BE1022078B1 - Borstvoedingskledij - Google Patents

Borstvoedingskledij Download PDF

Info

Publication number
BE1022078B1
BE1022078B1 BE2014/0004A BE201400004A BE1022078B1 BE 1022078 B1 BE1022078 B1 BE 1022078B1 BE 2014/0004 A BE2014/0004 A BE 2014/0004A BE 201400004 A BE201400004 A BE 201400004A BE 1022078 B1 BE1022078 B1 BE 1022078B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
flap
flaps
outerwear
drape
rest
Prior art date
Application number
BE2014/0004A
Other languages
English (en)
Inventor
Eva Elizabeth Boonen
Martine Boonen
Original Assignee
Beaunen Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beaunen Bvba filed Critical Beaunen Bvba
Priority to BE2014/0004A priority Critical patent/BE1022078B1/nl
Priority to PL14200519T priority patent/PL2891417T3/pl
Priority to US14/585,331 priority patent/US9763481B2/en
Priority to EP14200519.8A priority patent/EP2891417B1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1022078B1 publication Critical patent/BE1022078B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A41WEARING APPAREL
    • A41DOUTERWEAR; PROTECTIVE GARMENTS; ACCESSORIES
    • A41D1/00Garments
    • A41D1/22Clothing specially adapted for women, not otherwise provided for
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A41WEARING APPAREL
    • A41DOUTERWEAR; PROTECTIVE GARMENTS; ACCESSORIES
    • A41D1/00Garments
    • A41D1/21Maternity clothing; Clothing specially adapted for persons caring for infants
    • A41D1/215Nursing clothing, e.g. for breastfeeding
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A41WEARING APPAREL
    • A41DOUTERWEAR; PROTECTIVE GARMENTS; ACCESSORIES
    • A41D2600/00Uses of garments specially adapted for specific purposes

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nursing (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Pediatric Medicine (AREA)
  • Details Of Garments (AREA)
  • Professional, Industrial, Or Sporting Protective Garments (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op borstvoedingskledij, meer bepaald een bovenkleding, diè een paar over de borst dwarsende drapeerflappen omvat. De drapeerflappen zijn aan de uiteinden losmaakbaar verbonden met de rest van de bovenkleding, zodat het losmaken van een flap toegang verleent tot een borst voor borstvoeding.

