BE1024153B1 - Methoden voor preventie van schimmelgroei op tabak - Google Patents

Abstract

De uitvinding houdt verband met methoden voor het beperken of verhinderen van schimmelgroei op tabak, waarbij gedurende een of meerdere stappen tijdens het productieproces van versneden tabaksblad tot verpakt tabaksproduct de tabak bewaard wordt bij een temperatuur van 18° C of lager.

Description

METHODEN VOOR PREVENTIE VAN SCHIMMELGROEI OP TABAK. Achtergrond van de uitvinding

Tabak wordt na het oogsten gedroogd en als intacte bladeren bewaard totdat deze verder verwerkt worden tot sigaretten, roltabak of sigaren. Afhankelijk van de vraag en het productieproces duurt het enkele weken tot meerdere maanden (soms tot twee jaar) tussen het verwerken van gedroogde intacte bladeren tot het eindproduct.

Na het oogsten en drogen is tabak onderhevig aan insectenvraat, bacteriële besmetting en schimmelgroei. Schimmelgroei kan vlekken geven op schud bladeren van sigaren en een muffe geur veroorzaken. Schimmelgroei en meer bepaald groei van Aspergillus sp. kan leiden tot de aanwezigheid van aflatoxines in tabak. Er zijn aanwijzingen dat deze toxines, waarvan gekend is dat ze leverkanker kunnen veroorzaken, mogelijk een synergistisch een effect hebben op de toxische effecten van teer e.d. in tabak. Bovendien kunnen de sporen zelf tijdens het contact met de mond of tijdens het roken geïnhaleerd worden en voor gistinfecties zorgen bij de gebruiker, i.h.b. bij personen met beperkte immunologische afweer.

Ook tijdens het productieproces kunnen schimmelsporen via de lucht verspreid worden en een belangrijke negatieve invloed hebben op de veiligheid van de arbeidscondities.

Schimmelgroei wordt momenteel behandeld met chemicaliën. Het behandelen met chemicaliën kan ook een smaakresidu achterlaten op de tabak wat ongewenst is.

De producten die als koopwaar worden aangeboden (gedroogde intacte bladeren en eindproduct) lijken vrij van schimmel omdat ze ofwel behandeld werden (in het geval van intacte gedroogde bladeren), of omdat ze aan de buitenzijde gewassen worden (in het geval van sigaren) of omdat schimmel niet opvalt bij vermalen tabak (roltabak of sigaren) en bedekt is door een papier in het geval van sigaretten.

Aan het voorkomen van schimmelgroei tijdens de verwerking van tabak wordt weinig of geen aandacht geschonken. Er is echter behoefte aan eenvoudige, efficiëntere en goedkopere manieren om microbiële groei bij tabak tegen te gaan. FR1527184 beschrijft de temperatuur en de vochtigheid die gebruikt worden bij het persen van afgewerkte sigaren. WO02058467 beschrijft een procedure waarbij tabaksproducten een koudeschok van -10 °C tot -40 °C ondergaan om ongedierte, i.h.b. kevers te doden. W00135770 beschrijft een procedure waarbij tabaksbladeren gewassen worden met een carbonaat of bicarbonaat zout om nitrosamines uit tabak te verwijderen

Samenvatting van de uitvinding

De methoden van de huidige uitvinding laten toe om microbiële groei te beperken en te controleren, zonder het gebruik van chemische behandelingen. Dit heeft zowel een gunstig effect voor de roker als voor personeel dat betrokken is de productie van tabaksproducten.

Voor het eindproduct (sigaretten, sigaren en roltabak) is het voldoende om de microbiële groei die zich op de balen gedroogde tabak bevindt te stoppen of te beperken. Een totale eliminatie is niet vereist en is ook praktisch niet haalbaar.

Er werd vastgesteld dat temperatuur de belangrijkste parameter is die microbiële groei bepaalt.

Voor gedroogde tabak die een absoluut vochtgehalte heeft tussen 12% en 15%, volstaat het om de temperatuur voor bewaring te verlagen tot 18° of lager, bij voorkeur 15 °C of lager. Lagere temperaturen vereisten een significant grotere energiekost terwijl het effect op de verdere remming van de microbiële groei slechts weinig afneemt.

Door in een bereik van 10 tot 18 °C of 15 tot 18 °C te werken wordt een compromis bereikt tussen energiekost en microbiële groei.

Tevens is het zo dat bij een te lage temperatuur de relatieve vochtigheid sterk verandert waardoor de manipulatie (snijden, rollen) van een tabaksblad beïnvloed wordt.

