BE1024495B1 - Energiedichtheidskartering in additieve productie-omgevingen - Google Patents

Energiedichtheidskartering in additieve productie-omgevingen Download PDF

Info

Publication number
BE1024495B1
BE1024495B1 BE2016/5982A BE201605982A BE1024495B1 BE 1024495 B1 BE1024495 B1 BE 1024495B1 BE 2016/5982 A BE2016/5982 A BE 2016/5982A BE 201605982 A BE201605982 A BE 201605982A BE 1024495 B1 BE1024495 B1 BE 1024495B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
energy
energy source
adjusting
building material
cut
Prior art date
Application number
BE2016/5982A
Other languages
English (en)
Inventor
Michele Pavan
Den Ecker Piet Van
Tom Craeghs
Original Assignee
Materialise N.V.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Materialise N.V. filed Critical Materialise N.V.
Application granted granted Critical
Publication of BE1024495B1 publication Critical patent/BE1024495B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C64/00Additive manufacturing, i.e. manufacturing of three-dimensional [3D] objects by additive deposition, additive agglomeration or additive layering, e.g. by 3D printing, stereolithography or selective laser sintering
    • B29C64/10Processes of additive manufacturing
    • B29C64/106Processes of additive manufacturing using only liquids or viscous materials, e.g. depositing a continuous bead of viscous material
    • B29C64/124Processes of additive manufacturing using only liquids or viscous materials, e.g. depositing a continuous bead of viscous material using layers of liquid which are selectively solidified
    • B29C64/129Processes of additive manufacturing using only liquids or viscous materials, e.g. depositing a continuous bead of viscous material using layers of liquid which are selectively solidified characterised by the energy source therefor, e.g. by global irradiation combined with a mask
    • B29C64/135Processes of additive manufacturing using only liquids or viscous materials, e.g. depositing a continuous bead of viscous material using layers of liquid which are selectively solidified characterised by the energy source therefor, e.g. by global irradiation combined with a mask the energy source being concentrated, e.g. scanning lasers or focused light sources
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22FWORKING METALLIC POWDER; MANUFACTURE OF ARTICLES FROM METALLIC POWDER; MAKING METALLIC POWDER; APPARATUS OR DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR METALLIC POWDER
    • B22F10/00Additive manufacturing of workpieces or articles from metallic powder
    • B22F10/10Formation of a green body
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22FWORKING METALLIC POWDER; MANUFACTURE OF ARTICLES FROM METALLIC POWDER; MAKING METALLIC POWDER; APPARATUS OR DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR METALLIC POWDER
    • B22F10/00Additive manufacturing of workpieces or articles from metallic powder
    • B22F10/20Direct sintering or melting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22FWORKING METALLIC POWDER; MANUFACTURE OF ARTICLES FROM METALLIC POWDER; MAKING METALLIC POWDER; APPARATUS OR DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR METALLIC POWDER
    • B22F10/00Additive manufacturing of workpieces or articles from metallic powder
    • B22F10/80Data acquisition or data processing
    • B22F10/85Data acquisition or data processing for controlling or regulating additive manufacturing processes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C64/00Additive manufacturing, i.e. manufacturing of three-dimensional [3D] objects by additive deposition, additive agglomeration or additive layering, e.g. by 3D printing, stereolithography or selective laser sintering
    • B29C64/10Processes of additive manufacturing
    • B29C64/141Processes of additive manufacturing using only solid materials
    • B29C64/153Processes of additive manufacturing using only solid materials using layers of powder being selectively joined, e.g. by selective laser sintering or melting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C64/00Additive manufacturing, i.e. manufacturing of three-dimensional [3D] objects by additive deposition, additive agglomeration or additive layering, e.g. by 3D printing, stereolithography or selective laser sintering
    • B29C64/20Apparatus for additive manufacturing; Details thereof or accessories therefor
    • B29C64/264Arrangements for irradiation
    • B29C64/268Arrangements for irradiation using laser beams; using electron beams [EB]
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C64/00Additive manufacturing, i.e. manufacturing of three-dimensional [3D] objects by additive deposition, additive agglomeration or additive layering, e.g. by 3D printing, stereolithography or selective laser sintering
    • B29C64/30Auxiliary operations or equipment
    • B29C64/386Data acquisition or data processing for additive manufacturing
    • B29C64/393Data acquisition or data processing for additive manufacturing for controlling or regulating additive manufacturing processes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B33ADDITIVE MANUFACTURING TECHNOLOGY
    • B33YADDITIVE MANUFACTURING, i.e. MANUFACTURING OF THREE-DIMENSIONAL [3-D] OBJECTS BY ADDITIVE DEPOSITION, ADDITIVE AGGLOMERATION OR ADDITIVE LAYERING, e.g. BY 3-D PRINTING, STEREOLITHOGRAPHY OR SELECTIVE LASER SINTERING
    • B33Y10/00Processes of additive manufacturing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B33ADDITIVE MANUFACTURING TECHNOLOGY
    • B33YADDITIVE MANUFACTURING, i.e. MANUFACTURING OF THREE-DIMENSIONAL [3-D] OBJECTS BY ADDITIVE DEPOSITION, ADDITIVE AGGLOMERATION OR ADDITIVE LAYERING, e.g. BY 3-D PRINTING, STEREOLITHOGRAPHY OR SELECTIVE LASER SINTERING
    • B33Y50/00Data acquisition or data processing for additive manufacturing
    • B33Y50/02Data acquisition or data processing for additive manufacturing for controlling or regulating additive manufacturing processes
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P10/00Technologies related to metal processing
    • Y02P10/25Process efficiency

Abstract

Er worden systemen en werkwijzen verschaft voor het genereren van een energiedichtheidskaart van een voorwerp dat moet worden gebouwd in een additieve productie-omgeving. Bepaalde uitvoeringsvormen verschaffen een werkwijze voor het bouwen van een voorwerp gebruikmakend van additieve productie, waarbij de werkwijze het volgende omvat: het ontvangen van een werkbestand om het voorwerp te bouwen, waarbij het werkbestand een veelheid aan sneden van het voorwerp omvat, en waarbij een eerste snede van het voorwerp scanlijnen aangeeft om een energiebron te richten op bouwmateriaal om de eerste snede van het voorwerp op te bouwen; het bepalen van werkingsparameters van de energiebron; en het genereren van een eerste energiedichtheidskaart van de eerste snede van het voorwerp op basis van het werkbestand en de werkingsparameters van de energiebron, waarbij de eerste energiedichtheidskaart een hoeveelheid energie van de energiebron aangeeft per oppervlakte bouwmateriaal die gericht wordt op het bouwmateriaal voor de eerste snede van het voorwerp.

