BE1023543B1 - Buitenpost voor een audio- en/of video-intercomsysteem - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding voorziet een buitenpost (1) voor een audio- en/of video-intercomsysteem. De buitenpost (1) omvat een voorplaat (2) omvattende een invoerinterface (3) met geïntegreerd aanraakgebied (4), verlichtingsmiddelen (8) voor het verlichten van de invoerinterface (3), een lichtgeleider (9) voor het geleiden van het licht van de verlichtingsmiddelen (8) naar de invoerinterface (3), en aanstuurmiddelen (10) voor het aansturen van de verlichtingsmiddelen (8), zodanig dat, tijdens gebruik van de buitenpost (1), de verlichtingsmiddelen (8) altijd aangeschakeld zijn en uitgaan gedurende een vooraf bepaalde tijdsperiode wanneer een gebruiker duwt op het geïnte­greerde aanraakgebied (4) op de invoerinterface (3) of dit aanraakt. In een buitenpost (1) volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, zelfs indien er geen fysiek aanraakgebied is, is de plaats om op te duwen of aan te raken voor het maken van een oproep of voor het invoeren van een code, of voor het uitvoeren van enige andere handeling om toegang te krijgen tot een gebouw, altijd duide­lijk en makkelijk te vinden, zelfs in omstandigheden met weinig omgevingslicht of in de afwezig­heid van licht.

Description

BUITENPOST VOOR EEN AUDIO- EN/OF VIDEO-INTERCOMSYSTEEM Technisch gebied van de uitvinding

De huidige uitvinding heeft betrekking op een buitenpost voor een audio- en/of video-intercomsysteem. Meer in het bijzonder heeft de huidige uitvinding betrekking op een dergelijke buitenpost met een verlicht invoerinterface.

Achtergrond van de uitvinding

Buitenposten zijn apparaten die gemonteerd zijn aan, bijvoorbeeld, een gevel van een woning. Ze zijn verbonden met een binnenpost die communiceert met de buitenpost. Wanneer een bezoeker of gebruiker op een belknop op de buitenpost duwt, ontvangt de binnenpost, die bijvoorbeeld een tablet, smartphone, op de muur gemonteerd aanraakscherm of dergelijk is, een oproep die kan beantwoord worden door de binnengebruiker. De binnengebruiker kan communiceren met de buitengebruiker, met of zonder beeld van de buitengebruiker.

Sober en strak ontworpen buitenposten hoeven niet langer meer een fysieke belknop omvatten. Met andere woorden, de belknop kan geïntegreerd zijn in de invoerinterface. Dergelijke ontwerpen hebben als nadeel dat, in situaties met weinig omgevingslicht, de belknop moeilijk te identificeren kan zijn, omdat er geen typische fysieke knop is.

Samenvatting van de uitvinding

Het is een doel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding om een buitenpost te verschaffen met een verlichte invoerinterface voor een audio- en/of video-intercomsysteem.

Het bovenstaande doel wordt bereikt door een inrichting volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.

De huidige uitvinding voorziet een buitenpost voor een audio- en/of video-intercomsysteem. De buitenpost omvat een voorplaat omvattende een invoerinterface met geïntegreerd aanraakgebied, verlichtingsmiddelen voor het verlichten van de invoerinterface en een lichtgeleider voor het geleiden van het licht van de verlichtingsmiddelen naar de invoerinterface. De buitenpost omvat verder aanstuurmiddelen, zoals een lichtcontrole printplaat (lichtcontrole PCBA), voor het aansturen van de verlichtingsmiddelen zodanig dat, tijdens gebruik van de buitenpost, de verlichtingsmiddelen altijd zijn aangeschakeld en uitgaan gedurende een vooraf bepaalde tijdsperiode wanneer een gebruiker op het aanraakgebied van de invoerinterface duwt.

