BE1023645B1 - Connector voor het maken van een elektrische verbinding en gebruik daarvan. - Google Patents

Connector voor het maken van een elektrische verbinding en gebruik daarvan. Download PDF

Info

Publication number
BE1023645B1
BE1023645B1 BE2015/5763A BE201505763A BE1023645B1 BE 1023645 B1 BE1023645 B1 BE 1023645B1 BE 2015/5763 A BE2015/5763 A BE 2015/5763A BE 201505763 A BE201505763 A BE 201505763A BE 1023645 B1 BE1023645 B1 BE 1023645B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
component
connector
inlet section
electrical wires
connector according
Prior art date
Application number
BE2015/5763A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1023645A1 (nl
Inventor
Tim VANNIEUWENHUYSE
Original Assignee
Waak-Bw Vzw
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Waak-Bw Vzw filed Critical Waak-Bw Vzw
Priority to BE2015/5763A priority Critical patent/BE1023645B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1023645B1 publication Critical patent/BE1023645B1/nl
Publication of BE1023645A1 publication Critical patent/BE1023645A1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/46Bases; Cases
    • H01R13/52Dustproof, splashproof, drip-proof, waterproof, or flameproof cases
    • H01R13/5205Sealing means between cable and housing, e.g. grommet
    • H01R13/5208Sealing means between cable and housing, e.g. grommet having at least two cable receiving openings
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/46Bases; Cases
    • H01R13/50Bases; Cases formed as an integral body
    • H01R13/501Bases; Cases formed as an integral body comprising an integral hinge or a frangible part
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/46Bases; Cases
    • H01R13/502Bases; Cases composed of different pieces
    • H01R13/504Bases; Cases composed of different pieces different pieces being moulded, cemented, welded, e.g. ultrasonic, or swaged together
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/58Means for relieving strain on wire connection, e.g. cord grip, for avoiding loosening of connections between wires and terminals within a coupling device terminating a cable
    • H01R13/5845Means for relieving strain on wire connection, e.g. cord grip, for avoiding loosening of connections between wires and terminals within a coupling device terminating a cable the strain relief being achieved by molding parts around cable and connections

Landscapes

  • Connector Housings Or Holding Contact Members (AREA)

Abstract

Connector (1) voor een elektrische verbinding, daardoor gekenmerkt dat de connector (1) een eerste component (2) en een tweede component (3) omvat, waarbij de eerst component (2) een inlaatsectie (7) voor één of meer elektriciteitsdraden (20) heeft, waarbij de inlaatsectie (7) openklapbaar is uitgevoerd en een open stand en een gesloten stand heeft, waarbij de tweede component (3) ingericht is om de inlaatsectie (7) van de eerste component (2) te blokkeren in de gesloten stand.

