BE1024117B1

BE1024117B1 - System for insulating and finishing walls

Info

Publication number: BE1024117B1
Application number: BE2016/5122A
Authority: BE
Inventors: Dirk Vermeulen; Isabelle Heylen
Original assignee: Recticel N.V.
Priority date: 2016-02-22
Filing date: 2016-02-22
Publication date: 2017-11-17
Also published as: BE1024243B1; BE1024243A1; BE1024117A1

Abstract

Het isolatie- en afwerkingssysteem bevat rechthoekige platen die opgebouwd zijn uit een isolerende hardschuimplaat (1) bekleed met een vlakke, massieve bekledingsplaat (2). Eén langse zijde van de bekledingsplaat (2) is voorzien van een groef (8) en de tegenovergelegen langse zijde van een tand (9) terwijl één langse zijde van de hardschuimplaat (1) ook voorzien van een groef (12) en de tegenovergelegen langse zijde van een tand (13) ter vorming van een dubbele tand-en-groefverbinding. De groef (8) in de bekledingsplaat (2) wordt gevormd door een buitenste groefwand (16) en door een binnenste groefwand (17) die een gedeelte vertoont dat voorbij de buitenste groefwand (16) uitsteekt. Om de platen op een eenvoudige, snelle en goedkope manier te kunnen bevestigen, gebeurt dit door middel van schroeven (18) die doorheen de plaat geschroefd worden, meer bepaald doorheen het uitstekende gedeelte van de binnenste groefwand (17) zodanig dat de schroeven (18) aan het zicht onttrokken worden door de aanliggende plaat.The insulation and finishing system contains rectangular plates that are made up of an insulating rigid foam plate (1) covered with a flat, solid covering plate (2). One longitudinal side of the cladding plate (2) is provided with a groove (8) and the opposite longitudinal side of a tooth (9) while one longitudinal side of the rigid foam plate (1) also has a groove (12) and the opposite longitudinal side side of a tooth (13) to form a double tongue and groove connection. The groove (8) in the cladding plate (2) is formed by an outer groove wall (16) and by an inner groove wall (17) which has a portion protruding beyond the outer groove wall (16). In order to be able to fix the plates in a simple, fast and inexpensive manner, this is done by means of screws (18) screwed through the plate, more particularly through the protruding part of the inner groove wall (17) such that the screws (18) ) are hidden from view by the adjacent plate.

Description

"Systeem voor het isoleren en afwerken van wanden""System for insulating and finishing walls"

De huidige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het isoleren en afwerken van wanden, welk systeem rechthoekige platen bevat die via een tand-en-groefverbinding in elkaar passen. De platen zijn opgebouwd uit een isolerende hardschuimplaat bekleed met een vlakke, massieve bekledingsplaat die een bovenzijde heeft voorzien van een afwerkingslaag. De bekledingsplaat en de hardschuimplaat hebben elk een eerste langse en een eerste kopse zijde en een tweede langse en een tweede kopse zijde. De eerste langse zijde van de bekledingsplaat is voorzien van een langse groef, de tweede langse zijde van een langse tand, de eerste kopse zijde van een kopse groef en de tweede kopse zijde van een kopse tand. De langse tand past in de langse groef en de kopse tand in de kopse groef ter vorming van de tand-en-groefverbinding tussen de platen.The present invention relates to a system for insulating and finishing walls, which system comprises rectangular plates which fit together via a tongue and groove connection. The plates are made up of an insulating rigid foam plate covered with a flat, solid covering plate which has a top layer provided with a finishing layer. The cladding plate and the rigid foam plate each have a first longitudinal and a first end face and a second longitudinal and a second end face. The first longitudinal side of the cladding plate is provided with a longitudinal groove, the second longitudinal side with a longitudinal tooth, the first end face with a head groove and the second end face with a head tooth. The longitudinal tooth fits into the longitudinal groove and the head tooth into the head groove to form the tongue and groove connection between the plates.

Een dergelijk isolatie- en afwerkingssysteem werd reeds door de aanvrager in de handel gebracht. De platen van dit bekende systeem zijn opgebouwd uit een MDF bekledingsplaat met een melamine afwerkingslaag en uit een PIR (polyisocyanuraat) hardschuimplaat die tegen de onderzijde van de bekledingsplaat vastgelijmd is. De MDF plaat heeft aan twee aanliggende zijden een groef en aan de andere aanliggende zijden een tand die in de groef past zodanig dat de afwerkingslagen bovenop de bekledingsplaten tegen elkaar aansluiten. De MDF plaat is aan de zijden van de groeven recht afgezaagd zodanig dat de binnenste en de buitenste wanden van de groeven even ver zijwaarts uitsteken.Such an insulation and finishing system has already been marketed by the applicant. The plates of this known system are constructed from an MDF coating plate with a melamine finishing layer and from a PIR (polyisocyanurate) rigid foam plate that is glued to the underside of the coating plate. The MDF plate has a groove on two adjacent sides and on the other adjacent sides a tongue which fits into the groove such that the finishing layers on top of the cladding plates abut each other. The MDF plate is cut straight on the sides of the grooves such that the inner and outer walls of the grooves protrude equally sideways.

Onder de tanden in de MDF plaat zijn de zijkanten van de hardschuimplaat juist onder de MDF plaat van een rechthoekige trapsponning voorzien terwijl onder de groeven in de MDF plaat de trapsponning aan de andere zijde van de MDF plaat voorzien is zodanig dat er zich juist onder de groeven in de MDF plaat een rechthoekige tand op de hardschuimplaat bevindt. Deze tand steekt voorbij de MDF plaat uit en past in de groef gevormd door de trapsponning en de MDF plaat. Doordat de tand in de schuimplaat de rand van de MDF plaat dient te ondersteunen, dient deze rechthoekig te zijn en zou deze nauw tegen de MDF plaat moeten aansluiten. In de praktijk stelde zich hierdoor echter het probleem dat de platen moeilijk in elkaar te schuiven zijn. Om de rechthoekige tand in de rechthoekige groef te kunnen steken, werd deze dan afgefreesd zodanig hij met de nodige speling in de groef pastte. Een luchtdichte afsluiting werd op deze manier dan echter niet meer bekomen. Om toch de vereiste luchtdichte aansluiting tussen de platen te realiseren, diende er in het systeem dat reeds op de markt gebracht werd langs de sponning een zelfklevende, samendrukbare voegband tussen de tegen elkaar aansluitende platen aangebracht te worden. Het aanbrengen van een dergelijke voegband is echter omslachtig en verhoogt tevens de kosten van het systeem.Below the teeth in the MDF plate the sides of the rigid foam plate are provided with a rectangular stair rebate just below the MDF plate, while under the grooves in the MDF plate the stair rebate on the other side of the MDF plate is provided such that just below the grooves in the MDF plate have a rectangular tooth on the rigid foam plate. This tooth projects beyond the MDF plate and fits into the groove formed by the stair slot and the MDF plate. Because the tooth in the foam plate must support the edge of the MDF plate, it must be rectangular and should fit snugly against the MDF plate. In practice, however, this posed the problem that the plates are difficult to slide together. In order to be able to insert the rectangular tooth into the rectangular groove, it was then milled off to fit into the groove with the necessary clearance. However, an airtight seal was then no longer obtained in this way. In order to nevertheless realize the required airtight connection between the plates, a self-adhesive, compressible joint tape had to be provided between the adjacent plates in the system that was already being marketed. However, the application of such a joint tape is cumbersome and also increases the costs of the system.