Description

BORSTVOEDINGSKLEDIJ
TECHNISCH VELD
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een borstvoedingskledingstuk. ACHTERGROND
De meeste bovenkledij laat niet toe om eenvoudig en op discrete wijze borstvoeding te geven. Hoewel aangepaste borstvoedingskledij beschikbaar is, bieden deze kledingstukken vaak onvoldoende comfort, functionaliteit, gebruiksgemak, en/of discretie. De bestaande borstvoedingskledij heeft verder doorgaans een eenvoudig en weinig esthetisch ontwerp. Er is dus nood aan verbeterde borstvoedingskledij.
SAMENVATTING
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om borstvoedingskledij voorzien die comfortabel te dragen is en handig is in gebruik, en bovendien toelaat om discreet borstvoeding te geven. Meer bepaald heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een bovenkleding dat een paar over de borst dwarsende drapeerflappen omvat.
Deze aanvraag beschrijft een bovenkleding, omvattend een linker en een rechter over de borst dwarsende drapeerflap, elk met een proximale en distale zijde, waarbij enerzijds de proximale zijde van elke flap op één of meerdere punten is verbonden met de rest van de bovenkleding, op of rond de borststreek; en anderzijds de distale zijde van elke flap losmakelijk verbonden is met de rest van de bovenkleding onder de okselstreek aan een tegenovergestelde borst. De bovenkleding is daarenboven gekenmerkt doordat de drapeerflappen in gesloten toestand elkaar kruisen, waarbij zowel de linkerflap boven de rechterflap kan kruisen als andersom.
In bepaalde uitvoeringsvormen van de hierin beschreven bovenkleding is elke drapeerflap aan de distale zijde losmakelijk verbonden met de rest van de bovenkleding door middel van een sluitmechanisme zoals bijvoorbeeld een drukknop, een knoop en lus combinatie, of een klittenband sluiting. Zoals duidelijk zal zijn voor de vakman zal in de meeste gevallen één deel van het sluitmechanisme voorzien zijn aan de distale zijde van de drapeerflap en het andere deel van het sluitmechanisme voorzien zijn op de rest ven de bovenkleding (bijvoorbeeld op de verder hierin beschreven onderdelen van de bovenkleding zoals het voorpand, achterpand, bovenstuk of aan een overgang tussen één of meerdere hiervan)
In verdere uitvoeringsvormen van de hierin beschreven bovenkleding is de proximale zijde van één of beide drapeerflappen, of de verbinding tussen de proximale zijde en de rest van de bovenkleding voorzien van een verticale opening die toegang kan verlenen tot een borst voor borstvoeding.
In meer bepaalde uitvoeringsvormen van de hierin beschreven bovenkleding kan deze verticale opening gesloten gehouden worden door een sluitmechanisme.
In meer bepaalde uitvoeringsvormen van de hierin beschreven bovenkleding is de aanhechting van de proximale zijde van elk van de drapeerflappen met de rest van de bovenkleding van het zicht afgeschermd door de rest van het kledingsstuk.
In meer bepaalde uitvoeringsvormen is de hierin beschreven bovenkleding een eendelig kledingstuk.
In meer bepaalde uitvoeringsvormen is de hierin beschreven bovenkleding een topje of een jurk.
De kledingstukken volgens de onderhavige uitvinding hebben in bepaalde uitvoeringsvormen als voordelen dat ze toelaten eenvoudig en discreet borstvoeding te geven, en kunnen de drager helpen onthouden met welke borst laatst is gevoed. De hierin beschreven kledingstukken zijn verder elegant en comfortabel te dragen, ook tijdens de zwangerschap.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
De volgende beschrijving van de figuren van specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding is enkel bij wijze van voorbeeld en is niet bedoeld om de huidige uiteenzetting, haar toepassing of gebruik te beperken. In de tekeningen refereren corresponderende referentienummers naar dezelfde of overeenkomstige delen en kenmerken.
Fig. 1 Bovenkleding (1) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. A, B: vooraanzicht met gesloten drapeerflappen (2, 3); C: zijaanzicht met gesloten drapeerflappen (2, 3); D: vooraanzicht met open flap (3); E: vooraanzicht met gesloten drapeerflappen (2, 3) en opening (5).
Fig. 2 Schematische weergave van de bovenkleding geïllustreerd in Figuur 1. . A, B: vooraanzicht met gesloten drapeerflappen (2, 3); C: zijaanzicht met gesloten drapeerflappen (2, 3); D: vooraanzicht met open flap (3); E: vooraanzicht met gesloten drapeerflappen (2, 3) en opening (5).
Fig. 3 Gebruik van de bovenkleding volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. A: vooraanzicht met gesloten drapeerflappen; B: vooraanzicht met gesloten drapeerflappen maar waarbij een opening (5) zichtbaar gemaakt is. C: Vooraanzicht waarbij de opening (5) aan de proximale zijde van één van de drapeerflappen gebruikt wordt tijdens de borstvoeding.
