BE1023368B1 - Meerlagige informatiedrager voor verpakking - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding betreft een meerlagige informatiedrager voor een verpakking, bijvoorbeeld een fles uit kunststof of glas, omvattende minstens twee lagen waarvan een voorzijde voorzien is van informatie, tussenpagina's voorzien zijn van informatie en te minste gedeeltelijk voorzien zijn van een lijm en een achterzijde ten minste gedeeltelijk voorzien is van een lijm. Daarnaast voorziet de uitvinding in een verpakking voorzien van een meerlagige informatiedrager, een werkwijze voor het produceren van meerlagige informatiedragers, en een gebruik van de werkwijze.

Description

MEERLAGIGE INFORMATIEDRAGER VOOR VERPAKKING TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een meerlagige informatiedrager voor een verpakking.

STAND DER TECHNIEK

Het is algemeen bekend om producten, zoals levensmiddelen, verzorgingsproducten of chemische producten, aan de buitenzijde te voorzien van een informatiedrager of label. De informatiedrager of label kan gebruikt worden om op de buitenzijde van een verpakking productinformatie weer te geven. Bovendien zorgt het label voor de herkenbaarheid van het product. Lijm kan gebruikt worden om een label aan een verpakking te hechten. US 5 284 363 beschrijft een meerlagig etiket voor het weergeven van informatie. Dit etiket omvat ten minste twee lagen. In geval van een etiket met twee lagen is de bovenkant van de onderliggende laag grotendeels gecoat met een kleefmiddel-loslatend materiaal. In bijzonder is enkel een sectie gelegen aan de rand van de onderliggende laag niet van dit materiaal voorzien. Silicone kan fungeren als kleefmiddel-loslatend materiaal. De onderzijde van de bovenliggende laag is voorzien van een drukgevoelig kleefmiddel. Ter hoogte van de sectie zonder lijm-loslatend materiaal zijn de lagen permanent aan elkaar verbonden. Het resterende gedeelte van beide lagen kan herhaaldelijk van elkaar worden gescheiden en terug aan elkaar worden bevestigd. Om een aangrijppunt van de bovenliggende laag te vormen, is ten minste een hoek van de onderzijde van deze laag gecoat met vernis om het kleefmiddel teniet te doen. Alternatief is deze hoek niet van kleefmiddel voorzien. De onderzijde van de onderliggende laag is gecoat met een kleefmiddeJIaag, waarmee het etiket op een voorwerp kan worden bevestigd. In een alternatieve uitvoeringsvorm is de onderliggende laag aan zijn bovenzijde voorzien van drukgevoelig kleefmiddel terwijl de bovenliggende laag aan zijn onderzijde grotendeels gecoat is met kleefmiddel-loslatend materiaal. In dit document worden tevens drielagige en vierlagige etiketten besproken. De lagen van het meerlagig etiket kunnen uit papier bestaan. US 5 284 363 vermeld echter enkel een combinatie van een kleefmiddellaag en een laag van kleefmiddel-loslatend materiaal als productiemogelijkheid en vermeld geen percentuele verhouding tussen beide lagen. US 6 849 147 beschrijft een etiket voor gebruik op een verpakking, zoals bijvoorbeeld een bierfles, dat een onderliggende papierlaag, een aantal uitgerekte randstroken en een bovenliggende laag bevat. Het materiaal waaruit de uitgerekte randstroken en de bovenliggende laag bestaan wordt in dit document niet vermeld. Het oppervlak van de onderliggende papierlaag, met uitzondering van een aantal aan de rand gelegen zones, is gecoat met een siliconelaag. Ter hoogte van deze aan de rand gelegen zones worden met een kleefmiddellaag de uitgerekte randstroken permanent aan de onderliggende papierlaag bevestigd. De bovenliggende laag vertoont een kleinere oppervlakte dan de onderliggende papierlaag. Deze bovenliggende laag is aan de onderzijde voorzien van een kleefmiddellaag en wordt hiermee niet-permanent bevestigd op de siliconeiaag van de onderliggende papierlaag. Bij US 6 849 147 zijn een onderliggende papierlaag en een bovenliggende laag echter niet-permanent aan elkaar verbonden door middel van een kleefmiddellaag in combinatie met een siliconelaag. Daarnaast wordt papier als grondstof niet vermeld en wordt tevens geen percentuele verhouding tussen siliconelaag en kleefmiddellaag vermeld.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden ten minste enkele van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een aspect van de uitvinding betreft een meerlagige informatiedrager voor een verpakking omvattende minstens 2 lagen en maximaal 10 lagen waarvan de buitenzijde van de informatiedrager voorzien is van informatie. Alle tussenpagina's (2 bij èen tweelagige informatiedrager, 4 bij een drielagige informatiedrager, 6 bij een vierlagige informatiedrager, en zo verder) zijn eventueel voorzien van informatie en ten minste gedeeltelijk voorzien van een lijm. De achterzijde is voorzien van een lijm. De consumptieverpakking kan bijvoorbeeld zijn, maar niet beperkt tot, een kuipje uit kunststof of glas, een fles uit kunststof of glas, een vat uit kunststof of glas of metaal.

