BE1022672B1 - Dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting - Google Patents

Dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1022672B1
BE1022672B1 BE2015/5007A BE201505007A BE1022672B1 BE 1022672 B1 BE1022672 B1 BE 1022672B1 BE 2015/5007 A BE2015/5007 A BE 2015/5007A BE 201505007 A BE201505007 A BE 201505007A BE 1022672 B1 BE1022672 B1 BE 1022672B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
thin
walled housing
housing
mold
polymer
Prior art date
Application number
BE2015/5007A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1022672A9 (nl
BE1022672A1 (nl
Inventor
Reeth Filip Van
Ranst Jurgen Van
Niels Verhaeghe
Pauw Franky De
Katalin Ivanka
Andras Rudolf Ivanka
Original Assignee
Niko Nv
Ivanka Factory Zartköruen Muködo Részvénytársaság
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Niko Nv, Ivanka Factory Zartköruen Muködo Részvénytársaság filed Critical Niko Nv
Priority to BE20155007A priority Critical patent/BE1022672A9/nl
Priority to PL16150516T priority patent/PL3043432T3/pl
Priority to HUE16150516A priority patent/HUE034926T2/en
Priority to EP16150516.9A priority patent/EP3043432B1/en
Priority to NO16150516A priority patent/NO3043432T3/no
Priority to DK16150516.9T priority patent/DK3043432T3/da
Publication of BE1022672B1 publication Critical patent/BE1022672B1/nl
Publication of BE1022672A1 publication Critical patent/BE1022672A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1022672A9 publication Critical patent/BE1022672A9/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/08Distribution boxes; Connection or junction boxes
    • H02G3/081Bases, casings or covers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Casings For Electric Apparatus (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding voorziet een dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting, zoals bijvoorbeeld een afdekplaat voor elektrisch of elektronisch installatiemateriaal, een behuizing voor een afstandsbediening of een behuizing voor een inrichting voor het meten van het verbruik van een elektrisch apparaat, zoals bijvoorbeeld een zogenaamde smart plug of slimme stekker. De dunwandige behuizing is gemaat van polymeerbeton en heeft een dikte tussen 1,5 mm en 15 mm.