Een voordeel van een buitenpost volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding is dat, zelfs indien er geen fysiek aanraakgebied is, zoals een fysieke belknop of fysieke toetsen op een toetsenbord, de plaats om te duwen of aan te raken om een oproep te initiëren of om een code in te voeren of enige andere handeling uit te voeren om toegang te verkrijgen tot een gebouw, duidelijk en gemakkelijk te vinden is in omstandigheden met weinig omgevingslicht of zelfs in de afwezigheid van licht.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de invoerinterface met geïntegreerd aanraakge-bied een naamplaatje met geïntegreerde belknop zijn voor het initiëren van een oproep of kan een toetsenbord met geïntegreerde toetsen zijn voor het invoeren van een code om een deur van een gebouw te openen om toegang te verkrijgen tot dat gebouw.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de lichtgeleider een schakelelement omvatten, zoals bijvoorbeeld een capacitief schakelelement, een piëzo-element of een inductief schakelele-ment, voor het doorsturen van een signaal naar de aanstuurmiddelen wanneer een gebruiker op het aanraakgebied op de invoerinterface duwt of het aanraakt. Bij voorkeur kan het schakelelement een piëzo-element zijn.

Dit heeft als voordeel dat het de buitenpost robuust maakt aangezien deze geen bewegende delen heeft. Omdat het schakelelement zich bevindt in de lichtgeleider, kan de buitenpost bovendien worden afgesloten op een water- en stofdichte wijze, zodanig dat geen water of stof het schakel-element of een ander deel van het buitenpost kan bereiken.

De invoerinterface kan zich in een invoerinterface-uitsparing in de voorplaat bevinden. De invoer-interface-uitsparing kan een boord hebben met ondoorzichtige opstaande randen en de lichtgeleider kan een uitstekend deel omvatten dat past in en iets kleiner is dan de invoerinterface-uitsparing in de voorplaat. De invoerinterface kan geplaatst worden in de invoerinterface-uitsparing waardoor deze op de opstaande randen steunt. Dit voorkomt lekken van licht doorheen de randen/boorden van de invoerinterface.

De voorplaat kan, volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, een voorzijde hebben en de licht-geleider steekt niet uit voorbij die voorzijde van de voorplaat. Ook wanneer de invoerinterface zich bevindt in de invoerinterface-uitsparing, strekt deze invoerinterface zich niet uit voorbij de voorzijde van de voorplaat. Dit geeft de buitenpost een sober en strak ontwerp zonder uitstekende delen aan de voorzijde.

Verder kan de invoerinterface een kleurloze, transparante voorzijde en een achterzijde hebben. De achterzijde kan worden bedekt met een ondoorzichtige zwarte laag waarin items zoals bijvoorbeeld namen, nummers en/of symbolen kunnen worden gegraveerd. Dit heeft als voordeel dat, wat er ook gegraveerd wordt in de invoerinterface, bijvoorbeeld een belpictogram en/of de naam van de bewoner en/of nummers om een code in te voeren, dit altijd verlicht wordt, terwijl de rest van de invoerinterface onverlicht blijft. Dit maakt het belpictogram, de getallen en/of de naam, of wat er ook gegraveerd is in de invoerinterface, duidelijk zichtbaar voor de gebruiker.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan ten minste een achterzijde van de lichtgeleider voorzien zijn van een witte lichtverstrooiende laag. De lichtverstrooiende laag hoeft niet noodzakelijk een laag te zijn die de achterzijde van de lichtgeleider volledig bedekt, het kan ook een laag met een patroon zijn die slechts een deel van de achterzijde van de lichtgeleider bedekt. Dit zorgt ervoor dat de voorzijde gelijkmatig oplicht en optimaliseert de lichtopbrengst. Volgens verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan ook een deel van de voorzijde van de lichtgeleider dat verschilt van het uitstekende deel, voorzien zijn van een witte lichtverstrooiende laag. Dit kan de voorzijde nog gelijkmatiger oplichten en optimaliseert verder de lichtopbrengst.

De buitenpost kan verder een afdichting omvatten die voorzien wordt tussen de lichtgeleider en de voorplaat voor het waterdicht en stofdicht vastmaken van de lichtgeleider op de voorplaat. De afdichting kan bijvoorbeeld een dubbelzijdige tape of een schuim zijn. Ten minste een achterzijde van de afdichting kan een wit, lichtreflecterend oppervlak hebben. Dit minimaliseert lichtverlies en maximaliseert de helderheid van het voorvlak van de lichtgeleider.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen de verlichtingsmiddelen voorzien worden op een achterzijde van de aanstuurmiddelen. De plaats van de verlichtingsmiddelen kan, bijvoorbeeld, afhangen van het soort invoerinterface dat verstrekt wordt.

Volgens specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen de verlichtingsmiddelen LED-lichten omvatten, of kunnen een elektroluminescentietype verlichting omvatten.

