BE1022426B1

BE1022426B1 - Combinatie schroevendraaier en koppelbegrenzingssysteem

Info

Publication number: BE1022426B1
Application number: BE2015/5653A
Authority: BE
Inventors: Carl Dierickx; Yves Fortems; Dirk Wenmakers
Original assignee: Innortho Bvba; Mercator Innovations Bvba
Priority date: 2014-10-13
Filing date: 2015-10-13
Publication date: 2016-03-29
Also published as: EP3206838B1; EP3206838A1; WO2016059039A1; US20170217000A1; ES2716947T3

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het domein van combinatie-rotatiegereedschappen, meer in het bijzonder op de combinatie van schroevendraaiers en boren. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een hulselement met een hol gedeelte ingericht om een boor te omvatten, en omvattende een bout- of schroefverbindingseenheid. Meer in het bijzonder is in de context van de onderhavige uitvinding het genoemde hulselement voorzien van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing.

Description

COMBINATIE SCHROEVENDRAAIER EN KOPPELBEGRENZINGSSYSTEEM

DOMEIN VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het domein van combinatie-rotatiegereedschappen, meer in het bijzonder op de combinatie van schroevendraaiers en boren. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een hulselement met een hol gedeelte ingericht om een boor te omvatten, en omvattende een bout- of schroef-verbindingseenheid. Meer in het bijzonder is in de context van de onderhavige uitvinding het genoemde hulselement voorzien van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Bij bepaalde operaties en bouwwerkzaamheden dient de operator (chirurg of werkman) meerdere gaten te boren en vervolgens schroeven of bouten te bevestigen in de gaten. Met conventionele gereedschappen heeft de operator 2 aparte gereedschappen nodig, een boor en een aparte schroevendraaier; of als hij een enkel gereedschap gebruikt, moet de operator, na het boren van een gat, het booruiteinde op de motoreenheid te vervangen door een schroevendraaieruiteinde voordat hij een schroef of bout kan bevestigen. Dit wisselen van de uiteinden kost uiteraard tijd en kan de operatie of workflow verstoren.

Als oplossing voor dit probleem biedt de onderhavige uitvinding een hulselement met een schroef- of boutverbinding-mof/eenheid aan één uiteinde, die is ingericht om een boor te omvatten. Dit type opzetschroevendraaiers is bijvoorbeeld bekend uit DE202010011308, DE2822372, US4218795, US5313680, US3932904, US3484114, EP2345496, US5409333 en US4796319. Geen ervan pakt echter de aspecten van koppelbegrenzing aan, laat staan dat ze een oplossing verschaffen voor de problemen die daarmee gepaard gaan.

In het bijzonder tijdens operaties en vaak ook bij bouwwerkzaamheden is het zeer belangrijk een koppelbegrenzer te gebruiken om schade aan het gereedschap of schade aan de zones van aanbrenging van de schroeven of bouten en eventuele daaropvolgende 'koudlassen' te voorkomen. Uiteraard vereist elk type en elke grootte van schroef of bout een aangepaste koppelbegrenzer. Vandaar dat naast het veranderingsproces van boor naar schroevendraaier hetzij een vooraf geïnstalleerde koppelbegrenzer moet worden ingesteld of een ingestelde en regelmatig gekalibreerde koppelbegrenzer geïnstalleerd moet worden in overeenstemming met het type/de grootte van schroef of bout. Dit proces neemt opnieuw kostbare tijd in beslag. Bij het foutief installeren van de verkeerde of niet-gekalibreerde koppelbegrenzer of het foutief instellen van de vooraf geïnstalleerde koppelbegrenzer, in overeenstemming met een bepaalde schroef of bout, zullen bovendien cruciale fouten optreden, vooral in stressvolle situaties, zoals bij dringende operaties.

De onderhavige uitvinding verschaft een oplossing voor deze problemen door een hol hulselement met een schroef- of boutverbinding-mof/eenheid aan een uiteinde te bieden, dat ingericht is om een boor te omvatten, en dat voorzien is van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing. In een bijzondere uitvoeringsvorm is het genoemde mechanisme voor koppelbegrenzing, afhankelijk van het type bout-en-schroefverbindingseenheid, ingericht in het genoemde hulselement. Aldus kan de operator na het boren van een gat gemakkelijk het schroevendraaiergedeelte (holle huls) over de boor schuiven en dus snel omschakelen van boren naar schroeven, met de juiste koppelbegrenzer direct beschikbaar. Hoewel er vele koppelbegrenzingsinrichtingen bekend zijn in de techniek, zijn deze hetzij geïntegreerd in het motorblok (US20110184425, WO2013178932) of worden geleverd als een afzonderlijke eenheid die geïnstalleerd moet worden (bv. US3167936, US3942337, US6132435, EP1996371, EP2311397); ze zijn echter niet geïntegreerd in het schroevendraaiergedeelte, laat staan dat ze vooraf ingesteld zijn in functie van de bout- of schroefverbindingseenheid aan het uiteinde van het schroevendraaiergedeelte.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect biedt de onderhavige uitvinding een hulselement (1) omvattende: - Een hol gedeelte (2) ingericht om een boor te omvatten (13), - Een bout- of schroefverbindingseenheid (3) op een eerste uiteinde (la) van genoemd hulselement (1), - Bevestigingsmiddelen (4) op een tweede uiteinde (lb) van genoemde hulselement (1) , voor het losmaakbaar koppelen van genoemd hulselement (1) aan de boor (13) of een motoreenheid (14);

Genoemde hulselement (1) wordt gekenmerkt doordat deze een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing bevat (5).

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het genoemde ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5) aangepast afhankelijk van het type bout-of schroefverbindingseenheid (3) van het hulselement (1).

In één (bijzondere) uitvoeringsvorm wordt het genoemde ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5) gedefinieerd door één of meer breekpunten (5a) in het genoemde hulselement (1) · Vandaar dat het genoemde hulselement bij voorkeur voor eenmalig gebruik is. In de genoemde bijzondere uitvoeringsvorm wordt de weerstand van de genoemde breekpunten (5a) bij voorkeur aangepast afhankelijk van het type bout- of schroefverbindingseenheid (3) in het genoemde hulselement (1) . In deze bijzondere uitvoeringsvorm kan het hulselement (1) vervaardigd zijn uit elk geschikt materiaal, maar bij voorkeur uit metaal of kunststof, liefst uit kunststofmateriaal, zoals bijvoorbeeld polyethyleen (PE), polypropyleen (PP), polystyreen (PS), polyetheretherketon (PEEK)...

