BE1023224B1 - Inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast - Google Patents

Inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast Download PDF

Info

Publication number
BE1023224B1
BE1023224B1 BE2015/5393A BE201505393A BE1023224B1 BE 1023224 B1 BE1023224 B1 BE 1023224B1 BE 2015/5393 A BE2015/5393 A BE 2015/5393A BE 201505393 A BE201505393 A BE 201505393A BE 1023224 B1 BE1023224 B1 BE 1023224B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
granules
conveyor belt
polymer film
packaging
infinite
Prior art date
Application number
BE2015/5393A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1023224A1 (nl
Inventor
Gunter HERMANS
Joris Helena E IMSCHOOT
Original Assignee
Plantacote Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Plantacote Nv filed Critical Plantacote Nv
Priority to BE2015/5393A priority Critical patent/BE1023224B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1023224A1 publication Critical patent/BE1023224A1/nl
Publication of BE1023224B1 publication Critical patent/BE1023224B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C05FERTILISERS; MANUFACTURE THEREOF
    • C05GMIXTURES OF FERTILISERS COVERED INDIVIDUALLY BY DIFFERENT SUBCLASSES OF CLASS C05; MIXTURES OF ONE OR MORE FERTILISERS WITH MATERIALS NOT HAVING A SPECIFIC FERTILISING ACTIVITY, e.g. PESTICIDES, SOIL-CONDITIONERS, WETTING AGENTS; FERTILISERS CHARACTERISED BY THEIR FORM
    • C05G5/00Fertilisers characterised by their form
    • C05G5/30Layered or coated, e.g. dust-preventing coatings
    • C05G5/37Layered or coated, e.g. dust-preventing coatings layered or coated with a polymer
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01JCHEMICAL OR PHYSICAL PROCESSES, e.g. CATALYSIS OR COLLOID CHEMISTRY; THEIR RELEVANT APPARATUS
    • B01J2/00Processes or devices for granulating materials, e.g. fertilisers in general; Rendering particulate materials free flowing in general, e.g. making them hydrophobic
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B9/00Enclosing successive articles, or quantities of material, e.g. liquids or semiliquids, in flat, folded, or tubular webs of flexible sheet material; Subdividing filled flexible tubes to form packages
    • B65B9/02Enclosing successive articles, or quantities of material between opposed webs

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Abstract

Inrichting om korrels of granulaten (6) te verpakken in polymeerfilm omvattende een bovenste (2) en een onderste oneindige transportband (3), die elk voorzien zijn van een inrichting om polymeerfilm aan te brengen op hun oppervlak. Beide transportbanden hebben een oppervlak met gelijke compartimenten (39) voor het opnemen van korrels of granulaten (6), die begrensd worden door een snijrooster (40), en zijn elk ook voorzien van een aandrukrol (23, 24) die de aangebrachte polymeerfilm snijdt. De bovenste transportband (2) voorziet de korrel of het granulaat, éénzijdig van een polymeerfilm (8), waarna de onderste transportband (3), na verticale overdracht van de éénzijdig beklede korrels of granulaten naar de gelijke compartimenten (39) van de onderste transportband (3) die ermee gesynchroniseerd loopt, ook de andere zijde van de granulaten voorziet van een polymeerfilm (14). Beide polymeerfilmhelften overlappen elkaar en smelten samen, zodat granulaten volledig ingekapseld in polymeerfilm (19) uit de inrichting komen.

