BE1022067B1 - Verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten - Google Patents

Abstract

Verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten, met behuizing (2) waarin minstens een laadopening (6) en een afleveropening (7) zijn voorzien, en waartussen een opslagreservoir (3) voor de gevoelige producten is voorzien, en een trommel (15) welke één of meer groeven of uitsparingen (16) omvat, en tussen het opvangreservoir (3) en de trommel (15) een vernauwing (11) en een aanvoerzone (12).

Description

Verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten, verder vaak voor de eenvoud ook kort verdeelapparaat of dispenser genoemd.

In het algemeen kunnen versproducten beschouwd worden als schadegevoelige producten.

Verdeelapparaten of dispensers voor droogvoeding zoals ontbijtgranen zijn welbekend.

Ze worden vaak ingezet in winkels of ook aan buffetontbijttafels. De dispensers bieden zowel een hygiënische afscherming en de mogelijkheid voor de consument om zich van een gewenste portie te voorzien.

Het probleem dat zich stelt is echter dat de bestaande dispensers niet geschikt zijn voor het afgeschermd ter beschikking stellen van schadegevoelige producten, zoals versproducten, zoals bijvoorbeeld kerstomaten.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen van de bekende verdeelapparaten een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten, welk verdeelapparaat een behuizing omvat waarin minstens een laadopening voor bulkladen en een afleveropening voor het afleveren van porties zijn voorzien, en waarbij tussen de laadopening voor bulkladen en de afleveropening een opslagreservoir voor de gevoelige producten is voorzien, en een trommel welke één of meer groeven of uitsparingen omvat, en tussen het opvangreservoir en de trommel een vernauwing en een aanvoerzone.

Een belangrijk voordeel bestaat erin dat de gevoelige producten aldus vrij beweegbaar zijn waar de trommel aansluit met de aanvoerzone.

Anders gesteld staat de laag kerstomaten of andere schadegevoelige producten waaruit een portie geschept wordt niet onder druk.

De aanvoerzone is ten allen tijde slechts deels gevuld.

Een en ander voorkomt schade wat bij versproducten cruciaal is.

Inderdaad, de kans op schade dient te worden geminimaliseerd aangezien schade tevens bevuiling en ook aantasting van de overige versproducten tot gevolg kan hebben.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvariante is tussen de trommel en de afleveropening voor het afleveren van porties een afvoerzone voorzien.

Een en ander komt de zachte behandeling van de kerstomaten of andere schadegevoelige producten ten goede.

Volgens een andere bijzondere uitvoeringsvariante is het opslagreservoir in gebruikspositie onderaan begrensd door een schuin aflopende bodem, bijvoorbeeld een schuin aflopend plaatelement.

Bij voorkeur is deze bodem voorzien van een opening welke voorziet in een vernauwing en welke neerwaarts uitgeeft in de aanvoerzone.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar bijgaande figuren, waarin: figuren 1 en 2 in zijaanzicht een verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten volgens de uitvinding weergeven, waarbij in de tweede weergave ook de kerstomaten zijn weergegeven.

In figuur 1 is een verdeelapparaat 1 voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten weergegeven.

Het verdeelapparaat 1 omvat een behuizing 2 welke een opslagreservoir 3 voor de schadegevoelige producten omvat en tevens een verdeeleenheid 4.

De behuizing 2 is hier voorzien op een tafel 5 of dergelijke welke hier deels is weergegeven.

De behuizing 2 is hier in hoofdzaak opgebouwd uit transparante plaatelementen 2' , en omvat een laadopening 6 voor bulkladen en een afleveropening 7 voor het afleveren van porties.

Het opslagreservoir 3 is onderaan begrensd door een aflopende eerste bodem, hierin de vorm van een schuin aflopend en hier rechthoekig eerste plaatelement 8.

Dit eerste plaatelement 8 sluit met drie van zijn zijranden aan met de behuizing 2 en reikt met één van zijn zijranden 9, hier voorzien van een neerwaarts gericht plaatsdeel 9', tot op een afstand van de behuizing 2.

De opening 10 welke aldus neerwaarts ontstaat voorziet in een vernauwing 11 waarlangs de kerstomaten zich neerwaarts kunnen verplaatsen naar de daaronder gelegen aanvoerzone 12.

Deze aanvoerzone 12 is onderaan begrensd door een schuin aflopende tweede bodem, hier in de vorm van een tweede plaatelement 13 dat met drie van zijn zijranden aansluit met de behuizing 2 en dat met één van zijn zijranden 14 quasi aansluit met de verdeeleenheid 4.

