BE1021897B1 - METHOD OF DEVELOPING SPECIFIC NEUROMOTORIC SKILLS, METHOD OF ESTABLISHING A LIST OF EXERCISES THEREOF AND COMPUTER SYSTEM FOR THE ADMINISTRATION OF THE NEUROMOTORICAL DEVELOPMENT OF A PERSON. - Google Patents
METHOD OF DEVELOPING SPECIFIC NEUROMOTORIC SKILLS, METHOD OF ESTABLISHING A LIST OF EXERCISES THEREOF AND COMPUTER SYSTEM FOR THE ADMINISTRATION OF THE NEUROMOTORICAL DEVELOPMENT OF A PERSON. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1021897B1 BE1021897B1 BE2014/0260A BE201400260A BE1021897B1 BE 1021897 B1 BE1021897 B1 BE 1021897B1 BE 2014/0260 A BE2014/0260 A BE 2014/0260A BE 201400260 A BE201400260 A BE 201400260A BE 1021897 B1 BE1021897 B1 BE 1021897B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- neuromotor
- skills
- exercises
- skill
- specific
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G16—INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR SPECIFIC APPLICATION FIELDS
- G16H—HEALTHCARE INFORMATICS, i.e. INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR THE HANDLING OR PROCESSING OF MEDICAL OR HEALTHCARE DATA
- G16H20/00—ICT specially adapted for therapies or health-improving plans, e.g. for handling prescriptions, for steering therapy or for monitoring patient compliance
- G16H20/30—ICT specially adapted for therapies or health-improving plans, e.g. for handling prescriptions, for steering therapy or for monitoring patient compliance relating to physical therapies or activities, e.g. physiotherapy, acupressure or exercising
-
- G—PHYSICS
- G16—INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR SPECIFIC APPLICATION FIELDS
- G16H—HEALTHCARE INFORMATICS, i.e. INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR THE HANDLING OR PROCESSING OF MEDICAL OR HEALTHCARE DATA
- G16H20/00—ICT specially adapted for therapies or health-improving plans, e.g. for handling prescriptions, for steering therapy or for monitoring patient compliance
- G16H20/70—ICT specially adapted for therapies or health-improving plans, e.g. for handling prescriptions, for steering therapy or for monitoring patient compliance relating to mental therapies, e.g. psychological therapy or autogenous training
-
- G—PHYSICS
- G16—INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR SPECIFIC APPLICATION FIELDS
- G16H—HEALTHCARE INFORMATICS, i.e. INFORMATION AND COMMUNICATION TECHNOLOGY [ICT] SPECIALLY ADAPTED FOR THE HANDLING OR PROCESSING OF MEDICAL OR HEALTHCARE DATA
- G16H50/00—ICT specially adapted for medical diagnosis, medical simulation or medical data mining; ICT specially adapted for detecting, monitoring or modelling epidemics or pandemics
- G16H50/30—ICT specially adapted for medical diagnosis, medical simulation or medical data mining; ICT specially adapted for detecting, monitoring or modelling epidemics or pandemics for calculating health indices; for individual health risk assessment
Abstract
Werkwijze om een specifieke neuromotorische vaardigheid (2) van een persoon te ontwikkelen, waarin binnen een verzameling neuromotorische vaardigheden (2) die de specifieke neuromotorische vaardigheid (2) omvat hiërarchische relaties (5) worden vastgesteld tussen de neuromotorische vaardigheden (2), en waarin vervolgens oefeningen worden uitgevoerd voor de ontwikkeling van om één of meer aan de specifieke neuromotorische vaardigheid (2) hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden (2).Method of developing a specific neuromotor skill (2) of a person, in which within a set of neuromotor skills (2) comprising the specific neuromotor skill (2), hierarchical relationships (5) are established between the neuromotor skills (2), and wherein exercises are then performed to develop one or more neuromotor skills (2) that are hierarchically subordinate to the specific neuromotor skill (2).
Description
Werkwijze om een specifieke neuromotorische vaardigheid te ontwikkelen, werkwijze voor het opstellen van een lijst van oefeningen daarvoor en computersysteem voor de administratie van de neuromotorische ontwikkeling van een persoon.Method for developing a specific neuromotor skill, method for compiling a list of exercises therefor and computer system for the administration of a person's neuromotor development.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze om een specifieke neuromotorische vaardigheid te ontwikkelen, een werkwijze voor het opstellen van een lijst van oefeningen daarvoor en een computersysteem voor de administratie van de neuromotorische ontwikkeling van een persoon.The present invention relates to a method for developing a specific neuromotor skill, a method for compiling a list of exercises therefor and a computer system for the administration of a person's neuromotor development.
