BE1024974B1

BE1024974B1 - Medische kous

Info

Publication number: BE1024974B1
Application number: BE2017/5516A
Authority: BE
Inventors: Coninck Johan De
Original assignee: Deco-Vision Bvba
Priority date: 2017-07-20
Filing date: 2017-07-20
Publication date: 2018-08-29
Also published as: EP3430923A1; DK3430923T3; EP3430923B1

Abstract

De huidige uitvinding betreft een (medische) steunkous voor het tegengaan van bloedklontervorming, waarbij de steunkous een verbeterde antislipfunctionaliteit voorziet.

Description

(73) Houder(s) :

DECO-VISION BVBA 9800, DEINZE België (72) Uitvinder(s) :

DE CONINCK Johan 9800 DEINZE België (54) MEDISCHE KOUS (57) De huidige uitvinding betreft een (medische) steunkous voor het tegengaan van bloedklontervorming, waarbij de steunkous een verbeterde antislipfunctionaliteit voorziet.

Πω. ΙΑ

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024974 Nummer van indiening: BE2017/5516

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: A41B 11/00 A61F 13/08 Datum van verlening: 29/08/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 20/07/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeid in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

DECO-VISION BVBA, Gampelaeredreef 2 bus 0001, 9800 DEINZE België;

vertegenwoordigd door

BRANTS Johan Philippe Emile, Pauline Van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;

CRABBE Ellen, Pauline van Pottelsberghelaan 24, 9051, GENT;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: MEDISCHE

KOUS.

UITVINDER(S):

DE CONINCK Johan, Bredestraat 46, 9800, DEINZE;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 29/08/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5516

MEDISCHE KOUS

TECHNISCH DOMEI N

De uitvinding heeft betrekking op een verbeterde medische kous, meer bepaald een compressiekous of steunkous voor het tegengaan van bfoedkfontervorming in de onderste ledematen van een drager.

Steunkousen of medische compressiekousen, ook gekend als therapeutische of anti-embolie kousen, oefenen een comprimerende druk uit op een been en/of voet van een drager. De kousen worden typisch gedragen door personen wiens beweeghjkheid beperkt is, bijvoorbeeld na een operatie, tijdens iangdurige ziekte, gedurende lange vluchten, of andere situaties waarin lange immobiliteit (of gereduceerde mobiliteit) voorkomt. Verder worden deze ook in meer alledaagse situaties gedragen door senioren, of andere personen met gereduceerde mobiliteit. Een gereduceerde mobiliteit kan voor een verlaging zorgen in de snelheid waarmee bloed stroomt in een gebruiker zijn oi haar benen, wat dan weer een verhoogde kans op trombose of embolie kan opleveren. Door het uitoefenen van een druk op hef been en/of voet, kan de snelheid waarmee het bloed stroomt, verhoogd worden en zo deze risico’s geminimaliseerd worden. Algemeen oefenen de kousen een druk uit op de benen (en/of voet) voigens een drukgradiënt die afneemt naargelang de hoogte van de kous (hogere druk aan de enkei, lagere druk daarboven).

Dergeiijke medische compressiekousen worden meestal gedragen zonder schoenen, waardoor de drager een verhoogd risico op glijdpartljen heeft. Dit is bovendien nog toepasseiijker bij ziekenhuispatiënten, die vaak steunkousen dragen zonder schoenen, die verzwakt, vermoeid, invalide zijn en/of onder medicatie staan, en zo nog meet gevaar lopen om uit te glijden. Daarbij dient ook nog opgemerkt ie worden dat ziekenhuisvloeren typisch sterk gepolijst zijn. Om die reden voorzien sommige ziekenhuizen reeds paiiënien en personeel mei anti-slip overschoenen. Echter, deze zijn vrij duur en worden vaak ook niet gedragen door de patiënien, en is het ook moeilijk aile paiiënien hier ie allen tijden toe ie dwingen.

Prior art zoals in US 4,021,860 toont een steunkous met antislip elementen, door het aanhechten van een thermoplast aan de zooi van de steunkous. Echter, deze

BE2017/5516 bezit een aantal nadelige aspecten die enerzijds het gebruiken van de kous onpraktiscb maakt, en anderzijds de werking inefficient maakt. De thermoplast is niet elastisch genoeg om de vervorming van de kous volledig toe te laten en kan zo ongemakken veroorzaken bij de drager. Het belangrijkste nadelige effect is echter dat door deze onvolledige vervorming van de kous door de rigide gripelementen, de comprimerende werking van de kous (lokaal) sterk wordt beïnvloed, aangezien de kous niet overal evenzeer kan uitrekken en dus andere drukken zal uitoefenen op het been of op de voet van de gebruiker, afhankelijk van de aanwezigheid of afwezigheid of zelfs nabijheid van een gripelement op die posities.

Een probleem met de gekende is dat deze onvoldoende aangepast zijn aan de specifieke noden van deze sifuatie. Door een gebrekkige materiaalkeuze en/of configuratie van de antislip elementen, kunnen deze geen goede grip aanbieden door een onvoldoende verhoogde wrijvingscoëfficiënt tussen steunkous en (de vaak gladde) ondergrond.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde Problemen.