In een andere bijzondere uitvoeringsvorm wordt het genoemde ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5) gedefinieerd door een of meer inzinkingen (5b) , bij voorkeur op het tweede uiteinde (lb) van het genoemde hulselement (1) , waarbij de genoemde inzinkingen (5b) aangepast zijn om een of meer verende elementen (8) te ontvangen van een koppelbegrenzer (11 of 19) gemonteerd op de genoemde boor-(13) of motoreenheid (14). In de genoemde bijzondere uitvoeringsvorm wordt de grootte en/of de vorm van de genoemde inzinkingen (5b) in het genoemde hulselement (1) bij voorkeur aangepast afhankelijk van het type bout- of schroefverbindingseenheid (3). Bovendien kunnen de genoemde inzinkingen (5b) asymmetrisch zijn waardoor een andere koppelbegrenzing kan worden toegepast met de klok mee of tegen de klok in. In deze bijzondere uitvoeringsvorm kan het hulselement (1) vervaardigd zijn uit elk geschikt materiaal, zoals bijvoorbeeld polyethyleen (PE), polypropyleen (PP), polystyreen (PS), polyetheretherketon (PEEK) ...en dergeiijke; of uit metaal zoals bijvoorbeeld roestvrij staal.

In een verder aspect biedt de onderhavige uitvinding een set omvattende een hulselement (1) volgens de onderhavige uitvinding, en een of meer bouten of schroeven aangepast om te passen met de genoemde bout-of schroefverbindingseenheid (3) van het genoemde eerste uiteinde (la) van het genoemde hulselement. Deze schroeven kunnen bij voorkeur ook voor gemonteerd zijn op de bout- en schroefverbindingseenheid (3) .

In nog een verder aspect biedt de onderhavige uitvinding een koppelbegrenzer (11) volgens een eerste uitvoeringsvorm, omvattende: - Een eerste koppelbegrenzer element (6) in staat om ten minste een eerste deel van een aangedreven element (12) te omvatten; - Een tweede koppelbegrenzer element (7) voor het losmaakbaar aangrijpen met het eerste koppelbegrenzer element (6); - Eén of meer verende elementen (8) voor het losmaakbaar aangrijpen van genoemde tweede koppelbegrenzer element op aangedreven element (12) door middel van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5b) aanwezig op het genoemde aangedreven element (12) of op een hulselement (1) volgens deze uitvinding en in staat om ten minste een tweede deel van genoemd aangedreven element (12 ) te omvatten.

De koppelbegrenzer volgens deze uitvinding is in staat om elk geschikt type aangedreven element (12), zoals een schroevendraaier, boor, ... te omvatten. In de context van de onderhavige uitvinding is het aangedreven element bij voorkeur een boor ( 13') . Vandaar, en in overeenstemming met de figuren hierna, is in de verdere beschrijving het specifieke gebruik van een boor (13) opgenomen, met dien verstande dat hij kan worden verwisseld met elk geschikt type aangedreven element (12).

Bijgevolg biedt de onderhavige uitvinding in een verder aspect een koppelbegrenzer (11) volgens de eerste uitvoeringsvorm, omvattende: - Een eerste koppelbegrenzer element (6) in staat om ten minste een eerste deel van een boor (13) te omvatten; - Een tweede koppelbegrenzer element (7) voor het losmaakbaar aangrijpen met genoemde eerste koppelbegrenzer element (6); - Eén of meer verende elementen (8) voor het losmaakbaar aangrijpen van genoemde tweede koppelbegrenzer element op de genoemde boor (13) door middel van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5b) aanwezig op de genoemde boor (13) of op een hulselement (1) volgens deze uitvinding en in staat om ten minste een tweede deel van genoemde boor (13) te omvatten.

In nog een verder aspect biedt de onderhavige uitvinding een koppelbegrenzer (19), volgens een tweede uitvoeringsvorm, omvattende: - Een eerste koppelbegrenzer element (6) in staat om ten minste een eerste deel van een boor (13) te omvatten; - Een tweede koppelbegrenzer element (7) voor het losmaakbaar aangrijpen van het eerste koppelbegrenzer element (6) met genoemde boor (13); - Eén of meer verende elementen (8) voor het losmaakbaar aangrijpen van genoemde boor (13) op het tweede koppelbegrenzer element door middel van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5b) aanwezig op de genoemde boor (13) of op een hulselement (1) volgens één der conclusies 1, 2, 5, 6, 7, 8 of 10, in staat om ten minste een tweede deel van genoemde boor (13) te omvatten; - Een koppelingssysteem (16), bestaande uit een koppelingsstuk (16a) voor het koppelen van de genoemde koppelbegrenzer aan een motoreenheid; en - Een vergrendelingssysteem (16b) voor het losmaakbaar aangrijpen van bovengenoemde boor (13) aan de genoemde koppelbegrenzer (19) door middel van een loskoppelingssysteem (18).

In een bijzondere uitvoeringsvorm biedt de uitvinding een koppelbegrenzer zoals hierboven gedefinieerd, waarbij het genoemde tweede koppelbegrenzer element (7) een groef bevat om een eerste gedeelte (8a) van de genoemde een of meer verende elementen (8) te ontvangen.

In een verdere uitvoeringsvorm biedt de onderhavige uitvinding een combinatie van een koppelbegrenzer volgens deze uitvinding, met een hulselement (1) omvattende een hol gedeelte (2) om een boor (13) te omvatten, en koppelt het genoemde tweede koppelbegrenzer element (7) losmaakbaar aan de boor (13) met behulp van de genoemde één of meer verende elementen (8) met het ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5) dat op indirecte wijze aanwezig is op het genoemde hulselement (1). In de genoemde bijzondere uitvoeringsvorm bevat het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) aanwezig op het genoemde hulselement (1) bij voorkeur een of meer inzinkingen (5b) aangepast om een tweede gedeelte van de genoemde verende elementen (8b) te ontvangen.

In nog een verdere uitvoeringsvorm de genoemde een of meer verende elementen (8) waarbij elk van de verende elementen 2 transmissieballen bevat (9) verbonden met een elastisch element (10) , zoals bijvoorbeeld één of meer veerringen (10a) of springveer.

In nog een verdere uitvoeringsvorm kan het genoemde aangedreven element (12) een boor (13) of een schroevendraaier zijn, bij voorkeur een boor, meer bepaald een boor die kan worden omvat door een holle huls (het hulselement (1)), die als schroefelement dient.

In nog een verdere uitvoeringsvorm kunnen alle componenten van genoemde koppelbegrenzer (11) volgens deze uitvinding worden gesteriliseerd door autoclaveren zonder dat de werking van de inrichting wordt beïnvloed.

De koppelbegrenzer (11) volgens deze uitvinding is in het bijzonder geschikt voor chirurgisch gebruik.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Onder specifieke verwijzing nu naar de figuren wordt benadrukt dat de getoonde bijzonderheden bij wijze van voorbeeld en uitsluitend voor doeleinden van illustratieve bespreking van de verschillende uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn. Ze worden gepresenteerd met het doel om de meest nuttige en gemakkelijke beschrijving van de principes en conceptuele aspecten van de uitvinding te geven. In dit opzicht wordt niet geprobeerd om structurele details van de uitvinding meer in detail te tonen dan voor een fundamenteel begrip van de uitvinding noodzakelijk is. De beschrijving met de tekeningen maakt voor deskundigen in het vakgebied duidelijk welke verschillende vormen de uitvinding kan aannemen in de praktij k.