Volgens bepaalde uitvoeringsvormen waarbij de verlichtingsmiddelen LED-verlichting omvatten, kunnen de verlichtingsmiddelen voorzien zijn aan de achterzijde van de aanstuurmiddelen zodanig dat deze zich op ten minste één van een bovenzijde, een onderzijde en een zijflank van de lichtgeleider bevinden. Volgens andere uitvoeringsvormen, waarbij de verlichtingsmiddelen een elektro-luminescentietype verlichting omvatten, kan een elektroluminescentieplaat voorzien worden die bijvoorbeeld de volledige achterzijde van de lichtgeleider zal verlichten.

De invoerinterface, lichtgeleider en aanstuurmiddelen kunnen, indien geassembleerd, een totale dikte hebben van tussen 1,5 mm en 25 mm, meer in het bijzonder tussen 1,9 mm en 15 mm, en kan bijvoorbeeld 5,9 mm zijn.

Korte beschrijving van de tekeningen

Er wordt op gewezen dat dezelfde verwijzingstekens in de verschillende figuren verwijzen naar dezelfde, soortgelijke of analoge elementen.

Fig. 1 illustreert schematisch een opengewerkt perspectief aanzicht gezien vanaf de voorzijde naar de achterzijde van een buitenpost volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding.

Fig. 2 illustreert schematisch een invoerinterface dat kan worden gebruikt met een buitenpost volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding

Fig. 3A en 3B illustreren schematisch een geassembleerde toestand zoals gezien vanaf de achterzijde (Fig. 3A) en een opengewerkt perspectief aanzicht gezien vanaf de achterzijde naar de voorzijde (Fig. 3B) van een buitenpost volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 4A tot 4C illustreren schematisch details van een lichtgeleider (Fig. 4A), verlichtingsmiddelen en aanstuurmiddelen afzonderlijk (Fig. 4B) en geassembleerde verlichtingsmiddelen en aanstuur-middelen (Fig. 4C) van een buitenpost volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding.

Fig. 5 illustreert schematisch een aanstuurmiddel, een lichtgeleider en een invoerinterface van een buitenpost volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding in een geassembleerde toestand.

Beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden

In de beschrijving zullen verschillende uitvoeringsvormen worden gebruikt om de uitvinding te beschrijven. Daarom zal verwezen worden naar verschillende tekeningen. Het moet duidelijk zijn dat deze tekeningen bedoeld als zijn niet beperkend, en de uitvinding slechts beperkt is door de conclusies. De tekeningen zijn aldus ter illustratie, en de afmeting van sommige elementen in de tekening kan voor de duidelijkheid overdreven zijn.

De term "omvattend" moet niet uitgelegd worden als een beperking van de uitvinding op enigerlei wijze. De term "omvattend", gebruikt in de conclusies, is niet bedoeld om te worden beperkt tot de middelen die daarna beschreven worden; het sluit andere elementen, onderdelen of stappen niet uit.

De term "verbonden", zoals gebruikt in de conclusies en in de beschrijving, moet niet uitgelegd worden als zijnde beperkt tot rechtstreekse verbindingen, tenzij anders vermeld. Aldus, deel A verbonden met deel B is niet beperkt tot deel A in direct contact met deel B, maar omvat ook indi-reet contact tussen deel A en deel B, met andere woorden, omvat ook het geval waarbij intermediaire delen aanwezig zijn tussen deel A en deel B.

Niet alle uitvoeringsvormen van de uitvinding omvatten alle kenmerken van de uitvinding. In de volgende beschrijving en conclusies kan elk van de geclaimde uitvoeringsvormen worden gebruikt in elke combinatie.

De huidige uitvinding verschaft een buitenpost voor een audio- en/of video-intercomsysteem. De buitenpost omvat een voorplaat omvattend een invoerinterface met geïntegreerd aanraakgebied, verlichtingsmiddelen voor het verlichten van de invoerinterface, en een lichtgeleider voor het geleiden van het licht van de verlichtingsmiddelen naar de invoerinterface. De buitenpost omvat verder aanstuurmiddelen voor het aansturen van de verlichtingsmiddelen, zodanig dat, tijdens gebruik van de buitenpost, de verlichtingsmiddelen aangeschakeld zijn en uitgaan gedurende een vooraf bepaalde tijdsperiode wanneer een gebruiker duwt op het aanraakgebied op de invoerinterface of dit aanraakt.

