BE1024819B1 - Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg - Google Patents

Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg Download PDF

Info

Publication number
BE1024819B1
BE1024819B1 BE2016/5918A BE201605918A BE1024819B1 BE 1024819 B1 BE1024819 B1 BE 1024819B1 BE 2016/5918 A BE2016/5918 A BE 2016/5918A BE 201605918 A BE201605918 A BE 201605918A BE 1024819 B1 BE1024819 B1 BE 1024819B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
expansion
profile
resilient material
expansion profile
parts
Prior art date
Application number
BE2016/5918A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024819A1 (nl
Inventor
Wouter Coemans
Laurent Meersseman
Christophe Naeyaert
Original Assignee
Unilin Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unilin Bvba filed Critical Unilin Bvba
Priority to BE2016/5918A priority Critical patent/BE1024819B1/nl
Publication of BE1024819A1 publication Critical patent/BE1024819A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024819B1 publication Critical patent/BE1024819B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F19/00Other details of constructional parts for finishing work on buildings
    • E04F19/02Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves
    • E04F19/06Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves specially designed for securing panels or masking the edges of wall- or floor-covering elements
    • E04F19/062Borders; Finishing strips, e.g. beadings; Light coves specially designed for securing panels or masking the edges of wall- or floor-covering elements used between similar elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/66Sealings
    • E04B1/68Sealings of joints, e.g. expansion joints
    • E04B1/6803Joint covers
    • E04B1/6804Joint covers specially adapted for floor parts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/62Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
    • E04B1/66Sealings
    • E04B1/68Sealings of joints, e.g. expansion joints
    • E04B1/681Sealings of joints, e.g. expansion joints for free moving parts

Abstract

Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg (4) tussen twee gedeelten (3) van een zwevende vloerbekleding (1), daardoor gekenmerkt dat het expansieprofiel (6) veerkrachtig materiaal (7) omvat dat in de geïnstalleerde toestand van dergelijk expansieprofiel (6) een gedeelte van het bovenoppervlak (8) van het betreffende expansieprofiel (6) vormt. De uitvinding betreft verder nog een expansieprofiel (6) dat veerkrachtig materiaal (7) omvat, waarbij dit veerkrachtig materiaal (7) eendelig is uitgevoerd met één of meerdere starre gedeelten (21) van het expansieprofiel

