BE1021084B1 - Cord diverter for curtain systems - Google Patents

Cord diverter for curtain systems Download PDF

Info

Publication number
BE1021084B1
BE1021084B1 BE2014/5002A BE201405002A BE1021084B1 BE 1021084 B1 BE1021084 B1 BE 1021084B1 BE 2014/5002 A BE2014/5002 A BE 2014/5002A BE 201405002 A BE201405002 A BE 201405002A BE 1021084 B1 BE1021084 B1 BE 1021084B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cord
diverter
rail
present
suspension system
Prior art date
Application number
BE2014/5002A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Dominique Lampe
Original Assignee
Shadow-lnside NV
Bvba Shadow Belgium
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Shadow-lnside NV, Bvba Shadow Belgium filed Critical Shadow-lnside NV
Priority to EP15178157.2A priority Critical patent/EP2977539A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021084B1 publication Critical patent/BE1021084B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/26Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
    • E06B9/28Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable
    • E06B9/30Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable
    • E06B9/32Operating, guiding, or securing devices therefor
    • E06B9/322Details of operating devices, e.g. pulleys, brakes, spring drums, drives
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/26Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds
    • E06B9/28Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable
    • E06B9/30Lamellar or like blinds, e.g. venetian blinds with horizontal lamellae, e.g. non-liftable liftable
    • E06B9/32Operating, guiding, or securing devices therefor
    • E06B9/323Structure or support of upper box

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Curtains And Furnishings For Windows Or Doors (AREA)

Abstract

Een koordomleider (100), voor het omleiden van een koord van een ophangingssysteem. De koordomleider bevat een eerste zijde (110) en een tweede zijde (150) loodrecht op de eerste zijde (110). De eerste zijde (110) past hierbij op het uiteinde van een rail van het ophangingssysteem of kan geklemd worden tussen de rail en een deksel (200) dat op het uiteinde van de rail past. De tweede zijde (150) is voorzien van minstens 1 gat (151).A cord diverter (100), for diverting a cord from a suspension system. The cord diverter includes a first side (110) and a second side (150) perpendicular to the first side (110). The first side (110) fits on the end of a rail of the suspension system or can be clamped between the rail and a cover (200) that fits on the end of the rail. The second side (150) has at least 1 hole (151).

Description

Koordomleider voor gordijnsystemenCord diverter for curtain systems

Toepassingsgebied van de uitvindingField of application of the invention

Deze uitvinding heeft in het algemeen betrekking op gordijnsystemen waaraan gordijnen kunnen bevestigd worden en waarmee gordijnen kunnen opgetrokken worden. Meer specifiek heeft ze betrekking op gordijnsystemen voor vouwgordijnen of horizontale blinden.This invention generally relates to curtain systems to which curtains can be attached and with which curtains can be raised. More specifically, it relates to curtain systems for roman blinds or horizontal shutters.

Achtergrond van de uitvindingBACKGROUND OF THE INVENTION

Vouwgordijnen of horizontale blinden kunnen in het algemeen via een aantal (minstens twee) verticale koorden opgetrokken worden. Deze koorden worden tijdens het optrekken van het gordijn bijvoorbeeld opgewonden rond een horizontaal geplaatste buis (de opwindbuis). Afhankelijk van het type gordijn en zijn afmetingen kunnen er twee of meerdere koorden nodig zijn om het gordijn op te trekken. Ook afhankelijk van het type gordijn en zijn afmetingen zijn deze koorden op vooraf bepaalde plaatsen langs de breedte van het gordijn vastgemaakt. Bij voorkeur is er voor elke koord een aanhechtingspunt aan de opwindbuis en bij voorkeur bevinden deze aanhechtingspunten zich recht tegenover, in normale toestand verticaal boven, de aanhechtingspunten van de koorden aan het gordijn. Op die manier hangen de ophangkoorden verticaal naar beneden wanneer het gordijn bevestigd is aan een horizontaal opgehangen ophangingssysteem. Bij standaard ophangingssystemen zijn de aanhechtingspunten van de koorden aan de opwindbuis niet noodzakelijk overeenstemmend met de aanhechtingspunten van de koorden aan het gordijn. Om bij standaard ophangingsystemen dit probleem op te lossen worden hiervoor plaatjes gebruikt die tegen het ophangingssysteem geschroefd worden en die toelaten om de koorden om te leiden naar de gewenste posities recht tegenover (verticaal boven) de aanknopingspunten van de koorden aan het gordijn. Deze plaatjes moeten echter vastgeschroefd of eventueel vastgelijmd worden wat bijkomende handelingen vraagt van de installateur.Roman blinds or horizontal shutters can generally be pulled up via a number of (at least two) vertical cords. These cords are, for example, wound up around a horizontally placed tube (the winding tube) during the raising of the curtain. Depending on the type of curtain and its dimensions, two or more cords may be required to raise the curtain. Also depending on the type of curtain and its dimensions, these cords are fastened at predetermined places along the width of the curtain. Preferably, there is a point of attachment to the winding tube for each cord, and preferably these points of attachment are directly opposite, in the normal condition vertically above, the points of attachment of the cords to the curtain. In this way, the suspension cords hang vertically downwards when the curtain is attached to a horizontally suspended suspension system. With standard suspension systems, the attachment points of the cords to the winding tube are not necessarily corresponding to the attachment points of the cords to the curtain. In order to solve this problem with standard suspension systems, plates are used for this which are screwed against the suspension system and which allow the cords to be diverted to the desired positions directly opposite (vertically above) the connecting points of the cords on the curtain. However, these plates must be screwed down or possibly glued together, which requires additional actions from the installer.