Een verder nadeel van de bekende isolatie- en afwerkingsplaten is dat deze elk door middel van drie isolatieklemmen op een houten kader bevestigd dienen te worden, dit met twee schroeven per klem. De isolatieklemmen zijn voorzien van scherpe punten waarmee ze in de hardschuimplaat gedrukt dienen te worden. Dit dient met één hand te gebeuren waarbij men de hardschuimplaat met de andere hand tegen het houten kader dient te drukken om de isolatieklem op de correcte positie in het schuim te kunnen drukken. Dit is niet zo eenvoudig temeer daar het enige kracht vergt om de isolatieklem met haar scherpe punten in het hardschuim te drukken. Vervolgens dient men deze klemmen dan nog met zes schroeven vast te schroeven.A further drawback of the known insulation and finishing plates is that they must each be fixed to a wooden frame by means of three insulation clips, this with two screws per clip. The insulation clamps have sharp points with which they must be pressed into the rigid foam board. This must be done with one hand, whereby the hard foam board must be pressed against the wooden frame with the other hand in order to be able to press the insulation clamp into the correct position in the foam. This is not all that simple, since it requires some force to press the insulation clamp with its sharp points into the rigid foam. Then these clamps must then be tightened with six screws.

Het gebruik van deze isolatieklemmen met bijhorende schroeven en de noodzaak van het aanbrengen van voegbanden (dichtingsstroken) tussen de verschillende platen maakt het aanbrengen van de platen tijdrovend en niet zo eenvoudig en verhoogt tevens de kostprijs van het isolatie- en afwerkingssysteem.The use of these insulating clamps with associated screws and the necessity of applying jointing tapes (sealing strips) between the different plates makes installing the plates time-consuming and not so simple and also increases the cost price of the insulation and finishing system.

De uitvinding heeft dan ook tot doel een nieuw isolatie- en afwerkingssysteem voor te stellen dat geen voegbanden meer vereist tussen de verschillende platen en ook geen isolatieklemmen en dat verder toelaat om de platen op een snellere en eenvoudigere manier tegen het houten kader vast te schroeven.The invention therefore has for its object to propose a new insulation and finishing system which no longer requires jointing strips between the various plates and also no insulating clamps and which furthermore allows the plates to be screwed against the wooden frame in a faster and simpler manner.

Tot dit doel is het isolatie- en afwerkingssysteem volgens de huidige uitvinding daardoor gekenmerkt dat genoemde tand-en-groefverbinding een dubbele tand-en-groefverbinding is, waarbij de eerste langse zijde van de hardschuimplaat voorzien is van een verdere langse groef, de tweede langse zijde van een verdere langse tand, de eerste kopse zijde van een verdere kopse groef en de tweede kopse zijde van een verdere kopse tand en waarbij genoemde verdere langse tand in genoemde verdere langse groef past en genoemde verdere kopse tand in genoemde verdere kopse groef ter vorming van een verdere tand-en-groefverbinding tussen de platen; dat genoemde langse groef in de bekledingsplaat gevormd wordt door een buitenste langse groefwand, die voorzien is van genoemde afwerkingslaag, en door een binnenste langse groefwand, die volledig door de hardschuimplaat ondersteund wordt en die een gedeelte vertoont dat voorbij de buitenste langse groefwand uitsteekt; en dat genoemd systeem verder schroeven met verzonken koppen bevat om genoemde platen doorheen het uitstekende gedeelte van de binnenste langse groefwand van de bekledingsplaat en doorheen de hardschuimplaat tegen genoemde wand vast te schroeven.For this purpose, the insulation and finishing system according to the present invention is characterized in that said tongue-and-groove connection is a double tongue-and-groove connection, wherein the first longitudinal side of the rigid foam plate is provided with a further longitudinal groove, the second longitudinal groove side of a further longitudinal tooth, the first end face of a further end groove and the second end side of a further end tooth and wherein said further long tooth fits into said further longitudinal groove and said further end tooth into said further end groove to form of a further tongue and groove connection between the plates; that said longitudinal groove in the cladding plate is formed by an outer longitudinal groove wall, which is provided with said finishing layer, and by an inner longitudinal groove wall, which is fully supported by the rigid foam plate and which has a portion protruding beyond the outer longitudinal groove wall; and that said system further includes countersunk head screws to screw said plates through the protruding portion of the inner longitudinal groove wall of the cladding plate and through the rigid foam plate against said wall.

Door de tand-en-groefverbinding tussen de hardschuimplaten zelf in plaats van tegen de bekledingsplaat wordt de luchtspleet tussen twee aanliggende hardschuimplaten afgedicht zonder dat hierbij een voegband dient aangebracht te worden. Tevens zijn er geen isolatieklemmen meer nodig voor het vastschroeven van de platen. Deze kunnen nu immers eenvoudig door middel van een drietal schroeven rechtstreeks doorheen de bekledingsplaat en de hardschuimplaat vastgeschroefd worden, waarbij de platen automatisch correct door de schroeven tegen het houten kader aangetrokken worden en de koppen van de schroeven tegen de bekledingsplaat vast komen te zitten. Niet alleen de hardschuimplaten worden door de schroeven tegen het kader bevestigd maar tevens ook de bekledingsplaten die daarop vastgelijmd zijn waardoor deze niet los kunnen komen. Doordat de binnenste langse groefwand waarin de schroeven aangebracht worden volledig door de hardschuimplaat ondersteund wordt, kunnen de schroeven volgens de goede praktijk aangedraaid worden zonder dat deze binnenste langse groefwand vervormd of zelf gebroken zou worden. Om de dikte van de vlakke, massieve bekledingsplaat beperkt te houden, heeft deze binnenste langse groefwand immers slechts een relatief geringe dikte.Due to the tongue and groove connection between the rigid foam plates themselves instead of against the cladding plate, the air gap between two adjacent rigid foam plates is sealed without the need for a joint tape. Insulation clamps are also no longer required for screwing the plates. After all, these can now simply be screwed directly through the cladding plate and the rigid foam plate by means of three screws, the plates being automatically correctly tightened by the screws against the wooden frame and the heads of the screws getting stuck against the cladding plate. Not only the rigid foam plates are fastened against the frame by the screws, but also the covering plates that are glued to them, so that they cannot come loose. Because the inner longitudinal groove wall in which the screws are mounted is fully supported by the rigid foam plate, the screws can be tightened according to good practice without this inner longitudinal groove wall being deformed or broken itself. After all, in order to limit the thickness of the flat, solid cladding plate, this inner longitudinal groove wall has only a relatively small thickness.

