BE1024262B1 - Werkwijze voor het aanbrengen van een uniforme kleur op houten planken - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het aanbrengen van een uniforme kleur op een aantal houten planken, waarbij de genoemde planken samen in een in een impregnatietank (2) met impregneermiddel waaraan een grijze kleurpasta werd toegevoegd, worden behandeld.

Description

(73) Houder(s) :

JEMACVBA 2820, RIJMENAM België (72) Uitvinder(s) :

VLIEGHE Philip 8530 HARELBEKE België (54) WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN UNIFORME KLEUR OP HOUTEN PLANKEN (57) Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het aanbrengen van een uniforme kleur op een aantal houten planken, waarbij de genoemde planken samen in een in een impregnatietank (2) met impregneermiddel waaraan een grijze kleurpasta werd toegevoegd, worden behandeld.

Fig- 1

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024262 Nummer van indiening: BE2016/5374

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: B27K 3/12 B27K 5/02 E04B 2/70 Datum van verlening: 16/01/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 23/05/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

JEMACVBA, Oude Keerbergsebaan 8, 2820 RIJMENAM België;

vertegenwoordigd door

CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

CARDOEN Annelies, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN UNIFORME KLEUR OP HOUTEN PLANKEN.

UITVINDER(S):

VLIEGHE Philip, Gentsesteenweg 184, 8530, HARELBEKE;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 16/01/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2016/5374

WERKWIJZE VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN UNIFORME KLEUR

OP HOUTEN PLANKEN

Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het aanbrengen van een uniforme kleur op een aantal houten planken. Dergelijke planken kunnen in het bijzonder toegepast worden voor het vervaardigen van tuinhuizen, carports, gevelbekleding, terrassen en allerhande constructiehout.

Om hout te beschermen tegen aantasting door bijv. schimmels of insecten, is het gekend om hout te impregneren met een impregneermiddel. De impregnatie gebeurt in de praktijk door een combinatie van vacuüm en druk, waarbij de te impregneren planken in een zogenaamde impregnatietank geplaatst worden die vacuüm getrokken wordt. Vervolgens wordt de tank gevuld met impregneermiddel. Om het middel maximaal in het hout te laten indringen kan er nog extra druk op de tank worden gezet. Het hout blijft ongeveer 90 minuten in de tank. Na het impregnatie procès moet het behandelde hout nog een geruime tijd rüsten om een optimale fixatie van het product te garanderen. Deze tijd bedraagt minimaal 48 uren.

Bovengenoemd procès heeft het nadeel dat het hout na behandeling standaard een groene of bruine kleur heeft. Deze typische kleuren vinden hun oorsprong in de basisgrondstoffen van de huidig gekende houtbeschermingsmiddelen. De groene kleur is typerend voor koperhoudende oplossingen, de bruine kleur is afkomstig van een teeroplossing.

Deze uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze en behandeling te verschaffen die toelaat om hout te gaan impregneren zonder dat het aldus behandelde hout deze, visueel minder aantrekkelijk, groene of bruine kleur nog heeft en waarbij de functionaliteit versterkt wordt door het decoratieve uitzicht.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een specifiek ontwikkeld behandelingsproduct in combinatie met aangepaste werkwijze voor het

BE2016/5374 aanbrengen van een uniforme grijze kleur op hout, waarbij een aantal houten planken samen in een in een impregnatietank geladen wordt waarin de volledige behandeling met het ontwikkelde grijze impregneermiddel zal worden uitgevoerd. houtsoorten die worden behandeld zijn de volgende: Rood Noorse den, Grenen; Wit Noorse den, Vuren; Europese Douglas.

Door aan het impregneermiddel een kleurpasta toe te voegen en het middel een geheel eigen samenstelling te geven in combinatie met de aangepaste werkwijze zullen de verschillende houten planken voorzien zijn van een beschermlaag dat tevens een uniforme grijze kleur geeft, waardoor ze niet meer de typische groene of bruine kleur hebben, zoals vroeger het geval was en die het gevolg was van het element koper (of teer) die noodzakelijk aanwezig was in het impregneermiddel.