De verdeeleenheid 4 is hier in hoofdzaak uitgevoerd als een trommel 15 waarvan de mantel voorzien is van één of meer, hier vier groeven of uitsparingen 16.

Hier hoofdzakelijk diagonaal tegenover de aansluiting van het tweede plaatelement 13 van de aanvoerzone 12 met de trommel 15 is een schuin aflopend derde plaatelement 17 voorzien dat voorziet in de afvoerzone 18.

Het derde plaatelement 17 reikt daartoe doorheen de afleveropening 7 in één van de transparante plaatelementen 2' van de behuizing 2.

De vier groeven of uitsparingen 16 vertonen hier een hoofdzakelijk dwars op de mantel van de trommel 15 gerichte eerste flank 19 welke hier een lengte heeft die kleiner is dan de dubbele doormeter van de kleinste kerstomaten.

Van het diepst gelegen deel van de eerste flank 19 en hoofdzakelijk dwars gericht op de eerste flank 19, loopt een tweede flank 20 welke reikt tot aan de mantel.

Merk op dat gezien de ruime uitvoering van de groeven of uitsparingen 16 de mantel hier bezwaarlijk nog als cilindrisch kan aanzien worden.

Centraal in de trommel 15 is een as voorzien welke aan één van de uiteinden is voorzien van tandwielen 21 welke door toedoen van een overbrengingsmechanisme 22 kan samenwerken met een bedieningsarm 23 welke aan de bereikbare buitenzijde van de behuizing 2 is voorzien.

De werking van het verdeelapparaat 1 voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten is eenvoudig en als volgt.

Via de laadopening 6 worden de kerstomaten in bulk in het verdeelapparaat 1 voorzien, meer in het bijzonder in het opslagreservoir 3.

Dankzij de schuin aflopende positie van het eerste plaatelement 8 rollen de kerstomaten naar de opening 10 en verder naar de aanvoerzone 12.

Wanneer in deze aanvoerzone 12 enkele lagen zich opbouwden, zal de doorstroming ophouden dankzij de aanwezigheid van de vernauwing 11, hier mede bewerkstelligd door het neerwaarts gericht plaatsdeel 9' aan de vrije rand 9 van de plaat 8.

Het is duidelijk dat het gedrag van de schadegevoelige producten, hier kerstomaten, naarmate deze kleiner zijn, des te meer kan vergeleken worden met de wijze waarop een vloeistof zich gedraagt, en des te drastische de geometrie en onderlinge posities en hellingen van het eerste plaatelement 8, eventueel met plaatdeel 9', en van het tweede plaatselement 13 ervoor dienen te zorgen dat steeds een vrije ruimte bewaard blijft in de aanvoerzone 12, in het bijzonder tussen de kerstomaten en de onderzijde van het eerste plaatelement 8.

Deze vrije ruimte is cruciaal voor de goede werking van het verdeelapparaat 1.

Merk op dat de trommel 15 bij voorkeur doch niet noodzakelijk, alvorens een verdraaiing wordt bewerkstelligd, een rust- of wachtpositie inneemt welke zodanig is dat een eerste flank 19 iets lager of niet veel hoger is gelegen dan de zijrand 14 van het tweede plaatelement 13 welke quasi aansluit met de verdeeleenheid 4 .

Bij bediening van de bedieningsarm 23 zal dankzij het overbrengingsmechanisme 22 de trommel 15 verdraaid worden.

De kerstomaten welke in de groef 16 zijn gelegen worden opwaarts bewogen, eventueel zelfs met een tweede daarop gelegen rij.

Overtollige kerstomaten vallen van de stapeling, één en ander zodanig de maximale portie welke wordt gegrepen steeds doorgang vindt doorheen de voorzien ruimte tussen de trommel 15 en de onderzijde van het eerste plaatelement 8.

Eenmaal over het meest hoog gelegen punt kunnen de kerstomaten neerwaarts rollen, eerst over de tweede flank 20 van de groef 16 en verder over het schuin aflopende derde plaatelement 17 naar een niet weergegeven opvang of in een zakje of ander verpakkingsartikel.

Het is duidelijk dat de hellingen en de andere geometrische elementen van belang zijn en dienen te worden afgestemd op de producten in kwestie.

Eventueel wordt het reservoir 3 voorzien van één of meer bijkomende schuin gepositioneerde tussenbodems, waarbij de doorgang bij voorkeur telkens boven de hoogste zone wordt voorzien van de onderliggende bodem.