De informatiedrager is meerlagig zodat meer informatie kan weergegeven op de verpakking zonder de informatiedrager te moeten vergroten.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de lijm tussen de verschillende lagen in een discontinu patroon voorzien.

Het voorzien van de lijm in een discontinu patroon is een manier om voor een voldoende hechting tussen een de verschillende lagen te zorgen, terwijl de hoeveelheid gebruikte lijm beperkt wordt zodat de meerlagige informatiedrager kan worden geopend en hersloten om de informatie op de tussenpagina's te bekijken.

Volgens een aspect van de informatiedrager kan de lijm van de tussenpagina ten minste gedeeltelijk voorzien van een coating.

De coating neutraliseert de klevende werking van de lijm ten opzichte van een ander object, bijvoorbeeld ten opzichte van de andere zijde van de tussenpagina, zodat de meerlagige informatiedrager makkelijker kan worden geopend en hersloten om de informatie op de tussenpagina's te bekijken.

Een ander aspect van de uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van meerlagige informatiedragers voor verpakkingen, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het voorzien van een bovenste webmateriaal; - het aanbrengen van een lijmlaag en eventueel een bedrukking op een zijde van het bovenste webmateriaal; - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het bovenste webmateriaal; - het voorzien van een tussen webmateriaal; - het voorzien van een lijmlaag en eventueel een bedrukking op een zijde van het tussen- webmateriaal - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het tussen webmateriaal - deze laatste 3 stappen kunnen zich herhalen volgens het aantal lagen van de meerlagige informatiedrager - het voorzien van een onderste webmateriaal; - het voorzien van een lijmlaag en eventueel een bedrukking op een zijde van het onderste webmateriaal - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het onderste webmateriaal - het stansen van informatiedragers in het webmateriaal; waarbij de lijmlaag voorzien is in een discontinu patroon.

Het gebruik van deze werkwijze laat de productie van informatiedragers op grote schaal toe.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Voor een beter begrip van de huidige uitvinding wordt verwezen naar de gedetailleerde beschrijving van de uitvinding, bij wijze van voorbeeld, dewelke dient te worden gelezen in combinatie met de volgende figuren:

Figuur 1 is een schets van een mogelijke uitvoeringsvorm van een meerlagige informatiedrager voorzien van een lijm, welke lijm in een discontinu patroon werd aangebracht, volgens de huidige uitvinding.

Figuur 2 is een schets van een mogelijke uitvoeringsvorm van een meerlagige informatiedrager volgens de huidige uitvinding, gekleefd op een verpakking.

Figuur 3 is een mogelijke uitvoeringsvorm van een discontinu patroon volgens de huidige uitvinding.

Figuur 4 is een mogelijke uitvoeringsvorm van een discontinu patroon volgens de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een meerlagige informatiedrager voor een verpakking.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een informatiedrager" betekent een of meer dan een informatiedrager.

De termen "omvat", "omvatten" en "omvattende" zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een meerlagige informatiedrager voor een verpakking omvattende minstens 2 lagen en maximaal 10 lagen waarvan de buitenzijde van de informatiedrager voorzien is van informatie. Alle tussenpagina's (2 bij een tweelagige informatiedrager, 4 bij een drielagige informatiedrager, 6 bij een vierlagige informatiedrager, en zo verder) zijn eventueel voorzien van informatie en ten minste gedeeltelijk voorzien van een lijm. De achterzijde is voorzien van een lijm. De consumptieverpakking kan bijvoorbeeld zijn, maar niet beperkt tot, een kuipje uit kunststof of glas, een fles uit kunststof of glas, een vat uit kunststof of glas of metaal.