De uitvinding houdt verband met methoden voor het beperken of verhinderen van schimmelgroei op tabak, waarbij gedurende een of meerdere stappen tijdens het productieproces van versneden tabaksblad tot verpakt tabaksproduct de tabak bewaard wordt bij een temperatuur van 18° C of lager.

De methoden kunnen gebruikt worden in de productie van sigaren, in het bijzonder bij het bewaren van binnengoed of bosjes.

De methoden kunnen ook gebruikt worden in de productie van sigaretten of roltabak.

Meer specifiek wordt in de methoden van de uitvinding de tabak bewaard bij een temperatuur van 18 °C of lager, bijvoorbeeld bij een temperatuur van 10 tot 18 °C, bij een temperatuur van 15 tot 18 °C, of bij een temperatuur van 10 tot 15 °C.

Meer specifiek wordt in de methoden van de uitvinding de tabak bewaard bij een relatieve vochtigheid van 70 % of lager, bijvoorbeeld bij een relatieve vochtigheid van 50 tot 70 %, van 50 tot 60, of van 60 tot 70 %.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding "Tabak" in de context van de uitvinding heeft betrekking op versneden of vermalen bladeren van Nicotiana tabacum, in de verschillende stappen van verwerking. "Bacteriën" waarvan bekend is dat ze in tabaksproducten voorkomen zijn Acinetobacteria, Bacillus sp, Burkholderia sp -Clostridium sp. Klebsiella sp en Pseudomonas aeruginosa - "Schimmels" waarvan bekend is dat ze op gedroogde tabak groeien zijn meestal Aspergillus soorten, ihb Aspergillus flavus, die aflatoxines aanmaakt De stappen in de methode van de uitvinding omvatten zowel bewaarstappen (het bewaren van bijgoed, het bewaren van bosje, etc.) en manipulatie stappen (het maken van bosjes, het maken van opgedekte sigaren, etc.) "Tijdens" een stap is gebruikelijk gedurende de gehele stap, bv vanaf het moment dat een afgewerkt bosje wordt gestockeerd tot het wordt opgehaald tot verwerking tot een opgedekte sigaar. "Tijdens" kan ook verwijzen naar een deel van de stap. Bijvoorbeeld, men kan beslissen dat in geval van een snelle productie een bepaald tussenstadium bij kamertemperatuur (20-25°C) bewaard kan worden voor bijvoorbeeld een korte periode. Indien blijkt dat het product langer bewaard zal worden kan men na deze korte periode beslissen om het product verder te bewaren bij een temperatuur van 18° of lager.

De uitvinding houdt verband met een methode waarbij microbiële groei op tabak beperkt wordt door het verlagen van de temperatuur tijdens een of meerdere stappen tijdens het productieproces.

Het productieproces omvat de stappen vanaf het bewerken van het intacte gedroogde tabaksblad tot de verpakking van het tabaksproduct (sigaren, sigaretten en roltabak).

Het productieproces van sigaren enerzijds en sigaretten/roltabak anderzijds verschilt beduidend.

In het geval van sigaren omvat het bewerken van het intacte gedroogde tabaksblad de stap van het verwijderen van de hoofdnerf van het blad en het versnijden van het blad. Dit gebeurt in warme en vochtige omstandigheden door het gebruik van stoom bij een relatieve vochtigheid van 30-40%.

Het ontnerfd en versneden blad, "binnengoed" genoemd, wordt gedroogd en bewaard. Door het mengen van het binnengoed van verschillende tabaksvariëteiten wordt een product beoogd met constante kwaliteit en smaak. Het binnengoed, al dan niet gemengd, wordt soms tot meerdere maanden bewaard, afhankelijk van de vraag naar verder verwerkt materiaal.

In een verdere stap wordt het binnengoed in een omblad bewaard tot een "bosje" (ook pop genoemd). Deze bosjes worden eveneens gedurende lange tijd bewaard.

In een verdere stap wordt het bosje omhuld door een dekblad tot een "opgedekte sigaar", en geregeld tot een of twee weken bewaard.

Opgedekte sigaren worden doormidden gesneden en bewaard tot ze verpakt kunnen worden.

De methode van de uitvinding kan in principe toegepast worden op het gehele proces waarbij alle stappen na ontnerven tot de verpakking onder gekoelde condities gebeurt. In sommige uitvoeringsvormen zullen echter een of meerdere actieve stappen bij omgevingstemperatuur gebeuren, zeker wanneer deze stappen op ambachtelijke wijze met de hand gebeuren.