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
UNILIN BVBA 8710, WIELSBEKE België (72) Uitvinder(s) :
COEMANS Wouter 3910 NEERPELT België
MEERSSEMAN Laurent 8500 KORTRIJK België
NAEYAERT Christophe 8490 JABBEKE België (54) Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg (57) Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg (4) tussen twee gedeelten (3) van een zwevende vloerbekleding (1), daardoor gekenmerkt dat het expansieprofiel (6) veerkrachtig materiaal (7) omvat dat in de geïnstalleerde toestand van dergelijk expansieprofiel (6) een gedeelte van het bovenoppervlak (8) van het betreffende expansieprofiel (6) vormt. De uitvinding betreft verder nog een expansieprofiel (6) dat veerkrachtig materiaal (7) omvat, waarbij dit veerkrachtig materiaal (7) eendelig is uitgevoerd met één of meerdere starre gedeelten (21) van het expansieprofiel
Figure BE1024819B1_D0001
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024819 Nummer van indiening: BE2016/5918
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: E04B 1/68 E04F 19/06 Datum van verlening: 13/07/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 12/12/2016.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
UNILIN BVBA, Ooigemstraat 3, 8710 WIELSBEKE België;
vertegenwoordigd door
SCHACHT Benny, Ooigemstraat 3, 8710, WIELSBEKE;
VAN HOOYDONCK Guy, Ooigemstraat 3, 8710, WIELSBEKE;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg.
UITVINDER(S):
COEMANS Wouter, Rikkaartstraat 1A, 3910, NEERPELT;
MEERSSEMAN Laurent, Beeklaan 33, 8500, KORTRIJK;
NAEYAERT Christophe, Wetstraat 3A, 8490, JABBEKE;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 13/07/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2016/5918
Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg.
Deze uitvinding heeft betrekking op een expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg, meer speciaal voor het afdekken van een uitzettingsvoeg tussen twee gedeelten van een zwevende vloerbekleding.
In het bijzonder is de uitvinding bedoeld om te worden aangewend in combinatie met zwevende vloerbekledingen die zijn samengesteld uit meerdere panelen of stroken, bijvoorbeeld uit meerdere laminaatpanelen, panelen voor legklaar parket, fmeerparket of massief parket, vinylpanelen zoals LVT (Luxury Vinyl Tile), panelen uit compact laminaat en dergelijke meer. Dit sluit echter niet uit dat zij ook in combinatie met andere vloerbedekkingen kan worden aangewend.
Bij het installeren van zwevend ge'installeerde vloerbekledingen, dienen in een groot aantal gevallen maatregelen te worden getroffen om de randen ervan af te werken. Zulke extra af te werken randen kunnen zieh voordoen bij het einde van de vloerbekleding, bijvoorbeeld tegen een wand, bij een overgang naar een ander type vloerbekleding, of bij het voorzien van een uitzettingsvoeg tussen twee vloerbekledingen die al dan niet van verschillende aard zijn, waarmee ondermeer bedoeld wordt van verschillend materiaal of van verschillende dikte.
Het is bekend dat hiertoe gebruik kan worden gemaakt van een afwerkprofiel dat toelaat de betreffende rand of overgang af te dekken en, zodoende, in de meeste gevallen een meer esthetische overgang te voorzien. Zulk afwerkprofiel wordt gebruikelijk op een houder bevestigd. De houder bestaat hierbij doorgaans uit een railvormig profiel dat bij voorkeur op de ondergrond kan worden bevestigd, bijvoorbeeld door middel van kleven, schroeven, nagelen, of eenvoudig door dit profiel gedeeltelijk onder de vloerbekleding te installeren. De houder bevat doorgaans ook een bevestigingsgedeelte voor het op de houder bevestigen van een afwerkprofiel. De houder kan doorlopend of onderbroken zijn, op voorwaarde dat er een voldoende bevestiging is voor het afwerkprofiel.
BE2016/5918
Zulk afwerkprofiel is gebruikelijk uitgevoerd als een al dan niet meerdelige sierlijst of dergelijke die in het railvormige profiel kan worden vastgedrukt. Verder is het bekend dat zulk afwerkprofiel zowel in de vorm van een eindprofiel, overgangsprofiel als expansieprofiel of een combinatie ervan kan zijn uitgevoerd. Eindprofielen dienen meestal voor de afwerking tegen een wand, overgangsprofielen voor de overgang van één type vloerbedekking naar een ander type, en expansieprofielen voor het overbruggen of afdekken van een uitzettingsvoeg tussen twee gedeeltes van een vloerbekleding.
De afwerkprofielen gekend uit het WO 2006/074824 en het WO 00/14351 zijn globaal gezien T-vormig uitgevoerd en vertonen zodus een intussen ruim bekende vormgeving. Hierbij vertoont het afwerkprofiel aan één of beide dwarse zijden een flensvormig uitsteeksel dat bedoeld is te overlappen met de af te werken vloerbekleding. Hierbij bevindt de bovenzijde van het afwerkprofiel zieh op een niveau dat zieh aanzienlijk boven het algemene vloeroppervlak uitstrekt. Dit is störend voor het uitzicht van de vloer, kan leiden tot vervroegde slijtage van het afwerkprofiel, en betekent ook een verhoogd struikelgevaar.
