BE1023577B1 - Ergonomische matrasdrager - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een matrasdrager (1), omvattende een bodemstructuur (2) waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, waarbij de bodemstructuur (2) een opening (3, 11) omvat en waarbij de genoemde matrasdrager (1) een doorheen de opening (3, 11) beweegbaar paneel (4, 5) omvat waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, waarbij het genoemde paneel (4, 5) beweegbaar is tussen een toppositie, waarin het genoemde paneel (4, 5) zich uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemstructuur (2), en een onderste positie, waarin het genoemde paneel (4, 5) zich uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemstructuur (2).

Description

ERGONOMISCHE MATRASDRAGER

Deze uitvinding betreft enerzijds een matrasdrager, omvattende een bodemstructuur waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn. Anderzijds betreft deze uitvinding een module geschikt om bevestigd te worden tegen een bodemstructuur, bodemplaat of bodemplaatdeel, die voorzien is voor het instellen van de hardheid van de bovenliggende structuur.

Verder betreft deze uitvinding een bedsamenstel omvattende een matras en een matrasdrager voorzien van een bodemstructuur waartegen veren rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigd zijn.

Deze uitvinding betreft in het bijzonder een boxspring matrasdrager en een module die specifiek geschikt is om ingebouwd te worden in een boxspring bedsamenstel.

Een boxspring bedsamenstel is algemeen bekend. Het is standaard opgebouwd uit een frame voorzien van een matrasdrager waarop (spiraal)veren of pocketveren zijn bevestigd. Op deze matrasdrager wordt de eigenlijke matras gelegd waarop de gebruiker zal rusten. De matrasdrager dient ter ondersteuning van de matras en zorgt voor een verhoogd comfort.

Voor een goede slaapkwaliteit is één van de basisvereisten een juiste hardheid van de matras, deze mag niet te hard, maar ook niet te zacht zijn. De hardheid is de combinatie van de hardheid van de matras en de hardheid van de matrasdrager. Deze uitvinding heeft betrekking op het instellen van de hardheid en/of de mate van ondersteuning van de matrasdrager.

Echter, omdat verschillende personen vaak een verschillende hardheid wensen en ook omdat de verschillende lichaamsdelen, zoals bijv. het hoofd, schouders, heupen, .. een verschillende ondersteuning vereisen, zijn er reeds matrasdragers bekend die toelaten de hardheid in bepaalde zones te gaan instellen. Zo beschrijft de

Amerikaanse octrooipublicatie US 3,340,548 een boxspring matrasdrager waarbij de veren in een bepaalde zone, voorzien worden op steunplaten die zich op een verschillende hoogte situeren. De hoogte van de steunplaten is instelbaar via roteerbare elementen die voorzien zijn onder de steunplaten.

Een andere oplossing om de hardheid te gaan regelen in verschillende zones wordt beschreven in de Europese octrooipublicatie EP 2 762 042. Deze publicatie beschrijft een bedsamenstel met een draagstructuur aangebracht onder een pocketveren matras. De draagstructuur omvat een flexibel langwerpig element dat is aangebracht tussen twee vasthoudelementen die zich aan weerszijden van een variabel gebied bevinden. Verder is er een terugtrekinrichting voorzien die het flexibel element onder spanning kan brengen. De hardheid kan geregeld worden door het flexibel element meer of minder onder spanning te brengen.

De bekende oplossingen zijn echter complex, duur en omslachtig om aan te brengen. Deze uitvinding heeft daartoe tot doel een matrasdrager te verschaffen die toelaat het verend vermogen en/of mate van ondersteuning ervan in één of meerdere specifieke zones op een eenvoudige manier in te stellen zodat de wervelkolom van een gebruiker in eender welke situatie mooi recht komt te liggen. De matrasdrager dient bovendien ook geen complex systeem te zijn zodat deze makkelijk kan worden vervaardigd.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een matrasdrager, omvattende een bodemstructuur waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, waarbij de bodemstructuur een opening omvat en de genoemde matrasdrager een doorheen de opening beweegbaar paneel omvat waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, waarbij het genoemde paneel beweegbaar is tussen een toppositie, waarin het genoemde paneel zich uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemstructuur, en een onderste positie, waarin het genoemde paneel zich uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemstructuur. Door het paneel opwaarts of neerwaarts te bewegen worden de indrukbare middelen die bevestigd zijn tegen dit paneel of er tegen aanliggen, meer of minder ingedrukt, of ondervinden ze minder ondersteuning. Op deze manier kan o.a. de spanning in de indrukbare middelen en op die manier de hardheid en/of mate van ondersteuning van de erop liggende matras ingesteld worden in de zone die begrensd wordt door het paneel.

