BE1022086B1

BE1022086B1 - Werkwijze en toestel voor het behandelen van fluida

Info

Publication number: BE1022086B1
Application number: BE2013/0587A
Authority: BE
Original assignee: Van Welden, Paul
Priority date: 2013-09-09
Filing date: 2013-09-09
Publication date: 2016-02-15
Also published as: EP2848591A1; EP2848591B1

Abstract

De uitvinding betreft een toestel voor het behandelen van een fluidum via inductie, bevattende één of meerdere printplaten waarop een antenne is aangebracht die signalen ontvangen van een stuuréénheid, deze omvormt tot inductieve signalen inwerkend op het te behandelen fluidum. Hierbij bevat de printplaat elementen, geplaatst in een geometrisch patroon omvattende één of meerdere blokken, die ieder één of meerdere rijen bevatten waarin de elementen op regelmatige afstand van elkaar geplaatst zijn, en waarbij de blokken telkens ten opzichte van elkaar verschoven zijn over minimaal éénmaal de dikte van één element.

Description

Titel : Werkwijze en toestel voor het behandelen van fluida SITUERING :

De huidige uitvinding heeft betrekking op een methode en een apparaat voor het behandelen van fluida (vloeistoffen en/of gassen). Meer in het bijzonder heeft de huidige uitvinding betrekking op een werkwijze en een toestel voor het behandelen van water of brandstoffen via inductie. ACHTERGROND VAN DE UITVINDING :

Het is bekend dat de eigenschappen van vloeistoffen en gassen beïnvloed kunnen worden door ze te onderwerpen aan een electromagnetisch veld.

Zulke behandeling veroorzaakt wijzigingen van physico-chemische, biologische en/of structurele aard.

De Europese octrooi-aanvragen EP 1676 815, EP 2 364 954, EP 2 054 347 alsmede de US aanvrage US 2009/0218225 beschrijven voorbeelden van zulke behandeling. De hierin vermelde effecten voldoen echter niet om een globaal gunstig effect te verkrijgen bijvoorbeeld op de kwaliteit van het behandelde water.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een verbeterd toestel en werkwijze voor de behandeling van fluida.

Hiertoe betreft de uitvinding een toestel voor het behandelen van een fluïdum via inductie, bevattende één of meerdere printplaten, waarop een antenne is aangebracht, die de signalen ontvangen van een stuuréénheid en die deze omvormt tot inductieve signalen inwerkend op het te behandelen fluïdum, daardoor gekenmerkt dat naast de antenne de printplaat elementen omvat, geplaatst in een geometrisch patroon omvattende één of meerdere blokken, ieder van deze blokken bevattende één of meerdere rijen waarin de elementen op regelmatige afstand van elkaar geplaatst zijn, en waarbij de blokken telkens ten opzichte van elkaar verschoven zijn over minimaal éénmaal de breedte van één element.

Voor de éénvoud van de beschrijving zal het hogergenoemde toestel in het vervolg van deze beschrijving veelvuldig aangeduid worden als inductietoestel of inductieéénheid.

Hiertoe omvat de huidige uitvinding eveneens een methode voor de behandeling van fluida mits gebruikmaking van het voornoemde toestel.

Meer in het bijzonder omvat de uitvinding de werkwijzen en toestellen zoals beschreven in de bijgevoegde conclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een verbeterd apparaat of toestel volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :

Figuur 1 een foto weergeeft van het toestel volgens de uitvinding, omvattende de stuur- en de inductieéénheid.

Figuur 2 een foto weergeeft van de inductieéénheid, zoals gemonteerd op een waterleiding.

Figuur 3 een schematische illustratie in perspectief weergeeft van de inductieéénheid zoals die over een waterleiding kan geplaatst worden.

Figuur 4 een dwarsdoorsnede weergeeft van de inductieéénheid.

Figuur 5 een schematische weergave toont van het geometrische patroon volgens hetwelk de elementen geplaatst worden.

Figuur 6 een foto weergeeft van zulk geometrisch patroon in een reële PCB uitvoering.

Figuur 7 schematisch de opbouw van het geometrische patroon weergeeft. BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING Toepassingsgebied :

In de hiernavolgende beschrijving wordt de werking en de effecten van de werkwijze van het toestel volgens de uitvinding geïllustreerd op water, meer in het bijzonder leidingwater. De uitvinding is evenwel evengoed toepasselijk op andere vloeistoffen, of ook op gassen.

