BE1021534B1

BE1021534B1 - Veiligheidsleuning voor steiger uit composietmateriaal

Info

Publication number: BE1021534B1
Application number: BE2013/0579A
Authority: BE
Original assignee: Afix Group Nv
Priority date: 2013-09-05
Filing date: 2013-09-05
Publication date: 2015-12-09

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bieden van een veiligheidsleuning voor steigeretages van een steiger omvattende staanders, liggers en vloerplaten, waarbij genoemde inrichting een longitudinaal lichaam met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde omvat, waarbij: (i) genoemd longitudinaal lichaam twee of meerdere buizen omvat dewelke telescopisch gelagerd zijn, en (ii) genoemde uiteinden geschikt zijn om te connecteren met een staander via aansluitinrichtingen, waarbij minstens één buis minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een composietmateriaal.

Description

VEILIGHEIDSLEUNING VOOR STEIGER UIT COMPOSIETMATERIAAL TECHNISCH VELD

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting, dienst doende als een veiligheidsleuning voor steigeretages. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het voorzien van veiligheidsleuningen of vangrails op een bovenliggende verdieping of etage voor het verzekeren van de veiligheid van operatoren dewelke op bovenliggende etage werkzaamheden uitvoeren.

ACHTERGROND

Steigers zijn algemeen bekend als een buizengestel bestaande uit horizontale elementen of liggers, opstaande of verticale elementen of staanders, leuningen en vloerplaten dewelke met de nodige verbindingsmiddelen of aansluitinrichtingen onderling verbonden zijn. Steigers worden gebruikt om op een relatief eenvoudige en veilige manier hoogtewerken te kunnen uitvoeren.

Een belangrijk aspect bij het opstellen of monteren van een steiger is echter het verzekeren van de veiligheid van de operatoren dewelke een nieuwe, hoogste etage opstellen. Dit wordt algemeen bewerkstelligd door het voorzien van een tijdelijke, afneembare leuning of vangrail. Van zodra een tijdelijke leuning is voorzien op een bovenliggende verdieping, kunnen een of meerdere liggers en vloerplaten voor deze verdieping worden voorzien. Vervolgens voorzien de operatoren een of meerdere permanente leuningen op de bovenliggende verdieping om tot slot de tijdelijke leuning van de steiger los te maken en naar de hoogste etage over te brengen om aldus te dienen als leuning voor een nieuwe aan te leggen etage.

Een belangrijk aspect daarbij is dat de tijdelijke leuningen telescopisch gelagerd zijn. Dit laat toe om een verticaal lid van de tijdelijke leuning dewelke aan de betreffende tijdelijke, telescopische leuning is gekoppeld op een hoofdzakelijk verticale wijze naar de bovenliggende verdieping te verplaatsen, waarbij de lengte van de tijdelijke leuningen automatisch wordt aangepast naargelang de afstand tussen de twee connectiepunten op de respectievelijke verticale leden.

Dit wordt bijvoorbeeld geïllustreerd in EP 1 571 275. EP 1 571 275 beschrijft een steiger voor gebouwen dewelke in meerdere etages wordt gebouwd. Daarbij wordt elke etage ondersteund door de vorige etage. De techniek van EP 1 571 275 wordt weergegeven in Figuur 1. Deze figuur geeft aan dat een leuning in het vlak parallel op het frame van de steiger wordt aangebracht. Op de aanhechtingspunten is genoemde leuning losmaakbaar verbonden met de steiger. Aldus kan de parallelle leuning losgemaakt worden en naar een bovenliggende verdieping worden doorgeschoven van zodra een permanente leuning, horizontale liggers en vloerplaten zijn voorzien op de nieuwe verdieping.

Daarbij dient te worden opgemerkt dat in bovenstaande casus een tijdelijke leuning wordt voorzien dewelke parallel aan het vlak van de steiger wordt opgezet. Daarbij wordt de tijdelijke leuning via klemmen en eventueel vergrendelsystemen transitoir, dus demonteerbaar, gemonteerd. Hoewel dergelijke systemen een tijdelijke leuning voorzien, zijn er een aantal belangrijke tekortkomingen.