De indrukbare middelen worden bij voorkeur gevormd uit veren of pocketveren. Vanzelfsprekend komen ook andere types van veren of andere vormen van indrukbare materialen, zoals bijv. latex, geschuimd materiaal (al dan niet voorzien van een gel laag), ... in aanmerking.

De bodemstructuur is bij voorkeur uitgevoerd als een bodemplaat. Echter, in alternatieve uitvoeringsvormen kunnen lattenbodems, staalstructuren, spiraalbodems ook toegepast worden als bodemstructuur.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de matrasdrager volgens de uitvinding omvat de bodemstructuur een tweede opening voor een doorheen deze opening beweegbaar tweede paneel waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, waarbij het genoemde tweede paneel eveneens beweegbaar is tussen een toppositie, waarin het genoemde tweede paneel zich uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemstructuur, en een onderste positie, waarin het genoemde tweede paneel zich uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemstructuur. Op deze manier wordt een matrasdrager bekomen met een eerste en tweede zone waarvan de hardheid en/of mate van ondersteuning instelbaar is. De betreffende zones bevinden zich bij voorkeur respectievelijk ter hoogte van de schouder en ter hoogte van het bekken van een gebruiker. De twee panelen kunnen onafhankelijk van elkaar bewogen worden. Vanzelfsprekend kan de matrasdrager volgens de uitvinding nog uitgebreid worden met een gelijkaardig derde beweegbaar paneel.

Volgens een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de matrasdrager overeenkomstig de uitvinding is het paneel beweegbaar volgens een richting loodrecht op het vlak van de bodemstructuur.

Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de matrasdrager de afstand tussen de onderste positie en toppositie gelegen is tussen 60 en 120 mm. De genoemde afstand is bij voorkeur 100 mm. In het bijzonder is het zo, dat wanneer het beweegbaar paneel zich uitstrekt in hetzelfde vlak als de bodemstructuur, het beweegbaar paneel zich in zijn startpositie bevindt. Vanuit deze positie kunnen de indrukbare middelen, ter hoogte van het beweegbaar paneel, in het geval deze zich in een onbelaste toestand bevinden, meer ingedrukt of minder ondersteund worden, door het betreffende paneel respectievelijk opwaarts of neerwaarts te gaan verplaatsen. Door een opwaartse beweging van het paneel worden de (onbelaste) indrukbare middelen (bijv. veren) onder spanning gebracht en worden deze harder. Door de neerwaartse beweging van het paneel worden de (onbelaste) indrukbare middelen (bijv. veren) minder ondersteund, waardoor op deze plaats als het ware een indrukking gevormd zal worden. Door nu bijvoorbeeld deze indrukking specifiek ter hoogte van het bekken te realiseren kan men ervoor zorgen dat het lichaam van een gebruiker mooi recht komt te liggen. in een alternatieve uitvoeringsvorm kan men ook reeds indrukbare middelen gaan voorzien die reeds deels onder spanning (belast) staan ter hoogte van de startpositie. In dit geval zullen de indrukbare middelen minder hard worden bij het zakken van het paneel.