Uit het US 2011/056169, het EP 1 801 314, het EP 2 063 047 en het EP 2 439 355 zijn afwerkprofielen bekend die toelaten een uitzettingsvoeg af te werken zonder dat het afwerkprofiel boven het algemene niveau van het vloeroppervlak uitsteekt. Hiertoe wordt telkens gebruik gemaakt van twee profielgedeelten die in de dwarsrichting van de uitzettingsvoeg over elkaar heen bewegen. Dergelijke beweging vereist in de voorbeelden van deze documenten telkens een niveauverschil of een spleet in het oppervlak van het profiel zelf. Dergelijke niveauverschillen of spleten kunnen aanleiding geven tot vervuiling en zijn störend in het vloeroppervlak. Bovendien is de opbouw van de afwerkprofielen gekend uit deze documenten erg complex. Zij worden samengesteld uit verschillende componenten.
De huidige uitvinding beoogt in de eerste plaat een alternatieve afwerkingsmogelijkheid voor een vloerbekleding, in het bijzonder voor de
BE2016/5918 uitzettingsvoegen ervan, waarbij volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen een oplossing wordt geboden voor de Problemen met de profielen uit de stand van de techniek.
Hiertoe betreft de uitvinding, volgens haar eerste onafhankelijk aspect, een expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg tussen twee gedeelten van een zwevende vloerbekleding, met als kenmerk dat het expansieprofiel veerkrachtig materiaal omvat dat in de ge'installeerde toestand van dergelijk expansieprofiel een gedeelte van het bovenoppervlak van het betreffende expansieprofiel vormt. Bij voorkeur laat het veerkrachtig materiaal minstens een samendrukking en/of uitrekking van het expansieprofiel toe in de dwarsrichting van de uitzettingsvoeg. Aan de hand van het veerkrachtig materiaal kan een voldoende bewegingsvrijheid van de zwevende vloergedeelten worden verzekerd zonder dat aan het oppervlak spleten of niveauverschillen noodzakelijk zijn.
Bij voorkeur bevindt het voomoemde veerkrachtig materiaal zieh minstens in het vlak van de vloerbekleding, of ongeveer in het vlak van de vloerbekleding, en/of is het expansieprofiel vrij van gedeelten die met de randen van de zwevende vloergedeelten overlappen. Het gaat, met andere woorden, bij voorkeur over een zogenaamd “flush” profiel. Hiermee wordt bereikt dat het risico op struikelen geminimaliseerd wordt, en dat een aangenaam uitzicht van de vloer wordt verkregen.
In de gevallen waarbij het veerkrachtig materiaal, of het oppervlak van het expansieprofiel, zieh toch boven het globale oppervlak van de vloerbekleding bevindt, is het verkregen hoogteverschil, namelijk het hoogteverschil tussen het hoogste punt van het expansieprofiel en het globale vloeroppervlak, bij voorkeur beperkt tot 2 millimeter of minder. In zo’n geval kan een lichte overlapping met de randen van de vloergedeelten worden verkregen zodanig dat een eventuele onzuivere zaaglijn kan worden verborgen.
Bij voorkeur strekt het voomoemde veerkrachtig materiaal zieh in dwarsrichting van de voornoemde uitzettingsvoeg minstens over de helft van de breedte van de
BE2016/5918 uitzettingsvoeg uit. Op die manier kan een voldoende bewegingsvrijheid van de aanliggende vloergedeelten worden verkregen met een beperkte breedte van de uitzettingsvoeg.
Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm vormt het voornoemde veerkrachtig materiaal een profiel of maakt het deel uit van een profiel dat zieh in dwarsrichting van de voornoemde uitzettingsvoeg minstens over de volledige breedte van de uitzettingsvoeg uitstrekt, namelijk minstens van de rand van het ene gedeelte naar de rand van het andere gedeelte van de zwevende vloerbekleding. Op deze manier wordt bekomen dat zieh aan het oppervlak van het expansieprofiel, en bij uitbreiding van de vloer, geen spleten kunnen vormen.
Bij voorkeur vertoont het voornoemde veerkrachtig materiaal een rechtstreekse of onrechtstreekse verbinding met beide gedeelten van de zwevende vloerbekleding. Een onrechtstreekse verbinding kan bijvoorbeeld worden bekomen over een al dan niet afzonderlijk uitgevoerd gedeelte van het expansieprofiel.
Bij voorkeur laat de voornoemde verbinding een onderlinge verplaatsing van de voornoemde gedeelten van de zwevende vloerbekleding toe in de lengterichting van de voornoemde uitzettingsvoeg. Zulks kan bijvoorbeeld worden bereikt wanneer de verbinding wordt gerealiseerd aan de hand van een tand-groefverbinding, waarbij de tand in de langsrichting van de uitzettingsvoeg door de groef kan bewegen, doch waarbij een beweging van de tand in de dwarsrichting van de uitzettingsvoeg gehinderd wordt door een groeflip of een gedeelte daarvan.
Bij voorkeur is het voornoemde veerkrachtig materiaal in de dwarsrichting van de uitzettingsvoeg spelingsloos en/of spleetloos met de voornoemde gedeelten van de zwevende vloerbekleding verbonden.