SAMENVÄTTI NG VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft een verbeterde steunkous voor het tegengaan van bloedklontervorming, omvattende een rekbaar voetgedeelte geschikt voor het ontvangen van een voet van een gebruiker, en een rekbaar beengedeelte geschikt om minstens een deel van een been van de gebruiker te ontvangen, waarbij het voetgedeelte een uitwendige onderzijde omvat geschikt voor het contact van de voet met een ondergrond, met ais kenmerk dat de uitwendige onderzijde van het voetgedeelte voorzien is van een veelheid aan gripelementen aangepast voor hei verhogen van de wrijvingscoëfficiënt tussen de onderzijde en de ondergrond.

Bij voorkeur hebben alle gripelementen een minimale opperviakte van ongeveer 0.2 cm² en een maximale opperviakte van ongeveer 1 cm², bij voorkeur met een minimale opperviakte van ongeveer 0.225 cm² en/of een maximale opperviakte van ongeveer 0.50 cm², bij verdere voorkeur een maximale opperviakte van ongeveer 0.40 cm², bij nog verdere voorkeur een maximale opperviakte van 0.35 cm² en bij hoogste voorkeur een maximale opperviakte van 0.30 cm².

BE2017/5516

Daarnaast zijn de gripelementen aangepast om transversaai ten opzichte van een lengteas van het voetgedeelte van de steunkous minstens tot 110 %, bij voorkeur minstens tot 120 %, van een transversale breedte van de niet uitgerekte gripelementen uitrekbaar te zijn.

Verder omvat het beengedeelte een verbrede kuitzone, gepositioneerd voor en geschikt voor het ontvangen van een kuit van de gebruiker, en omvat het beengedeelte een vernauwde bovenenkefzone, gepositioneerd voor en geschikt voor het ontvangen van een deel van het been boven de enkel van de gebruiker.

Daarbij omvat het beengedeelte een geweven materiaal, met als kenmerk dat het geweven materiaal ter hoogte van en rondom de kuitzone meer steken bevat ten opzichte van het geweven materiaal ter hoogte van en rondom de bovenenkelzone.

BE2017/5516

BESCHRI JVI HG VÄN DE FI GUREN

Figuur 1A-B toont een eerste uitvoeringsvorm van de steunkous volgens de uitvinding in een zijaanzicht en een onderaanzicht.

Figuur 2Â-B toont een tweede uitvoeringsvorm van de steunkous volgens de uitvinding in een zijaanzicht en een onderaanzicht.

Figuur 3Ä-B toont een derde uitvoeringsvorm van de steunkous volgens de uitvinding in een zijaanzicht en een onderaanzicht.

Figuur 4Ä~B toont een vierde uitvoeringsvorm van de steunkous volgens de uitvinding in een zijaanzicht en een onderaanzicht.

Figuur 5Â-B toont een vijfde uitvoeringsvorm van de steunkous volgens de uitvinding in een zijaanzicht en een onderaanzicht.

Figuur 6Ä-B toont een zesde uitvoeringsvorm van de steunkous volgens de uitvinding in een zijaanzicht en een onderaanzicht.

Figuur 7Ä-B toont een zevende uitvoeringsvorm van de steunkous volgens de uitvinding in een zijaanzicht en een onderaanzicht.

Figuur 8Â-B toont een achtste uitvoeringsvorm van de steunkous volgens de uitvinding in een zijaanzicht en een onderaanzicht.

GEDETÄi LLEERDE BESCHRi JVi NG

De uitvinding betrett een verbeterde steunkous voor het counteren van bloedklontervorming, waarbij een verbeterde slipweerstand bewerksteiiigd werd. De aanvrager merkte dat het gebruik van steunkousen, vooral in ziekenhuizen, enkele gevaren met zieh meebracht. In dergelijke settings dragen de meeste gebruikers van steunkousen geen schoenen, en zijn de vloeren bovendien erg glad. Dit gecombineerd met een ai verzwakte drager (door ziekte bijvoorbeeld), ieidt dan ook tot heel veel onnodige ongelukken. De aanvrager ontwikkelde om die reden dan ook een steunkous met een geoptimaliseerde antislip-werking, die hierna verder besproken zai worden in een aantal diepere aspecten.

BE2017/5516

Tenzij anders gedefinieerd hebben aile termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoais ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgeiegd.

“Een”, ”de” en “het refereren in dit document naar zowei hef enkeivoud ais het meervoud tenzij de context duidelijk anders verondersteit. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Met de term “voetgedeeite” wordt verwezen naar een voorgevormd gedeelte van de steunkous geschikt om een voef van een gebruiker te omvatten. Typisch omvat het voetgedeeite eveneens een specifiek aangepast hielstuk, om de steunkous correct te positioneren ten opzichte van de hiel en verschuivingen tegen fe gaan, en daarnaast ook een teenstuk voorgevormd voor het ontvangen van tenen van een gebruiker. Het voetgedeeite zal onder een zijaanzichî typisch onder een hoek siaan ten opzichte van het beengedeelîe om de natuurlijke hoek van een voet ten opzichte een been minstens gedeeltelijk mee te volgen.