Description

Inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten. Onder granulaten worden verstaan allerlei vormen zoals brokken of tabletten of nog andere.
Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het verpakken van meststoffen met langzame of gecontroleerde afgifte bestemd voor de landbouw of de plantenteelt.
Een meststof is een organisch of anorganisch materiaal van natuurlijke of synthetische oorsprong dat aan de bodem wordt toegevoegd om voedingsstoffen aan de planten te verschaffen die essentieel zijn voor de groei van de planten.
Men onderscheidt organische meststoffen, samengesteld uit plantaardige of dierlijke bestanddelen, en anorganische meststoffen. Planten absorberen de vereiste voedingsstoffen slechts als deze aanwezig zijn in de vorm van goed oplosbare chemische verbindingen. Organische meststoffen bevatten een lagere concentratie aan voedingsstoffen voor planten en vereisen voorafgaande verzameling, behandeling, transport en verdeling over de bodem. Anorganische voedingsstoffen worden gemakkelijk opgelost en verdeeld over de bodem. De opgeloste anorganische meststoffen worden vlot opgenomen door de wortels van de planten.
Een probleem dat zich stelt bij het toedienen van meststoffen aan planten, is dat een overmaat aan meststoffen in de nabijheid van planten, kan resulteren in het verbranden of beschadigen van de wortels en in ongewenst verlies van voedingsstoffen aan het grondwater. Daarom is het dikwijls nodig de meststoffen toe te dienen in meerdere kleinere dosissen gedurende het groeiseizoen, in plaats van éénmalig een grote dosis.
Deze manier van werken vereist meer werk en kosten, en kan zelfs leiden tot beschadiging van de gewassen door de herhaalde doorgangen van machines voor de verspreiding van meststoffen. Om hieraan te verhelpen, werden meststoffen met langzame of gecontroleerde afgifte ontwikkeld. Deze worden minder frequent toegediend gedurende het groeiseizoen en geven geleidelijk de meststoffen af over het hele groeiseizoen.
De technisch meest ontwikkelde meststoffen met langzame of gecontroleerde afgifte zijn de met polymeer bedekte meststoffen. Deze meststoffen met langzame of gecontroleerde afgifte worden typisch vervaardigd door een laag van water-onoplosbaar en semi-doorlatend polymeer aan te brengen op meststofkorrels of -granulaten. Eén methode om een dergelijke polymeerlaag aan te brengen is het bekleden met een reactieve laag, waarbij de chemische monomeren aan het oppervlak van de meststofgranules met elkaar reageren, met vorming van bijvoorbeeld een polyurethaan polymeer.
Nog een methode bestaat erin een oplossing van een polymeer op de meststofgranules te sproeien en het oplosmiddel te laten verdampen, met vorming van een polymere film. Deze methode met vloeibaar bed bekleding is echter duur wegens de vereiste van het gebruik van een solvent en een duur solvent- recuperatiesysteem.
De meest kritische eigenschap van dergelijke meststoffen met langzame afgifte is de doorlaatbaarheid voor vocht van de bekleding, die door de dikte van de polymere bekleding beïnvloed wordt. De afgifte van de meststoffen gebeurt door diffusie doorheen de bekleding en de uniformiteit van de afgifte hangt af van de uniformiteit van de dikte van de bekleding.
De methode met het sproeien van een polymeer op meststofgranules kan deze uniforme dikte van polymere bekleding niet waarborgen, aangezien er gesproeid wordt op korrels en granules van verschillende grootte die door mekaar rollen in een roterende ton of in een verticale kolom met vloeibaar bed. Dit probleem wordt alleen maar erger indien de vorm onregelmatig en niet sferisch is. Dit alles leidt ertoe dat de kost voor het bekleden dikwijls vier- tot zesmaal hoger is dan de kost van de conventionele meststof zelf.
Nog een nadeel van deze bekende methodes is dat ze veelal batch processen zijn, en dus minder geschikt zijn voor een continu proces, hetgeen de kost van de vervaardiging verhoogt.
Nog een nadeel van de bekende methodes is dat dikwijls meerdere herhaalde opdrachten van een laag polymeer nodig zijn om de vereiste dikte te bereiken. WO 2014/031501 beschrijft een methode om meststoffen te voorzien van een polymere bekleding in één enkele doorgang van een machine, waarbij de polymere bekleding van de meststoffen een uniforme en precieze dikte heeft.
Deze methode brengt de polymere bekleding aan in twee stappen. In een eerste stap worden de granulaten van meststoffen gedeeltelijk bekleed met een eerste polymere film. Daarna wordt in een tweede stap een tweede polymere film aangebracht op het overblijvende onbeklede oppervlak van de meststoffen om de meststofgranules in te kapselen tussen twee polymere filmen. De meststoffen worden langzaam afgegeven over een bepaalde periode door diffusie door de eerste polymere film of door de tweede polymere film.
In deze methode voert een machine beide stappen uit in één doorgang en is deze uitgerust met twee koelrollen die samenwerken en elk uitgerust zijn met uitsparingen.
De uitsparingen van de eerste koelrol worden gevuld met een gepaste hoeveelheid korrels of granulaten van meststof en vervolgens wordt een geëxtrudeerde polymeerfilm over de eerste koelrol· aangebracht, die een partiële bedekking van de meststof door een eerste polymere film aanbrengt. De meststof, partieel bedekt met een polymere film wordt vervolgens overgedragen naar een overeenstemmende uitsparing van een tweede koelrol, waar een tweede geëxtrudeerde polymeerfilm over de koelrol wordt aangebracht, waarmee het nog niet beklede gedeelte van de meststof nu ook bekleed wordt met de tweede polymeerfilm, en waarbij de eerste polymeerfilm overlapt met de tweede polymeerfilm rond de meststof waardoor beide filmen gefuseerd worden en een volledige inkapseling van de meststof vormen.