Description

Connector voor het maken van een elektrische verbinding en gebruik daarvan.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een connector voor het maken van een elektrische verbinding en het gebruik daarvan.
Meer speciaal betreft de uitvinding een connector die waterdicht dient te zijn, althans een zeker mate van waterdichtheid moet hebben.
Hierbij is het punt waarop de elektriciteitsdraden de connector ingaan vanzelfsprekend een kritisch punt, omdat daar openingen zijn waarlangs water tot in de connector aanwezige elektrische contacten zou kunnen komen.
Om connectoren op waterdichte wijze te kunnen verbinden aan elektriciteitsdraden zijn er twee hoofdgroepen van connectoren bekend.
De eerste hoofdgroep betreft connectoren met elastische dichtingen die opgespannen rond de elektriciteitsdraden dienen te worden aangebracht.
Dergelijke connectoren zijn moeilijk aan elektriciteitsdraden te verbinden, omdat ofwel de dichtingen eerst moeten worden opengerekt alvorens de elektriciteitsdraden er doorheen geleid kunnen worden, ofwel de elektriciteitsdraden door een gat in de dichting gestoken moeten worden, waarbij het gat kleiner is dan de elektriciteitsdraden,
Dat is dus relatief veel werk, en er is een redelijk grote kans op fouten. Ook hebben dergelijke connectoren een groot aantal componenten en zijn dus intrinsiek relatief duur.
Tevens is het moeilijk om op deze manier een goede trekbestendigheid van de verbinding tussen de connector en de elektriciteitsdraden te verkrijgen.
De tweede groep betreft connectoren waarin één of meer holtes voor contacten en elektriciteitsdraden voorzien, waarbij de elektriciteitsdraden langs een inlaat in die holtes geschoven worden. Hierbij kunnen de contacten reeds in de connector zijn aangebracht, zodat alleen de elektriciteitsdraden worden ingebracht, of kunnen de contacten samen met de elektriciteitsdraden worden ingebracht.
Vervolgens wordt dan de inlaat voor de elektriciteitsdraden, na het inbrengen van de elektriciteitsdraden, afgedicht met een hoeveelheid thermoplastische kunststof, normaal gesproken door middel van spuitgieten. Deze thermoplastische kunststof wordt dan tegelijkertijd aan de buitenzijde gevormd in de gewenste vorm.
Dit heeft echter als nadeel dat het spuitgieten in twee stappen dient te gebeuren, met een tussenliggende koelstap, te weten een eerste lage druk stap, die kleine openingen rond de elektriciteitsdraden intern in de connector afdicht, en een tweede hoge druk stap om de uiteindelijke gewenste vorm van de hoeveelheid thermoplastische kunststof en een goede aansluiting daarvan op de connector te verkrijgen.
Indien alleen de hoge druk stap wordt uitgevoerd, is het risico groot dat de gesmolten kunststof langs de elektriciteitsdraden tot aan de contacten vloeit en deze ook bedekt met een laag kunststof, zodat deze niet langer geschikt zijn voor het maken van elektrische verbindingen.
Een dergelijke tweestapswerkwijze is daarom economisch niet bijzonder aantrekkelijk.
Meer algemeen kan het probleem van de traditionele connectoren gezien worden als een tegenstelling tussen de noodzaak, voldoende ruimte te hebben om op gemakkelijke wijze de elektriciteitsdraden te kunnen inbrengen in de connector en de noodzaak tot het vermijden van openingen waarlangs kunststof tijdens het spuitgieten tot aan de contacten kan vloeien.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een connector voor het maken van een elektrische verbinding, waarbij de connector een eerste component en een tweede component omvat, waarbij de eerste component een inlaatsectie voor één of meer elektriciteitsdraden heeft, waarbij de inlaatsectie openklapbaar is uitgevoerd en een open stand en een gesloten stand heeft, waarbij de tweede component .ingericht is om de inlaatsectie van de eerste component te blokkeren in de gesloten stand.
De elektriciteitsdraden kunnen hierbij éénpolig zijn of gecombineerd zijn tot een meerpolige kabel.
Hierbij is de inlaatsectie via holtes verbonden met de plaatsen in een connectorlichaam dat deel uitmaakt van de eerste component, waarbij deze plaatsen voorzien zijn voor contacten waarmee de één of meer elektriciteitsdraden contact dienen te maken, zodat één of meer elektriciteitsdraden vanaf de inlaatsectie doorheen deze interne holtes tot aan de voorziene positie geschoven kunnen worden. Hierbij kunnen de contacten reeds in de connector zijn aangebracht, zodat alleen de elektriciteitsdraden worden ingeschoven, of kunnen de contacten samen met de elektriciteitsdraden worden ingebracht.
Een dergelijke connector heeft als voordeel dat de inlaatsectie in de open stand een gemakkelijke inbreng van de elektriciteitsdraden toelaat en zodanig uitgevoerd kan worden dat in gesloten toestand een veel beter passende aansluiting met de elektriciteitsdraden wordt verkregen, zodat ongewenste vloei van kunststof via de ruimte tussen de draden en de connector vermeden kan worden, waardoor een lage druk spuitgietstap niet nodig is, maar alleen een hoge druk stap.