Met de term “beengedeelîe” wordt verwezen naar een voorgevormd gedeelte van de steunkous geschikt om een been van een gebruiker te omvatten. Typisch is het beengedeelîe ongeveer cilindervormig of geîrunceerd conisch, of een combinatie van meerdere dergelijke vormen, om op die manier de vorm van een menselijk been aan te nemen wanneer daarin aanwezig, en daarbij de gewenste druk uit te oefenen op het been. Het beengedeelîe strekt zieh typisch uit van de hiei tot onder de knie, of tot boven de knie of zeifs tot aan of over de dij.

Met de term “lengteas van het voetgedeeite” wordt verwezen naar een virtuele as die ongeveer loopt van hiel naar teen (of hielstuk naar teenstuk van het voetgedeeite), specifiek dan de middelste teen of een centraal punt van de tenen bij de gebruiker wanneer de steunkous gedragen wordt door de gebruiker.

Met de term “transversaai” wordt verwezen naar een zijdelingse richting in het vlak van de voet (zool) aan beide zijden van de lengteas van het voetgedeeite zoals hierboven gedefinieerd. De “transversale breedte” is dan ook de breedte längs deze richting.

BE2017/5516

Met de term “kuitzone” wordt een gedeelte van het been beschreven dat benaderend het dikste (grootste omtrek) heeft van het been. Deze zone wijkt verder ook vaak af van de rest van het been doordat een kuit typisch breder is dan en een getrunceerd conische (of benaderend conische) vorm heeft, volgens de verbredende kuit.

Met de term “bovenenkeizone” wordt verwezen naar een gedeelte van het been dat benaderend het dunste (kleinste omtrek) van het been heeft.

Met de term “steken” wordt verwezen naar de filamenten van het geweven materiaal.

Wanneer “ongeveer of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeid van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zeit specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “beheizen”, “beheizende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inciusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgf aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsiuiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het eiteren van numerieke Intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële gefallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

in een eerste aspect betreff de uitvinding een sieunkous voor het tegengaan van bloedklontervorming. De sieunkous omvat een rekbaar voetgedeelte geschikt voor het ontvangen van een voet van een gebruiker, en een rekbaar beengedeelte geschikt om minstens een deel van een been van de gebruiker te ontvangen. Het

BE2017/5516 deel van het been dat ontvangen wordt door het beengedeelte is minstens enkel en knie, en optionee! dij van de gebruiker. Het voetgedeeite omvat een uitwendige onderzijde geschikt voor het contact van de voet met een ondergrond, Hierbij Is de uitwendige onderzijde van het voetgedeeite voorzien van een veelheid aan gripelementen aangepast voor het verhogen van de wrijvingscoëfficiënt tussen de onderzijde en de ondergrond, waarbij de gripelementen allen een minimale oppervlakte hebben van ongeveer 0.2 cm² en een maximale oppervlakte hebben van ongeveer 1 cm².

De aanvrager merkte dat vele, als niet alle, reeds bekende steunkousen weinig tot niets deden aan de veiligheidsrisico’s die reeds eerder werden aangegeven. Gebruikers van de kousen zijn doorgaans reeds verzwakt door ziekte en lichamelijke aandoeningen, of recupererend daarvan, en als dusdanig zeer gevoelig voor uitschuiven of verlies van evenwicht. De steunkousen zijn gemaakt uit vrij gladde materialen, die gecombineerd met de reeds gladde vloeren van ziekenhuizen, rusîoorden en andere recuperatieoorden, elk jaar heel veel siachtoffers maken door schuifpartijen. Door de toevoeging van zeer specifieke gripelementen aan de onderzijde van de steunkous beoogt de aanvrager deze problematiek te veriichten of zelfs op te iossen. De gripelementen zijn aangepast om de wrijvingscoëfficiënt tussen de ondergrond en de steunkous te verhogen om zo een betere grip toe te laten. Echter, het is belangrijk dat deze gripelementen natuurlijk voeien, en vooral de steunkous zelf niet ongemakkelijk maken. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de volledige onderzijde van de steunkous met een laag materiaal te voorzien die voor een betere grip zorgt, maar dit voelt voor de meeste gebruikers niet aangenaam aan. Bovendien zou een dergelijke laag de vervorming van de steunkous tegenhouden die crucsaai is om de correcte vorm aan te nemen, namelijk deze van de voet van de gebruiker. De steunkous volgens de uitvinding is specifiek aangepast voor het maximaliseren van comfort en veiligheid. Bovena! is het echter van belang dat de steunkousen ondanks de aanwezigheid van de gripelementen toch nog voldoende kunnen uitrekken, om zo de gewenste druk te kunnen uitoefenen op de drager zijn ledematen.

Bij voorkeur hebben de gripelementen allen een minimale oppervlakte van ongeveer 0.225 cm² en/of een maximale oppervlakte van ongeveer 0.50 cm².