Zo zijn de tijdelijke leuning, hoewel verbonden met de steiger, niet bestand tegen al te grote aanvaringen. Dit wordt doorgaans geremedieerd door het monteren van extra vergrendelelementen. Dergelijke relatief complexe vergrendelelementen zijn echter moeilijk in gebruik, verhogen de kostprijs en zijn daarenboven vaak het onderwerp van mechanische defecten, wat dan weer leidt tot procesonderbrekingen tijdens de constructie van de steiger. De tijd nodig voor het monteren van de steiger heeft een sterke invloed op de arbeidskost en elk tijdsverlies wordt dan ook bij voorkeur vermeden. Minstens even belangrijk als bovengenoemde tekortkomingen, is het feit dat dergelijke transitoire voorzieningen aanleiding geven tot bijkomende processtappen gelieerd aan het plaatsen en verplaatsen van genoemde tijdelijke leuning.

Daarnaast worden veiligheidsleuningen volgens de stand der techniek vervaardigd uit een metaal, zoals bijvoorbeeld aluminium of roestvrij staal. Gezien deze leuningen op een aanzienlijke hoogte moeten worden gebracht en door een operator moeten worden gehanteerd, is het relatief grote gewicht van dergelijke leuningen een factor dewelke het monteerproces zeer tijds- en arbeidsintensief maken.

SAMENVATTING

Tot dit doel verschaft de uitvinding volgens een eerste aspect een inrichting voor het bieden van een veiligheidsleuning voor steigeretages van een steiger omvattende staanders, liggers en vloerplaten, waarbij genoemde inrichting een longitudinaal lichaam met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde omvat, waarbij: - genoemd longitudinaal lichaam twee of meerdere buizen omvat dewelke telescopisch gelagerd zijn, en - genoemde uiteinden geschikt zijn om te connecteren met een staander via aansluitinrichtingen.

In het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting zoals beschreven in voorgaande paragraaf, waarbij minstens één buis minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een composietmateriaal.

Enkele van de voordelen van de uitvinding, zijn dat genoemde buizen een relatief licht soortelijk gewicht hebben, waardoor het totale gewicht van de veiligheidsleuningen lager is. Dit biedt een significant voordeel bij het monteren van de steiger, doordat het optillen van een of meerdere buizen volgens de uitvinding tot op de hoogte van de te monteren etage een beduidend minder energie- en arbeidsintensief proces is; doordat het manipuleren van de veiligheidsleuningen door een operator eenvoudiger is, wat uiteindelijk resulteert in een aanzienlijke tijdsbesparing; doordat de mechanische en structurele stabiliteit van de steiger verhoogt; en/of doordat de benodigde energie voor transport van de veiligheidsleuningen naar de locatie van gebruik verlaagt.

In een tweede aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een steiger met steigeretages omvattende staanders, liggers, vloerplaten en een of meerdere inrichtingen voor het bieden van een veiligheidsleuning voor genoemde steigeretages, waarbij genoemde inrichtingen een longitudinaal lichaam met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde omvatten, waarbij: - genoemd longitudinaal lichaam twee of meerdere buizen omvat dewelke telescopisch gelagerd zijn, en - genoemde uiteinden geschikt zijn om te connecteren met een staander via aansluitinrichtingen omvattende.

In het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een steiger zoals beschreven in voorgaande paragraaf, waarbij minstens één buis minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een composietmateriaal.

Enkele van de voordelen van bovengenoemd aspect zijn dat het totale gewicht van de steiger lager is. Dit biedt een significant voordeel bij het monteren van de steiger, doordat het monteren van de steiger een beduidend minder energie- en arbeidsintensief proces is; doordat het manipuleren van de veiligheidsleuningen door een operator eenvoudiger is, wat uiteindelijk resulteert in een aanzienlijke tijdsbesparing; doordat de mechanische en structurele stabiliteit van de steiger verhoogt; en/of doordat de benodigde energie voor transport van de steiger naar de locatie van gebruik verlaagt.

In een derde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het maken van een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende de stappen van, in willekeurige volgorde: - het vervaardigen van twee of meerdere buizen met verschillende diameter; - het telescopisch lageren van twee of meerdere buizen waarbij de binnendiameter van de buitenste buis groter is dan de buitendiameter van de binnenste buis; - het voorzien van een aansluitinrichting geschikt om te connecteren met een staander aan een uiteinde van genoemde binnenste en buitenste buis.