Een goede neurologische en motorische ontwikkeling van een kind is belangrijk om leerproblemen te voorkomen en te verminderen. Het ontwikkelingsproces wordt klassiek gegroepeerd in een aantal neurologische en motorische vaardigheden, die een opgroeiend kind al dan niet in voldoende mate ontwikkeld heeft.Good neurological and motor development of a child is important to prevent and reduce learning difficulties. The development process is classically grouped into a number of neurological and motor skills that a growing child may or may not have developed sufficiently.
Dit wordt meestal gerelateerd aan de leeftijd van het kind.This is usually related to the age of the child.
In de rest van deze beschrijving worden deze neurologische en motorische vaardigheden gezamenlijk neuromotorische vaardigheden genoemd.In the remainder of this description, these neurological and motor skills are collectively referred to as neuromotor skills.
De huidige uitvinding betreft alleen een correcte ontwikkeling van vaardigheden bij personen die het vermogen hebben die vaardigheden te ontwikkelen en het verminderen van problemen bij het ontwikkelen van die vaardigheden in dergelijke personen. De uitvinding betreft expliciet niet de vaardigheden van personen die een stoornis, dus een pathologische afwijking, hebben die zou kunnen storen in het verwerven van de genoemde vaardigheden.The present invention only relates to the correct development of skills in individuals who have the ability to develop those skills and to reduce problems in developing those skills in such individuals. The invention explicitly does not relate to the skills of persons who have a disorder, so a pathological disorder, that could interfere with the acquisition of the skills mentioned.
Traditioneel wordt geprobeerd onvoldoende ontwikkelde neuromotorische vaardigheden te ontwikkelen door aan een opgroeiend kind oefeningen te geven om een specifieke niet ontwikkelde neuromotorische vaardigheid te ontwikkelen.It is traditionally attempted to develop insufficiently developed neuromotor skills by giving exercises to a growing child to develop a specific undeveloped neuromotor skill.
In de praktijk blijkt echter dat vaak dergelijke oefeningen niet, of slechts beperkt, een effect hebben op de ontwikkeling van de specifieke neuromotorische vaardigheid.However, in practice it appears that often such exercises do not, or only to a limited extent, have an effect on the development of the specific neuromotor skill.
Als gevolg hiervan wordt een kind in het beste geval langer dan nodig met oefeningen geconfronteerd, en die in het slechtste geval ook nog eens langdurig zijn en voor het kind niet effectief.As a result, in the best case scenario, a child is confronted with exercises longer than necessary, and in the worst case scenario is also prolonged and ineffective for the child.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in werkwijze om een specifieke neuromotorische vaardigheid van een persoon te ontwikkelen, waarin binnen een verzameling neuromotorische vaardigheden die de specifieke neuromotorische vaardigheid omvat hiërarchische relaties worden vastgesteld tussen de neuromotorische vaardigheden, en waarin vervolgens oefeningen worden uitgevoerd voor de ontwikkeling van om één of meer aan de specifieke neuromotorische vaardigheid hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden.The present invention has for its object to provide a solution to the aforementioned and other disadvantages in that it provides a method for developing a specific neuromotor skill of a person, wherein within a set of neuromotor skills comprising the specific neuromotor skill hierarchical relationships are established between the neuromotor skills, and in which subsequently exercises are carried out for the development of, among others, neuromotor skills subordinate to the specific neuromotor skill.
Met hiërarchische relaties wordt hier bedoeld dat het kunnen bereiken van een bepaald ontwikkelingsniveau van een eerste neuromotorische vaardigheid afhankelijk is van de verworvenheid van een voldoende ontwikkelingsniveau van een tweede neuromotorische vaardigheid, waarbij de tweede neuromotorische vaardigheid als hiërarchisch ondergeschikt aan de eerste neuromotorische vaardigheid wordt beschouwd.By hierarchical relationships is meant here that being able to attain a certain level of development of a first neuromotor skill is dependent on the attainment of a sufficient level of development of a second neuromotor skill, the second neuromotor skill being considered hierarchically subordinate to the first neuromotor skill.
Hierbij wordt opgemerkt dat bij een ideale, probleemloze ontwikkeling van de neuromotorische vaardigheden van een kind de hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden op een lagere leeftijd worden ontwikkeld.It is noted here that with an ideal, problem-free development of a child's neuromotor skills, the hierarchically subordinate neuromotor skills are developed at a lower age.
In de praktijk is gebleken dat deze werkwijze vaak tot een goed resultaat leidt, ook, of juist, bij ontwikkelingsproblemen die met de klassieke benadering niet of niet voldoende opgelost worden.In practice, it has been found that this method often leads to a good result, also or, on the contrary, with development problems that are not or not sufficiently solved with the traditional approach.