Description

ENERGIEDICHTHEiDSKARTERING IN ÂDDITIEVE PRODUCTiE-OMGEVIMGEN
KRUISVERWIJZING NAAR GERELATEERDE AANVRAAG
[0001] Deze aanvraag eist prioriteit op U.S, Voorlopige Octrooiaanvraag No, 62/400,392, ingediend op 27 september 2016, die hierin uitdrukkelijk in haar geheel geïntegreerd wordt via referentie. ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Vakgebied van de uitvinding [0002] Deze aanvraag heeft betrekking op de ruimtelijke energieverdeling voor het bouwen van een voorwerp in een additieve productie-omgeving. Meer in het bijzonder heeft deze aanvraag betrekking op systemen en werkwijzen voor het genereren van een energiedichtheidskaart van een voorwerp dat moet worden gebouwd in een additieve productie-omgeving.
Beschrijving van de gerelateerde technologie.
[0003] Scansystemen (e.g. Sasenscansystemen, elektronenstraaiscansystemen, enz.) worden gebruikt in veel verschillende toepassingen. Eén van deze toepassingen is het vakgebied van additieve productie, waarin driedimensionale vaste voorwerpen worden gevormd op basis van een digitaal model. Omdat de geproduceerde voorwerpen driedimensionaal zijn, wordt naar additieve productie gewoonlijk verwezen met driedimensionaal Ç3D”) printen. Het gebruiken van scansystemen in additieve productie is vooral gangbaar in de productietechnieken stereoiithografie, selectief lasersinteren ("LS") en lasersmelten. Deze technieken gebruiken scansystemen om een energiebron (bv. laserstraal, elektronenstraal, enz.) te richten op een welbepaalde plaats om lagen bouwmaterialen, die gebruikt worden om het qowenste driedimensionaal (!3D”) voorwerp te creëren, te poiymeriseren of te laten uitharden [0004] In processen die voorwerpen produceren zoals sinteren, verschaft de energiebron van het scansysteem energie die nodig is om lagen van hef bouwmateriaal te poiymeriseren, sinteren of smelten. Het opwarmen en verschaffen van energie om lagen van hef bouwmateriaal te poiymeriseren of uit te harden, kan verscniilende aspecten van het geproduceerde voorwerp beïnvloeden.
SAMENVATTING
[0005] Bepaalde uitvoeringsvormen van deze beschrijving verschaffen een werkwijze om een voorwerp te bouwen gebruikmakend van addifieve productie, waarbij de werkwijze het volgende omvat: het ontvangen van een werkbestand om het voorwerp te bouwen, waarbij het werkbestand een veelheid aan sneden van het voorwerp omvat, en waarbij een eerste snede van het voorwerp scanlijnen aangeeft om een energiebron te richten op bouwmateriaal om de eerste snede van het voorwerp op te bouwen; het bepalen van werkingsparameters van de energiebron; en het genereren van een eerste energiedichtheidskaart van de eerste snede van het voorwerp op basis van het werkbestand en de werkingsparameters van de energiebron, waarbij de eerste energiedichtheidskaart een hoeveelheid energie van de energiebron aangeeft per oppervlakte bouwmateriaal die gericht wordt op het bouwmateriaal voor de eerste snede van het voorwerp.
[0006] Bepaalde uitvoeringsvormen van deze beschrijving verschaffen een toestel om een voorwerp te bouwen gebruikmakend van additieve productie, waarbij het toestel hei volgende omvat: een geheugen; en een processor die geconfigureerd is om: een werkbestand te ontvangen om het voorwerp te bouwen, waarbij het werkbestand een veelheid aan sneden van het voorwerp omvat, en waarbij een eerste snede van het voorwerp scanlijnen aangeeft om een energiebron te richten op bouwmateriaal om de eerste snede van het voorwerp op te bouwen; het bepalen van werkingsparameters van de energiebron; en het genereren van een eerste energiedlchtheidskaart van de eerste snede van het voorwerp op basis van het. werkbestand en de werkingsparameiers van de energiebron, waarbij de eerste energiedichtheidskaart een hoeveelheid energie van de energiebron aangeeft per oppervlakte bouwmateriaal die gericht wordt op het bouwmateriaal voor de eerste snede van het voorwerp.
[0007] Bepaalde uitvoeringsvormen van deze beschrijving verschaffen een toestel om een voorwerp te bouwen gebruikmakend van additieve productie, waarbij het toestel het volgende omvat: middelen om een werkbestand te ontvangen om het voorwerp te bouwen, waarbij het werkbestand een veelheid aan sneden van het voorwerp omvat, en waarbij een eerste snede van het voorwerp scanlijnen aangeeft om een energiebron te richten op bouwmateriaal om de eerste snede van het voorwerp op te bouwen; middelen om werkingsparameters van de energiebron te bepalen; en middelen voor het genereren van een eerste energiedichtheidskaart van de eerste snede van het voorwerp op basis van het werkbestand en de werkingsparameters van de energiebron, waarbij de eerste energiedlchtheidskaart een hoeveelheid energie van de energiebron aangeeft per oppervlakte bouwmateriaal die gericht wordt cp het bouwmateriaal voor de eerste snede van het voorwerp.
[0008] Bepaalde uitvoeringsvormen van deze beschrijving verschaffen een door een computer leesbaar opslagmedium waarop instructies opgesiagen zijn voor het uitvoeren van een werkwijze om een voorwerp te bouwen gebruikmakend van additieve productie, waarbij de werkwijze het volgende omvat: het ontvangen van een werkbestand om het voorwerp te bouwen, waarbij het werkbestand een veelheid aan sneden van het voorwerp omvat, en waarbij een eerste snede van hei voorwerp scanlijnen aangeeft om een energiebron te richten op bouwmateriaal om de eerste snede van het voorwerp op te bouwen; het bepalen van werkingsparameters van de energiebron; en het genereren van een eerste energiedichtheidskaart van de eerste snede van het voorwerp op basis van het werkbestand en de werkingsparameters van de energiebron, waarbij de eerste energiedlchtheidskaart een hoeveelheid energie van de energiebron aangeeft per oppervlakte bouwmateriaal die gericht wordt op het bouwmateriaal voor de eerste snede van het voorwerp.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
[0009] Figuur 1 illustreert een voorbeeld van een scanpatroon dat overeenkomt met een laag van een voorwerp.
[0010] Figuur 2 is een grafiek die de verschillende dynamische gedragingen illustreert van een voorbeeidenergiebron.
[0011] Figuur 3 illustreert een voorbeeld van een visuele weergave van een energiedichtheidskaart voor een iaag van een voorwerp.
[0012] Figuur 4 illustreert voorbeeldbewerkingen voor het genereren van een energiedichtheidskaart voor een laag van een voorwerp, in overeenstemming met bepaalde aspecten van deze beschrijving.
[0013] Figuur 5 illustreert een voorbeeld van een visuele weergave van een 3D energiemodel van een voorwerp.
[0014] Figuur 8 illustreert voorbeelübewerkingen voor het identificeren van kritieke secties in een voorwerp, In overeenstemming met bepaalde aspecten van deze beschrijving.
[0015] Figuur 7A Illustreert een voorbeeld van een visuele weergave van een energiedichtheidskaart voor een laag van een voorwerp vóór het bijstellen van de opbouw van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp.
[0016] Figuur 7B illustreert een voorbeeld van een visuele weergave van een energiedichtheidskaart voor een laag van een voorwerp na het bijstellen van de opbouw van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp.
[0017] Figuur 8 is een voorbeeld van een systeem voor het ontwerpen en produceren van 3D voorwerpen.
[0018] Figuur 9 illustreert een functioneel blokdiagram van één voorbeeld van de computer die weergegeven wordt in figuur 8.
[0019] Figuur 10 toont in grote lijnen een procédé voor het produceren van een 3D voorwerp gebruikmakend van een additieve productiesysteem.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN BEPAALDE UITVOERINGSVORMEN
VAN DE UITVINDING
[0020] De volgende beschrijving en de bijhorende figuren zijn gericht op bepaalde specifieke uitvoeringsvormen. De uitvoeringsvormen die beschreven worden in eender welke welbepaalde context zijn niet bedoeld om deze beschrijving te beperken tot de gespecificeerde uitvoeringsvorm of tot eender welk welbepaald gebruik. Vakmensen zuilen erkennen dat de beschreven uitvoeringsvormen, aspecten en / of kenmerken niet beperkt zijn tot een welbepaalde uitvoeringsvormen.
[0021] De systemen en werkwijzen die hier beschreven worden kunnen worden uitgevoerd gebruikmakend van verscheidene additieve productie* en / of driedimensionale (3D) printsystemen en -technieken. Typisch vertrekken additieve productietechnieken van een digitale weergave van het 3D voorwerp dat moet worden gevormd, in het algemeen wordt de digitale weergave verdeeld in een reeks dwarsdoorsneden die lagen, of “sneden’’, vormen die boven elkaar gelegd worden om het voorwerp in zijn geheel te vormen. De lagen stellen het 3D voorwerp voor, en kunnen worden gegenereerd gebruikmakend van modelleersoftware voor additieve productie die uitgevoerd wordt op een computersysteem. De software kan bijvoorbeeld CAD/CAM software omvatten (Computer Aided Design computerondersteund ontwerpen/Computer Aided Manufacturing computerondersteunde productie), informatie over de dwarsdoorsnedelagen van het 3D voorwerp kan worden opgeslagen als dwarsdoorsnedegegevens. Een additieve productiemachine of -systeem (bv, 3D printen) gebruikt de dwarsdoorsnedegegevens voor het iaag per laag bouwen van het 3D voorwerp. Dienovereenkomstig iaat additieve productie toe om 3D voorwerpen te produceren rechtstreeks vanuit door een computer gegenereerde gegevens van de voorwerpen, zoals CAD~beslanden (Computer Aided Design) of STL bestanden. Additieve productie verschaft de mogelijkheid om snel zowei eenvoudige ais ingewikkelde onderdelen te produceren zonder gereedschap en zonder dat het nodig is om verschillende onderdelen te monteren.
[0022] Additieve productieprocessen omvatten in het algemeen het verschaffen van energie van een energiebron (bv. een laser, een elektronenstraal, enz.) om lagen van bouwmateriaal (bv. kunststof, metaal, etc.) te laten uitharden (bv. poiymeriseren). De additleve productiemachine kan bijvoorbeeld selectief energie van een energiebron richten (bv. scannen) op het bouwmateriaal op basis van een werkbestand. Het werkbestand kan informatie omvatten betreffende sneden van een digitale weergave van een voorwerp dat moet worden gebouwd gebruikmakend van een additief productieproces. Het werkbestand kan bijvoorbeeld voor elke snede informatie omvatten betreffende een scanpatroon voor de energiebron om energie te richten op (bv. iaser om te scannen, elektronenstraai om te scannen, enz.) de fysische iaag bouwmateriaai die overeenkomt met die snede. Er moet worden opgemerkt dat, zoals hier besproken, de termen snede en laag onderling verwisselbaar zijn. Het scanpatroon kan één of meer vectoren omvatten die elk een ruimtelijke positie aangeven om de energie ie richten op de iaag bouwmateriaal en een richting om de energie te richten op het bouwmateriaa! (bv. een richting om de iastersiraal, efektronenstraai, of andere energiebron over het bouwmateriaal te verplaatsen tijdens het scannen), [0023] Een additieve productiemachine bouwt een voorwerp iaag per iaag door energie te richten op (bv. scannen) de lagen bouwmateriaai in overeenstemming met het scanpatroon voor elke individuele iaag zoals aangegeven wordt in een werkbestand. De additieve productiemachine kan bijvoorbeeld een eerste laag fysisch bouwmateriaal scannen die overeenkomt met een eerste snede van een digitale weergave van een voorwerp in overeenstemming met het scanpatroon voor de eerste snede. De additieve productiemachine kan vervolgens een tweede iaag bouwmateriaal scannen die overeenkomt met een tweede snede grenzend aan de eerste snede in overeenstemming met het scanpairoon voor de tweede snede. De additieve productiemachine gaat verder met het scannen van lagen bouwmateriaai overeenkomstig alie sneden in het werkbestand, tot de laag die overeenkomt met de laatste snede gescand wordt.
[0024] Tijdens het scanproces wordt energie van de energiebron gericht op het bouwmateriaal, laag per iaag, om het voorwerp iaag per laag op te bouwen, in sommige aspecten kunnen sommige secties of gebieden van een voorwerp een verschillende hoeveelheid energie ontvangen dan andere secties van het voorwerp.
Bijvoorbeeld kunnen verschillende secties of gebieden van verschillende lagen bouwmateriaal verschillende hoeveelheden energie ontvangen. Deze verschillende hoeveelheden energie die gericht wordt op verschillende secties van een laag van een voorwerp kunnen een invloed hebben op het uiteindeiijk gebouwde voorwerp. Bijvoorbeeld: een eigenschap van verschillende secties van het voorwerp, zoais een sterkte, dikte, porositeit, grootte, vorm, afwerking enz. kan gebaseerd zijn op de hoeveelheid energie die gericht wordt op de secties. Zodoende kan het beheersen van de hoeveelheid energie die gericht wordt op het bouwmateriaal tijdens het bouwproces van een voorwerp een invloed hebben op de algemene kwaliteit van het uiteindelijk gebouwde voorwerp.
[0025] Dienovereenkomstig verschaffen bepaaide uitvoeringsvormen die hier verschaft worden systemen en werkwijzen voor het genereren van energledichtheidskaarten voor een voorwerp dat moet worden gebouwd in een additieve productie-omgeving. Een energiedichtheidskaart kan bijvoorbeeld gegenereerd worden voor eike snede van een digitale weergave van een voorwerp (bv. een werkbestand). De energiedichtheidskaart kan een hoeveelheid energie aangeven (bv. geschepte hoeveeiheid energie of werkelijk toegepaste energie) die gericht wordt op een laag van bouwmateriaal uit de energiebron per oppervlakte van de laag bouwmateriaal bij het produceren van de laag van het voorwerp.