Een voordeel van een buitenpost volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding is dat, zelfs indien er geen fysiek aanraakgebied is, zoals bijvoorbeeld een fysieke belknop of fysieke knoppen voor het invoeren van een code, etc., is de plaats om aan te raken of op te duwen voor het maken van een oproep of voor het invoeren van een code of voor het uitvoeren van enige andere handeling om toegang te krijgen tot een gebouw, altijd duidelijk en makkelijk te vinden, zelfs in omstandigheden met weinig omgevingslicht of in afwezigheid van licht.

De huidige uitvinding zal hierna worden beschreven aan de hand van verschillende uitvoeringsvormen. Het moet duidelijk zijn dat deze uitvoeringsvormen slechts voor het gemak van het begrijpen van de uitvinding zijn en niet bedoeld zijn om de uitvinding op enige wijze te beperken.

Fig. 1 illustreert een buitenpost 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De buitenpost 1 omvat een voorplaat 2 met een invoerinterface 3 met geïntegreerd aanraakgebied 4 (zie Fig. 2). Met geïntegreerd aanraakgebied wordt bedoeld dat de buitenpost 1 geen apart, fysiek aanraakge-bied heeft. Dit geeft de buitenpost 1 een sober en strak ontwerp. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de invoerinterface 3 bijvoorbeeld een naamplaatje met geïntegreerde belknop zijn voor het initiëren van een oproep of kan een toetsenbord zijn voor het invoeren van een code. Aldus heeft de invoerinterface als doel dat, als gevolg van interactie van een gebruiker met de in-voerinterface, toegang tot een gebouw kan worden verkregen. In het geval dat de invoerinterface een naamplaatje met geïntegreerde belknop is, wordt een oproep geïnitieerd wanneer een gebruiker op het aanraakgebied duwt of dit aanraakt en een persoon in het gebouw de deur kan openen. In het geval dat de invoerinterface een toetsenbord met geïntegreerde aanraaktoetsen is voor het invoeren van een code, kan de deur worden geopend wanneer een juiste code ingevoerd wordt.

In de verdere beschrijving van de uitvoeringsvormen zal de invoerinterface beschreven en getoond worden als naamplaatje met geïntegreerde belknop 4, en zal daarom in de beschrijving ook worden aangeduid als een naamplaatje 3. Echter, het moet worden begrepen dat de principes op gelijke wijze toepasbaar zijn op elk ander geschikt invoerinterface met elk geschikt aanraakgebied zoals bekend bij een vakman zoals, bijvoorbeeld, een toetsenbord voor het invoeren van een code voor het verkrijgen van toegang tot een gebouw. Een detail van het naamplaatje 3 is geïllustreerd in Fig. 2. Het naamplaatje 3 heeft een geïntegreerde belknop 4. Wanneer een gebruiker, b.v. een bezoeker, de belknop, b.v. aangeduid met een belpictogram 5 op die belknop 4, aanraakt, zal de oproep geïnitieerd worden (zie verder).

Bij voorkeur kan het naamplaatje 3 een kleurloze transparante voorzijde 6 en een achterzijde 7 hebben die bedekt is met een ondoorzichtige laag. In de ondoorzichtige laag kunnen items worden gegraveerd zoals, bijvoorbeeld, het belpictogram 5 en/of de naam (namen) van de bewoner(s) (niet getoond) in het geval van het naamplaatje 3 van de huidige uitvoering of nummers in het geval van een toetsenbord. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de ondoorzichtige laag een samengestelde laag zijn van een transparante laag en een ondoorzichtige laag. Bijvoorbeeld kan de ondoorzichtige laag een co-extrusie zijn van een transparante PMMA-laag en een ondoorzichtige PMMA-laag. Meer algemeen kan de samengestelde laag een synthetische polymeerlaag of een glaslaag en een ondoorzichtige verf of een metaallaag omvatten. De samengestelde laag kan elke combinatie omvatten van een transparante materiaallaag en een laag die het licht blokkeert en waarin items kunnen worden gegraveerd. Volgens verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de samengestelde laag ook een transparante laag omvatten die bedekt is met een zwarte laag die, bijvoorbeeld, gedrukt is op de doorzichtige laag.