Een isolatie- en afwerkingssysteem met platen opgebouwd uit een bekledingsplaat en een schuimplaat die voorzien is van een tand-en-groefverbinding is reeds uit de praktijk bekend en wordt onder de benaming Comboprime® Home op de markt gebracht. De bekledingsplaten van dit systeem zijn gipskarton platen die niet van een tand-en-groefverbinding voorzien zijn. Deze platen worden doorheen de afgeschuinde zijkanten van de gipskartonplaten tegen het kader vastgeschroefd, waarna de naden tussen de platen en deze afgeschuinde zijkanten met een verstevigingsband en met plaaster dienen afgewerkt te worden. Dit alles is echter ook een omslachtig werk, waarbij het afwerken van de naden veel stof en vuil meebrengt en best door een vakman uitgevoerd wordt.An insulation and finishing system with plates made up of a covering plate and a foam plate which is provided with a tongue and groove connection is already known from practice and is marketed under the name Comboprime® Home. The covering plates of this system are plasterboard plates that are not provided with a tongue and groove connection. These plates are screwed through the beveled sides of the drywall against the frame, after which the seams between the plates and these beveled sides must be finished with a reinforcement tape and with plaster. All this, however, is also a laborious process, in which finishing the seams entails a lot of dust and dirt and is best carried out by a skilled person.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding heeft genoemde verdere langse tand een gedeelte met evenwijdige zijvlakken dat voorzien is om tot op een voorafbepaalde diepte van genoemde verdere langse groef contact met de zijwanden daarvan te maken en heeft genoemde langse tand een lengte die nagenoeg gelijk is aan deze voorafbepaalde diepte. Verder heeft ook genoemde verdere kopse tand een gedeelte met evenwijdige zijvlakken dat voorzien is om tot op een voorafbepaalde diepte van genoemde verdere kopse groef contact met de zijwanden daarvan te maken en heeft genoemde kopse tand een lengte die nagenoeg gelijk is aan deze voorafbepaalde diepte.In a preferred embodiment of the system according to the invention, said further longitudinal tooth has a part with parallel side surfaces which is provided to make contact with the side walls thereof up to a predetermined depth of said further longitudinal groove and said longitudinal tooth has a length that is substantially equal is at this predetermined depth. Furthermore, said further end tooth also has a portion with parallel side surfaces which is provided to make contact with the side walls thereof up to a predetermined depth of said further end groove and said end tooth has a length which is substantially equal to this predetermined depth.

Op deze manier kunnen de tanden op de bekledingsplaat en de tanden op de schuimplaat gelijktijdig in hun respectievelijke groeven gepositioneerd worden waardoor het eenvoudiger is om twee platen in elkaar te schuiven wanneer er bepaalde vervormingen van de platen opgetreden zouden zijn.In this way, the teeth on the cladding plate and the teeth on the foam plate can be positioned simultaneously in their respective grooves, making it easier to slide two plates together if certain deformations of the plates were to occur.

Bij voorkeur hebben genoemde verdere langse tand en genoemde verdere kopse tand vanaf genoemd gedeelte met evenwijdige zijvlakken een distaal gedeelte dat versmalt in de richting van het vrije uiteinde van de respectievelijke tand.Preferably, said further longitudinal tooth and said further head tooth from said portion with parallel side faces have a distal portion that narrows toward the free end of the respective tooth.

Het vrije uiteinde van de tanden op de hardschuimplaat kunnen aldus eenvoudig in hun respectievelijke groef ingebracht worden waarna deze tanden in hun groef gecentreerd worden en de plaat in de juiste positie komt te staan waarin de tanden op de bekledingsplaat correct in de respectievelijke groeven in deze plaat gepositioneerd worden. Het in elkaar schuiven van de platen gaat aldus vlot en moeiteloos.The free end of the teeth on the rigid foam plate can thus easily be inserted into their respective groove, after which these teeth are centered in their groove and the plate comes to be in the correct position in which the teeth on the cladding plate are correctly inserted into the respective grooves in this plate. be positioned. Sliding the plates together is thus smooth and effortless.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding wordt ook genoemde kopse groef in de bekledingsplaat gevormd door een buitenste kopse groefwand, die voorzien is van genoemde afwerkingslaag, en door een binnenste kopse groefwand, die volledig door de hardschuimplaat ondersteund wordt en die een gedeelte vertoont dat voorbij de buitenste kopse groefwand uitsteekt. Bij voorkeur steekt de binnenste kopse groefwand over een zodanige afstand voorbij de buitenste kopse groefwand uit dat de binnenste kopse groefwand een lengte heeft die nagenoeg gelijk is aan de diepte van genoemde verdere kopse groef in de hardschuimplaat die zich aan dezelfde zijde van de plaat bevindt als genoemde kopse groef.In a further preferred embodiment of the system according to the invention, said end groove in the cladding plate is also formed by an outer end groove wall, which is provided with said finishing layer, and by an inner end groove wall, which is fully supported by the rigid foam plate and which is a part shows that protrudes beyond the outer end groove wall. Preferably, the inner end groove wall projects beyond the outer end groove wall over such a distance that the inner end groove wall has a length that is substantially equal to the depth of said further end groove in the rigid foam plate located on the same side of the plate as said headline groove.

In deze uitvoeringsvorm wordt het inbrengen van de tand van de hardschuimplaat in de groef aan de kopse zijde van de plaat ook vereenvoudigd doordat men hierbij de tand aan de kopse zijde van de bekledingsplaat langs de binnenste groefwand van de groef in de kopse zijde van de bekledingsplaat kan laten geleiden.In this embodiment, the insertion of the tooth from the rigid foam plate into the groove on the end face of the plate is also simplified in that the tooth on the end face of the cladding plate is thereby along the inner groove wall of the groove in the end face of the cladding plate can be guided.

