BE1022821B1 - Kleur classificatie systeem - Google Patents

Kleur classificatie systeem Download PDF

Info

Publication number
BE1022821B1
BE1022821B1 BE2015/0123A BE201500123A BE1022821B1 BE 1022821 B1 BE1022821 B1 BE 1022821B1 BE 2015/0123 A BE2015/0123 A BE 2015/0123A BE 201500123 A BE201500123 A BE 201500123A BE 1022821 B1 BE1022821 B1 BE 1022821B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
color
colors
measure
family
strength
Prior art date
Application number
BE2015/0123A
Other languages
English (en)
Inventor
Renterghem Luc Van
Thierry Lescrauwaet
Original Assignee
Color Passport Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Color Passport Nv filed Critical Color Passport Nv
Priority to BE2015/0123A priority Critical patent/BE1022821B1/nl
Priority to EP16722939.2A priority patent/EP3278071B1/en
Priority to PCT/IB2016/051878 priority patent/WO2016157148A1/en
Priority to CN201680020507.0A priority patent/CN107532942A/zh
Priority to US15/562,392 priority patent/US20190145827A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022821B1 publication Critical patent/BE1022821B1/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01JMEASUREMENT OF INTENSITY, VELOCITY, SPECTRAL CONTENT, POLARISATION, PHASE OR PULSE CHARACTERISTICS OF INFRARED, VISIBLE OR ULTRAVIOLET LIGHT; COLORIMETRY; RADIATION PYROMETRY
    • G01J3/00Spectrometry; Spectrophotometry; Monochromators; Measuring colours
    • G01J3/46Measurement of colour; Colour measuring devices, e.g. colorimeters
    • G01J3/52Measurement of colour; Colour measuring devices, e.g. colorimeters using colour charts
    • G01J3/522Measurement of colour; Colour measuring devices, e.g. colorimeters using colour charts circular colour charts
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01JMEASUREMENT OF INTENSITY, VELOCITY, SPECTRAL CONTENT, POLARISATION, PHASE OR PULSE CHARACTERISTICS OF INFRARED, VISIBLE OR ULTRAVIOLET LIGHT; COLORIMETRY; RADIATION PYROMETRY
    • G01J3/00Spectrometry; Spectrophotometry; Monochromators; Measuring colours
    • G01J3/46Measurement of colour; Colour measuring devices, e.g. colorimeters
    • G01J3/52Measurement of colour; Colour measuring devices, e.g. colorimeters using colour charts

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Spectroscopy & Molecular Physics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Spectrometry And Color Measurement (AREA)
  • Facsimile Image Signal Circuits (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een werkwijze voor het indelen van kleur en grijstinten, omvattende het indelen van kleuren in een matrix, waarbij de kleuren in de matrix tot een zelfde subfamilie behoren en waarbij de positie van een kleur in de matrix wordt bepaald door de maat van kleursterkte en de maat van vergrijzing van de kleur, met het kenmerk, dat de schaal voor de maat van kleursterkte alsook de schaal voor de maat van vergrijzing lineair zijn, waarbij de schaal voor de maat van vergrijzing afhankelijk is van de schaal voor de maat van kleursterkte en waarbij de vergrijzingsstappen dynamisch zijn in functie van de kleursterkte.