Fig. 4 Bovenkleding (1) volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. A: vooraanzicht met gesloten drapeerflappen (2, 3); B: vooraanzicht met één open flap (3); C: vooraanzicht met opening (5). D detail van een flap en aanhechting met rest van het kledingsstuk. Volgende referenties werden gebruikt in beschrijving en figuren: 1 - kledingstuk; 2, 3 - flap; 4 - sluitelement; 5 - opening; 6, 7 - bovenstuk; 8 -proximaal deel, van een flap; 9 - distaai deel van een flap.
BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.
De termen “omvatten”, “omvat" zoals verder gebruikt zijn synoniem met “inclusief, “includeren” of “bevatten, “bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of methode stappen niet uit. Wanneer in deze beschrijving wordt verwezen naar een product of proces dat bepaalde kenmerken, onderdelen of stappen “omvat”, verwijst dit naar de mogelijkheid dat ook andere kenmerken, onderdelen of stappen aanwezig zijn, maar kunnen hierbij ook uitvoeringsvormen voorzien zijn die enkel de opgelijste kenmerken, onderdelen of stappen bevatten.
De opsomming van numerische waarden aan hand van cijferbereiken omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.
De term “ongeveer" zoals gebruikt wanneer gerefereerd word naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0.1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de hierin bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term “ongeveer” refereert op zich, ook werd bekend gemaakt.
Alle in deze beschrijving aangehaalde referenties worden hierbij door verwijzing in hun geheel opgenomen.
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt.
Zoals hierin bedoeld is een object “langwerpig” wanneer de lengte van dat object langer is dan anderhalve maal de breedte van dat object; bij voorkeur is de lengte langer dan twee-, drie-, vier-, of vijfmaal de breedte van het object.
De verwijzing naar “linkse” of “rechtse” onderdelen van een kledingsstuk hebben betrekking op delen van de stukken vanuit het standpunt de drager. De termen “proximaal” en “distaal” wanneer zij betrekking hebben op delen van kleding zijn in feite arbitrair gekozen en hebben de bedoeling het mogelijk te maken om een onderscheid te maken tussen de onderdelen. In de huidige context verwijst de term “proximaal” wanneer het betrekking heeft op een uiteinde van een drapeerflap naar het uiteinde van de drapeerflap dat bij het dragen het dichts tegen een borst vastgemaakt is, meer bepaald het deel dat boven de borstreek (optioneel losmakelijk) aan de rest van het kledingsstuk is vastgehecht. De term “distaal” verwijst in deze context naar het andere uiteinde dat losmakelijk is vastgehecht aan de rest van het kledingsstuk in een regio onder de borststreek.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op borstvoedingskledij en het gebruik ervan. Meer bepaald voorziet de onderhavige uitvinding in een bovenkleding, die een paar over de borst dwarsende drapeerflappen omvat. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de drapeerflappen elk aan één zijde losmaakbaar of losmakelijk verbonden met de rest van de bovenkleding, zodat het losmaken van een flap toegang verleent tot een borst voor borstvoeding. In bepaalde uitvoeringsvormen kan toegang tot de borst verleend worden door de aanwezigheid van een sleuf aan de proximale zijde van de drapeerflappen. In wat volgt, zullen deze kenmerken verder worden toegelicht.
De hierin beschreven bovenkleding omvat een paar over de borst dwarsende drapeerflappen, elk met een proximale en distale zijde of uiteinde. De drapeerflappen zijn typisch een langwerpig stuk stof. De exacte vorm is echter niet kritisch. In bepaalde uitvoeringsvormen hebben de drapeerflappen een (onregelmatige, maar bij benadering) driehoekig of (assymetrisch) ruitvormige vorm. Elke flap is al dan niet losmakelijk langs de proximale zijde aan de rest van de bovenkleding verbonden en, al dan niet losmakelijk, aan de distale zijde met de rest van het kledingsstuk verbonden.
In bepaalde uitvoeringsvormen is elk van de drapeerflappen aan de proximale zijde al dan niet losmakelijk verbonden aan de rest van de bovenkleding ter hoogte van een regio lopende over ten minste een deel van de zijnaad onder de oksel tot en met de mouw inzet, elk aan een andere zijde van het kledingstuk. In bepaalde uitvoeringsvormen is de flap aan de proximale zijde verbonden op een of meerdere punten op de zijnaad onder de oksel, en optioneel op een of meerdere punten ter hoogte van de mouwinzet. In bepaalde uitvoeringsvormen is de flap doorlopend verbonden met de rest van het kledingsstuk aan de zijnaad en ten minste een deel van de mouwinzet.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de flap zelf verbonden met een tussenstuk dat de verbinding met de rest van het kledingsstuk verzekert. In bepaalde uitvoeringsvormen is dit tussenstuk een stuk stof dat verbonden is met de rest van het kledingsstuk ter hoogte van een regio lopende over ten minste een deel van de zijnaad onder de oksel tot en met een deel van de mouw inzet. Deze uitvoeringsvorm is vooral interessant wanneer er ook een sleuf wordt voorzien in het kledingsstuk (zoals hieronder verder wordt beschreven).
