BE1022596B1

BE1022596B1 - Doorzichtbare sfeerhaard

Info

Publication number: BE1022596B1
Application number: BE2014/5013A
Authority: BE
Inventors: Baenst Karl De
Original assignee: Debatra Bvba
Priority date: 2014-10-16
Filing date: 2014-10-16
Publication date: 2016-06-14
Also published as: BE1022596A1

Abstract

Deze uitvinding betreft een gas- inbouwhaard (1) van het gesloten of hermetische type, omvattende een brandkamer (2) gevormd door een boven- en onderwand (3) en een aantal omtrekswanden (4a; 4b; 4c; 4d), afvoermiddelen (5) voor de verbrandingsgassen uit de brandkamer (2) en aanvoermiddelen voor de toevoer van de verbrandingslucht in de brandkamer (2), waarbij de aanvoermiddelen een zich parallel aan een omtrekswand (4a; 4b; 4c; 4d) uitstrekkende binnenwand (6) omvatten zodat tussen de genoemde binnenwand (6) en een omtrekswand een doorgangskanaal (7) gevormd wordt waarlangs de verbrandinglucht in de brandkamer (2) kan stromen.

Description

DOORZICHTBARE SFEERHAARD

Deze uitvinding betreft een gashaard van het gesloten of hermetische type, omvattende een brandkamer gevormd door een boven- en onderwand en vier omtrekswanden, afvoermiddelen voor de verbrandingsgassen uit de brandkamer en aanvoermiddelen voor de toevoer van de verbrandingslucht in de brandkamer. De gashaard volgens deze uitvinding is in het bijzonder een doorkijkhaard.

Sfeerhaarden zijn er in vele soorten, stijlen en maten. Een bijzondere vorm die steeds meer ingang vindt is de doorkijkhaard. Dergelijke haarden hebben twee of drie doorzichtbare (doorkijkbare) omtrekswanden, en worden op een dusdanige wijze in een muur of wand geplaatst dat het haardvuur via de betreffende wanden zichtbaar is.

De hermetisch gesloten verwarmingstoestellen met gas als brandstof zijn in de markt gekend als toestellen met gesloten verbranding (Engels:“balanced flu”; Frans: “circuit étanche”). Deze toestellen hebben een gesloten brandkamer waarop een centraal geplaatste afvoerleiding (kanaal, pijp) voor de verbrandingsgassen en er rond een concentrisch meelopende aanvoer leiding voor de toevoer van de verbrandingslucht in de brandkamer, zijn aangesloten. Hierbij wordt de afvoer van de verbrandingsgassen en de toevoer van lucht via een speciaal eindstuk geregeld. Om nu een goede verbranding te hebben loopt de aanvoerleiding voor de toevoer van de verbrandingslucht verder door, zodat de verbrandingslucht aan de onderzijde van de brandkamer wordt toegevoerd. Om echter de doorlopende aanvoerleiding aan het oog te onttrekken, hebben de gekende gashaarden telkens maar drie doorzichtbare omtrekswanden, zodat de genoemde aanvoerleiding kan weggestopt worden achter de vierde (ondoorzichtbare) omtrekswand. Dit is echter visueel niet altijd even mooi, bovendien is het haardvuur ook van één zijde niet zichtbaar.

Om bovengenoemde nadelen te vermijden heeft deze uitvinding daarom tot doel een sfeerhaard, in het bijzonder een gashaard van het gesloten type te verschaffen, waarvan het vlammenbeeld via alle omtrekswanden zichtbaar is.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een gashaard van het gesloten of hermetische type waarbij het vlammenbeeld via alle omtrekswanden zichtbaar is, omvattende een brandkamer gevormd door een boven- en onderwand en een aantal omtrekswanden, afvoermiddelen voor de verbrandingsgassen uit de brandkamer en aanvoermiddelen voor de toevoer van de verbrandingslucht in de brandkamer, waarbij de aanvoermiddelen een zich parallel aan een omtrekswand uitstrekkende binnenwand omvatten zodat tussen de genoemde binnenwand en een omtrekswand een doorgangskanaal gevormd wordt waarlangs de verbrandinglucht in de brandkamer kan stromen. Bij voorkeur zijn de binnenwand en de omtrekswanden doorzichtbaar. Door de gashaard op deze manier te ontwerpen, blijft het mogelijk om de verbrandingslucht in de brandkamer te brengen via de onderzijde, maar kunnen alle omtrekswanden uit een doorzichtbaar materiaal, bij voorkeur gehard warmtebestendig glas of een soortgelijk materiaal, vervaardigd worden, zodat het vlammenbeeld zichtbaar is via alle zijden van de haard.

