BE1021838B1 - Werkwijze en inrichting voor het koeldrogen van een gas - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het koeldrogen van een gas Download PDFInfo
- Publication number
- BE1021838B1 BE1021838B1 BE2014/0348A BE201400348A BE1021838B1 BE 1021838 B1 BE1021838 B1 BE 1021838B1 BE 2014/0348 A BE2014/0348 A BE 2014/0348A BE 201400348 A BE201400348 A BE 201400348A BE 1021838 B1 BE1021838 B1 BE 1021838B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- evaporator
- coolant
- gas
- temperature
- compressor
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D53/00—Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
- B01D53/26—Drying gases or vapours
- B01D53/265—Drying gases or vapours by refrigeration (condensation)
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25B—REFRIGERATION MACHINES, PLANTS OR SYSTEMS; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS
- F25B2600/00—Control issues
- F25B2600/25—Control of valves
- F25B2600/2513—Expansion valves
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F25—REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
- F25B—REFRIGERATION MACHINES, PLANTS OR SYSTEMS; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS
- F25B2700/00—Sensing or detecting of parameters; Sensors therefor
- F25B2700/21—Temperatures
- F25B2700/2117—Temperatures of an evaporator
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28D—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
- F28D21/00—Heat-exchange apparatus not covered by any of the groups F28D1/00 - F28D20/00
- F28D2021/0019—Other heat exchangers for particular applications; Heat exchange systems not otherwise provided for
- F28D2021/0038—Other heat exchangers for particular applications; Heat exchange systems not otherwise provided for for drying or dehumidifying gases or vapours
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28D—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
- F28D21/00—Heat-exchange apparatus not covered by any of the groups F28D1/00 - F28D20/00
- F28D2021/0019—Other heat exchangers for particular applications; Heat exchange systems not otherwise provided for
- F28D2021/0061—Other heat exchangers for particular applications; Heat exchange systems not otherwise provided for for phase-change applications
- F28D2021/0066—Other heat exchangers for particular applications; Heat exchange systems not otherwise provided for for phase-change applications with combined condensation and evaporation
Abstract
Werkwijze voor het koeldrogen van gas door gas doorheen het secundair gedeelte (10) van een warmtewisselaar (2) te leiden waarvan het primair gedeelte de verdamper (3) vormt van een gesloten koelcircuit (4) waarin een koelmiddel kan circuleren door middel van een compressor (6) die in het koelcircuit na de verdamper (3) is opgesteld en die gevolgd wordt door een condensor (7) en een expansiemiddel (8) waardoorheen het koelmiddel kan circuleren, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het opmeten van de verdampertemperatuur (Tverdamper) ; het aansturen van het expansiemiddel (8) op basis van de gemeten verdampertemperatuur (Tverdamper) ; daardoor gekenmerkt dat de verdampertemperatuur (Tv) rechtstreeks wordt gemeten in de stroming van het koelmiddel.
Description
Werkwijze en inrichting voor het koeldrogen van een gas.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het koeldrogen van gas.
Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het koeldrogen van een gas waarbij waterdamp uit het gas wordt gecondenseerd, door het gas doorheen het secundair gedeelte van een warmtewisselaar te leiden waarvan het primair gedeelte de verdamper vormt van een gesloten koelcircuit waarin een koelmiddel kan circuleren door middel van een compressor die in het koelcircuit na de verdamper is opgesteld en die gevolgd wordt door een condensor en een expansiemiddel waardoorheen het koelmiddel kan circuleren.
Het koeldrogen is, zoals bekend, gebaseerd op het principe dat door verlaging van de gastemperatuur het vocht uit het gas condenseert, waarna het condenswater in een vloeistofafscheider afgescheiden wordt en waarna het gas opnieuw opgewarmd wordt waardoor dit gas niet langer verzadigd is.
Het is bekend dat perslucht, bijvoorbeeld geleverd door een compressor, in de meeste gevallen verzadigd is met waterdamp of bezit, met andere woorden, een relatieve vochtigheid van 100%. Dit betekent dat bij een temperatuursdaling tot onder het zogenaamde dauwpunt condensatie optreedt. Door het condenswater zal in de leidingen en gereedschappen, die perslucht afnemen van de compressor, corrosie ontstaan en kunnen apparaten vroegtijdig slijtage vertonen.