Het gei'mpregneerde hout kan na droging nabehandeld worden met alle filmvormende en niet-filmvormende afwerkingsystemen.

In een voorkeurdragende werkwijze volgens de uitvinding is het impregneermiddel een mengel dat water, een houtbeschermingsmiddel en een kleurpasta omvat. Het houtbeschermingsmiddel is bij voorkeur een middel op basis van propiconazole, permethrine en cypermethrine. In het bijzonder omvat het genoemde houtbeschermingsmiddel 45 g/1 propiconazole, 5 g/1 cypermethrine en 1 g/1 permethrine.

De receptuur van het mengsel (steeds per 5000 liter aan te maken) bestaat uit:

- 4815 liter water;

175 kg. Houtbeschermingsproduct;

liter kleurpasta.

Volgens een bijzondere werkwijze overeenkomstig deze uitvinding omvat de werkwijze de volgende stappen:

- het in de impregnatietank brengen van een aantal houten planken;

BE2016/5374

- het onder vacuüm brengen van de impregnatietank;

- het toevoegen van het impregneermiddel;

- het terug onder vacuüm brengen van de impregnatietank;

- het volledige volume van de tank onder druk plaatsen voor een vastgestelde tijd;

- het terug onder vacuüm brengen van de impregnatietank;

- het openen van de impregnatietank en het uit de impregnatietank verwijderen van de houten planken.

In een meer bijzondere werkwijze volgens deze uitvinding wordt de impregnatietank onder vacuüm gebracht en wordt het totale volume vacuüm gehouden gedurende 15 min. op 0,30 bar. Na deze stap wordt de autoclaaf gevuld met impregnatie vloeistof. Daarna wordt er druk opgebouwd en gedurende 10 min. op 6 bar gehouden om de vloeistof gedoseerd in het hout te impregneren. Na het verwijderen van de impregnatievloeistof wordt de tank opnieuw vacuüm getrokken top op 0,50 bar, deze stap wordt 10 min. aangehouden.

Bij een meest bijzondere werkwijze volgens de uitvinding worden de uit de impregnatietank verwijderde houten planken gedurende minstens 48 uur beschut gestockeerd voor de fixatie van het impregneermiddel. Het is van belang dat tijdens de fixatie, de behandelde voorwerpen niet aan neerslag worden biootgesteld.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de werkwijze voor het behandelen van houten planken overeenkomstig deze uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan ge'interpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij :

BE2016/5374 figuur 1: een schematische voorstelling is van een impregnatiestation.

De uitvinding betreft een methode voor het behandelen van hout, in het bijzonder houten planken, waarbij er in één productierun zowel een beschermlaag als een grijze kleur op het hout wordt aangebracht. Dit zal gebeuren door het hout te gaan impregneren met een impregneermiddel in een impregnatiestation (1) zoals afgebeeld op figuur 1. Het te behandelen hout kan zowel ongeschaafd als bewerkt hout zijn.

Het impregnatiestation (1) omvat een impregnatietank (2) die m.b.v. van een vacuümpomp (3) onder vacuüm geplaatst kan worden, verder is er ook nog een opslagvat (niet afgebeeld of bijgevoegde figuur, doch bevindt zieh bovenop de impregnatietank) voor het impregneermiddel aanwezig. Het opslagvat Staat via een door een klep afsluitbare buis in verbinding met de impregnatietank (2). Het impregneermiddel is een mengel dat steeds wordt bereid volgens de vaste receptuur dat water, een houtbeschermingsmiddel en een grijze kleurpasta omvat. Het houtbeschermingsmiddel is bij voorkeur een middel op basis van propiconazole, permethrine en cypermethrine. In het bijzonder omvat het genoemde houtbeschermingsmiddel volgende actieve stoffen: 45 g/1 propiconazole, 5 g/1 cypermethrine en 1 g/1 permethrine.