In een voorkeurdragende variant wordt, alvorens de genoemde oefeningen worden uitgevoerd, een evaluatie gedaan van het niveau van ontwikkeling bij de persoon van de genoemde hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden, waarbij de genoemde oefeningen oefeningen zijn voor de ontwikkeling van één of meer hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden die onderontwikkeld zijn.In a preferred variant, before the said exercises are performed, an evaluation is made of the level of development in the person of said hierarchically subordinate neuromotor skills, said exercises being exercises for the development of one or more hierarchically subordinate neuromotor skills underdeveloped.
Dit voorkomt dat onnodige oefeningen worden gedaan voor hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden die voldoende ontwikkeld zijn. .This prevents unnecessary exercises from being done for hierarchically subordinate neuromotor skills that are sufficiently developed. .
De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het opstellen van een lijst van oefeningen om een specifieke neuromotorische vaardigheid van een persoon te ontwikkelen, waarbij binnen een verzameling neuromotorische vaardigheden die de specifieke neuromotorische vaardigheid omvat hiërarchische relaties worden vastgesteld tussen de neuromotorische vaardigheden, en waarin vervolgens voor opname in de genoemde lijst oefeningen worden gekozen voor de ontwikkeling van om één of meer aan de specifieke neuromotorische vaardigheid hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden.The invention further relates to a method for drawing up a list of exercises to develop a specific neuromotor skill of a person, wherein within a set of neuromotor skills comprising the specific neuromotor skill hierarchical relationships are established between the neuromotor skills, and wherein subsequently for inclusion in the aforementioned list of exercises are chosen for the development of neuromotor skills that are subordinate to the specific neuromotor skill.
In een voorkeurdragende variant omvat de verzameling neuromotorische vaardigheden de volgende neuromotorische vaardigheden: visuele vaardigheden; auditieve vaardigheden; fijne motoriek; grove motoriek; ruimteperceptie; lichaamsperceptie; tijdsperceptie; lateralisatie; middellijn overkruisen; directionaliteit; tast; zicht; gehoor; reuk; smaak; evenwicht; proprioceptie; hoofdrechtingsreflex; evenwichtsreflex; ATNR; TLR; palmaire en plantaire reflex; spinal galant; STNR.In a preferred variant, the set of neuromotor skills comprises the following neuromotor skills: visual skills; auditory skills; fine motor skills; gross motor skills; space perception; body perception; time perception; lateralization; cross centerline; directionality; touch; sight; hearing; smell; taste; balance; proprioception; main straight reflex; equilibrium reflex; ATNR; TLR; palmar and plantar reflex; spinal beau; STNR.
Hierbij wordt opgemerkt dat de neuromotorische vaardigheid 'evenwicht' drie aspecten omvat, te weten statisch evenwicht, dynamische evenwicht en roterend evenwicht.It is noted here that the neuromotor skill 'equilibrium' comprises three aspects, namely static equilibrium, dynamic equilibrium and rotating equilibrium.
Deze neuromotorische vaardigheden en hun plaats in de ontwikkeling van een kind zijn in het vakgebied welbekend. Het bestaan van een afhankelijkheidsrelatie, oftewel hiërarchische relatie, ertussen is echter de grondslag van de huidige uitvindingen. De te leggen relaties zijn niet specifiek weergegeven omdat zij op basis van voortschrijdend inzicht in de neuromotorische ontwikkeling van een kind kunnen veranderen.These neuromotor skills and their place in the development of a child are well known in the art. The existence of a dependency relationship, or hierarchical relationship between them, is, however, the foundation of current inventions. The relationships to be established are not specified because they can change based on advancing insight into the neuromotor development of a child.
In een alternatieve voorkeurdragende variant omvat de verzameling neuromotorische vaardigheden een deelverzameling van de bovennoemde lijst.In an alternative preferred variant, the set of neuromotor skills comprises a subset of the above-mentioned list.
Om de werkwijzen volgens de uitvinding in de praktijk gemakkelijk te kunnen toepassen is een ander aspect van de uitvinding een computersysteem voor de administratie van de neuromotorische ontwikkeling van een persoon, daardoor gekenmerkt dat het computersysteem ingericht is om de neuromotorische vaardigheden uit een verzameling neuromotorische vaardigheden administratief gescheiden te behandelen, waarbij het computersysteem een evaluatiemodule omvat om de ontwikkelingsstatus van neuromotorische vaardigheden uit de verzameling afzonderlijk te evalueren en een trainingsmodule omvat om oefeningen voor te stellen om neuromotorische vaardigheden uit de verzameling te ontwikkelen.In order to be able to easily apply the methods according to the invention in practice, another aspect of the invention is a computer system for the administration of a person's neuromotor development, characterized in that the computer system is adapted to administer the neuromotor skills from a set of neuromotor skills separately, the computer system comprising an evaluation module to separately evaluate the development status of neuromotor skills from the set and a training module to propose exercises to develop neuromotor skills from the set.