Description

DUNWANDIGE BEHUIZING VOOR EEN ELEKTRISCHE OF ELEKTRONISCHE
INRICHTING
Technisch toepassingsgebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een dunwandige behuizing met een dikte tussen 1,5 mm en 15 mm die van epoxybeton is gemaakt.
Achtergrond van de uitvinding
Moderne interieurs vereisen meer en meer een moderne afwerking van elektrische of elektronische inrichtingen zoals, bijvoorbeeld, afdekplaten voor elektrisch of elektronisch installatiemateriaal zoals schakelaars, stopcontacten, USB-aansluitingen en dergelijke. Eén van de populaire materialen daarvoor is beton. Wanneer echter dunne behuizingen vereist zijn, zoals bijvoorbeeld afdekplaten of behuizingen voor afstandsbedieningen of dergelijke, is er een grote kans dat deze behuizingen scheuren, barsten of zelfs breken wanneer er een kracht wordt op uitgeoefend, bijvoorbeeld, bij installatie of gebruik ervan. Dit komt omdat cementbeton slechts een zeer beperkte hoeveelheid trekspanning kan weerstaan. Zulke trekspanning wordt veroorzaakt door trekken, buigen of torderen, wat nodig is om de delen te monteren en te demonteren. Verder zijn alleen eenvoudige vormen mogelijk als gevolg van fabricagebeperkingen.
Oplossingen zijn reeds gegeven. Bijvoorbeeld, in EP 2 133 972 wordt een afdekplaat voor een elektrische inrichting beschreven. De afdekplaat is gemaakt van cementbeton en omvat een dunne metalen plaat die volledig omringd wordt door het beton om het sterker te maken. Dit maakt het fabricageproces voor de afdekplaat echter veel gecompliceerder, omdat twee verschillende materialen gebruikt worden en de metalen plaat in het betonmateriaal moet worden ingebed.
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een dunwandige behuizing te voorzien voor een elektrische of elektronische inrichting die een betonnen look en feel heeft maar die ook sterk en flexibel is en niet breekt of barst wanneer er krachten op worden uitgeoefend.
In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding een dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting. De dunwandige behuizing is gemaakt van polymeerbeton en heeft een dikte tussen 1,5 mm en 15 mm.
Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het polymeerbeton tussen 40% en 85% polymeerhars + uitharder, tussen 10% en 50% minerale vulstof zoals bijvoorbeeld zand (b.v. kwartszand), aluminiumhydroxide, basalt, graniet, klei, baksteen, kalksteen en dergelijke, tussen 5% en 50% lichtgewicht (LW) vulstof zoals bijvoorbeeld silicaatmicrosferen, en tussen 0,8% en 3% Si02 omvatten.
De LW vulstof, zoals silicaatmicrosferen, wordt toegevoegd met als doel het polymeer-betonmengsel homogeen te houden door de viscositeit van het mengsel te verlagen, wat een betere menging van de componenten toelaat.
Toevoeging van Si02 zorgt ervoor dat de minerale vulstof niet van de andere componenten van het polymeerbeton wordt gescheiden door te voorkomen dat de minerale vulstof neerslaat en naar de bodem zinkt, ofwel in het mengsel bij het gieten van de dunwandige behuizing ofwel in de gegoten dunwandige behuizing ofwel in de dunwandige behuizing tijdens het uitharden. Verder heeft het Si02 de eigenschap om vocht te absorberen en helpt het mengsel de gewenste consistentie te bereiken.
Het polymeerhars kan bij voorkeur epoxy, polyester, polyureum of polyurethaan zijn. Het type uitharder hangt af van het type gebruikte polymeerhars.
Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het polymeerbeton tussen 65% en 75% polymeerhars + uitharder omvatten.
Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het polymeerbeton tussen 15% en 25% minerale vulstof zoals bijvoorbeeld zand (b.v. kwartszand), aluminiumhydroxide, basalt, graniet, klei, baksteen, kalksteen en dergelijke omvatten.
Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het polymeerbeton tussen 7% en 13% LW vulstof omvatten.
Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het polymeerbeton tussen 1% en 2% Si02 omvatten.
De dunwandige behuizing kan een afdekplaat voor elektrisch of elektronisch installatiemateriaal zijn zoals, bijvoorbeeld, een stopcontact, een schakelaar, een netwerkaansluitpunt, een USB-aansluiting of dergelijke. De afdekplaat kan een vlak en een rand rondom dat vlak hebben. Het vlak kan een dikte hebben tussen 1,5 mm en 8 mm en de rand kan een dikte hebben tussen 2 mm en 15 mm.
Volgens andere uitvoeringsvormen van de uitvinding kan de dunwandige behuizing een behuizing voor een afstandsbediening of een behuizing voor een inrichting voor het meten van het verbruik van een elektrisch apparaat zijn, zoals bijvoorbeeld een zogenaamde smart plug of slimme stekker. In een tweede aspect voorziet de uitvinding een werkwijze voor fabricage van een dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting. De werkwijze omvat het voorzien van een gietvorm, het uitgieten van een polymeerbeton in de gietvorm, waarbij het polymeerbeton tussen 40% en 85% polymeerhars + uitharder, tussen 10% en 50% zand, tussen 5% en 50% lichtgewicht (LW) vulstof, en tussen 0,8 en 3% Si02 omvat. In een volgende stap wordt het polymeerbetonmengsel uitgehard en de dunwandige behuizing wordt uit de gietvorm verwijderd. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het voorzien van een gietvorm het voorzien van een gietvorm gemaakt uit polyoxymethyleen (POM), polypropyleen, silicone of polyamide omvatten.
