase. There is a particularly high chance that the loop will come loose, and / or that the bottom of the mattress cover will tear when this loop is pulled firmly.

FIG. 3 is een replica van FIG. 6 uit W02008/004860A1 en toont een schematische weergave van een andere evacuatie-inrichting gekend in de stand der techniek. Ook deze inrichting werd reeds besproken in de achtergrondsectie. Eén van de problemen met deze inrichting is dat de onderzijde ervan tijdens normaal gebruik in een verpleeginstelling, niet op zijn plaats blijft, en dus in de praktijk niet correct gepositioneerd is in het geval zich een calamiteit voordoet.FIG. 3 is a replica of FIG. 6 from WO2008 / 004860A1 and shows a schematic representation of another evacuation device known in the art. This device was also discussed in the background section. One of the problems with this device is that, during normal use in a nursing home, the underside thereof does not stay in place, and is therefore not correctly positioned in case of an emergency.

FIG. 4 tot FIG. 30 tonen diverse aspecten van een voorkeursuitvoeringsvorm van een assemblage 1 volgens de onderhavige uitvinding. Niet al deze aspecten hoeven echter samen voor te komen in uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, ook al worden ze meestal samen getoond in de figuren. Uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding hebben de kenmerken zoals gedefinieerd in de conclusies. De figuren dienen ter illustratie van deze kenmerken.FIG. 4 to FIG. 30 show various aspects of a preferred embodiment of an assembly 1 according to the present invention. However, not all of these aspects need to occur together in embodiments of the present invention, even though they are usually shown together in the figures. Embodiments of the present invention have the features as defined in the claims. The figures serve to illustrate these characteristics.

FIG. 4 toont een perspectiefaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een assemblage 1 volgens de onderhavige uitvinding. Het assemblage 1 omvat (onderaan en nauwelijks zichtbaar in FIG. 4) een sleepdeken 3, met daarboven een matrashoes 2 die aan de sleepdeken 3 bevestigd is door middel van minstens twee ritssluitingen 71, 72. Deze ritssluitingen zijn een essentieel onderdeel van de evacuatie-inrichting van de onderhavige uitvinding, en zullen verder in meer detail toegelicht worden.FIG. 4 shows a perspective view of a preferred embodiment of an assembly 1 according to the present invention. The assembly 1 comprises (at the bottom and barely visible in FIG. 4) a tow blanket 3, with a mattress cover 2 attached thereto which is attached to the tow blanket 3 by means of at least two zippers 71, 72. These zippers are an essential part of the evacuation device of the present invention, and will be further explained in more detail.

Het assemblage 1 van FIG. 4 is beter zichtbaar in FIG. 8, waar het ondersteboven wordt getoond, met de matrashoes 2 onderaan en de sleepdeken 3 bovenaan, voor illustratieve doeleinden. Maar dit is niet de positie waarin het assemblage 1 dient te worden gebruikt, noch tijdens zorgverlening, noch tijdens een evacuatie.The assembly 1 of FIG. 4 is better visible in FIG. 8, where it is shown upside down, with the mattress cover 2 at the bottom and the drag blanket 3 at the top, for illustrative purposes. But this is not the position in which assembly 1 is to be used, either during care or during an evacuation.

Het assemblage 1 van FIG. 4 bevat verder ten minste één treklus 61, maar bij voorkeur twee treklussen, namelijk een eerste treklus 61 aan het hoofdeinde en een tweede treklus 62 aan het voeteinde van het assemblage 1, welke treklussen zich in FIG. 4 grotendeels in een ingetrokken of opgeborgen positie bevinden, maar bewust een weinig uitsteken buiten het assemblage, zodat ze snel kunnen gegrepen worden. Het selectief uittrekken en opbergen ervan zullen verder in meer detail beschreven worden.The assembly 1 of FIG. 4 further comprises at least one pull loop 61, but preferably two pull loops, namely a first pull loop 61 at the head end and a second pull loop 62 at the foot end of the assembly 1, which pull loops are shown in FIG. 4 are largely in a retracted or stowed position, but deliberately protrude a little beyond assembly, so that they can be grabbed quickly. The selective removal and storage thereof will be further described in more detail.

Het assemblage 1 van FIG. 4 omvat verder bij voorkeur twee fixatieriemen 51, 52, die zich in de weergave van FIG. 4 eveneens grotendeels in hun ingetrokken positie bevinden tussen de matrashoes 2 en de sleepdeken 3, maar ook de fixatieriemen steken bewust een weinig uit buiten hetThe assembly 1 of FIG. 4 preferably further comprises two fixation straps 51, 52, which are shown in the representation of FIG. 4 are also largely in their retracted position between the mattress cover 2 and the drag blanket 3, but the fixation belts also deliberately protrude slightly beyond the

BE2017/5343 assemblage 1, zodat ze snel kunnen gegrepen worden. Een voorbeeldmatige wijze voor het opbergen van de fixatieriemen 51, 52 zal in meer detail beschreven worden in FIG. 21 tot FIG. 24.BE2017 / 5343 assembly 1, so that they can be grabbed quickly. An exemplary manner for storing the fixation straps 51, 52 will be described in more detail in FIG. 21 to FIG. 24.

Verder toont FIG. 4 dat de matrashoes 2 bij voorkeur een eigen ritssluiting Tl heeft, (beter zichtbaar in FIG. Tl tot FIG. 29), welke ritssluiting bij voorkeur afgedekt wordt door een boord 28. Wanneer de ritssluiting Tl van de matrashoes 2 een waterdichte ritssluiting is, kan de boord 28 eventueel weggelaten worden, maar uiteraard is het ook mogelijk om zowel een waterdichte ritssluiting Tl te voorzien alsook een boord 28. Op die manier kan vermeden worden of althans het risico sterk verminderd worden dat lichaamsvochten die op de matrashoes 2 zouden terechtkomen, de matrashoes kunnen binnendringen en de matras 4 die erin zit, bevuilen.Furthermore, FIG. 4 that the mattress cover 2 preferably has its own zipper T1, (more clearly visible in FIG. T1 to FIG. 29), which zipper is preferably covered by a border 28. If the zipper T1 of the mattress cover 2 is a watertight zipper, the border 28 may possibly be omitted, but of course it is also possible to provide both a watertight zipper T1 and a border 28. In this way it is possible to avoid or at least greatly reduce the risk that body fluids which would end up on the mattress cover 2, the mattress cover can penetrate and foul the mattress 4 inside it.

In voorkeursuitvoeringsvormen heeft het assemblage 1 een eerste symmetrieas L-L in de lengterichting X van de matras, en een tweede symmetrieas D-D in een dwarsrichting Y van de matras, afgezien van de aanwezigheid van een optioneel label of etiket 91, en afgezien van de sluitrichting van de ritsen 71, 72, en dergelijke. Het assemblage kan bv. een etiket 91 bevatten, waarop de zorginstelling bv. een datum kan vermelden. Het etiket 91 kan ingesmolten zijn. De positie van het etiket 91, indien aanwezig, kan bv. gebruikt worden om ervoor te zorgen dat steeds dezelfde kant van het assemblage wordt gebruikt als hoofdeinde, respectievelijk als voeteinde. De nagenoeg symmetrische opbouw biedt het voordeel dat het assemblage (bij een evacuatie) zowel in de richting van het voeteinde als in de richting van het hoofdeinde op dezelfde manier kan gesleept worden, met dezelfde voordelen, en met dezelfde sterkte-eigenschappen.In preferred embodiments, the assembly 1 has a first axis of symmetry LL in the longitudinal direction X of the mattress, and a second axis of symmetry DD in a transverse direction Y of the mattress, apart from the presence of an optional label or label 91, and apart from the closing direction of the zippers 71, 72, and the like. The assembly may, for example, contain a label 91 on which the care institution can, for example, state a date. The label 91 can be fused. The position of the label 91, if present, can be used, for example, to ensure that the same side of the assembly is always used as headboard or footboard respectively. The substantially symmetrical construction offers the advantage that the assembly (in an evacuation) can be towed in the same way, both in the direction of the foot end and in the direction of the head end, with the same advantages, and with the same strength properties.

Uit vergelijkende testen uitgevoerd bij een Universitair Ziekenhuis is gebleken dat men met een assemblage 1 getoond in FIG. 4 ruwweg slechts half zoveel tijd nodig heeft om een persoon doorheen een gang, doorheen twee deuren, en via een trap één verdieping lager te slepen, ten opzichte van bestaande sleepsystemen, en dat er bovendien slechts één hulpverlener nodig is in plaats van meerdere hulpverleners. Dit betekent concreet dat het assemblage 1 volgens de onderhavige uitvinding het mogelijk maakt binnen een bepaalde tijd en met een gegeven personeelsbezetting méér patiënten te evacueren. Of anders gezegd, het assemblage 1 volgens de onderhavige uitvinding maakt het mogelijk met een gegeven personeelsbezetting, op minder tijd, een gegeven aantal patiënten te evacueren.Comparative tests conducted at a University Hospital have shown that with an assembly 1 shown in FIG. 4 roughly takes only half as much time to drag a person through a corridor, through two doors, and via a staircase one floor below, compared to existing towing systems, and that moreover only one rescuer is needed instead of several rescuers. In concrete terms, this means that assembly 1 according to the present invention makes it possible to evacuate more patients within a certain time and with a given staffing. Or to put it differently, the assembly 1 according to the present invention makes it possible to evacuate a given number of patients with a given staffing, in less time.