Description

KLEUR CLASSIFICATIE SYSTEEM
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een classificatiesysteem voor kleur, waarbij de kleuren worden geclusterd en ingedeeld volgens een vooraf bepaalde systematiek.
STAND DER TECHNIEK
Kleur is een belangrijk aspect in het dagelijkse leven van de mens. Vele pogingen werden ondernomen om de vele waarneembare variaties van kleur te analyseren en te classificeren. Dit is in het bijzonder belangrijk voor mensen die in het dagelijkse professionele leven te maken krijgen met kleur, zoals de printindustrie, de modewereld en vele andere sectoren. Er is nood aan een systeem dat toelaat om kleuren op objectieve wijze te gaan benoemen, te classificeren en onderling te vergelijken, opdat deze op gestandaardiseerde wijze kunnen worden gedefinieerd, geselecteerd en gereproduceerd worden.
In de afgelopen decennia zijn er veel inspanningen gedaan om de identificatie, indeling en vergelijking van de kleuren te rationaliseren. Een fundamenteel werk dat vandaag nog altijd algemeen aanvaard wordt is het Munsell kleur systeem, ontworpen door Albert Munsell en beschreven in US1617024. Het Munsell systeem specifieert kleuren op basis van drie kenmerken: tint, licht en chroma. Hoewel nuttig, voldoet het Munsell systeem niet langer aan de huidige noden en problemen die zich stellen met betrekking tot het weergeven, correleren en reproduceerbaar maken van kleur. Bovendien is het Munsell systeem enkel gebaseerd op proefondervindelijk en intuïtief onderzoek en ontbreekt een gefundeerde wetenschappelijke basis.
Het Munsell systeem werd onder meer opgevolgd door het CIELAB systeem, ontwikkeld door Commission internationale de l'éclairage. CIELAB beschrijft alle kleuren die zichtbaar zijn voor het menselijke oog en werd ontwikkeld als een onafhankelijk referentiemodel voor de benoeming en classificatie van kleuren. CIELAB is een drie-dimensioneel model, waarbij elke kleur drie coördinaten worden toegewezen, gebaseerd op lichtheid (vergrijzing), een positie tussen rood/magenta en groen, en een positie tussen geel en blauw.
Een probleem met de gekende classificatie methodes en systematiek is het feit dat deze de gebruiker niet voldoende in staat stelt om kleuren te identificeren, te begrijpen, te benoemen, te gebruiken, te harmoniëren en te communiceren.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor bovenvermeld probleem.
Er is nood aan een verbeterd classificatiesysteem voor kleur waarbij rekening wordt gehouden met de unieke eigenschappen van kleuren en hun waarden, zoals cultuur, stijl en type. De uitvinding laat toe om kleuren ondubbelzinnig te gaan identificeren en te classificeren en geschikte combinaties te maken. Verder is het de doelstelling van onderhavige uitvinding om enkel deze kleuren te identificeren en te classificeren die een nuttig gebruik hebben. Kleuren binnen dit nuttige gebruik worden op correcte wijze door onze hersenen gecapteerd omdat deze als voldoende sterk door de kleurreceptoren worden ervaren en niet vervuild zijn door teveel grijswaarden.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De uitvinding betreft een werkwijze voor het indelen van kleur en grijstinten volgens conclusie 1 en afgeleide conclusies. De uitvinding heeft verder betrekking op een kleurenkaart volgens conclusie 19 en afhankelijke conclusies, een kleuridentificatiecode volgens conclusie 35, een computer gestuurd programma volgens conclusie 42 en een werkwijze voor het combineren, harmoniseren en/of nuanceren van kleur volgens conclusie 41. Onderhavig uitvinding laat toe om gebruik te maken van kleuren die binnen het nuttig bereik van onze hersenen vallen. Kleuren die buiten dit nuttig bereik vallen, worden niet of amper in rekening gebracht. De classificatie is wetenschappelijk onderbouwd op basis van de perceptie van kleur en kleurcombinaties in onze hersenen. Door de unieke indeling en benoeming van kleuren op basis van deze indeling, wordt navigatie binnen het systeem mogelijk gemaakt, en kunnen geschikte combinaties en harmonieën worden voorgesteld.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 toont een kleurcirkel volgens uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.
Figuur 2 toont tevens een uitvoeringsvorm van een kleurcirkel volgens onderhavige uitvinding en een indeling in clusters en families.
Figuur 3 toont een subfamiliematrix.
Figuur 4 toont een grijsbuis volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding en de positie ten opzichte van een kleurcirkel.
Figuur 5 toont een grijstintmatrix volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding.
Figuur 6 toont een kleurcirkel volgens onderhavige uitvinding, waarbij de kleurfamilies zijn ingedeeld per type en subtype.
Figuur 7 toont een schematische voorstelling van de indeling van de kleuren per type en subtype.
Figuur 8 toont een uitvoeringsvorm van een indeling van de kleuren in type. Figuur 9 toont de wetenschappelijke achtergrond waarop de type-indeling is gebaseerd.
Figuur 10 toont een uitvoeringsvorm van een indeling van de kleuren in cultuur. Figuur 11 toont de wetenschappelijke achtergrond waarop de cultuur-indeling is gebaseerd.
Figuur 12 toont het RGB excitatiepatroon van de kleurfamilies waarop de indeling van de kleuren is gebaseerd.
Figuur 13 toont mogelijke combinaties en harmonieën volgens onderhavige uitvinding.
Figuur 13A is een voorbeeldweergave van hoe complementen en harmonieën kunnen gemaakt worden binnen verschillende families.
Figuur 14 is een voorbeeld van een mogelijke kleuridentificatiecode volgens onderhavige uitvinding.
Figuur 15 is een voorbeeld van mogelijke cultuurclusters die relevant zijn per regio.
Figuur 16 is een voorbeeld van een mogelijke kleuridentificatietool volgens onderhavige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De uitvinding betreft een systematiek voor het indelen en benoemen van kleur, en biedt als het ware een universele kleurtaal en een uniek paspoort voor elke kleur, die gebruikers in staat stellen om met andere gebruikers te communiceren, en kleur te gebruiken, identificeren, benoemen en goede combinaties en harmonisaties te maken. De indeling van de kleuren is wetenschappelijk gestoeld op de wijze waarop kleur door onze hersenen ervaren wordt en de 3 xyz stimuli van onze hersenen aanspreekt.
Het waarnemen van kleuren berust op het vermogen van onze ogen om licht in verschillende golflengtes waar te nemen en ook om die golflengtes te filteren. Kleur wordt door onze ogen opgevangen via receptoren op het netvlies. Er zijn drie soorten receptoren: voor rood, groen en blauw, of ook de RGB receptoren, die ervoor zorgen dat kleur wordt opgesplitst naar een maat van rood, groen en blauw. De waarneming van kleur is in wezen dus een waarneming door de RGB receptoren, die vervolgens een signaal naar de hersenen sturen. Hierbij zullen sommige signalen en dus kleuren de hersenen eerder bereiken dan andere. Dit is afhankelijk van de golflengte van een welbepaalde kleur.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het indelen van kleur en grijstinten, omvattende het indelen van kleuren in een matrix, waarbij de positie van een kleur in de matrix wordt bepaald door de maat van kleursterkte en de maat van vergrijzing van de kleur. In het bijzonder zal de schaal voor de maat van kleursterkte lineair zijn en zal de schaal voor de maat van vergrijzing afhankelijk zijn van de schaal voor de maat van kleursterkte en recht evenredig stijgt met deze schaal.
De tot nu toe gekende kleurclassificatiesystemen gaan allen uit van een lineaire vergrijzing. Dit geeft tot nadeel dat geen rekening gehouden wordt met het nuttig bereik van kleuren. Door in onderhavige uitvinding de kleuren te gaan indelen aan de hand van de maat van vergrijzing en kleursterkte (chroma) en de grijswaardeschaal te koppelen aan deze van de kleursterkte, wordt te allen tijde rekening gehouden met dit nuttig bereik. Met nuttig bereik worden die kleuren aangeduid die niet overdreven vergrijsd en/of vertroebeld zijn en nog steeds voldoende kleurwaarneming toelaten zodat ze door onze kleurreceptoren en hersenen als aangenaam worden ervaren.
Deze manier van begrenzing laat niet alleen een prettige waarneming toe maar zorgt er ook voor dat het gaat om perfect reproduceerbare kleuren op de meeste substraten.
In het bijzonder zullen de kleuren binnen de matrix ingedeeld worden via een waarde op de verticale as, die vergrijzing aangeeft, en een horizontale as, die een maat voor kleursterkte is. In een andere uitvoeringsvorm kan de horizontale as de vergrijzing aangeven, terwijl de verticale as staat voor de chroma of kleursterkte. Bij voorkeur zal kleursterkte weergegeven worden op een schaal van 0 tot 9, waarbij 0 staat voor de laagste grijswaarde en/of kleursterkte en 9 voor de hoogste grijswaarde en/of kleursterkte.
In het bijzonder zullen de gebruikte schaalstappen een groot-orde van 10 bezitten waarbij 0 staat voor een kleursterkte van 10 en 9 een kleursterkte van 100.
Meer bij voorkeur zal de verticale as de vergrijzing in dalende volgorde van vergrijzing weergeven (van 9 tot 0), terwijl de horizontale as de kleursterkte in oplopende volgorde bepaalt. Op die manier zal de kleur die zich rechtsboven in de matrix bevindt, een kleur zonder vergrijzing zijn, en op volle kleursterkte.
Kleuren met een grijswaarde 0 worden beschouwd als zuivere kleuren. Door toevoeging van grijs zal de helderheid van de kleuren afnemen. De uitvinders hebben de schaal van vergrijzing dusdanig bepaald dat de stappen in vergrijzing in verhouding zijn aangepast aan de kleursterkte waardoor iedere stap niet vertroebeld of vervuild overkomt in onze hersenen door een overmatig gebruik van zwart.
Kleuren met een kleursterkte/chroma van 0 of 1 zijn lichte tonen, deze met chroma 2 en 3 zachte tonen, 4 en 5 worden beschouwd als midden tonen, 6 en 7 als natuurlijke tonen en 8 en 9 zijn diepe tonen.
Hierbij wordt uitgegaan van het principe dat bij een laag chroma de vergrijzing op een veel lager niveau zijn maximum bereikt alvorens alle kleur te verliezen of te bevuilen en waarbij kleuren met een hoog chroma een maximale vergrijzing tot bijna 100 % toelaten (of een luminositeit van 0 of 1).
In het bijzonder zal de kleurmatrix opgebouwd zijn uit 100 kleuren en een subfamilie vormen. In een verdere voorkeursvorm zal een subfamilie onderdeel zijn van een kleurfamilie, waarbij de kleurfamilie 2 subfamilies omvat die elk uit 100 kleuren bestaan.
In een voorkeursvorm zal een kleurfamilie bestaan uit 200 kleuren, opgedeeld in 2 subfamilies, waarbij 1 subfamilie 100 X kleuren omvat en de tweede subfamilie 100 V kleuren, waarbij de Romeinse X staat voor een hoek van 10° en Romeinse V een hoek van 5°. Een dergelijke onderverdeling is belangrijk voor het nauwkeurig identificeren van kleur. Deze kleine verschillen in kleurhoek door verschillende mensen als dezelfde kleur kunnen worden gezien. Dit systeem vangt de verschillen in perceptie op.
De kleur met de grootste kleursterkte en kleinste grijswaarde zal beschouwd worden als hoofdkleur van een familie. In een voorkeursvorm volgens onderhavige uitvinding zal de hoofdkleur zich bovenaan de matrix bevinden, bij voorkeur in de rechterbovenhoek. Hoofdkleuren zullen bij voorkeur een vergrijzingsmaat 0 hebben en een kleursterktemaat 9.
In een verdere voorkeursvorm zullen de kleuren op basis van hun kleursterkte en vergrijzing ingedeeld worden in segmenten van een kleurcirkel. Meer in het bijzonder zullen de families gegroepeerd worden in segmenten. In een voorkeursvorm zal elk segment 60° van de cirkel beslaan, en zullen de segmenten verder onderverdeeld wordt in 6 kleurfamilies. Meer in het bijzonder zal de werkwijze 7200 kleuren en 130 grijstinten indelen.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige werkwijze, zullen de kleuren binnen eenzelfde segment een bepaalde gelijkaardige vorm van golflengtekromme hebben en zullen de segmenten op de cirkel elkaar in tegenwijzerzin opvolgen. Hierbij zal segment 1 de kleuren bevatten die het eerst worden waargenomen door de hersenen, waarbij segment 2, 3, 4, 5 en 6 kleuren bevatten die in dalende volgorde worden waargenomen. In een voorkeursvorm start het eerste segment bij de 0° as, en beslaat dit een gebied van 60° in tegenwijzerzin.