Een nadeel van deze methode is dat de meststoffen tijdens het doorlopen van de beide koelrollen van één uitsparing naar een andere moeten overgedragen worden op een niet verticale manier, zodat bij het overgaan van de eerste koelrol naar de tweede koelrol de mestkorrels zich niet altijd goed positioneren.
Nog een nadeel van deze methode is dat de uitsparingen een beperkte en niet instelbare diepte hebben, zodat een variërende korrelgrootte in de praktijk niet goed opgevangen kan worden en het adequaat uitsteken van de korrel voor het bekleden met folie niet gewaarborgd kan worden.
Een bijkomend nadeel van deze methode is dat de snijding van het polymeer afhankelijk is van een goede aanzuiging tegen de koelrollen. De onderlinge afstand tussen de uitsparingen waarvan de randen een snijwerking vertonen op de polymeerfilm, zorgt er ook voor dat veel van de aangebrachte polymeerfilm niet op de korrels in de uitsparingen terecht komt maar op het oppervlak van de koelrollen achterblijft.
De polymeeraanzuiging en de overdracht van de korrels verloopt via één vacuümsysteem, waardoor een onstabiel vacuüm wordt verkregen voor beide doeleinden.
Een nadeel van dit onstabiele vacuüm is dat bij onvoldoende vacuüm de korrel kan wegtrekken door de cohesie van het polymeer na de eerste bekledingsfase en daardoor niet op de gewenste manier omsloten wordt door de polymeerfilm.
Nog een nadeel van deze methode is dat in de uitsparingen in de koelrollen resten van meststof, polymeerfilm of verontreinigingen zich verzamelen, omdat de uitsparingen niet actief gereinigd worden na elke doorgang.
Een bijkomend nadeel is ook dat deze methode gebruik maakt van een roterende pin (zie figuur 5 in US2013/055486) die voor volgende moeilijkheden zorgt: - een sterk verlies aan aanzuiging door vacuüm vanwege het lichten van de korrel; - een mogelijkheid tot wegtrekken van de korrel door de cohesie van het polymeer na de eerste bekledingsfase; - onvolledige bekleding op de plaats waar de pin de korrel omhoog houdt; onvolledige of slechte coating omdat de afgesneden polymeer film moeilijk netjes tot onder de korrel kan gezogen worden.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een inrichting om korrels of granulaten te verpakken in polymeerfilm door middel van een bovenste en een onderste oneindige transportband, die elk voorzien zijn van een inrichting om polymeerfilm aan te brengen op hun oppervlak dat bestaat uit gelijke compartimenten voor het opnemen van korrels of granulaten, die begrensd worden door een snijrooster, en waarbij elke transportband ook voorzien is van een aandrukrol met regelbare indrukking die de polymeerfilm snijdt, en waarbij de bovenste transportband de korrels of granulaten éénzijdig voorziet van een polymeerfilm, waarna de onderste transportband, na overdracht van de éénzijdig beklede granulaten naar de overeenstemmende gelijke compartimenten van de onderste transportband die er gesynchroniseerd tegenover lopen, ook de andere zijde van de korrels of granulaten voorziet van een polymeerfilm waarbij beide polymeerhelften elkaar overlappen en samensmelten, zodat granulaten volledig ingekapseld in polymeerfilm uit de inrichting komen.
Een voordeel van een dergelijke inrichting is dat de snijding van het polymeer door het snijrooster er voor zorgt dat er geen polymeerfilm achterblijft op de oneindige transportbanden maar dat elk stuk ervan gebruikt wordt voor het inkapselen van korrels of granulaten.
Nog een bijkomend voordeel van een dergelijke inrichting is dat het doorsnijden van de polymeer niet meer afhankelijk is van een goede aanzuiging van de polymeerfilm, aangezien het snijden nu gebeurt door het indrukken van het snijrooster door een aandrukrol.
Een ander voordeel van een dergelijke inrichting is dat het beweegbaar snij rooster het gebruik van een roterende pin, om de korrels of granulaten omhoog te houden, overbodig maakt, zodat de eraan verbonden nadelen verdwijnen.
Bij voorkeur bestaat de inrichting om polymeerfilm aan te brengen uit een extrusie-machine die polymeerfilm afscheidt om de compartimenten af te dekken.
Een voordeel van het gebruik van een extrusie-machine .is dat de polymeerfilm niet meer verwarmd hoeft te worden, maar reeds warm op het oppervlak van een oneindige transportband kan gebracht worden.
De inrichting om polymeerfilm aan te brengen kan ook bestaan uit een laminator die reeds voorgevormde polymeerf olie op rol aanbrengt op de af te dekken compartimenten.
Een voordeel van een dergelijke laminator is dat de laagdikte van het polymeer uniform blijft en desgewenst ook verwarmd kan worden tot een gewenste temperatuur voor het aanbrengen op een oneindige transportband.
Bij voorkeur bestaat het snij rooster, dat in hoogte verstelbaar is, uit een rooster van prismavormige messen dat op een samendrukbare inrichting rust, die geperforeerd is aan de voet van elk compartiment gevormd door het snij rooster.
Een voordeel van een dergelijk snij rooster, is dat de compartimenten op de oneindige loopbanden een instelbare diepte hebben, doordat het snij rooster in hoogte verstelbaar is. De hoogte van het compartiment wordt bepaald door de indrukking van het snijrooster door een aandrukrol die de samendrukbare inrichting samendrukt, en die steeds zorgt voor het adequaat uitsteken van de korrel of het granulaat voor het bekleden met folie.
Bij voorkeur maakt de bovenste oneindige transportband met zijn onderste zijde synchroon contact met de bovenste zijde van de onderste oneindige transportband, waardoor de inhoud van elk compartiment in de bovenste transportband door gravitatie en/of zuigkracht verticaal overgedragen wordt naar een overeenstemmend compartiment op de onderste transportband.
