BE1023040B1 - Lade, en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke lade - Google Patents
Lade, en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke lade Download PDFInfo
- Publication number
- BE1023040B1 BE1023040B1 BE2015/5281A BE201505281A BE1023040B1 BE 1023040 B1 BE1023040 B1 BE 1023040B1 BE 2015/5281 A BE2015/5281 A BE 2015/5281A BE 201505281 A BE201505281 A BE 201505281A BE 1023040 B1 BE1023040 B1 BE 1023040B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- drawer according
- drawer
- rear wall
- groove
- side walls
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims abstract description 13
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 title claims abstract description 10
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 43
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 43
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 43
- 239000011093 chipboard Substances 0.000 claims description 3
- 239000003292 glue Substances 0.000 claims description 3
- 239000000123 paper Substances 0.000 claims description 2
- 239000011120 plywood Substances 0.000 claims description 2
- 239000004800 polyvinyl chloride Substances 0.000 claims 2
- 229920000877 Melamine resin Polymers 0.000 claims 1
- 239000004743 Polypropylene Substances 0.000 claims 1
- 239000000463 material Substances 0.000 claims 1
- JDSHMPZPIAZGSV-UHFFFAOYSA-N melamine Chemical compound NC1=NC(N)=NC(N)=N1 JDSHMPZPIAZGSV-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims 1
- 238000003801 milling Methods 0.000 claims 1
- -1 polypropylene Polymers 0.000 claims 1
- 229920001155 polypropylene Polymers 0.000 claims 1
- 239000010410 layer Substances 0.000 description 17
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 8
- 239000000853 adhesive Substances 0.000 description 5
- 230000001070 adhesive effect Effects 0.000 description 5
- 238000005192 partition Methods 0.000 description 5
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 3
- 239000011888 foil Substances 0.000 description 3
- 239000004033 plastic Substances 0.000 description 3
- 239000012876 carrier material Substances 0.000 description 2
- 238000005253 cladding Methods 0.000 description 2
- 238000013459 approach Methods 0.000 description 1
- 230000004888 barrier function Effects 0.000 description 1
- 239000011248 coating agent Substances 0.000 description 1
- 239000011247 coating layer Substances 0.000 description 1
- 238000000576 coating method Methods 0.000 description 1
- 230000001627 detrimental effect Effects 0.000 description 1
- 238000005553 drilling Methods 0.000 description 1
- 238000004806 packaging method and process Methods 0.000 description 1
- 239000006223 plastic coating Substances 0.000 description 1
- 239000002985 plastic film Substances 0.000 description 1
- 229920006255 plastic film Polymers 0.000 description 1
- 238000004080 punching Methods 0.000 description 1
- 238000003860 storage Methods 0.000 description 1
- 239000002023 wood Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B12/00—Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior
- F16B12/44—Leg joints; Corner joints
- F16B12/46—Non-metal corner connections
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B88/00—Drawers for tables, cabinets or like furniture; Guides for drawers
- A47B88/90—Constructional details of drawers
- A47B88/941—Drawers being constructed from two or more parts
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B12/00—Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior
- F16B12/10—Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like
- F16B12/12—Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for non-metal furniture parts, e.g. made of wood, of plastics
- F16B12/125—Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for non-metal furniture parts, e.g. made of wood, of plastics using mortise and tenon joints
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B2230/00—Furniture jointing; Furniture with such jointing
- A47B2230/0074—Mortise and tenon joints or the like including some general male and female connections
- A47B2230/0081—Mortise and tenon type joints with some general male and female joints
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B47/00—Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements
- A47B47/04—Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements made mainly of wood or plastics
- A47B47/042—Panels connected without frames
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B12/00—Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior
- F16B12/44—Leg joints; Corner joints
- F16B12/46—Non-metal corner connections
- F16B2012/463—Non-metal corner connections for wooden members without additional elements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Drawers Of Furniture (AREA)
Abstract
Deze uitvinding betreft enerzijds een lade, die minstens een voorwand (3), achterwand (4) en twee zijwanden (1,2) alsmede een bodem (11) bezit, waarbij ten minste één zijwand (1,2) een groef (7) bezit met ten minstens één weerhaak (6) waarin een uiteinde (13,14) van de achterwand(4) kan geklemd worden terwijl de voorwand (3) met minstens één van de zijwanden (1,2) verbonden is door middel van verbindingsmiddelen(10) anders dan de klemverbinding. Anderzijds betreft deze uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke lade.