De haard volgens de uitvinding kan in verschillende vormen worden uitgevoerd, zoals bijv. kubusvormig, driehoekig, vijfhoekig, zeshoekig, ... Hiertoe omvat de haard bij voorkeur drie, vier, vijf of meer omtrekswanden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de haard volgens de uitvinding omvatten de aanvoermiddelen verder zich twee in de brandkamer uitstrekkende steunwanden, die staan opgesteld tussen de binnenwand en een omtrekswand. Bij voorkeur zijn de steunwanden voorzien van een uitsparing die een opneemruimte vormen voor de langsuiteinden van de genoemde binnenwand. De steunwanden zijn bij voorkeur vervaardigd uit metaal of roestvast staal. In het bijzonder wordt de steunwanden voorzien in de hoeken van de brandkamer.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de haard volgens de uitvinding zijn de (metalen) steunwanden via een las- of schroefverbinding met de onderwand en bovenwand van de brandkamer verbonden. Om toe te laten dat de verbrandingslucht langs de onderzijde in de brandkamer stroomt, zal de binnenwand niet doorlopen tot tegen de onderwand, zodat een spleet, waarvan de hoogte varieert tussen 2 en 12 cm, gevormd wordt waarlangs de verbrandingslucht in de brandkamer kan stromen.

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de sfeerhaard volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor deze uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: - figuur 1: een perspectiefvoorstelling is van een sfeerhaard overeenkomstig de uitvinding waarbij alle opstaande omtrekswanden vervaardigd zijn uit een doorzichtbaar materiaal; - figuur 2: een doorsnede is van de in figuur 1 afgebeelde sfeerhaard, waarop de stromingsrichting van de verbrandingslucht (A) en de verbrandingsgassen (B) staan weergegeven; - figuur 3: een detailvoorstelling is van het doorgangskanaal gevormd tussen de binnenwand, steunwanden en een omtrekswand.

Deze uitvinding heeft betrekking op een sfeerhaard (1) (zie figuur 1) dewelke een in een behuizing gevormde brandkamer (2) omvat gevormd door een boven- en onderwand (3) en vier omtrekswanden (4a; 4b; 4c; 4d). De vier omtrekswanden (4a; 4b; 4c; 4d) zijn vervaardigd uit een doorzichtbaar materiaal, bij voorkeur gehard warmtebestendig glas. Het glas waaruit de omtrekswanden (4a; 4b; 4c; 4d) gevormd zijn, heeft standaard een dikte van 5 mm., echter hiervan afwijkende waarden zijn eveneens mogelijk.

Ondanks dat de afgebeelde haard kubusvormig is uitgevoerd (met 4 omtrekswanden) is het vanzelfsprekend dat haarden met meer omtrekswanden, bijv. vijf- of zeshoekige haarden, eveneens binnen de beschermingsomvang van deze uitvinding vallen.

De sfeerhaard volgens deze uitvinding is meer in het bijzonder een gashaard van het gesloten of hermetische type. Bij een gesloten systeem beschikt de gashaard over een dubbelwandig uitgevoerd systeem. De buitenste buis zuigt verse lucht (verbrandingslucht) aan, terwijl de binnenste buis (5) de verbrandingsgassen naar buiten zal afvoeren. De verse (verbrandings)lucht wordt ter hoogte van de onderzijde van de brandkamer ingebracht.