Het is bijgevolg nodig om deze perslucht te drogen, hetgeen op voornoemde manier door koeldrogen kan gescheiden. Ook andere lucht dan perslucht of andere gassen kunnen op deze manier gedroogd worden.
Men kent reeds een werkwijze voor het koeldrogen, waarbij op basis van metingen van de verdamperdruk en de verdampertemperatuur de expansiemiddelen worden aangestuurd.
De functie van de expansiemiddelen is om juist voldoende koelmiddel te expanderen zodat het koelmiddel steeds met een gewenste oververhitting de koelcompressor binnengaat.
Door deze oververhitting kan het aanwezig vloeibaar koelmiddel uitgedampt worden alvorens het naar de koelcompressor geleid wordt om de koelcompressor optimaal te beschermen tegen vloeibaar koelmiddel.
Op basis van de metingen van de verdamperdruk en de verdampertemperatuur kan de oververhitting van het koelmiddel bepaald worden en kan er bepaald worden of het expansieventiel meer of minder geopend moet worden om zodoende de oververhitting van het koelmiddel te kunnen controleren.
Om een accurate berekening van de oververhitting te maken moeten beide metingen op exact dezelfde locatie uitgevoerd worden. Op deze manier heeft een drukverlies in het koelcircuit en/of de bochten van het koelcircuit geen invloed op de drukmeting.
In bekende werkwijze wordt de verdampertemperatuur gemeten aan de buitenzijde van het koelcircuit.
Dergelijke bekende installaties vertonen dan ook het nadeel dat de meting erg traag is en na-ijlt op een mogelijke verandering in de verdamptemperatuur.
Dit heeft als nadeel dat de berekening van de oververhitting eveneens traag en niet accuraat is aangezien een verandering in de oververhitting niet onmiddellijk wordt gedetecteerd. Hierdoor wordt het expansieventiel niet goed en niet snel genoeg aangestuurd om de oververhitting van het koelmiddel te regelen.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
De huidige uitvinding heeft een werkwijze als voorwerp voor het koeldrogen van een gas waarbij waterdamp uit het gas wordt gecondenseerd, door het gas doorheen het secundair gedeelte van een warmtewisselaar te leiden waarvan het primair gedeelte de verdamper vormt van een gesloten koelcircuit waarin een koelmiddel kan circuleren door middel van een compressor die in het koelcircuit na de verdamper is opgesteld en die gevolgd wordt door een condensor en een expansiemiddel waardoorheen het koelmiddel kan circuleren, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het opmeten van de verdampertemperatuur; - het aansturen van het expansiemiddel op basis van de gemeten verdampertemperatuur; daardoor gekenmerkt dat de verdampertemperatuur rechtstreeks wordt gemeten in de stroming van het koelmiddel.
Een voordeel is dat deze meting exact is en bovendien is er ook geen vertraging meer.
Dit heeft als bijkomend voordeel dat een verandering in de oververhitting onmiddellijk gedetecteerd kan worden waardoor het expansieventiel snel en exact wordt bijgestuurd.
Dit heeft als gevolg dat de gewenste oververhitting, dit wil zeggen de graad van oververhitting waartoe men het koelmiddel wil regelen, lager gekozen kan worden.
Bij voorkeur wordt de gewenste oververhitting zo laag mogelijk gehouden met een beperkte veiligheidsmarge ten opzichte van het verzadigingspunt van het koelmiddel.
Dit heeft als gevolg dat de compressor een lagere uitlaattemperatuur heeft waardoor het koelsysteem efficiënter is en er energie bespaard kan worden.
De uitvinding betreft ook een inrichting voor het koeldrogen van een gas waarbij waterdamp uit het gas wordt gecondenseerd door het koelen van het gas, welke inrichting is voorzien van een warmtewisselaar met een secundair gedeelte waar het te drogen gas doorheen wordt geleid voor het koelen van het gas en met een primair gedeelte dat de verdamper vormt van een gesloten koelcircuit waarin een koelmiddel kan circuleren, waarbij het koelcircuit na de verdamper achtereenvolgens een compressor omvat voor de circulatie van het koelmiddel, een condensor en een expansiemiddel waardoorheen het koelmiddel kan circuleren, waarbij middelen voorzien zijn om de verdampertemperatuur te bepalen, waarbij de voornoemde middelen verbonden zijn met een sturing voor het aansturen van het expansiemiddel, daardoor gekenmerkt dat de middelen om de verdampertemperatuur te meten minstens met een meetgedeelte rechtstreeks in de stroming van het koelmiddel zijn aangebracht.