In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding heeft de bekledingsplaat een onderzijde waarmee deze op een bovenzijde van de hardschuimplaat gehecht is, waarbij de onderzijde van de bekledingsplaat een omtreksrand heeft die nagenoeg samenvalt met de omtreksrand van de bovenzijde van de hardschuimplaat.In yet another preferred embodiment of the system according to the invention, the cladding plate has a bottom side with which it is adhered to an upper side of the rigid foam plate, the underside of the cladding plate having a peripheral edge which substantially coincides with the peripheral edge of the top of the rigid foam plate.

De bovenzijde van de hardschuimplaat wordt aldus volledig tegen mogelijke vervormingen of beschadigingen beschermd.The upper side of the rigid foam board is thus fully protected against possible deformations or damage.

Verdere voordelen en bijzonderheden van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een isolatie- en afwerkingssysteem volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt evenwel slechts als voorbeeld gegeven en is niet bedoeld om de beschermingsomvang, zoals bepaald door de conclusies, te beperken. De in de beschrijving aangegeven verwijzingscijfers hebben betrekking op de bijgevoegde tekeningen waarin:Further advantages and details of the invention will be apparent from the following description of a preferred embodiment of an insulation and finishing system according to the invention. However, this description is only given as an example and is not intended to limit the scope of protection as defined by the claims. The reference numerals given in the description relate to the accompanying drawings in which:

Figuur 1 een bovenaanzicht weergeeft op één van de platen van een isolatie- en afwerkingssysteem volgens de uitvinding, waarbij enkel de groef in de bekledingsplaat in stippellijn aangegeven is;Figure 1 shows a top view on one of the plates of an insulation and finishing system according to the invention, wherein only the groove in the cladding plate is indicated in dotted line;

Figuur 2, op grotere schaal, een dwarsdoorsnede volgens lijn II-II doorheen de plaat van figuur 1 weergeeft;Figure 2, on a larger scale, represents a cross-section along line II-II through the plate of Figure 1;

Figuur 3, op grotere schaal, een langsdoorsnede volgens lijn III-III doorheen de plaat van figuur 1 weergeeft;Figure 3, on a larger scale, represents a longitudinal section along the line III-III through the plate of Figure 1;

Figuur 4 eenzelfde dwarsdoorsnede als figuur 2 weergeeft doch dit ter plaatse van de aansluiting tussen twee platen; enFigure 4 shows the same cross-section as Figure 2 but at the location of the connection between two plates; and

Figuur 5 eenzelfde langsdoorsnede als figuur 2 weergeeft doch dit ter plaatse van de aansluiting tussen twee platen.Figure 5 shows the same longitudinal section as Figure 2, but this at the location of the connection between two plates.

De uitvinding heeft algemeen betrekking op een systeem voor het isoleren en afwerken van wanden, in het bijzonder van kamers, zolders of andere ruimten binnen een gebouw. De term wanden omvat zowel zijwanden als bovenwanden (plafonds) en eventueel zelfs benedenwanden (bijvoorbeeld wanneer enkel de benedenwand van een zolder geïsoleerd dient te worden in plaats van het dak zelf). Het systeem wordt meestal toegepast op ruimtes die onder het dak gelegen zijn. Het systeem bestaat uit rechthoekige isolatie- en afwerkingsplaten die tegen de wanden bevestigd dienen te worden. Om het bevestigen van de platen tegen de wanden te vereenvoudigen, worden hiertoe meestal verticale latten op regelmatige afstanden tegen de wanden vastgeschroefd. Wanneer het om een plafond gaat dat door de dakconstructie gevormd worden, kunnen de platen rechtstreeks tegen de dakconstructie zelf vastgeschroefd worden. Eventueel kunnen ook hier echter latten toegepast worden om de dakconstructie uit te vullen zodanig dat een vlak oppervlak verkregen wordt. De latten zijn meestal houten latten doch het is ook mogelijk om metalen studs te gebruiken.The invention generally relates to a system for insulating and finishing walls, in particular rooms, attics or other spaces within a building. The term walls includes both side walls and upper walls (ceilings) and possibly even lower walls (for example when only the lower wall of an attic needs to be insulated instead of the roof itself). The system is usually applied to spaces that are located under the roof. The system consists of rectangular insulation and finishing plates that must be mounted against the walls. To simplify the fixing of the plates against the walls, vertical slats are usually screwed against the walls at regular distances for this purpose. If it is a ceiling that is formed by the roof construction, the plates can be screwed directly onto the roof construction itself. However, it is also possible here, however, to use slats to fill out the roof construction such that a flat surface is obtained. The slats are usually wooden slats, but it is also possible to use metal studs.

De platen zijn elk opgebouwd uit een isolerende hardschuimplaat 1 die aan de bovenzijde, gezien volgens de figuren, bekleed is met een vlakke, massieve bekledingsplaat 2. Deze massieve bekledingsplaat 2 bestaat uit een materiaal waarin tanden en groeven voorzien kunnen worden. Dit kan door uitsnijden gebeuren, bijvoorbeeld door frezen. De bekledingsplaat 2 is bij voorkeur een houten plaat. De term houten plaat dient hierbij ruim geïnterpreteerd worden als omvattende alle houtachtige platen zoals vezelplaten, triplex of multiplex platen, OSB (Oriented Strand Board) platen en HDF (High-Density Fibreboard) en MDF (Medium-Density Fibreboard) platen, waarbij de voorkeur gegeven wordt aan MDF platen. Deze laatste bestaan uit gedroogde houtvezels die door middel van een hars met elkaar verbonden zijn en die samengedrukt zijn tot een plaat met een middelharde dichtheid, in het bijzonder tot een dichtheid van 500 tot 1000 kg/m3. De bekledingsplaat 2 heeft een bovenzijde die voorzien is van een afwerkingslaag 3. Deze kan bestaan uit een verflaag of bijvoorbeeld ook uit een fineerlaag, maar bij voorkeur bestaat deze uit een melamine laag. De afwerkingslaag 3 dient niet noodzakelijkwijze de uiteindelijke afwerking van de platen te vormen doch kan bijvoorbeeld achteraf, na het plaatsen van de platen, zelf nog geschilderd worden in een kleur naar keuze. De bekledingsplaat 2 heeft bij voorkeur een totale dikte di (met inbegrip van de dikte van de afwerkingslaag 3) die begrepen is tussen 5 en 25 mm, en bij voorkeur tussen 6 en 18 mm.The plates are each constructed from an insulating rigid foam plate 1 which, at the top, as seen in the figures, is covered with a flat, solid cladding plate 2. This solid cladding plate 2 consists of a material in which teeth and grooves can be provided. This can be done by cutting, for example by milling. The cladding plate 2 is preferably a wooden plate. The term wooden plate must be interpreted broadly as including all wood-like plates such as fiber plates, plywood or plywood plates, OSB (Oriented Strand Board) plates and HDF (High-Density Fiberboard) and MDF (Medium-Density Fiberboard) plates, with preference being given given to MDF plates. The latter consist of dried wood fibers which are connected to each other by means of a resin and which are compressed into a plate with a medium hard density, in particular to a density of 500 to 1000 kg / m3. The cladding plate 2 has a top side which is provided with a finishing layer 3. This can consist of a paint layer or, for example, a veneer layer, but preferably it consists of a melamine layer. The finishing layer 3 does not necessarily have to form the final finish of the plates, but can, for example, be painted afterwards, after the plates have been placed, themselves in a color of choice. The cladding plate 2 preferably has a total thickness di (including the thickness of the finishing layer 3) comprised between 5 and 25 mm, and preferably between 6 and 18 mm.

