BE1021867B1 - Sfeerverlichting - Google Patents

Abstract

Sfeerverlichting met twee of meer lichtbronnen (3) met 5 minstens twee verschillende kleurtemperaturen, daardoor gekenmerkt dat de sfeerverlichting (1) voorzien is van een regeling ,(6J die de . lichtsterkte -tl') -van hef •uitgezonden licht van minstens twee lichtbronnen (3) met een verschillende kleurtemperatuur doet variëren in de tijd en dit elk op een verschillende manier teneinde een flikkerend effect te bekomen.

Description

Sfeerverlichting.

De huidige uitvinding heeft betrekking op sfeerverlichting.

Meer speciaal betreft de uitvinding een sfeerverlichting die twee of meer lichtbronnen omvat.

Men kent reeds sfeerverlichtingsinrichtingen die gebruikt worden om licht van vlammen, kaarsen of vuur na te bootsen.

Deze gekende inrichtingen zijn aangepast om de lichtsterkte van het uitgezonden licht te variëren, zodat de intensiteit van het licht niet constant is om zo kaarslicht en dergelijke te imiteren.

Een nadeel van de gekende inrichtingen is dat zij het kaarslicht of het licht van vlammen of vuur niet realistisch nabootsen omdat de variatie van de lichtsterkte en/of de kleurschakeringen niet overeenkomt met het natuurlijk effect van kaarslicht en dergelijke.

Bovendien kunnen de bekende inrichtingen het warme licht van vlammen of dergelijke niet op waarheidsgetrouwe manier nabootsen, welke typisch een kleurtemperatuur hebben van 2000 Kelvin tot 1800 Kelvin, gecombineerd met een hoge kleurweergave (ook 'CRI' of 'color rendering index' of kleurweergave index genaamd).

Licht met een lage kleurtemperatuur wordt als warmer en gezelliger ervaren door mensen dan licht met een hoge kleurtemperatuur.

Vaak gebruiken dergelijke inrichtingen bijvoorbeeld halogeenlampen of ledlampen. Dergelijke lichtbronnen hebben een kleurtemperatuur van 4000 Kelvin tot 3000 Kelvin of een amberkleurig licht dat niet de kleurweergave heeft van echt vuur.

Tevens zijn de gekende kleine ledunits niet krachtig genoeg om een volledige ruimte te kunnen verlichten.

Het is mogelijk om gebruik te maken van bijvoorbeeld gloeilampen, die licht uitzenden met een kleurtemperatuur van typisch 2700 Kelvin tot 2400 Kelvin.

Gloeilampen hebben echter als nadeel dat zij veel meer stroom verbruiken en meer warmte genereren dan leds of halogeenlampen tijdens gebruik.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

De huidige uitvinding heeft een sfeerverlichting als voorwerk met twee of meer lichtbronnen met minstens twee verschillende kleurtemperaturen, waarbij de sfeerverlichting voorzien is van een regeling die de lichtsterkte van het uitgezonden licht van minstens twee lichtbronnen met een verschillende kleurtemperatuur doet variëren in de tijd en dit elk op een verschillende manier teneinde een flikkerend effect te bekomen.

Een voordeel is dat door de combinatie van verschillende kleurtemperaturen van de lichtbronnen het effect van vlammen, vuur of kaarslicht beter nagebootst kan worden.

In combinatie met verschillende variaties van de lichtsterkte, leidt dit tot een zeer realistische simulatie van vlammen.

Bij voorkeur wordt de lichtsterkte op een stochastische manier gevarieerd. Dit heeft als voordeel dat het willekeurig effect van het licht van vlammen, vuur of kaarslicht op zeer realistische wijze gereproduceerd kan worden.

In een praktische uitvoeringsvorm kan de minimum en maximum waarde waartussen de lichtsterkte kan variëren ingesteld worden, zodat op deze manier de sfeerverlichting als het ware dimbaar wordt.

Bij voorkeur zijn de lichtbronnen leds. Leds hebben als voordeel dat ze zeer weinig energie verbruiken en zeer weinig warmte produceren.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de sfeerverlichting voorzien van een filter die de kleurtemperatuur van het uitgezonden licht van minstens één lichtbron verlaagt, bijvoorbeeld door het weerkaatsen of tegenhouden van het blauwe licht dat de lichtbron uitzendt.