Dergelijke inrichting heeft gelijkaardige voordelen als de werkwijze volgens de uitvinding.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende varianten beschreven van een werkwijze en een inrichting volgens de uitvinding voor het koeldrogen van een gas, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch en op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F2 is aangeduid; figuur 3 schematisch een T-s diagram weergeeft van het koelmiddel.
De in figuur 1 weergegeven inrichting voor het koeldrogen bestaat in hoofdzaak uit een warmtewisselaar 2 waarvan het primaire gedeelte de verdamper 3 vormt van een gesloten koelcircuit 4, waarin achtereenvolgens ook een eerste vloeistofafscheider 5, compressor 6, een condensor 7 en een expansiemiddel 8 zijn opgesteld.
De compressor 6 wordt in dit geval aangedreven door een motor 9 en dient om een koelmiddel doorheen het koelcircuit 4 te kunnen laten circuleren volgens de pijl A. De compressor 6 kan bijvoorbeeld een volumetrische compressor zijn, terwijl de motor 9 bijvoorbeeld een elektrische motor is.
Dit koelmiddel kan bijvoorbeeld R404a zijn, doch de uitvinding is vanzelfsprekend niet als dusdanig beperkt.
Het expansiemiddel 8 is in dit geval een elektronisch expansieventiel 8, doch het is niet uitgesloten dat het expansiemiddel 8 wordt uitgevoerd in de vorm van bijvoorbeeld een thermostatisch ventiel.
Het secundair gedeelte 10 van de warmtewisselaar 2 maakt deel uit van een leiding 11 voor te drogen vochtige lucht waarvaan de stromingszin door pijl B is aangeduid. De ingang van deze leiding 11 kan bijvoorbeeld aangesloten zijn op een uitlaat van een compressor voor de aanvoer van te drogen perslucht.
Na het secundaire gedeelte 10 van de warmtewisselaar 2, meer bepaald aan zijn uitgang, is in de leiding 11 een tweede vloeistofafscheider 12 opgesteld.
In dit geval strekt deze leiding 11 zich, voor ze het secundaire gedeelte 10 van de warmtewisselaar 2 bereikt, met een gedeelte 13 doorheen een voorkoeler of recuperatiewarmtewisselaar 14 uit. Na het secundaire gedeelte 10 strekt deze leiding 10 zich eveneens met een gedeelte 15 doorheen deze recuperatiewarmtewisselaar 14 uit, in tegenstroom met het voornoemde gedeelte 13.
De uitgang van de voornoemde leiding 11 kan bijvoorbeeld aangesloten worden op een niet in de figuren weergegeven persluchtnet waarop persluchtverbruikers zijn aangesloten, zoals werktuigen die worden aangedreven door perslucht.
De compressor 6 is, in dit geval, overbrugd door één bypassleiding 16 die de uitlaat van de compressor 6 verbindt met een injectiepunt P, dat in dit geval stroomafwaarts van de uitlaat 17 van de verdamper 3 gelegen is.
De bypassleiding 16 is uitgevoerd met een hot gas bypass ventiel 18 voor het aftakken van koelmiddel van het koelcircuit 4.
In het koelciruit 4 zijn, na de verdamper 3, middelen 19 voorzien om de verdampertemperatuur Tverdamper te bepalen en in dit geval ook middelen 20 om de verdamperdruk Pverdamper te bepalen.
De middelen 2 0 om de verdamperdruk Pverdamper te meten kunnen bijvoorbeeld een druksensor 21 zijn en de middelen 19 om de verdampertemperatuur Tverdamper te meten kunnen bijvoorbeeld een temperatuursensor 22 zijn.