In een voorkeursvorm zal elk segment verder onderverdeeld worden in twee modules die een hoek van 30° beslaan. Bij voorkeur zal elke module uit drie kleurfamilies bestaan. Deze modules zijn belangrijk voor het harmoniseren en combineren van kleuren. Elke module is bij voorkeur afgelijnd door een duidelijke demarcatie. Op basis van spectrale analyses en kleurpsychologie werd door de uitvinders gevonden dat kleuren combineren uit verschillende modules van een zelfde segment niet altijd wenselijk is, alsook een combinatie van kleuren uit naastgelegen modules. Dit is te verklaren doordat de modules op kantelpunten liggen van een primaire kleur waarbij de hoofdinvloed van één van de primaire kantelt naar de invloed van een volgende primaire. De kleuren kunnen daarom vertroebeld door onze hersenen worden waargenomen. Deze kantelpunten zijn duidelijk waarneembaar in de grafieken uit figuur 12 (zie verder). De demarcaties op de kleurcirkel komen overeen met deze kantelpunten.
Zoals vermeld zal elk segment verder onderverdeeld worden in kleurfamilies. Bij voorkeur zal elk segment 6 kleurfamilies bevatten (de doorsnede van een kleurbol). Op die manier zullen er in totaal 36 kleurfamilies zijn, die elk bestaan uit 200 kleuren. Bij voorkeur zal elke kleurfamilie een bereik van 10° hebben op de kleurcirkel.
Het indelen in segmenten, modules en families is gestoeld op de excitatie van de RGB receptoren door de kleuren. Meer specificaties zijn gegeven in figuur 12 en de beschrijving ervan.
In een voorkeursvorm zal aan elke familie een parameter worden toegewezen, waarbij de parameter een indicatie is voor de positie van de familie op de cirkel en/of van de kleurhoek of hue van de familie. In een voorkeursvorm zal deze parameter een tweeledig getal omvatten, waarbij het eerste cijfer van het getal overeenkomt met het segment waartoe de familie behoort (bij voorkeur van 1 tot 6) en het tweede cijfer betrekking heeft op de rangschikking van de familie in dat segment.
In een verdere voorkeursvorm zullen de hoofdkleuren weergegeven zijn op de buitenste schaal van de kleurcirkel, als representatie van de familie waartoe ze behoren. De kleuren op de andere, meer naar binnen gelegen schalen zijn de kleuren met eenzelfde kleurhoekals de hoofdkleur maar bij voorkeur met een vergelijkbare vergrijzingschaal, bijvoorbeeld 5 (zie verder).
Bij voorkeur zal aan elke kleur een identificatiecode of parameter worden gegeven, waarbij deze code/parameter een referentie naar de grijswaarde en chroma/kleursterkte omvat. In combinatie met een verwijzing naar de kleurfamilie en/of subfamilie zal dit een gebruiker instaat stellen om een kleur op ondubbelzinnige wijze te gaan identificeren, en in te delen op een kleurenkaart volgens onderhavige uitvinding. De combinatie laat een eenvoudige navigatie op de kleurenkaart toe.
In een voorkeursvorm zullen de kleuren behorend tot een kleur(sub)familie ingedeeld worden in kleurclusters. Dergelijke kleurclusters omvatten 4 kleuren, waarbij de kleuren in de cluster maximaal één grijswaardemaat en/of één kleursterktemaat van elkaar verschillen. Dit geeft het kleinst merkbare verschil tussen twee kleuren weer. Wanneer individuen deze kleuren apart zullen opmerken, dan zal er geen merkbaar verschil tussen deze kleuren worden waargenomen en zullen deze kleuren als identiek worden aangeduid (hoewel het er wel is). De kleuren in de cluster zijn bij voorkeur gerangschikt in een raster, waarbij de kleuren de vier hoekpunten van het raster innemen en deze gerangschikt zijn volgens de toenemende kleursterkte en afnemende vergrijzing.
Elke cluster zal hierbij een hoofdkleur bevatten. De hoofdkleur van een cluster wordt bepaald als die kleur van de cluster met de meeste kleursterkte en de minste vergrijzing. In een voorkeursvorm zal de hoofdkleur van een cluster zich in de rechterbovenhoek van de kleurcluster bevinden.
In een voorkeursvorm zullen de hoofdkleuren van de clusters met de hoogste kleursterkte (bij voorkeur waarde 9) geprojecteerd worden op de kleurcirkel volgens onderhavige uitvinding. Zoals vermeld zal de buitenste schaal de hoofdkleur van de familie projecteren, waarbij de meer naar het centrum toe gelegen schalen de clusterhoofdkleuren zal bevatten die eenzelfde kleursterkte bezitten als de familiehoofdkleur, maar met een hogere waarde van vergrijzing. Kleuren met hogere waarde van vergrijzing zullen uiteindelijk meer naar het centrum van de cirkel gelegen zijn.
De sector die het middelpunt van de kleurcirkel beschrijft, zal de grijstinten bevatten. In een voorkeursvorm zullen er in deze sector 130 grijstinten ingedeeld worden. De 130 tinten kunnen onderverdeeld worden in 120 grijstinten die beïnvloed worden door een kleur en 10 tinten in het neutrale theoretische middelpunt van de cirkel. Bij voorkeur zal deze sector aangeduid worden als de grijsbuis. De kleursterkte bij deze grijstinten zal (quasi) nihil zijn. In het bijzonder zullen de grijstinten ingedeeld worden in een grijstintmatrix, waarbij de assen bij voorkeur onderverdeeld in een schaal van 0 tot 9. Horizontaal zullen de grijstinten in de matrix gerangschikt zijn volgens kleurinvloed (van ieder hoofd van een module A of B), terwijl de verticale schaal beïnvloedt wordt door vergrijzing. Een grijstintidentificatiecode zal bestaan uit een verwijzing naar de familie en een maat voor vergrijzing.
Via onderhavige uitvinding is het mogelijk om, aan de hand van de positie op de kleurenkaart (en dus aan de hand van de kleuridentificatiecode) de eigenschappen van een welbepaald kleur te berekenen. Meer in het bijzonder zal de chroma, de luminositeit, de tint (hue) en vergrijzing van een kleur kunnen worden bepaald op basis van de familie, het segment en de chroma schaal van een kleur. Op deze manier biedt de unieke kleuridentificatiecode van een kleur niet alleen een ondubbelzinnige manier om over kleur te communiceren, maar biedt het tevens een manier om een kleur te positioneren op de kleurenkaart volgens onderhavige uitvinding (zogenaamde kleurnavigatie) en om de eigenschappen van die kleur te bepalen.
Tevens laat dit navigatie toe op de kleurcirkel.
Via onderhavige uitvinding kan de tint (hue) van een kleur als volgt berekend worden:
Waarbij S het segment is van het kleur op de kleurcirkel en F de rangorde van de familie binnen dit segment.
De chroma/kleursterkte C van een kleur kan als volgt worden bepaald:
Waarbij CS de chroma schaal in systeem is (de horizontale as).
De luminositeit L van een kleur wordt via onderhavige uitvinding bepaald als
Waarbij CS de chroma schaal in systeem is en VS de vergrijzing schaal.
De vergrijzing V wordt op zijn beurt berekend door:
Waarbij CS de chroma schaal is en VS de vergrijzing schaal (verticale as). De vergrijzing V is hierbij omgekeerd aan de luminositeit L op een schaal van 100.
Wanneer we dit toepassen op een voorbeeldkleur met kleuridentificatiecode CP 2647, waarbij 2 staat voor het segment, 6 voor de zesde familie binnen dit segment, 4 voor de maat van vergrijzing en 7 voor de chroma, dan kunnen volgende waarden berekend worden:
De werkwijze en de kleurkaart volgens onderhavige uitvinding berust op een vergrijzing die in verhouding staat met de kleursterkte/chroma. Dit geeft tot gevolg dat enkel kleuren die niet vervuild zijn en als beter worden ervaren in onze hersenen met een betere kleurwaarneming en minder vervuiling. .
Tabel 1 geeft een mathematisch voorbeeld weer van een kleurmatrix van subfamilie 3 uit segment 1 waarbij de horizontale as de maat van kleursterkte is (schaal 0 tot 9, in stappen van 10) en de verticale as de maat van vergrijzing (schaal 0 tot 9) waarbij voor elk kleur de chroma en de luminositeit wordt aangegeven. Middels de luminositeit kan vervolgens de exacte vergrijzing van de kleur worden bepaald (100-L).
Wanneer een kleur weinig chroma heeft zal deze bij een lichte vergrijzing reeds zijn maximaal zichtbaar evenwicht bereiken. Hierna wordt het een grijze kleur en zal deze in de grijsbuis worden ingedeeld (zie verder). Teveel grijs zal een onevenwicht voor de kleurreceptoren betekenen, waardoor onze hersenen niet of moeilijk in staat zijn om deze te verwerken. Een kleur met een sterk chroma kan een veel hogere mate van vergrijzing aan. Dit wordt duidelijk wanneer we de kleur met laag chroma (eerste kolom) uit tabel I vergelijken met een kleur met sterk chroma in de rechterkolom. Deze laatsten kunnen een veel hogere vergrijzing aan, die nog verwerkbaar is door onze hersenen.
De waarden voor luminositeit en chroma zoals aangegeven in tabel I zijn afleidbaar uit de positie van de kleur in de matrix. De kleur met maat voor vergrijzing 3 en maat voor chroma 6 uit familie 13, zal bijvoorbeeld een luminositeit 76 (L = 100 - (CS + 2) x V S) hebben en chroma 70 (C = (CS +1) x 10).
Tabel 1 De kleurmatrix geeft de verhouding tussen luminositeit L en chroma C weer
Zoals aangegeven is verspringt de chromaschaal lineair in stappen van 10. De vergrijzingschaal verspringt ook lineair, maar zijn de stappen dynamisch in functie van de chroma. De stappen zullen recht evenredig vergroten met de chromastappen. Kleuren met veel chroma zullen veel meer vergrijzing kunnen verwerken dan kleur met weinig chroma. Bij kleuren met chromaschaal nul (chroma 10) gebeurt de vergrijzing in de verticale richting in stappen van -2 op een schaal van 0 tot 9. Bij kleuren met chroma 20 gebeurt de vergrijzing in stappen van -3, bij chroma 30 in stappen van -4, enz. Het verschil in stappengrootte is tevens af te leiden uit de schaal van vergrijzing. Kleuren met chromaschaal 0 zullen een vergrijzing in stappen van -2 hebben in de verticale richting, de stappen in de volgende chromaschalen gaan in de horizontale richting volgens de vergrijzingschaal (de rijwaarde van de matrix, dus stappen naar rechts).
Middels de werkwijze, de kleurenkaart en de kleuridentificatiecode volgens onderhavige uitvinding kan tevens een correlatie met het RGB standaard systeem worden berekend of bepaald. Dit laat toe om kleuren die initieel middels een ander systeem worden aangeduid, zonder problemen te identificeren binnen de kleurenkaart volgens onderhavige werkwijze. Bovendien laat deze conversiemogelijkheid naar RGB toe om onderhavige uitvinding ook toe te passen in digitale toepassingen.
Tabel 2 illustreert de berekening van de RGB waarden middels onderhavige uitvinding (voor 100 chroma).
Tabel 2 Berekening van RGB waarden (100 chroma)
Om toe te laten dat een gebruiker de juiste combinaties kan maken en harmonieën kan bepalen, zullen de kleuren en/of kleurclusters ook gegroepeerd worden volgens bepaalde eigenschappen (bv. emoties) en regionale preferenties. De indeling is gebaseerd op de mate waarop de XYZ stimuli worden aangesproken in onze hersenen.
In het bijzonder kunnen kleurclusters gegroepeerd worden in een type, waarbij de verschillende types bepaald worden door de inherente eigenschappen van de kleuren die tot het type behoren. Bij voorkeur worden 5 types geïdentificeerd, op basis van een specifieke vergrijzing, helderheid en/of kleursterkte. Elke kleurcluster binnen een (sub)familie kan worden toegewezen aan een bepaald type. Bij voorkeur zal de identificatiecode van een kleur, naast een verwijzing naar de (sub)familie waar deze toe behoort en de maat voor vergrijzing en kleursterkte, ook een verwijzing naar het soort type omvatten. Dit kan op velerlei manieren worden aangeduid, bijvoorbeeld door een getal, een lettercode of symbool. Bij voorkeur wordt een symbool gebruikt.
In het bijzonder zullen volgende types aanwezig zijn: - Type I ook wel neutrale types genoemd, met kleuren die weinig kleursterkte (bv. schaal 0 en 1) en/of sterk vergrijst zijn (bv. schaal 8 en 9). Kleuren uit type I zijn overal toepasbaar. - Type II, ook wel discrete type genoemd, zijn kleuren met een lage vergrijzing, een hoge helderheid en een lage tot gemiddelde kleursterkte. - Type III, ook wel energiek type genoemd, zijn kleuren met een lage vergrijzing, hoge helderheid en sterke kleursterkte. - Type IV, ook wel basic kleuren genoemd, hebben een gemiddelde vergrijzing en weinig kleursterkte. - Type V, ook wel traditionele kleuren genoemd, hebben een gemiddelde tot sterke vergrijzing, lage helderheid en een gemiddelde tot hoge kleursterkte.