De hardschuimplaat 1 kan uit verschillende soorten hardschuim vervaardigd worden, bijvoorbeeld uit hard geëxpandeerd polystyreen (EPS) schuim, uit geëxtrudeerd polystyreen (XPS) schuim, uit fenolschuim (PF) of uit polyurethaan (PUR) schuim doch de voorkeur wordt gegeven aan polyisocyanuraat (PIR) schuim dat een goede isolatiewaarde heeft en dat met een relatief lage densiteit de nodige hardheid kan verschaffen. De hardheid van het schuim is bij voorkeur zodanig dat de hardschuimplaat 1 een druksterkte heeft, gemeten volgens EN 826 bij een vervorming van 10%, van meer dan 100 kPa. De dikte d van de hardschuimplaat 1 is bij voorkeur groter dan 2 cm. Deze dikte D kan bijvoorbeeld tot 10 cm gaan om een betere isolatie te bekomen.The rigid foam plate 1 can be made from various types of rigid foam, for example from hard expanded polystyrene (EPS) foam, from extruded polystyrene (XPS) foam, from phenolic foam (PF) or from polyurethane (PUR) foam, but polyisocyanurate (PIR is preferred) foam that has a good insulation value and that can provide the necessary hardness with a relatively low density. The hardness of the foam is preferably such that the hard foam plate 1 has a compressive strength, measured according to EN 826 at a deformation of 10%, of more than 100 kPa. The thickness d of the rigid foam plate 1 is preferably larger than 2 cm. This thickness D can, for example, go up to 10 cm in order to obtain better insulation.

Doordat de hardschuimplaat 1 en de bekledingsplaat 2 rechthoekig zijn, hebben deze elk een eerste 4, 4’ en een tweede langse zijde 5, 5’ en een eerste 6, 6’ en een tweede kopse zijde 7, 7’.Because the rigid foam plate 1 and the cladding plate 2 are rectangular, they each have a first 4, 4 "and a second longitudinal side 5, 5" and a first 6, 6 "and a second end face 7, 7".

De eerste langse zijde 4 van de bekledingsplaat 2 is voorzien van een langse groef 8 terwijl de tweede langse zijde 5 van de bekledingsplaat 2 voorzien is van een langse tand 9 die in de langse groef 8 van een aanliggende plaat past. De eerste kopse zijde 6 van de bekledingsplaat 2 is voorzien van een kopse groef 10 terwijl de tweede kopse zijde 7 van de bekledingsplaat 2 voorzien is van een kopse tand 11 die in de kopse groef 10 van een aanliggende plaat past.The first longitudinal side 4 of the cladding plate 2 is provided with a longitudinal groove 8, while the second longitudinal side 5 of the cladding plate 2 is provided with a longitudinal tooth 9 which fits into the longitudinal groove 8 of an adjacent plate. The first end face 6 of the cladding plate 2 is provided with a end groove 10 while the second end face 7 of the cladding plate 2 is provided with a end tooth 11 which fits into the end groove 10 of an adjacent plate.

De eerste langse zijde 4’ van de hardschuimplaat 1 is voorzien van een langse groef 12 terwijl de tweede langse zijde 5’ van de hardschuimplaat 1 voorzien is van een langse tand 13 die in de langse groef 12 van een aanliggende plaat past. De eerste kopse zijde 6’ van de hardschuimplaat 1 is voorzien van een kopse groef 14 terwijl de tweede kopse zijde 7’ van de hardschuimplaat 1 voorzien is van een kopse tand 15 die in de kopse groef 14 van een aanliggende plaat past.The first longitudinal side 4 "of the rigid foam plate 1 is provided with a longitudinal groove 12, while the second longitudinal side 5" of the rigid foam plate 1 is provided with a longitudinal tooth 13 which fits into the longitudinal groove 12 of an adjacent plate. The first end face 6 'of the rigid foam plate 1 is provided with a head groove 14 while the second end face 7' of the rigid foam plate 1 is provided with a end tooth 15 which fits into the end groove 14 of an adjacent plate.

Door de tand-en-groefverbinding tussen zowel de bekledingsplaten 2 als de hardschuimplaten 1 van de in elkaar passende isolatie- en afwerkingsplaten wordt een effectieve afdichting bekomen, en worden dus koude bruggen vermeden, zonder dat er tochtstrips of voegbanden in de spleten tussen de hardschuimplaten 1 dienen aangebracht te worden.Effective sealing is achieved through the tongue and groove connection between both the cladding panels 2 and the rigid foam panels 1 of the matching insulation and finishing panels, thus avoiding cold bridges, without leaving draft strips or joints in the gaps between the rigid foam panels 1 must be applied.