Een voordeel van een dergelijk synchroon contact is dat de overdracht van de korrels of granulaten van de eerste naar de tweede oneindige transportband op een verticale manier gebeurt, zodat bij het overgaan van de eerste transportband naar de tweede transportband de korrels of granulaten zich in de juiste stand bevinden voor een tweede filmopdracht op de nog niet beklede zijde.
Bij voorkeur is elke oneindige transportband uitgerust met twee aanzuigzones, een eerste om de foliebedekking aan te zuigen tegen het oppervlak van de transportband na het aanbrengen van de folie, en een tweede om de inhoud van de compartimenten vast te houden op hun sokkel vóór en na transfer van de bovenste oneindige transportband naar de onderliggende oneindige transportband of de onderliggende verzamelaar.
Een voordeel van deze aanzuigzones is dat de aanzuiging niet gebeurt via één vacuümsysteem, maar wel door vier vacuümsystemen, elk voor een specifiek doel op één van de twee oneindige transportbanden, zodat elk vacuümsysteem stabiel is en niet beïnvloed wordt door een ander vacuümsysteem.
Bij voorkeur is elke oneindige transportband uitgerust met een reinigingssysteem voor het reinigen van lege compartimenten. Dit reinigingssysteem kan bestaan uit een blaasinrichting met perslucht of nog andere systemen.
Een voordeel van dergelijke reinigingssystemen is dat de compartimenten actief gereinigd worden na elke doorgang van een oneindige transportband waardoor verontreinigingen voorkomen worden.
Bij voorkeur zijn de twee oneindige transportbanden met elkaar verbonden door een synchron!satie-inrichting, die de snelheid van beide transportbanden gelijk aan elkaar houdt.
Een voordeel van de synchronisatie-inrichting is dat de compartimenten op de bovenste oneindige transportband en de compartimenten op de onderste oneindige transport steeds perfect met elkaar zijn opgelijnd in de contactzone tussen de onderzijde van de bovenste oneindige transportband en de bovenzijde van de onderste oneindige transportband. Deze oplijning maakt de overdracht van de korrels of granulaten van de eerste naar de tweede oneindige transportband mogelijk, maar zorgt er tevens voor dat de korrels of granulaten zich in de juiste stand bevinden op de tweede oneindige transportband voor een tweede filmopdracht op het nog niet bedekte gedeelte van de korrels of granulaten.
Bij voorkeur zijn de gelijke compartimenten aan het oppervlak van beide oneindige transportbanden elk voorzien zijn van een sokkel met trechtervormige bovenkant, waarop korrels of granulaten kunnen rusten.
Een voordeel van deze trechtervormige bovenkant op de sokkel is dat de korrels of granulaten automatisch naar het centrum van de trechter zullen rollen na het aanbrengen in het compartiment.
Bij voorkeur is de sokkel met trechtervormige bovenkant voorzien van een centraal aanzuigkanaal voor vacuümzuiging, waarmee de korrels of granulaten kunnen vastgehouden worden op de sokkel, en is de trechtervormige bovenkant van de sokkel voorzien van kleine holle groeven, die uitmonden in het centrale aanzuigkanaal voor vacuümzuiging, om het afsluiten van het aanzuigkanaal te voorkomen en daardoor een aanzuigstroom onderhouden voor de polymeerfilm.
Bij voorkeur bestaan de korrels of granulaten uit meststoffen voor planten.
Een voordeel van het gebruik van meststoffen is dat de afgifte aan de bodem van deze meststoffen gespreid wordt over een langere duur, doordat het polymeer een semi-permeabel polymeer Is voor water, waardoor de afgifte van de meststoffen langzaam of gecontroleerd gebeurt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch en in zijaanzicht de inrichting met twee gesynchroniseerde oneindige transportbanden met polymeerfilm-extrusie-machines volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 op grotere schaal het deel van figuur 1 aangeduid met F2 meer in detail weergeeft; figuur 3 schematisch en in zijaanzicht figuur 1 weergeeft maar waarbij nu elke transportband voorzien is van een polymeerfilm-laminator; figuur 4A schematisch en in zijaanzicht uitsparingen met schroefdraad in het oppervlak van de oneindige transportbanden weergeeft; figuur 4B figuur 4a weergeeft maar nu in bovenaanzicht ; figuur 5Δ schematisch en in zijaanzicht inschroefbare sokkels weergeeft die in de uitsparingen met schroefdraad passen; figuur 5B figuur 5a weergeeft maar nu in bovenaanzicht ; figuur 6A schematisch en in zijaanzicht een geperforeerd verend kussen weergeeft met één perforatie per uitsparing met schroefdraad; figuur 6B figuur 6a weergeeft maar nu in bovenaanzicht; figuur 7A schematisch en in zijaanzicht een snij rooster weergeeft met één roosteropening per uitsparing met schroefdraad; figuur 7B figuur 7a weergeeft maar nu in bovenaanzicht; figuur 8A schematisch en in zijaanzicht een doorsnede weergeeft van een oneindige transportband voorzien van ingeschroefde sokkels omringd door een verende inrichting waarop een snij rooster rust; figuur 8B figuur 8A weergeeft maar nu in bovenaanzicht ; figuur 9 figuur 8A weergeeft maar nu voorzien van een korrel of granulaat op elke sokkel; figuur 10 figuur 9 weergeeft maar nu met ingedrukt snijrooster en samengedrukte verende inrichting.