In het bijzonder zullen deze types op een vaste plaats geclusterd zijn binnen elke familie. Dit is onder meer te wijten door de specifieke stappen in vergrijzing die zo kenmerkend is voor onderhavige uitvinding. Deze vergrijzingsstappen (in functie van chroma) maken het mogelijk om identieke clustering toe te passen binnen alle families.
Het indelen in types maat een gebruiker toe om geschikte combinaties te maken. Een kleur van het discrete type kan bijvoorbeeld gecombineerd worden met een complementair kleur van het energieke type.
Naast het groeperen in types, voorziet onderhavige uitvinding ook een groepering van kleur(sub)families per stijl. De indeling in stijl gebeurt op basis van de opbouw van een kleur en hoe deze door onze hersenen via de RGB receptoren wordt bepaald. Zoals de benaming het al een beetje insinueert, laat het indelen in stijl toe om kleuren te kiezen die beschouwd worden als behorend tot een zelfde stijl of uitstraling. Dit kan bijvoorbeeld belangrijk zijn voor merkcreatie. Het indelen in stijl laat toe om kleuren uit (sub)families te combineren en zo een zelfde uitstraling of sfeer te creëren.
In het bijzonder kunnen twee stijlen worden geïdentificeerd binnen de families, die op hun beurt weer onderverdeeld kunnen worden in substijlen.
Een eerste hoofdstijl omvat alle tweede, derde en vierde families binnen een segment. Bij voorkeur worden deze aangegeven door eenzelfde benaming of symbool (bv. Primary). Deze hoofdstijl wordt verder onderverdeeld in drie stijlen, waarbij in de substijlen alle families met een gelijkaardige positie binnen de verschillende segmenten worden ingedeeld.
Een eerste substijl zal alle derde families uit een segment omvatten (families waarvan parameter eindigt op een 3). De uitvinders van onderhavige uitvinding hebben gevonden dat dit kleuren zijn die op volle intensiteit in de hersenen binnenkomen. Dit is voornamelijk te wijten aan de opbouw van de kleuren: deze zijn opgebouwd uit één of twee RGB receptoren op volle kleursterkte. Het zijn mooie felle kleuren maar ze hebben geen gelaagdheid. De families uit de pare segmenten zijn opgebouwd uit twee receptoren, terwijl deze uit de onpare segmenten uit één receptor zijn opgebouwd.
Als gevolg hiervan worden deze kleuren door de meeste mensen makkelijk herkend maar roepen zij weinig emotie op. Deze kleuren zijn tevens ook telkens de eerste kleur van een submodule.
De tweede substijl binnen de eerste hoofdstijl omvat vervolgens alle tweede families uit de segmenten, terwijl alle vierde families uit de segmenten in de derde substijl worden ondergebracht.
Een tweede hoofdstijl omvat alle eerste, vijfde en zesde families binnen een segment. Deze hoofdstijl is verder onderverdeeld in drie substijlen.
Een eerste substijl zal alle zesde families binnen de verschillende segmenten omvatten. Dit zijn kleuren die zeer gelaagd worden waargenomen en emotie teweegbrengen (anders dan de eerste stijl). Deze emotie is te danken aan de opbouw van de kleuren uit de substijl, nl. één receptor op 100% en één receptor op 50%.
Een tweede substijl omvat alle eerste families uit een segment. Dit zijn kleuren die minder emotie vertonen en minder in het oog springen.
Een derde substijl omvat alle vijfde families uit een segment. Dit zijn kleuren die natuurlijk en intens overkomen, zonder de gevoelige kant te verliezen. Ze worden vaak geassocieerd met vrije tijd.
Bij voorkeur zal een kleuridentificatiecode een verwijzing naar de stijlgroep waartoe de kleur behoort bevatten.
Naast een indeling in stijl en kleurcluster, kunnen kleuren ook gegroepeerd worden op basis van cultuur. Groeperen op cultuur heeft als doel beter te begrijpen welke kleuren in welke regio's wel of niet functioneren. De zes verschillende cultuurclusters geven kleurgroepen aan met dezelfde eigenschappen, regionale preferenties en invloedsfeer.
Deze indeling naar cultuur is gebaseerd op natuurlijke grondstromen en algemene kenmerken van een gebied, op een mix van historische, geografische, klimatologische, economische, politieke en godsdienstige invloeden.
Sommige gebieden combineren verschillende kleurprofielen en vallen daarom onder meer dan één cultuur. Dit zijn landen die historisch gezien veel uiteenlopende invloeden hebben gehad, via bijvoorbeeld kolonisatie of immigratie.
In een voorkeursvorm volgens onderhavige uitvinding zullen de kleuren in zes cultuurgroepen ingedeeld.
Een eerste cultuurgroep omvat de universele kleuren, die overal toepasbaar zijn en geen uitgesproken emotie hebben. In het bijzonder komen deze overeen met de kleurclusters in de twee uitersten hoeken en helemaal in het midden van de matrix. Aan de ene kant zijn het kleuren met een minimum aan kleursterkte en een minimum aan vergrijzing, aan de andere kant een maximum aan kleur maar sterk beïnvloed en gedempt door een maximum aan vergrijzing. Het universele kleurcluster dat zich exact in het midden van de matrix bevindt heeft een evenwichtige balans tussen kleur sterkte en een gemiddelde vergrijzing. Deze kleuren kunnen zonder risico universeel worden toegepast.
Een tweede cultuurgroep zijn natuurlijke en milde kleuren. Dit zijn veel voorkomende kleuren in het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië.
Een derde cultuurgroep zijn zuivere en natuurlijke kleuren met weinig vergrijzing en dus een hoge helderheid. Het zijn typische zuiderse kleuren vaak voorkomend in gebieden waar de zon hoog staat zoals Zuid Europa en Zuid America.
Een vierde cultuurgroep zijn kleuren met een gemiddelde tot sterke vergrijzing en een redelijk lage kleursterkte.
Tot slot zijn er twee cultuurgroepen die tussen de andere cultuurgroepen in liggen:
Een vijfde cultuurgroep zijn kleuren met een gemiddelde tot hoge kleursterkte en weinig tot gemiddelde vergrijzing.
Een zesde cultuurgroep zijn kleuren met een lage tot gemiddelde kleursterkte en een gemiddelde vergrijzing.
Bij voorkeur zal een kleuridentificatiecode een referentie naar de cultuurgroep waartoe deze behoort omvatten. Net als bij de indeling in types zullen de cultuurclusters een vaste plaats vinden binnen een familie, die extrapoleerbaar is naar andere families. Dit is opnieuw te wijten aan de unieke manier waarop vergrijzing in rekening wordt gebracht in onderhavige uitvinding.
In een tweede aspect volgens onderhavige uitvinding heeft de uitvinding tevens betrekking op een kleurenkaart voor het indelen van kleur en grijstinten. Middels de kleurenkaart kan een kleur ondubbelzinnig geïdentificeerd worden en kunnen de juiste combinaties en harmonieën gemaakt worden. Navigatie op de kleurenkaart wordt eenvoudig gemaakt.
In het bijzonder zal de kleurenkaart een matrix waarbij de positie van een kleur in de matrix wordt bepaald door de maat van kleursterkte en de maat van vergrijzing van de kleur, waarbij de schaal voor de maat van kleursterkte lineair is. De schaal voor de maat van vergrijzing is afhankelijk van de schaal voor de maat van kleursterkte en recht evenredig stijgt met deze schaal. In het bijzonder zal de verticale as van de matrix de maat van vergrijzing aangeven en de horizontale as de maat van kleursterkte. Meer in het bijzonder zal de schaal voor de maat van kleursterkte verspringt in stappen van 10, waarbij 10 het minimum is en 100 het maximum.
Zoals aangegeven zal de matrix uit 100 kleuren bestaan die samen een kleursubfamilie vormen. Een dergelijke kleursubfamilie is onderdeel van een kleurfamilie, die twee subfamilies omvat met een kleurhoek (hue) van 5°. De families maken onderdeel uit van segmenten.
In het bijzonder omvat een dergelijke kleurenkaart een kleurcirkel die segmenten omvat waarbij deze segmenten elk 60° van de cirkel beslaan, en waarbij de segmenten kleuren bevatten die toegewezen zijn aan een segment op basis van hun kleursterkte en vergrijzing en waarbij elk segment onderverdeeld is in kleurfamilies, elke familie bestaande uit 200 kleuren. Deze familie is vervolgens onderverdeeld in twee subfamilies X en V, die van elkaar verschillen in een kleurhoek van 5°.
Bij voorkeur zullen de segmenten elkaar in tegenwijzerzin opvolgen, en gerangschikt zijn in volgorde van waarneming van kleur door de hersenen. In een verdere voorkeursvorm zijn de segmenten onderverdeeld in twee modules die elk een hoek van 30° beslaan van het segment.
Bij voorkeur zijn de modules gescheiden door een demarcatie. Dit is belangrijk, omdat aangetoond werd dat naastliggende modules niet mogen gecombineerd worden om kleurvertroebeling in de hersenen te vermijden.
De kleurcirkel volgens onderhavige uitvinding is verder ingedeeld is in 4 kwadranten. Deze kwadranten kunnen gebruikt worden voor het bepalen van kleurklassen in een groep van consumenten (cfr. herfst, winter, lente, zomer type).
Bij voorkeur zal de kleurenkaart 7200 ingedeelde kleuren bevatten en 130 grijswaarden (inclusief wit en zwart).
Bij voorkeur zal de kleur met grootste kleursterkte en kleinste grijswaarde binnen een familie de hoofdkleur van de familie is en wordt weergegeven op de buitenste schaal van de kleurcirkel ter representatie van de familie.
De kleurenkaart volgens onderhavige uitvinding zal kleurclusters weergeven, waarbij elke kleurcluster omvattende 4 kleuren, waarbij de kleuren in een kleurcluster maximaal één grijswaardeschaal en/of één kleursterkteschaal van elkaar verschillen.
Verder zal de kleurenkaart ook typeclusters omvatten, waarbij elke typecluster twee of meer kleurclusters omvat, waarbij de types bepaald worden door de maat van vergrijzing, helderheid en kleursterkte.
In een andere of verdere uitvoeringsvorm omvat de kleurenkaart cultuurclusters, waarbij elke cultuurcluster één of meer kleurclusters omvat, gegroepeerd op basis van regionale preferenties en invloeden.
Nog volgens een andere of verdere uitvoeringsvorm, omvat de kleurenkaart stijlclusters, waarbij elke stijlcluster twee of meer families omvat, waarbij de indeling in stijlclusters gebeurt op basis van de graad van stimulatie van één of meer RGB receptoren.
Het groeperen van kleuren zoals hierboven weergegeven, helpt in het bepalen van juiste combinaties en harmonieën.
In een derde aspect heeft onderhavige uitvinding tevens betrekking op een kleuridentificatiecode, die uniek is voor een kleur. Deze identificatiecode geldt als een soort universele en ondubbelzinnige benoeming van een kleur, die ervoor zorgt dat mensen kunnen communiceren met elkaar over kleur en een kleur eenduidig kunnen benoemen. Bovendien laat de kleuridentificatiecode toe om de kleur correct te gaan positioneren op de kleurenkaart (navigatie) en kan via de kleuridentificatiecode waarden zoals chroma, luminositeit en hue worden berekend. De kleuridentificatiecode volgens onderhavige uitvinding omvat een referentie naar de kleurfamilie waartoe het kleur behoort omvat en omvat tevens bij voorkeur een maat voor kleurintensiteit, waarbij de maat voor kleurintensiteit een maat voor de vergrijzing en een maat voor de kleursterkte van de kleur omvat.
In een verdere uitvoeringsvorm verwijst de identificatiecode ook naar de hue van de kleur. In het bijzonder zal de code ook één of meer verwijzingen naar de stijlcluster, typecluster en/of cultuurcluster waartoe de kleur behoort. Dit kan worden aangeduid via specifieke symbolen die uniek zijn per type, stijl, en/of cultuur. Dit laat een gebruiker toe om correcte kleurcombinaties te maken, op basis van de code. De identificatiecode laat moeiteloze navigatie binnen de kleurcirkel toe. Zo zal een complement eenvoudig bepaald kunnen worden door het bijtellen of aftrekken van een waarde 30 van het familiegetal. Bij een drieklank wordt dit +20, een zesklank wordt verkregen door additie of aftrek van 10. Dit maakt onderhavige uitvinding uniek en zeer gebruiksvriendelijk.