Bij voorkeur maakt het veerkrachtig materiaal deel uit van een profiel dat door middel van een coëxtrusietechniek is bekomen. Bij voorkeur is het veerkrachtig materiaal in dergelijk geval eendelig uitgevoerd met een materiaalgedeelte dat minder veerkrachtig
BE2016/5918 is. Bij voorkeur wordt voornoemde verbinding met de zwevende vloergedeelten bereikt door middel van dit minder veerkrachtig materiaalgedeelte. Dit minder veerkrachtig materiaalgedeelte kan dan al dan niet rechtstreeks met het betreffende vloergedeelte verbonden zijn. Een verbinding over een starrer materiaalgedeelte kan betrouwbaarder en nauwkeuriger worden uitgevoerd. Bovendien kunnen expansieprofielen met een minder complex samenstel worden bereikt. Hierbij wordt opgemerkt dat expansieprofielen waarbij veerkrachtig materiaal eendelig is uitgevoerd met één of meerdere starre gedeelten van een profiel, op zieh een onderwerp vormen van een onafhankelijk tweede aspect van de uitvinding, zoals verder nog gedefinieerd. Volgens dit tweede aspect, is het dan niet noodzakelijk dat het veerkrachtig materiaal een gedeelte van het bovenoppervlak van het betreffende expansieprofiel vormt.
Het voornoemde veerkrachtig materiaal en de eventueel verdere gedeelten van een eendelig daarmee uitgevoerd profiel kunnen op zieh de essentie, of het volledige expansieprofiel vormen. Met andere woorden is, in dergelijk geval, het expansieprofiel uitgevoerd als een ééndelig profiel.
Volgens de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het expansieprofiel verder nog één of meerdere bevestigingsgedeelten minstens voor het bevestigen van het voornoemde veerkrachtig materiaal. Dergelijke bevestigingsgedeelten kunnen hetzij rechtstreeks samenwerken met het veerkrachtig materiaal, hetzij samenwerken met een gedeelte van het profiel dat met dit veerkrachtig materiaal verbonden is, bijvoorbeeld met een meer star materiaalgedeelte van een profiel dat het veerkrachtig materiaal omvat. De samen werking, of bevestiging, kan zijn uitgevoerd door middel van een mechanische tand-groef verbinding. Bij voorkeur laat deze mechanische tandgroefverbinding een beweging toe in langsrichting van de uitzettingsvoeg. Bij voorkeur omvat het expansieprofiel twee bevestigingsgedeelten, namelijk één aan de rand van elk zwevend vloergedeelte, waarbij elk van deze bevestigingsgedeelten dan bij voorkeur rechtstreeks verbonden is met het aanliggend gedeelte van de vloer. Deze bevestiging is bij voorkeur star uitgevoerd, namelijk zonder bewegingsvrijheid in eender welke richting.
BE2016/5918
Voor een praktische uitvoering van de huidige uitvinding bestaan voor het veerkrachtig materiaal verschillende mogelijkheden. Bij voorkeur gaat het om een kunststof. Het kan bijvoorbeeld gaan om polyurethaan, zacht PVC (polyvinylchloride), ABS (acrylonitrylbutadieen-styreen), rubber of dergelijke meer. Waar sprake is van bevestigingsgedeelten zijn deze bij voorkeur uitgevoerd uit een harde plastiek, zoals harde PVC, HOPE (hogedensititeitspolyethyleen) of PET (polyethyleentereftalaat), of uit metaai, zoals aluminium of gegalvaniseerd staal.
Met hetzelfde doel als in het eerste aspect, betreft de huidige uitvinding volgens het boven aangekondigd onafhankelijk tweede aspect nog een expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg tussen twee gedeelten van een zwevende vloerbekleding, met als kenmerk dat het expansieprofiel veerkrachtig materiaal omvat, waarbij dit veerkrachtig materiaal eendelig is uitgevoerd met één of meerdere starre, of minder veerkrachtige, gedeelten van het expansieprofiel. Bij voorkeur maakt het veerkrachtig materiaal deel uit van een profiel dat door middel van een coëxtrusietechniek is verkregen, waarbij dit profiel de voornoemde één of meerdere starre gedeelten omvat. Bij voorkeur betreft het een coëxtrusie van onderling verschillende kunststofmaterialen, bijvoorbeeld van polyurethaangebaseerde kunststof voor het veerkrachtig gedeelte, en van PVC of ABS gebaseerde kunststof voor één of meerdere van de meer starre gedeelten.
Het expansieprofiel van het eerste en/of het tweede aspect is bij voorkeur bedoeld om zwevend te worden geïnstalleerd. Hiermee wordt bedoeld dat het expansieprofiel in de vloerinstallatie vrij is van bevestigingen met de ondergrond of ondervloer. Het expansieprofiel kan, met andere woorden, over de ondergrond of ondervloer bewegen. Bij voorkeur is het expansieprofiel wel bevestigd aan één of beide zwevende vloergedeelten die dit expansieprofiel flankeren. Het expansieprofiel kan op die manier meebewegen met de zwevende vloergedeelten in zoverre zij beide in dezelfde mate en in dezelfde richting bewegen, bijvoorbeeld door toedoen van verschillen in relatieve vochtigheid of temperatuur. Bovendien kan het expansieprofiel door aanwezigheid van het veerkrachtig materiaal eventuele verschillen in de beweging van de aanliggende zwevende vloergedeelten opvangen. De bevestiging van het expansieprofiel aan het