Bij voorkeur is dit computersysteem via een computernetwerk toegankelijk vanaf andere locaties dan waar het computersysteem zich bevindt.This computer system is preferably accessible via a computer network from locations other than where the computer system is located.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het computersysteem ingericht om neuromotorische vaardigheden uit de verzameling in een hiërarchische relatie ten opzichte van elkaar te beschouwen om daardoor, bij een geïdentificeerde ontwikkelingsbehoefte van een specifieke neuromotorische vaardigheid, één of meer neuromotorische vaardigheden aan te duiden die voldoende ontwikkeld dienen te worden of te zijn en die hiërarchisch ondergeschikt zijn aan de specifieke neuromotorische vaardigheid, waarbij bij voorkeur de trainingsmodule ingericht is om bij een geïdentificeerde ontwikkelingsbehoefte van een specifieke neuromotorische vaardigheid oefeningen voor te stellen om de aangeduide neuromotorische vaardigheden die hiërarchisch ondergeschikt zijn aan de specifieke neuromotorische vaardigheid te ontwikkelen.In a preferred embodiment, the computer system is arranged to consider neuromotor skills from the set in a hierarchical relationship to each other and thereby, at an identified development need of a specific neuromotor skill, to designate one or more neuromotor skills that must be sufficiently developed become or to be and are hierarchically subordinate to the specific neuromotor skill, the training module preferably being arranged to present exercises for an identified developmental need of a specific neuromotor skill to the indicated neuromotor skills that are hierarchically subordinate to the specific neuromotor skill to develop.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een computersysteem en werkwijze volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande figuren 1 en 2.With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a computer system and method according to the invention is described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying figures 1 and 2.
Een computersysteem volgens de uitvinding is voorzien van een computerprogramma dat intern een gegevensstructuur 1 omvat met een verzameling neuromotorische vaardigheden 2 met onderlinge relatie zoals weergegeven in figuren 1 en 2. Het computersysteem is via het internet vanaf eender welke plaats toegankelijk.A computer system according to the invention is provided with a computer program which internally comprises a data structure 1 with a set of interrelated neuromotor skills 2 as shown in figures 1 and 2. The computer system can be accessed via the internet from anywhere.
Deze verzameling neuromotorische vaardigheden 2 is gegroepeerd in vijf niveaus 3A-3E van neuromotorische vaardigheden 2.This set of neuromotor skills 2 is grouped into five levels 3A-3E of neuromotor skills 2.
Hierbij zijn in het onderste niveau 3A de neuromotorische vaardigheden 2 geplaatst die bij een niet-problematische neuromotorische ontwikkeling van een persoon op een lage leeftijd reeds tot een voldoende niveau ontwikkeld zijn.Neuromotor skills 2 have been placed in the lower level 3A, which have already been developed to a sufficient level in a non-problematic neuromotor development of a person at an early age.
In het daarboven gelegen niveaus 3B, 3C, 3D zijn de neuromotorische vaardigheden 2 geplaatst die bij een niet-problematische neuromotorische ontwikkeling op steeds hogere leeftijden tot een voldoende niveau van ontwikkeling komen.In the levels 3B, 3C, 3D above that are placed the neuromotor skills 2 which, with a non-problematic neuromotor development at increasingly higher ages, reach a sufficient level of development.
De 'schoolse vaardigheden' 4, dat wil zeggen goed bewegen, rekenen, lezen, schrijven, luisteren en concentreren, wordt hierbij ook als neuromotorische vaardigheid 2 beschouwd en is geplaatst op het bovenste niveau 3E.The 'school skills' 4, that is, good exercise, math, reading, writing, listening and concentrating, is also considered neuromotor skill 2 and is placed on the upper level 3E.
Verder worden hiërarchische relaties 5 tussen de verschillende neuromotorische vaardigheden 2 gelegd. Deze hiërarchische relaties 5 zijn door middel van pijlen weergegeven, die in de richting van hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden 2 naar hiërarchisch superieure neuromotorische vaardigheden lopen.Furthermore, hierarchical relationships 5 are established between the different neuromotor skills 2. These hierarchical relationships 5 are represented by arrows that run in the direction from hierarchically subordinate neuromotor skills 2 to hierarchically superior neuromotor skills.