Hoewel wordt gezegd dat items gegraveerd worden in de ondoorzichtige laag op de achterzijde van het naamplaatje 3, moet duidelijk zijn dat elke andere geschikte werkwijze voor het lokaal verwijderen van materiaal van een laag zoals bekend bij een vakman ook kan gebruikt worden voor het voorzien van items zoals bijvoorbeeld een belpictogram 5 en/of de naam (namen) van de bewoners en/of cijfers op het naamplaatje, zoals, bijvoorbeeld, etsen of frezen.

Omdat de belknop 4 geïntegreerd is in het naamplaatje 3, kan er, in een situatie met weinig omgevingslicht of in afwezigheid van licht, een probleem zijn om de belknop 4 te identificeren aangezien de voorplaat 2 vlak is en er geen typische fysieke belknop aanwezig is op de voorplaat 2. Aldus omvat, volgens de huidige uitvinding, de buitenpost 1 verder verlichtingsmiddelen 8 voor het verlichten van het naamplaatje 3, een lichtgeleider 9 en aanstuurmiddelen 10 voor het aansturen van de verlichtingsmiddelen 8 zodat, tijdens het gebruik van de buitenpost 1, de verlichtingsmidde-len 8 altijd aangeschakeld zijn en uitgaan gedurende een vooraf bepaalde tijdsperiode wanneer een oproep wordt geïnitieerd wanneer een gebruiker de beltoets 4 op het naamplaatje 3 aanraakt of erop duwt en daarmee een signaal initieert.

Een voordeel van het bovenstaande is dat de items die gegraveerd zijn, b.v. het belpictogram 5 en/of de naam (namen) van de bewoner(s), in het naamplaatje 3, verlicht zullen worden zolang er geen gebruikers zijn die de belknop 4 aanraken of erop drukken, terwijl de rest van het naamplaatje 3 onverlicht blijft. Dit maakt het belpictogram 5 en de naam (namen), of een ander item dat gegraveerd is in de ondoorzichtige laag duidelijk zichtbaar voor de gebruiker.

De lichtgeleider 9 kan een schakelelement 11 omvatten voor het doorsturen van dat signaal naar de aanstuurmiddelen 10. Het schakelelement 11 kan, bijvoorbeeld, een capacitief schakelelement, een piëzo-schakelelement of een inductief schakelelement zijn. Dit wordt geïllustreerd in Fign. 3A en 3B die respectievelijk een geassembleerde toestand en een opengewerkt perspectief aanzicht tonen, gezien vanaf de achterzijde naar de voorzijde van een buitenpost 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het schakelelement 11 wordt voorzien aan een achterzijde van de lichtgeleider 9 en kan aan de lichtgeleider 9 bevestigd worden met behulp van, bijvoorbeeld, lijm. Omdat het schakelelement 11 voorzien wordt aan een achterzijde van de lichtgeleider 9, wordt een opening 10a voorzien in de aanstuurmiddelen 10 voor het correct positioneren van het schakelelement 11. Wanneer de gebruiker het naamplaatje 3 aanraakt of erop duwt, zal het signaal dat gegenereerd wordt door dergelijk aanraken of duwen, doorgestuurd worden door het schakelelement 11 naar de aanstuurmiddelen 10. Meer in het bijzonder, in het geval dat het schakelelement 11 een piëzo-schakelelement is zoals geïllustreerd in de tekeningen, zal de druk of vibratie van een dergelijk aanraken of drukken een elektrische lading induceren in het piëzo-element die omgezet wordt in een oproepmelding door de aanstuurmiddelen.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen de verlichtingsmiddelen 8 LED-lichten omvatten of kunnen een elektroluminescentie type verlichting omvatten. In het geval de verlichtings-middelen 8 LED-lichten omvatten, kunnen deze LED-lichten 8 voorzien worden op de aanstuur-middelen 10 zodanig dat deze zich op ten minste één van een bovenzijde, een onderzijde of een zijflank van de lichtgeleider 9 bevinden. De plaats van de LED-lichten 8 kan, bijvoorbeeld, afhankelijk zijn van het aantal naamplaatjes 3 die verschaft worden. Bijvoorbeeld kunnen één naamplaatje 3, twee naamplaatjes 3 of elk ander geschikt aantal naamplaatjes 3 voorzien worden zoals vereist voor een bepaalde toepassing. In het geval één naamplaatje 3 aanwezig is, kunnen de ver-lichtingsmiddelen 8, bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, zich bevinden op een bovenzijde van de lichtgeleider 9 terwijl in het geval twee of meer naamplaatjes 3 aanwezig zijn, de verlichtingsmid-delen 8, bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, zich kunnen bevinden op een zijflank van de lichtge-leider 9. In het geval de verlichtingsmiddelen 8 een elektroluminescentieplaat omvatten, kan deze elektroluminescentieplaat 8 zodanig verschaft worden dat deze bijvoorbeeld de volledige achterzijde van de lichtgeleider 9 verlicht.