Bijgevolg is er ruimte voor een meer efficiënt systeem en een meer efficiënte werkwijze voor ophangingsystemen en meer specifiek voor het omleiden van de koorden naar de gewenste horizontale positie.Consequently, there is room for a more efficient system and a more efficient method for suspension systems and more specifically for diverting the cords to the desired horizontal position.

Samenvatting van de uitvindingSummary of the invention

Het is een doelstelling van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om standaard ophangingsystemen te kunnen gebruiken voor verschillende soorten gordijnen waarbij de positionering van de koorden in de lengterichting van het ophangingssysteem verschilt van gordijn tot gordijn.It is an object of embodiments of the present invention to be able to use standard suspension systems for different types of curtains where the positioning of the cords in the longitudinal direction of the suspension system differs from curtain to curtain.

De bovengenoemde doelstelling wordt verwezenlijkt door een apparaat, inrichting en/of methode volgens de onderhavige uitvinding.The above object is achieved by an apparatus, device and / or method according to the present invention.

In een eerste aspect voorziet onderhavige uitvinding een koordomleider, voor het omleiden van een koord van een ophangingssysteem voor gordijnen, waarbij de koordomleider een eerste zijde en een tweede zijde omvat die loodrecht op elkaar staan. De eerste zijde past op het uiteinde van een rail van het ophangingssysteem of kan geklemd worden tussen de rail en een deksel dat op het uiteinde van de rail past. De tweede zijde is voorzien van minstens één gat om de koord van het ophangingssysteem door te leiden.In a first aspect, the present invention provides a cord diverter for diverting a cord from a curtain hanging system, the cord diverter comprising a first side and a second side that are perpendicular to each other. The first side fits on the end of a rail of the suspension system or can be clamped between the rail and a cover that fits on the end of the rail. The second side is provided with at least one hole to guide the cord of the suspension system.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat een koord van het ophangingssysteem kan verplaatst worden naar een andere positie in de lengterichting van dit ophangingssysteem, door deze in plaats van recht naar boven te laten gaan naar de positie waar ze wordt opgewikkeld rond een opwindbuis van het ophangingssysteem, om te leiden van haar oorspronkelijke positie naar de positie waar ze aldus wordt opgewikkeld. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat een koord die opgewonden wordt via een opwindbuis van het ophangingssysteem kan omgeleid worden naar een positie verticaal boven het aanknopingspunt van het gordijn, zonder dat de positie van opwinden zich verticaal boven het aanknopingspunt moet bevinden. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat geen bijkomende bevestigingsmiddelen zoals bijvoorbeeld schroeven of lijm nodig zijn om de koordomleiderte bevestigen aan de rail.It is an advantage of embodiments of the present invention that a cord of the suspension system can be moved to another position in the longitudinal direction of this suspension system, by allowing it to move upwards instead of straight up to the position where it is wound around a winding tube of the suspension system, to divert from its original position to the position where it is thus wound. It is an advantage of embodiments of the present invention that a cord that is wound through a winding tube of the suspension system can be diverted to a position vertically above the point of attachment of the curtain, without the position of winding having to be vertically above the point of attachment. It is an advantage of embodiments of the present invention that no additional fixing means such as, for example, screws or glue are required to attach the cord diverter to the rail.