Description
LADE, EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN
DERGELIJKE LADE
Deze uitvinding handelt over een lade bestaande uit minstens een voorwand, achterwand en twee zijwanden alsmede een bodem bezit.
Meer bepaald handelt het over de opbouw van een lade en de manier hoe de verschillende onderdelen met elkaar verbonden zijn. De lades waarover deze uitvinding handelt zijn opgebouwd uit een hout gerelateerde drager (spaanplaat, multiplex, MDF ...), meestal voorzien van een decoratieve bekledingslaag.
Er bestaan reeds verschillende types lades en technieken om lades te monteren. Zo kan men onderscheid maken tussen enerzijds de folding lade en anderzijds de demonteerbare lades.
De Folding lade is een lade waarbij de zijwanden, de achterwand en eventueel ook de voorwand uit éé stuk opgebouwd is. De montage gebeurd door de verschillende wanden dicht te plooien tot een box. De verbinding tussen deze wanden wordt in de samengevouwen vorm veelal gesterkt door een lijm of een kleefstof. In niet samengevouwen toestand zijn de verschillende wanden enkel met elkaar verbonden d.m.v. een laagvormige bekleding. Deze laagvormige bekleding is meestal een kunststoffolie.
Bij een demonteerbare lade zijn de verschillende onderdelen (zijwanden, de achterwand en de voorwand) los van elkaar en kunnen ze gekoppeld worden d.m.v. koppelmiddelen. Deze koppelmiddelen kunnen in de plaat of in het wandelementen geïntegreerd zitten onder een vorm van kliksysteem of koppelsysteem waarbij dit koppelsysteem bestaat uit een tand en een groef waarbij zowel de tand als de groef voorzien zijn van met elkaar samenwerkende weerhaken. Anderzijds kunnen deze koppelmiddelen ook externe elementen zijn onder de vorm van excenter verbindingen, houten of kunststof drevels al dan niet voorzien van weerhaken.
Beide types laden hebben hun voor en nadelen. Zo is de folding lade veelal onhandig en te groot om dit in de standaard verpakking te krijgen, aangezien alle onderdelen aan elkaar hangen. Tevens is de verbinding in niet samengevouwen vorm eerder fragiel, aangezien de verbinding meestal enkel een de kunststof bekleding laag is waardoor de verbinding kan scheuren.
Bij de demonteerbare lades hangen deze wanden niet aan elkaar, maar hier heeft men dan weer het nadeel dat dit type van lade veelal duurder is dan de foldinglade, aangezien de verschillende onderdelen allen apart moeten gemaakt worden.
Beide types laden hebben echter één gemeenschappelijk nadeel, en dat is dat ze door de consument of door de klant niet aanpasbaar zijn in breedte. Bij de folding lade zit het tussenstuk vast tussen de 2 zijstukken waardoor deze niet in breedte aanpasbaar is. Bij de demontabele lade zijn de zijkanten van het tussenstuk voorzien van koppelmiddelen, zij het onder de vorm van boringen, zij het onder de vorm van speciale tand en groef koppelmiddelen, waardoor de klant deze ook niet in breedte kan aanpassen.
Door bovenbeschreven nadeel is de klant verplicht veel verschillende lades aan te kopen en op stock te houden. De diepte (zijwanden) hebben veelal een standaard lengte of kan de klant standaardiseren, maar de breedte van de lade (de lengte van de achterwand) is veelal verschillend naargelang het meubel waarin de lade zal komen. Hierdoor moet men al deze lades op maat bestellen, waardoor de seriegrootte verkleint en de stockwaarde sterk toeneemt. Dit drijft de kostprijs van deze lades omhoog en is nefast voor de flexibiliteit voor zowel de fabrikant van de lades alsook voor de klant of de meubelmaker die deze lades aankoopt.
Deze uitvinding heeft daarom tot doel een demonteerbare (démontable) lade te ontwikkelen die aan bovengenoemde nadelen een oplossing biedt.
Een eerste aspect is dat de lade volgens de uitvinding eenvoudig in breedte aanpasbaar moet zijn, dit bij voorkeur enkel d.m.v. een zaagbewerking en niet d.m.v. het boren van extra gaten of het aanbrengen van speciale profileringen. Dit zou immers een extra kost zijn.