BE2017/5516

Bij verdere voorkeur hebben de gripelementen een maximale oppervlakte van ongeveer 0.40 cm², bij nog verdere voorkeur een maximale oppervlakte van 0.35 cm² en bij hoogste voorkeur een maximale oppervlakte van 0,30 cm²,

Deze verder vernauwde opperviaktes geven een geoptimaliseerde configuratie weer van de uitvinding. De aanvrager merkte dat het efiiclënter was om een groot aantal, kleinere gripelementen te voorzien. Dit maximaliseert enerzijds de wrijvingscoëfficiënt in verhouding met het behoud van flexibiliteit van het voetgedeelte van de steunkous. Bovendien werd opgemerkt dat bij een constante totale oppervlakte van de gripelementen, het voordelig was om deze een afzonderlijke oppervlakte te geven van maximaal 0.30 cm² en zo een groter aantal gripelementen te voorzien. De kleinere gripelementen geven per oppervlakfeeenheid een grotere verhoging in wrijvingscoëfficiënt dan grotere gripelementen. Merk hierbij op dat de aanvrager deze tendens reeds opmerkte rond opperviaktes onder ongeveer 1 cm², maar dat deze meer uitgesproken was bij opperviaktes onder ongeveer 0.50 cm², 0.40 cm², 0.35 cm², 0.30 cm², maar dat de tendens zieh omkeerde onder ongeveer 0.2 cm² of 0.225 cm². Bij grotere afzonderlijke opperviaktes dan 1 cm² werkten de gripelementen zichzelf gedeeltelijk tegen, wat zieh vertaaide in een inefficiënte wrijvingscoëfficiënt.

in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de gripelementen aangepast om transversaai ten opzichte van een lengteas van het voetgedeelte van de steunkous minstens tot 110%, bij voorkeur minstens tot 120%, van een transversale breedte van de niet-uitgerekte gripelementen uitrekbaar te zijn. Bij verdere voorkeur zijn deze minstens tot 125% of zelfs 130%, 135%, 140%, 150%, 175% of 200% of meer, van de breedte uitrekbaar.

De aanvrager merkte dat bij bestaande steunkousen, de gripelementen (zo goed als) niet vervormbaar zijn, wat nefast is voor het comfort van de gebruiker. Dit zorgt voor zones van verhoogde druk op de zool van de voet van een gebruiker die de bloedsdoorstroming kunnen hinderen, maar verder ook algemeen nadelig kunnen zijn voor het comfort van de gebruiker, die dit ervaart als starre, harde punten in de kous.

Door de gripelementen licht vervormbaar te maken minstens transversaai ten opzichte van de lengteas van de voet, wordt aan dit probleem al gedeeltelijk tegemoetgekomen, en vanaf de genoemde uitrekkingen, van die mate dat de gebruiker een sterk verhoogd comfort ervaart ten opzicht van steunkousen met

BE2017/5516 (quasi) onvervormbare gripelementen. Alternatief kunnen starre gripelementen aangebracht worden om een latere uitrekking van de steunkous tegemoet te komen, maar het is zeer moeilijk om de gripelementen correct aan te brengen, aangezien deze uitrekking moeilijk voorzien kan worden. Bovendien zal dit voor een ongewenste invloed zorgen op de steunkous in niet-uitgerekte toestand, en kan dit ook voor vervorming van het voetgedeelte van de steunkous zorgen, wat het objectief van de steunkous, gepaste compressie van de voet en het been van een gebruiker, negatief zal beinvloeden. Hierbij dient ook opgemerkt te worden dat enkel uitrekbaarheid in transversale richting besproken werd omdat de steunkous in deze richting sterkst zal uitrekken en vervormen. Echter, de gripelementen zijn bij voorkeur ook gelijkaardig uitrekbaar längs de lengteas, en is dus bij voorkeur minstens tot 110% van de originels dimensie längs de lengteas van het voetgedeelte uitrekbaar, bij voorkeur tot 120%, 125%, 130%, 135%, 140%, 150%, 175% of 200% of meer.

in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, omvat het beengedeeite een verbrede kuitzone, gepositioneerd voor en geschikt voor het ontvangen van een kuit van de gebruiker, en omvat het beengedeeite een vernauwde bovenenkelzone, gepositioneerd voor en geschikt voor het ontvangen van een deel van het been boven de enkel van de gebruiker. Hierbij omvat het beengedeeite een geweven materiaal, met als kenmerk dat het geweven materiaal ter hoogte van en rondom de kuitzone meer steken bevat ten opzichte van het geweven materiaal ter hoogte van en rondom de bovenenkelzone.

De steunkous van de aanvrager is voorzien van een ‘pocket weaving’ aan het beengedeeite, om de vorm van het been zo goed mogelijk te voigen en een correcte druk uit te oefenen hierop. Prior art steunkousen met geweven materiaal in hei beengedeeite worden meestal vervaardigd via ‘cilinder weaving’, waarbij een gelijk aantal steken gebruikt rondom over gans de lengte van het beengedeeite. Dit komt echter niet tegemoet aan de sierk variabeie dikte van het been van een gebruiker. Pocket weaving houdt in dat het beengedeeite geproduceerd wordt met een variërende steekdichtheid langsheen de lengte van het beengedeeite. Waar het been breder is (grotere omtrek, bijvoorbeeld aan kuit), worden längs de omtrek van het beengedeeite meer steken gebruikt, dan waar het been smaller is (lagere omtrek, bijvoorbeeld net boven de enkel). Op die manier zullen de zones met een grotere steekdichtheid verder uitrekken onder eenzelfde kracht, wat toestaat om comfortabel het been van de gebruiker ie ontvangen. Merk op dat de

BE2017/5516 st eekd ich t h eid verder geconfigureerd wordt om de juiste druk uit te oefenen langsheen de iengte van het beengedeeite, wat verder in dit document besproken wordt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de gripefementen een grootste dimensie op de uitwendige onderzijde van maximaal ongeveer 0.75 cm. Bij voorkeur is deze längste dimensie maximaal ongeveer 0.74 cm, 0.73 cm, of 0.72 cm, of bij verdere voorkeur maximaal ongeveer 0.71 cm, 0.70 cm, 0.69 cm, bij nog verdere voorkeur maximaal ongeveer 0.68 cm, 0.67 cm, 0.66 cm, 0.65 cm of zelfs minder, bijvoorbeeld maximaal 0.64 cm, 0.63 cm, 0.62 cm, 0.61 cm, 0.60 cm of nog minder.