Fig. 1: Geeft twee uitvoeringsvormen weer van een niet-geïnstalleerd hulselement (1) volgens de uitvinding, waarin het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) wordt gedefinieerd door een of meer breekpunten (5a) in het genoemde hulselement (A), of waarin het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) wordt gedefinieerd door een of meer inzinkingen (5b) in het genoemde hulselement (B) . Voorts toont (A) een mogelijke weergave van een kraag (15) die rond het genoemde hulselement (1) grijpt, alsook een mogelijke weergave waarin het holle gedeelte (2) en de bout- of schroefverbindingseenheid (3) gemaakt zijn van verschillende types materialen, zoals bijvoorbeeld plastiek en métal (roestvrij staal) respectievelijk. Fig. 2: (A en B) Geven voorbeeldtypes van boren (13) weer die geschikt zijn om gebruikt te worden in combinatie met de hulselementen (1) van de onderhavige uitvinding, waarin de boor van (A) verder voorzien is van een soort koppeling (13b) voor eenvoudige bevestiging aan een koppelbegrenzer (11 of 19) volgens deze uitvinding, en (C) een voorbeeldhulselement (1) volgens deze uitvinding, indien geïnstalleerd op een geschikte boor (13) en verder (optioneel) een kraag (15) omvattende rond het genoemde hulselement. (D) toont een mogelijke voorstelling van een hulselement (1) volgens de uitvinding, indien geïnstalleerd op een geschikte boor (13) waarin het holle gedeelte (2) en de bout- of schroefverbindingseenheid (3) gemaakt zijn van verschillende types materialen, zoals bijvoorbeeld plastiek en métal (roestvrij staal) respectievelijk. Fig. 3: Geeft twee voorbeeldtypes van breekpunten (5a) weer die geschikt zijn om te worden gebruikt in het hulselement volgens de onderhavige uitvinding, en geschikt om te worden gebruikt als het mechanisme voor koppelbegrenzing (5).

Fig. 4: Geeft een specifieke uitvoeringsvorm weer van het hulselement (1) van de onderhavige uitvinding, waarin de inzinkingen (5b) in het hulselement (1) aangepast zijn aan het type/de grootte van de schroef-of boutverbindingseenheid op het eerste uiteinde (la) van het genoemde hulselement. De inzinkingen kunnen asymmetrisch zijn waardoor een andere koppelbegrenzing kan worden toegepast met de klok mee of tegen de klok in.

Fig. 5: Geeft een geschikt bevestigingsmiddel (13b) weer voor het losmaakbaar aangrijpen van de boor (13) met een koppelbegrenzer (11) volgens deze uitvinding; en geeft het proces voor het koppelen van de afzonderlijke elementen: boor (13), koppelbegrenzer (11) en hol hulselement (1).

Fig. 6: (A) Geeft een eerste uitvoeringsvorm weer van een koppelbegrenzer (11) volgens de onderhavige uitvinding, meer in het bijzonder gebruikt in de aanwezigheid van een koppelingssysteem (bevestigingsmiddelen 13b) aanwezig op de boor (13) of het aangedreven element (12), d.w.z. rechtstreeks gekoppeld aan de boor of het aangedreven element; en (B) geeft een tweede uitvoeringsvorm weer van een koppelbegrenzer (19) volgens de onderhavige uitvinding, waarin meer in het bijzonder de koppelbegrenzer zelf een loskoppelingssysteem bevat voor het koppelen van de boor (13) of het aangedreven element (12).

Fig. 7: Geeft de assemblage weer van: (A) een koppelbegrenzer (11) met een boor (13) en hol hulselement (1) volgens deze uitvinding, waarin de boor voorzien is van bevestigingsmiddelen (13b) voor het losmaakbaar aangrijpen van de boor aan de koppelbegrenzer; en (B) een koppelbegrenzer (11) met een boor (13) en hol hulselement (1) volgens deze uitvinding, waarin de koppelbegrenzer voorzien is van een loskoppelingssysteem (18) voor het losmaakbaar aangrijpen van de boor aan de koppelbegrenzer Fig. 8: Geeft (A) een uitvoeringsvorm weer van het elastische element (10) van de koppelbegrenzer, in het bijzonder van het kogelsysteem met dubbele overbrenging (8a, 8b), dat veerringen (10a) en overbrengingskogels (9) bevat, en (B) details van de verbinding van de verende elementen (8) van de koppelbegrenzer (11 of 19) van deze uitvinding met de inzinkingen (5b) op het tweede uiteinde (lb) van het hulselement volgens deze uitvinding.

Fig. 9: Geeft een uitvoeringsvorm weer van een hulselement (1) en een schroef of bout, geschikt om gekoppeld te worden aan de bout- en schroefverbindingseenheid (3) op het eerste uiteinde (la) van het genoemde hulselement (1), optioneel verder omvattende een barcode (17) of een ander middel voor eenvoudige identificatie van de koppelbegrenzer en de gemonteerde schroef of bout.

Nummering: (1) Hulselement (la) Eerste uiteinde van het hulselement (lb) Tweede uiteinde van het hulselement (2) Hol gedeelte (3) Bout-of schroefverbindingseenheid/mof (4) Bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar aangrijpen van het hulselement met een boor of motoreenheid (5) Ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5a) Breekpunten in het hulselement (5b) Inzinkingen in het hulselement (6) Eerste koppelbegrenzer element (6a) Veerelement voor het verplaatsen van het tweede koppelbegrenzer element (7) Tweede koppelbegrenzer element (7a) Groef in het tweede koppelbegrenzer element (8) Verende elementen (8a) Eerste gedeelte van de verende elementen (8b) Tweede gedeelte van de verende elementen (9) Overbrengingskogel(s) (10) Elastisch element (10a) Veerringen (11) Koppelbegrenzer volgens de eerste uitvoeringsvorm (12) Aangedreven element (12a) Bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar aangrijpen van het aangedreven element met de motoreenheid (12b) Bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar aangrijpen van het aangedreven element met de koppelbegrenzer (13) Boor (13a) Bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar aangrijpen van de boor met de motoreenheid (13b) Bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar aangrijpen van de boor met de koppelbegrenzer (14) Motoreenheid (15) Kraag (16) Koppelingssysteem (16a) Koppelingsstuk (16b) Vergrendelingssysteem (17) Identificatiecode (bv. barcode) (18) Loskoppelingssysteem, zoals bijvoorbeeld verende elementen (18a) Eerste gedeelte van de verende elementen (18b) Tweede gedeelte van verende elementen (19) Koppelbegrenzer volgens de tweede uitvoeringsvorm

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Zoals hierboven vermeld, beoogt de onderhavige uitvinding in het bijzonder een systeem waarmee men snel kan omschakelen tussen boren en schroeven, terwijl tegelijkertijd een koppelbegrenzingssysteem geïnstalleerd is, dat aangepast is aan de schroef of bout die gebruikt moet worden voor het geboorde gat.