Dit heeft als voordeel dat met behulp van één type lichtbron, of led, verschillende kleurtemperaturen gerealiseerd kunnen worden door toepassen van de filter.

De filter kan bijvoorbeeld een coating omvatten en/of kan blauw fluorescerende pigmenten bevatten.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van sfeerverlichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een sfeerverlichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch een doorsnede weergeeft volgens de lijn II-II in figuur 1; figuur 3 schematisch een patroon weergeeft voor het variëren van het uitgezonden licht; figuur 4 een praktische uitvoeringsvorm weergeeft van een toepassing van de sfeerverlichting uit figuren 1 en 2 ; figuur 5 een alternatieve praktische uitvoeringsvorm weergeeft van de sfeerverlichting uit figuren 1 en 2.

De in figuren 1 en 2 weergegeven sfeerverlichting 1 omvat een draagstructuur 2, waarop een aantal lichtbronnen 3 zijn aangebracht, in dit geval twaalf. De lichtbronnen 3 zijn in dit geval uitgevoerd als leds 3.

De leds 3a stralen wit licht uit met een kleurtemperatuur van om en bij de 2700 Kelvin.

De leds 3b stralen warmer wit licht uit met een kleurtemperatuur van ongeveer 2200 Kelvin.

In dit geval, en bij voorkeur, hebben de lichtbronnen 3 een CRI-waarde van minstens 90,5%. Dit wil zeggen dat de lichtbronnen 3 een zeer hoge kwaliteit van de kleurweergave van het uitgezonden licht hebben, vergelijkbaar met zonlicht of vuur.

Met andere woorden, de kleuren van objecten belicht door de lichtbronnen 3 zullen veel mooier en natuurgetrouwer van kleur zijn.

Dit zal ertoe bijdragen dat de sfeerverlichting 1 zeer realistisch vuur en vlammen zal kunnen simuleren.

Een aantal van deze leds 3a, 3b zijn voorzien van een filter 4 onder de vorm van een coating 5 die op deze leds 3a, 3b is aangebracht, zoals weergegeven in figuur 2. Dergelijke coating 5 heeft als voordeel dat ze gemakkelijk kan toegepast worden, als het ware als een verflaag.

Het is duidelijk dat het ook mogelijk is dat meer of minder dan zes van de twaalf lichtbronnen 3a, 3b zijn voorzien van een filter 4.

De coating 5 is zodanig aangebracht op de leds 3a, 3b dat zo goed als al licht dat de leds 3a, 3b genereren doorheen deze coating 5 gaat.

De coating 5 bevat in dit geval blauw reflecterende pigmenten en zal ervoor zorgen dan de kleurtemperatuur van het uitgezonden verlaagd wordt door het blauw licht gedeeltelijk tegen te houden.

De concentratie van de blauw reflecterende pigmenten zal bepalen in welke mate de kleurtemperatuur van het uitgezonden licht zal afnemen.

Bij voorkeur laat de filter 4 de kleurtemperatuur van het uitgezonden licht afnemen met minimaal 10%.

Op deze manier wordt het licht dat uitgezonden wordt door de zes leds 3a verlaagd van 2700 Kelvin tot 2400 Kelvin door de coating 5. Het uitgezonden licht van de leds 3b wordt verlaagd van 2200 Kelvin tot 1950 Kelvin door de coating 5.

Volgens de uitvinding, is de sfeerverlichting 1 voorzien van een regeling 6 die toelaat de lichtsterkte I van het uitgezonden licht van de leds 3a met en zonder filter 4 en van de leds 3b met en zonder filter 4 te variëren in de tijd om een flikkerend effect te bekomen. Met lichtsterkte I wordt hier de intensiteit van het uitgezonden licht bedoeld.

Hierbij zal de regeling 6 de lichtsterkte I van de leds 3a, 3b met filter 4 op een verschillende manier doen variëren dan de lichtsterkte I van de leds 3a, 3b zonder filter 4.

De regeling 6 zal in dit geval het licht variëren op een bepaalde stochastische of willekeurige manier.

Hiertoe is in dit geval de regeling 6 daartoe voorzien van opgelegde patronen 7, volgens welke patronen 7 de regeling 6 de lichtsterkte I zal variëren in de tijd.

In figuur 3 zijn schematisch deze opgelegde patronen 7 weergegeven; één patroon 7 kan uitgekozen worden voor de zes leds 3a en één patroon 7 voor de andere zes leds 3b. Met andere woorden, de leds 3a met en zonder filter 4 zullen volgens één patroon 7 variëren en de leds 3b met en zonder filter 4 zullen volgens een ander patroon variëren.