In het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze zoals beschreven in voorgaande paragraaf, waarbij minstens één buis minstens gedeeltelijk wordt vervaardigd door (i) het impregneren van minstens één vezelmateriaal in een liquide polymeer, daardoor bekomende een polymeer-vezel complex; (ii) het vormen van genoemde polymeer-vezel complex in de vorm van een buis; en (iii) het uitharden van genoemde polymeer-vezel complex, daardoor bekomende een buis dewelke minstens gedeeltelijk uit composietmateriaal is vervaardigd.

Enkele van de voordelen van genoemde werkwijze zijn dat bestaande installaties kunnen worden aangewend voor het produceren van de buis, en bijgevolg van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, en dat de techniek een optimale keuze van vezel en polymeer toelaat. Daarenboven biedt deze techniek een hoge doorloopsnelheid, waardoor grote volumes kunnen worden geproduceerd met constante producteigenschappen. Dit laat toe een hoge kwaliteit van de buizen te garanderen, wat noodzakelijk is voor de toepassing als gebruik in een veiligheidsleuning.

In een vierde aspect voorziet de onderhavige uitvinding in een gebruik van een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding in een steiger.

De expliciete karakteristieken, voordelen en objectieven van de onderhavige uitvinding zullen verder duidelijk worden voor de vakman in het technisch veld van de uitvinding na lezen van de hier volgende gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvorm van de uitvinding en van de figuren hierin bijgesloten. De figuren dienen daartoe de uitvinding verder toe te lichten, zonder daarbij de omvang van de uitvinding te beperken.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 is een schematische weergave van een karakteristieke deel-stap van een werkwijze volgens de stand der techniek voor het monteren van een steiger waarbij een tijdelijke leuning wordt voorzien voor de bovenliggende etage.

Figuur 2 toont de verschillende onderdelen van een steiger volgens de onderhavige uitvinding tijdens de verschillende fasen van de opbouw van de steiger. Hierbij worden de definitieve leuningen voorzien voor de bovenliggende etage. Figuur 2A toont in perspectief een detail van een staander (2) met aanduiding van vier schijfvormige connectiepunten (6) voor het connecteren van een leuning (4, 5, 7, 8) en/of een ligger (1). Figuur 2B is een detailweergave van een leuning (4, 5, 7, 8) volgens de onderhavige uitvinding waarbij de leuning bestaat uit twee concentrische buizen dewelke telescopisch gelagerd zijn en aan beide uiteinden voorzien zijn van aansluitingsinrichtingen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

De term "verdieping" is synoniem voor de term "verdiep" en "etage" en duidt op de ruimte dewelke wordt ingesloten door De hoogte van de verdieping stemt overeen met de hoogte van de staanders, de breedte van de verdieping stemt overeen met de lengte van de dwarse liggers. De term "bestaande verdieping" is synoniem voor de term "reeds gemonteerde verdieping" en duidt op de cellen van de verdieping dewelke reeds zijn gemonteerd. De term "bovenliggende verdieping" is synoniem voor de term "nog te monteren verdieping" en duidt op de verdieping onmiddellijk boven de bestaande verdieping.

De term "staander" duidt op een longitudinale staaf, bij voorkeur in de vorm van een cilindrische, bij voorkeur holle, buis met aan de onderkant voorzieningen dewelke complementair zijn met voorzieningen aan de bovenkant van een tweede staander dewelke identiek is aan genoemde staander. Aldus is genoemde staander geschikt om te worden gepositioneerd op een tweede, identieke staander. Op twee of meerdere hoogten is de staander voorzien van voorzieningen of aansluitinrichtingen om liggers te connecteren aan de staanders.

De term "ligger" duidt op een longitudinale staaf, bij voorkeur in de vorm van een cilindrische, bij voorkeur holle, buis met aan beide uiteinden voorzieningen om de ligger te connecteren aan de staanders.

De term "cel" duidt op de ruimte van een verdieping die wordt ingesloten tussen twee paar opeenvolgende staanders. De lengte van een cel wordt bepaald door de lengte van de liggers in de lengterichting van de steiger.

De term "leuning" is synoniem voor "leuningbalk", "vangrail", "veiligheidsleuning", "veiligheidsbalk" en "veiligheidsrail", en duidt op een of meerdere buizen dewelke in de lengterichting van de cellen zijn voorzien opdat een operator werkzaam op de verdieping verhinderd wordt buiten de cel van de steiger te bewegen.