Bij toepassing op brandstoffen, zowel benzine als diesel, wordt een brandstofbesparing vastgesteld.

Indien toegepast op leidingwater, transformeert het toestel volgens de uitvinding het water in lekkerder, zachter en vitaler water.

Algemene opbouw :

Het toestel volgens de uitvinding bestaat in essentie uit een inductieéénheid of inductiemodule, die daartoe signalen ontvangt van een stuuréénheid, gevoed door een electrische voeding.

In de praktijk wordt het toestel volgens de uitvinding dus op de markt veelal aangeboden in een vorm die in totaal drie onderdelen omvat: een voeding, een stuuréénheid en een inductie-éénheid strictu sensu.

Als voeding kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een CE gekeurde 9 Volt voeding; indien dit type voeding gebruikt wordt, dient het toestel volgens de uitvinding niet aan een CE keuring onderworpen.

In figuur 1 is een voorbeeld uitvoeringsvorm weergegeven van links een inductieéénhoud, en rechts de stuuréénheid, voorzien van blauw label met opschrift Water-Q. i De stuuréénheid genereert of stuurt een zeer specifiek laagfrequent electromagnetisch signaal naar de inductie-éénheid.

Onder een laagfrequent electromagnetisch signaal voor de toepassing van de huidige uitvinding dient begrepen een signaal met een frequentie begrepen tussen 3 Hz en 30 Hz, meer in het bijzonder dient hieronder begrepen een zogenaamd ELF I (Extremely Low Frequency) signaal, zoals voor de vakman op zich bekend.

Inductieéénheid :

De inductieéénheid of module zet dit signaal om in een electromagnetisch veld, welk geïnduceerd wordt in het te behandelen fluïdum, bijvoorbeeld leidingwater. De inductieéénheid bevat hiertoe bijvoorbeeld één of meerdere printplaten.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inductieéénheid bijvoorbeeld twee printplaten, die in een behuizing uit kunststof in de vorm van een V over een waterleiding geplaatst worden. Belangrijk hierbij is dat de inductieéénheid zodanig qua vorm is uitgevoerd dat ze niet volledig rond, maar slechts gedeeltelijk op de I waterleidingsbuis wordt gemonteerd. Dit vergemakkelijkt in wezenlijke mate de installatie van de module.

Zie hiervoor de schematische afbeelding in dwarsdoorsnede zoals weergegeven in figuur 3. leder 'been' of zijde van de V-vormige inductiemodule bevat dan een al dan niet identieke printplaat.

In meer algemene bewoordingen zorgt de inductie-module voor een inductie van een al dan niet extern signaal in het fluïdum, dit is een vloeistof en of gas (inclusief lucht en zuurstof).

Dit al dan niet extern signaal kan elektrisch, magnetisch, akoestisch of optisch van aard zijn.

Het extern signaal afkomstig van de stuuréénheid wordt aangeleverd aan de inductie-module op de printplaat.

De inductie-module kan gebruikt worden bij alle vloeistoffen en alle gassen (dus ook bij lucht en zuurstof).

De vloeistof en/of gas kan zowel stilstaand als in beweging zijn.

De inductie-module kan zich zowel in de vloeistof en/of gas bevinden, als erbuiten. De montage van de inductie-module tov de vloeistof en/of gas kan elke vorm en elke hoek tov de vloeistof en/of gas aannemen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat er bijvoorbeeld in dat er een vloeistof in een buis vloeit en de inductie-module zich net naast de buis bevindt.

De eventuele externe geleiders kunnen bijvoorbeeld een elektromagnetisch signaal aansturen naar de printplaat, die enerzijds een antenne bevat, bijvoorbeeld in de vorm van een meander op een printplaat, en anderzijds elementen omvat, geplaatst in een geometrisch patroon zoals hierna beschreven.

Vermits de elementen doorgaans de vorm van een punt of cirkel aannemen, wordt gemakshalve in de hiernavolgende tekst naar deze elementen verwezen als DOT's.

De totaliteit van de inductie-module induceert dan dit eventueel extern signaal in de vloeistof en/of gas.