In bepaalde uitvoeringsvormen is de proximale zijde van de flap bovenaan verbonden met de rest van het kledingsstuk op een hoogte die minstens 4 cm lager ligt dan de shoudernaad. Dit laat toe om bij de kruising van de drapeerflappen niet volledig de hals te bedekken.
Zoals hierboven aangegeven is de ene flap langs de proximale zijde (optioneel losmakelijk) vastgemaakt nabij de linkermouwinzet, terwijl de andere flap langs de proximale zijde (optioneel losmakelijk) wordt vastgemaakt nabij de rechtermouwinzet. De vakman zal begrijpen dat het hier echter even goed kan gaan om een bovenkleding zonder mouwen zodat de "mouwinzet” in deze omstandigheden overeenkomt met de armopening.
Verder is ook elk van de drapeerflappen aan de distale zijde losmakelijk verbonden met de rest van de bovenkleding, zodat, in gesloten toestand, de drapeerflappen de borststreek ten minste gedeeltelijk afschermen. Meer bepaald bedekken de drapeerflappen ten minste het onderste deel van de borststreek.
Typisch bedekt elke drapeerflap één van de borsten, waarbij de flap waarvan de proximale zijde aan de rechterzijde van de bovenkleding is vastgemaakt de rechterborst bedekt, en de flap waarvan de proximale zijde aan de linkerzijde van de bovenkleding is vastgemaakt de linkerborst bedekt.
De relatieve posities van de drapeerflappen zijn zo voorzien dat ze elkaar, bij bevestiging, ten minste gedeeltelijk overlappen en/of kruisen, en de borststreek geheel of gedeeltelijk dwarsen. Zo loopt één flap van links naar rechts, terwijl de andere van rechts naar links loopt.
De hierin beschreven bovenkleding is in bepaalde uitvoeringsvormen verder gekenmerkt doordat elke flap aan de distale zijde losmaakbaar of losmakelijk is/kan worden vastgemaakt via een sluitmechanisme (bestaande uit één of meerdere sluitelementen of sluitstukken). Meer bepaald laat het sluitelement toe de flap omkeerbaar vast en los te maken. Dergelijke sluitelementen zijn gekend door de vakman. Niet-limiterende sluitelementen omvatten knoop en knoopsgat of knoop en lus systeem, drukknopen, en klittenband. In een voorkeursvorm omvat het sluitelement een knoop en lus systeem. In meer specifieke uitvoeringsvormen is de lus voorzien aan het distale einde van de flap en de knoop voorzien op het kledingstuk, doorgaans nabij de zijnaad van het kledingsstuk. Dit kan het gebruiksgemak en duurzaamheid van de bovenkleding verhogen. De losmaakbare verbinding verzekert dat de drapeerflappen kunnen worden geopend, zodat toegang tot de borsten wordt verleend voor het geven van borstvoeding. Zoals hierin gebruikt duidt de term “open” flap op een flap waarvan de distale zijde van de flap is losgemaakt van de rest van het kledingstuk. Meer bepaald kan de flap dan verder opzij gedraaid worden zodat de flap toegang verschaft tot een borst. De term “gesloten” flap duidt op een flap die aan de distale zijde losmakelijk is vastgemaakt aan de rest van het kledingstuk, waarbij de flap een borst ten minste gedeeltelijk bedekt.
In een voorkeursvorm is elke flap aan één zijde losmaakbaar verbonden met de rest van de bovenkleding, en aan een andere zijde niet-losmaakbaar verbonden met de rest van de bovenkleding. Een niet-losmaakbare verbinding kan bijvoorbeeld worden verkregen door de flap vast te stikken, of door de flap en een ander deel van de bovenkleding uit één stuk stof te maken. In een voorkeursvorm is elke flap langs de proximale zijde niet-losmaakbaar verbonden, en langs de distale zijde losmaakbaar verbonden met de rest van de bovenkleding. Het feit dat de drapeerflappen aan de proximale zijde blijven vastzitten, zorgt ervoor dat de drager discreet borstvoeding kan geven. In bepaalde uitvoeringsvormen kan echter worden voorzien dat de drapeerflappen distaai onlosmakelijk verbonden zijn met de rest van het kledingsstuk en proximaal losmakelijk verbonden zijn.
Zoals hierboven beschreven zorgt het losmaken van een flap ervoor dat de bovenkleding toegang verleent tot een borst voor borstvoeding. De afscherming van de borsten gebeurt dus in hoofdzaak door de drapeerflappen, waarbij de rest van de bovenkleding de borsten typisch slechts gedeeltelijk afschermt. In bepaalde uitvoeringsvormen is de bovenkleding wel voorzien van verticale stroken textiel die aan elke kant van het kledingsstuk van op de schouder tot onder de borst lopen en aldus ook gedeeltelijk de borststreek bedekken. Zoals hieronder beschreven bedekken deze stroken textiel doorgaans elk een proximale zijde van een drapeerflap.