Verder vormt de inlaatsectie dan een grote weerstand tegen ongewenste bewegingen van de elektriciteitsdraden, zodat de trekweerstand van de verbinding hoog is,
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inlaatsectie openklapbaar doordat de inlaatsectie twee complementaire delen omvat, waarbij de complementaire delen ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn tussen de genoemde open stand en de genoemde gesloten stand, waarbij in de open stand minimaal één van beide complementaire delen, voor elk van de één of meer elektriciteitsdraden, voorzien is van één of meer open uitsparingen, waarbij in de gesloten stand de twee complementaire delen één of meer doorgangen vormen voor elk van de één of meer elektriciteitsdraden, waarbij de genoemde doorgangen de één of meer elektriciteitsdraden omringen, waarbij deze één of meer omringende doorgangen elk minimaal gedeeltelijk gevormd worden door een genoemde uitsparing.
Hierdoor kunnen de elektriciteitsdraden in de open stand gemakkelijk in de open uitsparingen geplaatst worden, waar bij sluiten van de inlaatsectie deze open uitsparingen deel gaan uitmaken van doorgangen die de elektriciteitsdraden omringen en die door de twee complementaire delen gezamenlijk gevormd worden.
Verder wordt door de doorgangen de vloei van kunststof tijdens hoge druk spuitgieten gehinderd, zodat deze kunststof niet tot bij de contacten kan raken, maar beperkt blijft tot de inlaatsectie.
Deze doorgangen zijn bij voorkeur ontworpen om aansluitend rond de elektriciteitsdraden of zelfs klemmend tegen de elektriciteitsdraden te zijn.
Dit wordt verkregen door de afmetingen en het aantal van de uitsparingen nauwkeurig te ontwerpen voor een, extern aan de uitvinding, gegeven aantal, grootte en vorm van de elektriciteitsdraden.
Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat het kenmerk dat de complementaire delen ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, betekent dat minimaal één van beide beweegbaar is ten opzichte van de rest van de eerste component.
In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn beide complementaire delen beweegbaar ten opzichte van de rest van de eerste component, zodat in de open stand zo weinig mogelijk hinder wordt ondervonden van deze complementaire delen tijdens het inbrengen van de elektriciteitsdraden.
In nog een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is elk van de complementaire delen die voorzien zijn van een genoemde uitsparing, voorzien van minimaal twee dergelijke uitsparingen voor iedere genoemde elektriciteitsdraad, waarbij deze minimaal twee uitsparingen elk zijn aangebracht in een afzonderlijke wand, zodat de betreffende complementaire delen elk voorzien zijn van minimaal twee hoofdzakelijk parallelle wanden, waarbij deze wanden op een afstand van elkaar staan, gezien vanuit de aanbrengrichting van de elektriciteitsdraden waarvoor de connector ontworpen is .
Hierdoor worden twee of meer achter elkaar gelegen afzonderlijke stromingsweerstanden voor kunststof tijdens het spuitgieten gecreëerd en een tussen de wanden liggende vrije ruimte, waarbij, in geval er een kleine stroming van kunststof zou zijn doorheen een genoemde doorgang en rond een elektriciteitsdraad, de vrije ruimte werkt als opvangreservoir voor die kunststof en daardoor verhindert, in ieder geval voor een bepaalde tijd, dat gesmolten kunststof doorheen de volgende doorgang kan stromen.
De genoemde minimaal twee uitsparingen voor iedere genoemde elektriciteitsdraad zijn bij voorkeur in lijn met elkaar aangebracht, gezien in de aanbrengrichting van de elektriciteitsdraden waarvoor de connector ontworpen is.
In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de inlaatsectie een inlaatsectie voor twee of meer elektriciteitsdraden, waarbij de uitsparingen voor de verschillende elektriciteitsdraden afzonderlijke uitsparingen zijn die naast elkaar, gezien vanuit de aanbrengrichting van de elektriciteitsdraden waarvoor de connector ontworpen is, zijn aangebracht.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de connector aan één of meer elektriciteitsdraden gemonteerd doordat één of meer elektriciteitsdraden, al dan niet elk voorzien van een contact, in de connector geschoven zijn, waarbij de tweede component is aangebracht in een positie waarin deze tweede component de inlaatsectie van de eerste component blokkeert in de gesloten stand, waarbij een eerste hoeveelheid thermoplastische kunststof is aangebracht over minimaal een gedeelte van de inlaatsectie, waarbij deze eerste hoeveelheid thermoplastische kunststof zich ononderbroken uitstrekt van de tweede component tot aan de elektriciteitsdraad om de inlaatsectie af te sluiten van de omgeving, waarbij de tweede component ingericht is om de inlaatsectie te blokkeren in de gesloten stand doordat de tweede component een huls omvat die passend rond de inlaatsectie in de gesloten stand geschoven kan worden, waarbij de huls twee uiteinden heeft, waarbij de eerste hoeveelheid thermoplastische kunststof is aangebracht over een eerste uiteinde van de huls, waarbij een tweede hoeveelheid thermoplastische kunststof is aangebracht over het tweede uiteinde van de huls, waarbij de tweede hoeveelheid thermoplastische kunststof zich ononderbroken uitstrekt van de eerste component tot het tweede uiteinde van de huls om de overgang tussen van het tweede uiteinde van de huls en de eerste component af te sluiten van de omgeving.