Bij voorkeur wordt de meerlagige informatiedrager van de huidige uitvinding aangebracht op een consumptieverpakking uit bijvoorbeeld glas, kunststof of metaal. Dit belet echter niet de toepassing van de informatiedrager op niet-herbruikbare consumptieverpakkingen of oppervlakken van andere voorwerpen. Een niet-uitsluitend voorbeeld van een "ander voorwerp" is een metalen voorraadrek geplaatst in een koelcel als draagstructuur van, onder andere, consumptieverpakkingen en hun inhoud. De buitenzijde en tussenpagina’s van de meerlagige informatiedrager bevat bij voorkeur informatie zoals een aanduiding, een merk en/of een samenstelling van een inhoud van een verpakking. Een aanduiding kan bijvoorbeeld wijzen op een houdbaarheidsdatum of op een willekeurig decoratief element. Een aanduiding kan daarnaast ook gevormd worden door de voorzijde van de informatiedrager van een bepaalde kleur te voorzien, waarbij optioneel een bepaalde betekenis aan een dergelijke kleur kan worden verbonden. In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt geen informatie of kleur op de buitenzijde en tussenpagina’s van de informatiedrager aangebracht. Een achterzijde van de informatiedrager is ten minste gedeeltelijk voorzien van een lijm. De lijm fungeert als een tussenstof die door zijn klevende werking een informatiedrager en een verpakking aan elkaar hecht. Met de term "klevende werking" wordt geduid op het vermogen van een lijm om verschillende objecten aan elkaar te hechten. Bij voorkeur is de oppervlakte van de achterzijde van de informatiedrager in een dusdanige mate voorzien van een lijm, oftewel bedekt met een lijm, zodat de informatiedrager aan een verpakking kan worden gehecht.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een meerlagige informatiedrager voor een verpakking. Meerlagig betekent dat de informatiedrager is opgebouwd uit meerdere lagen, waardoor verschillende tussenpagina’s worden gecreeerd. Op deze tussenpagina’s kan extra informatie worden gedrukt. De meerlagige informatiedrager omvat minstens 2 lagen en maximaal 10 lagen. Het aantal overeenkomstige tussenpagina's bedragen dan 2 bij een tweelagige informatiedrager, 4 bij een drielagige informatiedrager, 6 bij een vierlagige informatiedrager, en zo verder. De tussenpagina’s worden ten minste gedeeltelijk voorzien van een lijm, zodat de tussenagina’s kunnen worden geopend en hersloten. Deze lijmlaag welke steeds wordt aangebracht in een discontinu patroon, kan worden voorzien van een coating om het openen en hersluiten te vereenvoudigen.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de lijm in een discontinu patroon voorzien. Met de term "discontinu patroon" wordt verwezen naar een laag die niet continu is en bijgevolg één of meer tussenruimten of openingen omvat, vervat in een patroon (al dan niet een geometrisch, symmetrisch of willekeurig patroon).

Het voorzien van de lijm in een discontinu patroon is een manier om voor een voldoende hechting tussen de verschillende lagen van de informatiedrager, terwijl de hoeveelheid gebruikte lijm beperkt wordt en het openen en hersluiten van de verschillende tussenpagina’s mogelijk. Met de term "voldoende hechting" wordt geduid op een hechting tussen de verschillende lagen van de informatiedrager die overeenkomt met een vooropgestelde gewenste mate van hechting. Het voorzien van de lijm in een discontinu patroon vereist, voor een bedekking van de informatiedrager met lijm in een bepaalde dikte, minder lijm dan wanneer de lijm zou worden voorzien in een continue laag. Het voorzien van een lagere hoeveelheid lijm levert een economisch voordeel. Ook zal een lagere hoeveelheid lijm een voordeel bieden bij het openen en hersluiten van de verschillende lagen van een informatiedrager in vergelijking met een hogere hoeveelheid lijm. Het voorzien van lijm in een discontinu patroon is bijgevolg gunstig voor het openen en hersluiten van de verschillende lagen van een informatiedrager.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de lijm ten minste gedeeltelijk voorzien van een coating. De coating neutraliseert de klevende werking van de lijm ten opzichte van de aanliggende laag van de informatiedrager. Bij de meerlagige informatiedrager is de coating aangebracht tussen de lijm en volgende laag van de informatiedrager. De aanwezigheid van de coating tussen lijm en volgende laag neutraliseert gedeeltelijk de klevende werking van de lijm ten opzichte van de volgende laag. Bij condities waarbij de informatiedrager zijn hechting aan de herbruikbare consumptieverpakking dient te behouden, waaronder normale stockage, is het vereist dat de klevende werking van de lijm slechts in beperkte mate geneutraliseerd wordt door de aanwezigheid van de coating, hetgeen een slechts beperkt voorzien van deze coating op de lijm betekent. Bij condities waarbij de informatiedrager zijn hechting aan de volgende laag, waaronder het openen en hersluiten van de tussenpagina’s kan worden begrepen, biedt het voorzien van de coating een voordeel. Bij aanwezigheid van de coating zal de lijm immers een beperktere klevende werking vertonen ten opzichte van de volgende laag, dan bij afwezigheid van de coating. De coating kan thermisch-uithardend of UV-uithardend zijn. Bij voorkeur is de coating UV-uithardend. Een niet-uitsluitend voorbeeld van een coating is een siliconehars.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de coating in een discontinu patroon voorzien. Het voorzien van de coating in een discontinu patroon is een manier om een voldoende hechting tussen de informatiedrager en de volgende laag bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden toe te laten. Het voorzien van de coating op de lijm in een discontinu patroon kan immers zorgen voor bepaalde zones van de lijm die bedekt zijn met de coating, terwijl andere zones van de lijm niet bedekt zijn met de coating. De zones van de lijm die niet bedekt zijn met de coating, oftewel de onbedekte zones van de lijm, kunnen bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden nog steeds een voldoende hechting tussen informatiedrager en de volgende laag bewerkstelligen. Ter hoogte van de zones van de lijm die voorzien zijn van de coating, oftewel de bedekte zones van de lijm, wordt de klevende werking van de lijm ten opzichte van een ander object, zoals de volgende laag, geneutraliseerd. Door deze neutralisatie van de klevende werking van de lijm zal het voorzien van een coating in een discontinu patroon op de lijm bijgevolg het openen en hersluiten van de tussenpagina’s vereenvoudigen.