In de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren zijn de eerste langse zijde 4 van de bekledingsplaat 2 en de eerste langse zijde 4’ van de hardschuimplaat 1 aan dezelfde zijde van de plaat gelegen en zijn verder ook de eerste kopse zijde 6 van de bekledingsplaat 2 en de eerste kopse zijde 6’ van de hardschuimplaat 1 aan dezelfde zijde van de plaat gelegen. Dit betekent dus dat de tanden van de bekledingsplaat en van de hardschuimplaat aan dezelfde zijden van de plaat gelegen zijn en ook de groeven. Het voordeel hiervan is dat de tanden van de hardschuimplaat niet of slechts minimaal onder de bekledingsplaat uitsteken terwijl de onderzijde van de bekledingsplaat volledig door de bovenzijde van de hardschuimplaat ondersteund wordt. Bij voorkeur heeft de onderzijde van de bekledingsplaat 2 immers een omtreksrand die nagenoeg samenvalt met de omtreksrand van de bovenzijde van de hardschuimplaat 1. In figuren 2 en 3 zijn deze samenvallende omtreksranden met het verwijzingscijfer 20 aangegeven.In the embodiment shown in the figures, the first longitudinal side 4 of the cladding plate 2 and the first longitudinal side 4 'of the rigid foam plate 1 are located on the same side of the plate, and furthermore the first end face 6 of the cladding plate 2 and the first end face 6 'of the rigid foam plate 1 located on the same side of the plate. This means that the teeth of the cladding plate and of the rigid foam plate are located on the same sides of the plate and also the grooves. The advantage of this is that the teeth of the rigid foam plate do not protrude, or only minimally, below the covering plate, while the underside of the covering plate is fully supported by the upper side of the rigid foam plate. After all, preferably, the underside of the cladding plate 2 has a peripheral edge which substantially coincides with the peripheral edge of the upper side of the rigid foam plate 1. In Figures 2 and 3, these coincident peripheral edges are indicated by the reference numeral 20.

De langse groef 8 in de bekledingsplaat 2 wordt gevormd door een buitenste langse groefwand 16, die aan de buitenzijde voorzien is van de afwerkingslaag 3, en door een binnenste langse groefwand 17 die volledig door de hardschuimplaat 1 ondersteund wordt. De buitenste langse groefwand 17 is voorzien om, zoals weergegeven in figuur 4, tegen de bekledingsplaat 2 van een aanliggende plaat aan te sluiten. De binnenste langse groefwand 17 heeft een lengte L1 die groter is dan de lengte L2 van de buitenste langse groefwand 16 zodanig dat de binnenste langse groefwand 17 met een gedeelte voorbij de buitenste langse groefwand 16 uitsteekt. Het verschil tussen beide lengtes Li en L2 bedraagt hierbij bij voorkeur ten minste 15 mm, meer bij voorkeur ten minste 20 mm, zodanig dat de binnenste langse groefwand 17 over een afstand gelijk aan deze lengteverschillen voorbij de buitenste langse groefwand 16 uitsteekt.The longitudinal groove 8 in the cladding plate 2 is formed by an outer longitudinal groove wall 16, which is provided on the outside with the finishing layer 3, and by an inner longitudinal groove wall 17 which is fully supported by the rigid foam plate 1. The outer longitudinal groove wall 17 is provided to connect, as shown in Figure 4, to the cladding plate 2 of an adjacent plate. The inner longitudinal groove wall 17 has a length L1 that is greater than the length L2 of the outer longitudinal groove wall 16 such that the inner longitudinal groove wall 17 protrudes a portion beyond the outer longitudinal groove wall 16. The difference between the two lengths L 1 and L 2 is preferably at least 15 mm, more preferably at least 20 mm, such that the inner longitudinal groove wall 17 protrudes beyond the outer longitudinal groove wall 16 over a distance equal to these length differences.

Het uitstekende gedeelte van de binnenste langse groefwand 17 is voorzien om de platen rechtstreeks door middel van schroeven 18 met verzonken koppen doorheen de bekledingsplaat 2 en de hardschuimplaat 1 vast te kunnen schroeven. Opdat men de schroeven 18 op de juiste plaats op het uitstekende gedeelte van de binnenste langse groefwand 17 zou aanbrengen, d.w.z. op een plaats waar de schroef 18 niet doorheen de langse groef 12 in de schuimplaat 1 geschroefd zou worden en ook niet tegen de rand van de afwerkingslaag 3 waardoor deze door de kop van de schroef 18 bij het inschroeven beschadigd zou worden, vertoont dit uitstekende gedeelte van de binnenste langse groefwand 16 een langsgroef 19 waarin men de schroef 18 met zijn punt dient te positioneren. De langse groef 12 in de hardschuimplaat 1 die zich onder de binnenste langse groefwand 16 bevindt, heeft een diepte D1 die bij voorkeur kleiner is dan de afstand van de langsgroef 19 tot het vrije uiteinde van de binnenste langse groefwand 17. Hierdoor kunnen de schroeven 18 loodrecht in de plaat geschroefd worden zonder de langse groef 12 in de schuimplaat 1 te blokkeren.The protruding part of the inner longitudinal groove wall 17 is provided to enable the plates to be screwed directly through the covering plate 2 and the rigid foam plate 1 by means of screws 18 with countersunk heads. In order for the screws 18 to be fitted in the right place on the protruding part of the inner longitudinal groove wall 17, ie at a place where the screw 18 would not be screwed through the longitudinal groove 12 in the foam plate 1 and also not against the edge of the finishing layer 3 as a result of which it would be damaged by the head of the screw 18 during screwing in, this protruding part of the inner longitudinal groove wall 16 has a longitudinal groove 19 in which the screw 18 must be positioned with its point. The longitudinal groove 12 in the rigid foam plate 1 which is located below the inner longitudinal groove wall 16 has a depth D1 which is preferably smaller than the distance from the longitudinal groove 19 to the free end of the inner longitudinal groove wall 17. This allows the screws 18 be screwed perpendicularly into the plate without blocking the longitudinal groove 12 in the foam plate 1.

In figuur 4 is de aansluiting tussen twee platen langsheen de langse zijden daarvan weergegeven. In deze figuur is duidelijk te zien dat, doordat de langsgroef 12 zich in het uitstekende gedeelte van de binnenste langse groefwand 17 bevindt, het uitstekende gedeelte van de binnenste langse groefwand 17 en de daarin aangebrachte schroeven 18 aan het zicht onttrokken worden wanneer een aanliggende plaat met de langse tand 9 van de bekledingsplaat 2 in de langse groef 12 van de aanliggende bekledingsplaat 2 ingebracht wordt.Figure 4 shows the connection between two plates along the longitudinal sides thereof. In this figure it is clearly seen that, because the longitudinal groove 12 is in the protruding part of the inner longitudinal groove wall 17, the protruding part of the inner longitudinal groove wall 17 and the screws 18 arranged therein are hidden from view when an adjacent plate is inserted with the longitudinal tooth 9 of the cladding plate 2 into the longitudinal groove 12 of the adjacent cladding plate 2.