In figuur 1 wordt de inrichting 1 voor het bekleden met polymeerfilm van korrels of porties granulaten volgens de uitvinding in zijaanzicht weergegeven, die opgebouwd is uit een bovenste oneindige transportband 2 en een onderste oneindige transportband 3 waarvan de omloopsnelheden gesynchroniseerd worden door een synchronisatie-inrichting 4 en waarbij de bovenste transportband 2 over een lengte L contact maakt met de onderste transportband 3. De bovenste transportband 2 is voorzien van een toevoer 5 van porties 6 granulaten, en van een polymeerfilm-extrusie-machine 7, die een polymeerfilm 8 produceert die door een film pinner 9 op het oppervlak van de bovenste oneindige transportband 2 wordt vastgehecht. De bovenste transportband 2 is verder voorzien van een eerste aanzuigzone 10 onder de transportband en een tweede aanzuigzone 11 onder de eerste geleiderol 12 die samen met de tweede geleiderol 12' de bovenste transportband 2 laat roteren. De onderste transportband 3 is voorzien van een polymeerfilm-extrusie--machine 13 die een polymeerfilm 14 produceert die door een film pinner 15 op het oppervlak van de onderste oneindige transportband 3 wordt vastgehecht. De onderste transportband 3 is verder voorzien van een aanzuigzone 16 vóór de eerste geleiderol 17 van de onderste transportband 3, die samen met de tweede geleiderol 17' de onderste transportband 3 laat roteren waarbij onder de eerste geleiderol 17 een opvang 18 is voorzien voor het opvangen van ingekapselde porties granulaten 19, en verder voorzien is van een tweede aanzuigzone 20 onder de onderste transportband 3 ter hoogte van de nip 25 waar de bovenste en de onderste transportband elkaar initieel raken over een lengte L. Elke transportband is voorzien van een aandrukrol 23, 24 voor het aandrukken van het snijrooster 40, en van een reinigingsinrichting 21,22 voor het reinigen van de compartimenten 39.
In figuur 2 wordt meer in detail de nip 25 getoond waar de bovenste 2 en de onderste transportband 3 elkaar raken, waarbij de aanzuigzone 11 onder de eerste geleiderol 12 van de bovenste transportband gedeeltelijk te zien is, en de aanzuigzone 20 onder de onderste transportband 3 ter hoogte van de nip 25 volledig te zien is.
In figuur 3 wordt een variant van de inrichting 1 voor het bekleden met polymeerfilm van porties granulaten volgens de uitvinding in zijaanzicht weergegeven, die eveneens opgebouwd is uit een bovenste oneindige transportband 2 en een onderste oneindige transportband 3 waarvan de omloopsnelheden gesynchroniseerd worden door een synchronisatie-inrichting 4 en waarbij de bovenste transportband 2 over een lengte L contact maakt met de onderste transportband 3. De bovenste transportband 2 is nu echter voorzien van een polymeerfilm-laminator 26, die een polymeerfilm 27 lamineert die door een film verhitter 28 op het oppervlak van de bovenste oneindige transportband 2 wordt vastgehecht. De onderste transportband 3 is nu echter voorzien van een polymeerfilm-laminator 29 die een polymeerfilm 30 produceert die door een film verhitter 31 op het oppervlak van de onderste oneindige transportband 3 wordt vastgehecht.
In figuur 4A wordt in zijaanzicht en in figuur 4B in bovenaanzicht de basisplaat weergegeven, voorzien in het oppervlak van de eerste 2 en de tweede oneindige transportband 3, die voorzien is van vattingen 32 met schroefdraad 33.
In figuur 5A worden in zijaanzicht en in figuur 5B in bovenaanzicht sokkels 34 weergegeven, voorzien van schroefdraad 33, waarmee deze sokkels in de vattingen 32, voorzien in het oppervlak van de eerste en de tweede oneindige transportband 2, 3 kunnen geschroefd worden. De sokkels 34 zijn voorzien van een konisch trechtervormig ingangsgedeelte 35, dat uitmondt in een centraal aanzuigkanaal 36, en dat voorzien is van groeven 37 voor het aanzuigen van lucht naar het centraal aanzuigkanaal 36.
In figuur 6A wordt in zijaanzicht en in figuur 6B in bovenaanzicht een geperforeerde verende inrichting 38 weergegeven met één perforatie 39 per vatting 32 met sokkel 34, voorzien voor de oppervlakken van de eerste en tweede oneindige transportband 2, 3.
In figuur 7A wordt in zijaanzicht en in figuur 7B in bovenaanzicht een snij rooster 40 weergegeven, met perforaties 41 die overeenstemmen met de perforaties 39 van de verende inrichting 38, en met messen 42 die een snijdende werking rond elke perforatie 41 voorzien van een sokkel 34 kunnen uitoefenen.
In figuur 8A wordt in zijaanzicht en in figuur 8B in bovenaanzicht een doorsnede weergegeven van een oneindige transportband 2, 3 voorzien van sokkels 34, gevat in vattingen 32, en omringd door een verende inrichting 38, waarop een snijrooster 40 is aangebracht.
In figuur 9 wordt in zijaanzicht een doorsnede weergegeven van een oneindige transportband 2,3 voorzien van sokkels 34 voorzien van een conisch trechtervormig ingangsgedeelte 35, dat uitmondt in een centraal aanzuigkanaal 36, waarop in het trechtervormig ingangsgedeelte 35 een portie granulaat 6 wordt vastgehouden, en waarbij een snijrooster 40 met één perforatie per sokkel 34 op een verende inrichting 38 ligt die niet samengedrukt is.
In figuur 10 wordt figuur 9 weergegeven, maar waarbij nu het snijrooster 40 neerwaarts gedrukt wordt met samendrukking van de verende inrichting 38 als gevolg, waarbij een voorgesneden deel van de polymeer!olie 8, 14 over één portie granulaat 6 wordt gedrapeerd.
De werking van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.
De korrels of granulaten 6 worden door een voeding aangevoerd naar de bovenste oneindige transportband 2 via een doseersysteem voor korrels 5 zoals reeds gekend in industriële toepassingen. Tijdens het voeden van de korrels 6 zal het in hoogte verstelbare snijrooster 40 op zijn hoogste stand staan.
Per compartiment 39 wordt één korrel of granulaat 6 toegevoerd. De bovenste oneindige transportband 2 verplaatst de korrels verder naar de polymeerfolie toevoersectie. Tijdens het transport naar deze toevoersectie kan de mogelijkheid voorzien worden om de korrels of granulaten 6 te verwarmen bijvoorbeeld met infrarode straling, met warme lucht enz. indien dit wenselijk is voor bijvoorbeeld een betere hechting van de polymeerfilm 8, 14 op de korrel 6.