De afstand die het paneel opwaarts of neerwaarts kan bewegen is bij voorkeur de helft van de afstand tussen de onderste en toppositie, waardoor het paneel over dezelfde afstand opwaarts en neerwaarts beweegbaar is. Zo kan een paneel vanuit zijn start (midden) positie 50 mm. op - en 50 mm. neerwaarts bewegen wanneer de afstand tussen de onderste en toppositie 100 mm. is. Deze afstand dient echter niet dezelfde te zijn, zo kan in een alternatieve uitvoeringsvorm het paneel over een verschillende afstand op- en neerwaarts beweegbaar zijn. Zo kan een paneel vanuit zijn startpositie 60 mm. op - en 40 mm. neerwaarts bewegen wanneer de afstand tussen de onderste en toppositie 100 mm. is.

In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de matrasdrager omvat de matrasdrager positioneermiddelen voorzien om het paneel op de onderste positie, de toppositie of een tussen de onderste - en toppositie gelegen positie te positioneren. De positioneermiddelen omvatten bij voorkeur twee op een onderstel ondersteunde schaarinrichtingen, die elk uitsteekbaar en intrekbaar zijn door middel van een aandrijfmechanisme. Om het paneel mooi horizontaal op en neer te bewegen worden de schaarinrichtingen bij voorkeur op een afstand van elkaar tegen de onderzijde van het paneel voorzien. Doordat de beide schaarinrichtingen aangedreven worden door eenzelfde aandrijfmechanisme, bij voorkeur een lineaire motor, is de stabiliteit van het paneel tijdens het op- en neer bewegen verzekerd. Andere voorkeurdragende aandrijfmechanismen zijn: stappenmotor, stappenmotor voorzien van een trapezium spindel, een aandrijfmechanisme met heen- en weer beweegbare stang of wagen, ...

Om de positioneermiddelen tegen de bodemstructuur van de matrasdrager te bevestigen omvat de bodemstructuur in een voordelige uitvoeringsvorm twee of meerdere op een afstand van elkaar geplaatste bevestigingsbeugels, elk geschikt voor het opnemen van een uiteinde van het onderstel van een schaarinrichting.

Volgens een meest bijzondere uitvoeringsvorm van de matrasdrager overeenkomstig de uitvinding is de bodemstructuur een bodemplaat opgebouwd uit meerdere bodemplaatdelen die scharnierend met elkaar verbonden zijn, waarbij één of meerdere bodemplaatdelen een opening omvat voor een beweegbaar paneel. Bij voorkeur omvat de matrasdrager verder elektrische middelen die toelaten één of meerdere bodemplaatdelen automatisch t.o.v. elkaar te laten bewegen.

Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een module geschikt om bevestigd te worden tegen een bodemstructuur, bodemplaat of bodemplaatdeel, en die voorzien is voor het instellen van de hardheid en/of mate van ondersteuning van de bovenliggende structuur, waarbij de module een beweegbaar paneel omvat waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, waarbij het genoemde paneel beweegbaar is tussen een toppositie, waarin het genoemde paneel zich, in bevestigde toestand van de module, uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemstructuur, bodemplaat of bodemplaatdeel, en een onderste positie, waarin het genoemde paneel zich, in bevestigde toestand van de module, uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemstructuur, bodemplaat of bodemplaatdeel. Een dergelijke module heeft het voordeel dat het eenvoudig gemonteerd kan worden.

Een dergelijke module heeft het voordeel dat deze ook kan ingebouwd worden op bestaande systemen, zoals bijv. een boxspring. Ze kan ook bijvoorbeeld ook ingebouwd worden in lig- en zitmeubilair.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de module positioneermiddelen voorzien om het paneel op de onderste positie, de toppositie of een tussen de onderste - en toppositie gelegen positie te positioneren. Bij voorkeur omvatten de positioneermiddelen twee op een onderstel ondersteunde schaarinrichtingen, die elk uitsteekbaar en intrekbaar zijn door middel van een aandrijfmechanisme, in het bijzonder een lineaire motor. Ook andere aandrijfmechanismen zoals o.a. hierboven aangegeven komen in aanmerking

Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de module volgens de uitvinding omvat de module bevestigingsbeugels voorzien voor het opnemen van een uiteinde van het onderstel.