FIG. 5 is een schematische weergave van een voorkeursuitvoeringsvorm van de sleepdeken 3 zoals die gebruikt kan worden in het assemblage 1 van FIG. 4. De getoonde sleepdeken 3 heeft een achthoekige vorm met een middelste (rechthoekige) zone 31, en met twee tapse, bv. trapeziumvormige zones 32, 33. De zones zijn in een verschillende arcering weergegeven voor illustratieve doeleinden, maar in de praktijk vormen deze zones bij voorkeur één doorlopend geheel. De omtrek van de achthoek is bij voorkeur geheel of grotendeels omgeven door een verstevigingsrand of versterkingsband 37 (zie FIG. 12).FIG. 5 is a schematic representation of a preferred embodiment of the tow blanket 3 as may be used in the assembly 1 of FIG. 4. The towing blanket 3 shown has an octagonal shape with a middle (rectangular) zone 31, and with two tapered, e.g. trapezoidal zones 32, 33. The zones are shown in different hatching for illustrative purposes, but in practice these form zones preferably one continuous whole. The circumference of the octagon is preferably completely or largely surrounded by a reinforcement edge or reinforcement band 37 (see FIG. 12).

BE2017/5343BE2017 / 5343

De lengte van de sleeplussen 61, 62 (gemeten vanaf hun aansluitingspunten 612, 613) met de versterkingsrand van de achthoek) en de hoeken a gevormd door de schuine segmenten 35a, 35b van de trapeziumvormige zone 32 zijn bij voorkeur op elkaar afgestemd, zodanig dat de sleeplussen 61, 62 (in hun uitgetrokken positie) in het verlengde liggen van de schuine omtreksegmenten 35a, 35b. Hierdoor worden spanningsconcentraties, vooral ter hoogte van de aansluitingspunten 612, 613 grotendeels vermeden tijdens het verslepen.The length of the drag loops 61, 62 (measured from their connection points 612, 613) with the reinforcement edge of the octagon) and the angles α formed by the oblique segments 35a, 35b of the trapezoidal zone 32 are preferably matched to each other such that the drag loops 61, 62 (in their extended position) are in line with the oblique peripheral segments 35a, 35b. As a result, stress concentrations, especially at the connection points 612, 613, are largely avoided during towing.

De ritsgedeelten 711, 721 die vast bevestigd zijn aan de sleepdeken 3, bv. door te naaien, en die onderdeel uitmaken van de ritssluitingen 71, 72 waarmee de sleepdeken 3 en de matrashoes 2 aan elkaar bevestigd of gekoppeld worden, zijn weergegeven met een dikke zwarte streep voor illustratieve doeleinden.The zipper portions 711, 721 fixedly attached to the tow blanket 3, e.g. by sewing, and forming part of the zippers 71, 72 with which the tow blanket 3 and the mattress cover 2 are attached or coupled to each other are shown with a thick black stripe for illustrative purposes.

De fixatieriemen 51, 52 (althans een gedeelte ervan) zijn eveneens weergegeven. Deze strekken zich uit in een dwarsrichting Y ten opzichte van het assemblage 1, en zijn bv. vastgenaaid of gestikt of gelijmd aan de sleepdeken 3, en bevinden zich aan een bovenkant ervan in FIG. 5, zodat ze niet zullen hinderen bij het verslepen, en nergens kunnen achter blijven haken. Dit aspect is beter zichtbaar in FIG. 21, waar het assemblage 1 ondersteboven wordt getoond (met de matrashoes 2 onderaan), en de sleepdeken 3 gedeeltelijk is omgeklapt voor illustratieve doeleinden. De naden 513 waarmee de fixatieriemen zijn vastgenaaid aan de sleepdeken 3 zijn duidelijk zichtbaar in FIG. 21.The fixation straps 51, 52 (at least a part thereof) are also shown. These extend in a transverse direction Y with respect to assembly 1, and are e.g. sewn or stitched or glued to the drag blanket 3, and are located on a top thereof in FIG. 5, so that they will not interfere with towing, and cannot catch on anything. This aspect is more visible in FIG. 21, where assembly 1 is shown upside down (with the mattress cover 2 at the bottom), and the slip blanket 3 is partially folded for illustrative purposes. The seams 513 with which the fixation straps are sewn to the slip blanket 3 are clearly visible in FIG. 21.

Bij voorkeur is de lengte van de sleepdeken 3 nagenoeg dezelfde als die van de matrashoes 2, of is ten hoogste 10 cm kleiner, of ten hoogste 6 cm kleiner. Bij voorkeur is ook de breedte van de sleepdeken 3 nagenoeg dezelfde als die van de matrashoes 2, of is ten hoogste 6 cm kleiner. Hierdoor wordt de wrijving tussen het assemblage 1 en de vloer waarover het assemblage gesleept wordt bij een evacuatie grotendeels bepaald door de eigenschappen van de sleepdeken 3 en slechts in zeer beperkte mate door de eigenschappen van de matrashoes 2 (met name alleen aan de hoeken).Preferably, the length of the slip blanket 3 is substantially the same as that of the mattress cover 2, or is at most 10 cm smaller, or at most 6 cm smaller. Preferably, the width of the drag blanket 3 is also substantially the same as that of the mattress cover 2, or is at most 6 cm smaller. As a result, the friction between the assembly 1 and the floor over which the assembly is dragged during an evacuation is largely determined by the properties of the slip blanket 3 and only to a very limited extent by the properties of the mattress cover 2 (in particular only at the corners).

Bij voorkeur is de sleepdeken 3 bekleed met een coating, zodanig dat het voortslepen van het assemblage bijzonder weinig inspanning vraagt, zelfs wanneer het assemblage wordt voortgetrokken door één enkele persoon. De coating kan een meerlaags-coating zijn, bv. met een anti-bacteriële laag en met een brandwerende laag.The drag blanket 3 is preferably coated with a coating such that dragging the assembly requires very little effort, even when the assembly is being pulled by a single person. The coating can be a multi-layer coating, e.g. with an anti-bacterial layer and with a fire-resistant layer.

In tegenstelling tot wat men zou vermoeden, wordt deze coating bij voorkeur echter niet aangebracht aan de zijde die bij een evacuatie in contact komt met de vloer, maar aan de zijde die in contact staat met de matrashoes. Uit testen is verrassend gebleken dat dankzij deze coating het schuiven aanzienlijk beter gaat, vermoedelijk omdat het glijdeken hierdoor strakker wordt, maar de uitvinders willen niet gehouden worden aan één of andere theorie. In bepaalde uitvoeringsvormen is dit de enige coating die de sleepdeken 3 heeft. In andere uitvoeringsvormen kan er eventueel een tweede coating aangebracht worden aan de buitenkant van het assemblage, dat wil zeggen, aan de zijde van de sleepdeken 3 die normaliter in contact komt met de vloer.However, contrary to what one might suspect, this coating is preferably not applied on the side that comes into contact with the floor during an evacuation, but on the side that is in contact with the mattress cover. Tests have surprisingly shown that thanks to this coating the sliding is considerably better, presumably because this makes the sliding blanket tighter, but the inventors do not want to be held to any theory. In certain embodiments, this is the only coating that the tow blanket 3 has. In other embodiments, a second coating may optionally be applied on the outside of the assembly, that is, on the side of the drag blanket 3 which normally comes into contact with the floor.

BE2017/5343BE2017 / 5343

FIG. 6 toont het assemblage 1 van FIG. 4, waarbij de fixatieriemen 51, 52 zich in hun uitgetrokken positie bevinden, maar waarbij gesplichamen 511, 512 van de eerste fixatieriem 51, die samen een eerste klikverbinding vormen, en gesplichamen 521, 522 van de tweede fixatieriem 52 die een tweede klikverbinding vormen, nog niet zijn samen geklikt. In de praktijk worden de fixatieriemen 51, 52 tijdens normaal gebruik van de matras bij voorkeur in hun opgeborgen positie gehouden, zodanig dat een klein gedeelte ervan over een afstand van bv. 5 cm tot 20 cm, bv. ongeveer 10 cm uitsteekt buiten het assemblage, zoals bv. getoond in FIG. 4, en FIG. 8 tot FIG. 12 en FIG. 20, en worden de fixatieriemen 51, 52 enkel uit hun opgeborgen positie getrokken in geval van een noodsituatie, om een persoon die op de matrashoes 2 ligt te fixeren.FIG. 6 shows the assembly 1 of FIG. 4, wherein the fixation straps 51, 52 are in their extended position, but wherein slit bodies 511, 512 of the first fixation strap 51, which together form a first snap connection, and slit bodies 521, 522 of the second fixation strap 52 forming a second snap connection, not yet clicked together. In practice, the fixation straps 51, 52 are preferably held in their stowed position during normal use of the mattress, such that a small part of it protrudes over a distance of, for example, 5 cm to 20 cm, e.g. about 10 cm, outside the assembly as shown, for example, in FIG. 4, and FIG. 8 to FIG. 12 and FIG. 20, and the fixation straps 51, 52 are only pulled out of their stowed position in the event of an emergency, to fix a person lying on the mattress cover 2.

FIG. 7 toont het assemblage van FIG. 6, waarbij de geplichamen 511, 512 van de eerste fixatieriem 51 die samen een eerste klikverbinding vormen enerzijds, en de geplichamen 521, 522 van de tweede fixatieriem 52 die samen een tweede klikverbinding vormen anderzijds zijn samen geklikt, en waarbij de riemen 51, 52 zijn aangespannen (weliswaar zonder een patiënt, om illustratieve doeleinden).FIG. 7 shows the assembly of FIG. 6, wherein the bodies 511, 512 of the first fixation belt 51 that together form a first click connection on the one hand, and the bodies 521, 522 of the second fixation belt 52 that together form a second click connection on the other hand are clicked together, and wherein the belts 51, 52 have been filed (although without a patient, for illustrative purposes).