De polymeerfilm 8, 14 kan ter plaatste geëxtrudeerd worden met een extrusie-machine 7, 13 en aangebracht worden op het snijrooster 40 of kan voorgemaakte polymeerfilm 27, 30 zijn, die op het snijrooster 40 wordt gelamineerd door een laminator 26, 29.
Vervolgens zal de polymeerfilm gesneden worden door het aandrukken van een aandrukrol 23, 2 4 op het snijrooster 40. Door de prismavorm van het snijrooster 40 zal de gesneden polymeerfilm niet in de individuele compartimenten naar beneden zakken, maar bovenaan blijven hangen en de compartimenten goed afsluiten.
Na het snijden van de polymeerfilm 8 gaat het snijrooster naar beneden om de polymeerfilm over de korrel te draperen waarna de korrels 6 een eerste aanzuigstation 10 bereiken, waar via een vacuümzuiging door het centrale kanaal 36 van de sokkel 34 en de kanaaltjes 37 in de trechtervormige mond 35 van de sokkel 34 een luchtstroom gecreëerd wordt die de polymeerfilm 8 rond de korrel zuigt, waardoor de korrel 6 voor meer dan de helft bedekt wordt met polymeerfilm 8.
Na het eerste aanzuigstation 10 wordt de half bedekte korrel verder getransporteerd naar het keerpunt van de oneindige transportband waar een tweede aanzuigstation 11 dat ervoor zorgt dat de half-beklede korrels in hun compartiment blijven tot de overdracht naar de onderste oneindige transportband 3 plaats vindt. De aanzuiging van dit tweede aanzuigstation 11 blijft onderhouden tot aan de nip 25 waar de bovenste en onderste oneindige transportbanden elkaar ontmoeten en elkaar verder overlappen.
Bij overlapping van beide oneindige transportbanden 2, 3 liggen de compartimenten van de bovenste band 2 en van de onderste band 3 precies tegenover elkaar, omdat de synchronisatieinrichting 4 tussen beide transportbanden hiervoor zorgt. Wanneer de vacuümzuiging 11 bij het keerpunt van de bovenste oneindige transportband 2 stopt vallen de half-beklede korrels 6 van het compartiment van de bovenste transportband in het overeenstemmende compartiment van de onderste transportband door gravitatie, eventueel geassisteerd door een eerste aanzuigstation 20 op de onderste oneindige transportband 3.
Voorbij deze transferzone worden de compartimenten 39 van de bovenste oneindige transportband en de sokkels 34 gereinigd in een eerste reinigingsstation 21 door een korte luchtpuls van samengeperste lucht, zodat ze weer klaar zijn om opnieuw gevoed te worden.
Op de onderste oneindige transportband 3 wordt een gelijkaardige cyclus doorlopen als op de bovenste oneindige transportband, waarbij nu ook de andere, nog onbeklede zijde van de korrel 6 bekleed wordt met polymeerfilm, door een tweede polymeerfilm 14 aan te brengen op de compartimenten 39, en deze te snijden door een aandrukrol 24, waarna het snij rooster 4 0 verlaagd wordt en waarna het uitgesneden deel van de polymeerfilm voor elk compartiment aangezogen wordt rond de korrel door middel van een tweede aanzuigstation 16 op de onderste oneindige transportband 3.
Het onbeklede deel van de korrel wordt daardoor ook bekleed met een tweede polymeerfilm 14, waarbij beide delen van polymeerfilm elkaar overlappen en samensmelten zodat de korrel nu ingekapseld is in een omhulsel van polymeer met de gewenste eigenschappen.
Voorbij het tweede keerpunt van de onderste oneindige transportband vallen de ingekapselde korrels of granulaten 19 uit hun compartiment 39 in een opvang waarin het gerede product verzameld wordt en klaar is voor opslag of voor verzending.
Het spreekt vanzelf dat deze inrichting 1 voor het verpakken van korrels of granulaten in polymeerfilm ook kan toegepast worden voor het inkapselen van andere materialen dan meststoffen en met andere polymeren dan water-doordringbare polymeren.
Zo kan dezelfde inrichting gebruikt worden voor het inkapselen van goederen die luchtdicht moeten verpakt worden in een luchtondoorlatende polymeerfilm om ze bijvoorbeeld langer te bewaren en dit door middel van een continu proces.
Deze uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het inkapselen van korrels of granulaten, tenminste bestaande uit volgende stappen: - het voeden van korrels of granulaten 6 aan een eerste oneindige transportband 2, voorzien van compartimenten 39, omgeven door een snij rooster 40 rustend op een samendrukbare inrichting 38; het aanbrengen van een polymeerfilm 8 over het snij rooster 40 en het vervolgens snijden van de polymeerfilm door indrukken van het snijrooster 40 door een aandrukrol 23; - het aanzuigen van het uitgesneden stuk polymeerfilm 8 tot tegen de korrel 6 om deze voor minstens de helft te bedekken; - het omkeren van de voor de helft beklede korrels 6 door overdracht naar een tweede oneindige transportband, voorzien van synchroon lopende compartimenten 39, eveneens omgeven door een snijrooster 40 rustend op een samendrukbare inrichting 38; - het aanbrengen van een tweede polymeerfilm 14 over het snijrooster 40 van de onderste oneindige transportband 3 en het vervolgens snijden van de polymeerfilm door indrukken van het snijrooster 40 door een aandrukrol 24; - het aanzuigen van het uitgesneden stuk polymeerfilm 14 tot tegen de halfbedekte korrel 6 om deze ook voor minstens de andere helft te bedekken; - het verzamelen van de volledig ingekapselde korrels 19 voor opslag of gebruik.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dergelijke inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten en een werkwijze waarbij deze inrichting wordt toegepast kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding zoals beschreven in de conclusies te treden.