Testen hebben aangetoond dat men met deze inductie-module zeer specifieke inductiepatronen bekomt in de vloeistof en/of gas.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding worden de antenne en de DOT elementen samen aangebracht op een printplaat.

Printplaat :

Onder een printplaat voor de doeleinden van de huidige uitvinding wordt verstaan een zogenaamde PCB plaat (printed circuit board).

Deze printplaat kan in verschillende varianten uitgevoerd worden; ze kan bijvoorbeeld één of meerdere lagen omvatten, waarbij een vier lagen uitvoering de voorkeur geniet. Bij zulke vierlagen uitvoering omvat de printplaat dus een voor- en achterliggende laag, en twee binnenste lagen.

Deze printplaat bevat dan twee onderscheiden delen: in het éne deel bevindt zich een antenne in de vorm van een spoel, uitgevoerd in bijvoorbeeld meandervorm, en in het andere deel bevinden zich de elementen of DOT's, geplaatst in een geometrisch patroon dat doorheen de printplaat is aangebracht.

Dit geometrisch patroon bestaat uit zogenaamde DOTs, die volgens een specifiek geometrisch patroon in de printplaat zijn aangebracht.

Zoals hoger vermeld worden deze elementen of DOT's in de printplaat geplaatst in een geometrisch patroon omvattende één of meerdere blokken, ieder van deze blokken bevattende één of meerdere rijen waarin de elementen op regelmatige afstand van elkaar geplaatst zijn, en waarbij de blokken telkens ten opzichte van elkaar verschoven zijn over minimaal éénmaal de dikte van één element.

Onder de dikte van één element in de context van de huidige uitvinding dient begrepen het volgende : indien het element rond of cirkelvormig van vorm is, de diameter van zulk element.

Indien het element een andere vorm heeft, bijvoorbeeld vierkant, vijf- of zeshoekig of rechthoekig, de equivalente diameter. Onder equivalente diameter dient verstaan de diameter van een cirkel die hetzelfde oppervlak heeft als de andere vorm, bijvoorbeeld het vierkant, vijf- of zeshoekig of rechthoekig element.

Het vitaliserende effect op het fluïdum dat doorheen de leiding stroomt waarrond deze inductieéénheid is aangebracht, wordt verkregen door het synergetische effect teweeggebracht door de inductie opgewekt in de antennes van de printplaat, en beïnvloed door het geometrisch aangebrachte gaatjes of DOT's patroon in diezelfde printplaat.

Geometrisch patroon van de inductie-module

Voor de toepassing van de huidige uitvinding is het geometrische patroon of figuur van de inductie-module van primair belang.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat dit geometrische patroon drie rijen, waarbij iedere rij zestien DOT's bevat, boven elkaar, en wordt dit rechthoekig patroon van DOT's driemaal herhaald, waarbij deze drie boven elkaar geplaatste blokken van 3 x 16 DOT's ten opzichte van elkaar inspringen met een indent of insprong ter grootte van één DOT naar rechts.

Dit principe is duidelijk geïllustreerd in figuur 5.

Een effectieve uitvoeringsvorm van dit geometrische patroon in een printplaat is getoond in de foto van figuur 6.

Verdere gegevens over dit geometrische patroon zoals het via dergelijke DOT's wordt opgebouwd, wordt hierna gegeven :

Een DOT bestaat bij voorkeur uit een cirkel met een diameter R;

De maximale waarde van R is 10 m;

De minimale waarde van R is lnm (nanometer).

Betreffende de afstand tussen 2 DOT's, genaamd A :

Deze afstand A is bij voorkeur gelijk zowel gemeten horizontaal in een rij, als verticaal gemeten tussen twee DOT's in boven elkaar staande rijen.

Afstand A is optimaal gelijk aan de 4de PHI verhouding van R maal R 1/1,61803/1,61803/ 1,61803/1,61803 = 0,145 A = R x 0,145

De maximale waarde van A is 100 x R;

De minimale waarde van A is 0,001 x R.

Betreffende het aantal DOT's per rij : een horizontale rij met N aantal DOT's achter elkaar met telkens een tussenafstand A

De voorkeurs-waarde van N is 16;

De maximale waarde van N is 100;

De minimale waarde van N is 3.

Betreffende het aantal horizontale rijen X boven elkaar :

De voorkeurs-waarde van X is 3;

De maximale waarde van X is 10;

De minimale waarde van X is 1.