Dit eerste aspect kan men bereiken indien het achterstuk een lengte is waaraan de uiteinden geen profileringen of boringen aangebracht zijn en waarbij dit achterstuk verbonden kan worden met de zijstukken dmv bv. een klemverbinding. Deze klemverbinding wordt volgens de uitvinding gerealiseerd dmv een groef in de zijwand waarbij deze groef voorzien is van één of meerdere weerhaken die onder invloed van spanning in de decoratieve bekledingslaag van het tussenstuk inhaakt en klemt.
Deze bekledingslaag kan een papierfolie of een kunststoffolie zijn. Het is wel te verstaan de bij gekoppelde toestand de weerhaak zich klemt in de decoratie bekleding laag. Deze klemverbinding zal dus het best werken met bekledingslagen die licht indrukbaar zijn, zodat de weerhaak(en) van de klemverbinding zich in de bekleding laag kunnen verankeren. Indien de decoratieve bekledingslaag zeer hard is kan de weerhaak van de klemgroef zich niet in deze laag verankeren waardoor de gekoppelde wanden zeer eenvoudig uit elkaar zullen schuiven.
Aangezien er aan de uiteinden van het tussenstuk geen koppelmiddelen voorzien zijn kan de klant ten alle tijde dmv een eenvoudige zaagbewerking de lengte van het tussenstuk aanpassen. Hierdoor kan hij de lade in breedte aanpassen waardoor de stockagekost serieus vermindert en de seriegroottes voor het vervaardigen van deze lades zullen toenemen.
Een 2de aspect van deze uitvinding is dat de klemverbinding die de verbinding tussen de achterwand en de zijwand(en) mogelijk maakt zodanig ontworpen is dat de toleranties in de plaat , lijm en de folie van de tussenwand opgevangen kunnen worden. Een spaanplaat of een MDF plaat heeft toleranties van +/-0,2mm. Tevens moet men nog rekening houden met de toleranties van enerzijds de lijm of kleefstof (+-0,1) en anderzijds met de toleranties van de decoratieve bekledings laag(+-0,l). Dit betekent dus dat de toleranties die de klemverbinding moet kunnen opvangen minimaal +-0,4mm moet zijn.
Tevens moet de verbinding van die aard zijn dat de klemkracht groot genoeg is zodat de lade bij de montage alsook bij het dagdagelijks gebruik niet uiteenvalt. Natuurlijk kan men de verbinding verstevigen dmv een kleefstof en/of dmv een extra vijs of schroef, maar volgens de uitvinding zijn deze hulpmiddelen overbodig.
Om een goede klemkracht te waarborgen zal de groef een breedte moeten hebben die 0,8mm smaller is dan de dikte van de tussenwand. Hierdoor zal de toleranties geen probleem vormen alsook de spanning gewaarborgd worden.
Het 3de aspect van de uitvinding is dat de klemverbinding zodanig uitgevoerd is dat de tussenwand en de zijwanden lateraal invoegbaar zijn. Hierdoor is men in staat om eerst de zijwanden met de voorwand te verbinden en slechts op het einde de achterwand met de zijwanden, of eerst de verbinding te maken tussen de zijwanden en de achterwand en slechts dan de verbinding tussen de zijwanden en de voorwand. Hierdoor is het product zodanig van aard dat men de lade niet in de verkeerde volgorde kan monteren. Het product is bij wijze van spreken fouis prove.
Om dit lateraal invoegbaar mogelijk te maken moet de groef en/of de weerhaak van de groef zodanig ontworpen zijn dat de hoek van de groef en/of de weerhaak waar de distale uiteinde van de tussenwand binnenkomt bij het monteren of verbinden zo scherp mogelijk zijn, bij voorkeur minder dan 30°. Hierdoor heeft dit het effect als van een spie waardoor de tussenwand mits lichte en herhaaldelijke aandrukkingen en/of kracht de klemgroef zal binnendringen. Indien deze hoek stomper is dan 30° zal men bij het koppelen van beide wanden veel weerstand ondervinden.
De hoek achter de weerhaak moet veel stomper zijn zodat de tussenwand niet uit de zijwanden kan schuiven bij een toevallige externe kracht of belasting, en dit zowel niet gedurende montage alsook gedurende dagelijks gebruik.