Claims (14)

  1. Conclusies . 1. “ Inrichting om korrels of granulaten (6) te verpakken in polymeerfilm omvattende een bovenste (2) en een onderste oneindige transportband (3), die elk voorzien zijn van een inrichting om polymeerfilm aan te brengen op hun oppervlak dat bestaat uit gelijke compartimenten (39) voor het opnemen van korrels of granulaten (6), die begrensd worden door een snijrooster (10), en waarbij elke oneindige transportband ook voorzien is van een aandrukrol (23, 24) die de aangebrachte polymeerfilm snijdt, en waarbij de bovenste transportband (2) de korrel of het granulaat, éénzijdig voorziet van een polymeerfilm (8), waarna de onderste transportband (3), na verticale overdracht van de éénzijdig beklede korrels of granulaten naar de gelijke compartimenten (39) van de onderste transportband (3) die ermee gesynchroniseerd loopt, ook de andere zijde van de granulaten voorziet van een polymeerfilm (14) waarbij beide polymeerfilmhelften elkaar overlappen en samensmelten, zodat granulaten volledig ingekapseld in polymeerfilm (19) uit de inrichting komen.
  2. 2. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inrichting om polymeerfilm aan te brengen bestaat uit een extrusie-machine (7,13) die polymeerfilm (8,14) afscheidt en aanbrengt op de af te dekken compartimenten (39).
  3. 3. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de inrichting om polymeerfilm aan te brengen bestaat uit een laminator (26,29) die reeds voorgevormde polymeerfolie (27,30) op rol aanbrengt op de af te dekken compartimenten (39). 4. ~ Inrichting om korrels of granulaten (6) te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het snijrooster (40) bestaat uit een rooster van prismavormige messen (42) dat op een samendrukbare inrichting (38) rust, die geperforeerd is aan de voet van elk compartiment (39) gevormd door het snijrooster (40).
  4. 5. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het snijrooster (40) in hoogte verstelbaar is.
  5. 6. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de bovenste oneindige transportband (2) met zijn onderste zijde synchroon contact maakt met de bovenste zijde van de onderste oneindige transportband (3) , waardoor de inhoud van elk compartiment (39) in de bovenste transportband (2) door gravitatie verticaal overgedragen wordt naar een overeenstemmend compartiment (39) op de onderste transportband (3).
  6. 7. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat elke oneindige transportband uitgerust is met twee aanzuigzones, een eerste (10, 16) om de foliebedekking aan te zuigen tegen het oppervlak van de transportband na het aanbrengen van de folie, en een tweede (11, 20) om de inhoud van de compartimenten vast te houden vóór en na transfer van de bovenste oneindige transportband (2) naar de onderste oneindige transportband (3).
  7. 8. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat elke oneindige transportband (2,3) uitgerust is met een reinigingssysteem (21,22) voor het reinigen van lege compartimenten.
  8. 9. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het reinigingssysteem (21,22) bestaat uit een blaasinrichting met perslucht.
  9. 10. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de twee oneindige transportbanden (2,3) met elkaar verbonden zijn door een synchronisatieinrichting (4), die de snelheid van beide transportbanden gelijk aan elkaar houdt.
  10. 11. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de gelijke compartimenten (39) aan het oppervlak van beide oneindige transportbanden elk voorzien zijn van een sokkel (34) met trechtervormige bovenkant (35), waarop korrels of granulaten (6) kunnen rusten.
  11. 12. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de sokkel (34) met trechtervormige bovenkant (35) voorzien is van een centraal aanzuigkanaal (36) voor vacuümzuiging, waarmee de korrels of granulaten (6) kunnen vastgehouden worden op de sokkel (34).
  12. 13. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de trechtervormige bovenkant (35) van de sokkel (34) voorzien is van kleine holle groeven (37), die uitmonden in het centrale aanzuigkanaal (36) voor vacuümzuiging, om de korrels of granulaten (6) beter vast te houden.
  13. 14. - Inrichting om korrels of granulaten te verpakken volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de korrels of granulaten (6) bestaan uit meststoffen voor planten.
  14. 15. - Werkwijze voor het verpakken van korrels of granulaten (6) in polymeerfilm (8,14), daardoor gekenmerkt dat ze bestaat uit volgende stappen: - het voeden van korrels of granulaten (6) aan een eerste oneindige transportband (2), voorzien van compartimenten (39), omgeven door een snijrooster (40) rustend op een samendrukbare inrichting (38); het aanbrengen van een polymeerfilm (8) over het snijrooster (40) en het vervolgens snijden van de polymeerfilm door indrukken van het snijrooster (40) door een aandrukrol (23) ; - het aanzuigen van het uitgesneden stuk polymeerfilm (8) tot tegen de korrel (6) om deze voor minstens de helft te bedekken ; - het omkeren van de voor de helft beklede korrels (6) door overdracht naar een tweede oneindige transportband (3), voorzien van synchroon lopende compartimenten (39) , eveneens omgeven door een snijrooster (40) rustend op een samendrukbare inrichting (38); - het aanbrengen van een tweede polymeerfilm (14) over het snijrooster (40) van de onderste oneindige transportband (3) en het vervolgens snijden van de polymeerfilm (14) door indrukken van het snijrooster (40) door een aandrukrol (24) ; - het aanzuigen van het uitgesneden stuk polymeerfilm (14) tot tegen de halfbedekte korrel (6) om deze ook voor minstens de andere helft te bedekken; - het verzamelen van de volledig ingekapselde korrels (19) voor opslag of gebruik.
BE2015/5393A 2015-06-26 2015-06-26 Inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast BE1023224B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5393A BE1023224B1 (nl) 2015-06-26 2015-06-26 Inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/5393A BE1023224B1 (nl) 2015-06-26 2015-06-26 Inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1023224A1 BE1023224A1 (nl) 2017-01-03
BE1023224B1 true BE1023224B1 (nl) 2017-01-03