Betreffende het aantal keren dat bovenstaand patroon zich herhaalt : dit patroon herhaalt zich een aantal keren P, bij voorkeur 3 keer :

De voorkeurs-waarde van P is 3;

De maximale waarde van P is 10;

De minimale waarde van P is 1.

Betreffende de insprong of indent tussen twee opeenvolgende patronen van X (bij voorkeur 3) rijen is genaamd I :

De voorkeurs-waarde van I is 1;

De maximale waarde van I is 10:

De minimale waarde van I is 1.

Het hierboven geschetste geometrische patroon kan dan op de volgende wijze opgebouwd worden.

Men start linksonder met DOT 1; DOT 2 staat rechts van DOT 1 op afstand A;

Tot 16 DOT's op rij 1, DOT's 1 t/m 16.

Een rij 2 staat net boven rij 1, DOT's 17 t/m 32.

Een rij 3 staat net boven rij 2, DOT's 33 t/m 48.

Een rij 4 staat net boven rij 3,

Met een voorkeurs-indent van 1 DOT.

Dus start met DOT 49 ter hoogte van DOT 34, DOT's 49 t/m 64.

Een rij 5 staat net boven rij 4, DOT's 65 t/m 80;

Een rij 6 staat net boven rij 5, DOT's 81 t/m 96.

Een rij 7 staat net boven rij 6,

Met een optimale indent van 1 DOT,

Dus start met DOT 97 ter hoogte van DOT 82, DOT's 97 t/m 112.

Een rij 8 staat net boven rij 7, DOT's 113 t/m 128;

Een rij 9 staat net boven rij 8, DOT's 129 t/m 144.

Toepassing van het bovenstaande geeft dan een DOT samenvatting volgens de nummering weergegeven in figuur 7.

Een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm van het geometrische patroon van de DOT's omvat dus drie blokken van telkens drie rijen van telkens 16 DOT's, wat in totaal een geheel van 144 DOT's geeft (3 x 3 x 16 = 144), waarbij deze drie blokken telkens ten opzichte van elkaar ruimtelijk verschoven zijn over een afstand gelijk aan éénmaal de afstand tussen twee individuele DOT's.

Gezamenlijk effect van de antenne en de DOT's op de printplaat :

Zoals hoger aangegeven, op de printplaat van het toestel volgens de uitvinding bevinden zich twee onderscheiden componenten.

Enerzijds bevat de printplaat een op zich gekende antenne, in de vorm van een in de stand van techniek gekende electromagnetische meandervorm, hetgeen een inductieveld opwekt in het te behandelen fluïdum.

Voorbeelden van dergelijke meandervormen worden bijvoorbeeld beschreven in de Europese Octrooiaanvrage Nr. EP 2 364 954 Al, op naam van Planet Horizons

Technologies S.A., Sierre, Zwitserland, gepubliceerd op datum van 14 September 2011.

In het bijzonder wordt in deze aanvrage verwezen naar de figuren 2 en 3 die voorbeelden weergeven van antennes aangebracht op een printplaat, voor de behandeling van vloeistoffen.

De tweede component op de printplaat wordt gevormd door het hoger beschreven geometrische patroon van DOT's, welke op zich als een specifieke meandervorm van antenne kan beschouwd worden, en eveneens een electromagnetisch inductieveld creëert wanneer het aangestuurd wordt door een electromagnetisch signaal.

Dit tweede veld is in zekere zin supplementair of complementair aan het door de 'klassieke' antenne opgewekte veld.

Hoewel de uitleg zoals hierna weergegeven niet limiterend is voor de werking van het toestel volgens de uitvinding, zijn de uitvinders de mening toegedaan dat het wetenschappelijke effect van het gezamenlijk gebruik van de 'klassieke' meander en het DOT's geometrische patroon op de printplaat als volgt is:

De klassieke electromagnetische meander deel wekt een klassiek inductieveld op, en levert op die wijze een 'hard' effect op het fluïdum, bv leidingwater.

De tweede component op de printplaat in de vorm van het hoger geschetste geometrische patroon van DOT's, wekt op zijn beurt een kwantum effect op, dat het harde effect verzacht.

Het resultaat van het samenspel van beide componenten zorgt voor het verrassende effect op de eigenschappen van het behandelde fluïdum.