[0026] In sommige uitvoeringsvormen, wordt de energiedichtheidskaart gebruikt om kritieke secties te identificeren (bv. secties waar zich mogelijks fouten kunnen voordoen tijdens het bouwen, waarnaar kan worden verwezen als een non-conformiteit) van het voorwerp (bv. gebieden of volumes), of de waarschijnlijkheid dat een sectie een fout of non-conformiteit bevat. De energiedichtheidskaart kan bijvoorbeeld worden gebruikt om secties van het voorwerp te identificeren die misschien niet voldoen aan de noodzakelijke kwaliteit (bv. lege ruimten in het voorwerp, een misvorming, zwak, hoge porositeit, enz.). in sommige uitvoeringsvormen kan de energiedichtheidskaart worden gebruikt om secties met geometrische non-conformiteiten (bv. verschiilen tussen de werkelijke resulterende afmetingen van het gebouwde voorwerp, en de afmetingen van de digitale weergave van het voorwerp) in te schatten of te bepalen. In sommige uitvoeringsvormen wordt. de energiedichtheldskaart gebruikt om het bouwen van het voorwerp te optimaliseren. Bijvoorbeeld kan het roepassen van energie van de energiebron op het bouwmateriaal in geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp worden bijgesteld. Bijvoorbeeld het scanpatroon, het vermogen van de energiebron, de snelheid waaraan de energiebron verplaatst wordt tijdens het scannen, de vorm van de straal van de energiebron en / of de straaldiameter van de energiebron kunnen worden bijgesteld. in sommige uitvoeringsvormen kan het scanpatroon worden bijgesteld door het werkbestand ie wijzigen (bv, meer of minder scanlijnen toevoegen) in geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp. In sommige uitvoeringsvormen kan het toepassen van energie van de energiebron op het bouwmateriaal in geïdentificeerde kritieke secties op automatische wijze worden gewijzigd. Dienovereenkomstig kan het genereren van een energiedichtheldskaart op voordelige wijze toelaten om additieve productieprocessen beter te beheersen, en leiden tot een hogere kwaliteit voor voorwerpen die gebouwd zijn gebruikmakend van additieve productieprocessen.
[0027] Selectief lasersinteren (LS) is een additieve productietechniek die gebruikt wordt voor het 3D printen van voorwerpen. LS-toestelien maken vaak gebruik van een laser met hoog vermogen (bv. een koolstofdioxidelaser) om kleine deeltjes kunststof, metaal, keramiek, glaspoeders, of andere geschikte materialen te “sinteren” (I.e. smelten) tot een 3D voorwerp. Het LS-toestei kan gebruik maken van een laser om dwarsdoorsneden te scannen op het oppervlak van een poederbed in overeenstemming met een CAD~ontwerp of werkbestand. Het LS-toestei kan ook een bouwplatform laten zakken over één Saagdikte nadat een laag voltooid werd en een nieuwe laag materiaal toevoegen zodat een nieuwe laag kan worden gevormd. Sn sommige uitvoeringsvormen kan een LS-toestei het poeder voorverwarmen om het voor de laser gemakkeüjker te maken om de temperatuur te doen stijgen tijdens het sinterproces. Hoewel hier beschreven uitvoeringsvormen kunnen worden beschreven met betrekking tot LS, kunnen de uitvoeringsvormen ook worden gebruikt met andere geschikte additieve productietechnieken, zoais een gewone vakman zai begrijpen.
[0028] Figuur 1 illustreert een voorbeeld van een scanpatroon 100 dat overeenkomt met een laag van een voorwerp. Het scanpatroon 100 is bijvoorbeeld voor een snede van een digitale weergave van hei voorwerp overeenkomstig de laag van hei voorwerp. De snede kan er één zijn van een veelheid aan sneden die deel uitmaken van een werkbestand dat door een additieve productiemachine gebruikt wordt om hei voorwerp te bouwen. Zoals weergegeven omvat hei scanpairoon 100 een reeks lijnen 105. De lijnen 105 van het scanpatroon 100 geven aan de additieve productiemachine aan waar er energie moet worden gericht van een energiebron op bouwmateriaal in overeenstemming met de laag van hei voorwerp. De additieve productiemachine kan bijvoorbeeld een energiebron (bv. een laserstraal, elektronenstraal, enz.) scannen over een laag bouwmateriaal in een patroon dat overeenkomt met de lijnen 105 van het scanpatroon 100. In sommige aspecten omvatten de lijnen 105 vectoren. De vectoren van de lijnen 105 geven een ruimtelijke positie aan waar de energie moet worden gericht op de laag bouwmateriaal en een richting om de energiebron te verplaatsen en energie te richten op het bouwmateriaal (bv. een richting om de iaserstraai, eiektronenstraai, of andere energiebron ie verplaatsen over het bouwmateriaal tijdens het scannen).
[0029] in sommige uitvoeringsvormen kan een computersysteem een werkbestand voor een voorwerp opslaan en openen. Zoals besproken omvat het werkbestand een digitale weergave van het voorwerp. De digitale weergave van het voorwerp kan een veelheid van sneden omvatten die overeenkomen met iagen van het voorwerp. Eik van de sneden kan een scanpatroon zoals hei scanpatroon 100 omvatten. In sommige uitvoeringsvormen is het computersysteem geconfigureerd om een energiedichtheidskaart te genereren voor elke Saag van het voorwerp op basis van de overeenkomstige snede in het werkbestand voor het voorwerp.
[0030] In sommige uitvoeringsvormen genereert het computersysteem een energiedichtheidskaart voor een laag van een voorwerp op basis van het scanpatroon voor de laag (bv, in een werkbestand) en werkingsparameters van de energiebron van de additieve productiemachine die gebruikt wordt om het voorwerp te bouwen. De werkingsparameters (bv. voor een laserstraal) kunnen bijvoorbeeld één of meer van de voigende omvatten: een vermogen van de energiebron, een scansnelheid van de energiebron, een grootte (bv. een diameter) van een straai die uitgezonden wordt door de energiebron, en een vorm van een straai die uitgezonden wordt door de energiebron, in sommige aspecten, zoais indien de energiebron een eiektronenstraai omvat, kunnen de werkingsparameters een of meer van de volgende omvatten: een vermogen van de energiebron, een scansnelheid van de energiebron, een versnellingsspanning, en een stroomsterkte van de energiebron. Zoals beschreven omvat het werkbestand een digitale weergave van het voorwerp, omvattende een snede die overeenkomt rnet de iaag van het voorwerp, De snede omvat een scanpatroon ibv. scanpatroon 100}.
[0031 ] Het computersysteem kan een ruimtelijke positie bepaien van de energiebron die gebruikt wordt om de laag bouwmateriaaS die overeenkomt met de iaag van het voorwerp te scannen op basis van het scanpatroon van de overeenkomstige snede, In het bijzonder, zoals besproken, kan het scanpatroon de ruimtelijke positie en richting aangeven om energie te richten op de iaag bouwmateriaal. Hei computersysteem kan voorts de hoeveelheid energie berekenen die door de energiebron moei worden toegepast op elke oppervlakte waarop de energie moet worden gericht op de laag bouwmateriaal, [0032] Het computersysteem kan bijvoorbeeld de energie berekenen die door de energiebron moet worden gericht op elke oppervlakte op basis van het scanpatroon en werkingsparameters van de energiebron, In het bijzonder, in sommige uitvoeringsvormen, gebruikt het computersysteem de ruimtelijke positie van de energiebron, en optioneel de straalvorm en / of straalgrootte (bv, voor een laserstraal) of de versneiiingsspanning en / of stroomsterkte (bv, voor een eiektronenstraai) om de gebieden op het bouwmateriaal te bepalen waarop energie moet worden gericht. Voorts gebruikt het computersysteem de scansnelheid en / of -richting waaraan of waarin de energiebron moet worden verplaatst tijdens het scannen om een tijd te bepalen gedurende dewelke de energie moet worden gericht op elk gebied. Het computersysteem gebruikt vervolgens het vermogen van de energiebron en de duur gedurende dewelke de energie moet worden gericht, op elk gebied om de hoeveelheid energie te bepalen die moet worden gericht op elk gebied van het bouwmateriaal. Het computersysteem kan bijvoorbeeld de duur gedurende dewelke energie moet worden gericht vermenigvuldigen met het vermogen van de energiebron voor elk gebied van het bouwmateriaal In een ander voorbeeld kan het computersysteem het vermogen van de energiebron delen door de snelheid (bv. scansnelheid) van de beweging van de energiebron over het bouwmateriaal voor elk gebied van het bouwmateriaal om de hoeveelheid energie te bepalen die door de energiebron gericht wordt op eik gebied, [0033] In sommige uitvoeringsvormen genereert het computersysteem een energiedichtheidskaart voor een iaag van een voorwerp op basis van het scanpatroon voor de laag (bv. in een werkbestand) en werkingsparameters van de energiebron van de additieve productiemachine die gebruikt wordt om het voorwerp te bouwen, en vooris gebaseerd op het dynamisch gedrag van de energiebron. Dynamisch gedrag van de energiebron kan een dynamisch gedrag van een scanner van de energiebron omvatten, zoals verplaatsing van spiegels die een laserstraal sturen. Dynamisch gedrag van de energiebron kan ook dynamisch gedrag van de energie zelf omvatten, zoals de stijgtijd en de afvaitijd van het vermogen van de energiebron (bv. laser). Het dynamisch gedrag van de energiebron kan bijvoorbeeld één of meer van de voigende omvatten: een stijgtijd, een insteltijd, een wachttijd, een versneitijd, en een vertragingstijd van de energiebron. Figuur 2 is een grafiek 200 die de diverse dynamische gedragingen van een voorbeeidenergiebron illustreert, in het bijzonder stelt de x~as de tijd voor, en de y~as stelt een vermogen van de energiebron voor. Bijvoorbeeld de stijgtijd tf van de energiebron kan de tijd zijn die de energiebron nodig heeft om een percentage (bv. 98%) te bereiken van het vermogen dat gebruikt wordt om het bouwmateriaal te scannen. De versneiïingstijd van de energiebron kan de tijd zijn voordat een stabiele scansneiheïd bereikt wordt. De wachttijd td kan de tijd zijn die de energiebron nodig heeft om te beginnen energie te genereren na het ontvangen van de opdracht om energie te genereren. De fnsteitijd ts kan de tijd zijn die de energiebron nodig heeft om een stabiele toestand te bereiken (bv. binnen 2-5% van het vermogen dat gebruikt wordt om het bouwmateriaal te scannen). De vertrag!ngstijd van de energiebron kan de tijd zijn voordat verplaatsing van de energiebron gestopt wordt, [Ö034J Het dynamisch gedrag kan worden gebruikt door het computersysteem, tezamen met het eerder besproken scan patroon en de werkingsparameiers, om een duur te bepalen gedurende dewelke de energie gericht wordt op eik gebied, en een vermogen van de energiebron dat gericht wordt op elk gebied. Zoals eerder besproken gebruikt het computersysteem vervolgens het vermogen van de energiebron en de duur gedurende dewelke de energie gericht wordt op elk gebied om de hoeveelheid energie te bepalen die moet worden gericht op elk gebied van het bouwmateriaal. In een ander voorbeeld kan dynamisch gedrag gebruikt worden door het computersysteem, tezamen met het eerder besproken scanpatroon en werkingsparameters, om een sneiheid te bepalen waarmee de energie gericht wordt op elk gebied, en een vermogen van de energiebron dat gericht wordt op eik gebied. Het computersysteem kan het vermogen van de energiebron delen door de sneiheid (bv. scansnelheid) van de verplaatsing van de energiebron over het bouwmateriaal voor eik gebied van het bouwmateriaal om de hoeveelheid energie te bepalen die door de energiebron op eik gebied gericht wordt, in sommige aspecten wordt de snelheid van de energiebron aangepast op basis van hei vermogen.
[0035] In sommige aspecten kan het dynamisch gedrag van de energiebron voor een bepaalde energiebron bepaaid worden op basis van de energiebron, en aspecten van het additieve productietoestel omvattende de energiebron, in sommige aspecten wordt een sturing die met het additieve productietoestel gekoppeld is en die ingericht is om de werking van het additieve productietoestel aan te sturen, geconfigureerd om dergelijk dynamisch gedrag van de energiebron te Identificeren en om dergelijke informatie te verschaffen aan het computersysteem, in sommige aspecten is de sturing zelf het computersysteem, in sommige aspecten kan het dynamisch gedrag van de energiebron, en dienovereenkomstig de geschatte hoeveelheid energie, bepaald worden zonder het voorwerp echt te bouwen, [0036] Het computersysteem kan dienovereenkomstig de geschatte hoeveelheid energie bepalen die moet worden toegepast op eik gebied van de laag bouwmateriaal op basis van het scanpatroon en werkingsparameters van de energiebron, en optioneel dynamisch gedrag van de energiebron. De hoeveelheid energie kan bijvoorbeeld weergegeven worden ais een aantal Joules per oppervlakte bouwmateriaal (bv. j/mm2). De hoeveelheid energie In elk gebied kan worden samengeteld en gebruikt om een energiedichtheidskaart te genereren die de hoeveelheid energie aangeeft die moet worden toegepast op elk gebied van de laag bouwmateriaal, In sommige aspecten kan de geschatte hoeveelheid energie worden bepaald zonder het voorwerp echt te bouwen. Dergeiljke energiedlcbtheidskaarten die berekend worden zonder het voorwerp echt te bouwen kunnen voorbeelden zijn van vooraf opgesielde energledlchtheidskaarten. Dienovereenkomstig bepaalt het computersysteem hoeveel energie toegepast wordt op elk gebied van de laag bouwmateriaal. In sommige uitvoeringsvormen omvat de energiedichtheidskaart voor een laag een reeks waarden die een hoeveelheid energie aangeven gecorreleerd aan een ruimtelijke locatie (bv. coördinaten, grootte, vorm, enz.) van een gebied van het bouwmateriaal. Figuur 3 Illustreert een voorbeeld van een visuele weergave van een energ'sedichtheldskaart 300 voor een laag van een voorwerp. De mate van schaduw in elk gebied van de dichtheidskaari 300 kan de energiedïchtheid aangeven (bv. hoeveelheid toegepaste energie) In elk gebied van het bouwmateriaal voor de laag. Een donkerdere schaduw geeft bijvoorbeeld een hogere energiedichtheid aan, en een lichtere schaduw geeft een lagere energiedichtheid aan. In sommige aspecten kan het computersysteem de energiedichtheidskaart 300 visueel weergeven aan een gebruiker (bv. op een scherm) om de gebruiker toe te iaten om potentieel kritieke secties van het te bouwen voorwerp (bv. gebieden met een te iage ofte hoge energiedichtheid) te identificeren.