Aangezien de drapeerflappen los van elkaar zijn vastgehecht aan de rest van het kledingsstuk, kan de volgorde waarin de drapeerflappen elkaar overlappen vrij worden gekozen. Dit kan het draagcomfort verhogen, en kan gebruikt worden door de drager om zich eraan te herinneren langs welke kant voor het laatst borstvoeding werd gegeven. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen om de flap aan de zijde waarlangs laatst borstvoeding werd gegeven vooraan te dragen.
Het gebruik van de hierin beschreven bovenkleding geschikt is in combinatie met eender welke (borstvoedings)beha. De opengaande drapeerflappen bijzonder geschikt om discreet te voeden met een borstvoedingsbeha die in het midden opengaat, zoals beschreven in Europees octrooi EP2375924. De hierin beschreven bovenkleding laat echter ook toe om discreet te voeden met een borstvoedingsbeha die aan de schouder opengaat.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de hierin beschreven bovenkleding voorzien van een paar openingen, die elk toegang kunnen verlenen tot een borst, zonder dat hierbij een mechanische opening of sluiting (inclusief van de hierin beschreven drapeerflappen) van het kledingstuk is vereist. Zo kunnen de openingen eenvoudig en discreet toegang verlenen tot de borsten, zonder opening van de drapeerflappen. Dit maakt de hierin beschreven bovenkleding geschikt om te voeden, bij voorbeeld via een voedingsbeha met sluiting aan de schouder of in het midden. De openingen kunnen al dan niet worden bedekt door een voorliggend stuk textiel (zoals hierboven beschreven).
De openingen vormen in een voorkeursvorm gleuven, die kunnen worden opengesperd om zo toegang tot de borsten te verlenen. In een voorkeursvorm zijn de openingen of gleuven verticaal georiënteerd, bijvoorbeeld aan de zijkant van de borsten naast de okselstreek.
De openingen zijn typisch voorzien aan de proximale zijde van de drapeerflappen. De drapeerflappen zelf kunnen bijvoorbeeld aan de proximale zijde worden voorzien van een dergelijke opening. Het is ook mogelijk om, indien de flap als een afzonderlijk stuk stof wordt gemaakt, de verbinding met de rest van de bovenkleding zo te maken (bvb via een tussenstuk zoals hierboven beschreven) dat een gleuf ontstaat tussen de flap en de rest van de bovenkleding. Bijvoorbeeld kan de proximale zijde van een flap op twee punten worden vastgemaakt, waarbij een gleuf ontstaat tussen deze punten.
In bepaalde uitvoeringsvormen is op de opening een sluitingsmechanisme voorzien, om te zorgen dat deze opening enkel gecontroleerd geopend kan worden. De aard van het sluitmechanisme is hier niet kritisch en kan gekozen worden uit in de stand van techniek gekende mechanismen. Bij voorkeur is het sluitmechanisme een mechanisme dat gemakkelijk met één hand te hanteren is zoals bijvoorbeeld één of meerdere drukknopen, een ritssluiting, klittenband, etc..
De hierin beschreven bovenkleding is gekenmerkt door het feit dat aan de hand van de drapeerflappen en/of de verticale openingen toegang tot de borst kan worden verschaft met een minimale ontbloting van de rest van het lichaam. Immers, in de hierin beschreven bovenkleding verschaft het openen van één of beide drapeerflappen en/of de verticale opening enkel toegang tot de borst en blijft de buikstreek bedekt door de rest van de bovenkleding. In bepaalde uitvoeringsvormen is de bovenkleding zoals hierin beschreven voorzien van een voorpand in één stuk dat vanonder de borststreek de volledige buikstreek bedekt (van zijnaad tot zijnaad). In bepaalde uitvoeringsvormen is de bovenkleding voorzien van twee voorpanden die elk een helft van de buikstreek bedekken en centraal losmakelijk met elkaar verbonden kunnen worden met een sluitmechanisme, om het aan- en uittrekken van de bovenkleding mogelijk te maken, zonder dat het via de halsopening over het hoofd moet getrokken worden.
De hierin beschreven drapeerflappen kunnen op verschillende types bovenkleding worden voorzien. Doorgaans is, zoals hierboven beschreven de bovenkleding verder voorzien van een een (één of tweedelig) voorpand (ten minste de buikstreek bedekkend), een (één of tweedelig) achterpand, en optioneel mouwen en/of een kraag. In bepaalde uitvoeringsvormen is de bovenkleding voorzien van twee stukken stof die vooraan aan elke zijkant van op de schouderlijn vertikaal naar beneden lopen (hierin ook als bovenstukken beschreven). Deze bedekken elk één proximale zijde van een drapeerflap. Deze kunnen doorlopen tot aan de onderzijde van de bovenkleding, vastgehecht zijn aan een voorpand onder de borstreek en/of een onderdeel van het voorpand vormen onder de borststreek. In bepaalde uitvoeringsvormen raken deze verticale stukken stof elkaar echter niet en is hiertussen een uitsparing voorzien die vooraan centraal enkel bedekt wordt door de elkaar kruisende drapeerflappen (in gesloten toestand). In bepaalde uitvoeringsvormen bedekken de elkaar kruisende drapeerflappen in gesloten toestand de verbinding tussen de verticale bovenstukken en het (één- of tweedelig) voorpand. In bepaalde uitvoeringsvormen van de hierin beschreven bovenkleding is het (één- of tweedelig) voorpand voorzien van een (al dan niet elastische) frons. Meer bepaald kan (ook) de aanhechting van de verticale stukken stof met het voorpand voorzien zijn van een frons. Dit verhoogt het draagcomfort tijdens de zwangerschap of na de bevalling.