In het geval van leidingwater is dit bijvoorbeeld zijn vollere en zachtere smaak.

In het geval van brandstof leidt dit tot een hogere energetische waarde, en bijgevolg lager brandstofverbruik. Dit zowel in geval van benzine als diesel brandstof.

Technische omschrijving van het materiaal

De DOT's kunnen gemaakt zijn van een elektrisch geleidend materiaal.

De tussenafstanden A kunnen gemaakt zijn van een elektrisch geleidend materiaal. De DOT's kunnen al dan niet met elkaar verbonden zijn door middel van een elektrisch geleidend materiaal.

Uitvoeringen

Variante A : Uitvoering met een elektrisch geleidend materiaal

I

Zoals bijvoorbeeld uitgevoerd in koper op een PCB (printed circuit board)

Dit zijn dan 'eilandjes' met of zonder gaatje in, of met genaamde VIA's tussen de ene zijde van de PCB en de andere zijde van de PCB.

Onder de term VIA's in de context van de huidige uitvinding dient begrepen de betekenis die deze term gebruikelijk heeft voor de vakman. Dit wil zeggen een weg (van het Latijnse via) of gaatje, waardoor een electrische connectie tussen aangrenzende lagen in een fysiek electronisch circuit aangebracht wordt. In dit concrete geval worden deze connecties doorheen de printplaat aangebracht. Ze zorgen op hun beurt voor een elektrisch inductief effect op het te behandelen I fluïdum welke complementair is aan het door de antenne gecreëerde inductieveld.

Deze eilandjes zijn al dan niet verbonden met een koperen geleider.

Deze geleider kan al dan niet meerdere eilandjes met elkaar verbinden en/of verbinden met een externe geleider. > Op deze externe geleider kan al dan niet een elektrisch signaal aangesloten worden. De hierboven beschreven 'eilandjes' zijn bij voorkeur rond of cirkelvormig van vorm, hoewel een recht-, vijf-, zes-hoekige of vierkante vorm niet a priori uitgesloten is.

Een PCB kan al dan niet meerdere printlagen hebben. Gebruikelijke aantallen zijn I tussen 2 en 8 printlagen, doch grotere aantallen (M) zijn technisch ook mogelijk. Er kunnen dus meerdere M lagen met DOT's onder elkaar liggen, al dan niet in de PCB. Deze meerdere lagen kunnen met standaard PCB doorlus technieken aan elkaar verbonden zijn. Indien drie of meer lagen gebruikt worden, is de derde laag altijd in de PCB.

Dus DOT 1 op laag 1 met DOT 1 op laag 2, en met DOT 1 op laag M.

De DOT's kunnen in een niet geleidend materiaal zijn, en de tussenafstanden A in een wel elektrisch geleidend materiaal. Zoals bvb in koper op een PCB.

Dus de omgekeerde uitvoering van de methode hierboven weergegeven.

Er kunnen dan ook meerdere lagen onder elkaar liggen in een PCB.

Zowel de DOT's als de tussenafstanden zijn in een elektrisch geleidend materiaal. Doch, het geleidend materiaal is dan verschillend, bvb de DOT is in koper en tussenafstand A is in nikkel.

Er kunnen ook hier meerdere lagen onder elkaar liggen, al dan niet gescheiden door een al dan niet isolerende laag

Variante B : Uitvoering met niet geleidend materiaal

Zowel de DOT's als de tussenafstanden A zijn in eenzelfde niet geleidend materiaal De DOT is dan bvb in een andere kleur dan de tussenafstand A, bvb zwarte DOT cirkels en een witte achtergrond

De DOT en de tussenafstand A zijn in een verschillend niet geleidend materiaal, bvb de DOT is in een bepaald soort van grafeen en de tussenafstand A is in een soort van plastiek, dus met verschillende eigenschappen

Er kunnen ook meerdere lagen onder elkaar liggen, al dan niet gescheiden door een al dan niet elektrisch geleidende laag.

Installatie van het toestel : Eén van de wezenlijke voordelen van het toestel volgens de uitvinding, is dat dit kan geïnstalleerd of gemonteerd worden op een waterleiding zonder tussenkomst van een vakman, bijvoorbeeld een loodgieter.