Aldus wordt een alternerende schotten- en doorgangopdeling verkregen, een en ander ter voorkoming van schade aan de schadegevoelige producten.

Alternatief kan een spiraalvormige bodem wordt voorzien.

In plaats van het zichtbaar opstellen van het ganse reservoir kan een extra volume voorzien worden aan de zichtbare zijde van het verdeelapparaat, waarbij de kerstomaten welke daarin voorzien zijn niet of niet steeds wordt in gezet voor de verdeling ervan via de trommel 15.

Het is duidelijk dat alle onderdelen nauw dienen aan te sluiten zodat er geen vruchten geplet kunnen worden.

Ter vereenvoudiging van het reinigen worden onbereikbare hoekjes vermeden en worden afgeronde hoeken voorzien.

Voor dezelfde redenen is het verdeelapparaat eenvoudig demonteerbaar en zijn de onderdelen afzonderlijk bereikbaar of afneembaar, eventueel zelfs zodanig dat de onderdelen in een vaatwasmachine passen.

De positionering van het reservoir 3 boven de trommel 15 biedt het voordeel dat kostbare winkelplaats bespaart wordt.

Desgevallend wordt een verdeelapparaat voorzien van koppelmiddelen welke de gekoppelde opstelling van twee of meer verdeelapparaten volgens de uitvinding mogelijk maakt.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm van een automatisch verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten 1 volgens de uitvinding, doch zulke automatisch verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten 1 volgens de uitvinding kan op allerlei andere manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (11)

1. Conclusies

   1. Verdeelapparaat voor kerstomaten of andere schadegevoelige producten, welk verdeelapparaat (1) een behuizing (2) omvat waarin minstens een laadopening (6) voor 'bulkladen en een afleveropening (7) voor het afleveren van porties zijn voorzien, en waarbij tussen de laadopening (6) voor bulkladen ën de afleveropening (7) een opslagreservoir (3) voor de gevoelige producten is voorzien, en een trommel (15) welke één of meer groeven of uitsparingen (16) omvat, en tussen het opvangreservoir (3) en de trommel (15) een vernauwing (11) en een aanvoerzone (12).
2. 2. Verdeelapparaat volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat tussen de trommel (15) en de afleveropening (7) voor het afleveren van porties een afvoerzone (18) is voorzien.
3. 3. Verdeelapparaat volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het opslagreservoir (3) in gebruikspositie onderaan begrensd is door een schuin aflopende bodem, bijvoorbeeld een schuin aflopend plaatelement (8).
4. 4. Verdeelapparaat volgens conclusie 1, 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat de bodem van het opslagreservoir (3) voorzien is van een opening (10) welke voorziet in een vernauwing (11) en neerwaarts uitgeeft in de aanvoerzone (12) .
5. 5. Verdeelapparaat volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de aanvoerzone (12) onderaan begrensd is door een schuin aflopende tweede bodem, bijvoorbeeld in de vorm van een tweede plaatelement (13) dat quasi aansluit met de trommel (15) waarvan de mantel voorzien is van één of meer groeven of uitsparingen (16).
6. 6. Verdeelapparaat volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat hoofdzakelijk diagonaal tegenover de aansluiting van het tweede plaatelement (13) van de aanvoerzone (12) met de trommel (15) een schuin aflopend derde plaatelement (17) is voorzien dat voorziet in de afvoerzone (18).
7. 7. Verdeelapparaat volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het derde plaatelement (17) doorheen de afleveropening (7) in de behuizing (2) reikt.
8. 8. Verdeelapparaat volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat een groef of uitsparing (16) een hoofdzakelijk dwars op de mantel van de trommel (15) gerichte eerste flank (19) omvat.
9. 9. Verdeelapparaat volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de lengte van de eerste flank (19) kleiner is dan de dubbele doormeter van de kleinste kerstomaten of andere schadegevoelige producten waarvoor het verdeelapparaat wordt aangewend.
10. 10. Verdeelapparaat volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt dat van het diepst gelegen deel van de eerste flank (19) zich een tweede flank (20) uitstrekt, hoofdzakelijk dwars gericht op de eerste flank (19), welke tweede flank (20) tot aan de mantel reikt.
11. 11. Verdeelapparaat volgens één of meer voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat centraal in de trommel (15) een as is voorzien en daarmee in samenwerking tandwielen (21) en een overbrengingsmechanisme (22) dat kan samenwerken met een bedieningsarm (23) welke aan de bereikbare buitenzijde van de behuizing (2) is voorzien.