Daarvoor biedt de onderhavige uitvinding in een eerste aspect een hulselement (1) omvattende: - Een hol gedeelte (2) ingericht om een boor te omvatten (13), - Een bout-of schroefverbindingseenheid (3) op een eerste uiteinde (la) van genoemd hulselement (1), - Bevestigingsmiddelen (4) op een tweede uiteinde (lb) van genoemde hulselement (1) , voor het losmaakbaar koppelen van genoemd hulselement (1) aan de boor (13) of een motoreenheid (14);

Genoemde hulselement (1) wordt gekenmerkt doordat deze een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing bevat (5, in het bijzonder 5a en 5b) (zie de figuren IA en B).

Met dit bijzonder type hulselement (1) kan de operator een gat boren met behulp van een motoreenheid voorzien van een boor (13) . Vervolgens, en zonder de boor te verwijderen, kan de operator gemakkelijk het holle hulselement (1) volgens de uitvinding over de boor schuiven (zoals bijvoorbeeld geïllustreerd in fig. 2C) en met dezelfde motoreenheid (14) een bout of schroef bevestigen die past in de bout-en-schroefverbindingseenheid (3) op het eerste uiteinde (la) van het genoemde hulselement. Daarnaast hoeft de operator zich geen zorgen te maken over het bevestigen van een geschikte koppelbegrenzer, of het aanpassen van een vooraf geïnstalleerde koppelbegrenzer, in overeenstemming met het specifieke type/ de specifieke grootte van de te installeren schroef of bout, omdat het hulselement (1) volgens deze uitvinding reeds voorzien is van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5) . Bijgevolg is het vanzelfsprekend dat dit type hulselement (1) de tijd die nodig is om van boren naar schroeven om te schakelen, met de juiste koppelbegrenzer geïnstalleerd, aanzienlijk vermindert. Deze tijdwinst kan in het bijzonder van cruciaal belang zijn tijdens een dringende operatie.

Er dient te worden verduidelijkt dat de uitvinding niet beperkt is tot gemotoriseerde assemblages en dat het holle hulselement van de onderhavige uitvinding ook gebruikt kan worden in combinatie met niet-gemotoriseerde assemblages, zoals bijvoorbeeld klassieke schroevendraaiergrepen, al dan niet met een snel koppelingssysteem, zoals momenteel wordt gebruikt in de chirurgie en zoals bijvoorbeeld geïllustreerd in W02005120371.

In de context van de onderhavige uitvinding worden de termen "schroef" of "bout" gebruikt om een bevestigingsmiddel te definiëren dat voorwerpen kan positioneren of bij elkaar houden. Ze kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt bij Osteosynthese, waarbij tijdens een operatie een verbinding moet worden gemaakt tussen 2 botten of botfragmenten met behulp van platen, schroeven, bouten,...

De term bout- of schroefverbindingseenheid (3) zoals hierin gebruikt, wordt gedefinieerd als een uiteinde van het hulselement van de onderhavige uitvinding waarop een bout of schroef kan worden aangebracht en dat zo ingericht is dat de genoemde bout of schroef door de aandrijvende werking van een motoreenheid in het voorwerp gedreven wordt.

In de context van de onderhavige uitvinding verwijst de term "motoreenheid" (14) naar het aandrijvend middel waaraan een boorkop en/of schroefbit kan worden vastgemaakt, en dat wordt gebruikt voor de automatische boor- of schroefhandeling.

In de context van de onderhavige uitvinding verwijst de term "boorkop" naar het booruiteinde dat wordt gemonteerd op een motoreenheid en gebruikt om een voorwerp, zoals bijvoorbeeld een bot, te doorboren. Op een vergelijkbare manier verwijst een "schroefbit" naar het schroevendraaieruiteinde dat wordt gemonteerd op de motoreenheid en gebruikt om een schroef of bout in een gat te drijven.

Uiteraard vereist elk type/elke grootte van schroef of bout zijn eigen aangepaste koppelbegrenzer, waardoor het juiste koppel wordt uitgeoefend op het genoemde specifieke type schroef of bout. Vandaar dat in een bijzondere uitvoeringsvorm het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) wordt aangepast, afhankelijk van het type bout- of schroefverbindingseenheid (3) , in het hulselement (1) . In de genoemde uitvoeringsvorm kunnen alleen schroeven of bouten die passen in/op de specifieke bout- of schroefverbindingseenheid (3) worden gebruikt in combinatie met een bepaald hulselement (1) waarop het overeenkomstige ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) geïnstalleerd is. Deze uitvoeringsvorm vermindert bijgevolg of verwijdert zelfs de foutenmarge van het selecteren van een verkeerde koppelbegrenzer voor een bepaald type schroef of bout.

In een bijzondere uitvoeringsvorm wordt het genoemde ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) gedefinieerd door een of meer breekpunten (5a) in het genoemde hulselement (zie de figuren IA en 3). Elk geschikt middel dat dergelijke breekpunten tussen twee of meer delen van het hulselement biedt, is mogelijk, zoals bijvoorbeeld een of meer breekbouten, een of meer zwakkere zones in het hulselement, een of meer gaten in het hulselement. ( zie figuur 3) . Tijdens het gebruik van het hulselement zullen de breekpunten breken en de twee of meerdere delen van het hulselement loskoppelen, bij een bepaalde hoeveelheid koppel die wordt uitgeoefend op het genoemde breekpunt. Bij gebruik van dit type koppelbegrenzingsmechanisme moet een nieuw hulselement (1) met intacte breekpunten worden gebruikt voor elke te installeren schroef of bout, omdat zodra de breekpunten (5a) hun maximale koppel hebben bereikt en gebroken zijn, het hulselement (1) niet opnieuw kan worden gebruikt. Daarom is deze uitvoeringsvorm bijzonder geschikt voor toepassingen met eenmalig gebruik, waarbij een nieuw hulselement (1) wordt gebruikt voor elke te installeren nieuwe schroef of bout. Hoewel het hulselement vervaardigd kan zijn uit elk geschikt materiaal, zoals bijvoorbeeld metaal (bv. roestvrij staal), is het dus bij voorkeur vervaardigd uit een goedkoop materiaal (voor eenmalig gebruik), zoals kunststofmateriaal, bij voorbeeld polyethyleen (PE), polypropyleen (PP), polystyreen (PS), polyetheretherketon (PEEK) en dergelijke. Als alternatief kan het hulselement vervaardigd zijn uit twee of meer verschillende materialen. Het hol gedeelte (2) kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit kunstmateriaal terwijl de bout- of schroefverbindingseenheid vervaardigd is uit metaal (bv. roestvrij staal). Deze specifieke uitvoeringsvorm is verder geïllustreerd in figuren IA en 2D. Hierin zijn het hol gedeelte (2) en het ingebouwd mechanism voor koppelbegrenzing (5a) gemaakt van een plastiek materiaal en de bout- of schroefverbindingseenheid (3) is gemaakt van metaal (bv. roestvrij staal) dat past in het einde van het hulselement (1).