Ook bij de module worden de indrukbare middelen bij voorkeur gevormd uit veren of pocketveren. Vanzelfsprekend komen ook andere types van veren of andere vormen van indrukbare materialen, zoals bijv. latex, geschuimd materiaal (al dan niet voorzien van een gellaag), ... in aanmerking.

Een verder onderwerp van deze uitvinding betreft een bedsamenstel omvattende een matras en een matrasdrager voorzien van een bodemstructuur waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigd zijn, waarbij de bodemstructuur een opening omvat en de genoemde matrasdrager een doorheen de opening beweegbaar paneel omvat waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigd zijn, waarbij het genoemde paneel beweegbaar is tussen een toppositie, waarin het genoemde paneel zich uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemstructuur, en een onderste positie, waarin het genoemde paneel zich uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemstructuur.

De matras van het bedsamenstel omvat bij voorkeur een matraskern voorzien van spiraalveren, pocketveren, schuim, latex, visco gel, natuurlijke materialen of een combinatie ervan.

In een voorkeursuitvoering van het bedsamenstel volgens de uitvinding zijn de indrukbare middelen veren of pocketveren die rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigd zijn op het beweegbaar paneel afgeschermd door een afschermlaag zodanig dat de genoemde veren niet boven het bovenvlak van de matrasdrager uitsteken wanneer het paneel zich in zijn toppositie bevindt. De afschermlaag is bij voorkeur een weinig rekbaar materiaal zoals bijvoorbeeld polyester (100%).

Het bedsamenstel volgens de uitvinding is bij voorkeur een boxspring.

In het bijzonder is de matrasdrager van het bedsamenstel volgens de uitvinding vervaardigd zoals hierboven omschreven.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een matrasdrager en module volgens de uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend een verduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij: - figuur 1: een bovenaanzicht is van een matrasdrager volgens de uitvinding met twee beweegbare panelen die zich in hun startpositie bevinden; - figuur 2: een bovenaanzicht is van een matrasdrager volgens de uitvinding omvattende twee beweegbare panelen, met het ene paneel in zijn onderste positie en het tweede paneel in zijn toppositie; - figuur 3: een onderaanzicht is van de in figuur 2 afgebeelde matrasdrager; - figuur 4: een perspectief voorstelling is van een module in ingetrokken stand volgens de uitvinding en geschikt om bevestigd te worden tegen een bodemstructuur, een bodemplaat of bodemplaatdeel; - figuur 5: een perspectief voorstelling is van de in figuur 4 afgebeelde module in uitgestoken stand; - figuur 6: een doorsnede toont van matrasdrager volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van een matrasdrager (1) volgens de uitvinding. Een dergelijke matrasdrager (1) dient ter ondersteuning van een matras waar een gebruiker zal op rusten en zorgt voor een verhoogd comfort.

De afgebeelde matrasdrager (1) omvat een bodemstructuur (2) in de vorm van een plaatvormig materiaal (bodemplaat) waartegen indrukbare middelen (niet afgebeeld) zoals bijvoorbeeld veren (spiraal of pocketveren), een geschuimd materiaal, visco-elastisch materiaal, ... rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn. De bodemplaat (2) is standaard vervaardigd uit hout en heeft een dikte gelegen tussen 5 en 35 mm. De lengte van de bodemplaat is in de praktijk gelegen tussen 175 en 245 cm.

In de zones waar men de hardheid en/of de mate van ondersteuning, van de matras wenst te regelen wordt er in de bodemplaat (2) een opening (3, 11) voorzien via bijvoorbeeld een zaagbewerking. In de afgebeelde uitvoeringsvorm worden telkens twee openingen (3 en 11) voorzien. Op deze manier wordt een regelbare hardheidzone (ondersteuningszone) gecreëerd ter hoogte van de schouders en een regelbare hardheidzone (ondersteuningszone) ter hoogte van het bekken van een gebruiker.