De werkwijze kan verder het machinaal bewerken, bijvoorbeeld schuren of frezen, van de dunwandige behuizing omvatten om een vlak oppervlak te verkrijgen en de vereiste dikte te bereiken.
Het verwijderen van de dunwandige behuizing uit de gietvorm kan, volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, gedaan worden door het uitstoten van de dunwandige behuizing uit de gietvorm met een ejectorplaat met ejectorpinnen. Voor dit doel kan de gietvorm cilinders omvatten die door de ejectorpinnen van de ejectorplaat van een extern ejectiemechanisme kunnen worden verplaatst om de dunwandige behuizing uit de gietvorm te stoten. Deze cilinders kunnen van kunststof gemaakt zijn of van elk ander geschikt materiaal dat machinaal bewerkt kan worden zoals, bijvoorbeeld, roestvrij staal. Een voordeel hiervan is dat goedkope gietvormen gemaakt kunnen worden, die geen ejectiemechanisme vereisen. Vanwege de aanwezigheid van deze cilinders is alleen een extern ejectiemechanisme vereist.
De gietvorm kan verder inkepingen omvatten om hoge precisie uitlijneigenschappen en/of positioneringseigenschappen en/of fïxatie-eigenschappen op de dunwandige behuizing te vormen.
Korte beschrijving van de tekeningen
Er moet worden opgemerkt dat dezelfde referentienummers in de verschillende figuren naar dezelfde, vergelijkbare of analoge elementen verwijzen.
Figuur IA tot 1D tonen een vooraanzicht (Figuur IA), een achteraanzicht (Figuur 1B), een bovenaanzicht (Figuur IC) en een dwarsdoorsnede langs lijn A-A zoals in Figuur IC is aangegeven (Figuur 1D) van een afdekplaat voor elektrische of elektronische installatiemateriaal volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Figuur 2 toont een 3D zicht (Figuur 2A) van een afstandsbediening die een behuizing volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat, en een opengewerkt vooraanzicht (Figuur 2B) en een opengewerkt achteraanzicht (Figuur 2C) van de behuizing van zo’n afstandsbediening.
Figuur 3 toont een 3D zicht (Figuur 3A) van een inrichting voor het meten van het verbruik van een elektrisch apparaat die een behuizing volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat, en een opengewerkt vooraanzicht (Figuur 3B) en een opengewerkt achteraanzicht (Figuur 3C) van de behuizing van zo’n inrichting.
Figuur 4 toont een 3D zicht (Figuur 4A), een bovenaanzicht (Figuur 4B) en een dwarsdoorsnede langs lijn A-A zoals in Figuur 4B is aangegeven (Figuur 4C) van een gietvorm die gebruikt kan worden bij een werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Beschrijving van verhelderende uitvoeringsvormen
In de beschrijving zullen verschillende uitvoeringsvormen gebruikt worden om de uitvinding te beschrijven. Daarvoor zal naar verschillende tekeningen worden verwezen. Het moet begrepen worden dat deze tekeningen niet-beperkend bedoeld zijn. De uitvinding wordt alleen beperkt door de conclusies. De tekeningen zijn dus ter illustratie, waarbij de grootte van sommige elementen in de tekeningen ter verduidelijking overdreven kan zijn.
De term “omvat” moet op geen enkele wijze geïnterpreteerd worden als beperking van de uitvinding. De term “omvat”, die in de conclusies gebruikt wordt, is niet bedoeld beperkt te zijn tot wat daarna beschreven is; het sluit geen andere elementen, delen of stappen uit.
Niet alle uitvoeringsvormen van de uitvinding omvatten alle kenmerken van de uitvinding. In de volgende beschrijving en conclusies kan elk van de uitvoeringsvormen waarop aanspraak wordt gemaakt in elke combinatie gebruikt worden.
In een eerste aspect voorziet de onderhavige uitvinding een dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting. De dunwandige behuizing is gemaakt van polymeerbeton en heeft een dikte tussen 1,5 mm en 15 mm.
Een dunwandige behuizing volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding is sterk en flexibel ondanks het feit dat het zeer dun is, en zal daarom niet barsten of breken wanneer er krachten op worden uitgeoefend tijdens, bijvoorbeeld, installatie of gebruik.
De onderhavige uitvinding zal hierna worden beschreven door middel van verschillende uitvoeringsvormen. Het moet duidelijk zijn dat deze uitvoeringsvormen alleen voor het gemak van het begrijpen van de uitvinding zijn en niet bedoeld zijn om de uitvinding op enige wijze te beperken.
Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een dunwandige behuizing 10 volgens de uitvinding. In de getoonde uitvoeringsvorm is de dunwandige behuizing 10 een afdekplaat voor elektrisch of elektronisch installatiemateriaal zoals, bijvoorbeeld, een schakelaar, een stopcontact, een netwerkaansluitpunt, een USB-aansluiting of dergelijke. Figuur IA toont een voorzijde, Figuur 1B toont een achterzijde en Figuur IC een bovenaanzicht van de afdekplaat 10. Zoals in de figuren te zien is, is de afdekplaat 10 een dubbele afdekplaat, d.w.z. om bijvoorbeeld twee naast elkaar liggende schakelaars, stopcontacten, netwerkaansluitpunten, USB-aansluitingen of dergelijke af te dekken. Dit is echter niet bedoeld om de uitvinding op enige wijze te beperken. De afdekplaat 10 zou ook een enkelvoudige, drievoudige of elke andere bij de vakman bekende afdekplaat 10 kunnen zijn.