In een eerste stap wordt de elektrische inductie-éénheid op de waterleiding gemonteerd.

De aanbevolen plaats van montage op een waterleiding in een woonéénheid bevindt zich na de waterteller.

Bij voorkeur ligt de kabelaansluiting in de richting van waar het water stroomt.

De elektrische inductie-éénheid of module kan omheen de waterleiding bevestigd worden bijvoorbeeld met twee tie-wraps.

Hierop wordt dan de kabel van de elektrische inductiemodule aangesloten op de stuuréénheid in de passende aansluiting.

Bij voorkeur wordt de kabel op de stuuréénheid aangesloten, vooraleer men de voeding in het stopcontact steekt.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het toestel van de uitvinding, is dit voorzien van een middel ter indicatie van haar werking, bijvoorbeeld een indicatorlampje bevattende bijvoorbeeld een LED lichtpunt. Dit zal dan groen oplichten of knipperen, ter illustratie dat het toestel zoals voorgeschreven functioneert.

Effecten van het toestel op het behandelde water :

Het is bekend dat zuiver water is wat mensen denken nodig te hebben. Zeer zuiver water kan bijvoorbeeld bekomen worden door destillatie. Uitsluitend gedestilleerd water is evenwel onvoldoende om te overleven, ondermeer omdat er dan geen enkel spoor van mineralen in het water meer zit. En zoals bekend, mineralen dragen bij tot de bouwstenen van het menselijk lichaam.

Wat het lichaam echt nodig heeft is water dat door een specifieke behandeling een supplementair gevitaliseerd karakter krijgt. Zulk gevitaliseerd water is bijvoorbeeld gekenmerkt door een kleinere clusterstruktuur, waardoor het gemakkelijker en dieper in het lichaam kan doordringen, en ook voor een betere en vlottere doorstroming in het lichaam zelf zorgt.

Het toestel volgens de uitvinding zorgt voor dergelijk 'gevitaliseerd' water. Daarnaast wordt vermoed dat water eveneens een zekere vorm van geheugen heeft, of alleszins de sporen meedraagt van vroegere behandelingen en verontreinigingen. De waterkristallen van Masaru Emoto illustreren dit bijvoorbeeld (referentie http://masaru-emoto.net/english/index.html )

In het behandelde water door het toestel volgens de uitvinding zijn dergelijke oudere energetische afdrukken gewist of verwijderd.

Betreffende de effecten van het toestel op de aanwezigheid van kalk en/of kalksteen in het behandelde water: de uitvinders vermoeden dat de kalksteen als dusdanig in het water aanwezig blijft, maar in een zachtere vorm, waardoor hij minder nadelig is en ook gemakkelijker te verwijderen is indien noodzakelijk.

Alhoewel het wetenschappelijke effect van de elektrische inductie gegenereerd volgens het toestel van de uitvinding op het fluïdum niet volledig gekend is, nemen de uitvinders aan dat door deze elektrische inductie de spanning op en tussen de watermoleculen toeneemt. Daardoor kunnen de relatief losse watermoleculen zich ten opzichte van elkaar herstructureren en breekt de clusterstruktuur van de watermoleculen af of verkleint alleszins. De vroegere energetische informatie van het water lost zich daardoor op.

De uitvinders hebben het effect van het toestel uitgetest op de volgende wijze : twee gelijke bakjes met waterkerskiemen zijn bevloeid met enerzijds gewoon kraantjeswater, en anderzijds met water behandeld volgens het toestel van de uitvinding.

Er is vastgesteld dat de waterkers bevloeid met het water behandeld volgens het toestel van de uitvinding sterker gegroeid was dan een gelijkaardig bakje waterkers ' bevloeid met gewoon kraantjeswater.

Voordelen van de uitvinding :

De voordelen bij toepassing van het toestel volgens de uitvinding situeren zich op I verschillende niveau's: op ecologisch vlak, op economisch vlak en op technisch vlak.

De ecologische voordelen omvatten ondermeer het feit dat er bij gebruik van het toestel volgens de uitvinding geen behoefte meer is aan plastieken of glazen waterflessen, omdat het behandelde water lekkerder, zachter en voller van smaak ' is alsmede een vitaler en verlevendigd karakter aan het kraantjeswater verleent. Kortom de ecologische voetafdruk bij gebruik van het toestel volgens de uitvinding vermindert wezenlijk.