[0037] Sn sommige uitvoeringsvormen bepaalt het computersysteem, bijkomend aan of in de plaats van het schatten van de hoeveelheid energie die moet worden toegepast op eik gebied van de laag bouwmateriaal op basis van het scanpatroon en werkïngspararneters van de energiebron, en optioneel dynamisch gedrag van de energiebron, zoals besproken, de werkelijke hoeveelheid energie die toegepast wordt op eik gebied. Het computersysteem kan bijvoorbeeld de werkeiijke hoeveelheid energie die toegepast wordt op elk gebied bepalen om dit te gebruiken als kwaliteitscontrole van een werkelijk gebouwd onderdeel, als controle op de werking van het additieve productietoestei, ais test of het werkbestand moet worden aangepast als de geschatte hoeveelheid verschilt van de werkeiijke hoeveelheid voor opeenvolgende exemplaren van een voorwerp, enz.; In sommige uitvoeringsvormen bepaalt (bv. opslaan, bewaken, enz.) een stuursysteem van een additleve productletoestel een werkelijke positie en/of snelheid van de energiebron, en optioneei een werkelijk vermogen van de energiebron, in de ioop van de tijd tijdens het bouwproces terwijl het voorwerp gebouwd wordt. Het stuursysteem kan informatie over de positie, de duur en / of sneiheid van het toepassen van de energie verschaffen aan het computersysteem. Het computersysteem bepaalt vervolgens de hoeveelheid energie die werkelijk toegepast werd op elk gebied van het bouwmateriaal op basis van het vermogen van de energiebron en de duur en I of snelheid van het toepassen van de energie op elk gebied, om de hoeveelheid energie te bepalen die toegepast werd op elk gebied van het bouwmateriaal. Het computersysteem kan vervolgens een energiedichtheidskaart genereren voor de laag, zoals hier besproken, Dergeüjke energiedichtheidskaarten op basis van informatie die verzameld werd tijdens het eigenlijke bouwen van het voorwerp kunnen voorbeelden zijn van energiedichtheidskaarten die na het bouwen opgesteld worden.
[0038] In sommige aspecten worden zowel vóór als na het bouwen energiedichtheidskaarten gegenereerd voor een voorwerp. De energiedichtheidskaarten na het bouwen kunnen door een computersysteem worden vergeleken met de energiedichtheidskaarten vóór het bouwen om afwijkingen tussen de verschillende energiedichtheidskaarten te identificeren, in sommige aspecten kunnen de afwijkingen door een computersysteem worden gebruikt om te bepalen of het additieve productietoestel foutief werkt. Grote afwijkingen kunnen bijvoorbeeld te wijten zijn aan fouten met het addiiseve productietoestel.
[0039] Figuur 4 illustreert voorbeeldbewerklngen 400 voor het genereren van een energiedichtheidskaart voor een laag van een voorwerp, In overeenstemming met bepaalde aspecten van deze beschrijving. In 405 word! een digitale weergave van de laag van het voorwerp ontvangen. Een computersysteem kan bijvoorbeeld een werkbestand ontvangen omvattende een veelheid aan sneden van een digitale weergave van het voorwerp. Elke snede kan een laag van het voorwerp voorstellen. Voorts kan elke snede een scanpatroon aarsgeven (bv, scanlijnen om een energiebron te richten op bouwmateriaal om de laag van het voorwerp te bouwen) voor de laag van het voorwerp, in 410 worden de werkingsparameters van een energiebron om het voorwerp te bouwen, bepaald. Het computersysteem kan bijvoorbeeld één of meer werkingsparameters van de energiebron bepalen, zoals besproken. Voorts wordt, in 415, een energiedichtheidskaart van de laag van het voorwerp gegenereerd op basis van de werkingsparameters van de energiebron, en het scanpatroon van de laag van het voorwerp. De energiedichtheidskaart geeft een hoeveelheid energie van de energiebron per oppervlakte bouwmateriaal aan die toegepast wordt op het bouwmateriaal voor de iaag van het voorwerp, in sommige aspecten wordt de energiedichtheidskaart voorts gegenereerd op basis van dynamisch gedrag van de energiebron en/of de werkelijke positie van de energiebron terwijl het voorwerp gebouwd wordt.
[0040] in sommige uitvoeringsvormen kan het computersysteem een 3D energiemoöe! (bv. voxelmodel) genereren op basis van de 2D energiedichtheidskaarien die gegenereerd worden voor elke laag van een voorwerp. Het computersysteem kan bijvoorbeeld de energiedichtheidskaarten die overeenkomen met elke laag van het voorwerp “stapelen” om een 3D energiemodei van het voorwerp te genereren. In sommige aspecten kan het computersysteem het 3D energiemodel visueel weergeven aan een gebruiker (bv. op een scherm) om de gebruiker toe te laten om potentieel kritieke secties van het te bouwen voorwerp (bv. gebieden met een te lage of te hoge energiedlchtheid) te identificeren. Figuur 5 illustreert een voorbeeld van een visuele weergave van een 3D energiernode! van een voorwerp.
[0041] Het computersysteem kan voorts de 2D energiedichtheidskaarten en/of het 3D energiemodel van het voorwerp gebruiken om kritieke secties (bv. secties waar mogelijks fouten optreden tijdens het bouwen) van het voorwerp (bv. gebieden of volumes) te identificeren. Het computersysteem kan de 2D energiedichtheidskaarten en / of het 3D energiemodei van het voorwerp bijvoorbeeld gebruiken om secties (bv. 2D gebieden of 3D volumes) van het voorwerp te Identificeren die mogelijks niet voldoen aan de vereiste kwaliteit en / of secties met geometrische non-conformiteiten. in één voorbeeld kan hei computersysteem de 2D energiedichtheidskaarten en / of het 3D energiemodei van het voorwerp gebruiken om een waarschijnlijkheid te bepalen dat een gegeven sectie van het voorwerp een fout bevat, in sommige aspecten kan het computersysteem een sectie kenmerken ais kritieke sectie indien de waarschijnlijkheid dat de gegeven sectie van het voorwerp een fout bevat, boven een drempelwaarde ligt.
[0042] in sommige uitvoeringsvormen kan het computersysteem de 2D energiedichtheidskaarten en / of het 3D energiemodei van het voorwerp voorts gebruiken om hei bouwen van dergelijke geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp bij te steilen. Bijvoorbeeld kan het toepassen van energie van de energiebron op het bouwmateriaal ter hoogte van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp bijgesteld worden. Bijvoorbeeld kunnen het scan pa troon, het vermogen van de energiebron, de snelheid waarmee de energiebron verplaatst wordt tijdens het scannen, de straalvorm van de energiebron, de straalgrootte, een versneilingsspanning en / of een stroomsterkte van de energiebron bijgesteld worden, in sommige uitvoeringsvormen kan het scanpatroon bijgesteid worden door het werkbestand te wijzigen (bv. meer of minder scanlijnen gebruiken) ter hoogte van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp, in sommige uitvoeringsvormen kan het toepassen van energie van de energiebron op het bouwmateriaai ter hoogte van geïdentificeerde kritieke secties automatisch aangepast worden door berekende waarschijnlijkheden op fouten te gebruiken, of afwijkingen van drempelwaarden ais ingang van een functie die het toepassen van energie van de energiebron berekent of bijsteii.
[0043] in sommige uitvoeringsvormen kan de waarschijniijkheid dat secties van een te bouwen voorwerp (bv. op basis van een werkbestand) een fout omvatten (bv, mogelijke defecten of fouten) worden bepaald gebruikmakend van hef 3D energiemodel van het voorwerp. In sommige aspecten is het 3D energiemodel bijvoorbeeld een digitale weergave van een volume van het voorwerp. Het computersysteem kan het volume van het 3D energiemodel verdelen in een veelheid aan secties of gebieden, die elk hun eigen volume hebben. De veelheid aan gebieden kunnen elk eenzelfde volume hebben, of ze kunnen verschillende volumes hebben. Het computersysteem kan vervolgens voor elk gebied van de veelheid aan gebieden een waarschijnlijkheid bepalen dat het gebied een fout bevat, in sommige uitvoeringsvormen identificeert het computersysteem hei gebied als kritiek gebied ais de waarschijnlijkheid voor een gebied boven een drempelwaarde ligt, [0044] In sommige uitvoeringsvormen berekent het computersysteem de totale hoeveelheid energie per volume in een gegeven gebied op basis van het 3D energiemodel. Bijvoorbeeld wordt de hoeveelheid energie voor elke oppervlakte in het gegeven gebied berekend en gedeeld door het totaal volume van het gebied. Het computersysteem vergelijkt vervolgens de hoeveelheid energie per volume met minstens één drempelwaarde, Indien bijvoorbeeld de hoeveelheid energie per volume van het gebied onder een eerste drempelwaarde voor de energiehoeveelheid ligt, dan kan het. gebied een rnogelijk defect bevatten en als kritiek gebied gekenmerkt worden, in een ander voorbeeld kan het gebied, Indien de hoeveelheid energie per volume van het gebied boven een tweede drempelwaarde voor de energiehoeveelheid ligt (verschillend van de eerste drempelwaarde voor de energiehoeveelheid) een mogelijk defect bevatten en als kritiek gebied gekenmerkt worden. In sommige aspecten kunnen de eerste drempelwaarde en / of de tweede drempelwaarde dezelfde zijn voor alle gebieden van het voorwerp. Er kan bijvoorbeeld een ondergrens en /of een bovengrens voor de energiehoeveelheid bepaald worden om een welbepaalde bouwkwailteit van het voorwerp te garanderen. In sommige aspecten kunnen de eerste drempelwaarde en /of de tweede drempelwaarde verschillend zijn voor elk gebied van het 3D energiemodel. De drempelwaarden voor een gebied kunnen bijvoorbeeid adaptief zijn en gebaseerd zijn op de totale hoeveeiheid energie per voiume in gebieden nabij (bv. grenzend aan) het gegeven gebied.
[0045] In sommige aspecten gebruikt het computersysteem, in de plaats van onmiddellijk een gebied te kenmerken ais kritiek gebied op basis van de vergelijking van de totale hoeveelheid energie per volume in het gegeven gebied met één of meer drempelwaarden, de vergelijking om gebieden te identificeren ais potentieel kritiek gebied. In sommige aspecten bepaalt het computersysteem vervolgens een waarschijnlijkheid dat een potentieel kritiek gebied een fout bevat. Het computersysteem bepaalt bijvoorbeeid de waarschijnlijkheid dat het potentieel kritiek gebied een fout bevat op basis van één of meer van de volgende factoren: het volume van het gebied, een breedte-hoogteverhouding van het gebied, hoeveelheden energie in omliggende gebieden, en de hoeveelheid energie in het gegeven gebied. Het computersysteem kan de waarschijnlijkheid, bijvoorbeeld, bepaien als gewogen berekening op basis van deze factoren.
[0046] Bijvoorbeeld is de toegekende waarschijnlijkheid, voor gebieden waarvan bepaald werd dat ze een totale hoeveelheid energie per volume hebben die onder een drempelwaarde ligt, hoger naarmate het volume van het gebied groter is, en lager naarmate het volume van het gebied kleiner is. Een groter volume kan bijvoorbeeld een hogere waarschijnlijkheid hebben dat er zich een defect bevindt in het volume, in een ander voorbeeld is de toegekende waarschijnlijkheid, voor gebieden waarvan bepaald werd dat ze een totale hoeveelheid energie per volume hebben die onder een drempelwaarde ligt, hoger naarmate de breedte-hoogteverhouding van het gebied kleiner is (bv. kleinere ongelijkheid tussen de waarden van verschillende afmetingen van het gebied), en lager naarmate de breedte-hoogteverhouding van hef gebied groter is. Een naaldachtig gebied kan bijvoorbeeld een lagere waarschijnlijkheid op een defect hebben dan een bolvormig gebied. In een verder voorbeeld is de toegekende waarschijnlijkheid, voor gebieden waarvan bepaald werd dat ze een totale hoeveelheid energie per volume hebben die groter is dan een drempelwaarde, lager naarmate de hoeveelheid energie in omliggende gebieden groter is {bv. in een schilvormig gebied met een bepaalde dikte rondom het gebied), en hoger naarmate de hoeveelheid energie in omliggende gebieden kleiner is, Indien bijvoorbeeld de hoeveelheid energie in omliggende gebieden groter is, zou dit gedeeltelijk een kleinere hoeveelheid energie in het gegeven gebied kunnen compenseren. In een ander voorbeeld is de toegekende waarschijnlijkheid, voor gebieden waarvan bepaald werd dat ze een totale hoeveelheid energie per volume hebben die groter is dan een drempelwaarde, hoger naarmate de hoeveelheid energie per volume in het gegeven gebied kleiner is, en lager naarmate de hoeveelheid energie per volume In het gegeven gebied groter is, [0047] Voor gebieden waarvan bepaald werd dat ze een totale hoeveelheid energie per volume hebben die groter is dan een drempelwaarde, is de ioegekende waarschijnlijkheid bijvoorbeeld hoger naarmate het volume van het gebied groter is, en iager naarmate het volume van het gebied kleiner is. Een groter volume kan bijvoorbeeld een hogere waarschijniijkheid hebben dat er zich een defect bevindt in het gebied. Sn een ander voorbeeld is de toegekende waarschijnlijkheid, voor gebieden waarvan bepaald werd dat ze een totale hoeveelheid energie per volume hebben boven een drempelwaarde, hoger naarmate de breedte-hoogteverhouding van het gebied kleiner is (bv. kleinere ongelijkheid tussen de waarden van verschillende afmetingen van het gebied), en lager naarmate de breedte-hoogteverhouding van het gebied groter is. Een naaldachtig gebied kan bijvoorbeeld een lagere waarschijnlijkheid op een defect hebben dan een bolvormig gebied. In een verder voorbeeld is in sommige gevallen de toegekende •waarschijnlijkheid, voor gebieden waarvan bepaald werd dat ze een totale hoeveelheid energie per volume hebben boven een drempelwaarde, hoger naarmate de hoeveelheid energie in omliggende gebieden groter Is (bv. in een schilvormig gebied met een bepaalde dikte rondom het gebied), en lager naarmate de hoeveelheid energie in omliggende gebieden kleiner is. In een ander voorbeeld is de toegekende waarschijnlijkheid, voor gebieden waarvan bepaald werd dat ze een totale hoeveelheid energie per volume hebben boven een drempelwaarde, iager naarmate de hoeveelheid energie per volume in het gegeven gebied kleiner is, en hoger naarmate de hoeveelheid energie per volume in het gegeven gebied groter is.