De huidige uitvinding kadert bij voorkeur binnen een werkwijze voor het monteren van een steiger omvattende twee of meerdere etages, elke etage omvattende staanders, liggers, vloerplaten en leuningen, waarbij de veiligheidsleuning van een bovenliggende, nog te monteren etage wordt gemonteerd door een operator op een bestaande etage dewelke reeds voorzien is van veiligheidsleuningen, omvattende de stappen van: - het positioneren van een eerste staander op een staander van een bestaande etage, - het connecteren van een of meerdere veiligheidsleuningen via een eerste uiteinde aan genoemde eerste staander, - het connecteren van een of meerdere veiligheidsleuningen via een, van het eerste uiteinde afgekeerde, tweede uiteinde aan een nog te positioneren tweede staander, - het positioneren van genoemde tweede staander op een staander van een bestaande etage, waarbij tijdens het positioneren van genoemde tweede staander op een staander van een reeds bestaande etage de lengteas van genoemde tweede staander in hoofdzaak parallel is aan de lengteas van genoemde eerste staander en dat hun onderlinge afstand wordt gewijzigd.

Dit biedt als voordeel dat de leuningen voor de nog te construeren bovenliggende etage worden voorzien vooraleer vloerplaten voor de bovenliggende verdieping worden gemonteerd. Daardoor zal een operator dewelke op genoemde bovenliggende verdieping werkzaam is reeds beschermd worden door deze veiligheidsleuningen. Bijgevolg dient de operator geen bijkomende beschermingsmaatregelen te treffen. Eveneens dient geen tijdelijke leuning te worden gemonteerd en, bij het verder bouwen van een nieuwe bovenliggende etage, te worden gedemonteerd. Dit monteren en demonteren van een tijdelijke vangrail of leuning is een tijds- en arbeidsintensief proces.

De onderhavige uitvinding zoekt echter een veiligheidsleuning dewelke voor voornoemde werkwijze aanwendbaar is en daarenboven een relatief licht soortelijk gewicht heeft, een hoge mechanische sterkte en stabiliteit heeft, roestvrij en duurzaam is en flexibel in operationeel gebruik. Bij voorkeur voorziet de onderhavige uitvinding in een integrale, collectieve beveiliging, waardoor het dragen van een persoonlijke veiligheidsriem niet langer noodzakelijk is.

Figuur 2 toont de verschillende, geselecteerde onderdelen van een steiger volgens de onderhavige uitvinding. Andere onderdelen van de steiger worden niet in detail besproken, maar er wordt aangenomen dat deze analoog zijn aan wat bekend is voor de vakman in het technisch veld van steigerbouw, tenzij dit om evidente en/of aangegeven redenen niet zo is.

Figuur 2A toont in perspectief een staander dewelke in een steiger wordt aangewend. De staander (2) omvat een longitudinaal element met vier schijfvormige connectiepunten (6) voor het connecteren van een veiligheidsleuning en/of een ligger. Genoemde schijfvormige connectiepunten zijn voorzien van meerdere openingen in de schijf voor het lageren van een pen voorzien aan het uiteinde van een leuning (7, 8). Aan de bovenzijde is genoemde staander (2) voorzien van een positieve uitsparing voor het positioneren van een staander voor een bovenliggende etage en aan de onderzijde is genoemde staander (2) voorzien van een negatieve uitsparing voor het positioneren van genoemde staander (2) op een staander van een reeds bestaande etage.

Figuur 2B is een detailweergave van een voorkeursuitvoering van een veiligheidsleuning volgens de onderhavige uitvinding waarbij de leuning bestaat uit twee telescopisch gelagerde, concentrische buizen. Aan de uiteinden is genoemde leuningen voorzien van een aansluitinrichting hetwelke draaibaar ten opzichte van het uiteinde van de leuning is gelagerd en een pen omvat dewelke in genoemde openingen van de connectiepunten van de overeenkomstige staander kunnen worden gelagerd.

In het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting zoals beschreven in voorgaande paragraaf, waarbij minstens één buis minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een composietmateriaal. Daarbij is genoemde inrichting bedoeld om te worden aangewend als veiligheidsleuning.

