BE1021418B1 - Klepinrichting en werkwijze voor het verhinderen van explosiepropagatie - Google Patents

Klepinrichting en werkwijze voor het verhinderen van explosiepropagatie Download PDF

Info

Publication number
BE1021418B1
BE1021418B1 BE2012/0742A BE201200742A BE1021418B1 BE 1021418 B1 BE1021418 B1 BE 1021418B1 BE 2012/0742 A BE2012/0742 A BE 2012/0742A BE 201200742 A BE201200742 A BE 201200742A BE 1021418 B1 BE1021418 B1 BE 1021418B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
closing body
valve device
flame
closed position
closing
Prior art date
Application number
BE2012/0742A
Other languages
English (en)
Inventor
Gelder Paul Alfons Leon Van
Peter Jozef Regina Maria Macken
Original Assignee
Stuvex International Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stuvex International Nv filed Critical Stuvex International Nv
Priority to US14/423,606 priority Critical patent/US9452303B2/en
Priority to EP13783222.6A priority patent/EP2888015B1/en
Priority to AU2013308339A priority patent/AU2013308339B2/en
Priority to EP13782643.4A priority patent/EP2888014B1/en
Priority to PCT/BE2013/000042 priority patent/WO2014032125A2/en
Priority to PCT/BE2013/000045 priority patent/WO2014032127A2/en
Priority to AU2013308341A priority patent/AU2013308341B2/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021418B1 publication Critical patent/BE1021418B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62CFIRE-FIGHTING
    • A62C2/00Fire prevention or containment
    • A62C2/06Physical fire-barriers
    • A62C2/12Hinged dampers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62CFIRE-FIGHTING
    • A62C4/00Flame traps allowing passage of gas but not of flame or explosion wave

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Fire-Extinguishing By Fire Departments, And Fire-Extinguishing Equipment And Control Thereof (AREA)
  • Safety Valves (AREA)
  • Lift Valve (AREA)

Abstract

Klepinrichting omvattende een behuizing met een doorvoer en een afsluitlichaam voor het afsluiten van de doorvoer in de behuizing, waarbij het afsluitlichaam beweegbaar is tussen een open stand en een sluitstand; waarbij het afsluitlichaam en de doorvoer een zodanige vormgeving hebben dat ten minste een deel van het afsluitlichaam plastisch vervormt tijdens de beweging van de open naar de sluitstand of bij het bereiken van de sluitstand.