De afdekplaat 10 is gemaakt van polymeerbeton. Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan het polymeerbeton tussen 40% en 85% polymeerhars + uitharder, tussen 10% en 50% minerale vulstof, tussen 5% en 50% lichtgewicht (LW) vulstof en tussen 0,8% en 3% Si02 omvatten.
De polymeerhars kan bij voorkeur epoxy, polyester, polyureum of polyurethaan zijn. Het type uitharder hangt af van het type gebruikte polymeerhars. In het geval dat de polymeerhars epoxy is, kan bijvoorbeeld een alifatisch polyamine gebruikt worden als uitharder. Wanneer de polymeerhars polyureum of polyurethaan is, kunnen bijvoorbeeld isocyanaten gebruikt worden als uitharder. Wanneer de polymeerhars polyester is, kan een peroxide zoals b.v. methylethylketonperoxide gebruikt worden als uitharder.
De minerale vulstof kan, bijvoorbeeld, zand (b.v. kwartszand), aluminiumhydroxide, basalt, graniet, klei, steen, kalksteen of dergelijke zijn.
De LW vulstof kan, bijvoorbeeld, silicaatmicrosferen omvatten en wordt toegevoegd met het doel het polymeerbetonmengsel homogeen te houden door het verlagen van de viscositeit van het mengsel, hetgeen betere menging van het mengsel mogelijk maakt.
Het Si02 wordt toegevoegd om er zeker van te zijn dat de minerale vulstof niet van de andere componenten van het polymeerbeton wordt gescheiden door te voorkomen dat de minerale vulstof neerslaat en naar de bodem zinkt, ofwel in het mengsel bij het gieten van de dunwandige behuizing ofwel in de gegoten dunwandige behuizing ofwel in de dunwandige behuizing tijdens het uitharden. Het Si02 vergroot de consistentie van het polymeerbetonmengsel. Verder kan de toevoeging van Si02, vanwege de eigenschap om vocht te absorberen, invloed hebben op andere effecten zoals uithardtijd.
Bij voorkeur kan het polymeerbeton tussen 65% en 75% polymeerhars + uitharder, tussen 15% en 25% minerale vulstof, tussen 7% en 13% LW vulstof en tussen 1% en 2% Si02 omvatten.
Een voorbeeld van een geschikt polymeerbetonmengsel dat gebruikt wordt in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de uitvinding maar niet bedoeld is om op enige wijze te beperken, kan, bijvoorbeeld, een mengsel zijn dat 68,8% epoxy + aminomethyl, trimethylcyclohexilamine, benzylalcohol, 19,7% zand, 9,8% silicaat-microsferen en 1,7% Si02 omvat. Bij voorkeur kan de 68,8% epoxy + aminomethyl, trimethylcyclohexilamine, benzylalcohol bestaan uit 49,1% epoxy + 19,7% aminomethyl, trimethylcyclohexilamine, benzylalcohol.
De afdekplaat 10 heeft een vlak 1 en een rand 2 rondom dat vlak 1. Het vlak 1 heeft een eerste dikte dcpi (zie Figuur 1D die een dwarsdoorsnede toont van de afdekplaat 10 langs de lijn A-A zoals in Figuur IC is aangegeven) die tussen 1,5 mm en 8 mm, bij voorkeur tussen 1,5 mm en 3 mm en met de meeste voorkeur tussen 2,1 mm en 2,5 mm kan zijn. De rand 2 heeft een tweede dikte dcp2, die hoger is dan de eerste dikte dcpl, en die tussen 2 mm en 15 mm, bij voorkeur tussen 6 mm en 11 mm kan zijn en, bijvoorbeeld, 8,65 mm kan zijn (zie ook Figuur 1D).
Zulke dunne waarden kunnen alleen verkregen worden vanwege het gekozen materiaal, d.w.z. polymeerbeton. Dit geeft de afdekplaat 10 een look en feel van cementbeton, maar heeft niet de nadelen van het gebruik van echt cementbeton. Door polymeerbeton volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding te gebruiken zal de verkregen dunwandige behuizing, in het gegeven voorbeeld afdekplaat 10, niet breken of barsten tijdens montage of demontage of tijdens elk ander gebruik.
In het gegeven voorbeeld omvat de afdekplaat 10 verder twee vierkante openingen 3 voor de plaatsing van de functionele modules van de elektrische of elektronische inrichting. De functionele module hangt af van het type elektrische of elektronische inrichting. Bijvoorbeeld kan voor een schakelaar de functionele module een knop zijn, terwijl voor een USB-aansluiting dit een USB-poort is. De aanwezigheid van zulke vierkante openingen 3 kan, bij gebruik van cementbeton, een risico van breuk veroorzaken ofwel tijdens het gieten vanwege krimpspanning in de hoeken, ofwel bij gebruik van de afdekplaat vanwege het notch effect, die hoge spanningen dichtbij scherpe hoeken veroorzaakt. Door polymeerbeton te gebruiken wordt dit risico voorkomen. Dit komt omdat polymeerbeton tijdens het uitharden minder zal krimpen dan cementbeton en daarom zal de krimpspanning lager zijn in polymeerbeton dan in cementbeton. Verder zal de krimpspanning die in het polymeerbeton optreedt aanzienlijk lager zijn dan de treksterkte van het polymeerbeton, zodat dit geen scheuren, barsten of breken van de dunwandige behuizing volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding zal veroorzaken. De aanwezigheid van vierkante openingen 3 in de afdekplaat 10 introduceert dus geen risico van breken of barsten van de afdekplaat 10, niet tijdens het fabricageproces noch tijdens gebruik van de afdekplaat 10.