Doordat genoemde een of meerdere buizen minstens gedeeltelijk vervaardigd zijn uit composietmateriaal, hebben genoemde buizen een relatief licht soortelijk gewicht. Daardoor is het totale gewicht van de veiligheidsleuningen lager. Dit biedt een significant voordeel bij het monteren van de steiger daar het optillen van een of meerdere buizen volgens de uitvinding tot op de hoogte van de te monteren etage een beduidend minder energie- en arbeidsintensief proces is. Hiervoor biedt de onderhavige uitvinding een ergonomische oplossing waardoor uitval van het arbeidsproces van de operator aanzienlijk kan worden gereduceerd. Doordat het gewicht lichter is, is eveneens het manipuleren van de veiligheidsleuningen door een operator eenvoudiger, wat uiteindelijk resulteert in een aanzienlijke tijdsbesparing. Een relatief lichter gewicht van de veiligheidsleuningen resulteert in een lichter gewicht van de steiger. Dit biedt voordelen betreffende de mechanische en structurele stabiliteit van de steiger, wat voornamelijk voordelig is bij hoogtebouw. Een bijkomend voordeel van het relatief lichte gewicht van een veiligheidsleuning, en bijgevolg van de steiger als geheel, volgens de uitvinding is het verminderde energieverbruik bij transport van de steiger naar de locatie van gebruik.

Bij voorkeur is genoemde inrichting omvat uit 2 tot 5 telescopisch gelagerde buizen. Dit biedt als voordeel dat de totale lengte van de veiligheidsleuning in de kortste, in elkaar geschoven toestand relatief korter is dan een veiligheidsleuning uit één buis. Dit biedt onder meer een voordeel betreffende het kleiner volume van de veiligheidsleuningen bij het transporteren van de veiligheidsleuningen naar de locatie van gebruik. Een hoger aantal telescopisch gelagerde buizen is mogelijk, maar leidt tot een bijkomende complexiteit bij constructie, en bijgevolg dus ook een hogere kostprijs. Meer bij voorkeur is genoemde inrichting omvat uit 2 of 3 telescopische gelagerde buizen, meest bij voorkeur uit 2 telescopisch gelagerde buizen.

Bij voorkeur zijn genoemde veiligheidsleuningen uit telescopisch gelagerde buizen dewelke voor meer dan 40 gewichts-% omvat zijn uit een composietmateriaal, meer bij voorkeur voor meer dan 70 gewichts-%, nog meer bij voorkeur voor meer dan 90 gewichts-%, meest bij voorkeur voor 95 gewichts-%, 96 gewichts-%, 97 gewichts-%, 98 gewichts-%, 99 gewichts-% of 100 gewichts-% of elke waarde daar tussenin.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij twee buizen telescopisch gelagerd zijn en minstens gedeeltelijk zijn vervaardigd uit een composietmateriaal.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd composietmateriaal minstens een polymeer en een vezelmateriaal omvat.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd polymeer geselecteerd is uit de groep omvattende: polyester, vinylester, epoxyhars, formaldehydehars en polyurethaan.

Genoemde polymeren zijn bij voorkeur geschikt omdat ze verwerkbaar zijn voor het produceren van een veiligheidsleuning volgens gekende procedures en met gekende industriële installaties. Het polymeer biedt samenhang aan het vezelmateriaal, waardoor de veiligheidsleuning zijn structuur en sterkte behoudt.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd vezelmateriaal geselecteerd is uit de groep omvattende: kunstmatige vezels zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, glasvezel, koolstofvezel, basaltvezel, aramidevezel en natuurlijke vezels zoals bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot, bamboovezel, jutevezel, kenafvezel, hennepvezel, vlasvezel.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd vezelmateriaal geselecteerd is uit de groep omvattende: glasvezel, koolstofvezel, vlasvezel.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd composietmateriaal multi-directioneel verstevigd is.

Bij voorkeur is genoemd composietmateriaal verstevigd met vezels, waarbij de vezel hoofdzakelijk in de lengterichting van de buizen is gelegen. Dit biedt als voordeel dat genoemde buizen een hoge treksterkte hebben in de longitudinale richting.

Bij voorkeur is genoemd composietmateriaal verstevigd met vezels, waarbij de vezel in de dwarsrichting van de buizen is gelegen. Dit biedt als voordeel dat genoemde buizen een hoge treksterkte hebben in de richting dwars of loodrecht op de longitudinale as van de buizen.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemd composietmateriaal hoofdzakelijk in de longitudinale en dwarse richting is verstevigd.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde twee of meerdere buizen niet draaibaar omheen de lengteas van de buizen zijn gelagerd.