Description

Klepinrichting en werkwijze voor het verhinderen van explosiepropagatie
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klepinrichting en op een werkwijze voor het afsluiten van een leiding, en in het bijzonder op een klepinrichting en op een werkwijze voor het vermijden van explosiepropagatie in leidingen of voor het beperken van de gevolgen van explosiepropagatie in leidingen.
In bestaande systemen met leidingen die aangesloten zijn op volumes waarin gevaar is voor explosie worden ofwel mechanische afsluiters gebruikt, ofwel chemische afsluiters. Mechanische afsluiters zijn doorgaans afsluiters die een doorvoer zeer snel afsluiten, waardoor de gevolgen van explosiepropagatie in leidingen worden beperkt of vermeden. Dergelijke mechanische afsluiters kunnen verschillende vormen aannemen, en de meest bekende types zijn schuifafsluiters (guillotinekleppen), scharnierende kleppen (bijvoorbeeld uitgevoerd als terugslagklep), en roterende kleppen zoals vlinderkleppen en kogelafsluiters. Doorgaans stelt het versnellen van het afsluitlichaam van de klepinrichting naar de sluitstand geen groot probleem. Echter, het tijdig stoppen of vertragen van het afsluitlichaam zonder dat de omgevende structuur wordt beschadigd is een moeilijkere opgave. Tot op heden wordt dit probleem verholpen door ofwel ingewikkelde remmechanismen (op basis van een hydraulische of pneumatische remactie en/of op basis van energie-absorberende materialen die aangebracht worden in de behuizing) te gebruiken of door het afsluitlichaam zodanig in te richten dat de energie elastisch geabsorbeerd wordt, zoals bijvoorbeeld bij scharnierende kleppen. Dergelijke oplossingen hebben het nadeel dat deze resulteren in het denderen van de klep of dat ingewikkelde vergrendelconstructies nodig zijn.
Uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding hebben als doel deze nadelen te verhelpen door een klepinrichting en werkwijze te verschaffen die eenvoudig zijn en toch toelaten dat het afsluitlichaam van de klepinrichting op een betrouwbare wijze de sluitstand kan bereiken, i.e. dat het afsluitlichaam op betrouwbare wijze wordt afgeremd.
Daartoe omvat een uitvoeringsvorm van een klepinrichting volgens de uitvinding een behuizing en een afsluitlichaam voor het afsluiten van een doorvoer in de behuizing, waarbij het afsluitlichaam beweegbaar is tussen een open stand en een sluitstand. Het afsluitlichaam en de doorvoer hebben een zodanige vormgeving dat ten minste een deel van het afsluitlichaam plastisch vervormt tijdens de beweging van de open stand naar de sluitstand of bij het bereiken van de sluitstand.
Volgens de uitvinding wordt het afsluitlichaam dus zodanig geconstrueerd dat de beweging van de open stand naar de sluitstand een plastische vervorming van het afsluitlichaam teweegbrengt waardoor de klep tijdig wordt geremd, en de kinetische en/of potentiële energie van het afsluitlichaam gebruikt wordt voor de plastische vervorming van het afsluitlichaam, zodanig dat dit afsluitlichaam minimaal terugveert uit de sluitstand na het bereiken van deze stand. Bestaande remmechanismen zijn steeds gebaseerd op het intact houden van het afsluitlichaam, of met andere woorden, op het herbruikbaar zijn van het afsluitlichaam. Uitvoeringsvormen van de uitvinding verlaten de idee van de bekende remmechanismen en zorgen ervoor dat het afsluitlichaam doelmatig plastisch vervormd wordt, zodanig dat het afsluitlichaam snel tot stilstand komt in de sluitstand, of zich vastzet in de doorvoer.