Aldus wordt in elk geval de verlichting van het naamplaatje 3 gerealiseerd door de lichtgeleider 9. Dit betekent dat in elk geval de verlichtingsmiddelen 8 de lichtgeleider 9 verlichten en de lichtge-leider 9 zorgt ervoor dat het licht uiteindelijk het naamplaatje 3 bereikt. Fign. 4A tot 4C tonen schematisch details van respectievelijk de lichtgeleider 9 (Fig. 4A), de lichtgeleider 9 en de aan-stuurmiddelen 10 afzonderlijk (Fig. 4B) en de lichtgeleider 9 en de aanstuurmiddelen 10 aan elkaar bevestigd. De lichtgeleider 9 kan bevestigd worden aan de aanstuurmiddelen 10 met behulp van schroeven.

In het voorbeeld dat in Fig. 1 en Fign. 4A tot 4C geïllustreerd wordt, omvatten de verlichtingsmid-delen LED-lichten 8 die verschaft worden op de aanstuurmiddelen 10, zodanig dat zij zich aan de bovenzijde van de lichtgeleider 9 bevinden. Aldus wordt, in het gegeven voorbeeld, de gehele lichtgeleider 9 verlicht door LED-lichten 8 die voorzien worden op de aanstuurmiddelen 10.

Het achterste oppervlak van de lichtgeleider 9, d.w.z. het oppervlak van de lichtgeleider 9 dat het verst af ligt van het naamplaatje 3, kan voorzien zijn van een witte laag die het licht verspreidt, waardoor de voorzijde van de lichtgeleider 9 gelijkmatig oplicht en de lichtopbrengst optimaliseert. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan ook de voorzijde van de lichtgeleider 9 voorzien zijn van een witte lichtverstrooiende laag. Dit maakt natuurlijk dat de voorzijde van de lichtgelei-der 9 nog gelijkmatiger oplicht en dat de lichtopbrengst verder geoptimaliseerd wordt.

Het naamplaatje 3 kan bevestigd worden aan de voorplaat 2 met behulp van een afdichting 12, zoals bijvoorbeeld een dubbelzijdige tape of een schuim, of elk ander geschikt samendrukbaar of samenpersbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld een thermoplastisch elastomeer (TPE), rubber of andere synthetische materialen met dezelfde eigenschappen als rubber, zoals bijvoorbeeld neopreen of siliconen. In elk geval moet de afdichting 12 zodanig zijn dat het de buitenpost 1 waterdicht en stofdicht maakt, d.w.z. dat geen water en/of stof de binnenzijde van het buitenpost 1 kan binnendringen. Aldus voorziet de afdichting 12 een waterdichte en stofdichte verbinding tussen de voorplaat 2 en het naamplaatje 3. Verder kan een achterzijde van de afdichting 12, d.w.z. de zijde van de afdichting 12 tegenover de lichtgeleider 9, een wit oppervlak voor lichtreflectie hebben om zo lichtverlies te minimaliseren en de helderheid van het voorste oppervlak van de lichtgeleider 9 te maximaliseren. Het naamplaatje 3 kan zich bevinden in een naamplaatjesuitsparing 13 in de voorplaat 2. Het naamplaatje 3 kan bevestigd worden aan de lichtgeleider 9 via bevestigingsmiddelen 14, die bijvoorbeeld een herplaatsbare tape 14 kunnen zijn. Met herplaatsbare tape wordt bedoeld dat de tape kan worden vervangen wanneer dat nodig is, bijvoorbeeld wanneer namen op het naamplaatje 3 dienen gewijzigd, toegevoegd en/of verwijderd te worden. De herplaatsbare tape 14 kan, bijvoorbeeld, een dubbelzijdige tape met een drager zijn. De drager kan, bijvoorbeeld, een diffuserfilm zijn om het licht dat afkomstig is van de verlichtingsmiddelen 8 nog gelijkmatiger te maken. De lichtgeleider 9 heeft een uitstekend deel 15, waarop het naamplaatje 3 kan vastgemaakt worden. Het uitstekende deel 15 past in een opening 16 in de afdichting 12 en past in de naamplaatjesuitsparing 13 in de voorplaat 2. De naamplaatjesuitsparing 13 is iets groter dan het uitstekende deel 15 van de lichtgeleider 9. De boorden 17 van de naamplaatjesuitsparing 13 kunnen opstaande randen 18 hebben die kunnen vervaardigd zijn uit een ondoorzichtig materiaal, zoals bijvoorbeeld aluminium. De combinatie van de naamplaatjesuitsparing 13 die iets groter is dan het uitstekende deel 15 van de lichtgeleider 9 en de opstaande randen 18 van de boord 17 van de naamplaatjesuitsparing 13 die gemaakt zijn van een ondoorzichtig materiaal zorgt ervoor dat het licht niet kan lekken doorheen de randen tussen het uitstekende deel 15 van de lichtgeleider 9 en de naamplaatjesuitsparing 13 in de voorplaat 2.