De aangebrachte openingen (3, 11) hebben in de praktijk een lengte gelegen tussen 25 en 60 cm., en een breedte gelegen tussen 50 en 130 cm. Doorheen de aangebrachte opening (3, 11) is telkens een paneel (4, 5) beweegbaar. Dit paneel (4, 5) zal in de praktijk gevormd worden uit het uit de bodemplaat (2) gezaagde stuk. Om haperingen te vermijden kunnen de hoeken van het uitgezaagde stuk wel afgerond worden en wordt een zone van ongeveer 1 mm. vrijgehouden tussen de omtreksranden van de opening (3, 11) en het paneel (4, 5). Tegen het paneel (4, 5) zijn ook indrukbare middelen, bijv. veren rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar.

De panelen (4, 5) zijn beweegbaar tussen een toppositie, waarin het paneel (4, 5) zich uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemplaat (2), en een onderste positie, waarin het genoemde paneel (4, 5) zich uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemplaat (2). In figuur 2 bevindt het eerste paneel (4) zich in zijn onderste positie, terwijl het tweede paneel (5) zich in zijn toppositie bevindt.

De afstand tussen de onderste positie en toppositie gelegen is tussen 60 en 120 mm. De genoemde afstand is bij voorkeur 100 mm. Wanneer een beweegbaar paneel (4, 5) zich uitstrekt in hetzelfde vlak als de bodemplaat (2), zoals voorgesteld op figuur 1, bevindt het betreffende paneel (4, 5) zich in zijn startpositie. Vanuit deze positie kunnen de indrukbare middelen die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn aangebracht op het beweegbaar paneel, afhankelijk van de toestand waarin ze zich bevinden, meer of verder ingedrukt of minder ingedrukt of minder ondersteund worden, door het betreffende paneel (4, 5) opwaarts of neerwaarts te gaan verplaatsen. De afstand die het paneel (4, 5) opwaarts of neerwaarts kan bewegen is standaard de helft van de afstand tussen de onderste en toppositie. Zo kan een paneel (4, 5) vanuit zijn middenpositie 50 mm. op - en 50 mm. neerwaarts bewegen wanneer de afstand tussen de onderste en toppositie 100 mm. is. Er zijn vanzelfsprekend ook andere uitvoeringsvormen mogelijk waarbij de afstand waarover een paneel opwaarts beweegt niet dezelfde is als de afstand waarover een paneel (4, 5) neerwaarts beweegt.

Om het paneel (4, 5) op de onderste positie, de toppositie of een tussen de onderste -en toppositie gelegen positie te positioneren, is de matrasdrager (1) voorzien van positioneermiddelen (6). Deze positioneermiddelen (6) omvatten bij voorkeur twee op een onderstel ondersteunde schaarinrichtingen (8 a en 8b), die elk uitsteekbaar en intrekbaar zijn door middel van een aandrijfmechanisme (9), zoals bijvoorbeeld een lineaire motor. In figuur 4 bevinden de beide schaarinrichtingen (8 a, 8b) zich in hun ingetrokken positie. Het aandrijfmechanisme (9) is zodanig uitgevoerd dat de schaarinrichting uitgestoken (zie figuur 5) kan worden door twee bij elkaar horende einden van de schaarbenen naar elkaar toe te trekken

Om het paneel (4, 5) mooi horizontaal op en neer te bewegen worden de schaarinrichtingen (8a, 8b), zoals getoond in figuur 3, bij voorkeur op een afstand van elkaar tegen de onderzijde van het paneel (4, 5) voorzien. Doordat de beide schaarinrichtingen (8 a, 8b) aangedreven worden door eenzelfde aandrijfmechanisme (9), bij voorkeur een lineaire motor, is de stabiliteit van het paneel (4, 5) tijdens het op- en neer bewegen verzekerd.

Per paneel (4, 5) zijn er dergelijke positioneermiddelen (6) voorzien. Hierdoor kunnen de panelen (4, 5) onafhankelijk van elkaar bewegen.

De bevestiging van de positioneermiddelen (6) tegen de bodemplaat (2) van de matrasdrager (1) gebeurt door middel van bevestigingsbeugels (10). In de afgebeelde figuren wordt gebruik gemaakt twee op een afstand van elkaar geplaatste bevestigingsbeugels (10), die elk een uiteinde van beide onderstellen (7) van een schaarinrichting (8a, 8b) zullen opnemen. Vanzelfsprekend kunnen i.p.v. twee, ook vier bevestigingsbeugels (10) gebruikt worden, waarbij dan elk uiteinde via een verschillende beugel (10) tegen de bodemplaat (2) wordt bevestigd.