Het afsluitlichaam kan uit één stuk vervaardigd zijn, of uit meerdere aan elkaar bevestigde stukken. Het afsluitlichaam kan zowel vervaardigd zijn uit metaal als uit kunststof.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is ten minste een omtreksdeel van het afsluitlichaam ingericht om plastisch vervormd te worden. Daartoe kan dit omtreksdeel bijvoorbeeld verzwakt zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld door dit omtreksdeel dunner uit te voeren of door daarin gaten te voorzien. Het omtreksdeel kan integraal deel uitmaken van het afsluitlichaam, of kan als afzonderlijk stuk bevestigd zijn, bijvoorbeeld gelast zijn, aan de rest van het afsluitlichaam. Het afsluitlichaam kan bijvoorbeeld zodanig gevormd zijn dat een omtreksdeel daarvan wordt omgebogen of samengedrukt bij het bereiken van de sluitstand. Hierbij wordt het omgebogen of samengedrukt omtreksdeel tegen een wand van de doorvoer gedrukt. Het afsluitlichaam kan bijvoorbeeld in de nog niet vervormde toestand afmetingen hebben die groter zijn dan de afmetingen van de doorvoer. Voor de situatie waarin de doorvoer een in hoofdzaak ronde doorsnede heeft met een eerste diameter, kan het afsluitlichaam bijvoorbeeld een in hoofdzaak ronde vorm hebben met een tweede diameter die ten minste lokaal groter is dan de eerste diameter. De vakman begrijpt dat vele andere vormgevingen denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding, waarbij de vormgeving van het afsluitlichaam gekozen wordt in functie van de vormgeving van de doorvoer op een dusdanige wijze dat het afsluitlichaam plastisch vervormt tijdens de beweging van de open naar de sluitstand of bij het bereiken van de sluitstand.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is het afsluitlichaam verwijderbaar gemonteerd in de behuizing, bijvoorbeeld met behulp van één of meer bouten. Op die manier kan het afsluitlichaam na plastisch vervormd te zijn geweest, eenvoudig verwijderd worden uit de behuizing, en kan een nieuw afsluitlichaam gemonteerd worden in de behuizing.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat de klepinrichting verder een actuator voor het bewegen van het afsluitlichaam van de open stand naar de sluitstand. De actuator is bijvoorbeeld een cilinder-zuiger-samenstel met een zuiger die aangrijpt tegen het afsluitlichaam. De actuator is bij voorkeur zodanig dat het afsluitlichaam vanaf de open stand in minder dan één seconde de sluitstand kan bereiken, en meer bij voorkeur in minder dan 100 ms.
De klepinrichting kan bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als een afsluiter met een afsluitlichaam dat rond een as ombuigbaar gemonteerd is; een afsluiter met een roterend afsluitlichaam zoals een vlinderklep of een bolkraan; een afsluiter met scharnierend afsluitlichaam, zoals een valklep; een schuifafsluiter (guillotineklep); een terugslagklep (bijvoorbeeld met een valklep of een kogel). In het geval van een vlinderklep (of smoorklep) wordt het afsluitlichaam gevormd door een schijf die om haar middellijn draait. Door draaiing over een bepaalde hoek gaat de vlinderklep dus van open naar dicht, waarbij de vlinderklep plastisch wordt vervormd. In het geval van een kogelkraan of bolkraan wordt het afsluitlichaam gevormd door een doorboorde bol die om zijn as draait, waarbij de bol bijvoorbeeld geen perfecte bol kan zijn zodanig dat een deel van de bol plastisch vervormt bij het bewegen naar de sluitstand.
De klepinrichting kan verder een sturing omvatten voor het bedienen van de actuator voor het bewegen van het afsluitlichaam naar de sluitstand en/of voor het bedienen van het injectiemiddel voor het injecteren van de vlammendovende stof. In het geval dat de inrichting een injectiemiddel omvat zorgt de sturing er op voordelige wijze voor dat de vlammendovende stof tijdig en voldoende lang wordt geïnjecteerd voor het op betrouwbare wijze verhinderen van explosiepropagatie. Bij voorkeur zal de vlammendovende stof blijven geïnjecteerd worden zolang een risico op explosiepropagatie blijft bestaan.