[0048] in sommige aspecten kunnen de waarschijnlijkheden voor elk gebied opgeslagen worden door het computersysteem en weergegeven worden aan een gebruiker. In sommige aspecten kunnen de waarschijnlijkheden voor eik gebied vergeleken worden met een drempelwaarde, en indien de waarschijnlijkheid voor een gebied boven een drempelwaarde ligt, identificeert het computersysteem het gebied als zijnde een kritiek gebied.
[0049] Sn sommige uitvoeringsvormen kan het computersysteem potentieel kritieke gebieden van een voorwerp identificeren op basis van de 2D energiedichtheidskaarten van het voorwerp. Er kunnen bijvoorbeeld soortgelijke berekeningen als degene die door het computersysteem uitgevoerd worden voor het 3D energiemodei, in de plaats daarvan uitgevoerd worden in 2D gebruikmakend van de 2Ö energsedichtneidskaarten.
[005(3] In sommige uitvoeringsvormen bepaalt hei computersysteem de totale hoeveelheid energie per oppervlakte in een bepaalde sectie van een laag op basis van de 2D energledichtheidskaart ven de laag. Het computersysteem vergelijkt vervolgens de hoeveelheid energie per oppervlakte met minstens één drempelwaarde. Indien bijvoorbeeld de hoeveelheid energie per oppervlakte van de sectie onder een eerste drempelwaarde voor de energiehoeveelheiü ligt, dan kan de sectie een mogelijk defect bevatten en als kritiek gebied gekenmerkt worden, in een ander voorbeeld kan de sectie, indien de hoeveelheid energie per oppervlakte van de sectie boven een tweede drempelwaarde voor de energiehoeveelheid Hot (verschillend van de eerste drempelwaarde voor de energiehoeveelheid) een mogelijk defect bevatten en als kritieke sectie gekenmerkt, worden. In sommige aspecten kunnen de eerste drempelwaarde en /of de tweede drempelwaarde dezelfde zijn voor alle secties van de laag van het voorwerp. Er kan bijvoorbeeld een ondergrens en I of een bovengrens voor de energiehoeveeiheld bepaald worden om een welbepaalde bouwkwaliteit van het voorwerp te garanderen. In sommige aspecten kunnen de eerste drempelwaarde en / of de tweede drempelwaarde verschillend zijn voor elke sectie van de 2D energiedichtheidskaart. De drempelwaarden voor een sectie kunnen bijvoorbeeld adaptief zijn en gebaseerd zijn op de totale hoeveelheid energie per oppervlakte in secties nabij (bv. grenzend aan) de gegeven sectie.
[0051] in sommige aspecten gebruikt het computersysteem, in de plaats van onmiddellijk een sectie te kenmerken ais kritieke sectie op basis van de vergelijking van de totale hoeveelheid energie per oppervlakte in de gegeven sectie mei één of meer drempelwaarden, de vergelijking om secties te identificeren ais potentieel kritieke sectie. Sn sommige aspecten bepaait het computersysteem vervolgens een waarschijniijkheid dat een potentieel kritieke sectie een fout bevat. Het computersysteem bepaait bijvoorbeeld de waarschijnlijkheid dat de potentieel kritieke sectie een fout bevat op basis van één of meer van de volgende factoren: de oppervlakte van de sectie, hoeveelheden energie in omliggende secties, en de hoeveelheid energie in de gegeven sectie. Het computersysteem kan de waarschijnlijkheid, bijvoorbeeld, bepalen als gewogen berekening op basis van deze factoren. Bijvoorbeeld is de toegekende waarschijnlijkheid hoger naarmate de oppervlakte van de sectie groter is, en lager naarmate de oppervlakte van de sectie kleiner is. Een grotere oppervlakte kan bijvoorbeeld een hogere waarschijnlijkheid hebben dat er zich een defect bevindt in het gebied. In een verder voorbeeld Is de ioegekende waarschijnlijkheid lager naarmate de hoeveelheid energie in omliggende secües groter is (bv. in een schilvormige sectie met een bepaalde dikte rondom de sectie), en hoger naarmate de hoeveelheid energie in omliggende secties kleiner is. Indien bijvoorbeeld de hoeveelheid energie in omliggende secties groter is, zou dit gedeeltelijk een kleinere hoeveelheid energie in de gegeven sectie kunnen compenseren. In een ander voorbeeld is de toegekende waarschijnlijkheid hoger naarmate de hoeveelheid energie per oppervlakte in de gegeven sectie kleiner is, en lager naarmate de hoeveelheid energie per oppervlakte in de gegeven sectie groter is.
[0052] in sommige aspecten kunnen de waarschijnlijkheden voor elke sectie opgeslagen worden door het computersysteem en weergegeven worden aan een gebruiker. In sommige aspecten kunnen de waarschijnlijkheden voor eike sectie vergeleken worden met een drempelwaarde, en indien de waarschijnlijkheid voor een sectie boven een drempelwaarde ligt, identificeert het computersysteem de sectie ais zijnde een kritieke sectie.
[0053] Figuur 6 illustreert voorbeeldbewerkingen 600 voor het identificeren van kritieke secties in een voorwerp, in overeenstemming met bepaalde aspecten van deze beschrijving. In 605 wordt een digitale voorstelling ontvangen van de hoeveelheid energie die moet worden toegepast op het voorwerp. Een computersysteem kan bijvoorbeeid een 3D energiemodel van het voorwerp en / of een 2D energiedichtheidskaart van een laag van het voorwerp ontvangen. In 610 wordt de digitale voorstelling van de hoeveelheid energie die moet worden toegepast op het voorwerp onderverdeeid in secties. Het computersysteem kan het 3D energiemode! van het voorwerp en / of een 2D energiedichtheidskaart bijvoorbeeid verdelen in secties met bepaaide volumes of oppervlaktes. In 615 wordt een waarschijnlijkheid bepaald dat een sectie een kritische sectie is. Zoals besproken kan de waarschijnlijkheid dat een sectie een kritieke sectie is bijvoorbeeld bepaald worden op basis van één of meer factoren, zoals het vergelijken van de hoeveelheid energie per volume of oppervlakte van de sectie met één of meer drempelwaarden. In 620 worden alle secties waarvan de waarschijnlijkheid dat ze een kritieke sectie zijn boven een drempelwaarde ligt, geïdentificeerd als kritieke sectie, [0054] In sommige uitvoeringsvormen kan de waarschijnlijkheid dat secties van een te bouwen voorwerp (bv, op basis van een werkbestand) een fout bevatten (bv, mogelijke defecten of fouten) bepaald worden gebruikmakend van het 3D energiemodel van het voorwerp om de werkelijke afmetingen van het voorwerp te vóórspellen wanneer het gebouwd wordt door het additieve productletoestel. Het computersysteem kan bijvoorbeeld de werkelijke afmetingen van het te bouwen voorwerp vóórspellen op basis van het 3D energiemodel van het voorwerp door een digitale voorstelling van het voorwerp aan te passen (bv. in verschillende ruimtelijke richtingen) op basis van de hoeveelheid energie die foegepast wordt op het voorwerp, in sommige aspecten kunnen de afmetingen van de voorstelling van het voorwerp ook worden aangepast (bv. XY~aanpassing toegepast) om het thermisch effect van de productie te corrigeren. Elke sectie waarvan de afmetingen worden aangepast tot buiten de ontwerplimieten van het voorwerp kan worden geïdentificeerd als zijnde een geometrische non-conformiteit die overeenkomt met een kritieke sectie.
[0055] In sommige uitvoeringsvormen kan het computersysteem de 2D energiedlchtheidskaarten en /of het 3D energiemodei van het voorwerp voorts gebruiken om het bouwen van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp bij te stellen. Bijvoorbeeld het toepassen van energie van de energiebron op het bouwmateriaal ter hoogte van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp kan worden bijgesield. Bijvoorbeeld kunnen het scanpatroon. het vermogen van de energiebron, de snelheid waarmee de energiebron verplaatst wordt tijdens het scannen, de straalvorm van de energiebron, de straaldlameter van de energiebron, een versneilingsspanning en ƒ of een stroomsterkte van de energiebron bljgesteld worden. In sommige uitvoeringsvormen kan het scanpatroon bijgesteld worden door het werkbestand te wijzigen (bv, meer of minder scanlijnen gebruiken) ter hoogte van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp. In sommige uitvoeringsvormen kan het toepassen van energie van de energiebron op het bouwmateriaal ter hoogte van geïdentificeerde kritieke secties automatisch aangepast worden. Bijvoorbeeld kunnen, in secties (of voor één of meer vectoren van deze secties) die geïdentificeerd werden ais hebbende een lage energiedichtheid (bv. de hoeveelheid energie per volume of oppervlakte ligt onder een eerste drempelwaarde), één of meer bijkomende vectoren toegevoegd worden aan het scanpatroon (of de scanpatronen) voor die sectie, één of meer vectoren van het scanpatroon (of de scanpatronen) kunnen worden verlengd, één of meer vectoren van het scanpatroon (of de scanpatronen) kunnen worden verdeeld, het vermogen van de energiebron voor het scannen van de sectie kan worden verhoogd, de snelheid waarmee de energiebron verplaatst wordt in de sectie kan worden verlaagd, de straalgrootte (bv. de diameter) van de energiebron kan worden verkieind (bv. om meer energie te concentreren per oppervlakte), de straaivorm kan worden gewijzigd (bv. om meer energie te concentreren per oppervlakte), de stroomsterkte kan worden gewijzigd (bv. verhoogd), en / of de versneilingsspanning kan worden gewijzigd (bv. verhoogd), in secties (of voor één of meer vectoren van deze secties) die geïdentificeerd werden als hebbende een hoge energiedichtheid (bv. de hoeveelheid energie per voiume of oppervlakte ligt boven een tweede drempelwaarde), kunnen één of meer vectoren worden verwijderd of ingekort in het scanpatroon (of de scanpatronen) voor die sectie, één of meer vectoren van het scanpatroon (of de scanpatronen) kunnen worden verdeeld, het vermogen van de energiebron voor het scannen in de sectie kan worden verlaagd, de snelheid waarmee de energiebron verplaatst wordt in de sectie kan worden verhoogd, de straaigrootte (bv, de diameter) van de energiebron kan worden verhoogd (bv. om minder energie te concentreren per oppervlakte), de straaivorm kan worden gewijzigd (bv. om minder energie te concentreren per oppervlakte), de stroomsterkte kan worden gewijzigd (bv. verlaagd), en/of de versneliingsspanning kan worden gewijzigd (bv. veriaagd).
[0056] Bij wijze van voorbeeld illustreert figuur 7Ά een voorbeeld van een visuele voorsteiling van een energiedichtheidskaart voor een laag van een voorwerp vóór het bijsteiien van het bouwen van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp. Figuur 7B illustreert een voorbeeld van een visuele voorsteliing van een energiedichtheidskaart voor een laag van een voorwerp na het bijstellen van de bouw van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp. Alle lijnen in de energiedichtheidskaarten stellen scanlijnen voor. Zoals weergegeven werden de scanlijnen aangepast tussen figuur 7A en figuur 7B. in het omcirkelde gebied 705 werden bijvoorbeeld bijkomende scanlijnen toegevoegd aan de energiedichtheidskaart van figuur 7B. Voorts werden In het omcirkelde gebied 710 scanlijnen verwijderd van de energiedichtheidskaart van figuur 7B, [0057] In sommige aspecten kan, waar een geïdentificeerde kritieke sectie van een te bouwen voorwerp een verschil omvat tussen de voorspelde werkelijke afmetingen van het voorwerp na het bouwen door het additieve productietoeslel, en afmetingen van de digitale voorstelling (bv. CAD-bestand, werkbestand, enz,} van het voorwerp, het toepassen van energie van de energiebron op het. bouwmateriaal 1er hoogte van geïdentificeerde kritieke secties van het voorwerp worden bijgesteld op zodanige wijze dat de voorspelde werkelijke afmetingen van het voorwerp na het bouwen beter overeenkomen met de afmetingen van de digitale voorstelling van het voorwerp.
[0058] In sommige aspecten kan het bepalen van energiedichtheidskaarten voor een te bouwen voorwerp worden gebruikt om een scantijd om het voorwerp werkelijk te bouwen, te verlagen. Er kan bijvoorbeeld een veelheid aan scanstrategieën voor het voorwerp worden gegenereerd door een computersysteem. Een scanstrategie voor het voorwerp kan een scanpatroon voor elke iaag van het voorwerp omvatten. Verschillende scanstrategieën kunnen verschiilende scanpatronen hebben voor één of meer lagen van het voorwerp dan elke andere. De tijd die nodig is om het voorwerp te bouwen gebruikmakend van elke scanstrategie kan worden berekend door een computersysteem. Voorts kunnen de energiedichtheidskaarten voor elke scanstrategie gegenereerd worden door een computersysteem. Dienovereenkomstig omvat elke scanstrategie een bijhorende scantijd en een bijhorende set energiedichtheidskaarten (en optioneel een 3D energiemodel). Eén van de scanstrategieën om het voorwerp werkelijk te bouwen kan worden geselecteerd op basis van een kwaliteit / uniformiteit van haar energiedichtheidskaarten, en de scantijd. in sommige aspecten kan. bijvoorbeeld, enige uniformiteit worden opgeofferd om een kortere scantijd te verkrijgen. In sommige aspecten kan enige tijd opgeofferd worden voor uniformiteit. In sommige aspecten wordt de strategie met de kortste scantijd geselecteerd en worden kritieke secties bijgesteld zoals hier besproken wordt.