De verbinding tussen de zijwanden en de voorwand is anders dan de klemverbinding. Deze verbinding kan bekomen worden dmv een excenter verbinding en/of houten of kunststof drevels, al dan niet voorzien van weerhaken en al dan niet in combinatie met kleefstof.
Het 4de aspect van deze uitvinding is dat de lade zodanig ontworpen moet zijn dat deze naar productie toe met zo weinig mogelijk doorgangen vervaardigd kan worden, zodat de lade volgens de uitvinding het prijsniveau van een folding lade benadert.
Dit 4de aspect bereiken we door de linker en rechter zijwanden inl bewerking te vervaardigen. Dit kan doordat de linker- en de rechterzijwand uit 1 en hetzelfde stuk of ladeprofiel vervaardigd kan worden. Door een speciaal daartoe ontworpen machine is dit een haalbare kaart.
De tussenwand kan dmv een zaagbewerking uit een lengte gehaald worden die een veelvoud is van de lengte van de tussenwand waardoor men in 1 zaagbewerking meerdere tussenwanden kan bekomen. Hierdoor zal de productiekost serieus zakken.
Lijst van de figuren
Fig-1 Is het bovenaanzicht van een niet gemonteerde lade volgens de uitvinding. De Lade bevat minstens een voorwand(3), achterwand(4) en twee zijwanden(l,2) alsmede een bodem(ll), daardoor gekenmerkt dat de achterwand(4) met de zijwanden(l,2) kan verbonden worden door middel van een klemkoppeling of klemverbinding waarbij deze klemkoppeling bestaat uit een groef(7) voorzien van minstens één weerhaak(6) en uit een tand zonder weerhaak. De tand van deze klemkoppeling is de distale uiteinden(13,14) van achterwand(4). De voorwand(3) kan met de zijwanden(2,3) verbonden worden door middel van verbindingsmiddelen!^ 10) anders dan de klemkoppeling of klemverbinding. Ten minste de achterwand(4), en bij voorkeur alle delen zijn voorzien van een decoratieve bekledingslaag(5).
Fig.2 Is het bovenaanzicht van een gemonteerde lade volgens de uitvinding. De Lade bevat minstens een voorwand(3), achterwand(4) en twee zijwanden(l,2) alsmede een bodem(ll), daardoor gekenmerkt dat de achterwand(4) met de zijwanden(l,2) verbonden zijn door middel van een klemkoppeling of klemverbinding waarbij deze klemkoppeling bestaat uit een groef(7) voorzien van minstens één weerhaak(ó) en uit een tand zonder weerhaak. De tand van deze klemkoppeling wordt gevormd door de distale uiteinden(13,14) van achterwand(4). De voorwand(3) is met de zijwanden(1,2) verbonden door middel van verbindingsmiddelen(10) anders dan de klemkoppeling of klemverbinding. Ten minste de achterwand(4), en bij voorkeur alle delen zijn voorzien van een decoratieve bekledingslaag(5). Door de spanning in de klemkoppeling is de zone van de zijwanden(1,2) ter hoogte van de klemgroef(7) licht gebogen. Deze zone heet de buigzone(8) en doet dienst als spanningsregeling van de klemkoppeling. Het stuk van de zijwanden(1,2) die doorloopt achter de achterwand(4) heet het restdeel(9). Het klemdeel(9) heeft tot doel om voldoende stevigheid te creëren zodat de lade niet breekt indien er harde voorwerpen tegen de achterwand(4) drukken.
Fig·3 _Is een 3D tekening van een niet gemonteerde lade volgens de uitvinding. De Lade bevat minstens een voorwand(3), achterwand(4) en twee zijwanden(1,2) alsmede een bodem(11), daardoor gekenmerkt dat de achterwand(4) met de zijwanden(1,2) kan verbonden worden door middel van een klemkoppeling of klemverbinding waarbij deze klemkoppeling bestaat uit een groef(7) voorzien van minstens één weerhaak(6) en uit een tand zonder weerhaak. De tand van deze klemkoppeling is de uiteinden(13,14) van achterwand(4). De voorwand(3) kan met de zijwanden(2,3) verbonden worden door middel van verbindingsmiddelen(10) anders dan de klemkoppeling of klemverbinding. Ten minste de achterwand(4), en bij voorkeur alle delen zijn voorzien van een decoratieve bekledingslaag(5). De montage van de lade kan enerzijds gebeuren door eerst de zijwanden(1,2) met de voorwand(3) te verbinden, de bodem(11) erin te schuiven en vervolgen de achterwand(4) met de zijwanden(1,2) te verbinden door de distale uiteinden(13,14) van de achterwand(4) lateraal in de groef(7) te schuiven(kloppen). Anderzijds kan men ook eerst de achterwand(4) met de zijwanden(1,2) verbinden door de distale uiteinden(13,14) van de achterwand(4) lateraal in de groef(7) te schuiven(kloppen), vervolgens de bodem(11) erin te schuiven en ten slotte de voorwand(1) met de zijwanden(1,2) te verbinden.