Volgens een mogelijke uitvoering omvat de klepinrichting verder een reservoir voor een vlammendovende stof; en een injectiemiddel ingericht voor het injecteren van de vlammendovende stof in de doorvoer voor het verhinderen van explosiepropagatie als gevolg van een niet volledig dichte afsluiting door het afsluitlichaam. De mechanische afsluiting door het afsluitlichaam hoeft in een dergelijke uitvoering niet perfect te zijn. Door het op geschikte wijze injecteren van een vlammendovende stof kan een spleet of opening als gevolg van een niet perfecte afsluiting door het afsluitlichaam snel en efficiënt worden opgevangen of gecompenseerd. Merk op dat deze spleet of opening bijvoorbeeld het gevolg kan zijn van een onregelmatige plastische vervorming.
De locatie van het injectiemiddel is bij voorkeur zodanig dat de vlammendovende stof ten laatste bij het bereiken van de sluitstand contact maakt met het afsluitlichaam.
Het injectiemiddel omvat bij voorkeur een actuator, zoals bijvoorbeeld een gasgenerator, een enkelschotactuator (een metron actuator), etc. Volgens een variant omvat het injectiemiddel een gas onder druk, zoals een C02 gasfles. In het geval dat een inert gas wordt gebruikt kan dit tevens dienen voor de inertisatie. Daarnaast omvat het injectiemiddel typisch één of meer verdeelleidingen, injectie nozzles, en dergelijke. Opgemerkt wordt dat de actuator van het injectiemiddel tevens kan fungeren als actuator voor het bewegen van het afsluitlichaam van de open stand naar de sluitstand. Volgens een alternatief worden twee individuele actuatoren voorzien.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is het injectiemiddel ingericht om de vlammendovende stof zodanig te injecteren dat de injectie bijdraagt aan het bewegen van het afsluitlichaam van de open stand naar de sluitstand. Bijvoorbeeld bij een vlinderklep kan de vlammendovende stof geïnjecteerd worden in de richting van de beweging van het afsluitlichaam van de open naar de sluitstand. Op die manier heeft de vlammendovende stof dus een dubbele functie.
De vlammendovende stof kan bijvoorbeeld één van de volgende stoffen of een combinatie daarvan zijn: een inert gas zoals N2 of een edelgas, C02, bluspoeder, water, halogeen.
De behuizing kan voorzien zijn van één of meer injectiekanalen waardoor de vlammendovende stof injecteerbaar is. Typisch is ten minste één injectiekanaal voor de vlammendovende stof voorzien aan de zijde van de doorvoer die bedoeld is om aangesloten te worden op een ruimte waarin explosiegevaar aanwezig is. Het is echter ook mogelijk om aan beide zijden van het afsluitlichaam één of meer injectiekanalen te voorzien. Volgens een mogelijke uitvoering kan ook het afsluitlichaam zelf voorzien zijn van injectiekanalen waardoor de vlammendovende stof injecteerbaar is. De afstand tussen een injeetiekanaal en het afsluitlichaam in de sluitstand is bij voorkeur kleiner dan vijf keer de grootste afmeting, gezien in doorsnede, van de doorvoer, dit wil zeggen, in het geval van een ronde doorvoer, kleiner dan vijf keer de diameter van de doorvoer.
Opgemerkt wordt dat een explosie in sommige gevallen van beide kanten van de doorvoer afkomstig kan zijn. Zowel voor een situatie waarin het explosiegevaar van één kant komt, als voor de situatie waarin de explosie van twee kanten komt, kan een inrichting volgens de uitvinding gebruikt worden.
In bepaalde gevallen zal een spleet aanwezig zijn tussen het afsluitlichaam en de behuizing, en kan het injectiemiddel ingericht zijn voor het injecteren van de vlammendovende stof voor het verhinderen van explosiepropagatie als gevolg van een niet volledig dichte afsluiting door het afsluitlichaam.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm omvat de klepinrichting verder detectiemiddelen voor het detecteren van een explosie, welke detectiemiddelen verbonden zijn met een sturing voor het aansturen van de beweging van het afsluitlichaam van de open stand naar de sluitstand en/of voor het aansturen van de injectie van de vlammendovende stof.