[0059] Uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen worden uitgevoerd binnen een systeem voor het ontwerpen en bouwen van 3D voorwerpen. In figuur 8 wordt een voorbeeld weergegeven van een computeromgevlng die geschikt Is voor het Implementeren van het ontwerpen en produceren van 30 voorwerpen. De omgeving omvat een systeem 800. Het systeem 800 omvat één of meer computers 802a-802d, dies bijvoorbeeld, eender welk werkstation, server, of andere computerapparatuur kunnen zijn die in staat zijn om informatie te verwerken. In sommige aspecten kan elke computer 802a-802d, via eender welke geschikte communicatietechnologie (bv. een internetprotocol), verbonden zijn met een netwerk 805 {bv. het internet). Dienovereenkomstig kunnen de computers 8Q2a-802d gegevens (bv, software, digitale voorstellingen van 3D voorwerpen, commando’s of instructies om een additief productletoestel aan te sturen, enz.) met elkaar uitwisselen via het netwerk 805.
[0060] Het systeem 800 omvat voorts één of meer auditieve productietoestelien (bv. 3D printers) 8G8a-808h. Zoals weergegeven is het additieve produetietoesiel 808a rechtstreeks verbonden met een computer 802d (en via computer 8G2d verbonden met computers 802a~802c via het netwerk 805) en is additief productietoestei 808b verbonden met de computers 8G2a-802d via het netwerk 805. Dienovereenkomstig za! een vakman begrijpen dat een additief productietoestei 808 rechtstreeks verbonden kan zijn met een computer 802, verbonden kan zijn met een computer 802 via een netwerk 805, en / of verbonden kan zijn met een computer 802 via een andere computer 802 en het netwerk 805.
[0081] Er moet worden opgemerkt dat hoewe! het systeem 800 beschreven wordt met betrekking tot een netwerk en één of meer computers, de hier beschreven technieken ook van toepassing zijn op één enkele computer 802, die rechtstreeks verbonden kan zijn met een additief productietoeste! 808. Eender welke computer 802a-8Ö2d kan geconfigureerd zijn om te werken als het computersysteem en / of de sturing die beschreven werd in verband met de figuren 1 tot 7. Voorts kan eender welke computer 802a~8Q2d geconfigureerd zijn om de hier beschreven bewerkingen uit te voeren, met inbegrip van de bewerkingen 400 en 600 die beschreven worden in verband met de figuren 4 en 6, [0082] Figuur 9 illustreert een functioneel biokdiagram van één voorbeeld van een computer van figuur 8. De computer 802a omvat een processor 910 die in datacommunicatie staat met een geheugen 920, een invoertoestel 930 en een uitvoertoeste! 940. in sommige uitvoeringsvormen staat de processor voorts in datacommunicatie met een optionele netwerkinterfacekaart 990. Hoewel ze afzonderlijk beschreven worden moet men inzien dat functionele blokken die beschreven worden met betrekking tot computer 502a geen afzonderlijke structurele elementen moeten zijn, De processor 91 ö en het geheugen 920 kunnen bijvoorbeeld uitgevoerd zijn op één enkele chip.
[0083] De processor 910 kan een processor voor algemeen gebruik, een digitale signaalprocessor [DSP), een geïntegreerd circuit voor een specifieke toepassing (ASIC - Application Specific integrated Circuit), een veld-programmeerbare gate~ array (FPGA - Field Programmable Gate Array) of een ander programmeerbaar toestel zijn, een verwerkingseenheld met afzonderlijke poorten of transistors, afzonderlijke hardwarecomponenten, of eender weike geschikte combinatie daarvan die ontworpen is om de hier beschreven functies uit te voeren. Een processor kan ook worden geïmplementeerd als een combinatie van computerapparatuur, bv. een combinatie van een DSP en een microprocessor, een veelheid van microprocessoren, één of meer microprocessoren samen met een DSP-kern, of eender welke andere soortgelijke configuratie.
[0084] De processor 910 kan, via één of meer bussen, verbonden worden met een geheugen 920 om informatie te lezen of te schrijven, De processor kan bijkomend, of als alternatief, een geheugen bevatten, zoals processorreglsters. Het geheugen 920 kan processorcache omvatten, omvattende een hiërarchische cache met meerdere niveaus waarbij verschillende niveaus verschillende capaciteiten en toegangssnelheden hebben. Het geheugen 920 kan ook een geheugen met willekeurige toegang (RAM - Random Access Memory), andere vluchtige opslageenheden, of niet-vluchtige opslageenheden omvatten. De opslag kan harde schijven omvatten, optische schijven zoals CD's of DVD’s, flash geheugen, floppy dises, magneetbanden, en Zip drives, [0065] De processor 910 kan ook verbonden zijn met een invoertoestel 930 en een uitvoertoestei 940 om respectievelijk invoer te ontvangen van en uitvoer te verschaffen aan een gebruiker van de computer 802a. Geschikte Invoertoestellen omvatten, maar zijn niet beperkt tot. een toetsenbord, knoppen, sleutels, schakelaars, een aanwijstoestel, een muls, een joystick, een afstandsbediening, een infrarooddeteefor, een barcodelezer, een scanner, een videocamera (eventueel gekoppeld aan beeldverwerkingssoftware om, bv., hand- of gelaatsbewegingen te detecteren), een bewegingsdetector, of een microfoon (eventueel gekoppeld aan geluldsverwerklngssoftware om, bv., stembeveien te detecteren). Geschikte uitvoertoestelien omvatten, maar zijn niet beperkt tot, visuele uitvoertoestellen, omvattende schermen en printers, geluiduitvoertoestellen, omvattende luidsprekers, hoofdtelefoons, oortelefoons, en alarmen, additieve productietoestelien, en haptische ustvoertoestelien.
[0066] De processor 910 kan voorts verbonden zijn met een netwerkinterfacekaart 990. De netwerkinterfacekaart 990 zet gegevens die door de processor 910 gegenereerd worden klaar voor overdracht via een netwerk in overeenstemming met één of meer protocollen voor gegevensoverdracht. De netwerkinterfacekaart 990 decodeert ook gegevens die ontvangen worden via een netwerk in overeenstemming met één of meer protocollen voor gegevensoverdracht. De netwerkinterfacekaart 990 kan een zender, een ontvanger, of beide omvatten. Sn andere uitvoeringsvormen kunnen de zender en de ontvanger twee afzonderlijke onderdelen zijn. De netwerkïntertacekaart 990 kan uitgevoerd worden als processor voor algemeen gebruik, een digitale signaalprocessor (DSP), een geïntegreerd circuit voor een specifieke toepassing (ASIC - Application Specific Integrated Circuit), een veld-programmeerbare gate-array (FPGA - Field Programmable Gate Array) of een ander programmeerbaar toestel zijn, een verwerkingseenheid met afzonderlijke poorten of transistors, afzonderlijke hardwarecomponenten, of eender welke geschikte combinatie daarvan die ontworpen is om de hier beschreven functies uit te voeren.
[0087] Figuur 10 Illustreert een werkwijze 1000 voor het produceren van een 3D voorwerp of onderdeel. Zoals weergegeven wordt, In stap 1005, een digitale voorstelling van het voorwerp ontworpen gebruikmakend van een computer, zoals de computer 802a. Er kunnen bijvoorbeeld 2D of 3D~gegevens ingevoerd worden in de computer 802a om te heSpen bij het ontwerpen van de digitale voorsteiiing van het 3D voorwerp. !n stap 1010 wordt informatie van de computer 802a naar een additief productietoestei gestuurd, zoals additief productietoestei 808, en het toestei 808 start het productieproces in overeenstemming met de ontvangen informatie, in stap 1015 gaat het additief productietoestei 808 door met de productie van het 3D voorwerp gebruikmakend van geschikte materialen, zoais een vloeibaar hars. in stap 1020 is het voorwerp uiteindeiijk gebouwd, [0068] Deze geschikte materiaien kunnen de voigende omvatten, maar zijn daar niet toe beperkt: een fotopoiymeerhars, polyurethaan, methyirnethacryiaat-acrySonïtril-butadieen-styreen copoiymeer, resorbeerbare materiaien zoals polymeer-keramische composieten, enz. Voorbeelden van in de handel verkrijgbare materiaien zijn: de reeks DSM Somos® materialen 7100, 8100, 9100, 9420, 10100, 11100, 12110, 14120 en 15100 van DSM Somos; de materialen ABSpius~P430, ABSi, ABS-ESD7, ABS-M3Ö, ABS-M30L PC-ABS, PC-ISO, PC, ULTEM 9085, PPSF en PPSU van Stratasys; de reeks materiaien Accura Plastic, DuraForm, CastForm, Laserform en VisiJet van 3~Sysiems; de reeks materialen PA, PrimeCast en PrimePart materialen en Alumide en CarbonMide van EOS GmbH, De reeks materiaien VisiJet van 3 Systems kan Visijet Flex, Vlsijet Tough, Vlsijet Clear, Visijet HiTemp. Visïjet e-stone, Vlsijet Black, Visijet Je wel, Visijet FTi, enz. omvatten. Voorbeelden van andere materialen kunnen Objet materialen omvatten, zoals Objet Fuilcure, Objet Veroclear, Objet Digital Materials, Objet Duruswhite, Objet Tangobiack, Objet Tangopius, Objet Tangoblackplus, enz. Een ander voorbeeld van materiaien kan materialen van de reeksen Renshape 5000 en 7800 omvatten. Voorts wordt, in een stap 820, het 3D voorwerp gegenereerd, [0069] Verscheidene uitvoeringsvormen die hier beschreven worden, voorzien het gebruiken van een sturing of compuferstuursysteem. Een vakman zal gemakkeiijk inzien dat deze uitvoeringsvormen kunnen worden geïmplementeerd gebruikmakend van talrijke verschillende types computersystemen, omvattende zowel computersysteemomgevingen als -configuraties voor algemeen gebruik en / of voor specifieke toepassingen. Voorbeelden van welbekende computersystemen, omgevingen en / of configuraties die geschikt kunnen zijn om te worden gebruikt in verband met de uitvoeringsvormen die hierboven uiteengezet worden, kunnen de volgende omvatten, maar zijn daar niet toe beperkt: persoonlijke computers, servers, draagbare toestellen of' laptops, systemen met meerdere processoren, systemen op basis van microprocessoren, programmeerbare consumentenelektronica, netwerk-PCs, minicomputers, mainframes, gedistribueerde computeromgevingen die eender welke van de hierboven genoemde systemen of toestellen omvatten, en dergelijke. Deze toestellen kunnen opgeslagen instructies bevatten die, wanneer ze uitgevoerd worden door een microprocessor in het computerapparaat, ervoor zorgen dat de computer de gespecificeerde acties uitvoert om de Instructies uit te voeren. Zoals hier gebruikt verwijst instructies naar op een computer geïmplementeerde stappen voor het verwerken van informatie In het systeem. Instructies kunnen geïmplementeerd worden In software, fjrmware of hardware en omvatten eender welk type van geprogrammeerde stap die uitgevoerd wordt door onderdelen van het systeem.
[0070] Een microprocessor kan eender welke gebruikelijke microprocessor voor algemeen gebruik met één of meerdere chips zijn zoals een Pentium© processor, een Pentium'® Pro processor, een 8051 processor, een MIPS® processor, een Power PC© processor, of een Alpha© processor. Bijkomend kan de microprocessor eender welke gebruikelijke microprocessor voor specifieke toepassingen zijn zoals een digitale signaalprocessor of een grafische processor. De microprocessor heeft typisch conventionele adreslijnen. conventionele datalijnen, en één of meer conventionele stuurlijnen.
[0071] Aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvindingen die hier beschreven worden kunnen worden geïmplementeerd In de vorm van een werkwijze, apparaat of produciievoorwerp gebruikmakend van standaard programmeer- of ontwerptechnieken om software, Urm ware, hardware of eender welke combinatie daarvan te produceren. De term “productievoorwerp” zoals hier gebruikt verwijst naar code of logica die geïmplementeerd is in hardware of In niet-vergankelijke door een computer leesbare media zoals optische opslageenheden, en vluchtige of niet-· vluchtlge geheugentoesteilen of vergankelijke door een computer leesbare media zoals signalen, draaggoiven enz. Dergelijke hardware kan FPGAs (Field Programmable Gate Array), ASICs (Application Specific Integrated Circuit), CPLDs (complex programmable loglc devlces), PLAs (programmable loglc arrays), microprocessors of andere soortgelijke verwerklngsloesteüen omvatten, maar is daar niet toe beperkt.
Figuur 2 waarin, tr = stijgtijd is = insteitijd (typisch tot binnen 2-5%) delta x = totale verplaatsing T, fd = periode en frequentie - gedempt b = overshoot td = wachttijd tp = tijd tot eerste piek
Ess - fout in stationaire toestand OPMERKING: NIET OP SCHAAL Figuur 4 405 Ontvang digitale weergave van laag van voorwerp 410 Bepaal werkingsparameters van energiebron voor het bouwen van het voorwerp 415 Genereer energiedïchiheidskaart voor de laag op basis van spanpatroon en werkingsparameters
Figuur 6 605 Ontvang digitale weergave van hoeveelheid energie die op het voorwerp moet worden toegepast 610 Verdeel digitale weergave in secties 615 Bepaal waarschijnlijkheid dat eike sectie een kritieke sectie is 620 Bepaal kritieke secties op basis van vergelijking van waarschijnlijkheid met een drempelwaarde
Figuur 7
Energiedichtheidskaart
Figuur 9 910 Processor 920 Geheugen 930 invoerïoestei 940 Uitvoertoestel 960 Netwerkinterfacekaart