De buitenpost 1 kan verder een printplaat 19 omvatten die verdere elektronica omvat die nodig is voor de werking van de buitenpost 1 en een afdekplaat 20 voor het achteraan afsluiten van de buitenpost 1 voor het voorkomen dat, bijvoorbeeld, vuil en water de buitenpost 1 vanaf de achterzijde binnendringen.

Het naamplaatje 3, of in het algemeen de invoerinterface, de lichtgeleider 9 en de aanstuurmidde-len 10 kunnen, indien geassembleerd, een totale dikte hebben van tussen 1,5 mm en 25 mm en kunnen, bijvoorbeeld, tussen 1,9 mm en 15 mm zijn. Volgens een specifieke uitvoeringsvorm kunnen het naamplaatje 3, lichtgeleider 9 en aanstuurmiddelen 10, indien geassembleerd, een totale dikte hebben van 5,9 mm. Fig. 5 illustreert een specifiek voorbeeld van hoe dun en vlak een buitenpost 1 volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan zijn. Bijvoorbeeld kunnen de aan-stuurmiddelen 10 een dikte dC van 1 mm hebben, de lichtgeleider 9 zonder uitsteeksel 15 kan een dikte dLG van 2 mm hebben en de lichtgeleider 9 samen met het uitsteeksel 15 kan een dikte dLGP van 3,3 mm hebben. Aldus kan de dikte dLGP + dC van de lichtgeleider 9 met het uitsteeksel 15 en de aanstuurmiddelen 10, in het gegeven voorbeeld, 4,3 mm zijn. De dikte dm- van het naamplaatje 3 kan 1,6 mm zijn. Aldus kan in het voorbeeld dat gegeven wordt in Fig. 5, de totale dikte van de buitenpost 1 zonder de PCB 19 met elektronica en de achterzijde 20 5,9 mm zijn. Het moet duidelijk zijn dat dit voorbeeld slechts bedoeld is als een illustratie van hoe dun een buitenpost 1 volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan zijn, maar geenszins bedoeld is om de uitvinding op enige wijze te beperken.

Het voorbeeld dat hierboven en in de tekeningen geïllustreerd wordt, is een buitenpost 1 met één naamplaatje 3. Echter, het moet duidelijk zijn dat het niet de bedoeling is dat dit de uitvinding op enige wijze beperkt. De buitenpost 1 kan elk aantal naamplaatjes 3 hebben, zoals nodig is voor een bepaalde toepassing. Verder, zoals hierboven reeds vermeld werd, volgens verdere uitvoeringsvormen, kan de invoerinterface met geïntegreerd aanraakgebied, in plaats van een naamplaatje 3 met een geïntegreerde belknop 4, ook een toetsenbord met geïntegreerde toetsen zijn voor het invoeren van een code voor het verkrijgen van toegang tot een gebouw. Het toetsenbord en geïntegreerde toetsen kunnen soortgelijke eigenschappen hebben en kunnen worden verlicht op eenzelfde wijze zoals beschreven voor het naamplaatje 3 met geïntegreerde belknop 4. Bijvoorbeeld kunnen de verlichtingsmiddelen 8 altijd aangeschakeld zijn en wanneer een gebruiker een code ingevoerd heeft door de nummers op het toetsenbord te drukken, kan het licht uitgaan gedurende een vooraf bepaalde tijdsperiode.