Hierdoor wordt, door de eerste hoeveelheid thermoplastische kunststof, de overgang tussen inlaatsectie en de elektriciteitsdraden afgedicht, zodat er geen water aan de contacten kan komen.
Ook wordt door de tweede hoeveelheid thermoplastische kunststof de mogelijkheid voorkomen dat water via een onvermijdelijke spleet tussen de complementaire delen van de inlaatsectie tot aan de contacten zou kunnen komen. Tevens werkt deze tweede hoeveelheid thermoplastische kunststof als dichting tussen de connector en een complementaire connector waarmee de connector volgens de uitvinding gekoppeld dient te worden.
In een verdere voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de huls voorzien van een interne, vervormbare, kraag, waarbij de eerste component voorzien is van een tapse sectie, waarbij in een positie waarin de tweede component de inlaatsectie van de eerste component blokkeert in de gesloten stand, de interne kraag rust tegen de tapse sectie.
Door de vervormbaarheid van de kraag kan een betere passing van de tweede component tegen de tapse sectie verkregen worden dan bij een niet vervormbaar contactoppervlak, omdat dankzij de vervormbaarheid de vervaard!gingstoleranties gecompenseerd kunnen worden. Hierdoor wordt de kans dat kunststof tijdens het spuitgieten ongewenst via de spleet tussen de beide complementaire delen naar de contacten loopt, gereduceerd.
De uitvinding betreft verder het gebruik van een connector volgens de uitvinding voor het verbinden van een signaaloverdrachtskabel die twee of meer individuele elektriciteitsdraden heeft met een waterpomp.
Een signaaloverdrachtskabel is een kabel waarlangs een signaal betreffende een gewenste of daadwerkelijke werkingstoestand van de waterpomp wordt overgebracht naar een controle-eenheid.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een connector volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in perspectief een component van een connector volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 de component van figuur 1 weergeeft in een ander aanzicht; figuur 3 de component van figuren 1 en 2 weergeeft in en doorsnede volgends III-III; figuur 4 schematisch en in perspectief een andere component van een connector volgens de uitvinding weergeeft; figuur 5 de component van figuur 4 weergeeft in een ander aanzicht; figuur 6 de component van figuren 4 en 5 weergeeft in en doorsnede volgens VI-VI; figuur 7 een stap in het gebruik van een connector volgens de uitvinding weergeeft; en figuren 8 en 9 volgende stappen in het gebruik van de connector van figuur 7 weergeeft.
De in de figuren als voorbeeld weergegeven connector 1 is een connector voor een signaaloverdrachtskabel voor een waterpomp.
De connector 1 van dit voorbeeld is ontworpen om gebruikt te worden met een driepolige elektriciteitskabel waarvan de individuele elektriciteitsdraden elk een ronde individuele isolatielaag hebben met een gegeven diameter, waarbij de elektriciteitskabel tevens een gezamenlijke isolatielaag voor de drie elektriciteitsdraden heeft.
Deze connector 1 bestaat hoofdzakelijk uit een eerste component 2, die wordt weergegeven in figuren 1 tot 3, en een tweede component 3, die wordt weergegeven in figuren 4 tot 6.
De eerste en tweede component 2, 3 zijn vervaardigd uit een relatief harde kunststof zoals PA of PBT.
De eerste component 2 heeft een connectorlichaam 4, waarin ruimtes 5 voor contacten zijn voorzien. Deze ruimtes 5 en de te gebruiken contacten zijn vanzelfsprekend aan elkaar aangepast.
Deze ruimtes 5 staan via holtes 6 in verbinding met een inlaatsectie 7 voor de elektriciteitsdraden.
Het connectorlichaam 4 is voorzien van een conische sectie 8.
De inlaatsectie 7 bestaat hoofdzakelijk uit twee complementaire delen 9 die elk via een filmscharnier 10 zijn verbonden aan het connectorlichaam 4, en daardoor elk beweegbaar zijn tussen een gezamenlijke open stand, zoals weergegeven in figuren 1 tot 3, en een gezamenlijke gesloten stand zoals weergegeven in figuur 7.
In elk van de complementaire delen 9 van de inlaatsectie 7 zijn drie parallelle wanden 11 aangebracht op een afstand van elkaar, zodat er tussenruimtes 12 tussen de wanden 11 zijn,
In elk van de drie wanden 11 zijn drie open uitsparingen 13 aangebracht, die hoofdzakelijke halfcirkelvormig zijn met een diameter die overeenkomt met de diameter van de elektriciteitsdraden.
Aan de buitenzijde zijn op elk van de complementaire delen 9 vier parallelle opstaande randen 14 aangebracht.