De maximale grootîe van de grootste of längste dimensie beperkt enerzijds de opperviakîe van de gripelementen, wat zoais eerder aangegeven een positief effect heeft op de wrijvingscoëfficiënt. Daarnaast is de grootste dimensie ook bepalend voor het effect dat het verschil in uitrekbaarheid uitoefenî inzake comfort voor de drager. Er werd eerder reeds aangegeven dat starre (onelastische) gripelementen nadelig zijn aangezien deze de uitrekking van het voeîgedeeite van de steunkous zelf niet (of nauwelijks) volgen, wat voor lokale drukpunten kan zorgen, en verwrongen materiaal van het voeîgedeeite. De aanvrager wensf op te merken dat längere’ gripelementen (met een grotere maximale dimensie, de lengte), slechter vervormbaar zijn dan korîere. Bovendien zorgen dergelijke längere gripelementen ook voor een sterker contrast in uitrekking met het materiaal van het voeîgedeeite zelf, aangezien het verschil in uitrekking groeit met de iengte van het gripeîement. Door de längste of grootste dimensie te begrenzen, weeî de aanvrager een steunkous aan te bieden waar de ongewensfe gevolgen van dit verschil in uitrekbaarheid geminimallseerd wordt voor de gebruiker.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de gripelementen een grootste dimensie op de uitwendige onderzijde van minimaal 0.5 cm. Bij voorkeur is deze grootste dimensie minimaal ongeveer 0.51 cm, 0.52 cm, of 0.53 cm, of bij verdere voorkeur ongeveer 0.54 cm, 0.55 cm, 0.56 cm, bij nog verdere voorkeur 0.57 cm, 0.58 cm, 0.59 cm, 0.6 cm of zelfs meer, bijvoorbeeld minimaal 0.61 cm, 0.62 cm, 0.63 cm, 0.64 cm, 0.65 cm of nog meer.

De aanvrager merkt hierin op dat een geoptimaliseerd bereik gekozen kan worden met een bovengrens en ondergrens uit de twee voornoemde lijsten die kan

BE2017/5516 afhangen van een aantal variabele factoren, zoals materiaal van het voetgedeelte zelf en/of materiaal van het gripelement (wat voor een variabel verschil in uitrekbaarheid zorgt). Echter, de ondergrens is beiangrijk om een minimale totale opperviakte te verzekeren voor de gripelementen om de wrijvingscoëfficiënt genoeg te verhogen. Te kleine gripelementen zorgen, zoals eerder aangegeven, voor een minder efficient effect op de wrijvingscoëfficiënt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het beengedeelte aangepast om een druk uit fe oefenen op het been van de gebruiker, waarbij de druk uitgeoefend door het beengedeelte in een zone dichter bij het voetgedeelte hoger is dan de druk uitgeoefend door het beengedeelte in een zone verder van het voetgedeelte.

De aanvrager bemerkte dat een specifiek drukprofiel van het beengedeelte op een daarin ontvangen been nodig is voor het tegengaan van de bloedklontervorming, waarbij hef drukprofiel zodanig is dat de uitgeoefende druk in een punt van het beengedeelte hoger is naarmate het punt dichter bij het voetgedeelte ligt.

Bij voorkeur is de druk ter hoogte van de enkei van de gebruiker ongeveer 18 - 20 mmHg, en ter hoogte van de knie van de gebruiker ongeveer 12 - 14 mmHg is, en optionee! waarbij de druk ter hoogte van de dij van de gebruiker ongeveer 6 - 8 mmHg is.

De hierboven aangegeven waarden geven een geoptimaliseerd drukprofiel weer. Merk echter op dat bij voorkeur het drukprofiel substantieel continu is, en bij verdere voorkeur een vioeiende functie weergeeft voor de uitgeoefende druk ten opzichte van de positie op de virtuele lengteas langsheen het beengedeelte.

in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het voetgedeelte een specifiek hielstuk, waarbij het hielstuk anatomisch voorgevormd is en geschikt is voor het aangrijpen en in positie houden van de hiei van de gebruiker, waarbij het voetgedeelte een specifiek ieenstuk omvat, waarbij het teenstuk anatomisch voorgevormd is en geschikt is voor het ontvangen van tenen van de gebruiker, met als kenmerk dat de gripelementen zieh aan de onderzijde minstens van het hielstuk uitstrekken tot het teenstuk.