Volgens de uitvinding zijn de middelen 19 om de verdampertemperatuur Tverdamper rechtstreeks aangebracht in de stroming van het koelmiddel zodat de middelen 19 de temperatuur in de koelmiddelstroming kunnen opmeten.
Een mogelijke uitvoeringsvorm van de middelen 19 om de verdampertemperatuur Tverdamper te meten is weergegeven in figuur 2, waarbij ook de druksensor 21 is weergegeven.
Beide sensoren 21, 22 zijn aangebracht ter hoogte van een bocht in het koelcircuit 4 zodat zowel de verdampertemperatuur Tverdamper als de verdamperdruk Pverdamper op dezelfde locatie gemeten worden.
De temperatuurssensor 22 bezit een meetgedeelte 23 wat in het koelcircuit 4 in de stroming van het koelmiddel is aangebracht zodat het meetgedeelte 23 rechtstreeks de temperatuur van het koelmiddel in de koelmiddelstroming kan opmeten.
Tot slot is de inrichting 1 ook voorzien van een sturing 24, die gekoppeld is met de motor 9, het expansieventiel 8, het hot gas bypass ventiel 18, de druksensor 21 en de temperatuursensor 22.
De sturing zal de motor 9, het expansieventiel 8 en het hot gas bypassventiel 18 aansturen en zal de gemeten verdamperdruk pv en verdampertemperatuur Tverdamper uitlezen en op basis daarvan de oververhitting van het koelmiddel berekenen.
De werkwijze voor het koeldrogen door middel van een inrichting 1 volgens figuur 1 is zeer eenvoudig en als volgt.
De te drogen lucht wordt doorheen de leiding 11 en dus doorheen het secundaire gedeelte 10 van de warmtewisselaar 2 gevoerd.
In deze warmtewisselaar 2 wordt de vochtige lucht afgekoeld onder invloed van het koelmiddel dat door het primair gedeelte van de warmtewisselaar 2, of dus de verdamper 3 van het koelcircuit 4 stroomt.
Hierdoor wordt er condensaat gevormd dat in de tweede vloeistofafschelder 12 wordt afgescheiden.
De koude lucht die na deze tweede vloeistofafscheider 12 in absolute termen minder vocht bevat, maar toch een relatieve vochtigheid van 100% bezit, wordt in de recuperatiewarmtewisselaar 14 opgewarmd onder invloed van de nieuwe aangevoerde te drogen lucht, waardoor de relatieve vochtigheid daalt tot bij voorkeur onder de 50%, terwijl de nieuwe te drogen lucht in de recuperatiewarmtewisselaar 14 reeds gedeeltelijk wordt afgekoeld alvorens naar de warmtewisselaar 2 te worden toegevoerd.
De lucht aan de uitgang van de recuperatiewarmtewisselaar 14 is dus droger dan aan de ingang van de warmtewisselaar 2.
Om de vochtige te koelen lucht te kunnen afkoelen in het secundaire gedeelte 10 van de warmtewisselaar, wordt het koelmiddel doorheen het koelcircuit geleid doorheen de verdamper 3 of het primaire gedeelte van de warmtewisselaar 2.
Het warme koelmiddel dat uit de verdamper 3 komt is in de gasfase en zal door de compressor 6 op hogere druk gebracht worden, vervolgens in de condensor 7 afgekoeld en gecondenseerd worden.
Het vloeibare, koude koelmiddel zal vervolgens door het expansieventiel 8 geëxpandeerd worden en verder afkoelen, alvorens het naar de verdamper 3 gestuurd wordt om daar de te drogen lucht af te koelen.
Het koelmiddel zal onder invloed van warmteoverdracht in de verdamper 3 opwarmen en verdampen.
Het eventuele nog aanwezig vloeibaar koelmiddel na de verdamper 3 zal door de eerste vloeistofafscheider 5 worden tegengehouden.
Met behulp van het hot gas bypassventiel 18 kan, indien nodig, een hoeveelheid koelmiddel langsheen de bypassleiding 16 volgens pijl A' over de compressor 6 worden gestuurd, zodat de koelcapaciteit van het koelcircuit 4 gevarieerd of ingesteld kan worden, rekening houdend met variaties in de belasting van de inrichting 1. Op deze manier zullen grote fluctuaties vermeden worden en kan verhinderd worden dat condensaat in de warmtewisselaar 2 bevriest omdat de lucht in de warmtewisselaar 2 te sterk wordt afgekoeld.
Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk van het koelmiddel kan verdampen, zal het expansieventiel 8 zodanig aangestuurd worden door de sturing 24 dat de juiste hoeveelheid koelmiddel geëxpandeerd wordt zodat de gewenste oververhitting van het koelmiddel wordt bekomen aan de ingang van de compressor 6 zodat het eventuele nog aanwezig vloeibare koelmiddel na de warmtewisselaar 2 kan verdampen.
De aansturing op door de sturing 24 gebeurt op basis van de metingen van de druksensor 21 en de temperatuursensor 22 van de verdamperdruk Pverdamper respectievelijk de verdampertemperatuur Tverdamper·
Meer bepaald zal de sturing 24 de gewenste oververhitting zodanig instellen om een zo laag mogelijke oververhitting te bekomen.
Doordat het meetgedeelte 23 van de temperatuursensor 22 zich in de koelmiddelstroming bevindt, zal de meting van de verdampertemperatuur Tverdamper snel en accuraat zijn. Hierdoor zal de sturing 24 snel en accuraat de oververhitting van het koelmiddel kunnen bepalen en bijgevolg het expansieventiel 8 eveneens snel en accuraat kunnen aansturen. Hierdoor is er slechts een beperkte veiligheidsmarge ten opzichte van het verzadigingspunt van het koelmiddel nodig, waarbij het koelmiddel bij voorkeur minder dan 15°C oververhit is, beter nog minder dan 10 °C oververhit is.
Dit heeft als gevolg dat de compressor een lagere uitlaattemperatuur heeft waardoor het koelsysteem efficiënter is en er energie bespaard kan worden.
In figuur 3 is schematisch een T-s diagram weergegeven van het koelmiddel freon R404a. Er zijn drie zones te onderscheiden: in zone I is het koelmiddel vloeibaar, in zone II is het koelmiddel zowel gasvormig als vloeibaar en in zone III is het koelmiddel gasvormig.
De weergegeven cyclus V-W-X-Y-Z geeft de koelcyclus van het koelmiddel weer dat het koelmiddel doorloopt wanneer het doorheen het koelcircuit 4 stroomt. De weergegeven curve pv geldt bij de verdamperdruk pverdamper = Pv en de weergegeven curve pc geldt bij de compressordruk p = pc.
Na de compressor bevindt het koelmiddel zich in het punt Z van figuur 3 en is het gasvormig en heeft het een druk pc en een temperatuur Tz.
Wanneer het dan vervolgens door de condensor 7 stroomt zal het afkoelen tot een temperatuur Tv, waarbij het koelmiddel vloeibaar is. Hierbij wordt de curve pc gevolgd van het punt Z tot het punt V.
Wanneer het koelmiddel door het expansieventiel 8 stroomt zal het expanderen tot een druk pv. Het koelmiddel doorloopt hierbij de koelcyclus van het punt V tot het punt W, gelegen in zone II.
In de verdamper 3 zal het koelmiddel warmte opnemen, waardoor het aanwezige vloeibare koelmiddel zal verdampen. Het koelmiddel zal hierbij de curve pv doorlopen naar rechts toe, in de richting van het punt X.
Wanneer dit zogenaamde verzadigingspunt X bereikt is, overeenkomend met de temperatuur Tx zal al het vloeibare koelmiddel verdampt zijn.
Om ervoor te zorgen dat de compressor 6 beschermd is tegen het mogelijk kunnen aanzuigen van vloeibaar koelmiddel, moet ervoor gezorgd worden dat het koelmiddel in de verdamper 3 genoeg warmte kan opnemen zodat het op de curve pv voorbij het punt X kan geraken, bijvoorbeeld tot in het punt Y overeenkomend met een temperatuur TY. Met andere woorden, het koelmiddel bevindt zich dan in de zone III en is dus gasvormig en oververhit.