Fig 4 ]_Is een klemkoppeling of klemverbinding volgens de uitvinding in niet verbonden toestand. De tand van deze klemkoppeling wordt gevormd door de distale uiteinde(13,14) van de achterwand(4) en heeft een dikte D. De tand bevat geen weerhaak. De achterwand(4) alsook de tand is voorzien van een decoratieve bekledingslaag(5) met een dikte Df.
De groef(7) van de klemkoppeling bevat ten minste één weerhaak(6) die zich bij montage achter de achterwand(4) zal bevinden. De breedte(d3) van de groef(7) is breder dan de dikte(D) van de achterwand(4). De breedte(d2) van de ingang van de groef(7) is tevens breder dan de dikte(D) van de achterwand(4). De ingang van de groef(7) alsook de weerhaak(6) staan onder een hoek(Alfa) van maximaal 30°. Dit om een zo vlot mogelijke montage te garanderen. Indien deze hoek(Alfa) kleiner is dan 30° is dit vergelijkbaar met het effect dat men creëert door een spie in een groef te slaan, zodat de tand(13,14) met de nodige kracht(F) altijd dieper en dieper de groef(7) zal binnendringen. Indien men de hoek (Alfa) stomper maakt zal er een te grote weerstand ontstaan bij het inkloppen van het achterstuk(4) in de klemgroef(7). De hoek(Beta) aan de achterzijde van de weerhaak(ó) is bij voorkeur gelijk of groter dan 45°, dit om een grote weerstand te creëren zodat het loskomen van de klemkoppeling zoveel mogelijk tegengehouden wordt. De hoek (Alfa) zal dus bij voorkeur kleiner zijn dan de hoek (Bèta).
De spanning van de klemkoppeling is regelbaar door de dikte H2 en de breedte(d3) van de buigzone(8) te wijzigen. Hoe dikker de dikte(H2) en hoe smaller de breedte (d3) van de buigzone(8), des te meer spanning zal er ontstaan in de klemkoppeling. Deze spanning kan men niet oneindig opdrijven aangezien deze koppeling niet meer gemonteerd zal kunnen worden wegens teveel weerstand ofwel omdat het klemdeel(9) zal afbreken.
Fig 5: Is een klemkoppeling of klemverbinding volgens de uitvinding in de toestand waar men het uiteinde( 13,14) van de achterwand(4) in de groef(7) begint te drukken. De tand van deze klemkoppeling wordt gevormd door de uiteinde(13,14) van de achterwand(4) en heeft een dikte D. De tand bevat geen weerhaak. De achterwand(4) alsook de tand is voorzien van een decoratieve bekledingslaag(5) met een dikte Df.
De groef(7) van de klemkoppeling bevat ten minste één weerhaak(6) die zich bij montage achter de achterwand(4) zal bevinden. De breedte(d3) van de groef(7) is breder dan de dikte(D) van de achterwand(4). De breedte(d2) van de ingang van de groef(7) is tevens breder dan de dikte(D) van de achterwand(4), dit laat een goede positionering toe alvorens men begint met een kracht uit te oefenen op de klemkoppeling. De ingang van de groef(7) alsook de weerhaak(6) staan onder een hoek(Alfa) van maximaal 30°. Dit om een zo vlot mogelijke montage te garanderen. Indien deze hoek(Alfa) kleiner is dan 30° is dit vergelijkbaar met het effect dat men creëert door een wig in een groef te slaan, zodat de tand(13,14) met de nodige kracht(F) altijd dieper en dieper de groef(7) zal binnendringen. Hoe scherper de hoek Alfa, des te vlotter zal de tand (13,14) de groef(7) binnendringen. F=Q.sin(Alfa)^ Q- F/sin(Alfa)
Hoe kleiner de hoek Alfa hoe groter de kracht Q zal zijn en hoe meer drukkracht(Q) er zal uitgeoefend worden op de weerhaak(6) en zodus ook op het klemdeel(9)Indien men de hoek (Alfa) stomper maakt zal er een te grote weerstand ontstaan bij het inkloppen van het achterstuk(4) in de klemgroef(7).