Bij bestaande steunkousen valt op dat de gripelementen zieh niet volledig tôt aan het einde van het hielstuk uitstrekken, en bovendien vaak ook niet tot aan het

BE2017/5516 einde van het teenstuk. De hiel is echter een cruciaal punt voor de grip op een ondergrond, gezien hier een zeer groot deei van het gewicht op rust, wat de mogehjke tegenkracht door wrijving ook proportioneel groter maakt. Door het hielstuk zo volledig mogelijk te voorzien van gripelementen, wordt de tegenkracht gemaximaliseerd. Eenzelide opmerking geldt voor het teenstuk. Hoewel hier een minder groot deel van het gewicht op rust in stand, is dit een cruciale positie in beweging, aangezien personen ofwel met de hiel of met de tenen eerst een ondergrond raken en dus zo snel mogelijk een stabiele stand moeten kunnen bereiken. Door het teenstuk ook zo volledig mogelijk te voorzien van gripelementen, wordt de wrijvingscoëfFiciënt verhoogd en kunnen valpartijen vermeden worden.

Bovendien wordt door hef voorzien van een specifiek hielstuk verzekerd dat de kousen niet (of sterk verminderd) kunnen schuiven over de voet van de drager. Daarnaasf zorgt dit ervoor dat de positie waar maximale compressie of druk wordt uitgeoefend op hef been, gegarandeerd juist kan geplaatst worden.

in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm steken de gripelementen verder uit vanaf de uitwendige onderzijde, waarbij deze gripelementen silicone omvatten en thermisch aangebracht worden op de onderzijde.

De keuze voor silicone in een eerste aspect uit het feit dat siiiconen een grote wrïjvingscoëfficiënt hebben bij contact met een ruim aanbod aan materialen waarmee ondergronden typisch gemaakt worden, en in het bijzonder bij ondergronden met verhoogd risico op giadheid, zoals parket, laminaat, vinyl, PVC en dergeiijke. Daarnaast is silicone ook eenvoudig bewerkbaar en geschikt om te binden met weefsels omvattende elastaan en polyamide. Door de silicone gripelementen thermisch aan ie brengen op de onderzijde, wordt een Sterke binding verzekerd, zonder dat de structuur van hei materiaal van de steunkous zeit, aangeiast wordt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het voeigedeeite aan de bovenzijde een opening aan het uiteinde distaai ten opzichte van het beengedeeite.

Een dergeiijke inspectieopening is bijzonder nuiiig voor het evaiueren van de tenen van de drager om eventuele Problemen tijdig te ontdekken (bijvoorbeeld ie hoge compressie, te läge, of onderliggende problemaiieken van de drager zelf). Vooral bij (bedlegerige) paiiënien in een ziekenhuis of thuis, bespaarî dit de moeiie van de

BE2017/5516 steunkous te verwijderen en terug aan te doen om de toestand van de voet te controleren, en bespaart een arts oî verpleger dus ook veel tijd.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het beengedeelte aan een ten opzichte van het voetgedeelte distale uiteinde open, en is het beengedeelte aan het distale open uiteinde van een inwaarts gerichte griprand voorzien, waarbij de griprand een veelheid van inwaarts gerichte beengripelementen omvat, de beengripeiementen aangepast voor het verbeterd aangrijpen op een stuk van het been van de gebruiker door het verhogen van de wrijvingscoëfficiënt tussen de griprand en het been.

Om te vermijden dat de steunkousen zakken, zijn deze voorzien van een specifieke griprand aan het bovenste uiteinde. Deze griprand is aangepast om aan te grijpen op het been van de drager, en heeft om die reden beengripelementen. Deze zijn bij voorkeur kleiner dan de gripeiementen en voorzien een sterker (dieper) relief. Bovendien zijn ze bij verdere voorkeur dichter op elkaar gepiaatst. Deze aspecten zijn alien ter verbetering van het aangrijpen op het been van de drager voorzien.

in een nog voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevinden de beengripelementen zieh in een inwaarts gerichte zoom rondom het beengedeelte aan het open uiteinde, waarbij de zoom een minimale breedte heeft van 1 cm, bij voorkeur waarbij de beengripeiementen silicone omvatten.

De rand dient bij voorkeur minimaal een breedte te hebben van 1 cm, en loopt rondom het been van de gebruiker om de kous zo op te houden. Het afzakken van de steunkous kan voor gevaarlijke situaties zorgen en moet dan ook ten stetigste vermeden worden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de gripeiementen een minimale dikte van ongeveer 0.15 mm. Bij voorkeur hebben deze een minimale dikte van ongeveer 0.2 mm, en bij verdere voorkeur een minimale dikte van ongeveer 0.25 mm.

De aanvrager merkte op dat het geven van een zeker reliëf aan de gripeiementen aan de onderzijde van het voetgedeelte, de wrijvingscoëfficiënt verhoogt. Meer bepaald, een dikte van minimaal 0.15 mm was reeds voldoende om een merkbare verhoging van de wrijving te veroorzaken. Dit verzekert verder ook dat de

BE2017/5516 gripelementen voldoende sterk kunnen aangrijpen op een groot aantal soorten vloeren, zelfs als deze bijzonder effen zouden zijn.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het voetgedeeite en/of het beengedeeite minstens 70% polyamide en minstens 10% elastaan. Het percentage polyamide is bij voorkeur minstens 71% of minstens 72%, 73%, 74%, 75%, 76%, 77%, 78%, 79%, 80%, 81%, 82% of meer. Hef percentage elastaan is bij voorkeur minstens 11%, 12%, 13%, 14%, 15%, 16%, 17%, 18% of meer. Bij hoogste voorkeur omvat het 82% polyamide en/of minstens 18% elastaan.