In specifieke uitvoeringsvormen worden de gekoelde condities voorzien tijdens een of meerdere bewaarstappen tijdens de fabricatie van de sigaren. De methode van de uitvinding heeft in het bijzonder resultaat bij die bewaarstappen waarbij de vochtigheid het grootst is en de periode van opslag het langst is, met name bij het bewaren van binnengoed, het bewaren van bosjes, en tevens bij het bewaren van dekblad, opgedekte sigaren , en doorgesneden sigaren.

In het geval van sigaretten omvat het bewerken van het intacte gedroogde tabaksblad de stap van het bevochtigen (en eventueel aromatiseren) en het versnijden, waarbij de nerf mee vermalen wordt. Tabak voor roltabak wordt gebruikelijk tot een iets grotere en langere fractie versneden dan tabak voor sigaretten.

De versneden tabak wordt gedroogd, gemengd en bewaard.

Net zoals bij sigaren worden meestal meerdere tabaksvariëten gemengd. Dit mengen kan gebeuren voor het versnijden of erna (en dit laatste voor of na het drogen).

De bewaarde versneden tabak wordt in het geval van sigaretten tot een streng gevormd en verwerkt in een huls van sigarettepapier, al dan niet met filter.

Hoewel dit proces sneller gaat dan bij sigaren, is de kans op schimmelgroei evenzeer reëel, omdat tabak bij sigaretten minder stappen ondergaat en dus minder visuele controle heeft.

Schimmelgroei kan visueel vastgesteld worden door vlekken op de bladeren. Schimmel die niet met het oog blote oog gedetecteerd kan worden kan gevisualiseerd worden door UV licht. Voor nog lagere concentraties en voor concentratiebepaling kan een staal op een voedingsbodem uitgeplaat worden of kan de aanwezigheid bepaald worden door PCR. Voor species zoals Aspergillus zijn voedingsbodems beschreven en zijn specifieke PCR primers gekend.

De controle van temperatuur en vochtigheidsgraad kan gebeuren met methoden en installaties die algemeen gekend zijn uit de voedingsindustrie, en dit zowel op kleine als grote schaal.

Voorbeeld 1. Schimmelvorming bij opgedekte sigaren.

Een random gekozen merk en type van opgedekte sigaren werd in een afgesloten glazen container bij verschillende temperatuur en vochtigheid bewaard.

Bij temperaturen boven 18 °C en een relatieve vochtigheid van 68% trad schimmelvorming op na 16 weken. Bij 18 °C graden trad schimmelvorming pas op na 20 weken.

Gelijkaardige experimenten met andere types tabak worden op eenzelfde manier uitgevoerd bij verschillende temperatuur en relatieve vochtigheid.

Claims (10)

1. Aangepaste Conclusies voor BE2016/5187 (schone versie)

   1. Een methode voor het beperken of verhinderen van schimmelgroei op tabak waarbij, tijdens een of meerdere stappen in het productieproces van versneden tabaksblad tot de verpakking van het tabaksproduct, de tabak bewaard wordt bij een temperatuur tussen 10 °C en 18° C en bij een relatieve vochtigheid van 70 % of lager.
2. 2. De methode volgens conclusie 1, in de productie van een sigaar.
3. 3. De methode volgens conclusie 2, tijdens een of meerdere stappen in het productieproces van versneden tabaksblad tot en met doorgesneden opgedekte sigaar.
4. 4. De methode volgens conclusie 2, tijdens een of meerdere stappen in het productieproces van versneden tabaksblad tot en met bosje.
5. 5. De methode volgens een van conclusies 1 tot 4, waarbij de tabak binnengoed is.
6. 6. De methode volgens een van conclusies 1 tot 4, waarbij de tabak bosjes zijn.
7. 7. De methode volgens conclusie 1, in de productie van sigaretten of roltabak.
8. 8. De methode volgens eender van conclusie 1 tot 7, waarbij de tabak bewaard wordt bij een temperatuur van 10 tot 15 °C.
9. 9. De methode volgens eender van conclusie 1 tot 8, waarbij bij vernoemde temperatuur tevens een relatieve vochtigheid van 50 tot 70 % heerst.
10. 10. De methode volgens eender van conclusie 1 tot 9, waarbij bij vernoemde temperatuur tevens een relatieve vochtigheid van 60 tot 70 % heerst.