In FIG. 4 tot en met FIG. 7 werd het assemblage 1 getoond met de sleepdeken 3 onderaan en de matrashoes 2 bovenaan in de figuur, wat overeenkomt met een normale gebruikspositie van het assemblage 1 op een bed, zoals gesuggereerd door het assenstelsel Χ,Υ,Ζ waarbij de Z-as naar boven wijst. In FIG. 8 tot FIG. 21 en FIG. 25 en FIG. 26 wordt het assemblage 1 getoond met de sleepdeken 3 bovenaan en de matrashoes 2 onderaan in de figuur. Met andere woorden, in deze figuren wordt het assemblage 1 ondersteboven getoond, zoals gesuggereerd door het assenstelsel Χ,Υ,Ζ waarbij de Z-as naar beneden wijst. Deze positie komt echter niet overeen met de normale gebruikspositie van het assemblage 1 op een ziekenhuisbed, maar is handig voor illustratieve doeleinden, om bepaalde onderdelen beter te kunnen weergeven. In FIG. 27 tot FIG. 30 wordt het assemblage 1 (of althans een gedeelte ervan) weer in de normale gebruikspositie getoond.In FIG. 4 to FIG. 7, assembly 1 is shown with the tow blanket 3 at the bottom and the mattress cover 2 at the top in the figure, which corresponds to a normal position of use of the assembly 1 on a bed, as suggested by the coordinate system Χ, Υ, Ζ with the Z axis pointing to points above. In FIG. 8 to FIG. 21 and FIG. 25 and FIG. 26, assembly 1 is shown with the drag blanket 3 on top and the mattress cover 2 at the bottom in the figure. In other words, in these figures, assembly 1 is shown upside down, as suggested by the coordinate system Χ, Υ, Ζ with the Z-axis pointing downwards. However, this position does not correspond to the normal position of use of assembly 1 on a hospital bed, but is useful for illustrative purposes, in order to better display certain parts. In FIG. 27 to FIG. 30, assembly 1 (or at least a part thereof) is again shown in the normal position of use.

FIG. 8 toont het assemblage 1 van FIG. 4 ondersteboven.FIG. 8 shows the assembly 1 of FIG. 4 upside down.

Zoals hoger reeds aangegeven, heeft de sleepdeken 3 bij voorkeur een achthoekige vorm, omvattende een eerste zone 31 (in het midden) met een rechthoekige vorm, en een tweede en derde zone 32, 33 met een trapezium-vorm. Een voordeel van een achtvorm ten opzichte van een rechthoekige vorm is dat de treklussen 61, 62 in het verlengde liggen van de sleepdeken, waardoor spanningsconcentraties kunnen vermeden worden.As already indicated above, the tow blanket 3 preferably has an octagonal shape, comprising a first zone 31 (in the middle) with a rectangular shape, and a second and third zone 32, 33 with a trapezoid shape. An advantage of an eight shape compared to a rectangular shape is that the draw loops 61, 62 are in line with the tow blanket, whereby stress concentrations can be avoided.

Het assemblage 1 omvat een eerste en tweede fixatieriem 51, 52 die zich in hun ingetrokken toestand zoals getoond in FIG. 8 grotendeels tussen de matrashoes 2 en de sleepdeken 3 bevinden, maar uiteinden van de fixatieriemen 51, 52 steken over een korte afstand (bv. 5 tot 20 cm) uit buitenThe assembly 1 comprises a first and second fixation belt 51, 52 which are in their retracted condition as shown in FIG. 8 are largely between the mattress cover 2 and the drag blanket 3, but the ends of the fixation straps 51, 52 protrude a short distance (e.g. 5 to 20 cm) from the outside

BE2017/5343 het assemblage 1, zodat de fixatieriemen 51, 52 snel kunnen uitgetrokken worden, en waarbij de gespen uit hun houder (bv. elastieken houder) getrokken worden in geval van nood.BE2017 / 5343 assembly 1, so that the fixation straps 51, 52 can be pulled out quickly, and the buckles being pulled out of their holder (e.g. elastic holder) in case of an emergency.

Het assemblage 1 omvat bij voorkeur middelen 514, 516 die verder in meer detail zullen besproken worden in FIG. 21 tot FIG. 24 om de fixatieriemen enigszins vast te houden of te klemmen, zodat ze niet of nagenoeg niet kunnen verschuiven in dwarsrichting tijdens normaal gebruik van de matras. Dit biedt het voordeel dat de fixatieriemen 51, 52 bv. niet op de grond kunnen vallen wat kan leiden tot problemen met hygiëne, of verstrikt kunnen geraken met onderdelen van het bed (niet getoond) waarop het assemblage 1 wordt gelegd, waardoor kostbare tijd zou verloren gaan om de fixatieriemen weer los te maken in een noodsituatie. Deze middelen 514, 516 laten tevens toe om de fixatieriemen 51, 52 snel uit te trekken in een noodsituatie zonder bijkomende handelingen te moeten verrichten (zoals bv. eerst de matras te moeten kantelen om een knoop te ontwarren of een rits te openen of dergelijke). De middelen 514, 516 zorgen er tevens voor dat de fixatieriemen 51, 52 ook in de longitudinale richting op hun plaats blijven, zodat ze niet verstrikt geraken met de treklussen 61, 62. Dit zijn zeer belangrijke voordelen die bijdragen tot kalmte van de reddingswerkers en die bijdragen tot een efficiënte evacuatie, door ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk tijd wordt verloren om de fixatieriemen in hun uitgetrokken toestand te brengen (om vervolgens de patiënt te kunnen fixeren), in situaties waar iedere seconde telt.The assembly 1 preferably comprises means 514, 516 which will be further discussed in more detail in FIG. 21 to FIG. 24 to slightly hold or clamp the fixation straps so that they cannot or substantially cannot shift in the transverse direction during normal use of the mattress. This offers the advantage that the fixation straps 51, 52, for example, cannot fall to the ground, which can lead to problems with hygiene, or get entangled with parts of the bed (not shown) on which the assembly 1 is placed, which would save valuable time. are lost to release the fixation straps in an emergency situation. These means 514, 516 also allow the fastening straps 51, 52 to be pulled out quickly in an emergency situation without having to perform additional actions (such as first having to tilt the mattress to untie a knot or open a zipper or the like) . The means 514, 516 also ensure that the fixation straps 51, 52 also remain in place in the longitudinal direction, so that they do not get entangled with the pull loops 61, 62. These are very important advantages that contribute to the calm of the rescue workers and which contribute to an efficient evacuation, by ensuring that as little time as possible is lost to bring the fixation straps to their pulled-out state (to subsequently fix the patient), in situations where every second counts.

Het assemblage 1 omvat een eerste en tweede treklus 61, 62 die zich in hun ingetrokken toestand zoals getoond in FIG. 8 grotendeels tussen de matrashoes 2 en de sleepdeken 3 bevinden, maar een gedeelte van de treklus 61, 62, bv. uiteinden van de treklussen, steken over een korte afstand (bv. 5 tot 20 cm) uit buiten het assemblage 1, zodat de treklussen 61, 62 snel kunnen uitgetrokken worden in geval van nood.The assembly 1 comprises a first and second pull loop 61, 62 which are in their retracted condition as shown in FIG. 8 are largely between the mattress cover 2 and the drag blanket 3, but a part of the pull loop 61, 62, e.g. ends of the pull loops, project over a short distance (e.g. 5 to 20 cm) outside assembly 1, so that the pull loops 61, 62 can be pulled out quickly in an emergency.

Het assemblage 1 omvat bij voorkeur middelen 81 die verder in meer detail zullen besproken worden in FIG. 16 tot FIG. 19) om de treklussen 61, 62 enigszins vast te houden of te klemmen, zodat ze niet of nagenoeg niet kunnen verschuiven in de langsrichting X tijdens normaal gebruik van de matras. Dit biedt het voordeel dat de treklussen bv. niet op de grond kunnen vallen wat zou leiden tot problemen met hygiëne, of verstrikt kunnen geraken met onderdelen van het bed (niet getoond) waarop het assemblage 1 wordt gelegd, waardoor kostbare tijd zou verloren gaan om de treklussen weer los te maken. Deze middelen 81 laten tevens toe om de treklussen 61, 62 snel uit te trekken in een noodsituatie zonder bijkomende handelingen te moeten verrichten (zoals bv. eerst de matras te moeten kantelen om een knoop te ontwarren of een rits te openen of dergelijke). Het assemblage heeft bij voorkeur ook middelen 614 die helpen voorkomen dat de treklussen 61, 62 kunnen verstrikt geraken met de fixatieriemen 51, 52. Dit zijn zeer belangrijke voordelen die bijdragen tot kalmte van de reddingswerkers en die bijdragen tot een efficiënte evacuatie, door ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk tijd wordt verloren om de treklussen 61, 62 in hun uitgetrokken toestand te brengen (om vervolgens het assemblage te kunnen verslepen), in situaties waar iedere seconde telt.The assembly 1 preferably comprises means 81 which will be further discussed in more detail in FIG. 16 to FIG. 19) to slightly hold or clamp the pull loops 61, 62 so that they cannot or substantially not shift in the longitudinal direction X during normal use of the mattress. This offers the advantage that the pull loops, for example, cannot fall to the ground leading to problems with hygiene, or become entangled with parts of the bed (not shown) on which the assembly 1 is being placed, which would result in the loss of valuable time for release the draw loops. These means 81 also allow the pull loops 61, 62 to be pulled out quickly in an emergency situation without having to perform additional operations (such as first having to tilt the mattress to untie a knot or open a zipper or the like). The assembly preferably also has means 614 which help prevent the pull loops 61, 62 from becoming entangled with the fixation straps 51, 52. These are very important advantages that contribute to the calm of the rescue workers and that contribute to an efficient evacuation by ensuring ensuring that as little time as possible is lost to bring the pull loops 61, 62 into their extended position (to subsequently be able to drag the assembly), in situations where every second counts.