De tweede component 3 bestaat hoofdzakelijk uit een huls 15 met daarop een haakvormig koppelorgaan 16. De huls 15 heeft twee uiteinden, te weten een eerste uiteinde 17 en een kleiner tweede uiteinde 18. Nabij het tweede uiteinde 18 is een interne, volledig rondlopende, kraag 19 aangebracht. Deze kraag 19 is relatief dun uitgevoerd, zodat de kraag 19 buigzaam is en dus vervormd kan worden.
De huls 15 is zodanig uitgevoerd dat deze passend omheen de inlaatsectie 7 in gesloten toestand geschoven kan worden, waarbij het eerste uiteinde 17 vanaf het van de inlaatsectie 7 afgekeerde uiteinde van de eerste component 2 over de eerste component 2 geschoven kan worden.
Het gebruik van de connector 1 is simpel en als volgt. Het gebruik wordt beschreven aan de hand van figuren 7 tot 9.
De voorbereidende stappen zijn gelijk aan het gebruik van traditionele connectoren: eerst worden de individuele elektriciteitsdraden 20 van de elektriciteitskabel 21 vrijgelegd van elkaar door een deel van de gezamenlijke isolatielaag te verwijderen, vervolgens wordt een deel van de individuele isolatielaag van de elektriciteitsdraden 20 verwijderd, en worden contacten op de elektriciteitsdraden 20 geplaatst.
Vervolgens wordt de inlaatsectie 7 van de eerste component 2 geopend, en worden de elektriciteitsdraden 20 via de holtes 6 in de eerste component 2 geschoven, totdat de contacten zich bevinden in de daarvoor voorziene ruimtes 5, die voorzien zijn van middelen om de contacten te blokkeren.
Vervolgens worden de elektriciteitsdraden 20 naast elkaar in de uitsparingen 13 in één van de complementaire delen 9 geplaatst, op een zodanige manier dat ieder van de elektriciteitsdraden 20 door een uitsparing 13 in ieder van de drie wanden 11 loopt en dat de drie elektriciteitsdraden 20 naast elkaar liggen en elkaar niet kruisen. Dit gebeurt door het betreffende complementaire deel 9 van de inlaatsectie 7 in een stand te plaatsen die, minimaal bij benadering, overeenkomt met de gesloten stand van de inlaatsectie 7,
Vervolgens wordt het tweede complementaire deel 9 op het eerste complementaire deel 9 geplaatst, zodat de inlaatsectie 7 in de gesloten stand wordt geplaatst. Dit wordt weergegeven in figuren 7 en 8.
De wanden 11 in de twee complementaire delen 9 van de inlaatsectie 7 vormen nu drie parallelle, gesloten wanden 11, met door de uitsparingen 13 gevormde doorgangen voor de elektriciteitsdraden 20. De elektriciteitsdraden 20 worden hierdoor lichtjes geklemd in de inlaatsectie 7.
Nu wordt de tweede component 3, vanaf de van de inlaatsectie 7 afgekeerde zijde van de eerste component 2, en met het eerste uiteinde 17 van de huls 15 eerst rondom de inlaatsectie 7 geschoven. De interne kraag 19 van de tweede component 3 komt hierbij tegen de conische sectie 8 en wordt hierdoor enigszins naar buiten geduwd.
Nabij het eerste uiteinde 17 van de huls 15 schuift de huls 15 passend en zelfs licht klemmend over de vier opstaande randen 14.
De huls 15 blokkeert in deze positie de inlaatsectie 7 in de gesloten stand.
Vervolgens wordt de connector 1 in een spuitgietmatrijs geplaatst, waarna thermoplastische kunststof, bijvoorbeeld TPE, rondom de connector 1 wordt aangebracht door middel van spuitgieten.
Dit gebeurt meer concreet in twee hoeveelheden, die beide in dezelfde spuitgietstap worden aangebracht.
Dit betreft een eerste hoeveelheid 24 thermoplastische kunststof, die wordt aangebracht op een gedeelte dat zich uitstrekt vanaf het eerste uiteinde 17 van de huls 15 tot aan de gezamenlijke isolatielaag van de elektriciteitskabel 21, en die daardoor ook de overgang tussen de elektriciteitsdraden 20 en de inlaatsectie 7 bedekt, en een tweede hoeveelheid 25 thermoplastische kunststof, die de overgang tussen het tweede uiteinde 18 van de huls 15 en het connectorlichaam 4 afdekt.
Bij het aanbrengen van de thermoplastische kunststof verhinderen aan de huls 15 aansluitende opstaande randen 14 nabij het eerste uiteinde 17 en de op de conische sectie 8 aansluitende interne kraag 19 nabij het tweede uiteinde 18, dat kunststof via de huls 15 en de spleet tussen beide complementaire delen 9 van de .inlaatsectie 7 tot bij de contacten zou kunnen komen.
Verder verhinderen de wanden 11 in de inlaatsectie 7, die nauw aansluiten op de elektriciteitsdraden 20, en hun tussenruimtes 12, dat langs de elektriciteitsdraden 20 kunststof zou kunnen vloeien tot aan de contacten.
De connector 1 is nu klaar, zoals weergegeven in figuur 8.
De connector 1 kan in een complementaire connector geschoven worden. Hierbij kan de complementaire connector voorzien zijn van een koppelorgaan dat complementair is aan het koppelorgaan 16 van de connector 1 volgens de uitvinding, zodat de koppeling van beide connectoren mechanisch steviger wordt.
Hoewel bovenstaand een connector voor drie elektriciteitsdraden is weergegeven, kunnen dergelijke connectoren vanzelfsprekend voor eender welk aantal elektriciteitsdraden, van eender welke diameter, worden ontworpen,
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een connector volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (18)