Niet-limiterende voorbeelden van geschikte bovenkleding zijn topjes, bloezen, jurken, tunieken, en pyjama’s. In een voorkeursvorm is de bovenkleding een eendelig kledingstuk. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt het hierin beschreven systeem voorzien in een tunique of een jurk. In deze uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld het hierboven geschreven voorpand van de bovenkleding evenals het achterpand langer, zodat het ook de bovenbenen ten minste gedeeltelijk bedekt.
Het materiaal waaruit de hierin beschreven bovenkleding is vervaardigd is niet kritisch. De gebruikte materialen kunnen zowel elastische als niet-elastische materialen omvatten. De bovenkleding kan bijvoorbeeld worden vervaardigd uit één of meerdere natuurlijke en/of kunstmatige textielmaterialen zoals katoen, polyester, wol, linnen, zijde, elastane etc. De bovenkleding kan ook één of meerdere niet-textiel materialen omvatten, zoals leer en latex.
De onderhavige uitvinding zal worden geïllustreerd door de volgende niet-beperkende uitvoeringsvormen.
VOORBEELDEN
Fig. 1A-E toont een bepaalde uitvoeringsvorm van de hierin beschreven bovenkleding.
In deze uitvoeringsvorm is de bovenkleding een jurk. Fig. 1A toont een vooraanzicht van de bovenkleding (1), waarbij de twee drapeerflappen (2, 3) zichtbaar zijn.
Een eerste flap (2) is via de proximale zijde vast verbonden aan de rest van de bovenkleding. De verbinding is afgeschermd door een bovenstuk (6). De eerste flap (2) is verder aan de distale zijde losmaakbaar verbonden aan de rest van de bovenkleding links in de flank via een drukknoop (4), zoals getoond in Fig. 1C, die een zijaanzicht toont van de bovenkleding (1).
De tweede flap (3) is op een gelijkaardige wijze via de proximale zijde vast verbonden aan de rest van de bovenkleding links; en via de distale zijde losmaakbaar verbonden aan de rest van de bovenkleding rechts in de flank.
De twee drapeerflappen (2, 3) overlappen en kruisen elkaar. De volgorde waarin de drapeerflappen elkaar overlappen kan worden omgewisseld, zoals getoond in Fig. 1A en 1B. Inderdaad, in Fig. 1A ligt de eerste flap (2) boven de tweede flap (3), terwijl de volgorde is omgewisseld in Fig. 1B. De drager kan hiervan gebruik maken om voor zichzelf aan te geven via welke borst het laatst werd gezoogd. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen om de flap aan de zijde waarlangs laatst borstvoeding werd gegeven vooraan te dragen.
De drukknopen (4) laten toe de distale zijde van de drapeerflappen (2, 3) los te maken. Hierdoor kunnen de drapeerflappen worden geopend. Fig. 1D toont een vooraanzicht van de bovenkleding, met een open flap (3). De open flap verleent toegang tot de linkerborst.
De bovenkleding kan verder een verticale opening (5) omvatten, aan de proximale zijde van de drapeerflappen (2, 3). De opening kan worden opengesperd om toegang te verlenen tot een borst zonder de drapeerflappen te openen, zoals getoond in Fig. 1E. Dit laat toe om discreet te voeden via een voedingsbeha. De opening (5) kan eventueel worden afgeschermd via een bovenstuk (6, 7).
Fig. 2A-E toont de hierboven beschreven bepaalde uitvoeringsvorm in een schematische tekening.
Fig. 3 toont een bepaalde uitvoeringsvorm van het gebruik van de bovenkleding volgens een bepaalde uitvoeringsvorm zoals hierin beschreven. Fig. 3A toont de bovenkleding bij het normaal dragen. In Fig. 3B wordt de opening aan de proximale zijde van een drapeerflap opengemaakt. Fig. 3C toont aan hoe deze opening gebruikt kan worden voor de borstvoeding.
Fig. 4A-D toont een bepaalde uitvoeringsvorm van de hierin beschreven bovenkleding, waarbij de bovenkleding een topje is. In Figuur 1A wordt het topje voorgesteld waarbij de drapeerflappen (2,3) gesloten zijn, met een knoop en lus systeem (4). In Figuur 1B wordt het topje voorgesteld waarbij één drapeerflap (2) opengevouwen is. In Figuur 1C is de opening (5) aan de proximale zijde (9) van een drapeerflap zichtbaar. Figuur 1D is een detailweergave van de opening (5) aan de proximale zijde (9) van een drapeerflap. Aan de rand van deze opening zijn drukknopen voorzien als sluitmechanisme.