Volgens een aspect van de informatiedrager bestaat het discontinu patroon uit een veelvoud van geometrische figuren of uit een lijnpatroon. Eender welke geometrische figuren zijn mogelijk, waaronder cirkels, vierkanten, rechthoeken, driehoeken, veelhoekige structureren, onregelmatige structuren en spieetvormige structuren.

Met de term "lijnenpatroon" wordt geduid op een discontinu patroon waarbij de tussenruimten of openingen ten minste gedeeltelijk begrensd worden door doorlopende lijnen. Bij voorkeur zijn deze doorlopende lijnen georganiseerd in een raster, waarbij ten minste één doorlopende lijn in een andere richting georiënteerd is dan een andere doorlopende lijn, en de verschillend georiënteerde doorlopende lijnen elkaar kruisen. Het verschil in oriëntatie kan overeenkomen met eender welke hoek. De doorlopende lijnen kunnen recht zijn of kunnen een willekeurige of welbepaalde gebogen vorm vertonen. Het aanbrengen van lijm in doorlopende lijnen stelt als voordeel dat elke doorlopende lijn in één ononderbroken beweging kan worden aangebracht.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de tussenpagina van de meerlagige informatiedrager voorzien van de lijm in een bedekkingsgraad van ten minste 5%, bij voorkeur ten minste 10%, waarbij de bedekkingsgraad uitgedrukt is ten opzichte van de oppervlakte van de informatiedrager. Met andere woorden is ten minste 5%, bij voorkeur ten minste 10%, van de oppervlakte van de tussenpagina van de meerlagige informatiedrager voorzien van de lijm en bijgevolg bedekt met de lijm. Dergelijke bedekkingsgraden van lijm zijn gewenst wanneer een voldoende hechting van een informatiedrager over zijn gehele oppervlakte aan de volgende laag van de meerlagige informatiedrager nagestreefd wordt, zodat de tussenpagina’s bij normale stockage gesloten blijven. In alternatieve uitvoeringsvormen, waarbij het gewenst is slechts een gedeelte of gedeeltes van de oppervlakte van de een laag te hechten aan de volgende laag bij opslag en/of gebruiksomstandigheden, kunnen lagere bedekkingsgraden van de lijm nagestreefd worden. Wanneer de achterzijde van de informatiedrager wordt voorzien met lijm in een discontinu patroon, wordt de bedekkingsgraad bepaald door de grootte, de vorm, het aantal en de dichtheid van de tussenruimten of openingen in het discontinu patroon.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de lijm voorzien van de coating in een bedekkingsgraad van ten minste 70%, en ten hoogste 95%, bij voorkeur ten hoogste 90%, waarbij de bedekkingsgraad uitgedrukt is ten opzichte van de oppervlakte van de tussenpagina. Wanneer de lijm wordt voorzien van de coating in een discontinu patroon, wordt de bedekkingsgraad van de coating bepaald door de grootte, de vorm, het aantal en de dichtheid van de tussenruimten of openingen in het discontinu patroon. Gewenste bedekkingsgraden van de coating kunnen afhankelijk zijn van de gewenste bedekkingsgraden van de lijm, en vice versa. Indien een hechting van een laag over zijn gehele oppervlakte aan een volgende laag wordt nagestreefd bij opslag en/of gebruiksomstandigheden, kan bijvoorbeeld een lage bedekkingsgraad van de lijm best gecombineerd worden met een lage bedekkingsgraad van de coating. In alternatieve uitvoeringsvormen, waarbij het gewenst is slechts een gedeelte of gedeeltes van de oppervlakte van de informatiedrager te hechten aan de herbruikbare consumptieverpakking bij opslag en/of gebruiksomstandigheden, kunnen hogere bedekkingsgraden van de coating nagestreefd worden.