De sturing 24 zal in dit geval door het gepast aansturen van het expansieventiel 8 een oververhitting kunnen instellen tot de temperatuur TY met een veiligheidsmarge van maximaal 15°C ten opzichte van Tx aangezien de meting van de oververhitting van het koelmiddel snel en accuraat kan gebeuren waardoor slechts een kleine veiligheidsmarge nodig is.
Inderdaad, doordat de temperatuursmeting van de verdampertemperatuur Tv accuraat en snel is, kan de sturing 20 ook snel de oververhitting van het koelmiddel bepalen en op basis hiervan het expansieventiel 8 aansturen zodat de gewenste oververhitting van het koelmiddel behouden kan blijven.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een dergelijke werkwijze en inrichting volgens de uitvinding kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Claims (12)
- Conclusies .1. - Werkwijze voor het koeldrogen van een gas waarbij waterdamp uit het gas wordt gecondenseerd, door het gas doorheen het secundair gedeelte (10) van een warmtewisselaar (2) te leiden waarvan het primair gedeelte de verdamper (3) vormt van een gesloten koelcircuit (4) waarin een koelmiddel kan circuleren door middel van een compressor (6) die in het koelcircuit na de verdamper (3) is opgesteld en die gevolgd wordt door een condensor (7) en een expansiemiddel (8) waardoorheen het koelmiddel kan circuleren, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: - het opmeten van de verdampertemperatuur (Tverdamper) ; - het aansturen van het expansiemiddel (8) op basis van de gemeten verdampertemperatuur (Tverdamper) ; daardoor gekenmerkt dat de verdampertemperatuur (Tv) rechtstreeks wordt gemeten in de stroming van het koelmiddel.
- 2. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat naast de verdampertemperatuur (Tverdamper) ook de verdamperdruk (Pverdamper) wordt gemeten en dat het expansiemiddel (8) wordt aangestuurd op basis van de verdampertemperatuur (Tverdamper) en de verdamperdruk (Pverdamper) , waarbij de verdampertemperatuur (Tverdamper) en de verdamperdruk (Pverdamper) op dezelfde locatie in het koelcircuit (4) worden gemeten.
- 3. - Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het expansiemiddel (8) wordt aangestuurd om een gewenste oververhitting van het koelmiddel aan de ingang van de compressor (6) te bekomen.
- 4. - Werkwijze volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het expansiemiddel (8) een elektronisch expansieventiel (8) is dat wordt aangestuurd in functie van de gemeten verdampertemperatuur (Tverdamper) en verdamperdruk (pverdamper) voor het bekomen van de gewenste oververhitting.
- 5. - Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de gewenste oververhitting wordt ingesteld in een sturing (24) die is ingesteld om een zo laag mogelijke oververhitting te realiseren, waarbij het koelmiddel bij voorkeur minder dan 15°C oververhit is, beter nog minder dan 10°C oververhit is.
- 6. - Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het te drogen gas afkomstig is van een compressor.
- 7. - Inrichting voor het koeldrogen van een gas waarbij waterdamp uit het gas wordt gecondenseerd door het koelen van het gas, welke inrichting (1) is voorzien van een warmtewisselaar (2) met een secundair gedeelte (10) waar het te drogen gas doorheen wordt geleid voor het koelen van het gas en met een primair gedeelte dat de verdamper (3) vormt van een gesloten koelcircuit (4) waarin een koelmiddel kan circuleren, waarbij het koelcircuit (4) na de verdamper (3) achtereenvolgens een compressor (6) omvat voor de circulatie van het koelmiddel, een condensor (7) en een expansiemiddel (8) waardoorheen het koelmiddel kan circuleren, waarbij middelen (19) voorzien zijn om de verdampertemperatuur (Tverdamper) te bepalen, waarbij de voornoemde middelen (19) verbonden zijn met een sturing (24) voor het aansturen van het expansiemiddel (8), daardoor gekenmerkt dat de middelen (19) om de verdampertemperatuur (Tverdamper) te meten minstens met een meetgedeelte (23) rechtstreeks in de stroming van het koelmiddel zijn aangebracht.