BE2017/5343BE2017 / 5343

FIG. 10 toont het assemblage van FIG. 9 waarbij de eerste treklus 61 grotendeels maar nog niet volledig uitgetrokken is. Indien er op de plaats aangegeven in dikke stippellijn (maar dan tussen de matrashoes 2 en de sleepdeken 3) een klittenband 81 aanwezig is, zal deze klittenband automatisch openen wanneer men een stevig rukje geeft aan de eerste treklus 61. Indien er op de plaats aangegeven in dikke stippellijn geen klittenband aanwezig is, kan men simpelweg de eerste treklus 61 naar buiten trekken, nagenoeg zonder weerstand.FIG. 10 shows the assembly of FIG. 9, the first pull loop 61 being largely but not yet fully extended. If there is a Velcro 81 at the location indicated in thick dotted line (but then between the mattress cover 2 and the drag blanket 3), this Velcro will automatically open when a strong pull is made on the first pull loop 61. If there is a indication at the location if there is no Velcro in thick dotted lines, the first pull loop 61 can simply be pulled out, virtually without resistance.

FIG. 11 toont het assemblage van FIG. 10 waarbij de eerste treklus 61 volledig uitgetrokken is. Goed zichtbaar is ook de verstevigingsrand 37 aan de omtrek van de sleepdeken 3, die in voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding doorlopend is en/of integraal is uitgevoerd met de treklussen 61, 62. Bij voorkeur is de eerste treklus 61 gevormd in het verlengde van de naar schuine, elkaar toelopende segmenten 35a, 35b van de trapezium-achtige zone 32.FIG. 11 shows the assembly of FIG. 10 wherein the first pull loop 61 is fully extended. The reinforcing edge 37 on the circumference of the tow blanket 3, which in continuous embodiments of the present invention is continuous and / or is integrally formed with the pull loops 61, 62, is also clearly visible. Preferably, the first pull loop 61 is formed in line with the to oblique, tapered segments 35a, 35b of the trapezoidal zone 32.

Optioneel bevat de eerste treklus 61 verder een tussenstuk 615 waardoor een derde (kortere) treklus wordt gevormd, aan hetzelfde einde (bv. hoofdeinde of voeteinde) als de eerste treklus 61. Het is uiteraard ook mogelijk om een aparte derde treklus (niet getoond) te voorzien met dezelfde of andere aansluitingspunten 612, 613 als de eerste treklus 61.Optionally, the first pull loop 61 further comprises an intermediate piece 615 through which a third (shorter) pull loop is formed, at the same end (e.g. head end or foot end) as the first pull loop 61. It is of course also possible to have a separate third pull loop (not shown) to be provided with the same or different connection points 612, 613 as the first pull loop 61.

Op een gelijkaardige manier kan de tweede treklus 62 een tussenstuk bevatten voor het vormen van een vierde treklus 64 (zie FIG. 14) die korter is dan de tweede treklus 62. Alternatief kan de vierde treklus een aparte lus zijn met dezelfde of andere aansluitingspunten dan die van de tweede treklus 62. De derde en vierde treklus 63, 64 zijn optioneel, maar indien ze aanwezig zijn kunnen ze handig gebruikt worden bij het manoeuvreren doorheen een deur of andere smalle doorgangen, of bij het verplaatsen over een trap.Similarly, the second pull loop 62 may include an intermediate piece for forming a fourth pull loop 64 (see FIG. 14) that is shorter than the second pull loop 62. Alternatively, the fourth pull loop may be a separate loop with the same or different connection points than those of the second pull loop 62. The third and fourth pull loop 63, 64 are optional, but if they are present they can be conveniently used when maneuvering through a door or other narrow passages, or when moving over a staircase.

FIG. 12 is een andere weergave van het hoofeinde van het assemblage van FIG. 11. Merk op dat de flap 616 waarop zich een klittenbandstrook 81b bevindt (zie FIG. 13), geopend is.FIG. 12 is another representation of the main end of the assembly of FIG. 11. Note that the flap 616 on which there is a Velcro strip 81b (see FIG. 13) is open.

FIG. 13 is een vergrote weergave van het omcirkelde gedeelte van FIG. 12, waarbij de flap 616 aan het hoofdeinde naar boven is geklapt. In deze uitvoeringsvorm omvatten de flap 616 van de sleepdeken 3 en de matrashoes 2 samenwerkende verbindingsmiddelen 81a, 81b ter vorming van een klittenband 81. Klittenband is gekend, en hoeft daarom niet verder toegelicht te worden. Het volstaat te weten dat klittenband meestal twee stroken omvat, aangebracht op verschillende onderdelen die tijdelijk aan elkaar gehecht moeten worden, waarbij één strook doorgaans lusjes omvat, en de andere doorgaans haakjes, maar andere vormen van klittenband zijn eveneens mogelijk.FIG. 13 is an enlarged view of the circled portion of FIG. 12, wherein the head end flap 616 is folded up. In this embodiment, the flap 616 of the drag blanket 3 and the mattress cover 2 comprise connecting means 81a, 81b cooperating to form a Velcro 81. Velcro is known, and therefore does not need to be explained further. Suffice it to know that Velcro usually comprises two strips, mounted on different parts that need to be temporarily attached to one another, one strip usually comprising loops, and the other usually hooks, but other forms of Velcro are also possible.

BE2017/5343BE2017 / 5343

In het voorbeeld van FIG. 13 is de eerste lus 61 doorlopend met de omtreksrand 37 gevormd, en gevormd uit hetzelfde materiaal, en omvat de eerste treklus 61 een tussenstuk 615 voor het vormen van een derde (kortere) lus 63?In the example of FIG. 13, the first loop 61 is formed continuously with the peripheral edge 37, and formed from the same material, and the first pull loop 61 comprises an intermediate piece 615 for forming a third (shorter) loop 63?

FIG. 14 tot FIG. 17 tonen verschillende stappen voor het opbergen van de eerste treklus 61.FIG. 14 to FIG. 17 show different steps for storing the first draw loop 61.

Het opbergen van de tweede treklus 62 kan uiteraard op dezelfde manier gebeuren.The storage of the second pull loop 62 can of course be done in the same way.

FIG. 14 en FIG. 15 tonen een eerste stap, waarbij de treklussen 61, 62 naar de symmetrie-as LL worden gebracht (zoals aangegeven door de pijlen A in FIG. 15), waarna de klittenband 81 (beter zichtbaar in FIG. 13) gedeeltelijk kan aangedrukt worden (bv. door het uitoefenen van een kracht in de richting van de pijlen B), behalve nagenoeg in het midden tussen de aansluitingspunten 612, 613.FIG. 14 and FIG. 15 shows a first step in which the pull loops 61, 62 are brought to the axis of symmetry LL (as indicated by the arrows A in FIG. 15), after which the Velcro 81 (more clearly visible in FIG. 13) can be partially pressed ( e.g. by exerting a force in the direction of the arrows B), except substantially in the middle between the connection points 612, 613.

FIG. 16 toont hoe de treklussen vervolgens kunnen ingebracht worden in de ruimte tussen de matrashoes 2 en de sleepdeken 3, door deze naar binnen te steken ter hoogte van de centrale lijn L-L in de richting van de pijl C getoond in FIG. 16, totdat de treklus over een gewenste lengte dl uitsteekt buiten het assemblage 1, bv. in het bereik van 5 tot 30 cm, bv. ongeveer 10 cm of ongeveer 15 cm, of ongeveer 20 cm of ongeveer 25 cm.FIG. 16 shows how the pull loops can then be introduced into the space between the mattress cover 2 and the tow blanket 3 by inserting them in at the center line L-L in the direction of the arrow C shown in FIG. 16, until the draw loop protrudes over assembly 1 over a desired length d1, e.g. in the range of 5 to 30 cm, e.g. about 10 cm or about 15 cm, or about 20 cm or about 25 cm.

FIG. 17 toont hoe de klittenband 81 daarna stevig kan aangedrukt worden (bv. door het uitoefenen van een kracht in de richting van de pijlen D), teneinde de positie van de treklus 61 enigszins vast te zetten of te klemmen, en zodanig dat de treklus over een gewenste lengte dl uitsteekt buiten het assemblage. Het zal duidelijk zijn voor de vakman, na het lezen van de onderhavige beschrijving, dat de treklus 61 hierna eenvoudig uit het assemblage 1 kan getrokken worden (door te trekken in de richting van de pijl E) in geval van een evacuatie, en dat de klittenband 81 initieel enige weerstand zal veroorzaken wanneer de trekkracht E relatief klein is, maar wanneer de trekkracht E groter is dan een bepaalde waarde, dat de klittenband 81 vanzelf zal openen, ook wanneer het assemblage georiënteerd is met de matrashoes 2 naar boven gekeerd en de sleepdeken 3 naar beneden.FIG. 17 shows how the Velcro 81 can then be tightly pressed (e.g. by exerting a force in the direction of the arrows D), in order to slightly fix or clamp the position of the pull loop 61, and such that the pull loop is over a desired length dl protrudes outside the assembly. It will be apparent to those skilled in the art, after reading the present description, that the pull loop 61 can be simply pulled out of assembly 1 below (by pulling in the direction of the arrow E) in the event of an evacuation, and that the Velcro 81 will initially cause some resistance when the tensile force E is relatively small, but when the tensile force E is greater than a certain value, the Velcro 81 will open automatically, also when the assembly is oriented with the mattress cover 2 facing up and the drag blanket 3 down.