Bij het in elkaar koppelen van de klemkoppeling via een kracht (F) dwars op de klemkoppeling zal de weerhaak(ó) en bijgevolg ook het klemdeel(9) achteruit geduwd worden waardoor er een spanning zal ontstaat en de buigzone(8) zal beginnen te buigen/plooien. De spanning van de klemkoppeling alsook de montage is regelbaar door de dikte H2 en de breedte(d3) van de buigzone(8) te wijzigen. Hoe dikker de dikte(H2) en hoe smaller de breedte (d3) van de buigzone(8), des te meer spanning zal er ontstaan in de klemkoppeling. Deze spanning kan men niet oneindig opdrijven aangezien deze koppeling niet meer gemonteerd zal kunnen worden wegens teveel weerstand ofwel omdat het klemdeel(9) zal afbreken bij montage.
Fig 6: Is een klemkoppeling of klemverbinding volgens de uitvinding in verbonden toestand. De tand van deze klemkoppeling wordt gevormd door de uiteinde(13,14) van de achterwand(4) en heeft een dikte D. De tand bevat geen weerhaak. De achterwand(4) alsook de tand is voorzien van een decoratieve bekledingslaag(5) met een dikte Df.
De achterzijde van de weerhaak(6) van de groef(7) bevindt zich onder een hoek (Beta) die bij voorkeur groter is dan 45°. Hierdoor ontstaat er een grotere weerstand en belet dit het terug uit elkaar gaan van de tand (13,14) uit de klemgroef(7). Doordat de klemverbinding constant onder spanning staat oefent de weerhaak(6) een serieuze en continue kracht(F) uit op zijkant van de tand(13,14). Hierdoor drukt hij op de decoratieve bekledingslaag(5) waardoor deze ingedrukt wordt en aldus een weerhaak vormt. De continue spanning wordt veroorzaak door de spanning in de buigzone(8). Deze staat gebogen en zodoende ontstaat er een luchtholte/luchtspleet(12).
Fig 7: Wijze van productie van de linker- en rechterwand(l,2) van een lade volgens de uitvinding. -Stapl: Aanvoeren van een ladeprofiel opgebouwd uit een dragermateriaal ommanteld met een decorfolie. - Stap 2: Boringen aanbrengen en eventuele drevels en bevestigingssystemen (10) voorzien aan de uiteinden van het ladeprofiel. -Stap 3: Aanbrengen van de nodige uitfrezingen in het midden van het ladeprofiel, dit ter vorming van de klemgroef. -Stap 4: In het midden openzagen zodat men in 1 bewerking de linkerwand(l) en de rechterwand(2).
Fig 8: Wijze van productie van de achterwand(4) van een lade volgens de uitvinding. -Stapl: Aanvoeren van een ladeprofiel opgebouwd uit een dragermateriaal ommanteld met een decoratieve toplaag(5). - Stap2: Openzagen op juiste lengte. Hierdoor kan men meerdere achterwanden(4) bekomen in slechts 1 machinebewerking.
Deze bewerking is zeer eenvoudig, waardoor het voor de klant eenvoudig is om de achterwanden zelf op lengte te zagen zodat deze lade een grote flexibiliteit en stockverlaging met zich meebrengt.
Claims (28)
- C O N C L U S I E S1. Lade, die minstens een voorwand (3), een achterwand (4), twee zijwanden (1,2) en een bodem (11) omvat, met het kenmerk dat minstens één zijwand (1,2) een groef (7) omvat met ten minstens één weerhaak (6) waarbij in de genoemde groef een uiteinde (13,14) van de achterwand (4) klembaar monteerbaar is.
- 2. Lade volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de beide zijwanden (1,2) een groef (7) omvatten met ten minstens één weerhaak( 6) waarbij in de genoemde groef een uiteinde (13,14) van de achterwand (4) klembaar monteerbaar is.