Conclusies .
1. - Connector (1) voor een elektrische verbinding, daardoor gekenmerkt dat de connector (1) een eerste component (2) en een tweede component {3) omvat, waarbij de eerste component (2) een inlaatsectie (7) voor één of meer elektriciteitsdraden (20) heeft, waarbij de inlaatsectie (7) openklapbaar .is uitgevoerd en een open stand en een gesloten stand heeft, waarbij de tweede component (3) ingericht is om de inlaatsectie (7) van de eerste component (2) te blokkeren in de gesloten stand.
2. - Connector volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de iniaatsectie (7) openklapbaar is doordat de inlaatsectie (7) twee complementaire delen (9) omvat, waarbij de complementaire delen (9) ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn tussen de genoemde open stand en de genoemde gesloten stand, waarbij in de open stand minimaal één van beide complementaire delen (9) voorzien is van één of meer uitsparingen (13) voor elk van de één of meer elektriciteitsdraden (20), waarbij in de gesloten stand de twee complementaire delen (9) één of meer doorgangen vormen voor elk van de één of meer elektriciteitsdraden (20), waarbij deze één of meer doorgangen elk minimaal gedeeltelijk gevormd worden door een genoemde uitsparing (13) .
3. - Connector volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat beide complementaire delen (9) beweegbaar zijn ten opzichte van de rest van de eerste component (2).
4. - Connector volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat beide complementaire delen (9) elk beweegbaar verbonden zijn aan de rest van de eerste component (2) door middel van een filmscharnier (10).
5. - Connector volgens één van de conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat beide complementaire delen (9) voorzien zijn van één of meer genoemde uitsparingen (13) , waarbij de één of meer doorgangen elk gevormd worden door twee van de genoemde uitsparingen (13), te weten één genoemde uitsparing (13) in elk van de complementaire delen (9) .
6. - Connector volgens één van de conclusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de één of meer elektriciteitsdraden (20) een gegeven vorm en grootte hebben, waarbij de één of meer uitsparingen (13) zodanig van vorm zijn dat in de gesloten stand de één of meer doorgangen de één of meer elektriciteitsdraden (20) aansluitend omringen en bij voorkeur klemmend omringen,
7. - Connector volgens één van de conclusies 2 tot 6, daardoor gekenmerkt dat elk van de complementaire delen (9) die voorzien zijn van een genoemde uitsparing (13), voorzien is van minimaal twee dergelijke uitsparingen (13) voor iedere genoemde elektriciteitsdraad (20), waarbij deze minimaal twee uitsparingen (13) elk zijn aangebracht in een afzonderlijke wand (11), zodat de betreffende complementaire delen (9) elk voorzien zijn van minimaal twee wanden (11), waarbij deze wanden (11) op een afstand van elkaar staan.
8. - Connector volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de genoemde minimaal twee uitsparingen (13) voor iedere genoemde elektriciteitsdraad (20) in lijn met elkaar zijn aangebracht.
9. “ Connector volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat elk van de complementaire delen (9) die voorzien zijn van een genoemde uitsparing (13), voorzien is van drie of meer dergelijke uitsparingen (13) voor iedere genoemde elektriciteitsdraad (20).
10. “ Connector volgens één van de conclusies 2 tot 9, daardoor gekenmerkt dat in de gesloten stand de inlaatsectie (7) voorzien is van minimaal twee genoemde doorgangen voor iedere genoemde elektriciteitsdraad (20), waarbij deze minimaal twee doorgangen elk zijn aangebracht in een afzonderlijke wand (11), zodat de inlaatsectie voorzien is van minimaal twee wanden (11), waarbij deze wanden (11) op een afstand van elkaar staan.
11. - Connector volgens één van de conclusies 2 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de inlaatsectie een inlaatsectie (7) is voor twee of meer elektriciteitsdraden (20), waarbij de uitsparingen (13) voor de verschillende elektriciteitsdraden (20) afzonderlijke uitsparingen (13) zijn die naast elkaar zijn aangebracht.