De langse tand 13 van de onderliggende hardschuimplaat 1 heeft in de figuren een gedeelte 21 met evenwijdige zijvlakken en verder een distaal gedeelte 22 dat versmalt in de richting van het vrije uiteinde van de tand 13. Het gedeelte 21 met evenwijdige zijvlakken is voorzien om tot op een voorafbepaalde diepte D2 van de langse groef 12 in de schuimplaat 1 contact met de zijwanden daarvan te maken zodanig dat er geen lucht tussen de tegen elkaar aansluitende schuimplaten 1 kan stromen niettegenstaande er tussen deze schuimplaten een spleet open blijft opdat de bekledingsplaten 2 steeds perfect tegen elkaar aansluitend bevestigd kunnen worden. De langse tand 9 in de bekledingsplaat 2 heeft een lengte L3 die nagenoeg gelijk is aan de diepte D2 waarover de langse tand 13 contact maakt met de wanden van de langse groef 12 zodanig dat de tanden 9, 13 van de bekledingsplaat en van de schuimplaat eenvoudig gelijktijdig in hun groeven 8, 12 geschoven kunnen worden. Door het versmallend distaal gedeelte 22 van de langse tand 13 in de schuimplaat 1 wordt bij het in elkaar schuiven van twee aanliggende platen een automatische centrering van de beide platen ten opzichte van elkaar bekomen waardoor de langse tanden eenvoudig in de langse groeven geschoven kunnen worden.The longitudinal tooth 13 of the underlying rigid foam plate 1 has in the figures a part 21 with parallel side faces and furthermore a distal part 22 which narrows in the direction of the free end of the tooth 13. The part 21 with parallel side faces is provided to make a predetermined depth D2 of the longitudinal groove 12 in the foam plate 1 contact with the side walls thereof such that no air can flow between the adjoining foam plates 1, despite the fact that a gap remains open between these foam plates so that the cladding plates 2 always remain perfectly can be attached one after the other. The longitudinal tooth 9 in the cladding plate 2 has a length L3 which is substantially equal to the depth D2 over which the longitudinal tooth 13 makes contact with the walls of the longitudinal groove 12 such that the teeth 9, 13 of the cladding plate and of the foam plate are simple can be slid into their grooves 8, 12 simultaneously. Due to the narrowing distal portion 22 of the longitudinal tooth 13 in the foam plate 1, when two adjacent plates slide into one another, an automatic centering of the two plates relative to each other is obtained, so that the longitudinal teeth can simply be pushed into the longitudinal grooves.

Zoals te zien is in figuren 3 en 5 wordt de kopse groef 10 in de bekledingsplaat 2 gevormd door een buitenste kopse groefwand 23, die aan de buitenzijde voorzien is van de afwerkingslaag 3, en door een binnenste kopse groefwand 24 die volledig door de hardschuimplaat 1 ondersteund wordt. De buitenste kopse groefwand 23 is voorzien om, zoals weergegeven in figuur 5, tegen de bekledingsplaat 2 van een aanliggende plaat aan te sluiten. De binnenste kopse groefwand 24 heeft een lengte L4 die groter is dan de lengte L5 van de buitenste kopse groefwand 23 zodanig dat de binnenste kopse groefwand 24 met een gedeelte voorbij de buitenste kopse groefwand 23 uitsteekt. De binnenste kopse groefwand 24 steekt bij voorkeur over een zodanige afstand voorbij de buitenste kopse groefwand 23 uit dat de lengte L4 van de binnenste kopse groefwand 24 nagenoeg gelijk is aan de diepte D3 van de kopse groef 14 in de schuimplaat 1. Zoals te zien in figuur 3 bevindt de kopse tand 15 van de schuimplaat 1 zich aan de andere zijde van de plaat nagenoeg volledig onder de kopse tand 11 van de bekledingsplaat 1 zodanig dat deze niet uitsteekt en dus niet beschadigd kan raken in de verpakking. De bekledingsplaat en de schuimplaat hebben hierdoor dus met andere woorden nagenoeg eenzelfde breedte. De extra overlapping tussen de kopse tand 11 van de bekledingsplaat en de binnenste kopse groefwand 23 zorgt verder voor een extra barrière tegen tocht en verschaft verder een extra geleidingsoppervlak bij het in elkaar schuiven van de platen langs hun kopse zijden.As can be seen in Figures 3 and 5, the head groove 10 in the cladding plate 2 is formed by an outer head groove wall 23, which is provided on the outside with the finishing layer 3, and by an inner head groove wall 24 completely covered by the rigid foam plate 1. is supported. The outer end groove wall 23 is provided for connecting, as shown in Figure 5, to the cladding plate 2 of an adjacent plate. The inner end groove wall 24 has a length L4 that is greater than the length L5 of the outer end groove wall 23 such that the inner end groove wall 24 protrudes beyond the outer end groove wall 23 by a portion. The inner end groove wall 24 preferably extends beyond the outer end groove wall 23 such that the length L4 of the inner end groove wall 24 is substantially equal to the depth D3 of the end groove 14 in the foam plate 1. As can be seen in Fig. 3, the end tooth 15 of the foam plate 1 is located almost completely underneath the end tooth 11 of the lining plate 1 on the other side of the plate such that it does not protrude and therefore cannot be damaged in the package. In other words, the covering plate and the foam plate therefore have virtually the same width as a result. The additional overlap between the end tooth 11 of the cladding plate and the inner end groove wall 23 further provides an additional draft barrier and further provides an additional guiding surface when sliding the plates together along their end faces.

De kopse tand 15 van de onderliggende hardschuimplaat 1 heeft in de figuren een gedeelte 25 met evenwijdige zijvlakken en verder een distaal gedeelte 26 dat versmalt in de richting van het vrije uiteinde van de tand 15. Het gedeelte 25 met evenwijdige zijvlakken is voorzien om tot op een voorafbepaalde diepte D4 van de kopse groef 14 in de schuimplaat 1 contact met de zijwanden daarvan te maken zodanig dat er geen lucht tussen de tegen elkaar aansluitende schuimplaten 1 kan stromen niettegenstaande er tussen deze schuimplaten een spleet open blijft opdat de bekledingsplaten 2 steeds perfect tegen elkaar aansluitend bevestigd kunnen worden. De kopse tand 11 in de bekledingsplaat 2 heeft een lengte L6 die nagenoeg gelijk is aan de lengte L3 van de langse tand 9 en tevens aan de diepte D4 waarover de kopse tand 15 van de schuimplaat 1 contact maakt met de wanden van de kopse groef 14 zodanig dat de tanden 11, 15 van de bekledingsplaat en van de schuimplaat eenvoudig gelijktijdig in hun groeven 10, 14 geschoven kunnen worden. Door het versmallend distaal gedeelte 26 van de kopse tand 15 in de schuimplaat 1 wordt bij het in elkaar schuiven van twee aanliggende platen een automatische centrering van de beide platen ten opzichte van elkaar bekomen waardoor de kopse tanden eenvoudig in de kopse groeven geschoven kunnen worden.The front tooth 15 of the underlying rigid foam plate 1 has in the figures a portion 25 with parallel side faces and furthermore a distal portion 26 that narrows in the direction of the free end of the tooth 15. The portion 25 with parallel side faces is provided to make a predetermined depth D4 of the head groove 14 in the foam plate 1 contact with the side walls thereof such that no air can flow between the adjoining foam plates 1 notwithstanding that a gap remains open between these foam plates so that the cladding plates 2 always remain perfectly can be attached one after the other. The end tooth 11 in the cladding plate 2 has a length L6 which is substantially equal to the length L3 of the longitudinal tooth 9 and also to the depth D4 over which the end tooth 15 of the foam plate 1 makes contact with the walls of the end groove 14 such that the teeth 11, 15 of the cladding plate and of the foam plate can simply be slid into their grooves 10, 14 simultaneously. Due to the narrowing distal portion 26 of the head tooth 15 in the foam plate 1, when two adjacent plates are pushed together, an automatic centering of the two plates relative to each other is obtained, as a result of which the end teeth can simply be pushed into the end grooves.