Deze hiërarchische relaties 5 geven aan welke neuromotorische vaardigheden 2, verder de hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden 2 genoemd, voldoende ontwikkeld dienen te zijn opdat andere neuromotorische vaardigheden 2, verder de hiërarchisch superieure neuromotorische vaardigheden genoemd, voldoende ontwikkeld kunnen worden.These hierarchical relationships 5 indicate which neuromotor skills 2, also referred to as the hierarchically subordinate neuromotor skills 2, must be sufficiently developed for other neuromotor skills 2, also referred to as hierarchically superior neuromotor skills, to be sufficiently developed.
Deze hiërarchische relaties 5 betreffen meestal neuromotorische vaardigheden 2 uit twee verschillende niveaus 3A-3E, hoewel een hiërarchische relatie 5 tussen twee neuromotorische vaardigheden 2 op hetzelfde niveau 3A-3E mogelijk is.These hierarchical relationships 5 usually concern neuromotor skills 2 from two different levels 3A-3E, although a hierarchical relationship 5 between two neuromotor skills 2 at the same level 3A-3E is possible.
Deze hiërarchische relaties 5 worden als voorbeeld onderstaand, en in de figuren, nader uitgelegd voor de neuromotorische vaardigheden 2 evenwicht 6 en proprioceptie 7, dat wil zeggen het vermogen van een persoon om te weten hoe en waar hij zich beweegt in de ruimte.These hierarchical relationships 5 are exemplified below, and in the figures, further explained for the neuromotor skills 2 equilibrium 6 and proprioception 7, that is, the ability of a person to know how and where he moves in space.
Zoals door de pijlen aangegeven in figuur 1, is een voldoende mate van ontwikkeling van het evenwicht 6 van een kind nodig voor een goede ontwikkeling van de neuromotorische vaardigheden 2: lateralisatie, middellijn overkruisen, lichaamsperceptie, auditieve vaardigheden, visuele vaardigheden, proprioceptie 7, en ook voor de schoolse vaardigheden 4.As indicated by the arrows in Figure 1, a sufficient degree of development of a child's balance 6 is necessary for proper development of neuromotor skills 2: lateralization, cross-sectional line, body perception, auditory skills, visual skills, proprioception 7, and also for school skills 4.
Evenwicht 6 is hiermee een hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheid 2 aan de direct bovengenoemde neuromotorische vaardigheden 2.Balance 6 is hereby a hierarchically subordinate neuromotor skill 2 to the neuromotor skills 2 mentioned above.
Zoals verder door middel van de pijlen in figuur 1 aangegeven is een voldoende niveau van ontwikkeling van de volgende neuromotorische vaardigheden 2 nodig voor een goede ontwikkeling van de neuromotorische vaardigheid 2 evenwicht 6: proprioceptie 7, hoofdrechtingsreflex, evenwichtsreflex, ATNR, TLR, palmaire en plantaire reflex en STNR.As further indicated by the arrows in Figure 1, a sufficient level of development of the following neuromotor skills 2 is required for a good development of the neuromotor skill 2 equilibrium 6: proprioception 7, main right reflex, equilibrium reflex, ATNR, TLR, palmar and plantar reflex and STNR.
Evenwicht 6 is hiermee een hiërarchisch superieure neuromotorische vaardigheid 2 aan de direct bovengenoemde neuromotorische vaardigheden 2.Balance 6 is therefore a hierarchically superior neuromotor skill 2 to the immediately mentioned neuromotor skills 2.
Een aantal paren neuromotorische vaardigheden 2 hebben een bijzondere hiërarchische relatie 5 met elkaar, omdat zij zowel hiërarchisch inferieur als hiërarchisch superieur aan elkaar zijn. Dit betekent in de praktijk dat zij zich min of meer simultaan ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is de combinatie proprioceptie 7 en evenwicht 6, die in de figuren door middel van een pijl in twee richtingen is verbonden.A number of pairs of neuromotor skills 2 have a special hierarchical relationship with each other because they are both hierarchically inferior and hierarchically superior to each other. In practice, this means that they develop more or less simultaneously. An example of this is the combination proprioception 7 and equilibrium 6, which in the figures is connected by means of an arrow in two directions.
Zoals door de pijlen aangegeven in figuur 2, is een voldoende mate van ontwikkeling van proprioceptie 7 nodig voor een goede ontwikkeling van de neuromotorische vaardigheden 2, evenwicht 6, tast, lichaamsperceptie, fijne motoriek, grove motoriek en schoolse vaardigheden 4.As indicated by the arrows in Figure 2, a sufficient degree of development of proprioception 7 is required for proper development of neuromotor skills 2, balance 6, touch, body perception, fine motor skills, gross motor skills and school skills 4.
Proprioceptie 7 is hiermee een hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheid 2 aan de direct bovengenoemde neuromotorische vaardigheden 2.Proprioception 7 is therefore a hierarchically subordinate neuromotor skill 2 to the immediately mentioned neuromotor skills 2.