De code volgens onderhavige uitvinding is niet alleen een communicatiemiddel maar stelt een gebruiker ook in staat om de kleur eenduidig te gaan indelen op de kleurenkaart volgens onderhavige uitvinding.
Onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het combineren, harmoniseren en/of nuanceren van kleur, daarbij gebruik makend van de kleurenkaart en/of de kleuridentificatiecode volgens de uitvinding. Dit kan handmatig gebeuren of middels een computer gestuurd programma, dat een interface omvat voor het identificeren, classificeren, combineren, harmoniseren en/of nuanceren van kleur. Hierbij zullen niet alleen perfecte complementen kunnen worden gecombineerd, onderhavige uitvinding laat tevens toe om het toelaatbaar complement te gaan bepalen, bij uitbreiding een hele familie V en X.
Elke kleur heeft een eigen gevoel en betekenis. Maar zodra twee of meerdere kleuren gecombineerd worden, ontstaat een nieuw geheel dat ons bijvoorbeeld een aangenaam, fris, melancholisch of juist wanordelijk gevoel kan geven. Een bepaalde kleurencombinatie kan concrete associaties, emoties en sfeer oproepen.
Onze voor- of afkeur voor een bepaalde kleurcombinatie is deels een persoonlijke kwestie en heeft te maken met ons kleurgeheugen, met de ene combinatie hebben we, door bepaalde associaties, minder goede ervaringen dan met de andere. Maar naast deze persoonlijke voorkeur gelden er enkele universele wetmatigheden voor het combineren van kleuren.
Het feit dat de ene kleurcombinatie evenwichtiger aanvoelt dan de andere heeft vooral een wetenschappelijke verklaring. Onze hersenen zoeken namelijk voortdurend naar evenwicht en hebben de neiging een kleur aan te vullen met zijn complement. Wie bijvoorbeeld lang naar geel kijkt en zijn ogen sluit zal een blauw nabeeld zien.
Hierdoor vinden we combinaties van complementaire kleuren automatisch erg prettig, omdat deze elkaar als het ware aanvullen.
Onderhavige uitvinding helpt in het vinden van de correcte combinaties, die door onze hersenen als 'prettig' worden ervaren. Naast een correcte combinatie, speelt de verhouding waarin kleuren gebruikt worden ook een rol. Als twee complementaire kleuren in een gelijke verhouding gebruikt worden, vechten deze om aandacht. Onze hersenen slaan hierbij op tilt en weten niet welke kleur dominant is. Hierdoor het beoogde resultaat teniet gedaan. De beste verhouding is / tegenover %, dus om de één van de twee kleuren als accentkleur te gebruiken.
Een combinatie kan bestaan uit kleuren met eenzelfde kleurintensiteit. Maar deze combinatie geeft niet altijd een harmonieus gevoel, omdat dit soms kan leiden tot eentonigheid. Het combineren van verschillende kleurintensiteiten, zal een levendiger, aantrekkelijker en dus interessanter beeld geven.
Onderhavige uitvinding maakt het eenvoudig harmonieuze combinaties te maken mede dankzij computer geïmplementeerde tools.
In een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding zal het computer gestuurd programma een tool omvatten voor het isoleren van bepaalde kleuren per cluster of verloop en het voorstellen van geschikte combinaties en gelaagde harmonisaties, daarbij rekening houdend met eventuele preferenties van de gebruiker. Op die manier wordt het kiezen nog overzichtelijker en makkelijker gemaakt. De onderhavige uitvinding het eerste kleursysteem waarbij het werken met modules en het kleur combineren is gebaseerd op eigenschappen.
In een andere of verdere uitvoeringsvorm zal in onderhavige uitvinding een kleuridentificatietool voorzien zijn om een kleur te identificeren en te classificeren (bv. volgens familie, segment, kleurcluster, ...). In een voorkeursvorm zal de kleuridentificatietool middelen omvatten die een gebruiker in staat stelt om een kleur te identificeren alsook de daaraan gerelateerde parameters. Dergelijke middelen kunnen onder meer een kleurmeter die spectrale metingen kan uitvoeren, een camera of een optisch oog zijn. Een gebruiker kan de kleuridentificatietool bijvoorbeeld tegen een bepaald voorwerp houden (bv. een stof) en zo de verschillende kleurschakeringen identificeren. In een verdere uitvoeringsvorm zal de identificatietool voorzien zijn van middelen om een cluster- en kleur te isoleren op een witte en zwarte achtergrond.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en tekeningen die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
Figuur 1 toont een kleurcirkel 1 volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding. De kleurcirkel is verdeeld in 4 kwadranten I, II, III, IV, 6 segmenten 1 tot en met 6, van elk 60°. Elk segment is vervolgens opgedeeld in 2 modules A en B van 30°. De segmenten omvatten 6 kleurfamilies, 3 per elke module, die elk 10° van de cirkel beslaan. De segmenten volgen elkaar op in tegenwijzerzin, waarbij het eerste segment het segment is dat de kleuren omvat die als eerste worden waargenomen in de hersenen. De families worden tevens ingedeeld in tegenwijzerzin en aangeduid, bij voorkeur met een tweecijfer-code, waarbij het eerste cijfer staat voor het segment waartoe de familie behoort en het tweede cijfer voor de rangschikking van de familie zelf binnen dat segment.
De segmenten en modules worden van elkaar gescheiden door een demarcatie, in het voorbeeld van figuur 1 een witte lijn. Deze demarcatie is belangrijk voor het combineren van kleur en het vastleggen van harmonisaties.
De kleurcirkel 1 is onderverdeeld in 6 schalen of ringen, waarbij de buitenste schaal of ring de hoofdkleur van een familie weergeeft. De schalen of ringen die meer naar binnen gelegen zijn, omvatten de clusterhoofdkleuren die eenzelfde kleursterkte bezitten als de familiehoofdkleur, maar met een hogere waarde van vergrijzing. Kleuren met hogere waarde van vergrijzing zullen meer naar het centrum van de cirkel gelegen zijn.
Figuur 2 geeft een andere, meer schematische voorstelling weer van een kleurcirkel volgens onderhavige uitvinding. Via de classificatie volgens onderhavige uitvinding zullen 7200 kleuren en 130 grijstinten ingedeeld worden op een kleurenkaart. Deze kleuren worden in 36 families ingedeeld. In een voorkeursvorm zal elke familie uit twee subfamilies bestaan, waarbij een subfamilie in een matrix 2 wordt ingedeeld. Deze matrix bestaat uit 25 kleurclusters 6 waarbij de kleuren in een kleurcluster maximaal één grijswaarde en/of één kleursterkte van elkaar verschillen. De kleur rechtsboven in de kleurcluster wordt aangeduid als de hoofdkleur van de cluster 7.
De kleuren kunnen verder ook per eigenschap, zoals cultuur of type worden ingedeeld. Cluster 4 is een voorbeeld van een dergelijke groepering, waarbij kleur 5 het hoofd van de cluster is.
Figuur 3 geeft meer in detail een indeling van een subfamilie in een matrix 2, waarbij de kleuren volgens een verticale grijswaarde-as en een horizontale kleursterkte as. Beide assen vertonen een schaal van 0 tot 9, waarbij voor de kleursterkte elke stap overeenkomt met een vergroting in kleursterkte van 10. De vergrijzingsstappen gaan per kolom van -2 tot -11, afhankelijk van de chroma/kleursterkte. Vergrijzing zal hierbij afnemen met een stijgende Y as, terwijl kleursterkte toeneemt in de richting van de X-as.
In de matrix 2 zullen de kleuren op zich ook onderverdeeld zijn in kleurclusters 4, een matrix zal bij voorkeur 25 kleurclusters bevatten, en in totaal dus 100 kleuren per subfamilie.
Figuur 12 toont de wetenschappelijke verklaring achter de indeling in segmenten en de volgorde van de families. Figuur 12 toont een grafiek per segment, waarbij de RGB waarden van elke familie van dit segment worden weergegeven.
Kleuren uit segment 1 hebben een hoge R waarde en lage G of B waarde. Familie 1 en 2 uit segment 1 bezitten een lage B waarde, die afneemt van familie 1 naar 2. Bij familie 3 is de B waarde laag tot onbestaande. Dit is module A. Families 4 tot en met 6 uit module B bevatten een oplopende G waarde.
Kleuren uit segment 2 hebben een relatief hoge R en G waarde. De eerste drie families (module A) uit segment 2 bezitten een hoge, gelijkaardig R waarde en een hoge G waarde die stijgt van familie 1 tot een maximum in familie 3. Families 4 tot en met 6 behouden de maximale G waarde, terwijl de R waarde afneemt van familie 4 tot 6 (minimum bij 6) (module B).
Kleuren uit segment drie hebben een hoge, relatief constante G waarde en een lage R of B waarde. Families 1 tot en met 6 hebben allen een relatief constante G waarde. Families 1 en 2 hebben een lage R waarde die afneemt. Bij familie 3 is deze R waarde quasi nihil. Families 1 tot en met 3 vormen module A. Vanaf familie 4 tot 6 wordt een stijgende B waarde waargenomen (module B).
Kleuren uit segment 4 hebben een hoge G en B waarde. De G waarde blijft in families 1 tot en met 3 quasi constant (module A), terwijl de B waarde in deze families in stijgende lijn gaat tot een maximum in 3. In families 4 tot en met 5 blijft deze maximale B waarde behouden, terwijl G afneemt tot een minimum in 6 (module B).
Kleuren uit segment 5 hebben een hoge B waarde, en lage G of R waarde. De B waarde blijft quasi constant in families 1 tot en met 6, terwijl familie 1 en 2 een lage, afnemende G waarde hebben, die nihil wordt in familie 3 (module A). Families 4 tot en met 6 hebben een R waarde die toeneemt in stijgende lijn (module B).
Kleuren uit segment 6 hebben een hoge B en G waarde. De B waarde is is in families 1 tot en met 3 quasi constant, terwijl de R waarde oploopt tot een maximum in 3 (module A). In families 4 tot en met 6 blijft deze R waarde constant, terwijl de B waarde afneemt (module B).
De demarcaties op de kleurcirkel tussen de verschillende modules komen overeen met de spectrale kantellijnen zoals af te leiden valt uit figuur 12. Hierbij zal dus de hoofdinvloed op een kleur door één van de drie primairen (R, G, B) kantelen naar de volgende primaire kleur.
De kleurkaart volgens onderhavige uitvinding bevat eveneens 130 grijstinten. In een uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding worden deze grijstinten worden gerangschikt op een grijsbuis 8 zoals weergegeven in figuur 4. Helemaal in het midden van de kleurcirkel 1 is er weinig kleur en veel grijs. De grijsbuis 8 situeert zich hier. De grijstinten van de grijsbuis zijn in werkelijkheid kleuren die buiten de matrix 2 van de kleursubfamilies vallen, bij voorkeur linksbuiten, daar waar de kleursterkte nihil is. Helemaal in de kern van de cirkel vinden we neutraal wit en neutraal zwart met daartussen acht grijswaarden waar geen enkele kleur in voorkomt. Dit zijn de 10 neutrale grijstinten. De 120 resterende tinten grijs zijn licht beïnvloed door een minimum aan waarneembare kleur.
In onderhavige uitvinding zijn deze in kaart gebracht volgens de invloed van een familiehoofd van een module A of B van een segment, waarbij het hoofd van de modules deze familie is die de eerste familie van een module is, in wijzerzin bekeken (op figuur 1 is dit familie 13, 16, 23, 26, 33, 36, 43, 46, 53, 56, 63 en 66). Zo wordt de invloed van de grijstinten duidelijk voelbaar. Met de invloed van rood in CP 13 voor een warm grijs of de invloed van blauw bij CP 53 voor een koud grijs.
De grijstinten worden, net als de subfamilies, weergegeven op een matrix de grijstintmatrix 9 (zie figuur 5).
De as van deze matrix is onderverdeeld in negen maten, net als bij de subfamiliematrix. Elke grijstint is, net als een kleur, voorzien van een unieke identificatiecode. In tegenstelling tot de kleuren, wordt er aan de grijstinten geen aanduiding van stijl, type en/of cultuur gegeven De kleurintensiteit is bij deze 130 wit, zwart- en grijstinten namelijk te laag om dit te bepalen.
De tien neutralen grijstinten worden in een eerste kolom gegeven en krijgen een identificatiecode die begint met 00. Dat van de 120 andere tinten start met de twee cijfers van de familie waartoe ze behoren, gevolgd door een maat van vergrijzing volgens een schaal van 0 tot 9. CP G 13 5 bijvoorbeeld heeft een vergrijzing van 5 op de schaal van 0 tot 9, en is een warm grijs. Horizontaal zijn ze gerangschikt op kleurinvloed, en lopen ze van kleurfamilie 13 (links) naar familie 66 (rechts).
Deze grijstinten bezitten niet genoeg kleur om een emotie te verwekken of om onze hersenen aan te spreken en worden dus als neutraal en universeel beschouwd.