Dit patroon 7 kan dan telkens herhaald worden door de regeling 6. Deze patronen 7 kunnen bij voorkeur voorgeprogrammeerd zijn in de regeling 6.

Het is duidelijk dat er ook twee of meer dan drie patronen 7 zijn voorgeprogrammeerd. Zo zou bijvoorbeeld voor elke led 3a, 3b een apart patroon 7 voorgeprogrammeerd kunnen zijn in de regeling 6.

Het is ook mogelijk dat het uitgezonden licht van niet alle leds 3a, 3b wordt gevarieerd. Wel is het, bij voorkeur, steeds zo dat de regeling 6 de lichtsterkte I van het uitgezonden licht van minstens één led 3a en minstens één led 3b doet variëren in de tijd en dit elk op een verschillende manier.

Zoals weergegeven in figuur 3, varieert de regeling 6 de lichtsterkte I van het uitgezonden licht tussen een minimum waarde Imin en een maximum waarde Imax, welke ingesteld of aangepast kunnen worden.

Hiertoe is de sfeerverlichting 1 voorzien van een aantal bedieningsknoppen 8, die in dit geval aangebracht zijn op de regeling 6. Met deze bedieningsknoppen 8 kan de voornoemde minimum waarde Imin en maximum waarde Imax ingesteld worden of kan een voorgeprogrammeerd patroon 7 geselecteerd worden voor een bepaalde led 3a, 3b of groep van leds 3a, 3b.

De sfeerverlichting 1 is eveneens voorzien van een koppelstuk 9, bijvoorbeeld onder de vorm van een stekker, dat toelaat de sfeerverlichting 1 aan te sluiten op het elektriciteitsnet en van een omvormer 10 die de wisselspanning van het elektriciteitsnet omzet in de gepaste gelijkspanning, om de leds 3 van de nodige stroom te kunnen voorzien. Hiervoor zijn gepaste verbindingen voorzien die voor de eenvoud niet zijn weergegeven op de figuren.

Het is duidelijk dat in plaats van een koppelstuk 9 en een omvormer 10, de sfeerverlichting 1 ook voorzien kan zijn van een batterij die de gepaste gelijkspanning levert aan de leds 3a, 3b.

De werking van de sfeerverlichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

Wanneer de sfeerverlichting 1 door middel van het koppelstuk 9 op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, kunnen met behulp van de bedieningsknoppen 8 de minimum waarde Imin en maximum waarde Imax van de lichtsterkte I gekozen worden. Ook zullen bijvoorbeeld twee patronen 7 geselecteerd kunnen worden uit de voorgeprogrammeerde patronen 7, één voor de leds 3a, en één voor de leds 3b.

De regeling 6 zal vervolgens het uitgezonden licht van de leds 3a, 3b regelen volgens het geselecteerde patroon 7 en rekening houdend met de ingestelde minimum waarde Imin en maximum waarde Imax voor de lichtsterkte I.

Doordat de minimum waarde Imin en maximum waarde I^x voor de lichtsterkte I kunnen gevarieerd worden, is de sfeerverlichting 1 als het ware dimbaar.

Het licht van de leds 3a, 3b met filter 4 zal doorheen de coating 5 gaan, waarbij de coating 5 het blauw licht zal weerkaatsen, zodat een warmer licht, dit wil zeggen licht met een lagere kleurtemperatuur wordt uitgezonden.

De sfeerverlichting 1 zal dus licht uitzenden met een kleurtemperatuur van 2700, 2400, 2200 en 1950 Kelvin.

Doordat de variatie van de lichtsterkte I van de leds 3a en van de leds 3b volgens een verschillend patroon 7 gebeurt en doordat de leds 3b met filter 4 zeer warm licht uitzenden met een kleurtemperatuur tot 1800K, is de verlichting 1 geschikt om bijvoorbeeld kaarslicht realistisch te simuleren. Het flikkerend effect van de leds zal hierbij een zeer realistisch effect geven.

Door de leds 3a met en zonder filter 4 en de leds 3b met en zonder filter te variëren volgens een verschillende patroon 7, wordt er een rijkere schakering aan licht verkregen. Door deze rijkere schakering van licht los van elkaar door de regeling 6 te laten variëren volgens een patroon 7 zoals weergegeven in figuur 3, zal er de constant variërende kleurschakering van echt vuur heel nauwkeurig kunnen worden benaderd.