Claims

CONCLUSIONS

A system for insulating and finishing walls, which system comprises rectangular plates which fit together via a tongue and groove connection and which are made up of an insulating rigid foam plate (1) covered with a flat, solid covering plate (2) which has a top side provided with a finishing layer (3), wherein said cladding plate (2) and said rigid foam plate (1) each have a first longitudinal side (4, 4 ') and a first end side (6, 6') and a second longitudinal side ( 5, 5 ') and a second end face (7, 7'), the first longitudinal side (4) of the cladding plate (2) being provided with a longitudinal groove (8), the second longitudinal side (5) with a longitudinal tooth (9), the first end face (6) of a head groove (10) and the second end face (7) of a head tooth (11) and wherein said long tooth (9) in said longitudinal groove (8) and said head tooth (11) into said head groove (10) to form said tooth and groove connection between the plates, thereby Note that said tongue-and-groove connection is a double tongue-and-groove connection, wherein the first longitudinal side (4 ') of the rigid foam plate (1) is provided with a further longitudinal groove (12), the second longitudinal side (5' ) of a further longitudinal tooth (13), the first end face (6 ') of a further end groove (14) and the second end face (7') of a further end tooth (15) and wherein said further long tooth ( 13) fits into said further longitudinal groove (12) and said further end tooth (15) fits into said further end groove (14) to form a further tongue and groove connection between the plates, said longitudinal groove (8) in the cladding plate (2) is formed by an outer longitudinal groove wall (16), which is provided with said finishing layer (3), and by an inner longitudinal groove wall (17), which is fully supported by the rigid foam plate (1) and which has a portion that projects beyond the outer longitudinal groove wall (16), and that said system further s comprises screws (18) with countersunk heads for screwing said plates through the protruding part of the inner longitudinal groove wall (17) of the cladding plate (2) and through the rigid foam plate (1) against said wall.

System according to claim 1, characterized in that said first longitudinal side (4) of the cladding plate (2) is located on the same side of the plate as the first longitudinal side (4 ') of the rigid foam plate (1) and said first end face (6) of the cladding plate (2) is located on the same side of the plate as the first end face (6 ') of the rigid foam plate (1).

A system according to claim 1 or 2, characterized in that said further longitudinal tooth (13) has a portion (21) with parallel side faces which is provided for contacting up to a predetermined depth (D2) of said further longitudinal groove (12) making the side walls thereof and that said longitudinal tooth (9) has a length (L3) that is substantially equal to this predetermined depth (D2).

A system according to any one of claims 1 to 3, characterized in that said further end tooth (15) has a portion (25) with parallel side faces which is provided to provide said further end groove (14) to a predetermined depth (D4) ) to make contact with the side walls thereof and that said end tooth (11) has a length (L6) that is substantially equal to this predetermined depth (D4).

The system according to claims 3 and 4, characterized in that said further longitudinal tooth (13) and said further end tooth (15) from said portion (21, 25) with parallel side faces have a distal portion (22, 26) that narrows into the direction of the free end of the respective tooth (13, 15).

System according to one of claims 1 to 5, characterized in that said end groove (10) in the cladding plate (2) is formed by an outer end groove wall (23) provided with said finishing layer (3), and by an inner end groove wall (24) fully supported by the rigid foam plate (1) and having a portion protruding beyond the outer end groove wall (23), preferably over such a distance that the inner end groove wall (24) has a length (L4) that is substantially equal to the depth (D3) of said further head groove (14) located on the same side (6, 6 ') of the plate as said head groove (10).

System according to one of claims 1 to 6, characterized in that the cladding plate (2) has a bottom side with which it is adhered to an upper side of the rigid foam plate (1), the underside of the cladding plate (2) having a peripheral edge (20 ) which substantially coincides with the peripheral edge (20) of the top of the rigid foam plate (1).

System according to one of claims 1 to 7, characterized in that said rigid foam plate (1) has a thickness (d 2) of at least 2 cm and preferably of at least 3 cm.

The system according to any of claims 1 to 8, characterized in that said rigid foam plate (1) has a compressive strength, measured according to EN 826 at a deformation of 10%, of more than 100 kPa.

System according to one of claims 1 to 9, characterized in that said rigid foam plate (1) is made from polyisocyanurate foam, from polyurethane foam or from polystyrene foam, preferably from polyisocyanurate foam.

System according to any of claims 1 to 10, characterized in that said cladding plate (2) has a thickness (d1) between 5 and 20 mm, preferably between 6 and 10 mm.

The system according to any of claims 1 to 11, characterized in that said finishing layer (3) is a melamine layer.

The system according to any of claims 1 to 12, characterized in that the outer longitudinal groove wall (16) of said longitudinal groove (8) has a free end which is provided for connecting to the cladding plate (2) of an adjacent plate .

System according to one of claims 1 to 13, characterized in that the protruding part of the inner longitudinal groove wall (17) of said longitudinal groove (8) over a distance of at least 15 mm, preferably over a distance of at least 15 mm 20 mm, beyond the outer longitudinal groove wall (16) of said longitudinal groove (8).

System according to one of claims 1 to 14, characterized in that said longitudinal (8) and end grooves (10) and said longitudinal (9) and end teeth (11) are cut from said flat, solid plate (2).

System according to one of claims 1 to 15, characterized in that said plates are screwed against said wall by means of said screws (18).