Volgens een aspect van de informatiedrager bestaat de informatiedrager uit papier of uit een filmmateriaal. Met de term "filmmateriaal" wordt verwezen naar een kunststofmateriaal in een dunne laag. Niet-limiterende voorbeelden van kunststofmaterialen die als filmmateriaal kunnen fungeren zijn polypropyleen, polyethyleen en polyvinylchloride.

Volgens een aspect van de informatiedrager heeft het papier een gramgewicht van 60 tot 115 g/m2, gemeten volgens ISO 536.

Volgens een aspect van de informatiedrager heeft het filmmateriaal een gramgewicht van 30 tot 96 g/m2, gemeten volgens ISO 536.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een consumptieverpakking, bijvoorbeeld een herbruikbare fles uit kunststof of glas, voorzien van een informatiedrager, waarbij de informatiedrager een informatiedrager betreft volgens de huidige uitvinding.

In een derde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van meerlagige informatiedragers voor verpakkingen, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het voorzien van een bovenste webmateriaal; - het aanbrengen van een lijmlaag en eventueel een bedrukking op een zijde van het bovenste webmateriaal; - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het bovenste webmateriaal; - het voorzien van een tussen webmateriaal; - het voorzien van een lijmlaag en eventueel een bedrukking op een zijde van het tussen- webmateriaal - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het tussen webmateriaal - deze laatste 3 stappen kunnen zich herhalen volgens het aantal lagen van de meerlagige informatiedrager - het voorzien van een onderste webmateriaal; - het voorzien van een lijmlaag en eventueel een bedrukking op een zijde van het onderste webmateriaal - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het onderste webmateriaal - het stansen van informatiedragers in het webmateriaal; waarbij de lijmlaag voorzien is in een discontinu patroon.

De werkwijze is geschikt voor het produceren van meerlagige Informatiedragers waarbij bij opslagomstandigheden de tussenpagina’s gesloten blijven en bij gebruiksomstandigheden de tussenpagina’s kunnen worgen geopend en hersloten. In een eerste stap van de werkwijze wordt een webmateriaal voorzien. Een "webmateriaal" wordt gedefinieerd als een in de lengterichting uitgestrekt web. Het webmateriaal bestaat uit een laag van papier of uit een laag van een filmmateriaal. Niet-limiterende voorbeelden van kunststofmaterialen die als filmmateriaal kunnen fungeren zijn polypropyleen, polyethyleen en polyvinylchloride.

In een tweede stap wordt een laag van lijm of een lijmlaag aangebracht op een zijde van het webmateriaal. Bij voorkeur vertoont de lijmlaag een beperkte dikte. Het webmateriaal voorzien van een lijmlaag wordt middels de lijmlaag aangebracht op een drager. Met de term "drager" wordt verwezen naar een materiaal uit papier, kunststof, stof, folie of eender ander materiaal dat geschikt is om de lijmlaag van de omgeving af te schermen. De drager fungeert als een bescherming van de lijmlaag totdat de meerlagige informatiedrager op een verpakking dient te worden aangebracht, zodat de informatiedrager voorzien van een lijmlaag kan worden opgeslagen en gehanteerd zonder dat de lijmlaag zich kan hechten aan andere informatiedragers of andere objecten. De drager kan voorzien zijn van een loslatende deklaag om te verzekeren dat de informatiedrager eenvoudig van de drager kan verwijderd worden en dat de lijmlaag aan de informatiedrager gehecht blijft wanneer deze van de drager gescheiden wordt. Het webmateriaal beschermd door de drager kan een reinigingsstap, middels een waterige oplossing ondergaan. Daarnaast kan het webmateriaal een coronabehandeling ondergaan. Zowel de reinigingsstap als de coronabehandeling zijn onder meer gericht op een verhoging van de oppervlaktespanning van het webmateriaal, wat een betere hechting van inkt op deze laatste mogelijk maakt. De informatiedrager voorzien van een lijmlaag, dewelke aangebracht is op een drager, kan worden opgeslagen in rollen. Dergelijke rollen worden vervolgens afgerold voor verdere bewerkingsstappen.