Claims (14)

  1. CONCLUSIES
    1. Werkwijze voor het bouwen van een voorwerp gebruikmakend van additieve productie, waarbij de werkwijze het volgende omvat: het ontvangen van een werkbestand om het voorwerp te bouwen, waarbij het werkbestand een veelheid aan sneden van het voorwerp omvat, en waarbij een eerste snede van het voorwerp scanlijnen aangeeft om een energiebron te richten op bouwmateriaal om de eerste snede van het voorwerp op te bouwen; het bepalen van werkingsparamefers van de energiebron; en het genereren van een eerste energledichtheidskaart van de eerste snede van het voorwerp op basis van het werkbestand en de werkingsparameters van de energiebron, waarbij de eerste energsedichtheidskaart een hoeveelheid energie van de energiebron aangeeft per oppervlakte bouwmateriaal die gericht wordt op het bouwmateriaal voor de eerste snede van het voorwerp. voigens conclusie 1, waarbij de energiebron een laser- of eiektronenstraai omvat, en waarbij de werkingsparameters van de energiebron minstens één van de volgende omvatten: een vermogen van de energiebron, een scansneiheid van de energiebron, een vorm van een straal van de energiebron, een sïroomsterkte en een versneilingsspanning.
  2. 3. Werkwijze voigens conclusie 1, waarbij de scanlijnen vectoren omvatten die posities en richtingen aangeven om de energiebron op het bouwmateriaal fe richten.
  3. 4. Werkwijze voigens conclusie 1, voorts omvattende: het bepalen van dynamisch gedrag van de energiebron, waarbij dynamisch gedrag minstens één van de volgende omvat: een stijgtijd, een insteltijd, een wachttijd, een versneitijd, en een vertragingstijd van de energiebron iangs de scanlijnen, en waarbij het genereren van de eerste energiedichtheidskaart van het voorwerp voorts gebaseerd is op het dynamisch gedrag van de energiebron. ,,,5. Werkwijze volgens conclusie 1, voorts omvattende: het bouwen van het voorwerp op basis van het werkbestand; en het opslaan van posities van de energiebron in de loop van de tijd tijdens het boiswen van het, voorwerp, waarbij het genereren van de eerste energiedichtheidskaart van het voorwerp voorts gebaseerd is op de posities van de energiebron in de loop van de tijd.
  4. 6. Werkwijze volgens conclusie 1, voorts omvattende: het genereren van een veelheid aan energiedichtheidskaarten van de veelheid aan sneden van het voorwerp op basis van het werkbestand en de werkingsparameters van de energiebron; het genereren van een driedimensionale energieverdeling van het voorwerp op basis van de veelheid aan energiedichtheidskaarten; en het bepalen van een potentiële non-conformiteit bij het bouwen van het voorwerp wanneer een deel van een volume van de driedimensionale energieverdeling een energleniveau heeft dat onder een eerste drempelwaarde en / of boven een tweede drempelwaarde ligt.
  5. 7. Werkwijze volgens conclusie 6, voorts omvattende: het bijstellen van het richten van de energiebron op bouwmateriaal dat overeenkomt met het deel van het volume van de driedimensionale energieverdeling op basis van het bepalen van de potentiële non-conformiteit, waarbij het bijstellen van het, richten van de energiebron minstens één van de volgende omvat: het bijstellen van de scanlijnen, het bijstellen van een vermogen van de energiebron, het bijstellen van een snelheid van de energiebron, het bijstellen van een straaivorm van de energiebron, en het bïjsteilen van een straalgroolte van de energiebron.
  6. 8. Werkwijze volgens conclusie 8, voorts omvattende: het inschatten van geometrische non-conformiteiten van het voorwerp op basis van de driedimensionale energieverdeling; en het bijstellen van het richten van de energiebron op bouwmateriaal dat overeenkomt met de geschatte geometrische non-conformiteiten, waarbij het bijstellen van het richten van de energiebron minstens één van de volgende omvat: het bijstellen van de scanlijnen, het bijstellen van een vermogen van de energiebron, het bijstellen van een snelheid van de energiebron, het bijsteilen van een straalvorrn van de energiebron, en het bijstellen van een straalgrootte van de energiebron.
  7. 9. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het bepalen van een potentiële non-conformiteit voorts gebaseerd is op minstens één van de volgende: een volume van het deel, een breedte-hoogteverhouding van het deel, en energieniveaus in andere delen van het volume.
  8. 10. Werkwijze volgens conclusie 1, voorts omvattende het bepalen van een potentiële non-conformiteit bij het bouwen van het voorwerp wanneer een deel van een gebied van de eerste energiedichtheidskaart een energieniveau heeft dan onder een eerste drempelwaarde en / of boven een tweede drempelwaarde ligt.
  9. 11. Werkwijze volgens conclusie 10, voorts omvattende het bijstellen van het richten van de energiebron op bouwmateriaal dat overeenkomt met het deel van het gebied van de eerste energiedichtheidskaart op basis van het bepalen van de potentiële non-conformiteit, waarbij het bijstellen van het richten van de energiebron minstens één van de volgende omvat: het bijstellen van de scanlijnen, het bijstellen van een vermogen van de energiebron, het bijstellen van een snelheid van de energiebron, het bijstellen van een straalvorm van de energiebron, en het bijstellen van een straaigrootte van de energiebron.
  10. 12. Werkwijze volgens conclusie 10, voorts omvattende het bijstellen van het richten van de energiebron op bouwmateriaal dat overeenkomt met een bepaalde geometrische non-conformiteit waarbij het bijstellen van het richten van de energiebron minstens één van de volgende omvat: het bijstellen van de scanlijnen, het bijstellen van een vermogen van de energiebron, het bijstellen van een snelheid van de energiebron, het bijstellen van een straaivorm van de energiebron, en het bijstellen van een straalgrootte van de energiebron,
  11. 13. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het bijstellen van het richten van de energiebron het bijstellen van de scanlijnen omvat, omvattende het Inkorten, verlengen, toevoegen of verwijderen van vectoren van de scanlijnen.
  12. 14. Toestel voor het bouwen van een voorwerp gebruikmakend van additieve productie, waarbij het toestel bet volgende omvat: een geheugen:en een processor die ingericht is om: een werkbestand te ontvangen om het voorwerp te bouwen, waarbij het werkbestand een veelheid aan sneden van het voorwerp omvat, en waarbij een eerste snede van het voorwerp scanlijnen aangeeft om een energiebron te richten op bouwmateriaal om de eerste snede van het voorwerp op te bouwen; het bepalen van werkingsparameters van de energiebron; en het genereren van een eerste energiedichtheidskaart van de eerste snede van het voorwerp op basis van het werkbestand en de werkingsparameters van de energiebron, waarbij de eerste energiedichtheidskaart een hoeveelheid energie aangeeft van de energiebron aangeeft per oppervlakte bouwmateriaal die gericht wordt op het bouwmateriaal voor de eerste snede van het voorwerp.
  13. 15. Toestel voor het bouwen van een voorwerp gebruikmakend van additieve productie, waarbij het toestel het volgende omvat: middelen om een werkbestand te ontvangen om het voorwerp te bouwen, waarbij het werkbestand een veelheid aan sneden van het voorwerp omvat, en waarbij een eerste snede van het voorwerp scanlijnen aangeefi om een energiebron op te richten om materiaal op te bouwen om de eerste snede van het voorwerp op te bouwen; middelen om werkingsparameters van de energiebron te bepalen; en middelen voor het genereren van een eerste energiediohtheidskaart van de eerste snede van het. voorwerp op basis van het werkbestand en de werkingsparameters van de energiebron, waarbij de eerste energiedichtheldskaart een hoeveelheid energie van de energiebron aangeefi per oppervlakte bouwmateriaal die gericht wordt op het bouwmateriaal voor de eerste snede vsn het voorwerp.
  14. 16. Door een computer leesbaar opslagmedium waarop Instructies opgeslagen zijn voor het uitvoeren van een werkwijze om een voorwerp te bouwen gebruikmakend van additieve productie, waarbij de werkwijze het volgende omvat: het ontvangen van een werkbestand om het voorwerp te bouwen, waarbij bet werkbestand een veelheid aan sneden van het voorwerp omvat, en waarbij een eerste snede van het voorwerp scanlijnen aangeeft om een energiebron te richten op bouwmateriaal om de eerste snede van het voorwerp op te bouwen; het bepalen van werkingsparameters van de energiebron; en het genereren van een eerste energiedichtheidskaart van de eerste snede van het voorwerp op basis van hei werkbestand en de werkingsparameters van de energiebron, waarbij de eerste energiedichtheidskaart een hoeveelheid energie van de energiebron aangeeft per oppervlakte bouwmateriaal die gericht wordt op het bouwmateriaal voor de eerste snede van het voorwerp.
BE2016/5982A 2016-09-27 2016-12-27 Energiedichtheidskartering in additieve productie-omgevingen BE1024495B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US201662400392P 2016-09-27 2016-09-27
US62400392 2016-09-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1024495B1 true BE1024495B1 (nl) 2018-03-13