Zoals verder door middel van de pijlen in figuur 2 aangegeven is een voldoende niveau van ontwikkeling van de volgende neuromotorische vaardigheden 2 nodig voor een goede ontwikkeling van de neuromotorische vaardigheid 2 proprioceptie 7: evenwicht 6, ATNR, TLR, palmaire en plantaire reflex, spinal galant en STNR.As further indicated by means of the arrows in Figure 2, a sufficient level of development of the following neuromotor skills 2 is required for a good development of the neuromotor skill 2 proprioception 7: equilibrium 6, ATNR, TLR, palmar and plantar reflex, spinal galant and STNR.
Proprioceptie 7 is hiermee een hiërarchisch superieure neuromotorische vaardigheid 2 aan de direct bovengenoemde neuromotorische vaardigheden 2.Proprioception 7 is thus a hierarchically superior neuromotor skill 2 to the immediately mentioned neuromotor skills 2.
Het computerprogramma omvat een uitlegmodule, een evaluatiemodule en een trainingsmodule, die vanaf een beginscherm gekozen kunnen worden.The computer program comprises an explanation module, an evaluation module and a training module that can be selected from a home screen.
De uitlegmodule geeft met betrekking tot iedere neuromotorische vaardigheid 2 een uitleg over wat deze betreffende neuromotorische vaardigheid 2 inhoudt en welke hiërarchisch superieure neuromotorische vaardigheden 2 de betreffende neuromotorische vaardigheid 2 heeft.With regard to each neuromotor skill 2, the explanation module explains what this particular neuromotor skill 2 entails and which hierarchically superior neuromotor skills 2 the neuromotor skill 2 has.
De evaluatiemodule bevat voor iedere neuromotorische vaardigheid 2 een aantal mogelijke observaties die een gebruiker van het computersysteem, bijvoorbeeld een leerkracht of een ouder, kan doen met betrekking tot een kind. Sommige van deze observaties vereisen een voorafgaande opdracht aan het kind of het ter beschikking stellen van een hulpmiddel.For each neuromotor skill 2, the evaluation module contains a number of possible observations that a user of the computer system, for example a teacher or a parent, can make with regard to a child. Some of these observations require a prior assignment to the child or the provision of an aid.
De gebruiker kan dan, gebaseerd op zijn observaties, aangeven hoe vaak het kind een bepaalde handeling uitvoert, om daardoor een evaluatie van het ontwikkelingsniveau van die neuromotorische vaardigheid 2 mogelijk te maken. De ingevoerde gegevens worden opgeslagen zodat zij later wederom raadpleegbaar zijn en kunnen vergeleken worden met op een ander tijdstip uitgevoerd observaties.The user can then indicate, based on his observations, how often the child performs a certain action, thereby enabling an evaluation of the level of development of that neuromotor skill 2. The data entered is stored so that it can be consulted again later and can be compared with observations made at a different time.
De observatie zijn ingedeeld per leeftijdsinterval, zodat een gebruiker de observaties kan gebruiken die voor het kind het meest relevant zijn, en dus de meest relevante evaluatie leveren.The observation is classified by age interval, so that a user can use the observations that are most relevant to the child, and therefore provide the most relevant evaluation.
Voor proprioceptie 7 zijn dit bijvoorbeeld observaties of een baby een zuigfles kan hanteren, of een peuter ouder dan twee jaar een plastic wegwerpbeker kan vasthouden zonder deze te laten vallen en kan verplaatsen zonder deze kapot te knijpen, of een kind met een leeftijd tussen 4 en 8 jaar kan zeggen waar een object dat ergens op zijn lichaam wordt geplaatst zich bevindt.For proprioception 7 these are, for example, observations as to whether a baby can handle a feeding bottle, or a toddler over the age of two can hold a disposable plastic cup without dropping it and move it without squeezing it, or a child between the ages of 4 and 8 years can tell where an object that is placed somewhere on its body is located.
De trainingsmodule omvat voor iedere neuromotorische vaardigheid 2 oefeningen, meestal in spelvorm, die de betreffende neuromotorische vaardigheid 2 ontwikkelen, en die door het kind, al dan niet samen met een ouder of verzorger, kunnen worden uitgevoerd.The training module includes exercises for each neuromotor skill 2, usually in game form, that develop the relevant neuromotor skill 2, and that can be performed by the child, whether or not together with a parent or caregiver.
De oefeningen zijn ingedeeld per leeftijdsinterval, zodat een gebruiker de oefeningen kan gebruiken die het beste bij het kind passen.The exercises are classified by age interval, so that a user can use the exercises that best suit the child.