De gekozen stoffen in voornoemde verhoudingen zorgen voor een sterk rekbare en sfevige steunkous die in staaf is om de gepaste druk uit te oefenen op het been en/of voef van de drager, om zo bloedklontervorming fegen fe gaan.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de gripelementen essentieel cirkeivormig.

De aanvrager merkte dat deze vorm ten opzichte van de oppervlakte van de gripelementen optimaal is om de wrijvingscoëfficiënt te verhogen (waarbij bij voorkeur specifiek gericht wordt op ondergronden zoais parket, laminaat, vinyl, PVC en dergelijke).

in een aiternatieve uitvoeringsvorm hebben de gripelementen een vorm uit volgende lijst: essentieel driehoekig, essentieel Vierkant, essentieel vierhoekig, essentieel eiiipsvormig, essentieel S-vormig, essentieel kruisvormig.

De aiternatieve uitvoeringsvorm kunnen bovendien optionee! gecombineerd worden met elkaar en/of met cirkelvormige gripelementen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het beengedeeite een verbrede kuitzone, gepositioneerd voor en geschikt voor het ontvangen van een kuit van de gebruiker, en omvat het beengedeeite een vernauwde bovenenkelzone, gepositioneerd voor en geschikt voor het ontvangen van een deei van het been boven de enkel van de gebruiker, en waarbij het beengedeeite een materiaal omvat met ter hoogte van een breder gedeelte van het been meer steken dan ter hoogte van een smaller gedeelte van het been voor een meer uniforme elasticiîeiî en compressie.

BE2017/5516

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het beengedeelîe van de steunkousen een lengte omvat tussen 11 cm en 80 cm, afhankelijk onder meer van de drager, alsook van de keuze om de steunkous tot onder de knie, tot (net) boven de knie of tot aan de dij te laten lopen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm betreft het materiaal van het voetgedeeite en/of beengedeelîe een hypoallergeen materiaal.

In wat voigt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mögen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN

In Figuur 1A-B wordt een eerste mogelijke uitvoeringsvorm getoond, waarbij de steunkous zichtbaar is met een voetgedeeite (1) en een beengedeelîe (2), en verder omvattende een hielstuk en inspectieopening (5) aan het teenuiteinde. Aan de onderzijde (8) is een veelheid aan ongeveer S-vormige gripelementen (3) zichtbaar, die zieh uitstrekken van het teenuiteinde tot aan het hielstuk. Aan het uiteinde van het beengedeelîe (2) naar het kruis van de drager toe, kan zieh optioneel een griprand (4) bevinden.

in Figuur 2A-B is een tweede mogelijke uitvoeringsvorm te zien met rechthoekige gripelementen (3).

in Figuur 3A-B is een tweede mogelijke uitvoeringsvorm te zien met ellipsvormige gripelementen (3), met de lange as van de eilips loodrecht op lengteas van het voetgedeeite.

in Figuur 4A-B is een tweede mogelijke uitvoeringsvorm te zien met ellipsvormige gripelementen (3) met de lange as van de eilips evenwijdig met de lengteas van het voetgedeeite.

in Figuur 5A-B is een tweede mogelijke uitvoeringsvorm te zien met meerdere ellipsvormige gripelementen (3) van verschillende grootte.

BE2017/5516

In Figuur 6A-B is een tweede mogelijke uitvoeringsvorm te zien met kruisvormige gripelementer! (3).

In Figuur 7A-B is een tweede mogelijke uitvoeringsvorm te zien met driehoekige 5 gripelementen (3).

In Figuur 8A-B is een tweede mogelijke uitvoeringsvorm te zien met cirkelvormige gripelementen (3).

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen ot veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen. Bijvoorbeeld, de huidige uitvinding werd beschreven met verwijzing naar medische steunkousen, maar het mag duideiijk zijn dat de uitvinding kan toegepast worden op bv. niet-medische toepassingen.

BE2017/5516

Claims

CONCLUSI ES

1. Steunkous voor het tegengaan van bioedkiontervorming, omvattende een rekbaar voetgedeelte geschikt voor het ontvangen van een voet van een gebruiker, en een rekbaar beengedeelte geschikt om minstens een deel van een been van de gebruiker te ontvangen, het deel van het been minstens omvattende enkel en knie, en optioneel dij van de gebruiker, waarbij het voetgedeelte een uitwendige onderzijde omvat geschikt voor het contact van de voet met een ondergrond, met als kenmerk dat de uitwendige onderzijde van het voetgedeelte voorzien is van een veelheid aan gripelementen aangepast voor het verhogen van de wrijvingscoëfficiënt tussen de onderzijde en de ondergrond, waarbij de gripelementen allen een minimale oppervlakte hebben van ongeveer 0.2 cm² en een maximale oppervlakte hebben van ongeveer 1 cm², bij voorkeur met een minimale oppervlakte van ongeveer 0.225 cm² en/of een maximale oppervlakte van ongeveer 0.50 cm², bij verdere voorkeur een maximale oppervlakte van ongeveer 0.40 cm², bij nog verdere voorkeur een maximale oppervlakte van 0.35 cm²en bij hoogste voorkeur een maximale oppervlakte van 0.30 cm², en waarbij het voetgedeelte aan de bovenzijde een opening omvat aan het distale uiteinde ten opzichte van het beengedeelte.