Doordat de vier omtrekwanden (4a; 4b; 4c; 4d) vervaardigd zijn uit een doorzichtbaar materiaal is het vlammenbeeld bij de sfeerhaard (1) volgens de uitvinding via alle omtrekswanden zichtbaar. Dit is mogelijk doordat er binnen in de brandkamer (2) een doorgangskanaal (7) gevormd wordt voor de verbrandingslucht (A) die toegevoerd wordt in de brandkamer (2) (zie figuur 2), dat voor een omstaander visueel niet meer zichtbaar is vanaf een zekere afstand.

Het doorgangskanaal (7) wordt zoals blijkt uit figuur 3, gevormd door in de brandkamer (2), een zich parallel aan een omtrekswand (4a) uitstrekkende binnenwand (6) te plaatsen. Deze binnenwand (6) is eveneens vervaardigd uit een doorzichtbaar materiaal, bij voorkeur gehard warmtebestendig glas, met een dikte overeenkomstig de dikte van de omtrekswanden (4a; 4b; 4c; 4d). De betreffende binnenwand (6) loopt niet tot helemaal tegen de onderwand (3). Hierdoor wordt tussen de onderwand (3) en de binnenwand (6) een spleet gevormd waarlangs de verbrandingslucht in de brandkamer (2) kan stromen.

De binnenwand (6) heeft niet dezelfde breedte als de omtrekswand. Tussen de binnenwand (6) en de omtrekswand zijn metalen steunwanden voorzien die via een las- of schroefverbinding met de onder- en bovenwand van de brandkamer (2) verbonden zijn. In de steunwanden (8) is eventueel een zich in langsrichting uitrekkende uitsparing voorzien waarin de binnenwand (6) met zijn langsuiteinden wordt opgenomen.

Claims

C O N C L U S I E S

1. Gashaard (1) van het gesloten of hermetische type waarbij het vlammenbeeld via alle omtrekswanden zichtbaar is, omvattende een brandkamer (2) gevormd door een boven- en onderwand (3) en een aantal omtrekswanden (4a; 4b; 4c; 4d), afvoermiddelen (5) voor de verbrandingsgassen uit de brandkamer (2) en aanvoermiddelen voor de toevoer van de verbrandingslucht in de brandkamer (2), met het kenmerk dat de aanvoermiddelen een zich parallel aan een omtrekswand (4a; 4b; 4c; 4d) uitstrekkende binnenwand (6) omvatten zodat tussen de genoemde binnenwand (6) en de omtrekswand een doorgangskanaal (7) gevormd wordt waarlangs de verbrandinglucht in de brandkamer (2) kan stromen.
2. Gashaard van het gesloten of hermetische type (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de binnenwand (6) en de omtrekswanden (4a; 4b; 4c; 4d) doorzi chtb aar zijn.
3. Gashaard (1) van het gesloten of hermetische type (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de aanvoermiddelen verder zich twee in de brandkamer (2) uitstrekkende steunwanden (8) omvatten, die staan opgesteld tussen de binnenwand (6) en een omtrekswand.
4. Gashaard (1) van het gesloten of hermetische type (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de steunwanden (8a; 8b) voorzien zijn van een uitsparing die een opneemruimte vormt voor de langsuiteinden van de genoemde binnenwand (6).
5. Gas haard (1) van het gesloten of hermetische type (1) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de steunwanden (8) via een las- of schroefverbinding met de onderwand (3) en bovenwand van de brandkamer (2) verbonden zijn.
6. Gashaard (1) van het gesloten of hermetische type (1) volgens één van de conclusies 3 t/m 5, met het kenmerk dat de steunwanden vervaardigd zijn uit metaal of roestvast staal.
7. Gashaard (1) van het gesloten of hermetische type volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de omtrekswanden (4a; 4b; 4c; 4d) en de binnenwand (6) vervaardigd zijn uit gehard warmtebestendig glas.
8. Gashaard (1) van het gesloten of hermetische type volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de haard drie, vier, vijf of meer omtrekswanden omvat.