In een derde stap wordt een zijde van het webmateriaal, tegenovergesteld aan de zijde van het webmateriaal voorzien van een lijmlaag, voorzien van een bedrukking. De bedrukking kan aangebracht worden middels verscheidene processen, zoals, bijvoorbeeld, flexografisch printen, gravure printen, zeefdrukken, warm persen, koud persen, warme-folie printen, koude-folie printen, letterdruk printen, rotogravure printen, offset printen en/of digitaal printen. Niet-limiterende voorbeelden van digitale printtechnieken zijn inkjet printen en laserprinten.

Een vierde stap van de werkwijze betreft het aanbrengen van de lijm en bedrukken van de tussenpagina(‘s). Hierbij wordt een zijde van het tussen-webmateriaal voorzien van een lijmlaag en eventueel een bedrukking op een zijde van het tussen-webmateriaal. Daarna wordt een tegenovergestelde zijde van het tussen webmateriaal voorzien van een bedrukking. Deze vierde stap kan zich herhalen volgens het aantal lagen van de meerlagige informatiedrager

Een vijfde stap van de werkwijze betreft het stansen van informatiedragers in het webmateriaal. Bij voorkeur wordt een mal gebruikt om de informatiedragers in het webmateriaal te stansen. Na het stansen wordt de rest van het webmateriaal verwijderd en worden de informatiedragers omgespoeld naar eindrollen. Deze eindrollen kunnen worden begrepen als cilindervormige structuren waarop gewenste hoeveelheden aan meerlagige informatiedragers, nog steeds middels een lijmlaag aangebracht op een drager, kunnen worden aangebracht. Het gebruik van deze werkwijze laat de productie van informatiedragers op grote schaal toe. Een eindgebruiker kan vanaf een eindrol informatiedragers van de drager scheiden, waarna de informatiedragers middels hun lijmlaag aan verpakkingen, zoals bijvoorbeeld flessen uit kunstof of glas, kunnen worden bevestigd. De lijmlaag op de tussen-webmateriaal wordt middels de werkwijze voorzien van in een discontinu patroon. Het voorzien van de lijmlaag in een discontinu patroon is een manier om, wanneer een informatiedrager op een verpakking wordt aangebracht, voor een voldoende hechting tussen de lagen van de informatiedrager bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden te zorgen, terwijl de hoeveelheid gebruikte lijm beperkt wordt en het openen en hersluiten van de tussenpagina’s wordt vereenvoudigd. Het voorzien van de lijmlaag in een discontinu patroon vereist, voor een bedekking van de informatiedrager met lijm in een bepaalde dikte, minder lijm dan wanneer de lijmlaag zou worden voorzien in een continue laag. Het voorzien van een lagere hoeveelheid lijm levert een economisch voordeel. Ook zal een lagere hoeveelheid lijm een voordeel bieden bij het openen en hersluiten van de tussenpagina’s van een informatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking in vergelijking met een hogere hoeveelheid lijm.

Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een laag van een coating of een coatinglaag aangebracht op de lijmlaag. In deze uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de coatinglaag aangebracht op de lijmlaag nadat de lijmlaag aangebracht is op een zijde van het webmateriaal. Zoals hoger beschreven is een webmateriaal waarop, volgens een stap van de werkwijze, een lijmlaag op een zijde is aangebracht, middels de lijmlaag aangebracht op een drager. Om de coatinglaag te kunnen aanwenden, wordt de drager eerst verwijderd van het webmateriaal voorzien van een lijmlaag. Nadat coatinglaag, middels een zijde van de coatinglaag, aangebracht is op de lijmlaag, wordt de drager aangebracht op een tegenovergestelde zijde van de coatinglaag. In een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een coatinglaag op de lijmlaag aangebracht voordat het webmateriaal van een bedrukking wordt voorzien. Bij voorkeur vertoont de coatinglaag een beperkte dikte.

Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de coatinglaag aangebracht in een discontinu patroon. Het voorzien van de coatinglaag in een discontinu patroon is een manier om de coatinglaag op de lijmlaag te voorzien en tegelijk een voldoende hechting tussen de lagen van een informatiedrager bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden toe te laten. Het voorzien van coatinglaag op de lijmlaag in een discontinu patroon zorgt immers voor bepaalde zones van de lijmlaag die bedekt zijn met de coating, terwijl andere zones van de lijmlaag niet bedekt zijn met het de coating. De zones van de lijm die niet bedekt zijn met de coating, oftewel de onbedekte zones van de lijm, kunnen bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden nog steeds een voldoende hechting tussen de lagen van een meerlagige informatiedrager. Ter hoogte van de zones van de lijm die voorzien zijn van de coating, oftewel de bedekte zones van de lijm, wordt de klevende werking van de lijm ten opzichte van de volgende laag, geneutraliseerd. Door deze neutralisatie van de klevende werking van de lijm zal het voorzien van een coating in een discontinu patroon op de lijm bijgevolg het openen en hersluiten van de tussenpagina’s vereenvoudigen.

Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze is het webmateriaal aan een zijde al voorzien van een lijmlaag, en wordt de coatinglaag op deze lijmlaag aangebracht. Met andere woorden is in deze uitvoeringsvorm het webmateriaal, dat voorzien wordt als een eerste stap van de werkwijze, reeds voorzien van een lijmlaag.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze is de lijmlaag al voorzien in een discontinu patroon. Met andere woorden is in deze uitvoeringsvorm het webmateriaal, dat voorzien wordt als een eerste stap van de werkwijze, reeds voorzien van een lijmlaag in een discontinu patroon.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een gebruik van de werkwijze volgens de huidige uitvinding voor de productie van een informatiedrager volgens de huidige uitvinding.

Figuur 1 is een schets van een mogelijke uitvoeringsvorm van een meerlagige informatiedrager voorzien van een lijm, welke lijm in een discontinu patroon werd aangebracht, volgens de huidige uitvinding. Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan de lijm en/of de coating in een discontinu patroon worden aangebracht. Verschillende mogelijke uitvoeringsvormen van een discontinu patroon volgens de huidige uitvinding zijn weergegeven in Figuren 3 en 4.

Figuur 2 is een schets van een mogelijke uitvoeringsvorm van een meerlagige informatiedrager volgens de huidige uitvinding, gekleefd op een verpakking.

Figuur 3 vertoont een patroon als discontinu patroon. De weergegeven lijnen zijn recht en hebben eenzelfde breedte. De weergegeven lijnen van het lijnenpatroon zijn meer bepaald georganiseerd in een raster, waarbij het verschil in oriëntatie tussen verschillend georiënteerde lijnen overeenkomt met 90 °. De rechte lijnen zijn op een dusdanige manier ten opzichte van elkaar geplaatst dat de tussenruimten of openingen van het discontinu patroon elk de vorm van een vierkant met gelijke dimensies vertonen. Het aanbrengen van lijm in een dergelijk discontinu patroon op de achterzijde van een informatiedrager zorgt voor een voldoende hechting tussen de verschillende lagen van de informatiedrager, terwijl de hoeveelheid gebruikte lijm beperkt wordt en het openen en hersluiten van de verschillende tussenpagina’s mogelijk.

Figuur 4 vertoont een patroon als discontinu patroon. Het patroon is opgebouwd uit gelijke vierkantjes. De vierkantjes zijn georganiseerd in een raster. Het aanbrengen van lijm in een dergelijk discontinu patroon op de achterzijde van een informatiedrager zorgt voor een voldoende hechting tussen de verschillende lagen van de informatiedrager, terwijl de hoeveelheid gebruikte lijm beperkt wordt en het openen en hersluiten van de verschillende tussenpagina’s mogelijk.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven aan de hand van een niet-limiterend voorbeeld dat de uitvinding illustreert, en dat niet bedoeld is of geïnterpreteerd mag worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELD

In een test werden identieke informatiedragers elk voorzien van een discontinue laag van een lijm. Als informatiedrager werd PP film aangewend met een gramgewicht, gemeten volgens ISO 536, van 60 g/m2, een lengte van 270 mm en een breedte van 145 mm. Specifiek werd de lijm aangebracht in 4 verschillende patronen, waarbij de bedekkingsgraad varieerde per individueel patroon. Naar deze 2 aanbrengingswijzen wordt in de huidige tekst verwezen als “Patroon 1” en “Patroon 2”. Patroon 1 komt overeen met een discontinue lijmlaag voorzien in een bedekkingsgraad van 12% volgens het discontinu patroon van Figuur 3. Patroon 2 komt overeen met een discontinue lijmlaag voorzien in een bedekkingsgraad van 15% volgens het discontinu patroon van Figuur 4. Middels de lijm werd de informatiedragers omgevormd tot een meerlagige informatiedrager. Deze meerlagige informatiedrager werd op een plastic verpakking aangebracht. Concreet werden volgens bovenstaande omschrijving 2 verschillende stalen verkregen, welke stalen in deze tekst benoemd worden als "Staal 1’ en "Staal 2". Staal 1 komt overeen met een verpakking voorzien van een meerlagige informatiedrager middels de lijm, waarbij de lijm voorzien is van Patroon 1. Staal 2 komt overeen met een verpakking voorzien van een meerlagige informatiedrager middels de lijm, waarbij de lijm voorzien is van Patroon 2.