Zoals aangegeven kunnen kleuren ingedeeld worden in bepaalde groepen of clusters, naargelang stijl, type, cultuur, etc.
Figuur 6 toont een kleurcirkel volgens onderhavige uitvinding, waarbij aangeduid wordt tot welke stijl en substijl een familie hoort. De aanduiding gebeurt middels iconen, waarbij elke substijl een eigen icoon heeft. De indeling maakt gebruik van twee hoofdstijlen (op de cirkel aangeduid als P en S), onderverdeeld in drie substijlen. In totaal kunnen er dus 6 substijlen worden geïdentificeerd, waarbij elke eerste tot en met zesde familie van een segment aan een stijl zal worden toegewezen. Dit wordt meer in detail weergegeven in figuur 7, waarbij elke familie (aangeduid door 25 hoofdkleurclusters) duidelijk wordt ingedeeld in een bepaalde stijl.
Kleuren kunnen tevens per type worden ingedeeld. In figuur 8 is de opdeling van een kleursubfamilie weergegeven in 5 typeclusters die elk uit enkele kleurclusters bestaan. Indeling in types gebeurt op de eigenschappen van de kleuren. Figuur 9 toont de wetenschappelijke onderbouwing van de indeling in types middels grafieken waarbij de helderheid en kleursterkte in een type wordt weergegeven (uitgezet voor enkele referentiekleuren van het type). Kleuren aangeduid als type N zijn neutrale kleuren met een dalende helderheid (L) en een lage kleursterkte (C).
Kleuren aangeduid als type D hebben een gemiddelde helderheid L en sterkte C. Kleuren aangeduid als type E hebben een gemiddelde helderheid en hoge kleursterkte. Kleuren aangeduid als type B hebben een gemiddelde helderheid en een lage sterkte terwijl kleuren aangeduid als type T een lage helderheid en gemiddelde tot hoge kleursterkte hebben.
Figuur 10 toont een voorbeeld van hoe kleuren kunnen worden gegroepeerd op cultuur. In het voorbeeld uit figuur 10 worden de familieleden opgedeeld in 6 cultuurgroepen, met elk een specifieke benaming eigen aan de cultuur (bv. muted east, universal, natural north, natural vivid, vivid south, natural muted). Verschillende culturen kunnen tevens aangeduid worden met verschillende symbolen of codes. Figuur 11 toont de wetenschappelijke achtergrond van de indeling in kleurculturen. Kleuren uit cultuur 1 (aangeduid met een cirkel, ook wel universele kleuren genoemd) hebben een dalende helderheid (L) en een lage sterkte (C). Kleuren uit cultuur II (symbool met volle halve cirkel onderaan, vivid south) hebben een natuurlijke tot hoge helderheid met hoge sterkte. Kleuren uit cultuur III (volle cirkel, natural vivid) hebben een natuurlijke gemiddelde helderheid en gemiddelde sterkte. Kleuren uit cultuur IV (halve volle cirkel bovenaan, natural north) zijn natuurlijke kleuren met een gemiddelde tot lage helderheid en sterkte. Kleuren uit cultuur IV (halve volle cirkel links, natural muted) zijn natuurlijke gedempte kleuren met een gemiddelde tot lage sterkte. Kleuren uit cultuur VI (halve volle cirkel rechts, muted east) zijn kleuren met dalende helderheid in functie van een oplopende lage sterkte. Figuur 15 toont een geografische kaart met aanduiding van de geprefereerde culturen per regio. Dit is onder meer afhankelijk van de stand van de zon en klimaat van de regio (naast andere oorzaken zoals geschiedkundige, politieke en economische redenen).
Figuur 13 toont een voorbeeld van mogelijke combinaties, harmonieën en complementen die kunnen gemaakt worden.
Figuur 14 is een voorbeeld van een mogelijke kleuridentificatiecode volgens onderhavige uitvinding. De code omvat bij voorkeur een referentie naar het segment en de familie waartoe de kleur behoort, alsook naar de schaal van de chroma en vergrijzing van de kleur. De code kan tevens een verwijzing naar de kleurhoek omvatten. In een verdere uitvoeringsvorm kan de code een verwijzing naar de type, stijl en/of cultuur omvatten. Bij voorkeur is dit een symbool, al dan niet gecombineerd met een letterwaarde.
De uitvinding is uitermate geschikt om goede combinaties en harmonieën tussen verschillende kleuren te maken. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven.
Bij alle combinatie die we hierna bespreken gaan we steeds uit van een perfecte harmonie (perfect match) of over de smart harmonie (smart match).
Met een perfect match bedoelen we een kleurcombinatie binnen dezelfde kleurcluster, zowel bij de eigen familie als bij een andere familie (bijvoorbeeld bij een complement CP 21 09 en CP 51 09, + 30 of exact 3 segmenten van 60° dus 180°). Dit is de klassieke manier om kleuren te combineren.
Bij een smart match spreken we van een bredere kleurcombinatie gebaseerd op één van de toelaatbare combinaties. Het is hierbij mogelijk om binnen een volledige familie V en X te combineren (bijvoorbeeld CP 21 51 en 51 08). Een andere mogelijkheid om een smart match te maken is op basis van de cultuur- of typeclusters.
Module Harmonieën
Ieder segment bestaat uit een A module (families eindigend op 1, 2 en 3) en een B module (families eindigend op 4, 5 en 6). Bij het combineren van kleuren wordt aangeraden om geen A en B modules te vermengen. Ook combinatie van kleuren uit de buurmodules wordt niet aangeraden. Dit is enkel een advies, vrijheid van keuze blijft uiteraard bestaan.
Iedere module zit namelijk op een kantelpunt van één van de kleuren, wat wil zeggen dat de hoofdinvloed op een kleur door één van de primairen kantelt naar de volgende primaire kleur. Door het kantelpunt en de enerzijds dalende invloed en stijgende invloed van de volgende primaire kleur komen de kleuren vertroebeld onze hersenen binnen. De golflengtes binnen één zelfde module lopen grotendeels evenwijdig/gelijklopend en stimuleren onze stimuli op een aangename manier. Rekening houdend met deze modules is het mogelijk een heel breed pallet kleurcombinaties te maken zonder al teveel na te denken. De modules worden vooral relevant bij het maken van een splitcomplement of toon op toon combinatie. Daar waar klassieke systemen van harmonie een split complement zullen toestaan aan beide kanten, is het binnen deze uitvinding enkel mogelijk een split complement toe te staan als de basis kleur niet in een familie zit aan de rand van de module. Want dan is de split complement enkel aan te raden aan in de module aan de overkant maar binnen de module.
Binnen een breder kleurpallet, bijvoorbeeld bij de trendkleuren van het seizoen, kunnen wel kleuren uit module A en module B naast elkaar gebruikt worden. Maar bij de toepassingen op één ontwerp geldt wel dat de kleuren uit één zelfde module (dus ofwel enkel A, ofwel enkel B) het beste met elkaar combineren.
Bij het tweede segment is er een uitzondering op deze regel. Er bestaan zoveel schakeringen groen dat het kantelpunt nauwelijks waargenomen wordt. In dit geval is het dus wel mogelijk module A en module B te overschrijden bij een toon op toon of een splitcomplement of enige andere combinatie.
Een andere uitzondering op de regel doet zich ook voor in het tweede segment, waarbij geel zo gevoelig is voor de invloed van rood en groen dat het kantelpunt echt een enorme impact heeft. Het is dus ten stelligste af te raden binnen het tweede segment om module A en B te combineren in één kleur combinatie.
Style cluster harmony
Ontwerpen binnen één stijl zijn natuurlijk heel herkenbaar voor een consument. Een collectie opgemaakt uit families die allen eindigen op 5 zal zeer evenwichtig zijn. Kleuren combineren uit verschillende families met een andere stijl kan ook interessant zijn en extra gelaagdheid brengen, zolang stijlen binnen dezelfde module gebruikt worden. Kleuren uit familie eindigend op 3 kunnen bijvoorbeeld gecombineerd worden met een familie eindigend op 2 of een familie eindigend op 1. Anderzijds kan een familie eindigend op 6 gecombineerd worden met een familie eindigend op 5 en een familie eindigend op 4.
Type cluster harmony
Door kleuren uit twee verschillende subtypes te combineren ontstaan kleurcombinaties waarbij de kleuren elkaar versterken en daardoor interessanter zijn. Twee families uit eenzelfde type kleuren leveren bij elkaar een egaal en braver geheel op.
Combinaties met kleuren uit drie subtypes geven dan weer een chaotisch beeld en worden door onze hersenen als onprettig ervaren. Combineer daarom nooit meer dan twee sub types.
Culture cluster harmony
Wanneer we kleuren combineren uit verschillende cultuurclusters is het belangrijk om als regel te onthouden dat de kleuren altijd uit naburige clusters moeten komen. Ieder cultuurcluster kan per definitie gecombineerd worden met een universele kleur. Vivid South en Muted East kunnen niet gecombineerd worden omdat ze elkaars tegenpool zijn. Natural North kan dan weer wel met of Vivid South of met Muted East.
Kleur nuanceren
Een nuance is een naburige kleur binnen een zelfde familie. Een perfecte nuance is wanneer men binnen een kleurcluster van de gekozen kleur blijft. Bijvoorbeeld een combinatie van CP 13 04 en CP 13 05. Met de tools volgens onderhavige uitvinding kunnen toelaatbare nuances gemaakt worden binnen heel de familie (bijvoorbeeld CP 13 04, CP 13 78 en CP 13 45) ofwel verfijnd worden door rekening te houden met de type- of cultuurclusters. Wanneer we binnen dezelfde familie nuances maken met grotere sprongen van kleursterkte of vergrijzing spreken we van quality contrast.
Toon op toon
Een toon op toon is ook een combinatie van naast elkaar liggende kleuren maar uit de naburige familie. De perfecte toon op toon combinatie van CP 13 09 is CP 12 08 omdat die in een andere familie maar binnen hetzelfde cluster ligt.
Met de tools volgens onderhavige uitvinding kunnen alle kleuren van de familie 12 gebruikt worden ofwel verfijnd worden naar kleuren binnen dezelfde type- en/of cultuurcluster. Een toelaatbare toon op toon voor CP 13 09 is te combineren met alle kleuren uit familie 12, al dan niet rekening houdend met type of cultuur.
Een toon op toon combinatie hoort bij voorkeur wel binnen dezelfde module te blijven.
Kleur complement
De onderhavige uitvinding maakt het heel eenvoudig om een perfect kleurcomplement te vinden. In de kleurcirkel ligt de complementaire kleur aan de overkant op de CP cirkel en dus drie segmenten van 60° verwijderd. Kleurcomplementen zijn op basis van de navigatie en nummering makkelijk te vinden door de eerste twee cijfers van de code (cfr de kleurfamilie) + 30 of - 30 te doen. Op deze manier kan dus onmiddellijk op elk product van het systeem in het boek, een waaier of elke visualisering het complement vinden. Dit is een hele grote stap in het werken met kleur.
Kleur splitcomplement
Splitcomplementen zijn in principe de naastgelegen kleuren van het complement (de kleuren met dezelfde coördinaten uit de buurfamilies van het complement). Bij het combineren van splitcomplementen is het, net als voor toon op toon, essentieel om binnen de module te blijven. Wanneer een basiskleur niet in de middelste familie van een module ligt, zal hij dus slechts één splitcomplement hebben, namelijk die binnen dezelfde module als het complement.
Drieklank (triad)
Een drieklank bestaat uit drie kleuren, of de uitgangskleur en twee aanvullende kleuren. Ze liggen precies twee segmenten (ofwel 120 graden) uit elkaar en zijn te vinden door de code voor de kleurfamilie + of - 20 te doen.
Zesklank (multi color 6-tone)
Een zesklank bestaat uit zes kleuren die telkens een segment (ofwel 60°) uit elkaar liggen. Zesklanken worden vaak gebruikt bij het bedrukken van weefsels en worden ook wel multi color genoemd. Een perfecte zesklank met als basis CP 11 45 is dus 12 45, 13 45, 14 45, 15 45 en 16 45 (dus + of - 10).
Figuur 13A is een voorbeeldweergave van hoe complementen kunnen gemaakt worden binnen verschillende families. Figuur 13A geeft alle eerste families binnen de zes verschillende segmenten weer (aangeduid middels hun 25 clusterhoofden en hun code) en toont de mogelijke zesklanken, drieklanken, en complementen.
Figuur 16 is een voorbeeld van een mogelijke kleuridentificatietool volgens onderhavige uitvinding. De tool laat identificatie en classificatie van een kleur toe volgens onderhavige uitvinding.
Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (42)