FIG. 18 toont een voorbeeld hoe de eerste treklus 61, en indien aanwezig ook de derde treklus 63 (al dan niet gevormd als aparte treklus of met een overgangsstuk 616) kan opgeborgen worden in het assemblage 1 van FIG. 17, zodanig dat een gedeelte van de treklus 61 over een zekere afstand dl uitsteekt buiten het assemblage 1.FIG. 18 shows an example of how the first pull loop 61, and if present also the third pull loop 63 (whether or not formed as a separate pull loop or with a transition piece 616) can be stored in the assembly 1 of FIG. 17, such that a portion of the pull loop 61 projects beyond the assembly 1 over a certain distance d1.

FIG. 18 toont dat het assemblage 1 optioneel een opbergzakje 614 kan omvatten, bevestigd aan de matrashoes 2 of als aan de sleepdeken 3, waarin het genoemde grootste gedeelte van de treklus 61 kan opgeborgen worden. Zoals hoger beschreven kan de aanwezigheid van een dergelijkFIG. 18 shows that the assembly 1 can optionally comprise a storage bag 614, attached to the mattress cover 2 or as to the drag blanket 3, in which said major part of the pull loop 61 can be stored. As described above, the presence of such

BE2017/5343 opbergzakje 614 het risico verminderen dat de treklussen verstrikt geraken met de fixatieriemen 51, 52. Uiteraard is de vorm en de positie van het opbergzakje 614 getoond in FIG. 18 slechts een voorbeeld, en de vakman kan, na het lezen van de onderhavige beschrijving, eenvoudig andere vormen bedenken.BE2017 / 5343 storage bag 614 reduces the risk of the draw loops becoming entangled with the fixation straps 51, 52. Of course, the shape and position of the storage bag 614 is shown in FIG. 18 is only an example, and the person skilled in the art can, after reading the present description, simply devise other forms.

FIG. 19 toont een variant van het assemblage 1 van FIG. 13 waarbij de klittenband 81 niet hoofdzakelijk doorlopend is tussen de twee bevestigingspunten 612, 613, maar onderbroken is met een strook zonder klittenband, bv. nabij het midden. Of anders gezegd, waarbij het assemblage 1 twee of meer klittenbandstroken 81a, 81c heeft die in eikaars verlengde liggen, met een zekere afstand d2 ertussen. Het maakt niet uit of de klittenband 81b die aangebracht is op de sleepdeken doorlopend is of onderbroken is. Omgekeerd kan natuurlijk ook. In een andere uitvoeringsvorm (niet getoond) omvat de klittenband 81 twee stroken die in eikaars verlengde en op een afstand d2 van bv. 5 tot 10 cm van elkaar liggen, bevestigd aan de sleepdeken 3, en omvat de matrashoes 2 één doorlopende klittenbandstrook.FIG. 19 shows a variant of the assembly 1 of FIG. 13 wherein the Velcro 81 is not essentially continuous between the two attachment points 612, 613, but is interrupted with a strip without Velcro, e.g. near the middle. Or to put it differently, wherein assembly 1 has two or more Velcro strips 81a, 81c which are in line with each other, with a certain distance d2 between them. It does not matter whether the Velcro 81b applied to the tow blanket is continuous or interrupted. Of course, it is also possible to turn around. In another embodiment (not shown), the velcro strap 81 comprises two strips which are extended in line with each other and at a distance d2 of, for example, 5 to 10 cm from each other, fixed to the slip blanket 3, and the mattress cover 2 comprises one continuous Velcro strip.

FIG. 20 en FIG. 21 en FIG. 25 en FIG. 26 tonen in meer detail een voorkeurspositie van de eerste en tweede ritssluiting 71, 72 voor het koppelen van de matrashoes 2 en de sleepdeken 3, en de voorkeurspositie van de fixatieriemen 51, 52 ten opzichte van de ritssluitingen.FIG. 20 and FIG. 21 and FIG. 25 and FIG. 26 show in more detail a preferred position of the first and second zipper 71, 72 for coupling the mattress cover 2 and the slip blanket 3, and the preferred position of the fixation straps 51, 52 relative to the zippers.

FIG. 20 is een vergrote weergave van een gedeelte van FIG. 8. FIG. 20 toont een eerste ritsgedeelte 711 dat vast verbonden is met (bv. vastgenaaid is aan) de matrashoes 2, en een tweede ritsgedeelte 712 dat vast verbonden is met (bv. vastgenaaid is aan) de sleepdeken 3, en toont hoe het eerste ritsgedeelte 711 en het tweede ritsgedeelte 712 samen een eerste rits 71 vormen. Aan de andere zijde van het assemblage (niet zichtbaar in FIG. 20) bevindt zich een tweede rits 72 met eveneens twee ritsgedeelten. De eerste en de tweede rits 71, 72 zijn deelbare ritsen, wat wil zeggen dat de matrashoes en de sleepdeken volledig van elkaar kunnen gescheiden worden.FIG. 20 is an enlarged view of a portion of FIG. 8. FIG. 20 shows a first zipper portion 711 rigidly connected to (e.g., sewn to) the mattress cover 2, and a second zipper portion 712 rigidly connected to (e.g., sewn to) the slip blanket 3, and shows how the first zipper portion 711 and the second zipper portion 712 together form a first zipper 71. On the other side of the assembly (not visible in FIG. 20) is a second zipper 72 with also two zipper sections. The first and second zippers 71, 72 are divisible zippers, which means that the mattress cover and the drag blanket can be completely separated from each other.

Zoals weergegeven in FIG. 5 is de lengte d4 van de eerste en tweede rits korter dan, of ten hoogste gelijk aan de afstand d5 tussen de twee fixatieriemen 51, 52.As shown in FIG. 5, the length d4 of the first and second zipper is shorter than or at most equal to the distance d5 between the two fixation straps 51, 52.

In voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding is de verhouding van de lengte d4 tot de afstand d5 een getal in het bereik van 70% tot 100%, bv. in het bereik van 70% tot 98%, bv. in het bereik van 80% tot 98%, bv. ongeveer 85% of ongeveer 90% of ongeveer 95%. Het zal duidelijk zijn voor de vakman na het lezen van de onderhavige beschrijving, dat voor een gegeven afstand d5 tussen de fixatieriemen, des te groter deze verhouding, des te steviger de losmaakbare bevestiging tussen de matrashoes 2 en de sleepdeken 3.In preferred embodiments of the present invention, the ratio of the length d4 to the distance d5 is a number in the range of 70% to 100%, e.g., in the range of 70% to 98%, e.g., in the range of 80% to 98%, e.g., about 85% or about 90% or about 95%. It will be clear to a person skilled in the art after reading the present description that for a given distance d5 between the fixation straps, the greater this ratio, the stronger the releasable attachment between the mattress cover 2 and the slip blanket 3.

Bij voorkeur is de afstand d4 een afstand van 50 cm tot 100 cm, of van 60 cm tot 100 cm, of van 70 cm tot 100 cm, of van 80 cm tot 100 cm, of van 90 cm tot 100 cm.Preferably, the distance d4 is a distance of 50 cm to 100 cm, or of 60 cm to 100 cm, or of 70 cm to 100 cm, or of 80 cm to 100 cm, or from 90 cm to 100 cm.

BE2017/5343BE2017 / 5343

In dezelfde of een ander voorkeursuitvoeringsvorm is de verhouding van de lengte d4 van de eerste en tweede rits 71, 72 ten opzichte van de lengte d6 van de matrashoes 2 een getal in het bereik van 30% tot 70%, bv. 40% tot 60%.In the same or another preferred embodiment, the ratio of the length d4 of the first and second zipper 71, 72 to the length d6 of the mattress cover 2 is a number in the range of 30% to 70%, e.g. 40% to 60 %.

In het voorbeeld van FIG. 20 steekt één uiteinde van de fixatieriem 51 uit buiten het assemblage over een afstand van ongeveer 5 cm tot 15 cm, bv. ongeveer 10 cm, wat toelaat om in een noodsituatie zeer snel de fixatieriem 51 uit te trekken, zodat ze weinig mogelijk tijd verloren gaat. Zoals verder zal toegelicht worden bij FIG. 21 tot FIG. 23 is de lengte van het uitstekend gedeelte vooraf bepaald, met name door de positie van de elastieken band 514 waarin het gesplichaam 512 met een concave vorm kan opgeborgen worden in de normale toestand van het assemblage. Op die manier wordt (bij correct gebruik van de matras) gegarandeerd dat de uitstekende delen van de fixatieriemen altijd nagenoeg gelijk zijn voor ieder assemblage. Hoewel niet expliciet getoond, is er eenzelfde of een gelijkaardige elastiekband of elastiek voorzien voor het tweede uiteinde van de fixatieriemen 51, 52.In the example of FIG. 20 one end of the fixation strap 51 protrudes outside the assembly over a distance of about 5 cm to 15 cm, e.g. about 10 cm, which makes it possible to pull out the fixation strap 51 very quickly in an emergency situation, so that they lose little possible time is going. As will be further explained with FIG. 21 to FIG. 23, the length of the projecting portion is predetermined, in particular by the position of the elastic band 514 in which the split body 512 with a concave shape can be stored in the normal state of assembly. In this way (with correct use of the mattress) it is guaranteed that the protruding parts of the fixation belts are always virtually the same for each assembly. Although not explicitly shown, the same or similar elastic band or elastic is provided for the second end of the fixation straps 51, 52.