Door de combinatie van de drie patronen 7 en de twee types leds 3a en 3b, kan er op deze manier 6 verschillende soorten van kleurschakeringen bekomen worden met één draagstructuur 2 van de sfeerverlichting 1.

Dit wil zeggen dat met behulp van één sfeerverlichting 1 zoals weergegeven in figuur 1, bijvoorbeeld zes verschillende kaarsen of zes verschillende types van kaarslicht gesimuleerd kunnen worden. Wanneer meerdere van dergelijke verlichtingen 1 bij elkaar geplaatst worden en elk een verschillende type van kaarslicht simuleren, kan het menselijk oog geen verband meer zien en ontstaat de illusie van echt vuur.

Het werken met verschillende patronen 7 geeft ook andere mogelijkheden. Door het variëren van Imax en Imin kunnen de leds 3a, 3b gedimd worden. Hierbij is het mogelijk om bij het dimmen enkel de leds 3a, die koel licht uitzenden, te dimmen en de leds 3b, die warmer licht uitzenden niet te dimmen. Dit zal de illusie opwekken dat het licht warmer wordt wanneer gedimd. Dit benaderd het effect van een gloeilamp die, wanneer gedimd, een warmer licht uitzendt.

Alternatief is het ook mogelijk om enkel de leds 3b, die een warmer licht uitzenden, te laten branden. Wanneer er beweging is, die bijvoorbeeld gedetecteerd kan worden door middel van een daartoe voorziene bewegingssensor, kan de intensiteit I van de leds 3a, die een koeler licht uitzenden, laten toenemen, zodat het uitgezonden licht van de sfeerverlichting 1 feller wordt. Dit creëert een zeer uitnodigend en sfeervol effect.

In figuur 4 is een voorbeeld weergegeven waarin de sfeerverlichting 1 is wordt gebruikt om kaarslicht te simuleren door de sfeerverlichting 1 in te bouwen in een cilindervormig omhulsel 11, waarbij dit omhulsel 11 bijvoorbeeld uit was gemaakt kan zijn, teneinde een kaars na te kunnen bootsen.

De werking van de sfeerverlichting 1 uit figuur 4 is analoog aan de verlichting uit figuren 1 en 2.

Naast het simuleren van kaarslicht, kan een sfeerverlichting 1 volgens de uitvinding ook gebruikt worden voor het simuleren van vuur of vlammen.

In figuur 5 is een voorbeeld weergegeven van de sfeerverlichting 1 voor het simuleren van vuur of vlammen, waarbij de verlichting is ingebouwd in een open haard 12.

De sfeerverlichting omvat in het weergegeven voorbeeld een aantal draagstructuren 2, in dit geval vijf, waarop een aantal leds 3 zijn aangebracht, analoog zoals weergegeven in figuur 1. De draagstructuren 2 zijn elk onder een verschillende hoek geplaatst, zodat het licht in verschillende richtingen kan worden uitgezonden.

In dit geval is de filter 4 niet gerealiseerd door middel van een coating 5 die op de leds 3a, 3b is aangebracht, maar door middel van een substraat 13 dat over twee van de draagstructuren 2 geplaatst is.

Het substraat 13 is voorzien van een coating met blauw reflecterende pigmenten, zodat het substraat 13 het blauwe licht minstens gedeeltelijk weerkaatst.

Op deze manier zal het uitgezonden licht van de leds 3 op de twee draagstructuren 2 met een substraat 13 een lagere kleurtemperatuur hebben, terwijl het uitgezonden licht van de andere leds 3a, 3b de hogere kleurtemperatuur blijft behouden.

Verder is de sfeerverlichting 1 eveneens voorzien van een regeling 6, die voor de eenvoud niet is weergegeven in de figuren, waarin een aantal patronen 7 zijn voorgeprogrammeerd om de lichtsterkte I van de leds 3a, 3b te kunnen variëren. Hierbij kan bijvoorbeeld per draagstructuur 2 een patroon 7 gekozen worden.

De werking is verder analoog aan de uitvoeringsvorm van figuur 4, waarbij in dit geval de sfeerverlichting 1 gebruikt wordt voor het simuleren van vuur.