In deze bijzondere uitvoeringsvorm wordt de weerstand van de genoemde breekpunten (5a) of pennen bij voorkeur aangepast, afhankelijk van het type bout- of schroefverbindingseenheid(3) in het hulselement (1). Daarom kunnen, zoals hierboven vermeld, alleen schroeven of bouten die passen in/op de specifieke bout- of schroefverbindingseenheid (3) worden gebruikt in combinatie met een bepaald hulselement (1), waarbij de weerstand van de breekpunten (5a) wordt aangepast op basis van de genoemde specifieke schroeven of bouten.

In nog een andere uitvoeringsvorm kan het hulselement (1) volgens de onderhavige uitvinding een kraag (15) rond een deel van het hulselement (1) omvatten, waarmee de operator het gereedschap in de juiste positie kan houden (zie figuur IA) . Daarnaast kan de genoemde kraag (15) de omgeving beschermen tegen eventueel gruis afkomstig van het breken van de breekpunten van het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5a). Dit is in het bijzonder relevant bij een operatie, waarbij het onaanvaardbaar is dat gruis van het gereedschap in de wond van de patiënt terechtkomt. Indien relevant kan de kraag ook dienen om beide delen van het hulselement bij elkaar te houden na het breken van de breekpunten. De kraag (15) kan draaiend bevestigd zijn aan het hulselement of kan roteren rond het hulselement, zodat de operator de kraag stevig vast kan houden, terwijl het hulselement nog steeds kan roteren.

In nog een andere bijzondere uitvoeringsvorm wordt het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) gedefinieerd door een of meer inzinkingen (5b) in het genoemde hulselement (1) , bij voorkeur in de schacht van het genoemde hulselement (zie figuur 1B). Deze inzinkingen (5b) zijn aangepast om een of meer verende elementen (8) te ontvangen van een koppelbegrenzingsinrichting die gemonteerd is op de genoemde boor (13) of motoreenheid (14) (zie figuur 8B). In deze bijzondere uitvoeringsvorm zijn de bevestigingsmiddelen (4) volledig geïntegreerd met en passen bij het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) van het hulselement (1) . In deze uitvoeringsvorm kan het hulselement (1) vervaardigd zijn uit elk geschikt materiaal, zoals bijvoorbeeld kunststofmateriaal, zoals polyethyleen (PE), polypropyleen (PP), polystyreen (PS) , polyetheretherketon (PEEK); of uit metaal, zoals roestvrij staal. As alternatief kan het hulselement vervaardigd zijn uit twee of meer verschillende materialen. Het hol gedeelte (2) kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit kunstmateriaal terwijl de bout- of schroefverbindingseenheid vervaardigd is uit metaal (bv. roestvrij staal).

In een bijzondere uitvoeringsvorm kan/kunnen de grootte en/of vorm van de genoemde inzinkingen (5b) worden aangepast afhankelijk van het type bout- of schroefverbindingseenheid (3) in het genoemde hulselement (1) en wordt/worden dan in feite aangepast aan het type/de grootte van de te installeren bout of schroef. Dit wordt bijvoorbeeld geïllustreerd in figuur 4. In het genoemde geval heeft elk type schroef of bout een eigen aangepast hulselement (1) met op adequate wijze aangepaste inzinkingen (5b). Daarom kan de op een boor (13) of motoreenheid (14) gemonteerde koppelbegrenzingsinrichting, omvattende verende element (8) voor het aangrijpen met de genoemde inzinkingen standaard worden gehouden tussen verschillende schroeven of bouten, terwijl de aanpassing aan het type schroef of bout wordt uitgevoerd met de aangepaste inzinkingen (5b) in de specifieke hulselementen (1) . Dit staat in contrast met conventionele gereedschappen waarbij de koppelbegrenzingsinrichting moet worden aangepast of verwisseld voor elk type te installeren schroeven of bouten. Deze uitvoeringsvorm maakt dus het gebruik mogelijk van een koppelbegrenzingsinrichting in combinatie met een reeks verschillende schroeven en moeren die elk een specifiek aangepaste koppelbegrenzer vereisen.

In een bijzondere uitvoeringsvorm kunnen de inzinkingen (5b) in het genoemde hulselement (1) symmetrisch in grootte of vorm zijn waardoor een soortgelijke koppelbegrenzing kan worden toegepast met de klok mee of tegen de klok in. Als alternatief kunnen de inzinkingen (5b) in het genoemde hulselement (1) asymmetrisch in grootte of vorm zijn waardoor een verschillende koppelbegrenzing kan worden toegepast met de klok mee of tegen de klok in. Bij voorkeur zijn de inzinkingen (5b) asymmetrisch in de draairichting (d.w.z. bi-directioneel), waardoor een verschillende maximale hoeveelheid koppel mogelijk is met de klok mee of tegen de klok in (zie figuur 4 en 7B, nl. α~β). In dit geval zijn de inzinkingen (5b) zo ontworpen dat het over te brengen koppel afhankelijk is van de draairichting. Bijvoorbeeld, bij het draaien van de holle huls (1) met de klok mee, d.w.z. in de bevestigingsrichting, is de maximale toegelaten hoeveelheid koppel (d.w.z. de koppeltolerantie) op de inrichting bij voorkeur kleiner dan bij het draaien van de holle huls tegen de klok in, d.w.z. in de losmaakrichting. Als zodanig, hoewel het maximale koppel met de klok mee kan worden bereikt, en verder aandraaien van de schroef of bout onmogelijk is, blijft het nog steeds mogelijk om de schroef of bout losser te maken vanwege de hogere koppeltolerantie tegen de klok in.

In een verder aspect biedt de onderhavige uitvinding een set omvattende een hulselement (1) volgens deze uitvinding en een of meer schroeven of bouten aangepast om te passen met de genoemde bout- of schroefverbindingseenheid (3) op het genoemde eerste uiteinde (la ) van het genoemde hulselement, zoals bijvoorbeeld geïllustreerd in figuur 9. In de genoemde uitvoeringsvorm zijn het hulselement en de schroeven/bouten zodanig samengepakt dat in alle gevallen de juiste schroeven/bouten gecombineerd zijn met de bijbehorende bout- of schroefverbinding-mof/eenheid (3) en het juiste ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5). Deze uitvoeringsvorm biedt dus een bijzonder geschikte combinatie voor gebruik tijdens operaties en vermindert aanzienlijk de foutenmarge in verband met het onjuist combineren van schroeven/bouten en eventuele niet-gekalibreerde koppelbegrenzingssystemen.

De voordelen van deze bijzondere uitvoeringsvorm bij een operatie worden vooral duidelijk bij vergelijking van de oorspronkelijke werkwijze voor het omschakelen tussen boor en schroevendraaier met de nieuwe werkwijze zoals voorzien in dit octrooi:

Door het hulselement (1) van de onderhavige uitvinding te gebruiken, kunnen dus minstens 5 stappen van de oorspronkelijke werkwijze worden overgeslagen. Experimenten hebben aangetoond dat met de huidige uitvinding een aanzienlijke verkorting van de operatietijd kan worden bereikt.