- 8. - Inrichting volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat er middelen (20) voorzien zijn om de verdamperdruk (Pverdamper) te bepalen welke zich op dezelfde locatie in het koelcircuit (4) bevinden als de middelen (19) om de verdampertemperatuur (Tverdamper) te bepalen, waarbij de voornoemde middelen (20) verbonden zijn met de sturing (24) voor het aansturen van het expansiemiddel (8) op basis van de gemeten verdampertemperatuur (Tverdamper) en de verdamperdruk (pVerdamPer) ·
- 9. - Inrichting volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de sturing (24) zodanig is dat het expansiemiddel (8) wordt aangestuurd om een gewenste oververhitting van het koelmiddel aan de ingang van de compressor (6) te bekomen.
- 10. - Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het expansiemiddel (8) een elektronisch expansieventiel (8) is, waarbij de sturing (24) zodanig is dat het elektronisch expansieventiel (8) wordt aangestuurd in functie van de gemeten verdampertemperatuur (Tverdamper) en verdamperdruk (pVerdamPer) voor het bekomen van de gewenste oververhitting.
- 11. - Inrichting volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de sturing (24) de gewenste oververhitting instelt om een zo laag mogelijke oververhitting te realiseren, waarbij het koelmiddel bij voorkeur minder dan 15°C oververhit is, beter nog minder dan 10°C oververhit is.
- 12. - Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 7 tot 11, daardoor gekenmerkt dat het te drogen gas afkomstig is van een compressor.
Priority Applications (11)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2014/0348A BE1021838B1 (nl) | 2014-05-09 | 2014-05-09 | Werkwijze en inrichting voor het koeldrogen van een gas |
DK15738818.2T DK3140025T3 (en) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | Method and device for cool-drying a gas with circulating cooling liquid with bypass line |
PL15738818T PL3140025T3 (pl) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | Sposób i urządzenie z linią obejściową do osuszania kondensacyjnego gazu za pomocą krążącej cieczy chłodzącej |
HUE15738818A HUE042003T2 (hu) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | Eljárás és készülék gáznak keringõ hûtõfolyadékkal és kerülõvezeték alkalmazásával történõ hûtve szárítására |
EP15738818.2A EP3140025B1 (en) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | Method and device for cool-drying a gas with circulating cooling liquid with bypass line |
PCT/BE2015/000019 WO2015168755A1 (en) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | Method and device for cool-drying a gas with circulating cooling liquid with bypass line |
TR2019/02408T TR201902408T4 (tr) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | Baypas hattı vasıtasıyla, dolaşan soğutma sıvısı ile bir gazın soğutularak kurutulmasına yönelik yöntem ve cihaz. |
CN201580024229.1A CN106457131B (zh) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | 使气体冷却干燥的方法和装置 |
US15/308,982 US10232309B2 (en) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | Method and device for cool-drying a gas with circulating cooling liquid with bypass line |
ES15738818T ES2715424T3 (es) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | Método y dispositivo para el secado en frío de un gas con líquido de enfriamiento circulante con línea de derivación |
PT15738818T PT3140025T (pt) | 2014-05-09 | 2015-05-04 | Método e dispositivo para secar a frio um gás com fluido de refrigeração circulante com linha de derivação |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2014/0348A BE1021838B1 (nl) | 2014-05-09 | 2014-05-09 | Werkwijze en inrichting voor het koeldrogen van een gas |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1021838B1 true BE1021838B1 (nl) | 2016-01-21 |
Family
ID=51302571
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2014/0348A BE1021838B1 (nl) | 2014-05-09 | 2014-05-09 | Werkwijze en inrichting voor het koeldrogen van een gas |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1021838B1 (nl) |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6330909B1 (en) * | 1998-10-23 | 2001-12-18 | Denso Corporation | Vehicle air conditioning system |