Doordat de draagstructuren 2 het licht dat door de leds 3a, 3b wordt uitgezonden in verschillende richtingen zal uitzenden, verkrijgt men op deze manier verschillende schaduwen die als het ware bewegen waardoor de beweging van het licht vergroot wordt om het effect nog beter te kunnen benaderen.

In dergelijke uitvoeringsvorm is de bediening van de regeling 6 bij voorkeur door middel van een afstandsbediening, of kan de bediening opgenomen zijn in een domoticasysteem.

Door het uitvoeren van de filter 4 door middel van een substraat 13, is het mogelijk om twee filters 4 te gebruiken die het uitgezonden licht opeenvolgend filteren.

Op deze manier kan de kleurtemperatuur van het uitgezonden licht twee keer verlaagd worden, waarbij de eerste filter 4 de kleurtemperatuur met ongeveer 10% zal laten afnemen en de tweede filter 4 de kleurtemperatuur met bijkomend ongeveer 7 % zal laten afnemen.

Wanneer leds 3a, 3b gebruikt worden die licht uitzenden met een kleurtemperatuur van 2250 K en een filter 4 wordt toegepast die de kleurtemperatuur 10% verlaagd, zal door toepassen de tweede filter 4, de kleurtemperatuur van het uitgezonden licht uiteindelijk nogmaals verlaagd worden met 7%, zodat het uitgezonden licht uiteindelijk een zeer lage kleurtemperatuur heeft van 1885 K. Dergelijke zeer lage kleurtemperaturen komen overeen met het licht van vlammen en kaarsen.

Alhoewel in de weergegeven voorbeelden de sfeerverlichting 1 ' licht kunnen uitzenden in twee verschillende kleurtemperaturen, is het mogelijk dat, bijvoorbeeld door toepassen van een verschillend aantal filter bij verschillende lichtbronnen 3a, 3b, de sfeerverlichting 1 licht kan uitzenden met drie of meer verschillende kleurtemperaturen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een sfeerverlichting volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (13)

1. Conclusies.

   1. - Sfeerverlichting met twee of meer lichtbronnen (3) met minstens twee verschillende kleurtemperaturen, daardoor gekenmerkt dat de sfeerverlichting (1) voorzien is van een regeling (6) die de lichtsterkte (I) van het uitgezonden licht van minstens twee lichtbronnen (3) met een verschillende kleurtemperatuur doet variëren in de tijd en dit elk op een verschillende manier teneinde een flikkerend effect te bekomen.
2. 2. - Sfeerverlichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de regeling (6) zodanig is dat de lichtsterkte (I) op een bepaalde stochastische manier gevarieerd wordt.
3. 3. - Sfeerverlichting volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de regeling (6) zodanig is dat de lichtsterkte (I) van het uitgezonden licht volgens een opgelegd patroon (7) gevarieerd wordt.
4. 4. - Sfeerverlichting volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat in de regeling (6) verschillende patronen (7) zijn voorgeprogrammeerd.
5. 5. - Sfeerverlichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de regeling (6) de lichtsterkte (I) kan variëren tussen een ingestelde minimum waarde (Imin) en maximum waarde (Imax) .
6. 6. - Sfeerverlichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lichtbronnen (3) leds zijn.
7. 7. - Sfeerverlichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sfeerverlichting (1) voorzien is van een filter (4) die de kleurtemperatuur van minstens één lichtbron (3) verlaagt.
8. 8. - Sfeerverlichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de filter (4) het blauwe licht van minstens één lichtbron (3) minstens gedeeltelijk tegenhoudt of weerkaatst.
9. 9. - Sfeerverlichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de filter (4) is uitgevoerd als een coating (5) die op de lichtbron (3) is aangebracht of dat de filter (4) een transparante substraat (13) omvat waarop een coating is aangebracht.
10. 10. - Sfeerverlichting volgens één van voorgaande conclusies 7 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de filter (4) of coating (5) blauw fluorescerende pigmenten bevat.
11. 11. - Sfeerverlichting volgens één van de voorgaande conclusies 7 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de filter (4) de kleurtemperatuur van het uitgezonden licht met minimaal 10 procent laat afnemen.
12. 12. - Sfeerverlichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de sfeerverlichting (1) gebruikt wordt voor het simuleren van kaarslicht, vlammen, of vuur.
13. 13. - Sfeerverlichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de lichtbronnen (3) een CRI-waarde hebben van minstens 90,5%.