Het gebruik van een set van vooraf gemonteerde uitvinding op schroef, maakt ook traceerbaarheid tijdens een operatie mogelijk. Bijvoorbeeld, bij gebruik van een unieke identificatiecode (17) bij elke verpakking is het mogelijk de daadwerkelijk gebruikte schroeven/bouten te traceren tijdens en na de operatie, in alle gevallen. Een dergelijke code kan bijvoorbeeld op de verpakking staan en/of worden aangebracht op de zijkant van de holle huls, zoals bijvoorbeeld op de kraag, indien deze laatste aanwezig is. Bij wijze van voorbeeld kan een barcode (17) worden gebruikt, die tijdens een operatie vóór of na het aanbrengen van de bijbehorende schroef of bout kan worden gescand. Als alternatief kan een verwijderbaar etiket, al dan niet voorzien van een dergelijke barcode worden gebruikt. Het genoemde verwijderbare etiket kan dan tijdens de operatie worden verwijderd van de verpakking of holle huls en in het medische dossier van de patiënt worden gestoken. Bovendien kunnen de verpakking, het hulselement en/of delen daarvan ook worden voorzien van een kleurcode, voor het gemakkelijk identificeren van het type/de grootte van de te installeren schroef of bout, die ook voorzien kan zijn van een kleurcode; en/of het toe te passen koppel (bv. uitgedrukt in Nm).

Om snel omschakelen tussen boren en schroeven en tegelijkertijd een overeenkomstige koppelbegrenzer voor elk type schroef of bout te bieden, hebben de uitvinders tevens een nieuw type koppelbegrenzer (11 of 19) ontwikkeld dat bijzonder geschikt is in combinatie met het hulselement (1) zoals hierboven beschreven.

In een verder aspect biedt de onderhavige uitvinding aldus een koppelbegrenzer (11) omvattende: - Een eerste koppelbegrenzer element (6) in staat om ten minste een eerste deel van een aangedreven element (12), meer in het bijzonder een boor (13); - Een tweede koppelbegrenzer element (7) voor het losmaakbaar aangrijpen met het eerste koppelbegrenzer element (6); - Eén of meer verende elementen (8) voor het losmaakbaar aangrijpen van genoemde tweede koppelbegrenzer element op aangedreven element (12) door middel van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5) aanwezig op een hulselement (1) volgens deze uitvinding en in staat om ten minste een tweede deel van genoemd aangedreven element (12) te omvatten.

Zoals hierboven reeds werd aangegeven is de koppelbegrenzer volgens deze uitvinding in staat om elk geschikt type aangedreven element (12), zoals een schroevendraaier, boor, ... te omvatten. In de context van de onderhavige uitvinding is het aangedreven element bij voorkeur een boor (13).

Dit type koppelbegrenzer wordt bijvoorbeeld geïllustreerd in de figuren 6A en B.

In een meer specifieke uitvoeringsvorm biedt de onderhavige uitvinding een koppelbegrenzer (19), volgens een tweede uitvoeringsvorm, omvattende: - Een eerste koppelbegrenzer element (6) in staat om ten minste een eerste deel van een boor (13) te omvatten; - Een tweede koppelbegrenzer element (7) voor het losmaakbaar aangrijpen van het genoemde eerste koppelbegrenzer element (β) met genoemde boor (13); - Eén of meer verende elementen (8) voor het losmaakbaar aangrijpen van genoemde boor (13) op het tweede koppelbegrenzer element door middel van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5b) aanwezig op de genoemde boor (13) of op een hulselement (1) volgens één der conclusies 1, 2, 5, 6, 7, 8 of 10, in staat om ten minste een tweede deel van genoemde boor (13) te omvatten; - Een koppelingssysteem (16), bestaande uit een koppelingsstuk (16a) voor het koppelen van de genoemde koppelbegrenzer aan een motoreenheid; en - een vergrendelingssysteem (16b) voor het losmaakbaar aangrijpen van bovengenoemde boor (13) aan de genoemde koppelbegrenzer (19) door middel van een loskoppelingssysteem (18).

Ongeacht het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) kan de koppeling tussen de koppelbegrenzer (11 of 19) en het aangedreven element (12) , de boor (13) of motoreenheid (14) met elk geschikt middel worden gemaakt, voor zover de koppelbegrenzer (11 of 16) met de vereiste draaiende bevestiging aan het aangedreven element (12), de boor (13) of motoreenheid (14) wordt bevestigd. De boor (13) kan bijvoorbeeld bevestigingsmiddelen (13b) met een specifieke vorm (13a) omvatten, die plaats bieden voor de koppelbegrenzer (11 of 19) en voorkomen dat het eerste koppelbegrenzer element (6) draait om zijn lengteas (zie figuur 5 en 6A) . Dergelijke bevestigingsmiddelen (13b) kunnen bijvoorbeeld worden vertegenwoordigd door een sterkoppeling die kan aangrijpen met een overeenkomstig deel van de koppelbegrenzer. Verder is de boorkop (13a) bij voorkeur asymmetrisch, zodat hij slechts in 1 richting van de motoreenheid (14) kan passen. In een specifieke uitvoeringsvorm kan het genoemde asymmetrische uiteinde worden gedupliceerd in de schacht van de boor (13) of het aangedreven element (12) om het eerste koppelbegrenzer element (6) te omvatten, en dus als bevestigingsmiddel (13b) dienen. Als zodanig kan ook het genoemde eerste koppelbegrenzer element (6) slechts in 1 richting rond de boor (13) of het aangedreven element (12) passen en tegelijkertijd voor de vereiste draaiende bevestiging van de koppelbegrenzer (11) zorgen.

Als alternatief kan de koppelbegrenzer worden gekoppeld aan de boor (13) of het aangedreven element (12) via een verder koppelingssysteem (16) dat deel uitmaakt van de koppelbegrenzer (19), zoals geïllustreerd in Fig. 6B. In een bijzondere uitvoeringsvorm omvat de koppelbegrenzer (19) volgens deze uitvinding aldus ook een koppelingssysteem (16) met een koppelingsstuk (16a) voor het koppelen van de koppelbegrenzer aan een motoreenheid; en een vergrendelingssysteem (16b) voor het losmaakbaar aangrijpen van een boor (13) of aangedreven element (12) met de koppelbegrenzer (19) door middel van een loskoppelingssysteem (18).