12. - Connector volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat deze aan één of meer elektriciteitsdraden (20) is gemonteerd doordat de één of meer elektriciteitsdraden (20), al dan niet elk voorzien van een contact, in de eerste component (2) geschoven zijn, waarbij de tweede component (3) is aangebracht in een positie waarin deze tweede component (3) de inlaatsectie (7) van de eerste component (2) blokkeert in de gesloten stand, waarbij een eerste hoeveelheid (24) thermoplastische kunststof is aangebracht over minimaal een gedeelte van de inlaatsectie (7), waarbij deze eerste hoeveelheid (24) thermoplastische kunststof zich ononderbroken uitstrekt van de tweede component (3) tot aan de één of meer elektriciteitsdraden (20) om de inlaatsectie (7) af te sluiten van de omgeving.
13. - Connector volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tweede component (3) ingericht is om de inlaatsectie (7) te blokkeren in de gesloten stand doordat de tweede component (3) een huls (15) omvat die passend rond de inlaatsectie (7) in de gesloten stand geschoven kan worden.
14. - Connector volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de huls (15) voorzien is van een interne, vervormbare kraag (19), waarbij de eerste component (2) voorzien is van een conische sectie (8), waarbij in een positie waar de tweede component (3) de inlaatsectie (7) van de eerste component (2) blokkeert in de gesloten stand, de interne kraag (19) rust tegen de conische sectie (8).
15. " Connector volgens conclusie 12 en conclusie 13 of 14, daardoor gekenmerkt dat de huls (15) twee uiteinden (17, 18) heeft, waarbij de eerste hoeveelheid (24) thermoplastische kunststof is aangebracht over een eerste uiteinde (17) van de huls (15), waarbij een tweede hoeveelheid (25) thermoplastische kunststof is aangebracht over het tweede uiteinde (18) van de huls (15), waarbij de tweede hoeveelheid (25) thermoplastische kunststof zich ononderbroken uitstrekt van de eerste component (2) tot het tweede uiteinde (18) van de huls (15) om de overgang tussen het tweede uiteinde (18) van de huls (15) en de eerste component (2) af te sluiten van de omgeving.
16. " Connector volgens één van de conclusies 12 tot 15, daardoor gekenmerkt dat deze is gemonteerd aan twee of meer eenpolige elektriciteitsdraden (20), waarbij de twee of meer elektriciteitsdraden (20) deel uitmaken van een elektriciteitskabel (21) met een gezamenlijke isolatielaag waarvan over een aan de connector (1) aansluitend deel de gezamenlijke isolatielaag verwijderd is en de elektriciteitsdraden (20) vrij van elkaar zijn geplaatst, waarbij de eerste hoeveelheid (24) thermoplastische kunststof zich ononderbroken uitstrekt van de tweede component (3) tot aan de elektriciteitskabel (21) om de inlaatsectie (7) af te sluiten van de omgeving.
17. - Connector volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de tweede component (3) is voorzien van een mechanisch koppelorgaan (16) om de connector (1) mechanisch te kunnen koppelen aan een complementair mechanisch koppelorgaan van een aan de connector complementaire connector.
18.- Gebruik van een connector (1) volgens één van de voorgaande conclusies voor het verbinden van een signaaloverdrachtskabel (21) die twee of meer individuele elektriciteitsdraden (20) heeft met een waterpomp.
BE2015/5763A 2015-11-24 2015-11-24 Connector voor het maken van een elektrische verbinding en gebruik daarvan. BE1023645B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5763A BE1023645B1 (nl) 2015-11-24 2015-11-24 Connector voor het maken van een elektrische verbinding en gebruik daarvan.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5763A BE1023645B1 (nl) 2015-11-24 2015-11-24 Connector voor het maken van een elektrische verbinding en gebruik daarvan.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1023645B1 true BE1023645B1 (nl) 2017-06-01
BE1023645A1 BE1023645A1 (nl) 2017-06-01