- 3. Lade volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voorwand (3) met beide zijwanden(1,2) verbonden is door middel van een verbinding verschillend dan de verbinding tussen de achterwand met beide zijwanden.
- 4. Lade volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de uiteinden van de achterwand vlak zijn uitgevoerd.
- 5. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat in gekoppelde toestand de zijwanden (1,2) uitsteken voorbij de achterwand (4).
- 6. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de genoemde weerhaak (6) in gemonteerde toestand aangrijpt in de achterzijde van de achterwand (4).
- 7. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat ten minste de achterzijde van de achterwand (4) voorzien is van een decoratieve bekledingslaag (5).
- 8. Lade volgens conclusies 7, daardoor gekenmerkt dat de weerhaak (6) in gemonteerde toestand de decoratieve bekledingslaag (5) indrukt.
- 9. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de groef (7) voorzien is aan de binnenzijde van een zijwand (1,2).
- 10. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de breedte (dl) van de groef (7) ter hoogte van de weerhaak(6) smaller is dan de dikte (D) van de achterwand(4).
- 11. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de spanning van de klemkoppeling omgekeerd evenredig is met de breedte (dl) van de groef (7) ter hoogte van de weerhaak (6).
- 12. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de spanning van de klemkoppeling recht evenredig is met de dikte (D) van de achterwand.
- 13. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de spanning omgekeerd evenredig is met de dikte (Hl) van de groef (7).
- 14. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de uiteinden (13,14) van de achterwand (4) lateraal in de groef (7) monteerbaar zijn.
- 15. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de uiteinden (13,14) van de achterwand(4) langs boven in de groef (7) inschuifbaar of invoegbaar zijn.
- 16. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de uiteinden van de achterwand via extra hulpmiddelen in de groef monteerbaar zijn.
- 17. Lade volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat de hulpmiddelen lijm en/of schroeven zijn.
- 18. Lade volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voorwand(3) met de betreffende zijwand (1,2), en bij voorkeur beide zijwanden(l,2) verbonden is door middel van verbindingsmiddelen 10) die verschillend zijn van de klemverbinding, doch zodanig zijn uitgevoerd dat de voorwand(l) met zijn achterzijde op de distale voorste uiteinden van de zijwanden(l,2) kan gemonteerd worden.
- 19. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de verbindingsmiddelen 10) tussen de voorwand(3) en de zijwanden(l,2) bestaan uit afzonderlijke verbindingselementen die met openingen, meer speciaal boringen, samenwerken die respectievelijk in de achterzijde van de voorwand en/of de uiteinden van de zijwanden(l,2) zijn aangebracht.
- 20. Lade volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat de verbindingselementen (10) bestaan uit deuvels, stiften of dergelijke, al dan niet gecombineerd met geïntegreerde vergrendel- en/of aanspansystemen.
- 21. Lade volgens conclusie 20, daardoor gekenmerkt dat de deuvels bestaan uit mechanisch vergrendelende deuvels.
- 22. Lade volgens één van de voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de drager of plaatmateriaal waaruit de achterwand en/of de zijwanden vervaardigd zijn een MDF, spaanplaat, multiplex of PVC is.
- 23. Lade volgens één van de conclusies 7 t/m 22, daardoor gekenmerkt dat de decoratieve bekledingslaag (5) een pvc, pp (polypropyleen), papier, melamine of laminaat is.
- 24. Werkwijze voor het vormen van een lade, daardoor gekenmerkt de werkwijze de volgende stappen omvat: - het aanvoeren van een ladeprofiel; vervolgens boringen aanbrengen en eventuele drevels en bevestigingssystemen voorzien aan de uiteinden van het ladeprofiel; - aanbrengen van de nodige uitfrezingen in het midden van het ladeprofiel, dit ter vorming van een klemgroef; in het midden openzagen zodat men in één bewerking de linkerwand(l) en de rechterwand(2).
- 25. Werkwijze voor het vormen van een lade volgens conclusie 24, daardoor gekenmerkt dat de klemgroef (7) gevormd word d.m.v. ten minste één freesbewerking.
- 26. Werkwijze voor het vormen van een lade volgens conclusie 24 of 25, daardoor gekenmerkt dat de beide zijwanden uit dezelfde plaat of profiel vervaardigd zijn.
- 27. Werkwijze voor het vormen van een lade volgens één van de conclusies 24 t/m 26, daardoor gekenmerkt dat de achterwand vervaardigd is uit een plaat of profiel d.m.v. slechts een zaagbewerking.