  1. CONCLUSIES
    1. Een werkwijze voor het indelen van kleur en grijstinten, omvattende het indelen van kleuren in een matrix, waarbij de kleuren in de matrix tot een zelfde subfamilie behoren en waarbij de positie van een kleur in de matrix wordt bepaald door de maat van kleursterkte en de maat van vergrijzing van de kleur, met het kenmerk, dat de schaal voor de maat van kleursterkte alsook de schaal voor de maat van vergrijzing lineair zijn, waarbij de schaal voor de maat van vergrijzing afhankelijk is van de schaal voor de maat van kleursterkte en waarbij de vergrijzingsstappen dynamisch zijn in functie van de kleursterkte.
  2. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schaal voor de maat van kleursterkte verspringt in stappen van 10, waarbij 10 het minimum is en 100 het maximum.
  3. 3. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij vergrijzing wordt aangegeven op een verticale as van de matrix en kleursterkte op een horizontale as van de matrix.
  4. 4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de matrix 100 kleuren omvat.
  5. 5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een subfamilie behoort tot een familie, omvattende twee subfamilies met een verschil in kleurhoek of Hue van 5°.
  6. 6. Werkwijze volgens één der conclusies 4 of 5, met het kenmerk, dat binnen een subfamilie de kleur met grootste kleursterkte en kleinste grijswaarde als hoofdkleur van de subfamilie wordt aangeduid.
  7. 7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 4 tot 6 waarbij de kleursubfamilie ingedeeld wordt in kleurclusters, elke kleurcluster omvattende 4 kleuren, waarbij de kleuren in een kleurcluster maximaal één grijswaardemaat en/of één kleursterktemaat van elkaar verschillen.
  8. 8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de families gegroepeerd worden in segmenten, waarbij elk segment 6 families omvat.
  9. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de segmenten worden gevisualiseerd op een cirkel, en waarbij elk segment 60° van de cirkel beslaat..
  10. 10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de segmenten elkaar in tegenwijzerzin opvolgen, en gerangschikt zijn in volgorde van waarneming van kleur door de hersenen.
  11. 11. Werkwijze volgens conclusies 8 tot 10, waarbij de segmenten onderverdeeld worden in twee modules die een hoek van 30° beslaan, en waarbij elke module 3 families omvat.
  12. 12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij er 7200 kleuren worden ingedeeld.
  13. 13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 9 tot 12, waarbij aan elke familie een parameter wordt toegewezen, waarbij de parameter een indicatie is voor de positie van de familie op de cirkel en/of kleurhoek van de familie.
  14. 14. Werkwijze volgens conclusies 5 tot 13, waarbij aan elke kleur een parameter wordt toegewezen, de parameter omvattende een verwijzing naar de kleurfamilie waartoe de kleur behoort en een verwijzing naar de maat van grijswaarde en de maat van kleursterkte van de kleur.
  15. 15. Werkwijze volgens één der conclusie 9 tot 14, waarbij de hoofdkleuren van een familie worden weergegeven op de buitenste schaal van de kleurcirkel, als representatie van de familie waartoe ze behoren.
  16. 16. Werkwijze volgens één der conclusies 7 tot 15, waarbij de kleurclusters gegroepeerd worden in een type, de types bepaald door de maat van vergrijzing, helderheid en kleurintensiteit
  17. 17. Werkwijze volgens één der conclusies 7 tot 15, waarbij de kleurclusters gegroepeerd worden in cultuurclusters op basis van regionale preferenties en invloeden.
  18. 18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies waarbij de grijstinten ingedeeld worden in een sector die zich bevindt in het centrum van de kleurcirkel.
  19. 19. Een kleurenkaart voor het indelen van kleur en grijstinten, waarbij de kleurenkaart een matrix omvat, waarbij de kleuren in de matrix tot een zelfde subfamilie behoren en waarbij de positie van een kleur in de matrix bepaald wordt door de maat van kleursterkte en de maat van vergrijzing van de kleur, met het kenmerk, dat de schaal voor de maat van kleursterkte en de schaal voor de maat van vergrijzing lineair is, waarbij de schaal voor de maat van vergrijzing afhankelijk is van de schaal voor de maat van kleursterkte en waarbij de vergrijzingsstappen dynamisch zijn in functie van de kleursterkte.
  20. 20. Kleurenkaart volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de schaal voor de maat van kleursterkte verspringt in stappen van 10, waarbij 10 het minimum is en 100 het maximum.
  21. 21. Kleurenkaart volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verticale as van de matrix de maat van vergrijzing aangeeft en de horizontale as de maat van kleursterkte.
  22. 22. Kleurenkaart volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een matrix 100 kleuren bevat, behorende tot een subfamilie van een familie, de familie omvattende twee subfamilies die van elkaar verschillen met een kleurhoek van 5°.
  23. 23. Kleurenkaart volgens conclusie 22, omvattende een kleurcirkel, waarbij de kleurcirkel segmenten omvat die elk 60° van de cirkel beslaan, waarbij elk segment onderverdeeld is in 6 kleurfamilies, elke familie bestaande uit 200 kleuren.
  24. 24. Kleurenkaart volgens conclusie 23, waarbij de segmenten elkaar in tegenwijzerzin opvolgen, en gerangschikt zijn in volgorde van waarneming van kleur door de hersenen.
  25. 25. Kleurenkaart volgens één der conclusies 22 tot 24, waarbij de segmenten onderverdeeld zijn in twee modules die een hoek van 30° beslaan en elk 3 families omvatten.
  26. 26. Kleurenkaart volgens één der conclusies 23 tot 25, waarbij de modules gescheiden zijn door een demarcatie die een kantelpunt tussen de segmenten en/of modules markeert.
  27. 27. Kleurenkaart volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kleurenkaart 7200 ingedeelde kleuren bevat en 130 grijswaarden.
  28. 28. Kleurenkaart volgens één der voorgaande conclusies 22 tot 27, met het kenmerk, dat de kleur met grootste kleursterkte en kleinste grijswaarde binnen een familie de hoofdkleur van de familie is en wordt weergegeven op de buitenste schaal van de kleurcirkel ter representatie van de familie.
  29. 29. Kleurenkaart volgens één der voorgaande conclusies omvattende kleurclusters, elke kleurcluster omvattende 4 kleuren, waarbij de kleuren in een kleurcluster maximaal één grijswaardemaat en/of één kleursterktemaat van elkaar verschillen.
  30. 30. Kleurenkaart volgens conclusie 29, omvattende stijlclusters, waarbij elke stijlcluster twee of meer families omvat, waarbij de indeling in stijlclusters gebeurt op basis van de graad van stimulatie van één of meer RGB receptoren.
  31. 31. Kleurenkaart volgens conclusie 29 of 30, omvattende typeclusters, waarbij elke typecluster twee of meer kleurclusters omvat, waarbij de types bepaald worden door de maat van vergrijzing, helderheid en kleursterkte.
  32. 32. Kleurenkaart volgens één der voorgaande conclusies 29 tot 32, omvattende cultuurclusters, waarbij elke cultuurcluster één of meer kleurclusters omvat, gegroepeerd op basis van regionale preferenties en invloeden.
  33. 33. Kleurenkaart volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kleurcirkel ingedeeld is in 4 kwadranten voor het bepalen van kleurklasses in een groep van consumenten.
  34. 34. Kleurenkaart volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een grijstintenmatrix.
  35. 35. Een kleuridentificatiecode, waarbij de kleuridentificatiecode uniek is voor een kleur, met het kenmerk, dat de kleuridentificatiecode een referentie naar de kleurfamilie waartoe het kleur behoort omvat en een maat voor kleurintensiteit, waarbij de maat voor kleurintensiteit een maat voor de vergrijzing en een maat voor de kleursterkte van de kleur omvat.
  36. 36. Kleuridentificatiecode volgens conclusie 35, waarbij uit de code de locatie van de kleur op een kleurenkaart kan worden bepaald.
  37. 37. Kleuridentificatiecode volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat middels de code de luminositeit en tint kan worden bepaald.
  38. 38. Kleuridentificatiecode volgens één der voorgaande conclusies , met het kenmerk dat de identificatiecode verwijst naar de hue of kleurhoek
  39. 39. Kleuridentificatiecode volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende één of meer verwijzingen naar de stijlcluster, typecluster en/of cultuurcluster waartoe de kleur behoort.
  40. 40. Kleuridentificatiecode volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kleuridentificatiecode navigatie op de kleurenkaart volgens voorgaande conclusies toelaat.
  41. 41. Werkwijze voor het combineren, harmoniseren en/of nuanceren van kleur, daarbij gebruik makend van de kleurenkaart en/of de kleuridentificatiecode volgens één der voorgaande conclusies.
  42. 42. Een computer gestuurd programma, omvattende een interface voor het identificeren, classificeren, combineren, harmoniseren en/of nuanceren van kleur middels een werkwijze, kleurenkaart en/of kleuridentificatiecode volgens één der voorgaande conclusies.
BE2015/0123A 2015-04-01 2015-04-01 Kleur classificatie systeem BE1022821B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/0123A BE1022821B1 (nl) 2015-04-01 2015-04-01 Kleur classificatie systeem
EP16722939.2A EP3278071B1 (en) 2015-04-01 2016-04-01 Color classification system
PCT/IB2016/051878 WO2016157148A1 (en) 2015-04-01 2016-04-01 Color classification system
CN201680020507.0A CN107532942A (zh) 2015-04-01 2016-04-01 颜色分类系统
US15/562,392 US20190145827A1 (en) 2015-04-01 2016-04-01 Color classification system