Claims (7)

  1. CONCLUSIES
    1. Een bovenkleding, omvattend een linker en een rechter over de borst dwarsende drapeerflap, elk met een proximale en distale zijde; waarbij - de proximale zijde van elke flap op één of meerdere punten is verbonden met de rest van de bovenkleding, op of rond de borststreek - de distale zijde van elke flap losmakelijk verbonden is met de rest van de bovenkleding onder de okselstreek aan een tegenovergestelde borst; waarbij de drapeerflappen in gesloten toestand elkaar kruisen, waarbij zowel de linker boven de rechterflap kan kruisen als andersom.
  2. 2. De bovenkleding volgens conclusie 1, waarbij elke flap aan de distale zijde losmakelijk is verbonden met de rest van de bovenkleding door middel van een sluitmechanisme zoals bijvoorbeeld een drukknop, een knoop en lus combinatie, of een klittenband sluiting.
  3. 3. De bovenkleding volgens conclusie 1 of 2, waarbij de proximale zijde van één of beide drapeerflappen, of de verbinding tussen de proximale zijde en de rest van de bovenkleding voorzien is van een verticale opening die toegang kan verlenen tot een borst voor borstvoeding.
  4. 4. De bovenkleding volgens conclusie 3, waarbij deze verticale opening gesloten gehouden kan worden door een sluitmechanisme.
  5. 5. De bovenkleding volgens conclusie 1 tot 4, waarbij de aanhechting van de proximale zijde van elk van de drapeerflappen met de rest van de bovenkleding van het zicht is afgeschermd door de rest van het kledingsstuk.
  6. 6. De bovenkleding volgens één der conclusies 1 tot 5, waarbij de bovenkleding een eendelig kledingstuk is.
  7. 7. De bovenkleding volgens één der conclusies 1 tot en met 6, waarbij de bovenkleding een topje of een jurk is.
BE2014/0004A 2014-01-03 2014-01-03 Borstvoedingskledij BE1022078B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0004A BE1022078B1 (nl) 2014-01-03 2014-01-03 Borstvoedingskledij
PL14200519T PL2891417T3 (pl) 2014-01-03 2014-12-30 Ubranie do karmienia piersią
US14/585,331 US9763481B2 (en) 2014-01-03 2014-12-30 Breastfeeding attire
EP14200519.8A EP2891417B1 (en) 2014-01-03 2014-12-30 Breastfeeding attire