De afdekplaat 10 kan verder uitlijnmiddelen 4 omvatten voor het correct uitlijnen van de afdekplaat 10 op een basisplaat (niet getoond) voordat het voor de elektrische of elektronische inrichting gebruikt wordt. De basisplaat kan, bijvoorbeeld, gemaakt zijn van kunststof en kan de veiligheid van de volledige afdekking garanderen wanneer het op de elektrische of elektronische inrichting is aangebracht. Het waarborgt dubbele isolatie voor de gebruiker door te voorkomen dat onder spanning staande delen van de elektrische of elektronische inrichting, b.v. door losse draden in de elektrische of elektronische inrichting, door de gebruiker aangeraakt worden.
Een afdekplaat 10 volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding heeft enkele voordelen ten opzichte van afdekplaten die van cementbeton zijn gemaakt. De afdekplaat is sterk maar toch flexibel, wat garandeert dat het niet breekt of barst bij montage of demontage.
Verder is de afdekplaat flexibel genoeg om goed op de wand uitgelijnd te worden, zonder breken of barsten, zelfs wanneer de wand niet perfect vlak is, omdat het bij het uitlijnen op de wand de erop werkende torsie- en buigspanning kan weerstaan. ·
Verder laat het gebruik van polymeerbeton gecompliceerde vormen toe, omdat er minder fabricagebeperkingen zijn. Dit zal hierna getoond worden.
De Figuren 2A tot 2C tonen een andere uitvoeringsvorm van de dunwandige behuizing 10 voor een elektrische of elektronische inrichting 20 volgens de uitvinding. In de in Figuren 2A tot 2C getoonde uitvoeringsvorm is de dunwandige behuizing een behuizing 10 voor een afstandsbediening 20. De afstandsbediening 20 omvat ook een houder 21 waarin de afstandsbediening 20 kan worden geplaatst wanneer die niet in gebruik is en/of waarin het kan worden opgeladen. Figuur 2A toont een 3D zicht, Figuur 2B een opengewerkt vooraanzicht en Figuur 2C een opengewerkt achteraanzicht van de afstandsbediening 20.
De behuizing 10a, 10b is, volgens de uitvinding, van polymeerbeton gemaakt dat een vergelijkbare samenstelling kan hebben als beschreven is voor de uitvoeringsvorm die in Figuren IA tot 1D getoond is, en dus dezelfde voordelen zal hebben als de afdekplaat 10 die in de Figuren IA tot 1D getoond is. De houder 21 kan ook van polymeerbeton gemaakt zijn of kan van elk ander geschikt materiaal gemaakt zijn.
De behuizing 10a, 10b van de afstandsbediening 20 omvat een hol deel 10a en een afdekdeel 10b. Beide delen 10a, 10b zijn van polymeerbeton gemaakt. De inrichting 20 omvat verder een tussendeel 5 om, enerzijds, het afdekdeel 10b te bevestigen en, anderzijds, de beweging van het afdekdeel 10b naar de schakelaars in de inrichting 20 over te brengen.
Het tussendeel 5 kan, bijvoorbeeld, van een thermoplastisch materiaal gemaakt zijn.
Zoals in Figuur 2B te zien is kan het holle deel 10a fïxatiemiddelen 6 in de vorm van schroefgaten hebben om het afdekdeel 10b eraan te bevestigen. Het afdekdeel 10b kan verder positionerings-middelen 7 omvatten om het afdekdeel 10b goed op het tussendeel 5 te positioneren.
Het holle deel 10a en het afdekdeel 10b kunnen een dikte hebben tussen 1,5 mm en 5 mm, bij voorkeur tussen 2 mm en 3 mm.
Vanwege het gebruik van polymeerbeton om de behuizing 10 van deze afstandsbediening te vormen, is het mogelijk deze behuizing 10 nogal dun te maken zonder het risico dat het breekt wanneer het gedraaid wordt of wanneer de twee delen 10a, 10b van de behuizing aan elkaar bevestigd worden. Het gebruik van polymeerbeton volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding maakt het ook mogelijk afgeronde vormen met zeer beperkte diktes te maken, wat moeilijker zou zijn wanneer cementbeton wordt gebruik.
Een ander voorbeeld van een dunwandige behuizing 10 voor een elektrische of elektronische inrichting 20 volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt in de Figuren 3A tot 3C getoond. Volgens deze uitvoeringsvorm kan de elektrische of elektronische inrichting 20 een zogenaamde smart plug of slimme stekker zijn voor het meten van het verbruik van een elektrisch apparaat, zoals bijvoorbeeld een wasmachine of dergelijke. Figuur 3A toont een 3D zicht van de slimme stekker 20 en Figuur 3B en Figuur 3C tonen een opengewerkt beeld van respectievelijk de voorzijde en de achterzijde van de behuizing 10a,b van zo’n slimme stekker 20.
Vergelijkbaar als voor de afstandsbediening 20 die in de Figuren 2A tot 2C getoond is, omvat de behuizing 10 van de slimme stekker 20 ook een hol deel 10a en een afdekdeel 10b.
De behuizing 10a, 10b is, volgens de uitvinding, gemaakt van polymeerbeton, dat een vergelijkbare samenstelling heeft als beschreven is voor de uitvoeringsvorm die in de Figuren IA tot 1D getoond is, en dus dezelfde voordelen zal hebben als de afdekplaat 10 die in de Figuren IA tot 1D getoond zijn.
Het holle deel 10a en het afdekdeel 10b kunnen een dikte hebben tussen 1,5 mm en 5 mm, bij voorkeur tussen 2 mm en 3 mm.
De behuizing 10a, 10b van de slimme stekker 20 kan verder fixatiemiddelen 6 en positionerings-middelen 7 omvatten.
In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor fabricage van een dunwandige behuizing 10 voor een elektrische of elektronische inrichting 20. De werkwijze omvat het voorzien van een gietvorm, het uitgieten van een polymeerbetonmengsel in de gietvorm, waarbij het polymeerbetonmengsel tussen 40% en 85% polymeerhars + uitharder, tussen 10% en 50% zand, tussen 5% en 50% lichtgewicht (LW) vulstof en tussen 0,8 en 3% Si02 omvat, het uitharden van het polymeerbetonmengsel, en het verwijderen van de dunwandige behuizing uit de gietvorm.