FIG. 21(a) geeft in meer detail de eerste ritssluiting 71 weer van het assemblage 1 van FIG. 4, welke eerste ritssluiting 71 gevormd wordt door een eerste ritsgedeelte 711 dat vast bevestigd is aan de matrashoes 2 en een tweede ritsgedeelte 712 dat vast bevestigd is aan de sleepdeken 3. De eerste ritssluiting 71 strekt zich uit in de lengterichting X van de matras, over nagenoeg de ganse afstand tussen de fixatieriemen 51, 52.FIG. 21 (a) shows the first zipper 71 of the assembly 1 of FIG. 4, which first zipper 71 is formed by a first zipper portion 711 which is fixedly attached to the mattress cover 2 and a second zipper portion 712 which is fixedly attached to the drag blanket 3. The first zipper 71 extends in the longitudinal direction X of the mattress, over almost the entire distance between the fixation straps 51, 52.

FIG. 21(a) laat tevens de naden 513 zien waarmee de fixatieriem 52 vastgenaaid of gestikt is of anderszins bevestigd is aan de sleepdeken 3, aan de zijde van de sleepdeken 3 die normaliter gekeerd is naar de matrashoes 2, zodanig dat de fixatieriemen 51, 52 zich bevinden tussen de matrashoes 2 en de sleepdeken 3. Op die manier wordt het risico dat de fixatieriemen 51, 52 kunnen blijven hangen achter onderdelen van het bed, of achter een voorwerp op de vloer, tijdens een evacuatie, zo goed als volledig uitgesloten.FIG. 21 (a) also shows the seams 513 with which the fixation strap 52 is sewn or stitched or otherwise attached to the slip blanket 3, on the side of the slip blanket 3 that normally faces the mattress cover 2, such that the fixation straps 51, 52 are located between the mattress cover 2 and the drag blanket 3. In this way the risk that the fixation straps 51, 52 can get caught behind parts of the bed, or behind an object on the floor, during an evacuation, is almost completely excluded.

FIG. 21(b) is een vergrote weergave van een gedeelte van FIG 21(a). Het geeft beter weer hoe een uiteinde van de fixatieriem 52, wanneer die zich in zijn opgeborgen positie bevindt, uitschuifbaar bevestigd is aan de sleepdeken 3, namelijk door middel van een elastiekband 514. In geval van een calamiteit moet de reddingswerker simpelweg trekken in de richting van de pijl F aan het gedeelte 516 dat grotendeels uitsteekt buiten het assemblage. Wanneer de kracht groot genoeg is, zal het gesplichaam 522 vanzelf loskomen uit de elastiekband 514.FIG. 21 (b) is an enlarged view of a portion of FIG 21 (a). It better illustrates how an end of the fixation belt 52, when it is in its stowed position, is slidably attached to the drag blanket 3, namely by means of an elastic band 514. In the event of an emergency, the rescue worker simply has to pull in the direction from the arrow F to the portion 516 that largely protrudes outside the assembly. When the force is large enough, the split body 522 will automatically release itself from the elastic band 514.

Hoewel niet expliciet getoond, wordt een dergelijke of gelijkaardige elastiekverbinding voorzien voor alle uiteinden van beide fixatieriemen 51, 52. De lengte waarover het uiteinde 516 uitsteekt voorbij het assemblage 1 kan dus eenvoudig vooraf bepaald worden door een gepaste lengte van het uiteinde 516 en een gepaste positie van de elastiekband 514 ten opzichte van de versterkingsrand 37.Although not explicitly shown, such or similar elastic connection is provided for all ends of both fixation straps 51, 52. The length over which the end 516 extends beyond the assembly 1 can thus simply be predetermined by a suitable length of the end 516 and a suitable length. position of the elastic band 514 relative to the reinforcement edge 37.

BE2017/5343BE2017 / 5343

Zoals begrepen kan worden uit FIG. 6 is de lengte waarover de fixatieriemen kunnen uitgetrokken worden aan één uiteinde relatief kort (bv. minder dan 30 cm), en aan het andere uiteinde relatief lang (bv. minstens 120 cm). Dat is echter niet essentieel voor de uitvinding, en de beide uiteinden konden ook nagenoeg gelijk gekozen zijn. Het is echter een voordeel om de klikverbinding, in samengeklikte toestand, niet in of nabij het midden van het assemblage 1 te positioneren, omdat die zich dan met grote waarschijnlijkheid zou bevinden bovenop een patiënt, wat aanleiding kan geven tot ongemak of zelfs verwondingen. In voorkeursuitvoeringsvormen is de klikverbinding, wanneer ze samengeklikt is, nabij de rand van de matrashoes 2 gepositioneerd, bv. aan een zijwand van de matras, zoals getoond in FIG. 7, of op een afstand van minder dan 20 cm van de rand. Deze positie laat reddingswerkers toe om de fixatieriemen 51, 52 sneller en eenvoudiger aan te spannen, met minimaal ongemak voor de patiënt.As can be understood from FIG. 6, the length over which the fixation straps can be pulled out is relatively short at one end (e.g. less than 30 cm), and at the other end relatively long (e.g. at least 120 cm). However, that is not essential for the invention, and the two ends could also be chosen substantially the same. It is, however, an advantage not to position the snap connection, in collapsed condition, in or near the center of assembly 1, because it would then be highly likely to be on top of a patient, which can give rise to discomfort or even injury. In preferred embodiments, when clicked together, the snap connection is positioned near the edge of the mattress cover 2, e.g., on a side wall of the mattress, as shown in FIG. 7, or at a distance of less than 20 cm from the edge. This position allows rescue workers to tighten the fixation straps 51, 52 faster and easier, with minimal discomfort to the patient.

FIG. 22 tot FIG. 24 tonen in meer detail hoe de fixatieriemen 51, 52 door middel van elastische stroken of elastiekbanden 514, 516 in een opgeborgen positie kunnen gehouden worden, en hoe ze, na gebruik (bv. na een brandoefening) weer terug in dezelfde elastiekbanden kunnen gestopt worden.FIG. 22 to FIG. 24 show in more detail how the fixation straps 51, 52 can be held in a stowed position by means of elastic strips or elastic bands 514, 516, and how they can be put back into the same elastic bands after use (e.g. after a fire drill) .

FIG. 22 toont de elastiekband 514 die vast verbonden is met de sleepdeken 3, maar die geopend kan worden voor het opnemen van het gesplichaam 512. Dit heeft onder meer als voordeel dat de afstand waarover de fixatieriemen naar buiten uitsteken, nauwkeurig kan bepaald worden, zonder deze te hoeven meten. Bij voorkeur heeft het gesplichaam een concave vorm met afgeronde hoeken, om wat meer weerstand te bieden tegen verplaatsing ervan, zodat het beter op haar plaats wordt gehouden door de elastiekband 514, zonder het uittrekken ervan evenwel te verhinderen.FIG. 22 shows the elastic band 514 which is fixedly connected to the tow blanket 3, but which can be opened for receiving the split body 512. This has, inter alia, the advantage that the distance over which the fixation straps project outwards can be accurately determined without this have to measure. Preferably, the split body has a concave shape with rounded corners, in order to offer a little more resistance to displacement thereof, so that it is better held in place by the elastic band 514, without, however, preventing it from being pulled out.

FIG. 23 toont een tweede elastiekband 516 die zich niet nabij één van de randen van de sleepdeken 3 bevindt, maar nagenoeg in het midden. Deze is geschikt om een gedeelte van het lange uiteinde van de fixatieriem op te nemen. De elastiekband 516 heeft als voordeel dat de fixatieriemen 51, 52 onderling niet verstrikt kunnen geraken, noch verstrikt kunnen geraken met de treklussen 61, 62. Het wordt opgemerkt dat deze problemen niet kunnen optreden in de draagmatras van FIG. 1 omdat deze draaglussen bijzonder kort zijn, en eerder als handvaten fungeren. FIG. 23 toont verder hoe een centraal gedeelte van de fixatieriem 51 vast bevestigd is (bv. genaaid of gestikt is) aan de sleepdeken 3. FIG. 23 geeft ook een tweede, meer centraal gelegen elastiekband 516 weer, voor het opnemen van het andere (lange) uiteinde van de fixatieriem.FIG. 23 shows a second elastic band 516 which is not located near one of the edges of the drag blanket 3, but substantially in the middle. This is suitable for receiving a part of the long end of the fixation belt. The elastic band 516 has the advantage that the fixation straps 51, 52 cannot get entangled with each other, nor can they get entangled with the pull loops 61, 62. It is noted that these problems cannot occur in the carrying mattress of FIG. 1 because these carrying loops are particularly short, and rather act as handles. FIG. 23 further shows how a central portion of the fixation strap 51 is fixedly attached (e.g., sewn or stitched) to the slip blanket 3. FIG. 23 also shows a second, more centrally located elastic band 516, for receiving the other (long) end of the fixation belt.

FIG. 24 is een vergrote weergave van een gedeelte van FIG. 23.FIG. 24 is an enlarged view of a portion of FIG. 23.

BE2017/5343BE2017 / 5343

FIG. 25 is een variant van FIG. 21, die weergeeft dat dezelfde montage-principes kunnen gebruikt worden voor beide fixatieriemen 51, 52.FIG. 25 is a variant of FIG. 21, which shows that the same mounting principles can be used for both fixation straps 51, 52.