2. Steunkous volgens de voorgaande conclusie 1, met als kenmerk dat de gripelementen aangepast zijn om transversaai ten opzichte van een lengteas van het voetgedeelte van de steunkous minstens tot 110 %, bij voorkeur minstens tot 120 %, van een transversale breedte van de niet uitgerekte gripelementen uitrekbaar te zijn.

3. Steunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 of 2, waarbij het beengedeelte een verbrede kuitzone omvat, gepositioneerd voor en geschikt voor het ontvangen van een kuit van de gebruiker, en dat het beengedeelte een vernauwde bovenenkelzone omvat, gepositioneerd voor en geschikt voor het ontvangen van een deel van het been boven de enkel van de gebruiker, en waarbij het beengedeelte een geweven materiaal omvat, met als kenmerk dat het geweven materiaal ter hoogte van en rondom de kuitzone meer steken bevat ten opzichte van het geweven materiaal ter hoogte van en rondom de bovenenkelzone.

BE2017/5516

4, Sîeunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 3, waarbij de gripelementen een längste dimensie hebben op de uiîwendige onderzijde van maximaal ongeveer 0.75 cm, en bij voorkeur van maximaal ongeveer 0.65 cm.

5. Sîeunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 4, waarbij het beengedeelte aangepast is om een druk uit îe oefenen op het been van de gebruiker, waarbij de druk uitgeoefend door hef beengedeelte in een zone dichter bij het voetgedeelte hoger is dan de druk uitgeoefend door het beengedeelte in een zone verder van het voetgedeelte, bij voorkeur waarbij de druk ter hoogte van de enkel van de gebruiker ongeveer 18 -20 mmHg is, en fer hoogte van de knie van de gebruiker ongeveer 12 - 14 mmHg is, en optioneel waarbij de druk ter hoogte van de dij van de gebruiker ongeveer 6 - 8 mmHg is.

6. Sîeunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij het voetgedeelte een specifiek hielstuk omvat, waarbij het hielstuk anatomisch voorgevormd is en geschikt is voor het aangrijpen en in positie houden van de hiel van de gebruiker, waarbij het voetgedeelte een specifiek îeenstuk omvat, waarbij het îeenstuk anatomisch voorgevormd is en geschikt is voor het ontvangen van tenen van de gebruiker, met als kenmerk dat de gripelementen zieh aan de onderzijde minstens van het hielstuk uitstrekken tot het teensîuk.

7. Sîeunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij de gripelementen uiîsteken vanaf de uiîwendige onderzijde, waarbij de gripelementen silicone omvatten, en waarbij de gripelementen thermisch aangebracht worden op de onderzijde.

8. Sîeunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij het beengedeelte aan een ten opzichte van het voetgedeelte distale uiteinde open is, en aan het distale open uiteinde van een inwaarts gerichte griprand voorzien is, waarbij de griprand een veelheid van inwaarts gerichte beengripelementen omvat, de beengripelementen aangepast voor het verbeterd aangrijpen op een stuk van het been van de gebruiker door het verhogen van de wrijvingscoëfficiënî tussen de griprand en het been.

BE2017/5516

9. Steunkous voigens de voorgaande conclusie 8, waarbij de beengripelementen zieh in een inwaarts gerichte zoom rondom hei beengedeelte aan het open uiteinde bevinden, waarbij de zoom een minimale breedte heeft van 1 cm, bij voorkeur waarbij de

beengripelementen silicone omvatten.

10. Steunkous voigens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij de gripelementen een minimale dikte hebben van ongeveer 0.15 mm, bij voorkeur een minimale dikte van ongeveer 0.2 mm en bij verdere voorkeur een minimale dikte van ongeveer 0.25 mm.

11. Steunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, waarbij het voetgedeelte en/of het beengedeelte voor minstens 70%, bij voorkeur minstens 75%, uit polyamide bestaat en voor minstens 10% uit elastaan bestaat.

12. Steunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11, waarbij de gripelementen essentieel cirkelvormig zijn.

13. Steunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11, waarbij de gripelementen een vorm hebben uit volgende lijst: essentieel driehoekig, essentieel Vierkant, essentieel vierhoekig, essentieel ellipsvormig, essentieel S-vormig, essentieel kruisvormig.

14. Steunkous volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 13, waarbij het beengedeelte een verbrede kuitzone omvat, gepositioneerd voor en geschikt voor hei ontvangen van een kuit van de gebruiker, en dat het beengedeelte een vernauwde bovenenkelzone omvat, gepositioneerd voor en geschikt voor het ontvangen van een deel van hei been boven de enkei van de gebruiker, en waarbij hei beengedeelte een materiaal omvat met ter hoogte van een breder gedeelte van het been meer sieken dan ter hoogte van een smaller gedeelte van het been voor een meer uniforme elasticiieit en compressie.

15. Kit van 2 of meerdere steunkousen voigens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 14, waarbij minstens één van de steunkousen

BE2017/5516 geschikt is voor een rechtervoet, en minstens één van de steunkousen geschikt is voor een iinkervoet.

BE2017/5516