De polymeerhars kan bij voorkeur epoxy, polyester, polyureum of polyurethaan zijn. Het type uitharder hangt af van het type gebruikte polymeerhars. Bijvoorbeeld in het geval dat de polymeerhars epoxy is, kan bijvoorbeeld een alifatisch polyamine gebruikt worden als uitharder. Wanneer de polymeerhars polyureum of polyurethaan is, kunnen bijvoorbeeld isocyanaten gebruikt worden als uitharder. Wanneer de polymeerhars polyester is, kan een peroxide zoals b.v. methylethylketonperoxide gebruikt worden als uitharder.
De minerale vulstof kan, bijvoorbeeld, zand (b.v. kwartszand), aluminiumhydroxide, basalt, graniet, klei, steen, kalksteen of dergelijke zijn.
De LW vulstof kan, bijvoorbeeld, silicaatmicrosferen omvatten en wordt toegevoegd met het doel het polymeerbetonmengsel een homogeen mengsel te laten blijven door het verlagen van de viscositeit van het mengsel, hetgeen een betere mengeling van het mengsel mogelijk maakt.
Het Si02 wordt toegevoegd om er zeker van te zijn dat de minerale vulstof niet van de andere componenten van het polymeerbetonmengsel wordt gescheiden voor of tijdens het uitharden door te voorkomen dat de minerale vulstof neerslaat en naar de bodem zinkt.
Het Si02 vergroot de consistentie van het polymeerbetonmengsel. Verder kan de toevoeging van Si02, vanwege de eigenschap om vocht te absorberen, invloed hebben op andere effecten zoals uithardtijd.
Bij voorkeur kan het polymeerbetonmengsel tussen 65% en 75% polymeerhars + uitharder, tussen 15% en 25% minerale vulstof, tussen 7% en 13% LW vulstof en tussen 1% en 2% Si02 omvatten. Een voorbeeld van een geschikt polymeerbetonmengsel dat gebruikt wordt in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de uitvinding maar niet bedoeld is om op enige wijze te beperken, kan, bijvoorbeeld, een mengsel zijn dat 68,8% epoxy + aminomethyl, trimethylcyclohexilamine, benzylalcohol, 19,7% zand, 9,8% silicaat-microsferen en 1,7% Si02 omvat.
Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding, kan het uitharden gedaan worden gedurende ten minste 16 uur bij een temperatuur van tussen 20°C en 80°C, bij voorkeur tussen 30°C en 35°C, en bij een relatieve vochtigheid van minder dan 70%.
De gietvorm die in de werkwijze gebruikt wordt kan bij voorkeur gemaakt zijn van polyoxymethy-leen (POM), polypropyleen, silicone of polyamide. De Figuren 4A tot 4C tonen een 3D zicht (Figuur 4A), een bovenaanzicht (Figuur 4B) en een dwarsdoorsnede langs de lijn A-A zoals in Figuur 4B is aangegeven (Figuur 4C) van een gietvorm 30 die gebruikt kan worden voor de werkwijze volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding voor de fabricage van een dubbele afdekplaat zoals in de Figuren IA tot 1D getoond is. Er moet worden opgemerkt dat deze gietvorm slechts getoond wordt voor de eenvoud van de verduidelijking en dat het niet bedoeld is de uitvinding op enige wijze te beperken.
De gietvorm 30 omvat ten minste één uitsparing in de vorm van de dunwandige behuizing 10 die moet worden gemaakt. De uitvoeringsvorm in de Figuren 4A tot 4C laten twee vierkante uitsparingen 31 met kleinere verhoogde vierkante delen 32 zien om de openingen 3 voor de functionele modules te maken. De gietvorm 30 omvat verder inkepingen 33 voor de formatie van hoge precisie uitlijnmiddelen 4 en/of fixatiemiddelen 6 en/of positioneringsmiddelen 7 op de dunwandige behuizing 10. In het gegeven voorbeeld zijn deze inkepingen 33 om de afdekplaat 10 met uitlijnmiddelen voor passende uitlijning aan te brengen op een basisplaat wanneer deze op elektrische of elektronische installatiemateriaal, zoals een stopcontact, een schakelaar, een netwerkaansluitpunt, een USB-aansluiting of dergelijke geïnstalleerd wordt.
Na uitharden wordt de dunwandige behuizing 10 uit de gietvorm 30 verwijderd. Dit kan gedaan worden door het uitstoten van de dunwandige behuizing 10 uit de gietvorm 30 met een ejectorplaat die ejectorpinnen (niet getoond) omvat. Deze ejectorplaat met ejectorpin is deel van een apart ejectiemechanisme dat geen deel is van de gietvorm 30 zelf. De gietvorm 30 kan daarvoor verder cilinders 34 omvatten die door de ejectorpinnen van de ejectorplaat van de externe ejectiemechanisme verplaatst kunnen worden om de dunwandige behuizing 10 uit de gietvorm 30 te stoten. De cilinders 34 kunnen van kunststof of elk ander geschikt materiaal dat verspaand kan worden zoals, bijvoorbeeld, roestvrij staal, gemaakt worden.
Een voordeel hiervan is dat, omdat het ejectormechanisme geen deel is van de gietvorm 30 maar een extern ejectormechanisme is, de gietvormen 30 goedkoop gemaakt kunnen worden omdat alleen beweegbare pinnen, die, bijvoorbeeld, van kunststof gemaakt kunnen worden, op de gietvorm 30 moet worden voorzien.
Na uitharden en verwijderen van de dunwandige behuizing 10 uit de gietvorm 30 kan de dunwandige behuizing 10 machinaal bewerkt worden, b.v. door schuren of frezen, om een vlak oppervlak te verkrijgen en de vereiste dikte tussen 1,5 mm en 15 mm, afhankelijk van het type dunwandige behuizing 10 dat vervaardigd wordt, te bereiken.