BE2016/5918 betreffende vloergedeelte is bij voorkeur uitgevoerd aan de hand van een lijmverbinding aan de onderzijde van het betreffende vloergedeelte. Hiertoe beschikt het expansieprofiel bij voorkeur over één of meerdere flensgedeelten die zieh telkens onder het betreffende gedeelte van de zwevende vloerbekleding uitstrekken en tegen de onderzijde van de aanliggende vloerpanelen zijn bevestigd.
Bij voorkeur wordt voor het veerkrachtig materiaal, in het kader van de uitvinding, een materiaal toegepast dat een samendrukking of uitrekking van 0,5 millimeter per centimeter of meer toelaat. Het spreekt voor zieh dat, waar sprake is van starre gedeelten, in deze starre gedeelten een materiaal wordt toegepast dat minder veerkrachtig is, en, bijvoorbeeld, indien dit materiaal al een uitrekking of samendrukking zou toelaten, deze toegelaten vervorming kleiner is dan 0,5 millimeter per centimeter, of zelfs kleiner dan 0,1 millimeter per centimeter.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hiema, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 in bovenaanzicht een zwevende vloerbekleding weergeeft waarin een expansieprofiel is toegepast met de kenmerken van onder andere het eerste aspect van de uitvinding;
Figuur 2 op grotere schaal een dwarsdoorsnede weergeeft volgens de op figuur 1 weergegeven lijn Π-ΙΙ;
Figuren 3 tot 5 in een gelijkaardig zieh Varianten weergeven, waarbij onder andere figuur 5 een voorbeeld vormt van een expansieprofiel met de kenmerken van het tweede aspect van de uitvinding; en
Figuur 6 het expansieprofiel uit figuur 5 weergeeft in een niet gemonteerde toestand.
Figuur 1 geeft een zwevende vloerbekleding 1 weer. De vloerbekleding 1 bestaat uit langwerpige rechthoekige vloerpanelen 2 en vertoont twee vloergedeelten 3 die gescheiden zijn door een uitzettingsvoeg 4. In dit geval strekt de uitzettingsvoeg 4 zieh
BE2016/5918 uit volgens de richting van de körte zij den 5 van de vloerpanelen 2. Volgens een hier niet weergegeven variante kan de uitzettingsvoeg 4 zieh uitstrekken volgens de richting van de lange zij den van de vloerpanelen 2.
Figuur 2 geeft weer dat de uitzettingsvoeg 4 is afgewerkt met een expansieprofiel 6 met onder andere de kenmerken van het eerste aspect van de huidige uitvinding. Hiertoe omvat het expansieprofiel 6 veerkrachtig materiaal 7 dat in de geïnstalleerde toestand een gedeelte van het bovenoppervlak 8 vormt. In dit geval bevindt het veerkrachtig materiaal 7 zieh in het vlak 9 van de vloerbekleding 1. Het expansieprofiel 6 is vrij van gedeelten die met de randen 10 van de zwevende vloergedeelten 3 zouden overlappen. Het gaat hier, met andere woorden over een “flush” expansieprofiel 6.
Het veerkrachtig materiaal 7 strekt zieh, in dwarsrichting D van de uitzettingsvoeg 4, dus in het vlak van figuur 2, minstens over de helft van de breedte B van de uitzettingsvoeg 4 uit. Het veerkrachtig materiaal 7 maakt deel uit van een profiel 11 dat zieh in dwarsrichting over de volledige breedte B van de uitzettingsvoeg 4 uitstrekt, namelijk van de rand 10 van het ene gedeelte 3 naar de rand 10 van het andere gedeelte 3 van de zwevende vloerbekleding 1. Het vloeroppervlak 9, inclusief het expansieprofiel 6, is vrij van spleten.
In het voorbeeld is het veerkrachtig materiaal 7, meer speciaal het profiel 11 waar het deel van uitmaakt, onrechtstreeks verbonden met beide gedeelten 3 van de zwevende vloerbekleding 1. Deze verbinding is, in het voorbeeld, onder andere bekomen over afzonderlijk uitgevoerde bevestigingsgedeelten 12 en laat een onderlinge verplaatsing van de respectieve vloergedeelten 3 toe in de lengterichting L van de uitzettingsvoeg 4. Deze bewegingsvrijheid is hier bekomen doordat de verbinding gerealiseerd is aan de hand van een tand-groefverbinding 13, waarbij de tand 14 in lengterichting L van de uitzettingsvoeg 4 door de groef 15 kan bewegen. Een beweging van de tand 14 in de dwarsrichting D van de uitzettingsvoeg 4 wordt gehinderd door een arreteergedeelte 16, in dit geval in de vorm van een groeflip. De verbinding van het veerkrachtig materiaal 7 met de betreffende vloergedeelten 3 is, in dit geval, in dwarsrichting D spleetloos en spelingsloos uitgevoerd. De voomoemde afzonderlijk uitgevoerde gedeelten 12
BE2016/5918 vertonen een flensgedeelte 17 dat zieh onder de betreffende vloergedeelten 3 uitstrekt en aan de onderzijde 18 van de aanliggende vloerpanelen 2 bevestigd door middel van een lijmverbinding 19.
Het voornoemde profiel 11 is door middel van coëxtrusie bekomen, waarbij het veerkrachtig materiaalgedeelte7 eendelig met de meer starre gedeelten 20 zijn geëxtrudeerd, waarbij deze meer starre gedeelten 20 de verbinding met de verbindingsgedeelten 12 verzorgen.
Het is duidelijk dat figuur 2 ook een voorbeeld vormt van het in de inleiding vernoemde tweede aspect van de uitvinding.
De verbindingsgedeelten 12 bestaan in het voorbeeld uit afzonderlijke profielen, die bijvoorbeeld door extrusie van aluminium zijn bekomen, of door rolvervormen van plaatstaal.