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding hebben verder betrekking op een werkwijze voor het afsluiten van een doorvoer. De doorvoer wordt afgesloten door het bewegen van een afsluitlichaam van een open naar een sluitstand, waarbij het afsluitlichaam tijdens dit bewegen of bij het bereiken van de sluitstand plastisch vervormd wordt door het reduceren van de kinetische en/of potentiële energie van het afsluitlichaam. Hierbij is het afsluitlichaam bij voorkeur gemonteerd in een behuizing waarin de doorvoer is voorzien. Het afsluitlichaam kan bijvoorbeeld scharnierbaar, ombuigbaar, roteerbaar of verschuifbaar gemonteerd zijn in de behuizing, en is bijvoorbeeld een integraal vervaardigd deel, bijvoorbeeld uit metaal.
Volgens een voordelige uitvoering van de werkwijze wordt ten minste een omtreksdeel van het afsluitlichaam omgebogen of samengedrukt bij het bereiken van de sluitstand. Op die manier wordt de beweging van het afsluitlichaam op eenvoudige en efficiënte wijze afgeremd.
Volgens een mogelijke uitvoering omvat de werkwijze verder het injecteren van een vlammendovende stof in de doorvoer voor het verhinderen van explosiepropagatie als gevolg van een niet volledig dichte afsluiting door het afsluitlichaam.
Voordelige uitvoeringsvormen van de klepinrichting en werkwijze worden beschreven in de conclusies. Daarnaast wordt de werkwijze bij voorkeur toegepast met behulp van een uitvoeringsvorm van een klepinrichting zoals hierboven werd beschreven.
De uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal geenszins beperkende uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding met verwijzing naar de tekeningen in bijlage, waarin:
Figuren IA en 1B respectievelijk een schematische doorsnede tonen van een eerste uitvoeringsvorm van een klepinrichting volgens de uitvinding in de open stand en in de sluitstand; Figuur IC een schematisch detailaanzicht is van het afsluitlichaam;
Figuur 2 schematisch een doorsnede toont van een tweede uitvoeringsvorm van een klepinrichting volgens de uitvinding en in de open stand; en
Figuur 3 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een derde uitvoeringsvorm van een klepinrichting volgens de uitvinding in de open stand.
Figuren IA, 1B en IC illustreren een uitvoeringsvorm van een klepinrichting volgens de uitvinding in de vorm van een terugslagklep. De klepinrichting omvat een behuizing 1 waarin zich een doorvoer 3 uitstrekt. In de behuizing 1 is een afsluitlichaam 2 via bouten 8 gemonteerd voor het afsluiten van de doorvoer 3. Het afsluitlichaam 2 is beweegbaar tussen een open stand (figuur IA) en een sluitstand (figuur 1B). Daartoe is een actuator voorzien die hier de vorm aanneemt van een zuiger-cilinder-samenstel 7. Het afsluitlichaam 2 kan omgebogen worden langs een as A en is voorzien van een bevestigingsdeel 2a voor het bevestigen van het afsluitlichaam 2 in de behuizing via één of meer bouten 8. Zoals best te zien is in figuur IC heeft de doorvoer 3 in de geïllustreerde uitvoering een in hoofdzaak ronde vorm met een afmeting R1 die kleiner is dan de overeenstemmende afmeting R2 van het afsluitlichaam 2. Door aan het afsluitlichaam 2 een dergelijke vormgeving te geven wordt ervoor gezorgd dat het afsluitlichaam plastisch vervormt tijdens het bewegen van het afsluitlichaam 2 van de open stand naar de sluitstand. Optioneel kan een omtreksdeel 9 verzwakt zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld door dit deel geheel of gedeeltelijk dunner uit te voeren of door daarin uitsparingen te voorzien. In de geïllustreerde uitvoering zal het omtreksdeel 9 van het afsluitlichaam 2 omgebogen worden. Door deze plastische vervorming wordt een deel van de energie van het afsluitlichaam 2 geabsorbeerd, in het bijzonder de kinetische energie, waardoor het afsluitlichaam afgeremd wordt.