Claims (15)

  1. CONCLUSIES
    1. Dunwandige behuizing (10) voor een elektrische of elektronische inrichting (20) , met het kenmerk dat de dunwandige behuizing (10) van polymeerbeton is gemaakt en een dikte heeft tussen 1,5 mm en 15 mm.
  2. 2. Dunwandige behuizing (10) volgens conclusie 1, waarbij het polymeerbeton omvat: - tussen 40% en 85% polymeerhars + uitharder, - tussen 10% en 50% minerale vulstof, - tussen 5% en 50% lichtgewicht (LW) vulstof, en - tussen 0,8% en 3% Si02.
  3. 3. Dunwandige behuizing (10) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de polymeerhars is epoxy, polyester, polyureum of polyurethaan.
  4. 4. Dunwandige behuizing (10) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het polymeerbeton tussen 65% en 75% polymeerhars + uitharder omvat.
  5. 5. Dunwandige behuizing (10) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het polymeerbeton tussen 15% en 25% minerale vulstof omvat.
  6. 6. Dunwandige behuizing (10) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het polymeerbeton tussen 7% en 13% lichtgewicht (LW) vulstof omvat.
  7. 7. Dunwandige behuizing (10) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het polymeerbeton tussen 1% en 2% Si02 omvat.
  8. 8. Dunwandige behuizing (10) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dunwandige behuizing (10) een afdekplaat voor elektrisch of elektronisch installatiemateriaal is.
  9. 9. Dunwandige behuizing (10) volgens conclusie 8, waarbij de afdekplaat een vlak (1) en een rand (2) rondom dat vlak (1) heeft, waarbij het vlak (1) een dikte dCpi heeft tussen 1,5 mm en 8 mm en waarbij de rand (2) een dikte dcp2 heeft tussen 2 mm en 15 mm.
  10. 10. Dunwandige behuizing (10) volgens één der conclusies 1 tot 7, waarbij de dunwandige behuizing (10) een behuizing (10a, 10b) voor een afstandsbediening (20) of een behuizing (10a, 10b) voor een inrichting (20) voor het meten van het verbruik van een elektrisch apparaat is.
  11. 11. Werkwijze voor de fabricage van een dunwandige behuizing (10) voor een elektrische of elektronische inrichting (20), waarbij de werkwijze het volgende omvat: - het voorzien van een gietvorm (30), - het uitgieten van een polymeerbetonmengsel in de gietvorm (30), waarbij het polymeer-betonmengsel tussen 40% en 85% polymeerhars + uitharder, tussen 10% en 50% minerale vulstof, tussen 5% en 50% lichtgewicht (LW) vulstof en tussen 0,8 en 3% Si02 omvat, - het uitharden van het polymeerbetonmengsel, en - het verwijderen van de dunwandige behuizing (10) uit de gietvorm (30).
  12. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het voorzien van een gietvorm (30) het voorzien van een gietvorm (30) gemaakt van polyoxymethyleen (POM), polypropyleen, silicone of polyamide omvat.
  13. 13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, die verder, na het verwijderen van de dunwandige behuizing (10) uit de gietvorm (30), het machinaal bewerken van de dunwandige behuizing (10) omvat.
  14. 14. Werkwijze volgens één der conclusies 11 tot 13, waarbij het verwijderen van de dunwandige behuizing (10) uit de gietvorm (30) gedaan wordt door het uitstoten van de dunwandige behuizing (10) uit de gietvorm (30) met een ejectorplaat die ejectorpinnen omvat.
  15. 15. Werkwijze volgens één der conclusies 11 tot 14, waarbij de gietvorm (30) inkepingen (33) omvat voor het vormen van hoge precisie uitlijnmiddelen (4) en/of fixatiemiddelen (6) en/of positioneringsmiddelen (7) op de dunwandige behuizing (10).
BE20155007A 2015-01-09 2015-01-09 Dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting BE1022672A9 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20155007A BE1022672A9 (nl) 2015-01-09 2015-01-09 Dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting
PL16150516T PL3043432T3 (pl) 2015-01-09 2016-01-08 Obudowa cienkościenna dla urządzenia elektrycznego lub elektronicznego
HUE16150516A HUE034926T2 (en) 2015-01-09 2016-01-08 Thin wall housing for an electrical or electronic device
EP16150516.9A EP3043432B1 (en) 2015-01-09 2016-01-08 Thin-walled housing for an electric or electronic device
NO16150516A NO3043432T3 (nl) 2015-01-09 2016-01-08
DK16150516.9T DK3043432T3 (da) 2015-01-09 2016-01-08 Tyndvægget hus til en elektrisk eller elektronisk enhed