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0004A BE1022078B1 (nl) 2014-01-03 2014-01-03 Borstvoedingskledij

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1022078B1 true BE1022078B1 (nl) 2016-02-15

Family

ID=50272199

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/0004A BE1022078B1 (nl) 2014-01-03 2014-01-03 Borstvoedingskledij

Country Status (4)

Country Link
US (1) US9763481B2 (nl)
EP (1) EP2891417B1 (nl)
BE (1) BE1022078B1 (nl)
PL (1) PL2891417T3 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103927724B (zh) * 2014-04-30 2016-05-18 北京京东尚科信息技术有限公司 一种处理上衣图像的方法和装置
USD901840S1 (en) * 2018-07-20 2020-11-17 Beibamboo Oy Infant support top
WO2021030215A1 (en) * 2019-08-09 2021-02-18 Nike, Inc. Hooded and adjustable adaptive garment
US11564423B2 (en) * 2019-10-18 2023-01-31 SheFeeds LLC Nursing garment
USD975962S1 (en) * 2020-08-11 2023-01-24 Global Trademarks, Inc. Swimsuit
USD985881S1 (en) * 2020-08-11 2023-05-16 Global Trademarks, Inc. Swimsuit
USD975963S1 (en) * 2020-08-18 2023-01-24 Global Trademarks, Inc. Swimsuit

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2012092655A1 (en) * 2010-11-23 2012-07-12 Peepboo Limited Nursing garment

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR15086E (fr) * 1911-09-20 1912-04-20 Felix Fougerat Dispositif de vetement pour dames
US2414616A (en) * 1945-03-09 1947-01-21 Staw Morris Method to prevent the destruction of garments by perspiration
GB744393A (en) * 1953-09-28 1956-02-08 Travers Ltd S An improved blouse-like article of female wearing apparel
US3513852A (en) * 1968-04-08 1970-05-26 Sharon A Seidl Nursing brassiere structure
US4633876A (en) * 1984-11-09 1987-01-06 Exquisite Form Industries, Inc. Nursing bra
US6327712B1 (en) * 1999-08-30 2001-12-11 Darci C. Armstrong Combination nursing bib
FR2919153B1 (fr) * 2007-07-26 2009-09-18 Monique Loussier Vetement pour une personne souhaitant porter un nouveau-ne.
US8668547B2 (en) 2008-12-17 2014-03-11 Beaunen Bvba Nursing bra
EP2375924B1 (en) 2008-12-17 2013-02-13 BEAUnen bvba Nursing bra

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2012092655A1 (en) * 2010-11-23 2012-07-12 Peepboo Limited Nursing garment

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
BABYBELLYKELLI: "The Arden all-in-one nursing bra", 21 January 2013 (2013-01-21), XP054975488, Retrieved from the Internet <URL:https://www.youtube.com/watch?v=sHL_4I7hkEM> [retrieved on 20140819] *

Also Published As

Publication number Publication date
PL2891417T3 (pl) 2017-09-29
US20150189923A1 (en) 2015-07-09
US9763481B2 (en) 2017-09-19
EP2891417B1 (en) 2017-04-12
EP2891417A1 (en) 2015-07-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1022078B1 (nl) Borstvoedingskledij
US10687570B2 (en) Capable clothing pants
Thursfield Medieval Tailor's Assistant: Common Garments 1100-1480
US2496922A (en) Infant&#39;s sleeping garment
US2250094A (en) Garment for ladies
US2442749A (en) Lady&#39;s raincoat
US1906912A (en) Shirt
US2240902A (en) Garment construction
US1993568A (en) Combination garment
US2148344A (en) Lady&#39;s garment
US762363A (en) Combination-garment.
CN207995956U (zh) 一种骨科病服
US2115833A (en) Bathing suit
WO2011119070A1 (ru) Узел изделия для кормления грудью
US2531994A (en) Slip and blouse ensemble
US1626024A (en) Pantaloon dress
RU2408239C1 (ru) УЗЕЛ-СЕКРЕТ &#34;Mаmmalia&#34; ОДЕЖДЫ ДЛЯ КОРМЛЕНИЯ ГРУДЬЮ
US2498332A (en) Reversible dress
RU120340U1 (ru) Одежда для кормления с накидкой (варианты)
US2740128A (en) Wearing apparel with extensible cuffs
US2172965A (en) Lady&#39;s garment construction
McKinney et al. Patternmaking methods for creating size-adjustable garments
EP4035548A1 (en) Adjustable garment
RU148246U1 (ru) Одежда для кормления грудью (варианты)
US20210127761A1 (en) Single-piece garment

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200131