US20020174665A1 (en) * | 2001-04-20 | 2002-11-28 | Pritchard Brian W. | Variable evaporator control for a gas dryer |
EP1275917A2 (en) * | 2001-07-12 | 2003-01-15 | Carel S.p.A. | Device for limiting the condensation pressure in a refrigerating machine |
EP1965160A2 (de) * | 2007-03-02 | 2008-09-03 | STIEBEL ELTRON GmbH & Co. KG | Verfahren zum Steuern einer Kompressionskälteanlage und eine Kompressionskälteanlage |
DE102007015185A1 (de) * | 2007-03-29 | 2008-10-02 | Valeo Klimasysteme Gmbh | Klimaanlage, insbesondere für ein Kraftfahrzeug |
US20110138825A1 (en) * | 2008-01-17 | 2011-06-16 | Carrier Corporation | Carbon dioxide refrigerant vapor compression system |
WO2013084501A1 (ja) * | 2011-12-09 | 2013-06-13 | ダイキン工業株式会社 | コンテナ用冷凍装置 |
WO2014019033A1 (en) * | 2012-08-03 | 2014-02-06 | Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap | Cooling circuit, dry cooling installation and method for controlling the cooling circuit |
-
2014
- 2014-05-09 BE BE2014/0348A patent/BE1021838B1/nl active
Patent Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6330909B1 (en) * | 1998-10-23 | 2001-12-18 | Denso Corporation | Vehicle air conditioning system |
US20020174665A1 (en) * | 2001-04-20 | 2002-11-28 | Pritchard Brian W. | Variable evaporator control for a gas dryer |
EP1275917A2 (en) * | 2001-07-12 | 2003-01-15 | Carel S.p.A. | Device for limiting the condensation pressure in a refrigerating machine |
EP1965160A2 (de) * | 2007-03-02 | 2008-09-03 | STIEBEL ELTRON GmbH & Co. KG | Verfahren zum Steuern einer Kompressionskälteanlage und eine Kompressionskälteanlage |
DE102007015185A1 (de) * | 2007-03-29 | 2008-10-02 | Valeo Klimasysteme Gmbh | Klimaanlage, insbesondere für ein Kraftfahrzeug |
US20110138825A1 (en) * | 2008-01-17 | 2011-06-16 | Carrier Corporation | Carbon dioxide refrigerant vapor compression system |
WO2013084501A1 (ja) * | 2011-12-09 | 2013-06-13 | ダイキン工業株式会社 | コンテナ用冷凍装置 |
EP2792970A1 (en) * | 2011-12-09 | 2014-10-22 | Daikin Industries, Ltd. | Container refrigeration device |
WO2014019033A1 (en) * | 2012-08-03 | 2014-02-06 | Atlas Copco Airpower, Naamloze Vennootschap | Cooling circuit, dry cooling installation and method for controlling the cooling circuit |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP2018531360A (ja) | 浸水状態における蒸気圧縮システムを制御する方法 | |
JP2018531360A6 (ja) | 浸水状態における蒸気圧縮システムを制御する方法 | |
BE1019009A3 (nl) | Inrichting en wekwijze voor het koeldrogen. | |
JP2010007975A (ja) | エコノマイザーサイクル冷凍装置 | |
US10232309B2 (en) | Method and device for cool-drying a gas with circulating cooling liquid with bypass line | |
RU2700057C2 (ru) | Подогреватель жидкости испарителя для уменьшения заряда хладагента | |
CN104697234A (zh) | 制冷剂循环系统以及其控制方法 | |
JP2016031211A (ja) | ターボ冷凍機及びその制御装置並びにその制御方法 | |
BE1017362A3 (nl) | Werkwijze voor het koeldrogen. | |
JP2007139244A (ja) | 冷凍装置 | |
EP3023711A1 (en) | Energy control for vapour injection | |
BE1022137B1 (nl) | Werkwijze voor het koeldrogen van een gas | |
EP2881685B1 (en) | Container refrigeration device and control method thereof | |
BE1021855B1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het koeldrogen van een gas | |
DK2902728T3 (en) | Automatic detection of refrigerant fill levels in refrigeration circuits | |
BE1021838B1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het koeldrogen van een gas | |
KR101589807B1 (ko) | 히트펌프 냉각기 | |
BE1021883B1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het koeldrogen van een gas | |
BE1021844B1 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het koeldrogen van een gas | |
KR101297382B1 (ko) | 자동 제어 냉각 장치 | |
BE1021900B1 (nl) | Werkwijze voor het koeldrogen van een gas. | |
JP7098513B2 (ja) | 環境形成装置及び冷却装置 | |
KR950033308A (ko) | 냉매가열식 냉난방장치 | |
EP2242966A1 (en) | Method of controlling a heat-rejection heat exchanging side of a refrigerant circuit |