FIG. 26 toont het assemblage van FIG. 25 nadat de eerste ritssluiting 71 half gesloten is. Zoals hoger beschreven is het niet de bedoeling om ritssluiting 71 maar gedeeltelijk te sluiten, maar is dit enkel een overgangstoestand.FIG. 26 shows the assembly of FIG. 25 after the first zipper 71 is half closed. As described above, it is not intended to partially close zipper 71, but only a transition state.

FIG. 27 toont dat de matrashoes 2 zelf ook een ritssluiting 27 kan hebben waarmee de matrashoes 2 kan geopend of gesloten worden voor het inbrengen of verwijderen van een matras 4. Het is algemeen bekend om een matrashoes 2 met een ritssluiting te voorzien. Zoals hoger vermeld vormt de matrashoes 2 volgens de onderhavige uitvinding een complete omhulling rond de matras 4, en betreft dus niet louter een bovenzijde van de matrashoes 2 zonder onderzijde. De ritssluiting 27 kan een waterdichte ritssluiting zijn, maar dat is niet strikt noodzakelijk voor de onderhavige uitvinding.FIG. 27 shows that the mattress cover 2 itself can also have a zipper 27 with which the mattress cover 2 can be opened or closed for inserting or removing a mattress 4. It is generally known to provide a mattress cover 2 with a zipper. As stated above, the mattress cover 2 according to the present invention forms a complete covering around the mattress 4, and thus does not merely relate to a top side of the mattress cover 2 without a bottom side. The zipper 27 can be a watertight zipper, but that is not strictly necessary for the present invention.

FIG. 27 toont verder dat de matrashoes 2 een flap of boord 28 kan omvatten die over de ritssluiting 27 van de matrashoes 2 kan gekanteld worden. Deze flap of boord 28 zorgt ervoor dat bv. lichaamsvloeistoffen die op de matrashoes 2 terecht komen, over de rits 27 zullen stromen, en de boord 28 vermindert dus het risico dat de matras 4 die zich in de matrashoes 2 bevindt, wordt beschadigd of vervuild. In FIG. 27 is de boord ter hoogte van locatie A naar boven geklapt om de eigen ritssluiting 27 toegankelijk te maken, en is de boord 28 naar beneden geklapt ter hoogte van locatie B om de eigen ritssluiting 27 af te schermen.FIG. 27 further shows that the mattress cover 2 can comprise a flap or border 28 which can be tilted over the zipper 27 of the mattress cover 2. This flap or edge 28 ensures that, for example, body fluids which end up on the mattress cover 2 will flow over the zipper 27, and the edge 28 thus reduces the risk that the mattress 4 contained in the mattress cover 2 will be damaged or contaminated . In FIG. 27, the edge at location A is folded up to make the own zipper 27 accessible, and the edge 28 is folded down at location B to shield the own zipper 27.

De aanwezigheid van de boord 28 is evenwel niet verplicht, en de onderhavige uitvinding zal ook werken zonder deze boord. In zulk geval zal de rits 27 zichtbaar zijn, en is de eigen rits 27 bij voorkeur een waterdichte ritssluiting.However, the presence of the board 28 is not mandatory, and the present invention will also work without this board. In such a case the zipper 27 will be visible, and the own zipper 27 is preferably a watertight zipper.

FIG. 28 toont het assemblage 1 van FIG. 27, waarbij de flap of boord 28 van de matrashoes 2 over de eigen rits 27 (niet meer zichtbaar in FIG. 28) is geklapt of gevouwen. De treklus 61 die uitsteekt aan de rechterkant van FIG. 27 en FIG. 28 maakt geen deel uit van de matrashoes 2 zelf, maar wel van de sleepdeken 3 die onderaan de matrashoes 2 gekoppeld is.FIG. 28 shows the assembly 1 of FIG. 27, wherein the flap or collar 28 of the mattress cover 2 is folded or folded over its own zipper 27 (no longer visible in FIG. 28). The pull loop 61 protruding on the right-hand side of FIG. 27 and FIG. 28 does not form part of the mattress cover 2 itself, but does form part of the drag blanket 3 which is coupled at the bottom of the mattress cover 2.

FIG. 29 en FIG. 30 tonen de matrashoes 2 van FIG. 27 en FIG. 28 geopend aan één van de hoeken, en tonen een voorbeeldmatige matras 4 die ingebracht is in de matrashoes 2. In het voorbeeld van FIG. 29 en FIG. 30 is dit een schuimmatras. Het is belangrijk om op te merken dat in principe elk type matras kan gebruikt worden, en dat er geen uitsparingen of inzetstukken nodig zijn in de matras 4, bv. voor het opnemen van fixatieriemen of dergelijke, waardoor de keuze van geschikte matrastypes enorm verhoogd wordt.FIG. 29 and FIG. 30 show the mattress cover 2 of FIG. 27 and FIG. 28 opened at one of the corners, and show an exemplary mattress 4 inserted into the mattress cover 2. In the example of FIG. 29 and FIG. 30 this is a foam mattress. It is important to note that in principle any type of mattress can be used, and that no recesses or inserts are required in the mattress 4, for example for receiving fixation belts or the like, whereby the choice of suitable mattress types is greatly increased. .

BE2017/5343BE2017 / 5343

Tenslotte kan nog worden vermeld:Finally it can be stated:

- dat de matras een CE-gecertificeerde safety matras kan zijn, en- that the mattress can be a CE-certified safety mattress, and

- dat de fixatieriemen uitschuifbaar kunnen zijn,- that the fixation straps can be extendable,

In een voorkeursuitvoeringsvorm kan het assemblage 1 aan één of meerder van de volgende voorwaarden voldoen:In a preferred embodiment, assembly 1 can satisfy one or more of the following conditions:

Afmetingen matras:Mattress dimensions:

- Dikte 14 of 16 cm (maatwerk is mogelijk)- Thickness 14 or 16 cm (customization is possible)

Schuim:Foam:

Diverse mogelijkheden in hoogwaardige materialen, volledig afgestemd op de individuele behoefte(n)Various options in high-quality materials, fully tailored to individual needs

Schuimen vrij van schadelijke PPBFoams free from harmful PPB

Schuimen op MDI basis en niet op TDIFoams based on MDI and not on TDI

Matrashoes 2:Mattress cover 2:

- Bi-Elastic Excel 220- Bi-Elastic Excel 220

- Chloorresistent- Chlorine resistant

- Antibacterieel- Antibacterial

- Ademend- Breathable

- ondoordringbaar voor vloeistoffen, bloed, schimmels, kiemen...- impermeable to liquids, blood, fungi, germs ...

- Brandwerend en -vertragend, veiligheidsattest Crib-5- Fire-resistant and fire-retardant, security certificate Crib-5

10.000 PPM disinfecteerbaar10,000 PPM can be disinfected

- Milieuvriendelijk, hallogeenvrij,- Environmentally friendly, halogen-free,

- CFK-vrij geproduceerd- Produced CFC-free

- Cfr. ECO-TEX STANDAARD 100- Cf. ECO-TEX STANDARD 100

- Crib-7- Crib-7

Glijdeken 3:Slide 3:

- PU brandvertragende coating- PU fire retardant coating

- Hydrolysebestendig- Hydrolysis resistant

- Urinebestendig- Urinary resistant

- Antibacterieel- Antibacterial

Verbindingsritsen 71, 72:Connection zippers 71, 72:

- Vervangbare 8,5mm bloktandrits n°10- Replaceable 8.5 mm block tooth zipper n ° 10

BE2017/5343BE2017 / 5343

- Vlam- en vuurresistente Nylon 6.6 vertandingafwerking- Flame and fire resistant Nylon 6.6 toothing finish

- Rechtse insteek- Right-hand approach

- Vuur-vertragend synthetisch polyesterlint- Fire-retardant synthetic polyester ribbon

Fixatieriemen 51, 52:Fixation straps 51, 52:

- Lateraal geïncorporeerd- Incorporated laterally

- Uitschuifbaar- Extendable

- Polypropyleen DEN 1000, dubbel geweven- Polypropylene DEN 1000, double woven

- Breuksterkte > 570kg- Breaking strength> 570 kg

- Polyamide gespen: trekkracht tot 150 kg- Polyamide buckles: pulling force up to 150 kg

Treklussen:Pull loops:

Lange, dubbele handgrepen met comfortgrip (breuksterkte > 570 kg)Long, double handles with comfort grip (breaking strength> 570 kg)

REFERENTIES:REFERENCES:

100: draagmatras; 200: evacuatie-inrichting; 201: afstand; 202: elastiek;100: mattress; 200: evacuation device; 201: distance; 202: elastic;

1: assemblage; 2: matrashoes; 27: rits van de matrashoes zelf; 28: flap;1: assembly; 2: mattress cover; 27: zipper of the mattress cover itself; 28: flap;

3: sleepdeken; 31: eerste (rechthoekige) zone; 32: tweede (tapse) zone; 33: derde (tapse) zone;3: drag blanket; 31: first (rectangular) zone; 32: second (tapered) zone; 33: third (tapered) zone;

35a, 35b: schuine segmenten van de tweede zone; 37: verstevigde rand; 4: matras;35a, 35b: oblique segments of the second zone; 37: reinforced edge; 4: mattress;

51: eerste fixatieriem; 511: aanspansysteem; 512: kliksysteem; 513: naden;51: first fixation belt; 511: tensioning system; 512: click system; 513: seams;

514: elastiek; 515: vrouwelijk uiteinde van het kliksysteem; 516: uitstekend gedeelte;514: elastic; 515: female end of the click system; 516: excellent portion;

52: tweede fixatieriem; 521: aanspansysteem; 522: kliksysteem;52: second fixation strap; 521: tensioning system; 522: click system;