Family

ID=55352952

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5763A BE1023645B1 (nl) 2015-11-24 2015-11-24 Connector voor het maken van een elektrische verbinding en gebruik daarvan.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1023645B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4067634A (en) * 1975-09-02 1978-01-10 Harvey Hubbell, Incorporated Dead-front electrical housing
DE20218891U1 (de) * 2002-12-05 2004-04-15 Ghw Grote & Hartmann Gmbh Elektrischer Steckverbinder
WO2007131539A1 (en) * 2006-05-12 2007-11-22 Fci Electrical connector
EP2555337A1 (en) * 2010-03-31 2013-02-06 Fujikura, Ltd. Waterproof connector

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4067634A (en) * 1975-09-02 1978-01-10 Harvey Hubbell, Incorporated Dead-front electrical housing
DE20218891U1 (de) * 2002-12-05 2004-04-15 Ghw Grote & Hartmann Gmbh Elektrischer Steckverbinder
WO2007131539A1 (en) * 2006-05-12 2007-11-22 Fci Electrical connector
EP2555337A1 (en) * 2010-03-31 2013-02-06 Fujikura, Ltd. Waterproof connector

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023645A1 (nl) 2017-06-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20160240957A1 (en) Sealed electrical cable connector
SE439387B (sv) Anslutningsdon for optiska fibrer
FI67766B (fi) Kopplingskonstruktion foer elektrisk stickdosa med dubbel stickpropp
US20160118725A1 (en) Plug connector and mating connector
EP3198250B1 (de) Steckergehäuse für eine sensorvorrichtung und steckermodul
CN115768000A (zh) 密封壳体元件以及密封壳体和制造方法
BE1023645B1 (nl) Connector voor het maken van een elektrische verbinding en gebruik daarvan.
RU2014135271A (ru) Электрический соединительный элемент
US20160072209A1 (en) Waterproof sockets and ports
WO2016135303A1 (en) Electrical plug connector with cable clamping device
CN110021841A (zh) 具有一体式端子位置保证机构的连接器
UA85553C2 (ru) Упаковка со скользящей крышкой (варианты)
US9537226B2 (en) RJ45 connector with guide device for conductors
EP3134715A1 (de) Verbindungseinrichtung, verfahren zum herstellen einer verbindungseinrichtung, messeinrichtung und verfahren zum herstellen einer messeinrichtung
HRP20120946T1 (hr) Uređaj za spajanje servomotora s barem jednim električnim kabelom
CN103732987A (zh) 具有密封元件的电气设备、用于电气设备的密封元件以及用于密封壳体的方法
ATE425566T1 (de) Abgedichteter verbinder mit sequenzieller schliessung
JP2018528802A5 (nl)
US20160156121A1 (en) Cover and connection structure of housing and cover
JP2007311351A (ja) 2つのハーフシェルから形成されたゲルシールを備えたコネクタ部材
FR2703838A1 (fr) Vitrage muni d'un élément de connexion.
MX2015008604A (es) Sistema de cierre flexible y sin contaminacion para uso en contenedores al menos parcialmente flexibles.
CN105392414A (zh) 用于内窥镜插头的密封组件
DK2804266T3 (en) Plug connector and stikforbindelsesstykkehus.
FR3037208A1 (fr) Procede de fabrication d'une unite de microphone et unite de microphone

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20170601

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20171130