In de genoemde uitvoeringsvorm kan de koppelbegrenzer (19) volgens de onderhavige uitvinding worden verbonden met het aangedreven element (12), in het bijzonder een boor (13), door middel van een koppelingssysteem (16), dat bij voorkeur deel uitmaakt van de koppelbegrenzer, zoals geïllustreerd in Fig. 6b. Dergelijk koppelingssysteem (16) omvat bij voorkeur een koppelingsstuk (16a) om het te installeren op de motoreenheid en is ingericht om het aangedreven element (12) of de boor (13) te omvatten. In deze uitvoeringsvorm kan het eerste koppelbegrenzer element (6) een deel zijn van of bevestigd zijn aan het koppelingssysteem (16) . De boor (13) of het aangedreven element (12) kan worden gekoppeld aan het koppelingssysteem met behulp van een loskoppelingssysteem (18), zoals bijvoorbeeld een of meer verdere verende elementen.

Ongeacht het type koppelbegrenzer (11 of 19) kan het holle hulselement van de uitvinding (1) op de koppelbegrenzer (11 of 19) geïnstalleerd worden door middel van de verende elementen (8) in combinatie met het tweede koppelbegrenzer element (7).

De koppelbegrenzer (19) met ingebouwd koppelingssysteem (16) heeft echter verdere voordelen, omdat hij het mogelijk maakt standaard boren (13) of aangedreven elementen (12) te gebruiken in combinatie met de koppelbegrenzer, en geen aanpassing van de bestaande aangedreven elementen (12) of boren (13) vereist.

In een bijzondere uitvoeringsvorm biedt de onderhavige uitvinding een koppelbegrenzer (11 of 19) , zoals hierboven gedefinieerd, waarbij het genoemde tweede koppelbegrenzer element (7) één of meer groeven (7a) omvat die geschikt zijn om een eerste gedeelte (8a) van de genoemde een of meer verende elementen (8) te ontvangen (zie figuur 8A) . Als alternatief kunnen de groeven worden vervangen door elk geschikt middel voor het opnemen van verende elementen, zoals bijvoorbeeld inzinkingen, uitsparingen, sleuven, ...

In een verdere uitvoeringsvorm biedt de onderhavige uitvinding de combinatie van een koppelbegrenzer (11) volgens deze uitvinding, met een hulselement (1) omvattende een hol gedeelte (2) om een aangedreven element (12) of boor (13) te omvatten. De genoemde koppelbegrenzer is ingericht voor het losmaakbaar aangrijpen het genoemde tweede koppelbegrenzer element (7) met het genoemde aangedreven deel (12) of de genoemde boor (13) door middel van een of meer verende elementen (8) in de koppelbegrenzer, waarbij het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5) aanwezig is in het genoemde hulselement (1) (zie figuur 7A). Het genoemde tweede koppelbegrenzer element (7) kan zijdelings worden verplaatst over het eerste koppelbegrenzer element (6) door middel van een verend element (6a) dat gewikkeld is rond het genoemde eerste koppelbegrenzer element (6).

In de genoemde bijzondere uitvoeringsvorm, omvat het genoemde hulselement bij voorkeur een of meer inzinkingen (5b) die geschikt zijn om een tweede gedeelte van de genoemde verende elementen (8b) te ontvangen. Meer in het bijzonder is de genoemde huls bij voorkeur een hulselement (1) volgens deze uitvinding. In deze uitvoeringsvorm is de holle huls (1) aldus vastgemaakt aan de boor (13) door middel van dit bijzonder type koppelbegrenzer (11) zoals geïllustreerd in figuur 7A. In deze uitvoeringsvorm zijn de bevestigingsmiddelen (4) van het hulselement aldus geïntegreerd met en bestaande uit het ingebouwde mechanisme voor koppelbegrenzing (5).

In nog een andere uitvoeringsvorm omvatten de genoemde een of meer verende elementen (8) elk 2 overbrengingskogels (9) verbonden met een elastisch element (10), zoals een spiraalveer van veerringen, zoals geïllustreerd in figuur 8A. Bij voorkeur worden veerringen (10a) gebruikt, omdat de elasticiteit daarvan nauwelijks verandert na een eerste blootstelling aan hoge temperaturen die vereist is voor het autoclaveren.

De kracht van de elastische elementen (10) op enerzijds het tweede koppelbegrenzer element (7) en anderzijds het aangedreven element (12)/de boor (13) (rechtstreeks) of het hulselement (1) (onrechtstreeks) houdt de overbrengingskogels (9) in de groef (7a) van het genoemde tweede koppelbegrenzer element (7) ; of in de inzinkingen van respectievelijk het aangedreven element (12)/de boor (13) of het hulselement (1) . Aangezien de schroef of bout spant in het voorwerp oefent hij een tegenkoppel uit op het hulselement of aangedreven element, dat zal worden overgebracht op de överbrengingskogels (9). Zodra het tegenkoppel op de overbrengingskogels de maximale druk van het elastische element overschrijdt, zullen de overbrengingskogels (9) door het tegenkoppel loskomen uit de inzinkingen of groef en voorkomen zo dat de schroef of bout te stevig vastgedraaid wordt.

De maximale hoeveelheid koppel dat op de schroef of bout kan worden uitgeoefend is afhankelijk van de kracht die wordt uitgeoefend door de elastische elementen (10) op de overbrengingskogels (9) en wordt gedefinieerd door de diepte, de grootte en/of de vorm van de inzinkingen in de schacht van het aangedreven element (12)/de boor (13) en/of de inzinkingen (5b) in de schacht van het hulselement (1). De maximale hoeveelheid koppel dat op de schroef of bout wordt uitgeoefend, kan dus worden aangepast door de diepte, de grootte en/of de vorm van de inzinkingen in de schacht van het aangedreven element (12)/de boor (13) en/of de inzinkingen (5b) in de schacht van het hulselement (1) te wijzigen. Aldus kan een enkel type koppelbegrenzer worden gebruikt in combinatie met een reeks verschillende aangedreven elementen (12) of hulselementen (1) met elk inzinkingen die aangepast zijn afhankelijk van het type of de grootte van de te installeren schroef of bout. Als alternatief kunnen de diepte, de grootte en/of de vorm van de groef (7a) in het tweede koppelbegrenzer element (7) worden gewijzigd om de maximale hoeveelheid op de schroef of bout uit te oefenen koppel aan te passen. In dit geval moet echter een afzonderlijke koppelbegrenzer of een apart tweede koppelbegrenzer element volgens de uitvinding worden gebruikt in combinatie met verschillende types schroeven of bouten.

In een verdere uitvoeringsvorm kan het aangedreven element (12) een boor (13) of een schroevendraaier zijn, bij voorkeur een boor, meer bepaald een boor die kan worden omvat door een holle huls, die als schroefelement fungeert, zoals een hulselement (1) volgens de onderhavige uitvinding.

In nog een andere uitvoeringsvorm kunnen alle componenten van de koppelbegrenzer (11) volgens deze uitvinding gesteriliseerd worden in de autoclaaf zonder dat de werking van de inrichting wordt aangetast. Daarom zijn alle componenten van de koppelbegrenzer (11 of 19) volgens de uitvinding bij voorkeur vervaardigd uit roestvrij staal of een ander materiaal dat slijtage en afschuring zal verminderen, gesteriliseerd kan worden en bestand is tegen herhaaldelijk autoclaveren.