De vakman begrijpt dat het afsluitlichaam 2 ook scharnierend gemonteerd kan zijn in de behuizing, waarbij het bevestigingsdeel 2a dan is weggelaten. Verder begrijpt de vakman dat de doorvoer elke willekeurige vorm kan hebben, waarbij de vormgeving van het afsluitlichaam aangepast is aan de vormgeving van de doorvoer. Hierbij zal de vormgeving van het afsluitlichaam en van de doorvoer zodanig zijn dat ten minste een deel van het afsluitlichaam plastisch vervormt tijdens de beweging van de open naar de sluitstand of bij het bereiken van de sluitstand. Aangezien het afsluitlichaam in de geïllustreerde uitvoeringsvorm permanent plastisch vervormd wordt, is het voordelig om het afsluitlichaam zodanig te monteren dat dit gemakkelijk verwijderd kan worden uit de behuizing en vervangen kan worden door een nieuw afsluitlichaam.
Het is mogelijk dat de plastische vervorming resulteert in openingen tussen het afsluitlichaam 2 en de behuizing 1, waardoor nog steeds explosiepropagatie mogelijk is. Een dergelijke explosiepropagatie kan verder beperkt of geëlimineerd worden door naast de mechanische barrière ook een chemische barrière te voorzien. In de geïllustreerde uitvoering omvat de klepinrichting een reservoir 4 voor een vlammendovende stof en een injectiemiddel 5 in de vorm van een ventiel voor het doorlaten van de vlammendovende stof in de doorvoer 3 van de behuizing 1. De vlammendovende stof wordt bij voorkeur tijdig en voldoende lang geïnjecteerd voor het op betrouwbare wijze verhinderen of beperken van explosiepropagatie. De vlammendovende stof 6 strekt zich uit over de volledige doorvoer 3 en verhindert zo dat een explosie E zich kan propageren door eventuele spleten die aanwezig zijn tussen het afsluitlichaam 2 en de wand van de doorvoer 3, zie figuur 1B.
De voordelen van een dergelijke uitvoeringsvorm zijn onder andere : - een zeer eenvoudige constructie; - relatief kleine afmetingen, en dus een lager gewicht; - een kleinere luchtweerstand en dus een kleinere drukval over de klep in vergelijking met scharnierend gemonteerde kleppen (terugslagkleppen) en de meeste types vlinderkleppen van de stand van de techniek.
Figuur 2 illustreert een tweede uitvoeringsvorm van een klepinrichting volgens de uitvinding. De klepinrichting neemt hier de vorm aan van een guillotineklep met een behuizing 11 waarin een afsluitlichaam 12 beweegbaar is, zie de pijl P. De onderkant van het afsluitlichaam 12 is zodanig uitgevoerd dat deze plastisch vervormd kan worden. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden door een onderste strook van het afsluitlichaam 12 dunner uit te voeren, of door daarin openingen te voorzien. Op die manier kan de onderste strook 19 van het afsluitlichaam 12 vervormen bij het bereiken van de sluitstand en zo de kinetische energie van het afsluitlichaam 12 absorberen, zodat het afsluitlichaam 12 minimaal zal terugveren. De vakman begrijpt dat ook dit type klepinrichting verder voorzien kan worden van een chemische barrière zoals geïllustreerd werd aan de hand van de eerste uitvoeringsvorm van figuren 1A-1C.
Figuur 3 illustreert nog een derde uitvoeringsvorm van een klepinrichting in de vorm van een vlinderklep. De klepinrichting omvat een behuizing 21 met een doorvoer 23 en een afsluitlichaam 22 voor het afsluiten van de doorvoer 23. De afmetingen van de doorvoer 23 en het afsluitlichaam 22 zijn zodanig dat het afsluitlichaam plastisch zal vervormen tijdens de beweging van de open stand naar de sluitstand. Daartoe kan de straal R2 van het afsluitlichaam groter zijn dan of gelijk zijn aan de straal Rl van de doorvoer. Merk op dat de straal R2 van het afsluitlichaam typisch variabel zal zijn, maar ten minste lokaal groter is dan de straal Rl van de doorvoer. Opnieuw kan in een dergelijke uitvoering tevens een chemische barrière voorzien zijn zoals werd beschreven voor de eerste uitvoeringsvorm van figuren 1A-1C.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden, en de vakman zal begrijpen dat vele modificaties en varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding dat enkel bepaald wordt door de hiernavolgende conclusies.