Figuur 2 geeft verder nog duidelijk weer dat de zwevende vloergedeelten 3 op een ondervloer 21 zijn gei'nstalleerd.
Figuur 2 geef verder in streeplijn 22 weer dat, in de gevallen waar het expansieprofiel 6 zou worden toegepast om een uitzettingsvoeg 4 evenwijdig met de lange randen van de vloerpanelen 2 af te werken, bij voorkeur enige voorbij de rand 10 uitstekende gedeelten van aanwezige koppelprofielen 23 worden verwijderd. Het voorbeeld dat in streeplijn 22 is weergegeven betreft een toepassing van koppelprofielen 23 zoals diegene bekend uit het WO 97/47834. Dergelijke koppelprofielen 23 bestaan in hoofdzaak uit een tand-in-groefverbinding, waarbij de groef in bepaalde gevallen een uitstekende onderlip kan vertonen. Zowel het uitstekende gedeelte van de tand als het uitstekende gedeelte van de onderlip is in dit geval verwijderd.
Figuur 3 geeft een variante weer waarbij de bevestigingsgedeelten 12 zieh uitstrekken tot aan het bovenoppervlak 8 van het expansieprofiel 6. In het voorbeeld vertonen de
BE2016/5918 bevestigingsgedeelten 12 een overlapping 24 met de aanliggende vloerpanelen 2, zodanig dat een eventueel onzuivere zaaglijn kan worden gemaskeerd.
Figuur 4 geeft een uitvoering weer waarbij het veerkrachtig materiaal 7, in de plaats van te worden samengedrukt of uitgerokken, verbuigt wordt in een daartoe voorziene opening 25. Naargelang de uitzetting of inkrimping van de vloergedeelten 3 kan de verkleinde, respectievelijk vergrote breedte B van de uitzettingsvoeg 4 worden afgedekt door een in breedte aangepast gedeelte van het veerkrachtig materiaal 7.
Doordat het rechts op figuur 4 weergegeven bevestigingsgedeelte 12 eendelig is uitgevoerd met het meer veerkrachtig materiaal 7, betreft figuur 4 ook een voorbeeld van het tweede aspect van de uitvinding. Bij voorkeur zijn dit bevestigingsgedeelte 12 en het veerkrachtig materiaal 7 gecoëxtrudeerd uit onderling verschillende kunststofmaterialen.
Verder vertoont de uitvoering van het expansieprofiel 6 uit figuur 5 het bijzondere kenmerk dat het een overlapping 24 vertoont aan de rand 10 van slechts één vloergedeelte 3.
Het expansieprofiel 6 vertoont verder nog een verbinding van het veerkrachtig materiaal 7 met het verbindingsgedeelte 12 dat links is weergegeven door middel van een dubbele tand 14 en groef 15. Beide tanden 14 en groeven 15 vertonen arreteergedeelten 16. In dit geval is de verbinding met speling uitgevoerd in de zin dat beide verbindingsgedeelten 12, of vloergedeelten 3, in dwarse richting D, van elkaar weg kunnen bewegen zonder dat zij daarbij worden gehinderd, totdat de arreteergedeelten 16 in werking treden. De vloergedeelten 3, of verbindingsgedeelten 12, kunnen ook naar elkaar toe bewegen. In zulk geval biedt de flexibele lip 26 een zekere weerstand. De in de lip 26 opgebouwde spanning helpt bij de terugkeer naar de oorspronkelijke toestand. Dergelijke lip 26 is echter niet noodzakelijk.
Figuur 5 geeft nog een voorbeeld weer van een uitzettingsprofiel of expansieprofiel 6 met de kenmerken van het tweede aspect van de uitvinding. Hierbij bestaat het
BE2016/5918 uitzettingsprofiel 6 uit een eendelig profiel 11 dat veerkrachtig materiaal 7 en meerdere meer starre gedeelten 21 omvat. In het voorbeeld vormen de starre gedeelten 21 zowel flensgedeelten 17 die aan de onderzijde 18 van de aanliggende vloerpanelen 2 zijn bevestigd door middel van een lijmverbinding 19, als over elkaar bewegende oppervlaktegedeelten 27. Het veerkrachtig materiaal 7 dat onder het oppervlak 8 van het expansieprofiel 6 aanwezig is de enige verbinding tussen beide meer starre gedeelten 21.
Figuur 6 geeft een gedemonteerde toestand weer van het expansieprofiel 6 van figuur 5. In de weergegeven toestand kan het expansieprofiel 6 vlot worden geëxtrudeerd, namelijk zonder risico dat beide starre gedeelten 21 in elkaar vervloeien tijdens de vloeibare fase van de extrusie.
De expansieprofielen 6 uit de figuren 3 tot en met 5 vertonen de eigenschap dat zij licht boven het globale vloeroppervlak 9 uitsteken. Het hoogteverschil H tussen het bovenoppervlak 8 van het expansieprofiel 6 en het globale vloeroppervlak 9 blijft echter kleiner dan 2 millimeter.
Het bovenoppervlak 8 van de expansieprofielen 6 van de uitvinding, bijvoorbeeld zoals in de figuren, kan uiteraard geheel of gedeeltelijk van een kleur zijn voorzien, bij voorkeur bij passend aan het decor van de zwevende vloerbekleding 1.
In de voorbeelden is het expansieprofiel 6 telkens zwevend geïnstalleerd. Hiermee wordt bedoeld dat het vrij op de ondergrond 27 ligt. Het expansieprofiel 6 is telkens enkel bevestigd via de flensgedeelten 17 aan de onderzijde 18 van de aanliggende vloerpanelen 2 van het respectievelijke zwevende vloergedeelte 3.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke expansieprofielen kunnen volgens verschillende Varianten worden verwezenli] kt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
BE2016/5918