Dit biedt als voordeel dat de aansluitinrichtingen dewelke zijn voorzien aan de beide uiteinden van de inrichting steeds in de geschikte oriëntatie worden voorzien, wat het operationele gebruiksgemak verhoogt en bijgevolg ook de montagesnelheid.

Dit kan worden verwezenlijkt door middel van een positieve of respectievelijk negatieve uitsparing in de lengterichting van de inrichting aan de binnenzijde van een buitenste buis met een corresponderende negatieve of respectievelijk positieve uitsparing in de lengterichting van de inrichting aan de buitenzijde van een binnenste buis, waarbij voornoemde uitsparingen in elkaar gelagerd zijn.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde twee of meerdere buizen een niet-ronde doorsnede hebben, bij voorkeur een ellipsvormige doorsnede.

Dit biedt als voordeel dat genoemde twee of meerdere buizen niet draaibaar omheen de lengteas van de buizen zijn gelagerd, zodat de aansluitinrichtingen dewelke zijn voorzien aan de beide uiteinden van de inrichting steeds in de geschikte oriëntatie worden voorzien, wat het operationele gebruiksgemak verhoogt en bijgevolg ook de montagesnelheid. Het voorzien van een niet-ronde doorsnede van de buizen is een eenvoudiger te realiseren alternatief voor de uitvoeringsvorm met een positieve en corresponderende negatieve uitsparing. Daarenboven leidt het voorzien van een uitsparing aan de buizen tot een verlaagde sterkte en verhoogde kans op falen ten gevolge van microscopische defecten.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde twee of meerdere buizen een treksterkte hebben van minstens 240 MPa, gemeten volgens ISO 527.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde twee of meerdere buizen een treksterkte hebben tussen 240 MPa en 2000 MPa, gemeten volgens ISO 527.

Bij voorkeur is genoemde treksterkte gelegen tussen 300 MPa en 1000 MPa, meer bij voorkeur tussen 350 MPa en 800 MPa, nog meer bij voorkeur tussen 400 MPa en 600 MPa, meest bij voorkeur is genoemde treksterkt 400 MPa, 450 MPa, 500 MPa, 550 MPa, 600 MPa of elke waarde daar tussenin gelegen.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een inrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij genoemde aansluitinrichtingen vervaardigd zijn een uit roestbestendig metaal, zoals bijvoorbeeld aluminium en roestvrij staal.

Dit biedt als voordeel dat de aansluitinrichtingen een hoge hardheid en duurzaamheid hebben, wat de gebruiksduur van de inrichting verhoogt.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een steiger volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemd longitudinaal lichaam van de veiligheidsleuningen twee buizen omvat dewelke telescopisch gelagerd zijn en dewelke minstens gedeeltelijk zijn vervaardigd uit een composietmateriaal.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een steiger volgens het tweede aspect van de uitvinding, waarbij genoemd composietmateriaal minstens een polymeer en een vezelmateriaal omvat.

In het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze zoals beschreven in voorgaande paragraaf, waarbij minstens één buis minstens gedeeltelijk wordt vervaardigd door (i) het impregneren van minstens één vezelmateriaal in een liquide polymeer, daardoor bekomende een polymeer-vezel complex; (ii) het vormen van genoemde polymeer-vezel complex in de vorm van een buis; en (iii) het uitharden van genoemde polymeer-vezel complex, daardoor bekomende een buis dewelke minstens gedeeltelijk uit composietmateriaal vervaardigd is.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding, waarbij minstens één buis wordt vervaardigd in een pultrusie proces.

Pultrusie, synoniem voor profieltrekken, is een vormgevingstechniek waarbij een vezel via geleidingsrollen door een bad met een polymeer of hars wordt geleid, en vervolgens door een matrijs wordt getrokken om in de gewenste vorm te worden gebracht. De doorsnede van de matrijs bepaalt de vorm van het profiel. Vervolgens wordt het geheel doorheen een oven geleid om de hars uit te harden.

In een voorkeursvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het derde aspect van de uitvinding, waarbij genoemd polymeer-vezel complex wordt gevormd in een buis met een niet-ronde doorsnede, bij voorkeur een ellipsvormige buis.

De verkregen buis wordt vervolgens op de geschikte lengte gebracht en buizen met verschillende diameter worden in elkaar gelagerd, waardoor een telescopisch geheel bekomen wordt. Tot slot wordt dit telescopisch geheel aan beide uiteinden voorzien van aansluitinrichtingen om te connecteren met de aansluitingen van een verticale staander, geschikt voor gebruik in een steiger.