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2015/0123A BE1022821B1 (nl) 2015-04-01 2015-04-01 Kleur classificatie systeem

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022821B1 true BE1022821B1 (nl) 2016-09-13

Family

ID=53761151

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2015/0123A BE1022821B1 (nl) 2015-04-01 2015-04-01 Kleur classificatie systeem

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20190145827A1 (nl)
EP (1) EP3278071B1 (nl)
CN (1) CN107532942A (nl)
BE (1) BE1022821B1 (nl)
WO (1) WO2016157148A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPWO2022215491A1 (nl) * 2021-04-05 2022-10-13

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1617024A (en) * 1923-03-24 1927-02-08 Munsell Color Company Inc Color chart
US7180524B1 (en) * 2002-09-30 2007-02-20 Dale Axelrod Artists' color display system
US20090021524A1 (en) * 2007-07-18 2009-01-22 Lenart-Weary Joanne Color Selection System and Method

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4399353A (en) * 1981-07-23 1983-08-16 Adkins James K Color computer wheel
US8520936B2 (en) * 2007-05-02 2013-08-27 The Regents Of The University Of California Method and apparatus for use of an universal color index (UCI): a color appearance system calibrated to reflectance spectra
US10469807B2 (en) * 2013-09-11 2019-11-05 Color Match, LLC Color measurement and calibration

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1617024A (en) * 1923-03-24 1927-02-08 Munsell Color Company Inc Color chart
US7180524B1 (en) * 2002-09-30 2007-02-20 Dale Axelrod Artists' color display system
US20090021524A1 (en) * 2007-07-18 2009-01-22 Lenart-Weary Joanne Color Selection System and Method

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
"Systems for precise color validation Defining", 1 January 2007 (2007-01-01), XP055243947, Retrieved from the Internet <URL:https://www.pantone.com/downloads/articles/pdfs/L10_315_Defining_Color_Munsell_en.pdf> [retrieved on 20160122] *

Also Published As

Publication number Publication date
CN107532942A (zh) 2018-01-02
WO2016157148A1 (en) 2016-10-06
EP3278071B1 (en) 2021-07-28
US20190145827A1 (en) 2019-05-16
EP3278071A1 (en) 2018-02-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Holtzschue Understanding color: an introduction for designers
CA2342519C (en) Display system facilitating paint color selection and coordination
CN1973191B (zh) 颜色显示系统
Pinna et al. Surface color from boundaries: a new ‘watercolor’illusion
US7145571B2 (en) Technique for enabling color blind persons to distinguish between various colors
US8456694B2 (en) System and method for proofing a page for color discriminability problems based on color names
US20050271268A1 (en) Methods for selecting high visual contrast colors in user-interface design
CA2769583A1 (en) Image-processing method for correcting a target image with respect to a reference image, and corresponding image-processing device
Byrne et al. How do things look to the color-blind?
Flatla et al. ColourID: Improving colour identification for people with impaired colour vision
Lluch Color for Architects (Architecture Brief)
BE1022821B1 (nl) Kleur classificatie systeem
Howell et al. How neutral coloured backgrounds affect the attractiveness and expensiveness of fresh produce
CN105205054A (zh) 用于展示图片的方法和获取图片色相特征值的方法及装置
JP2009530985A (ja) 色盲の人が様々な色を区別することを可能にする技術
JP6765519B2 (ja) 色処理プログラム、色処理方法、色彩感覚検査システム、出力システム、色覚補正画像処理システムおよび色覚シミュレーション画像処理システム
Nemcsics Experimental determination of laws of color harmony. Part 6: Numerical index system of color harmony
Kennelly et al. Hillshading of terrain using layer tints with aspect-variant luminosity
JPH05107115A (ja) 肌色に基づくカラーイメージスケール
Jagnow Shadow‐Experiences and the Phenomenal Structure of Colors
TR201722651A2 (tr) Yöntem ve görüntüleme ci̇hazi
CA2584540C (en) Paint color matching and coordinating system
Few Uses and misuses of color
JP4681311B2 (ja) 配色規則生成方法、この方法を実施する装置、プログラムおよびこれを記録した記録媒体
Decock et al. Qualia change and colour science

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160913

HC Change of name of the owners

Owner name: UMAN360 NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGEMENT NOM PROPRIETAIRE, NOM ET ADRESSE; FORMER OWNER NAME: COLOR PASSPORT NV

Effective date: 20170824

PD Change of ownership

Owner name: COLOR NAVIGATOR NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CESSION; FORMER OWNER NAME: UMAN360 NV

Effective date: 20180314

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230430