Family

ID=60037731

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5982A BE1024495B1 (nl) 2016-09-27 2016-12-27 Energiedichtheidskartering in additieve productie-omgevingen

Country Status (9)

Country Link
US (1) US11260455B2 (nl)
EP (1) EP3519156B1 (nl)
JP (1) JP7023939B2 (nl)
KR (1) KR102391125B1 (nl)
CN (1) CN110023057B (nl)
BE (1) BE1024495B1 (nl)
ES (1) ES2936786T3 (nl)
PL (1) PL3519156T3 (nl)
WO (1) WO2018064066A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108673884A (zh) * 2018-07-25 2018-10-19 沈阳精合数控科技开发有限公司 一种控制同轴送粉组织一致性的3d打印方法及装置

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110392628A (zh) * 2017-03-29 2019-10-29 惠普发展公司,有限责任合伙企业 增材制造的能量剂量
WO2018217646A1 (en) 2017-05-22 2018-11-29 Howmedica Osteonics Corp. Device for in-situ fabrication process monitoring and feedback control of an electron beam additive manufacturing process
CN112313067B (zh) 2018-04-23 2023-02-03 物化股份有限公司 激光烧结中的热控制
AU2019206103A1 (en) 2018-07-19 2020-02-06 Howmedica Osteonics Corp. System and process for in-process electron beam profile and location analyses
US10994337B2 (en) * 2018-12-12 2021-05-04 Lawrence Livermore National Security, Llc Controlling AM spatter and conduction
NL2023337B1 (en) * 2019-06-18 2021-01-27 Additive Ind Bv Apparatus and method for producing an object by means of additive manufacturing
EP4034324A1 (en) * 2019-09-25 2022-08-03 SLM Solutions Group AG Technique for analyzing sensor data in powder bed additive manufacturing
EP4054780A4 (en) * 2019-11-18 2023-08-23 Carl Zeiss Industrial Metrology, LLC METHOD FOR RAPID DEVELOPMENT OF A SET OF ADDITIVE MANUFACTURING PARAMETERS
US11806784B2 (en) * 2020-05-21 2023-11-07 The Johns Hopkins University Rapid material development process for additive manufactured materials
DE102020213828B4 (de) 2020-11-03 2022-12-01 Volkswagen Aktiengesellschaft Inspektionseinrichtung und Verfahren zum Überprüfen eines mittels eines Sinterverfahrens gefertigten Gegenstands auf mögliche Fehler
CN113033884A (zh) * 2021-03-15 2021-06-25 福建省南安市巨轮机械有限公司 一种基于互联网平台的板状建材加工工艺
US20220339876A1 (en) * 2021-04-23 2022-10-27 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Maps including adjustment values for three-dimensional objects
CN113183470B (zh) * 2021-05-12 2022-07-15 电子科技大学 一种保留模型非常规特征的3d打印自适应分层方法
CN113798515A (zh) * 2021-09-17 2021-12-17 成都先进金属材料产业技术研究院股份有限公司 用于实时调控电子束增材制造合金组织的工艺方法
WO2023081404A1 (en) * 2021-11-05 2023-05-11 The Regents Of The University Of California High fidelity 3d printing through computed axial lithography
KR102595671B1 (ko) * 2021-11-08 2023-10-27 성균관대학교산학협력단 적층물의 가시화 방법 및 장치, 컴퓨터 판독 가능한 기록 매체 및 컴퓨터 프로그램
CN114407364B (zh) * 2021-12-31 2023-10-24 深圳市纵维立方科技有限公司 三维模型的切片方法、打印方法、打印系统及电子设备
CN117226118B (zh) * 2023-11-15 2024-02-09 西安赛隆增材技术股份有限公司 一种锆铌合金植入物的增材制造方法

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20100174392A1 (en) * 2003-06-10 2010-07-08 Fink Jeffrey E Optimal dimensional and mechanical properties of laser sintered hardware by thermal analysis and parameter optimization
US20150174658A1 (en) * 2013-12-19 2015-06-25 Arcam Ab Method for additive manufacturing
WO2017074490A1 (en) * 2015-10-28 2017-05-04 Siemens Product Lifecycle Management Software Inc. System and method for optimizing tool paths based on thermal/structural simulations of a part being produced via a 3d-printer

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3349508B2 (ja) * 1988-04-18 2002-11-25 スリーディー、システムズ、インコーポレーテッド 立体造形装置の較正装置および較正方法
JPH0596633A (ja) * 1991-10-07 1993-04-20 Kiwa Giken Kk 光学的造形装置
US6562278B1 (en) * 2000-08-29 2003-05-13 Micron Technology, Inc. Methods of fabricating housing structures and micromachines incorporating such structures
US6815636B2 (en) * 2003-04-09 2004-11-09 3D Systems, Inc. Sintering using thermal image feedback
GB0601982D0 (en) 2006-02-01 2006-03-15 Rolls Royce Plc Method and apparatus for examination of objects and structures
DE102009015282B4 (de) 2009-04-01 2014-05-22 Eos Gmbh Electro Optical Systems Verfahren und Vorrichtung zum generativen Herstellen eines dreidimensionalen Objekts
DE202010010771U1 (de) * 2010-07-28 2011-11-14 Cl Schutzrechtsverwaltungs Gmbh Laserschmelzvorrichtung zum Herstellen eines dreidimensionalen Bauteils
CN103338880B (zh) * 2011-01-28 2015-04-22 阿卡姆股份有限公司 三维物体生产方法
JP2015058678A (ja) 2013-09-20 2015-03-30 インターナショナル・ビジネス・マシーンズ・コーポレーションInternational Business Machines Corporation レーザ照射で形成される3次元構造物の寸法と当該3次元構造物のスキャンパスの設計値との差を最小化するためのデータを作成する方法、並びに当該データを作成するためのコンピュータ及びコンピュータ・プログラム
EP3183108B1 (en) * 2014-08-20 2020-12-09 Etxe-Tar, S.A. Method and system for additive manufacturing using a light beam
CN104190930B (zh) 2014-08-29 2016-03-02 中国科学院重庆绿色智能技术研究院 一种同质功能梯度材料及结构的激光增材制造方法
US9573224B2 (en) * 2014-09-02 2017-02-21 Product Innovation & Engineering, LLC System and method for determining beam power level along an additive deposition path
US9914292B2 (en) * 2015-04-02 2018-03-13 Massivit 3D Printing Technologies Ltd Additive manufacturing device
CN104821248B (zh) * 2015-04-10 2018-03-13 上海和伍复合材料有限公司 一种AgC电触头及其一体化组件的制造方法
EP3352930B1 (en) * 2015-09-21 2021-12-29 Confluent Medical Technologies, Inc. Superelastic devices made from nitihf alloys using powder metallurgical techniques
US10394222B2 (en) * 2016-08-29 2019-08-27 Honeywell Federal Manufacturing & Technologies, Llc Device for controlling additive manufacturing machinery
GB201718597D0 (en) * 2017-11-10 2017-12-27 Renishaw Plc Spatial mapping of sensor data collected during additive manufacturing
DE102017130282A1 (de) * 2017-12-18 2019-06-19 MTU Aero Engines AG Verfahren und Vorrichtung zum additiven Herstellen eines Bauteil sowie Bauteil
EP3715095A1 (en) * 2019-03-27 2020-09-30 Concept Laser GmbH Apparatus for additively manufacturing three-dimensional objects

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20100174392A1 (en) * 2003-06-10 2010-07-08 Fink Jeffrey E Optimal dimensional and mechanical properties of laser sintered hardware by thermal analysis and parameter optimization
US20150174658A1 (en) * 2013-12-19 2015-06-25 Arcam Ab Method for additive manufacturing
WO2017074490A1 (en) * 2015-10-28 2017-05-04 Siemens Product Lifecycle Management Software Inc. System and method for optimizing tool paths based on thermal/structural simulations of a part being produced via a 3d-printer

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108673884A (zh) * 2018-07-25 2018-10-19 沈阳精合数控科技开发有限公司 一种控制同轴送粉组织一致性的3d打印方法及装置

Also Published As

Publication number Publication date
US11260455B2 (en) 2022-03-01
US20200038953A1 (en) 2020-02-06
WO2018064066A1 (en) 2018-04-05
KR102391125B1 (ko) 2022-05-25
ES2936786T3 (es) 2023-03-22
CN110023057A (zh) 2019-07-16
EP3519156A1 (en) 2019-08-07
CN110023057B (zh) 2022-05-03
PL3519156T3 (pl) 2023-03-20
EP3519156B1 (en) 2022-11-16
JP2019530598A (ja) 2019-10-24
JP7023939B2 (ja) 2022-02-22
KR20190061017A (ko) 2019-06-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1024495B1 (nl) Energiedichtheidskartering in additieve productie-omgevingen
BE1022525B1 (nl) Hybride steunsystemen en werkwijzen voor het genereren van een hybride steunsysteem met gebruik van driedimensionaal printen
US10449632B2 (en) Spatter reduction laser scanning strategy in selective laser melting
US10843412B2 (en) Support structures in additive manufacturing
US11850661B2 (en) Method of segmenting object to be manufactured by energy input parameter and passing energy beam across segments
WO2016049621A1 (en) System and method for laser based preheating in additive manufacturing environments
EP3344440B1 (en) System and method of providing force compensation points on models during 3d printing
Urbanic et al. A process planning framework and virtual representation for bead-based additive manufacturing processes
US10766070B2 (en) Self supporting in additive manufacturing
BE1023316B1 (nl) Systemen en werkwijzen voor het optimaliseren van contactpunten van boomvormige steunen bij additive manufacturing
US20150367577A1 (en) Use of multiple beam spot sizes for obtaining improved performance in optical additive manufacturing techniques
CN111375764A (zh) 对用于选择性激光熔化增材制造的熔池特性进行模拟
WO2020247544A1 (en) Systems and methods for selection of processing parameter for additive manufacturing using simulation
BE1024204B1 (nl) Zelfdragend in additieve productie
US20230391007A1 (en) Heating techniques for additive manufacturing
US20230391011A1 (en) Optimized additive manufacturing

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180313