- 28. Werkwijze voor het vormen van een lade volgens één van de conclusies 24 t/m 27, daardoor gekenmerkt dat de genoemde werkwijze geschikt is voor het vervaardigen van een lade volgens één van de conclusies 1 t/m 23.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2015/5281A BE1023040B1 (nl) | 2015-05-04 | 2015-05-04 | Lade, en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke lade |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2015/5281A BE1023040B1 (nl) | 2015-05-04 | 2015-05-04 | Lade, en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke lade |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1023040B1 true BE1023040B1 (nl) | 2016-11-09 |
BE1023040A1 BE1023040A1 (nl) | 2016-11-09 |
Family
ID=54007437
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2015/5281A BE1023040B1 (nl) | 2015-05-04 | 2015-05-04 | Lade, en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke lade |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1023040B1 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1468786A (en) * | 1922-02-04 | 1923-09-25 | Jacob S Knechtel | Cabinet joint |
FR2021794A1 (nl) * | 1968-10-29 | 1970-07-24 | Schock & Co Gmbh | |
US20120009383A1 (en) * | 2010-07-09 | 2012-01-12 | Michael Hardesty | Method for Joining Workpieces Together and Product Made Thereby |
WO2013001442A1 (en) * | 2011-06-29 | 2013-01-03 | Unilin, Bvba | Drawer, drawer construction and method for manufacturing a drawer |
-
2015
- 2015-05-04 BE BE2015/5281A patent/BE1023040B1/nl active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1468786A (en) * | 1922-02-04 | 1923-09-25 | Jacob S Knechtel | Cabinet joint |
FR2021794A1 (nl) * | 1968-10-29 | 1970-07-24 | Schock & Co Gmbh | |
US20120009383A1 (en) * | 2010-07-09 | 2012-01-12 | Michael Hardesty | Method for Joining Workpieces Together and Product Made Thereby |
WO2013001442A1 (en) * | 2011-06-29 | 2013-01-03 | Unilin, Bvba | Drawer, drawer construction and method for manufacturing a drawer |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1023040A1 (nl) | 2016-11-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU2014376416B2 (en) | A furniture panel | |
AU2014376415B2 (en) | Panels comprising a mechanical locking device and an assembled product comprising the panels | |
BE1020044A5 (nl) | Lade, ladeconstructie en werkwijze voor het vervaardigen van een lade. | |
USD898527S1 (en) | Drawer organizer | |
EP3411599A1 (en) | A set of panels for an assembled product | |
JP2019508637A (ja) | 機械的係止装置を備えるパネル、及びこれらのパネルを備える組立製品 | |
BE1019891A5 (nl) | Samengesteld element en rugwandconstructie hierbij toegepast. | |
WO2016059549A2 (en) | Composed element, drawer and method for manufacturing such drawer | |
BE1023040B1 (nl) | Lade, en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke lade | |
BE1026629B1 (nl) | Vernieuwd meubelsamenstel, in het bijzonder een lade | |
USD963702S1 (en) | Wood chipper | |
BE1018494A3 (nl) | Profiel voor het afwerken van een vloerbekleding en set van onderdelen voor dergelijk profiel. | |
US577229A (en) | Fastening for table-legs | |
US1233605A (en) | Jewelry-box. | |
USD923988S1 (en) | Table frame assembly | |
CN111345615B (zh) | 用于抽屉前部的安装装置 | |
BE1028838B1 (nl) | Profiel geschikt voor gebruik als greeplijst en keukenconstructie omvattende het profiel | |
FR3104927A1 (fr) | Meuble modulaire et évolutif | |
NL2017207B1 (nl) | Meubelstuk en meubelsysteem | |
BE1026396B1 (nl) | Verbeterde methode voor het vervaardigen van een afwerkingsprofiel | |
BE1016752A3 (nl) | Verbindingsstuk voor wandprofielen. | |
BE1015386A3 (nl) | Modulair wandrek, muurvast zonder bevestigingen of verbindingen. | |
USD865474S1 (en) | Clamp rack | |
US20220022648A1 (en) | Mounting device for a drawer front | |
NL1010365C2 (nl) | Meubel met ten minste twee plaatdelen en werkwijze voor het verbinden van plaatdelen. |