Claims

CONCLUSIES

1. Een hulselement (1) omvattende: een hol gedeelte (2) ingericht om een boor (13) te omvatten; een bout- of schroefverbindingseenheid (3) op een eerste uiteinde (la) van genoemd hulselement (l) ; bevestigingsmiddelen (4) op een tweede uiteinde (lb) van het genoemde hulselement (1) , voor het losmaakbaar koppelen van genoemd hulselement (1) aan de genoemde boor (13) of een motoreenheid (14) ; waarbij het genoemde hulselement (1) wordt gekenmerkt doordat deze een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing bevat (5).
2. Een hulselement (1) volgens conclusie 1, waarbij het genoemde ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5) is aangepast afhankelijk van het type bout- of schroefverbindingseenheid (3) van het hulselement (1) .
3. Een hulselement (1) volgens een der conclusies 1 of 2, waarbij ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5) is gedefinieerd door één of meer breekpunten (5a) in het genoemde hulselement (1).
4. Een hulselement (1) volgens conclusie 3, waarbij de weerstand van genoemde breekpunten (5a) is aangepast afhankelijk van het type bout-of schroefverbindingseenheid (3) in het genoemde hulselement (1).
5. Een hulselement (1) volgens een der conclusies 1 of 2, waarbij de bevestigingsmiddelen (4) volledig geïntegreerd zijn in, of corresponderen met het ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5).
6. Een hulselement (1) volgens conclusie 5, waarbij het ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5) is gedefinieerd door één of meer inzinkingen (5b) in het genoemde hulselement (1) , en waarbij de genoemde inzinkingen (5b) zijn aangepast om één of meer verende elementen (8) te ontvangen van een koppelbegrenzer (11 of 16) gemonteerd op genoemde boor- of (13) motoreenheid (14) .
7. Een hulselement (1) volgens conclusie 6, waarbij de grootte en/of de vorm van één of meer inzinkingen (5b) is aangepast afhankelijk van het type bout- of schroefverbindingseenheid (3) in het genoemde hulselement (1).
8. Een hulselement (1) volgens één der conclusies 6 of 7, waarbij genoemde één of meer inzinkingen (5b) asymmetrisch zijn, waardoor een andere koppelbegrenzing kan worden toegepast met de klok mee of tegen de klok in.
9. Een hulselement (1) volgens één der conclusies 1 tot 8, vervaardigd uit een kunststofmateriaal, zoals bijvoorbeeld polyethyleen (PE) , polypropyleen (PP) , polystyreen (PS), polyether-keton (PEEK).
10. Een hulselement (1) volgens één der conclusies 1 tot 8 gemaakt uit metaal zoals bijvoorbeeld roestvrij staal.
11. Een hulselement (1) volgens één der conclusies 1 tot 10, omvattende een specifieke kleur-en/of barcode, elk eventueel aangebracht op een verwijderbaar etiket, om het hulselement gemakkelijk te identificeren en/of te traceren.
12. Gebruik van een hulselement (1) volgens één der conclusies 1 tot 11 voor chirurgische toepassingen.
13. Een set omvattende een hulselement (1) volgens één der conclusies 1 tot 12, en één of meer bouten of schroeven aangepast om te passen met genoemde bout-of schroefverbindingseenheid (3).
14. Een koppelbegrenzer (11) omvattende: een eerste koppelbegrenzer element (6) in staat om ten minste een eerste deel van een aangedreven element (12) of boor (13) te omvatten; Een tweede koppelbegrenzer element (7) voor het losmaakbaar aangrijpen van het genoemde eerste koppelbegrenzer element (6) met genoemde aangedreven element (12) of boor (13); en een of meer verende elementen (8) voor het losmaakbaar aangrijpen van genoemde aangedreven element (12) of boor (13) met genoemde tweede koppelbegrenzer element door middel van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5b), aanwezig op het genoemde aangedreven element (12) of boor (13) of op een hulselement (1) volgens één der conclusies 1, 2, 5, 6, 7, 8 of 10, in staat om ten minste een tweede deel van genoemde aangedreven element (12 ) of boor (13) te omvatten.
15. Een koppelbegrenzer (19) omvattende: een eerste koppelbegrenzer element (6) in staat om ten minste een eerste deel van een aangedreven element (12) of boor (13) te omvatten; een tweede koppelbegrenzer element (7) voor het losmaakbaar aangrijpen van het genoemde eerste koppelbegrenzer element (6) met genoemde aangedreven element (12) of boor (13); een of meer verende elementen (8) voor het losmaakbaar aangrijpen van genoemde aangedreven element (12) of boor (13) met genoemde tweede koppelbegrenzer element door middel van een ingebouwd mechanisme voor koppelbegrenzing (5b) aanwezig op het genoemde aangedreven element (12) of boor (13) of op een hulselement (1) volgens één der conclusies 1, 2, 5, 6, 7, 8 of 10, in staat om ten minste een tweede deel van genoemd aangedreven element (12 ) of boor (13) te omvatten; een koppelingssysteem (16) , bestaande uit een koppelingsstuk (16a) voor het koppelen van de genoemde koppelbegrenzer aan een motoreenheid; en een vergrendelingssysteem (16b) voor het losmaakbaar aangrijpen van genoemde aangedreven element (12) of boor (13) aan de koppelbegrenzer (19) door middel van een loskoppelingssysteem (18) .
16. Een koppelbegrenzer (11 of 19) volgens één der conclusies 14 of 15, waarbij genoemde tweede koppelbegrenzer element (7) een groef (7a) bevat, bedoeld om een eerste gedeelte (8a) van genoemde één of meer verende elementen (8) te ontvangen.
17. Een koppelbegrenzer (11 of 19) volgens één der conclusies 14 tot 16, waarbij het ingebouwde mechanisme voor de koppelbegrenzing (5) één of meer inzinkingen (5b) bevat, aangepast om een tweede gedeelte van genoemde verende elementen (8b) te ontvangen.
18. Een koppelbegrenzer (11 of 19) volgens één der conclusies 13 tot 17, waarbij elk van de genoemde verende elementen (8) 2 overbrengingskogels bevat (9) verbonden met een elastisch element (10) , zoals bijvoorbeeld één of meer veerringen (10a) of springveer.
19. Een koppelbegrenzer (11 of 19) volgens één der conclusies 13 tot 18, waarbij het genoemde aangedreven element (12) een boor (13) of een schroevendraaier is.
20. Een koppelbegrenzer (11 of 19) volgens één der conclusies 13 tot 19, waarbij alle componenten van genoemde koppelbegrenzer kunnen worden gesteriliseerd door autoclaveren zonder dat de werking van de inrichting wordt beïnvloed.
21. Een koppelbegrenzer (11) volgens één der conclusies 13 tot 20 voor chirurgisch gebruik.
22. Een koppelbegrenzer (11) volgens één der conclusies 13 tot 21, in combinatie met een hulselement (1) volgens een der conclusies 1, 2, 5, 6, 7, 8 of 10.