Elk staal werd 20 keer geopend en hersloten. Vervolgens werd er nagegaan of de informatiedragers nog steeds een correct functionaliteit bezit: een voldoende hechting tussen de verschillende lagen van de informatiedrager, terwijl de hoeveelheid gebruikte lijm beperkt wordt en het openen en hersluiten van de verschillende tussenpagina’s mogelijk. Per staal werden twaalf herhalingen uitgevoerd. Elke herhaling bestond uit het voorzien van een plastic verpakking van een meerlagige informatiedrager volgens bovenstaande specificaties, waarna de meerlagige informatiedrager 20 keer werden geopend en hersloten. Alle stalen konden correct geopend en hersloten worden. Staal 2 kleeft echter sterker dan staal 1 en is hierdoor beter geschikt voor grotere verpakkingen. Staal 1 kleeft minder en is hierdoor beter geschikt voor papieren meerlagige informatiedragers.Het behoud van de volledige functionaliteit wijst op de geschiktheid van een productiewijze volgens de huidige uitvinding voor het produceren van meerlagige informatiedragers.

Claims (18)

1. CONCLUSIES

   1. Informatiedrager voor een meerlagige informatiedrager voor een verpakking, bijvoorbeeld een fles uit kunststof of glas, omvattende minstens twee lagen waarvan een voorzijde voorzien is van informatie, tussenpagina’s voorzien zijn van informatie en te minste gedeeltelijk voorzien zijn van een lijm en een achterzijde ten minste gedeeltelijk voorzien is van een lijm.
2. 2. Informatiedrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lijm in een discontinu patroon is voorzien. .
3. 3. Informatiedrager volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de lijm ten minste gedeeltelijk voorzien is van een coating.
4. 4. Informatiedrager volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de coating in een discontinu patroon is voorzien.
5. 5. Informatiedrager volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het discontinu patroon bestaat uit een lijnenpatroon.
6. 6. Informatiedrager volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het discontinu patroon bestaat uit een veelvoud van geometrische figuren.
7. 7. Informatiedrager volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de tussenpagina’s voorzien zijn van de lijm in een bedekkingsgraad van ten minste 5%, bij voorkeur ten minste 10%, waarbij de bedekkingsgraad uitgedrukt is ten opzichte van de oppervlakte van de informatiedrager.
8. 8. Informatiedrager volgens één der conclusies 2-7, met het kenmerk, dat de lijm voorzien is van de coating in een bedekkingsgraad van ten minste 70%, en ten hoogste 95%, bij voorkeur ten hoogste 90%, waarbij de bedekkingsgraad uitgedrukt is ten opzichte van de oppervlakte van de informatiedrager.
9. 9. Informatiedrager volgens één der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de informatiedrager bestaat uit papier of uit een filmmateriaal.
10. 10. Informatiedrager volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het papier een gramgewicht heeft van 60 tot 115 g/m2, gemeten volgens ISO 536.
11. 11. Informatiedrager volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het filmmateriaal een gramgewicht heeft van 30 tot 96 g/m2, gemeten volgens ISO 536.
12. 12. Verpakking, bijvoorbeeld een fles uit kunststof of glas, voorzien van een informatiedrager, met het kenmerk, dat welke informatiedrager een informatiedrager betreft volgens één der conclusies 1-11.
13. 13. Werkwijze voor het produceren van afwasbare informatiedragers voor herbruikbare consumptieverpakkingen, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het voorzien van een bovenste webmateriaal; - het aanbrengen van een lijmlaag en eventueel een bedrukking, op een zijde van het bovenste webmateriaal; - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het bovenste webmateriaal; - het voorzien van een tussen webmateriaal; - het voorzien van een lijmlaag en eventueel een bedrukking op een zijde van het tussen- webmateriaal - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het tussen webmateriaal - deze laatste 3 stappen kunnen zich herhalen volgens het aantal lagen van de meerlagige informatiedrager - het voorzien van een onderste webmateriaal; - het voorzien van een lijmlaag en eventueel een bedrukking op. een zijde van het onderste webmateriaal - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het onderste webmateriaal - het stansen van informatiedragers in het webmateriaal; waarbij de lijmlaag voorzien is in een discontinu patroon. met het kenmerk, dat de lijmlaag voorzien is in een discontinu patroon.
14. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat een coatingiaag aangebracht wordt op de lijmlaag.
15. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de coatingiaag wordt aangebracht in een discontinu patroon.
16. 16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het webmateriaal aan een zijde al voorzien is van een lijmlaag, en de coatingiaag op deze lijmlaag wordt aangebracht.
17. 17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de lijmlaag al voorzien is in een discontinu patroon.
18. 18. Gebruik van een werkwijze volgens één der conclusies 13-17, waarbij de werkwijze gebruikt wordt voor de productie van een informatiedrager volgens één der conclusies 1-11.