Claims

CONCLUSIES

1. Inrichting voor het bieden van een veiligheidsleuning voor steigeretages van een steiger omvattende staanders, liggers en vloerplaten, waarbij genoemde inrichting een longitudinaal lichaam met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde omvat, waarbij: - genoemd longitudinaal lichaam twee of meerdere buizen omvat dewelke telescopisch gelagerd zijn, en - genoemde uiteinden geschikt zijn om te connecteren met een staander via aansluitinrichtingen, met het kenmerk, dat minstens één buis minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een composietmateriaal, waarbij genoemd composietmateriaal multi-directioneel verstevigd is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij twee buizen telescopisch gelagerd zijn en minstens gedeeltelijk zijn vervaardigd uit een composietmateriaal.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij genoemd composietmateriaal minstens een polymeer en een vezelmateriaal omvat.
4. Inrichting volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd polymeer geselecteerd is uit de groep omvattende: polyester, vinylester, epoxy en polyurethaan.
5. Inrichting volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd vezelmateriaal geselecteerd is uit de groep omvattende: glasvezel, koolstofvezel, vlasvezel.
6. Inrichting volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd composietmateriaal hoofdzakelijk in de longitudinale en dwarse richting is verstevigd.
7. Inrichting volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde twee of meerdere buizen niet draaibaar omheen de lengteas van de buizen zijn gelagerd.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij genoemde twee of meerdere buizen een niet-ronde doorsnede hebben, bij voorkeur een ellipsvormige doorsnede.
9. Inrichting volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde twee of meerdere buizen een treksterkte hebben van minstens 240 MPa, gemeten volgens ISO 527.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij genoemde twee of meerdere buizen een treksterkte hebben tussen 240 MPa en 2000 MPa, gemeten volgens ISO 527.
11. Inrichting volgens minstens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde aansluitinrichtingen vervaardigd zijn een uit roestbestendig metaal, zoals bijvoorbeeld aluminium en roestvrij staal.
12. Steiger met steigeretages omvattende staanders, liggers, vloerplaten en een of meerdere inrichtingen voor het bieden van een veiligheidsleuning voor genoemde steigeretages, waarbij genoemde inrichtingen een longitudinaal lichaam met een eerste uiteinde en een tweede uiteinde omvatten, waarbij: - genoemd longitudinaal lichaam twee of meerdere buizen omvat dewelke telescopisch gelagerd zijn, en - genoemde uiteinden geschikt zijn om te connecteren met een staander via aansluitinrichtingen, met het kenmerk, dat minstens één buis minstens gedeeltelijk vervaardigd is uit een composietmateriaal.
13. Steiger volgens conclusie 12, waarbij genoemd longitudinaal lichaam twee buizen omvat dewelke telescopisch gelagerd zijn en dewelke minstens gedeeltelijk zijn vervaardigd uit een composietmateriaal.
14. Steiger volgens conclusie 12 of 13, waarbij genoemd composietmateriaal minstens een polymeer en een vezelmateriaal omvat.
15. Werkwijze voor het maken van een inrichting volgens minstens één der conclusies 1-11, omvattende de stappen van, in willekeurige volgorde: - het vervaardigen van twee of meerdere buizen met verschillende diameter; - het telescopisch lageren van twee of meerdere buizen waarbij de binnendiameter van de buitenste buis groter is dan de buitendiameter van de binnenste buis; - het voorzien van een aansluitinrichting geschikt om te connecteren met een staander aan een uiteinde van genoemde binnenste en buitenste buis; met het kenmerk, dat minstens één buis minstens gedeeltelijk wordt vervaardigd door (i) het impregneren van minstens één vezelmateriaal in een liquide polymeer, daardoor bekomende een polymeer-vezel complex; (ii) het vormen van genoemde polymeer-vezel complex in de vorm van een buis; en (iii) het uitharden van genoemde polymeer-vezel complex, daardoor bekomende een buis minstens gedeeltelijk uit composietmateriaal.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij minstens één buis wordt vervaardigd in een pultrusie proces.
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij genoemd pre-hars wordt gevormd in een buis met een niet-ronde doorsnede, bij voorkeur een ellipsvormige buis.
18. Gebruik van een inrichting volgens minstens één der conclusies 1 tot 11 in een steiger.