Overeenkomstig deze uitvinding wordt er aan het impregneermiddel een eigen gecreëerde kleurpasta toegevoegd. De kleurpasta wordt volgens de receptuur toegevoegd teneinde de zilvergrijze kleur te bekomen, zodat de planken na hun behandeling in de impregnatietank (2) een grijs uiterlijk vertonen.

Het toevoegen van de kleurpasta aan het impregneermiddel in de correcte verhouding volgens een welbepaalde receptuur gebeurt in een mengvat (4). Eens de verschillende grondstoffen voldoende vermengd zijn met elkaar wordt het mengsel naar het opslagvat gebracht (via een pomp), waar het vermengd wordt met het nog aanwezige impregneermiddel van een voorgaande productierun.

BE2016/5374

Wanneer de te behandelen houten planken in de impregnatietank (2) zijn gebracht, wordt deze afgesloten en gedurende een 15 tal minuten onder vacuüm (0,3 bar) gebracht. Hierdoor zullen de poriën van het hout zieh openzetten, waardoor het impregneermiddel in een later stadium diep in het hout zal kunnen dringen. In een volgende stap wordt het impregneermiddel, vanuit het opslagvat onder druk in de impregnatietank (2) gebracht, waar het gedurende 10 min. (op 6 bar) zal blijven. Hierna wordt de impregnatietank (2) terug gedurende een 10 tal minuten onder vacuüm (0,5 bar) geplaatst, waardoor de overtollig aanwezige vloeistoffen aan het hout worden ontrokken.

De impregnatietank (2) wordt terug geopend en het behandeld hout wordt in een uitlekzone (5) geplaatst. Eens het hout voldoende uitgelekt is, wordt het naar een fixatieplaats (6) gebracht waar het impregneermiddel verder kan fixeren. De fixatietijd is afhankelijk van de omgevingsfactoren, zoals temperatuur en vochtigheid. Er dient wel een minimum van 48 uur worden gerespecteerd. Na deze fixatieperiode kan het behandelde hout naar een opslagruimte verplaatst worden waar het verder kan drogen.

Het gei'mpregneerde hout kan na droging nabehandeld worden met alle filmvormende en niet-filmvormende afwerkingsystemen.

BE2016/5374

Claims (6)

1. CONCLUSIES

   1. Werkwijze voor het aanbrengen van een uniforme grijze kleur op een aantal houten planken, met het kenmerk dat de genoemde planken samen in een in een impregnati etank (2) met impregneermiddel waaraan een grijze kleurpasta werd toegevoegd, worden behandeld.
2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het impregneermiddel een mengel is dat water, een houtbeschermingsmiddel en grijze kleurenpasta omvat.
3. 3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het genoemde houtbeschermingsmiddel 45 g/1 propiconazole, 5 g/1 cypermethrine en 1 g/1 permethrine omvat.
4. 4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de werkwijze de volgende stappen omvat:

   - het in de impregnatietank (2) brengen van een aantal houten planken;

   - het onder vacuüm brengen van de impregnatietank (2);

   - het toevoegen van het impregneermiddel;

   - het volledig volume van de tank onder druk plaatsen en voor vastgestelde tijd zo houden;

   - het terug onder vacuüm brengen van de impregnatietank (2);

   - het openen van de impregnatietank (2) en het uit de impregnatietank (2) verwijderen van de houten planken.
5. 5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de impregnatietank (2) gedurende 15 min. op 0,30 bar onder vacuüm gebracht wordt, er gedurende 10 min. op 6 bar impregneermiddel wordt toegevoegd en de impregnatietank (2) vervolgens gedurende 10 min. op 0,50 bar terug onder vacuüm gebracht wordt.

   BE2016/5374
6. 6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de uit de impregnatietank (2) verwijderde houten planken gedurende minstens 48 uur beschut gestockeerd worden voor de fixatie van het impregneermiddel.

   BE2016/5374