Claims (23)

  1. Conclusies
    1. Klepinrichting omvattende een behuizing (1) met een doorvoer en een afsluitlichaam (2) voor het afsluiten van de doorvoer in de behuizing, waarbij het afsluitlichaam beweegbaar is tussen een open stand en een sluitstand; met het kenmerk, dat het afsluitlichaam en de doorvoer een zodanige vormgeving hebben dat ten minste een deel van het afsluitlichaam plastisch vervormt tijdens de beweging van de open naar de sluitstand of bij het bereiken van de sluitstand.
  2. 2. Klepinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste een omtreksdeel van het afsluitlichaam ingericht is om plastisch vervormd te worden.
  3. 3. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsluitlichaam zodanig gevormd is dat een omtreksdeel daarvan wordt omgebogen of samengedrukt bij het bereiken van de sluitstand.
  4. 4. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een omtreksdeel van het afsluitlichaam verzwakt uitgevoerd is in vergelijking met een centraal deel van het afsluitlichaam.
  5. 5. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsluitlichaam in de nog niet vervormde toestand afmetingen heeft die groter zijn dan de afmetingen van de doorvoer.
  6. 6. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorvoer een in hoofdzaak ronde doorsnede met een eerste straal heeft en dat het aflsuitlichaam een in hoofdzaak ronde vorm heeft met een tweede straal die over ten minste een deel van de omtrek van het afsluitlichaam groter is dan de eerste diameter.
  7. 7. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsluitlichaam scharnierbaar, roteerbaar, verschuifbaar, of ombuigbaar rond een as gemonteerd is in de behuizing.
  8. 8. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsluitlichaam verwijderbaar gemonteerd is in de behuizing.
  9. 9. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een actuator voor het bewegen van het afsluitlichaam van de open stand naar de sluitstand.
  10. 10. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de actuator een zuiger omvat, welke zuiger gemonteerd is om het afsluitlichaam in de doorvoer te drukken.
  11. 11. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klepinrichting verder omvat: - een reservoir voor een vlammendovende stof; - een injectiemiddel ingericht voor het injecteren van de vlammendovende stof in de doorvoer voor het verhinderen van explosiepropagatie als gevolg van een niet volledig dichte afsluiting door het afsluitlichaam.
  12. 12. Klepinrichting volgens conclusie 11, verder omvattende een sturing voor het bedienen van de actuator voor het bewegen van het afsluitlichaam naar de sluitstand en voor het bedienen van het injectiemiddel voor het injecteren van de vlammendovende stof.
  13. 13. Klepinrichting volgens één der conclusies 11-12, met het kenmerk, dat de vlammendovende stof één van de volgende stoffen is of een combinatie daarvan: een inert gas zoals N2 of een edelgas, C02, bluspoeder, water, halogeen.
  14. 14. Klepinrichting volgens één der conclusies 11-13, met het kenmerk, dat de behuizing voorzien is van één of meer injectiekanalen waardoor de vlammendovende stof injecteerbaar is.
  15. 15. Klepinrichting volgens één der conclusies 11-14, met het kenmerk, dat ten minste één injectiekanaal voor de vlammendovende stof voorzien is aan de zijde van de doorvoer die bedoeld is om aangesloten te worden op een ruimte waarin explosiegevaar aanwezig is.
  16. 16. Klepinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat detectiemiddelen zijn voorzien voor het detecteren van een explosie, welke detectiemiddelen verbonden zijn met een sturing voor het activeren van de beweging van het afsluitlichaam van de open stand naar de sluistand.
  17. 17. Werkwijze voor het afsluiten van een doorvoer, omvattende het afsluiten van de doorvoer door het bewegen van een afsluitlichaam van een open naar een sluitstand, waarbij het afsluitlichaam tijdens dit bewegen of bij het bereiken van de sluitstand plastisch vervormd wordt voor het reduceren van de kinetische en/of potentiële energie van het afsluitlichaam.
  18. 18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat ten minste een omtreksdeel van het afsluitlichaam omgebogen wordt bij het bereiken van de sluitstand.
  19. 19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat een vlammendovende stof geïnjecteerd wordt in de doorvoer voor het verhinderen van explosiepropagatie als gevolg van een niet volledig dichte afsluiting door het afsluitlichaam.
  20. 20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de vlammendovende stof zodanig wordt geïnjecteerd dat de injectie bijdraagt aan het bewegen van het afsluitlichaam van de open stand naar de sluitstand.
  21. 21. Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de vlammendovende stof één van de volgende stoffen is of een combinatie daarvan: een inert gas zoals N2 of een edelgas, C02, bluspoeder, water, halogeen.
  22. 22. Werkwijze volgens één der conclusies 19-21, met het kenmerk, dat de vlammendovende stof geïnjecteerd wordt aan de zijde van de doorvoer die aangesloten is op een ruimte waarin explosiegevaar aanwezig is.
  23. 23. Werkwijze volgens één der conclusies 17-22, met het kenmerk, dat het afsluitlichaam na het bereiken van de sluitstand verwijderd wordt uit de behuizing en vervangen wordt door een nieuw afsluitlichaam.
BE2012/0742A 2012-08-27 2012-10-29 Klepinrichting en werkwijze voor het verhinderen van explosiepropagatie BE1021418B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US14/423,606 US9452303B2 (en) 2012-08-27 2013-08-26 Valve device and method for preventing explosion propagation
EP13783222.6A EP2888015B1 (en) 2012-08-27 2013-08-26 Valve device and method for preventing explosion propagation
AU2013308339A AU2013308339B2 (en) 2012-08-27 2013-08-26 Valve device and method for preventing explosion propagation
EP13782643.4A EP2888014B1 (en) 2012-08-27 2013-08-26 Valve device and method for preventing explosion propagation
PCT/BE2013/000042 WO2014032125A2 (en) 2012-08-27 2013-08-26 Valve device and method for preventing explosion propagation
PCT/BE2013/000045 WO2014032127A2 (en) 2012-08-27 2013-08-26 Valve device and method for preventing explosion propagation
AU2013308341A AU2013308341B2 (en) 2012-08-27 2013-08-26 Valve device and method for preventing explosion propagation