Door de panelen (4, 5) nu opwaart of neerwaarts te bewegen worden de indrukbare middelen (bijv. veren) die bevestigd zijn tegen dit paneel of er tegen aanliggen, meer of minder ingedrukt (of ondersteunt). Op deze manier kan de spanning in de indrukbare middelen veren en op die manier de hardheid of mate van ondersteuning van de erop liggende matras ingesteld worden in de zone die begrensd wordt door het paneel (4, 5).

Voordeel van dergelijk matrasdrager (1) is dat deze kan aangepast worden volgens de wensen van de gebruiker, zo kan hij door het op en neer bewegen van het eerste (4) en tweede paneel (5) de hardheid ter hoogte van schouder- en bekken zone op zijn maat gaan instellen.

Het bovenbeschreven systeem kan in een afzonderlijke module (12) (zoals getoond in figuren 4 en 5) voorzien worden. Een of meerdere van dergelijke modules (12) kunnen dan bevestigd worden tegen bijvoorbeeld de onderzijde van een bodemstructuur, bodemplaat (2) of bodemplaatdeel van een boxspring of ander ligmeubel. Vanzelfsprekend dienen de noodzakelijke openingen (3, 11) voor de panelen (4, 5) en ruimte voor de positioneermiddelen aanwezig te zijn of aangebracht worden.

Een dergelijke module (12) omvat een beweegbaar paneel (4, 5) waartegen veren of andere indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn. Het paneel (4, 5) is beweegbaar tussen een toppositie, waarin het genoemde paneel (4, 5) zich uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemplaat, en een onderste positie, waarin het genoemde paneel zich uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemplaat. de positioneermiddelen zoals hierboven omschreven maken ook deel uit van de module (12).

Door gebruik te maken van dergelijke modules (12) wordt de vervaardiging van matrasdragers (1) die toelaten de hardheid of ondersteuning in bepaalde zones van de matras te regelen heel eenvoudig. Enkel de openingen (3, 11) dienen voorzien te worden en de module (12) dient op de juiste plaats bevestigd te worden.

De matrasdrager (1) volgens deze uitvinding en zoals afgebeeld op bijgevoegde figuren maakt deel uit van een bedsamenstel, bij voorkeur kan dit een boxspring samenstel zijn. Bij een dergelijk samenstel wordt er op de matrasdrager (1) een matras, en eventueel nog een topmatras, geplaatst. De betreffende matras is bij voorkeur een matras waarvan de matraskern pocketveren of spiraalveren omvat. Vanzelfsprekend komen matrassen waarvan de matraskern latex, natuurlijke materialen, koudschuim, visco-elastische materialen (bijv. gel) of combinaties van deze materialen omvat, ook in aanmerking.

Door de beweegbare panelen (4, 5) worden in de matras, zones met instelbare hardheid en/of ondersteuning gecreëerd. De grootte van de zones wordt bepaald door de grootte van de panelen (4, 5). Het veranderen van de hardheid en/of ondersteuning in de matras is heel eenvoudig en gebeurt door de panelen (4, 5) die voorzien zijn in de matrasdrager (1) vanuit hun startpositie ofwel omhoog of omlaag te bewegen om zo bijv. de hardheid in een specifieke zone ofwel te verhogen of te verlagen.