Claims (14)

  1. Conclusies:
    1. - Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg (4) tussen twee gedeelten (3) van een zwevende vloerbekleding (1), daardoor gekenmerkt dat het expansieprofiel (6) veerkrachtig materiaal (7) omvat dat in de geihstalleerde toestand van dergelijk expansieprofiel (6) een gedeelte van het bovenoppervlak (8) van het betreffende expansieprofiel (6) vormt.
  2. 2. - Expansieprofiel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtig materiaal (7) zieh minstens in het vlak (9) van de vloerbekleding (1) bevindt.
  3. 3. - Expansieprofiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtig materiaal (7) zieh in dwarsrichting (D) van de voornoemde uitzettingsvoeg (4) minstens over de helft van de breedte (B) van de uitzettingsvoeg (4) uitstrekt.
  4. 4. - Expansieprofiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtig materiaal (7) een profiel (11) vormt of deel uitmaakt van een profiel (11) dat zieh in dwarsrichting (D) van de voornoemde uitzettingsvoeg (4) over de volledige breedte (B) van de uitzettingsvoeg (4) uitstrekt.
  5. 5. - Expansieprofiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtig materiaal (7) een rechtstreekse of onrechtstreekse verbinding (13) met beide gedeelten (3) van de zwevende vloerbekleding (1) vertoont.
  6. 6. - Expansieprofiel volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde verbinding (13) een onderlinge verplaatsing van de voornoemde gedeelten (3) van de zwevende vloerbekleding (1) toelaat in de lengterichting (L) van de voornoemde uitzettingsvoeg (4).
    BE2016/5918
  7. 7.- Expansieprofiel volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat het voornoemde veerkrachtig materiaal (7) in de dwarsrichting (D) van de uitzettingsvoeg (4) spelingsloos met de voornoemde gedeelten (3) van de zwevende vloerbekleding (1) is verbonden.
  8. 8.- Expansieprofiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het veerkrachtig materiaal (7) deel uitmaakt van een profiel (11) dat door middel van een coëxtrusietechniek is bekomen.
  9. 9. - Expansieprofiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het expansieprofiel (6) verder nog één of meerdere bevestigingsgedeelten (12) omvat minstens voor het voornoemde veerkrachtig materiaal (7).
  10. 10. - Expansieprofiel volgens één van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt het expansieprofiel (6) als een ééndelig profiel is uitgevoerd.
  11. 11. - Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg (4) tussen twee gedeelten (3) van een zwevende vloerbekleding (1), daardoor gekenmerkt dat het expansieprofiel (6) veerkrachtig materiaal (7) omvat, waarbij dit veerkrachtig materiaal (7) eendelig is uitgevoerd met één of meerdere starre gedeelten (21) van het expansieprofiel (6).
  12. 12. - Expansieprofiel volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het veerkrachtig materiaal (7) deel uitmaakt van een profiel (11) dat door middel van een coëxtrusietechniek is verkregen, waarbij dit profiel (11) de voornoemde één of meerdere starre gedeelten (21) omvat.
  13. 13. - Expansieprofiel volgens conclusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat het expansieprofiel (6) verder nog de kenmerken van één van de conclusies 1 tot 9 vertoont.
    BE2016/5918
  14. 14.- Expansieprofiel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het expansieprofiel (6) bedoeld is zwevend te worden geïnstalleerd.
    BE2016/5918
    17 13
    BE2016/5918
BE2016/5918A 2016-12-12 2016-12-12 Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg BE1024819B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5918A BE1024819B1 (nl) 2016-12-12 2016-12-12 Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5918A BE1024819B1 (nl) 2016-12-12 2016-12-12 Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024819A1 BE1024819A1 (nl) 2018-07-06
BE1024819B1 true BE1024819B1 (nl) 2018-07-13