Voor proprioceptie 7 zijn dit bijvoorbeeld het voortrekken van een klein rollend of schuivend object, duw- en trekspelletjes, springopdrachten van een bepaald punt naar een ander bepaald punt, een afstand met blote voeten voetje voor voetje met de voeten aansluitend aan elkaar afleggen zonder naar de voeten te kijken, een kussengevecht.For proprioception 7, these are for example pulling a small rolling or sliding object, pushing and pulling games, jumping commands from one point to another, a distance with bare feet step by step with the feet following each other without moving to the watching feet, a pillow fight.
Het gebruik van het computersysteem is simpel en als volgt.The use of the computer system is simple and as follows.
Een gebruiker van het systeem meldt een bepaald kind aan. Dit kind kan een alreeds geïdentificeerde achterstand voor één of meer specifieke neuromotorische vaardigheden 2 hebben.A user of the system registers a specific child. This child may already have a identified backlog for one or more specific neuromotor skills 2.
Alternatief kan de evaluatiemodule gebruikt worden om een eventueel ontwikkelingsprobleem, dus een achterstand voor een specifieke neuromotorische vaardigheid 2 te identificeren.Alternatively, the evaluation module can be used to identify a possible developmental problem, that is, a delay for a specific neuromotor skill 2.
Vervolgens wordt in het computersysteem opgezocht welke hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden 2 de specifieke neuromotorische vaardigheid 2 heeft.Subsequently, the computer system is searched for which hierarchically subordinate neuromotor skills 2 have the specific neuromotor skill 2.
Door het doorlopen van de evaluatiemodule voor deze hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden 2, dat wil zeggen door het doen van observaties met betrekking tot deze hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden 2, wordt nu bepaald of, en zo ja welke, hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheden 2 onvoldoende ontwikkeld zijn.By going through the evaluation module for these hierarchically subordinate neuromotor skills 2, i.e. by making observations with regard to these hierarchically subordinate neuromotor skills 2, it is now determined whether, and if so, which, hierarchically subordinate neuromotor skills 2 are insufficiently developed .
De aldus geïdentificeerde onvoldoende ontwikkelde hiërarchisch ondergeschikte neuromotorische vaardigheid 2 of vaardigheden kunnen nu ontwikkeld worden door in de trainingsmodule voor deze neuromotorische vaardigheid 2 of vaardigheden oefeningen op te zoeken en deze te laten uitvoeren door het kind.The thus developed insufficiently developed hierarchically subordinate neuromotor skill 2 or skills can now be developed by looking up exercises in the training module for this neuromotor skill 2 or skills and having them performed by the child.
Bijvoorbeeld kan in het geval van een kind met een geïdentificeerde ontwikkelingsachterstand met betrekking tot grove motoriek, geïdentificeerd worden dat de proprioceptie 7 onvoldoende ontwikkeld is, waarna specifieke oefeningen voor de ontwikkeling van proprioceptie 7 gedaan kunnen worden. Dit zal dan tot een verdere ontwikkeling van grove motoriek van het kind leiden.For example, in the case of a child with an identified developmental delay in relation to gross motor skills, it can be identified that the proprioception 7 is insufficiently developed, after which specific exercises for the development of proprioception 7 can be done. This will then lead to a further development of the child's gross motor skills.
Het computersysteem laat toe oefeningen uit een brede variëteit aan oefeningen te selecteren, en hiervan een afzonderlijke lijst met oefeningen te maken, die ook zonder interactie met het computersysteem kunnen worden uitgevoerd.The computer system makes it possible to select exercises from a wide variety of exercises and to make a separate list of exercises that can also be performed without interaction with the computer system.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven weergegeven uitvoeringsvormen, doch werkwijzen en een computersysteem volgens de uitvinding kan kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.The present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described, but methods and a computer system according to the invention can be realized in all shapes and sizes without departing from the scope of the invention.