De voordelen op economisch vlak uiten zich in het feit dat er bij gebruik van het I toestel geen jaarlijks onderhoud nodig is zoals dit wel het geval is bij de reeds bestaande toestellen, en in een reductie van de kosten van aankoop van water in flessen. Het elektrische verbruik is minimaal.

Bij gebruik van een douche of bad voelt het water zachter aan, waardoor er minder zeep nodig is.

De voordelen op technisch vlak behelzen ondermeer dat één enkele installatie voor een volledige woon- of leeféénheid volstaan; dat er geen filters dienen vervangen, dat het toestel geluidloos werkt en geen bewegende delen omvat, en er geen rechtstreeks contact is met het behandelde water. De installatie is zeer eenvoudig I en een interventie van een loodgieter of andere vakman is niet noodzakelijk.

Het toestel volgens de uitvinding kan bovendien gemonteerd worden op alle typen van buizen, ongeacht of deze in koper, kunststof of metaal zijn uitgevoerd, en ongeacht hun diameter. Het neemt een minimale ruimte in beslag en wekt geen sterke magnetische velden op.

Een gevolg van de voorgaande kenmerken is dat wanneer het toestel volgens de uitvinding op bijvoorbeeld een huishoudelijke waterleiding geplaatst wordt, er niet fysiek in de leiding zelf ingegrepen wordt, waardoor een herkeuring van de sanitaire installatie door de bevoegde waterleverancier niet noodzakelijk is na installatie van het toestel.

Claims

Conclusies :

1. Toestel voor het behandelen van een fluïdum via elektrische inductie, bevattende één of meerdere printplaten waarop een antenne is aangebracht die signalen ontvangen van een stuuréénheid, deze omvormt tot elektrische inductieve signalen inwerkend op het te behandelen fluïdum, daardoor gekenmerkt dat naast de antenne de printplaat gaatjes omvat, geplaatst in een geometrisch patroon omvattende één of meerdere blokken, ieder van deze blokken bevattende één of meerdere rijen waarin de gaatjes op regelmatige afstand van elkaar geplaatst zijn, en waarbij de blokken telkens ten opzichte van elkaar verschoven zijn over minimaal éénmaal de dikte van één gaatje.
2. Toestel volgens conclusie 1, waarbij de stuuréénheid een electromagnetisch signaal, bij voorkeur een laagfrequent electromagnetisch signaal, naar het inductietoestel zendt.
3. Toestel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het fluïdum een vloeistof is, bij voorkeur water of brandstof.
4. Toestel volgens één van voornoemde conclusies, omvattende een kunststofbehuizing voor de printplaten.
5. Toestel volgens conclusie 4, waarbij de kunststof behuizing nabij een doorvoerleiding voor het fluïdum geplaatst wordt.
6. Toestel volgens conclusie 5, waarbij de kunststofbehuizing uit twee delen bestaat, die ieder een printplaat bevatten en die in de vorm van een omgekeerde V over een ringvormige doorvoerleiding voor het fluïdum gepositioneerd worden.
7. Toestel volgens één van voornoemde conclusies, waarbij de gaatjes VIA's zijn die doorheen de printplaat aangebracht worden, en een elektrisch inductief effect op het te behandelen fluïdum creëren welke complementair is aan het door de antenne gecreëerde inductieveld.
8. Toestel volgens één van voornoemde conclusies, waarbij de gaatjes in het geometrisch patroon cirkelvormig zijn.
9. Toestel volgens één van voornoemde conclusies waarbij het geometrisch patroon minstens drie blokken omvat, iedere blok omvattende minstens drie rijen, en iedere rij minstens zestien gaatjes.
10. Toestel volgens één van voornoemde conclusies, waarbij de afstand tussen de gaatjes in een rij, en de afstand tussen gaatjes uit boven elkaar geplaatste rijen gelijk is aan elkaar.
11. Toestel volgens conclusie 10, waarbij de afstand gelijk is aan de 4de PHI verhouding van de diameter van een gaatje.
12. Toestel volgens één van voornoemde conclusies, verder bevattende een voeding voor de stuuréénheid.
13. Werkwijze voor de behandeling van een fluïdum gebruikmakend van een toestel volgens één van voornoemde conclusies.