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE201200559A BE1020865A5 (nl) 2012-08-27 2012-08-27 Klepinrichting en werkwijze voor het verhinderen van explosiepropagatie.
BE2012/0559 2012-08-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021418B1 true BE1021418B1 (nl) 2015-11-19

Family

ID=47074497

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201200559A BE1020865A5 (nl) 2012-08-27 2012-08-27 Klepinrichting en werkwijze voor het verhinderen van explosiepropagatie.
BE2012/0742A BE1021418B1 (nl) 2012-08-27 2012-10-29 Klepinrichting en werkwijze voor het verhinderen van explosiepropagatie

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201200559A BE1020865A5 (nl) 2012-08-27 2012-08-27 Klepinrichting en werkwijze voor het verhinderen van explosiepropagatie.

Country Status (1)

Country Link
BE (2) BE1020865A5 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1987003210A1 (en) * 1985-11-29 1987-06-04 Firefly Ab A device for preventing the risk of fire due to burning or glowing particles in a pipeline
US5402603A (en) * 1992-01-03 1995-04-04 Henley; Robert L. Flapper plate detonation flame arrester
GB2318975A (en) * 1996-05-01 1998-05-13 Nullifire Ltd Fire resistant duct

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2697435B1 (fr) * 1992-10-29 1994-12-16 France Air Ralentisseur thermique pour appareil de ventilation destiné à la protection contre l'incendie.
DE19701678A1 (de) * 1997-01-18 1998-07-23 Stauber & Partner Beratende In Brand- und Rauchschutzvorrichtung für eine Rohrleitung
US6112823A (en) * 1999-11-09 2000-09-05 O'leary; James Waste fire suppression control device

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1987003210A1 (en) * 1985-11-29 1987-06-04 Firefly Ab A device for preventing the risk of fire due to burning or glowing particles in a pipeline
US5402603A (en) * 1992-01-03 1995-04-04 Henley; Robert L. Flapper plate detonation flame arrester
GB2318975A (en) * 1996-05-01 1998-05-13 Nullifire Ltd Fire resistant duct

Also Published As

Publication number Publication date
BE1020865A5 (nl) 2014-06-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2013308341A1 (en) Valve device and method for preventing explosion propagation
KR20160016663A (ko) 가스 작동식 스프링
US9562409B2 (en) Downhole fracture system and method
BR112013018059A2 (pt) ferramenta de assentamento e método de assentamento de uma ferramenta subterrânea
NO343724B1 (en) A valve seal device
BE1021418B1 (nl) Klepinrichting en werkwijze voor het verhinderen van explosiepropagatie
CN103062457A (zh) 门式防爆阀
CN108331946A (zh) 背压瓣阀设备及其用途
CN106461113A (zh) 用于流体线的高完整性压力保护系统(hipps)
GB2511123B (en) Butterfly valve
US9528612B2 (en) Explosion-proof sliding gate valve for blocking a fluid flow in a pipeline
JP6909465B2 (ja) 免震装置
CN206888855U (zh) 一种防爆型检修门
CN205173608U (zh) 泄压门
AU2014205954A1 (en) Valve device
RU138048U1 (ru) Предохранительный клапан
RU143275U1 (ru) Быстродействующий затвор
CN202409922U (zh) 气体灭火系统的气动延时控制装置
CN202972054U (zh) 门式防爆阀
TW202043653A (zh) 具有垂直定向瓣之被動式展開隔離閥
US8607872B1 (en) Fire prevention blow-out valve
RU2785569C1 (ru) Пироголовка мембранная
NO340626B1 (no) Ventilinnretning
JP6350844B2 (ja) 噴射機能を有するコンベア用ローラー
CN101787896B (zh) 双向闭墙泄压器