61: eerste treklus; 62: tweede treklus; 63: derde treklus; 64: vierde treklus;61: first draw loop; 62: second pull loop; 63: third draw loop; 64: fourth draw loop;

611: middelste positie van eerste treklus; 612, 613: aansluitingspunten van de eerste treklus;611: middle position of first draw loop; 612, 613: connection points of the first draw loop;

614: eerste opbergvakje; 615: eerste tussenverbinding; 616: eerste flap;614: first storage compartment; 615: first intermediate connection; 616: first flap;

621: middelste positie van tweede treklus; 622, 623: aansluitingspunten van de tweede treklus;621: middle position of second draw loop; 622, 623: connection points of the second pull loop;

624: tweede opbergvakje; 625: tweede tussenverbinding;624: second storage compartment; 625: second intermediate connection;

71: eerste rits(sluiting); 711: eerste ritsgedeelte; 712: tweede ritsgedeelte; 713: lengte eerste rits;71: first zipper (closure); 711: first zipper portion; 712: second zipper portion; 713: length of first zipper;

72: tweede rits(sluiting); 721: derde ritsgedeelte; 722: vierde ritsgedeelte;72: second zipper (closure); 721: third zip section; 722: fourth zip section;

73: derde rits(sluiting); 731: vijfde ritsgedeelte; 732: zesde ritsgedeelte;73: third zipper (closure); 731: fifth zip section; 732: sixth zipper section;

74: vierde rits(sluiting); 741: zevende ritsgedeelte; 742: achtste ritsgedeelte;74: fourth zipper (closure); 741: seventh zipper section; 742: eighth zipper section;

81: eerste klittenband; 82: tweede klittenband; 91: label of etiket.81: first Velcro; 82: second Velcro; 91: label or label.

Claims

Conclusions

An assembly (1) comprising:

- a mattress (4); and

- a mattress cover (2) that surrounds the mattress;

- a tow blanket (3) with at least a first tow loop (61) for towing the tow blanket (3) over a floor;

characterized in that

- the mattress cover (2) and the drag blanket (3) are connectable by means of at least a first divisible zipper (71) and a second divisible zipper (72) which both extend in a longitudinal direction (X) of the mattress cover (2);

wherein the first divisible zipper (71) comprises a first zipper portion (711) fixedly attached to the mattress cover (2), and a matching second zipper portion (712) fixedly attached to the slip blanket (3), and wherein the second divisible zipper zipper (72) includes a third zipper portion (721) fixedly attached to the mattress cover (2), and a matching fourth zipper portion (722) fixedly attached to the slip blanket (3).

An assembly according to claim 1, wherein the assembly (1) further comprises at least a first and second fixation strap (51, 52) for fixing a person to the mattress cover (2), which fixation straps (51, 52) extend into a transverse direction (Y) of the mattress cover (2).

An assembly (1) according to claim 1 or 2, wherein the first and second fixation straps (51, 52) are rigidly connected to the tow blanket (3).

An assembly (1) according to any one of the preceding claims, wherein the first and second fixation straps (51, 52) each comprise a buckle and a tensioning system, and wherein the buckle comprises a snap mechanism.

An assembly (1) according to claim 4, wherein each buckle comprises a first and a second split body, wherein the first split body is attached to a first end of the fixation belt, and the second split body is attached to a second end of the fixation belt;

and wherein the assembly (1) further comprises at least four elastic bands (514), each for receiving one split body.

BE2017 / 5343

An assembly (1) according to claim 5, wherein at least two of the bodies have a concave shape with rounded corners.

An assembly (1) according to claim 5 or 6, wherein the at least four elastic bands (514) are positioned relative to an edge of the tow blanket (3), and wherein the first and second split body of the first and second fixation belt ( 51, 52) are positioned relative to the fixation strap such that the ends of the fixation straps protrude beyond a peripheral edge (37) of the tow blanket (3) over a distance in the range of 5 to 30 cm.

An assembly (1) according to any one of the preceding claims, wherein the first and second and third and fourth zipper sections (711, 712, 721, 722) are located in a zone between the first and the second fixation belt (51, 52).

An assembly (1) according to claim 8, wherein the first and second and third and fourth zipper sections (711, 712, 721, 722) extend over at least 80% of the distance (53) between the first and second fixation belts (51 , 52).

An assembly (1) according to any one of the preceding claims, wherein the first pull loop (61) is located at the head end (23) or at the foot end (24) of the mattress cover (2).

An assembly (1) as claimed in any one of the preceding claims, wherein the assembly further comprises a second pull loop (62), wherein one (61) of the first and second pull loop is located at the head end of the mattress cover (2), and the other ( 62) of the first and second pull loop is at the foot end of the mattress cover (2).

An assembly (1) according to any one of the preceding claims, wherein the assembly (1) comprises a third pull loop (63) located at the same end of the mattress cover (2) as the first pull loop (61), and having a length has from 30% to 70% of the length of the first pull loop (61);

the assembly (1) comprising a fourth draw loop (64) located at the same end of the mattress cover (2) as the second draw loop (62), and having a length of 30% to 70% of the length of the second pull loop (62).

BE2017 / 5343

An assembly (1) according to any one of the preceding claims, wherein the tow blanket (3) has substantially an octagon shape;

wherein the octagon comprises a first zone (31) in the form of a rectangle with two opposite sides on which or along or alongside which are the third and fourth zipper sections (721, 722), and wherein the octagon has a second and a third zone ( 32, 33) having a tapered or conical shape, the first zone (31) being located between the second (32) and the third zone (33);

and wherein the octagon has a reinforced circumference (37);

and wherein peripheral segments (35a, 35b) of the second tapered or conical zone (32) are substantially in line with the first draw loop (61) when it is tensioned from a middle position (611) thereof in a direction away from the tow blanket ( 3);

and wherein circumferential segments (36a, 36b) of the third tapered or conical zone (33) are substantially in line with the second draw loop (62) when it is tensioned from a middle position (621) thereof in a direction away from the tow blanket ( 3).

An assembly (1) according to claim 13, wherein the first and the second pull loop (61, 62) form an integral part of the reinforced circumference.

An assembly (1) according to any one of the preceding claims, wherein the assembly (1) further comprises a first storage bag (614) located between the mattress cover (2) and the tow blanket (3), and attached to the tow blanket (3) or on the mattress cover (2), an entrance of which is situated between the connection points (612, 613) of the first draw loop (61).

An assembly (1) according to any one of the preceding claims, wherein the assembly (1) further comprises a first Velcro connection (81) with at least a first Velcro strip (81a) fixedly attached to the mattress cover (2) and with at least a second Velcro strip ((1)) 81b) fixedly attached to the slip blanket (3), the Velcro connection (81) being located between connection points (612, 613) of the first draw loop (61), and oriented in a transverse direction (Y) of the mattress cover (2).

BE2017 / 5343

An assembly (1) according to claim 15 or 16, wherein the assembly further comprises a second storage pouch, located between the mattress cover (2) and the tow blanket (3), and attached to the tow blanket (3) or to the mattress cover (2 ), an input of which is situated between the connection points (622, 623) of the second pull loop (62).

An assembly (1) according to claim 17, wherein the assembly further comprises a second Velcro connection located between the connection points (622, 623) of the second pull loop (62).

An assembly (1) according to any one of the preceding claims, wherein the tow blanket (3) comprises a coating applied to the face of the tow blanket that, when the tow blanket and the mattress cover are attached to each other by means of the first and second zipper ( 71, 72), has turned to the mattress cover (2).

An assembly (2) according to claim 21, wherein the coating is a coating that is commercially available from Vetex N.V. in Ingelmunster in Belgium, under reference PES-FR-20.

A set of parts, comprising: a mattress cover (2) and an associated slip blanket (3) with the features of any one of the preceding claims.

A mattress cover (2) suitable for forming an assembly (1) according to any one of claims 1 to 20,

- wherein the mattress cover (2) forms an enclosure for receiving a mattress (4);

- and wherein the mattress cover (2) comprises a first zipper portion (711) of a first divisible zipper (71), which first zipper portion (711) is fixedly attached to the mattress cover (2), and extends in a longitudinal direction (X) of the mattress cover (2), but where the mattress cover (2) does not have a suitable second zipper section (712);

- and wherein the mattress cover (2) comprises a third zipper portion (721) of a second divisible zipper (72), which third zipper portion (721) is fixedly attached to the mattress cover (2), and extends in a longitudinal direction (X) of the mattress cover (2), but where the mattress cover (2) does not have a suitable fourth zipper part (722),

- and wherein the first zipper portion (711) and the third zipper portion (721) are on opposite sides of the mattress cover (2),

- and wherein the first zipper portion (711) and the third zipper portion (721) have a length that is 30% to 70% of the length of the mattress cover (2).

BE2017 / 5343

A tow blanket (3) suitable for forming an assembly (1) according to any one of claims 1 to 20,

- wherein the tow blanket (3) comprises a zipper portion (711) of a first divisible zipper (71), which zipper portion (711) is fixedly attached to the tow blanket (2), and extends in a longitudinal direction

5 (X) of the slip blanket (3);

- and wherein the tow blanket (3) comprises a zipper portion (721) of a second divisible zipper (72), which zipper portion (721) is fixedly attached to the tow blanket (3), and extends in a longitudinal direction (X) of the tow blanket (3);

- and wherein the zipper portion (711) of the first divisible zipper (71) and the zipper portion (721) of

The second divisible zipper (72) is located on opposite sides of the drag blanket (3);

- and wherein the zipper portion (711) of the first divisible zipper (71) and the zipper portion (721) of the second divisible zipper (72) have a length that is 30% to 70% of the length of the tow blanket (3).