Family

ID=57838074

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5918A BE1024819B1 (nl) 2016-12-12 2016-12-12 Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1024819B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0165611A2 (de) * 1984-06-22 1985-12-27 Horst Jach GmbH Dehnungsschiene
WO1992001843A1 (en) * 1990-07-23 1992-02-06 Vexcolt (Uk) Limited Expansion joint
WO2008063449A2 (en) * 2006-11-13 2008-05-29 Pergo (Europe) Ab Flush or near-flush flooring transitions

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0165611A2 (de) * 1984-06-22 1985-12-27 Horst Jach GmbH Dehnungsschiene
WO1992001843A1 (en) * 1990-07-23 1992-02-06 Vexcolt (Uk) Limited Expansion joint
WO2008063449A2 (en) * 2006-11-13 2008-05-29 Pergo (Europe) Ab Flush or near-flush flooring transitions

Also Published As

Publication number Publication date
BE1024819A1 (nl) 2018-07-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1023779B1 (nl) Vloerpaneel voor het vormen van een vloerbekleding
US11702844B2 (en) Building panels comprising a locking device
BE1017350A6 (nl) Vloerpaneel en vloerbekleding bestaande uit dergelijke vloerpanelen.
US10648182B2 (en) Floor panel for forming a floor covering
BE1021833B1 (nl) Paneel
KR102184061B1 (ko) 플로어 커버링을 형성하기 위한 플로어 패널, 이러한 플로어 패널들로 형성된 플로어 커버링 및 이러한 플로어 패널들을 제조하기 위한 방법
CN103649437B (zh) 用于地板镶板的机械锁定系统
US8596000B2 (en) Interlocking panel system
US20180016783A1 (en) Building panel with a mechanical locking system
BE1020433A3 (nl) Paneel.
US8505250B2 (en) Finishing for a staircase or step, and kit for forming such finishing
CN110431276A (zh) 用于形成地板覆盖物的地板镶板
UA114922C2 (uk) Панель, що взаємно з'єднується з подібними панелями для створення покриття
BE1020576A3 (nl) Vloerpaneel en werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen.
BE1024819B1 (nl) Expansieprofiel voor het afdekken van een uitzettingsvoeg
EP3973115A1 (en) Floor panel for forming a floor covering
US20230106580A1 (en) Wall or ceiling panels and wall or ceiling covering
US582645A (en) Flooring
NL1018401C1 (nl) Nieuw plankenvloersysteem en nieuwe vloer- of bodempanelen die in dit systeem gebruikt kunnen worden.
US381407A (en) Chbistian mombebg
US337564A (en) Signoe to himself and john j
US356238A (en) System of blind-nailing
BE1026833A1 (nl) Paneel
BE1018878A3 (nl) Profiel voor het afwerken van een vloerbekleding.
BE1017532A6 (nl) Vloerpaneel en vloerbekleding bestaande uit dergelijke vloerpanelen.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180713

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191231