Claims (15)

1. Conclusies

   1. Buitenpost (1) voor een audio- en/of video-intercomsysteem, waarbij de buitenpost (1) omvat : - een voorplaat (2) omvattende een invoerinterface (3) met geïntegreerd aanraakgebied (4), - verlichtingsmiddelen (8) voor het verlichten van de invoerinterface (3), - een lichtgeleider (9) voor het geleiden van het licht van de verlichtingsmiddelen (8) naar de invoerinterface (3), en - aanstuurmiddelen (10) voor het aansturen van de verlichtingsmiddelen (8) zodanig dat, tijdens gebruik van de buitenpost (1), de verlichtingsmiddelen (8) altijd aangeschakeld zijn en uitgaan gedurende een vooraf bepaalde tijdsperiode wanneer een gebruiker duwt op het aanraakgebied (4) op de invoerinterface (3) of dit aanraakt.
2. 2. Buitenpost (1) volgens conclusie 1, waarbij de lichtgeleider (9) een schakelelement (11) omvat voor het doorsturen van een signaal naar de aanstuurmiddelen (10) wanneer een gebruiker op het aanraakgebied (4) op de invoerinterface (3) duwt of dit aanraakt.
3. 3. Buitenpost (1) volgens conclusie 2, waarbij het schakelelement (11) een capacitief schakelelement, een piëzo-element of een inductief schakelelement is.
4. 4. Buitenpost (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de invoerinterface (3) zich bevindt in een invoerinterface-uitsparing (13) in de voorplaat (2), waarbij de invoerin-terface-uitsparing (13) boorden (17) heeft met ondoorzichtige opstaande randen (18) en de lichtgeleider (9) een uitstekend deel (15) omvat dat past in en iets kleiner is dan de invoerinterface-uitsparing (13) in de voorplaat (2).
5. 5. Buitenpost (1) volgens conclusie 4, waarbij de voorplaat (2) een voorzijde heeft, waarbij het uitstekend deel (15) van de lichtgeleider (9) zich niet uitstrekt voorbij de voorzijde van de voorplaat (2).
6. 6. Buitenpost (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de voorplaat (2) een voorzijde heeft, waarbij de invoerinterface (3) zich niet uitstrekt voorbij de voorzijde van de voorplaat (2).
7. 7. Buitenpost (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de invoerinterface (3) een kleurloze transparante voorzijde (6) heeft en een achterzijde (7) heeft die bedekt is met een ondoorzichtige laag waarin items ( 5) kunnen worden gegraveerd.
8. 8. Buitenpost (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste een achterzijde van de lichtgeleider (9) voorzien is van een witte lichtverstrooiende laag.
9. 9. Buitenpost (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een afdichting (12) voorzien wordt tussen de lichtgeleider (9) en de voorplaat (2) voor het waterdicht en stofdicht vastmaken van de lichtgeleider (9) op de voorplaat (2).
10. 10. Buitenpost (1) volgens conclusie 9, waarbij een achterzijde van de afdichting (12) een wit lichtreflecterend oppervlak heeft.
11. 11. Buitenpost (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de verlichtingsmiddelen (8) LED-lichten omvatten.
12. 12. Buitenpost (1) volgens conclusie 11, waarbij de verlichtingsmiddelen (8) voorzien worden op de aanstuurmiddelen (10) zodanig dat deze gelegen zijn op ten minste één van een bovenzijde, een onderzijde of een zijflank van de lichtgeleider (9).
13. 13. Buitenpost (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de invoerinterface (3), lichtgeleider (9) en aanstuurmiddelen (10), wanneer geassembleerd, een totale dikte hebben van tussen 1,5 mm en 25 mm.
14. 14. Buitenpost (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de invoerinterface (3) een naamplaatje of een toetsenbord voor het invoeren van een code om toegang tot een gebouw te verkrijgen, is.
15. 15. Buitenpost (1) volgens conclusie 14, waarbij het geïntegreerde aanraakgebied (4) een geïntegreerde belknop voor het initiëren van een oproep of geïntegreerde toetsen voor het invoeren van een code omvat.