Family

ID=54148281

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/5393A BE1023224B1 (nl) 2015-06-26 2015-06-26 Inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1023224B1 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR688860A (fr) * 1930-01-25 1930-08-29 Machine à étiqueter et à envelopper des objets ronds ou prismatiques
GB901339A (en) * 1959-11-18 1962-07-18 Forgrove Mach Improvements in wrapping machines
US3342306A (en) * 1964-01-09 1967-09-19 Fabbri Ermanno Conveyor with troughs of variable depth
WO2003029080A1 (en) * 2001-09-27 2003-04-10 I.M.A. Industria Macchine Automatiche S.P.A. A unit for feeding products to a blistering machine
WO2009023235A1 (en) * 2007-08-14 2009-02-19 Cellulosetek, Llc Controlled release fertilizers and methods of manufacture
WO2013126596A1 (en) * 2012-02-21 2013-08-29 Hartman Donn A Polymer packaging systems and methods
WO2014031501A1 (en) * 2012-08-20 2014-02-27 Cellulosetek Llc. Manufacturing polymer coated controlled release fertilizers

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR688860A (fr) * 1930-01-25 1930-08-29 Machine à étiqueter et à envelopper des objets ronds ou prismatiques
GB901339A (en) * 1959-11-18 1962-07-18 Forgrove Mach Improvements in wrapping machines
US3342306A (en) * 1964-01-09 1967-09-19 Fabbri Ermanno Conveyor with troughs of variable depth
WO2003029080A1 (en) * 2001-09-27 2003-04-10 I.M.A. Industria Macchine Automatiche S.P.A. A unit for feeding products to a blistering machine
WO2009023235A1 (en) * 2007-08-14 2009-02-19 Cellulosetek, Llc Controlled release fertilizers and methods of manufacture
WO2013126596A1 (en) * 2012-02-21 2013-08-29 Hartman Donn A Polymer packaging systems and methods
WO2014031501A1 (en) * 2012-08-20 2014-02-27 Cellulosetek Llc. Manufacturing polymer coated controlled release fertilizers

Also Published As

Publication number Publication date
BE1023224A1 (nl) 2017-01-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4571924A (en) Method and apparatus of manufacturing porous pouches containing granular product
EP3208564A1 (en) Intelligent manufacturing system for making cleaning sheet
US4239824A (en) Landscape blanket
EP4119529A1 (en) Manufacturing polymer coated controlled release fertilizers
US20240140633A1 (en) Apparatuses and methods for forming pouch product
BE1023224B1 (nl) Inrichting voor het vervaardigen van in polymeer verpakte korrels of granulaten en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast
KR20110073554A (ko) 일체형 핫 멜트 분배 시스템을 갖는 케이스 실러
CA1186980A (en) Method of bonding a floor-covering web with a backing web
RU2745846C2 (ru) Введение добавки в семя
EP0188832A2 (en) Method and apparatus for manufacturing porous pouches containing granular product
NL1029683C2 (nl) Werkwijze en inrichting om een baan tapijt, kunstgras enz. aan de rugzijde te voorzien van een coating bestaande uit een hotmelt.
US20180214834A1 (en) A process for manufacturing polymer coated, controlled release fertilizer, and related systems
US4154637A (en) Method of making a landscape blanket
ES2661550T3 (es) Método y aparato para aumentar el espesor de las decoraciones en relieve, proceso y planta para decoración en relieve de superficies
KR101212751B1 (ko) 약제 이송 덕트와 제조방법
KR101924633B1 (ko) 김 양념공급장치
CN209923576U (zh) 一种塑料编织袋生产用缝底装置
CA2922775C (en) System for dispensing agents to agricultural or forestry products
WO2017091062A1 (en) Device for the treatment of substrate bodies with plants
EP1813547A1 (en) Method for making wrappings for food products
US3645063A (en) Machine for assembling an insecticidal device
CN207241090U (zh) 点胶覆膜机
CN206131672U (zh) 一种高填充母粒干燥过程中水分实时控制系统
US768734A (en) Machine for making sticky fly-paper.
CN207940001U (zh) 一种自动施肥式栽培机

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230630