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20155007A BE1022672A9 (nl) 2015-01-09 2015-01-09 Dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting

Publications (3)

Publication Number Publication Date
BE1022672B1 true BE1022672B1 (nl) 2016-07-13
BE1022672A1 BE1022672A1 (nl) 2016-07-13
BE1022672A9 BE1022672A9 (nl) 2016-10-06

Family

ID=53274317

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20155007A BE1022672A9 (nl) 2015-01-09 2015-01-09 Dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP3043432B1 (nl)
BE (1) BE1022672A9 (nl)
DK (1) DK3043432T3 (nl)
HU (1) HUE034926T2 (nl)
NO (1) NO3043432T3 (nl)
PL (1) PL3043432T3 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202006019593U1 (de) * 2006-12-21 2007-04-12 Roxtec Ab Brandschutz-Wanddurchführung
EP2133972A1 (fr) * 2008-06-12 2009-12-16 Legrand France Plaque d'habillage pour appareillage électrique

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202006019593U1 (de) * 2006-12-21 2007-04-12 Roxtec Ab Brandschutz-Wanddurchführung
EP2133972A1 (fr) * 2008-06-12 2009-12-16 Legrand France Plaque d'habillage pour appareillage électrique

Also Published As

Publication number Publication date
EP3043432B1 (en) 2017-08-09
DK3043432T3 (da) 2017-11-13
BE1022672A9 (nl) 2016-10-06
EP3043432A1 (en) 2016-07-13
NO3043432T3 (nl) 2018-01-06
BE1022672A1 (nl) 2016-07-13
HUE034926T2 (en) 2018-03-28
PL3043432T3 (pl) 2018-02-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101551255B1 (ko) 3d 프린팅용 저점도 세라믹 슬러리 조성물
CN102016653B (zh) 晶圆透镜聚合体的制造方法及晶圆透镜的制造方法
CN103424786B (zh) 塑料光学元件及其制造方法
US8964313B2 (en) Plastic optical element and method of making the same
WO2010116291A3 (en) Optical waveguide with embedded light-reflecting feature and method for fabricating the same
CN105992684A (zh) 玻璃树脂一体成形品的制造方法及装置
EP1099964A3 (en) Method for manufacturing polymer optical waveguide
EP2402795A3 (en) Optical devices and silicone compositions and processes fabricating the optical devices
BE1022672B1 (nl) Dunwandige behuizing voor een elektrische of elektronische inrichting
CN103189774A (zh) 用于光学传输体的箍圈
DE102012021921B4 (de) Verfahren zum Herstellen eines optischen Linsenelementes, insbesondere einer Scheinwerferlinse für einen Kraftfahrzeugscheinwerfer
US7796337B2 (en) Optical microstructure plate and fabrication mold thereof
US20110262583A1 (en) Mould with demoulding function
US10816827B2 (en) Process for manufacturing an ophthalmic lens equipped with an insert
CN103640148A (zh) 一种具有大角度斜顶的模具
JP5753696B2 (ja) レンズ成形用型の製造方法およびレンズの製造方法
KR100598958B1 (ko) 경화성 물질을 이용한 렌즈 제조 방법
JP2920581B2 (ja) 人造石の製造方法
US20100265736A1 (en) Fiber optic enhanced baluster
CN105611775B (zh) 摄像机用基板及其制造方法
CN107428093B (zh) 用于由弹性体制作光学耦合元件的设备和方法
PT2565339E (pt) Elementos compósitos translúcidos e método para o seu fabrico
CN102236133B (zh) 光纤连接头及其制造方法
CN111002238B (zh) 砂轮成型料刮平装置
PL232534B1 (pl) Podświetlana kostka brukowa z ceramiczno-polimerowego materiału kompozytowego oraz sposób wytwarzania podświetlanej kostki brukowej

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20160713

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180131