Claims (9)
Priority Applications (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| BE2014/0260A BE1021897B1 (en) | 2014-04-15 | 2014-04-15 | METHOD OF DEVELOPING SPECIFIC NEUROMOTORIC SKILLS, METHOD OF ESTABLISHING A LIST OF EXERCISES THEREOF AND COMPUTER SYSTEM FOR THE ADMINISTRATION OF THE NEUROMOTORICAL DEVELOPMENT OF A PERSON. |
Applications Claiming Priority (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| BE2014/0260A BE1021897B1 (en) | 2014-04-15 | 2014-04-15 | METHOD OF DEVELOPING SPECIFIC NEUROMOTORIC SKILLS, METHOD OF ESTABLISHING A LIST OF EXERCISES THEREOF AND COMPUTER SYSTEM FOR THE ADMINISTRATION OF THE NEUROMOTORICAL DEVELOPMENT OF A PERSON. |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| BE1021897B1 true BE1021897B1 (en) | 2016-01-25 |
Family
ID=50884185
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| BE2014/0260A BE1021897B1 (en) | 2014-04-15 | 2014-04-15 | METHOD OF DEVELOPING SPECIFIC NEUROMOTORIC SKILLS, METHOD OF ESTABLISHING A LIST OF EXERCISES THEREOF AND COMPUTER SYSTEM FOR THE ADMINISTRATION OF THE NEUROMOTORICAL DEVELOPMENT OF A PERSON. |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| BE (1) | BE1021897B1 (en) |
Citations (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US20080009772A1 (en) * | 2003-11-26 | 2008-01-10 | Wicab, Inc. | Systems and methods for altering brain and body functions and for treating conditions and diseases of the same |
| WO2009104190A2 (en) * | 2008-02-21 | 2009-08-27 | Motorika Limited | A system and a method for scoring functional abilities of a patient |
| US20120090446A1 (en) * | 2010-04-20 | 2012-04-19 | Sylvain Jean-Pierre Daniel Moreno | System and method for providing music based cognitive skills development |
-
2014
- 2014-04-15 BE BE2014/0260A patent/BE1021897B1/en active
Patent Citations (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US20080009772A1 (en) * | 2003-11-26 | 2008-01-10 | Wicab, Inc. | Systems and methods for altering brain and body functions and for treating conditions and diseases of the same |
| WO2009104190A2 (en) * | 2008-02-21 | 2009-08-27 | Motorika Limited | A system and a method for scoring functional abilities of a patient |
| US20120090446A1 (en) * | 2010-04-20 | 2012-04-19 | Sylvain Jean-Pierre Daniel Moreno | System and method for providing music based cognitive skills development |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| Faubert | Professional athletes have extraordinary skills for rapidly learning complex and neutral dynamic visual scenes | |
| Anobile et al. | A sensorimotor numerosity system | |
| Creem-Regehr et al. | Relating spatial perspective taking to the perception of other's affordances: Providing a foundation for predicting the future behavior of others | |
| Borrego et al. | Feasibility of a walking virtual reality system for rehabilitation: objective and subjective parameters | |
| Soltani et al. | The influence of virtual reality head-mounted displays on balance outcomes and training paradigms: A systematic review | |
| Bair et al. | Development of multisensory reweighting is impaired for quiet stance control in children with developmental coordination disorder (DCD) | |
| Fraser et al. | The subjective visual vertical and the subjective haptic vertical access different gravity estimates | |
| Assländer et al. | Virtual reality as a tool for balance research: Eyes open body sway is reproduced in photo-realistic, but not in abstract virtual scenes | |
| Lu et al. | Current directions in visual perceptual learning | |
| Begum Ali et al. | Effects of posture on tactile localization by 4 years of age are modulated by sight of the hands: evidence for an early acquired external spatial frame of reference for touch | |
| Babik et al. | Postural influences on the development of infant lateralized and symmetric hand‐use | |
| Cattaneo et al. | Assessment of postural stabilization in three task oriented movements in people with multiple sclerosis | |
| Pena et al. | Dual‐task effects on postural sway during sit‐to‐stand movement in children with Down syndrome | |
| Yoshida et al. | The dominant foot affects the postural control mechanism: examination by body tracking test | |
| Santos et al. | Performance of faller and nonfaller older adults on a motor–motor interference task | |
| Korn et al. | Empowering persons with deafblindness: Designing an intelligent assistive wearable in the SUITCEYES project | |
| Shen et al. | Effects of virtual reality–based exercise on balance in patients with stroke: a systematic review and meta-analysis | |
| Christy et al. | Technology for children with brain injury and motor disability: executive summary from research summit IV | |
| BE1021897B1 (en) | METHOD OF DEVELOPING SPECIFIC NEUROMOTORIC SKILLS, METHOD OF ESTABLISHING A LIST OF EXERCISES THEREOF AND COMPUTER SYSTEM FOR THE ADMINISTRATION OF THE NEUROMOTORICAL DEVELOPMENT OF A PERSON. | |
| Boker | Adaptive equilibrium regulation: A balancing act in two timescales | |
| Hacques et al. | Visual control during climbing: Variability in practice fosters a proactive gaze pattern | |
| Moreira et al. | Validation of the mobility nursing outcome in stroke survivors | |
| Brando et al. | The application of technologies in dementia diagnosis and intervention: A literature review | |
| Rocha et al. | Adaptive actions of young infants in the task of reaching for objects | |
| Soares et al. | Immersive virtual tasks with motor and cognitive components: A feasibility study with young and older adults |