Claims (16)

1. C O N C L U S I E S

   1. Matrasdrager (1), omvattende een bodemstructuur (2) waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, met het kenmerk dat de bodemstructuur (2) een opening (3, 11) omvat en dat de genoemde matrasdrager (1) een doorheen de opening (3, 11) beweegbaar paneel (4, 5) omvat waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, waarbij het genoemde paneel (4, 5) beweegbaar is tussen een toppositie, waarin het genoemde paneel (4, 5) zich uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemstructuur (2), en een onderste positie, waarin het genoemde paneel (4, 5) zich uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemstructuur (2).
2. 2. Matrasdrager (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het paneel (4, 5) beweegbaar is volgens een richting loodrecht op het vlak van de bodemstructuur (2).
3. 3. Matrasdrager (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de afstand tussen de onderste positie en toppositie gelegen is tussen 60 en 120 mm.
4. 4. Matrasdrager (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de matrasdrager (1) positioneermiddelen (6) omvat voorzien om het paneel (4, 5) op de onderste positie, de toppositie of een tussen de onderste - en toppositie gelegen positie te positioneren.
5. 5. Matrasdrager (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de positioneermiddelen (6) twee op een onderstel (7) ondersteunde schaarinrichtingen (8a; 8b) omvatten, die elk uitsteekbaar en intrekbaar zijn door middel van een aandrijfmechanisme (9).
6. 6. Matrasdrager (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de bodemstructuur (1) twee of meerdere op een afstand van elkaar geplaatste bevestigingsbeugels (10) omvat, elk geschikt voor het opnemen van een uiteinde van het onderstel (7) van een schaarinrichting (8a; 8b).
7. 7. Matrasdrager (1) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat het aandrijfmechanisme (9) een lineaire motor omvat.
8. 8. Matrasdrager (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bodemstructuur (2) een tweede opening (11) omvat en dat de genoemde matrasdrager (1) een doorheen deze opening (11) beweegbaar tweede paneel (5) omvat waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, waarbij het genoemde tweede paneel (5) beweegbaar is tussen een toppositie, waarin het genoemde tweede paneel (5) zich uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemstructuur (2), en een onderste positie, waarin het genoemde tweede paneel (5) zich uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemstructuur (2).
9. 9. Matrasdrager (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bodemstructuur (2) een bodemplaat is.
10. 10. Matrasdrager (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de bodemplaat opgebouwd is uit meerdere bodemplaatdelen die scharnierend met elkaar verbonden zijn, waarbij één of meerdere bodemplaatdelen een opening (3, 11) omvat voor een beweegbaar paneel (4, 5).
11. 11. Matrasdrager (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de indrukbare middelen veren, pocketveren en/of geschuimd materiaal of latex of een latex gel combinatie of een schuim gel combinatie omvatten.
12. 12. Module (12) geschikt om bevestigd te worden tegen een bodemstructuur (2), bodemplaat of bodemplaatdeel, en die voorzien is voor het instellen van de hardheid en/of de mate van ondersteuning van de bovenliggende structuur, met het kenmerk dat de module (12) een beweegbaar paneel (4, 5) omvat waartegen indrukbare middelen rechtstreeks of onrechtstreeks bevestigbaar zijn, waarbij het genoemde paneel (4, 5) beweegbaar is tussen een toppositie, waarin het genoemde paneel (4, 5) zich, in bevestigde toestand van de module, uitstrekt in een vlak gelegen boven het vlak van de bodemstructuur (2), bodemplaat of bodemplaatdeel, en een onderste positie, waarin het genoemde paneel (4, 5) zich, in bevestigde toestand van de module,_uitstrekt in een vlak gelegen onder het vlak van de bodemstructuur (2), bodemplaat of bodemplaatdeel.
13. 13. Module (12) volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de module (12) positioneermiddelen (6) omvat voorzien om het paneel (4, 5) op de onderste positie, de toppositie of een tussen de onderste - en toppositie gelegen positie te positioneren.
14. 14. Module (12) volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat de positioneermiddelen (6) twee op een onderstel ondersteunde schaarinrichtingen (8a; 8b) omvatten, die elk uitsteekbaar en intrekbaar zijn door middel van een aandrijfmechanisme (9).
15. 15. Module (12) volgens conclusie 14, met het kenmerk dat het aandrijfmechanisme (9) een lineaire motor omvat.
16. 16. Module (12) volgens één van de conclusie 12 t/m 15, met het kenmerk dat de module (12) bevestigingsbeugels (10) omvat voorzien voor het opnemen van een uiteinde van het onderstel (7).