Een koordomleider volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan ribben bevatten die loodrecht staan op de eerste zijde, waarbij deze ribben en de tweede zijde zich aan dezelfde kant van de eerste zijde bevinden en waarbij deze ribben geconfigureerd zijn om nauw aan te sluiten met de binnenzijde en/of buitenzijde van het uiteinde van de rail van het ophangingssysteem.A cord diverter according to embodiments of the present invention may include ribs perpendicular to the first side, said ribs and the second side being on the same side of the first side, and said ribs being configured to fit closely with the inside and / or outside of the end of the rail of the suspension system.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de koordomleider eenvoudig op de rail kan geschoven of geklikt worden en dat hij tegelijkertijd als deksel van de rail kan dienst doen.It is an advantage of embodiments of the present invention that the cord diverter can simply be slid or clicked onto the rail and that it can simultaneously serve as a cover for the rail.

In een koordomleider volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan in de eerste zijde een uitsparing zijn aangebracht waardoor de ribben van een deksel door de uitsparing van de eerste zijde kunnen gestoken worden.In a cord diverter according to embodiments of the present invention, a recess can be provided in the first side through which the ribs of a cover can be inserted through the recess of the first side.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de koordomleider kan gemonteerd worden tussen de rail en het deksel van het ophangingssysteem. Hierdoor zijn er geen extra bevestigingsmechanismen nodig om de koordomleider te bevestigen aan het ophangingssysteem. Bovendien kan de koordomleider geïntegreerd worden in een bestaand ophangingssysteem met een rail en deksels op de uiteindes van de rail. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de uitsparing in de eerste zijde nauw aansluit met de ribben van het deksel van het ophangingssysteem. Hierdoor kan de koordomleider zonder speling gemonteerd worden.It is an advantage of embodiments of the present invention that the cord diverter can be mounted between the rail and the cover of the suspension system. As a result, no additional fixing mechanisms are required to attach the cord diverter to the suspension system. In addition, the cord diverter can be integrated into an existing suspension system with a rail and covers on the ends of the rail. It is an advantage of embodiments of the present invention that the recess in the first side fits closely with the ribs of the cover of the suspension system. This allows the cord diverter to be mounted without play.

In een koordomleider volgens uitvoeringsvormen van onderhavige uitvinding kunnen er meerdere gaten aanwezig zijn in de tweede zijde en waarbij deze gaten gespreid zijn, bijvoorbeeld maar niet beperkt daartoe, gelijkmatig gespreid zijn, in een richting loodrecht op de eerste zijde.In a cord diverter according to embodiments of the present invention, a plurality of holes may be present in the second side and wherein these holes are spread, for example, but not limited to, evenly spread, in a direction perpendicular to the first side.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat dezelfde koordomleider kan gebruikt worden voor verschillende types (bijvoorbeeld verschillende ophangsystemen of verschillende afmetingen van) gordijnen. Afhankelijk van de positie van het aanknopingspunt met het gordijn kan een gat gebruikt worden dat zich tegenover het aanknopingspunt van het gordijn bevindt. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat dezelfde koordomleider aan beide uiteinden van de rail van het ophangingssysteem kan gebruikt worden. Door de aanwezigheid van meerdere gaten kan een eventuele asymmetrie in de gewenste positie van de koorden opgevangen worden door de ophaalkoord door een ander gat te steken. Een dergelijke asymmetrie zou bijvoorbeeld kunnen ontstaan door de aanwezigheid van een motor aan één zijde, om de opwindbuis gemotoriseerd aan te drijven. Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de koordomleider niet moet verschoven worden om de gewenste positie van het gat te bekomen. Bijgevolg moet de rail ook niet aangepast te worden om dit mogelijk te maken.It is an advantage of embodiments of the present invention that the same cord diverter can be used for different types (for example, different suspension systems or different dimensions of) curtains. Depending on the position of the connecting point with the curtain, a hole can be used that is opposite the connecting point of the curtain. It is an advantage of embodiments of the present invention that the same cord diverter can be used at both ends of the rail of the suspension system. Due to the presence of several holes, any asymmetry in the desired position of the cords can be absorbed by inserting the pull cord through another hole. Such an asymmetry could arise, for example, due to the presence of a motor on one side for motorized driving of the winding tube. It is an advantage of embodiments of the present invention that the cord diverter does not have to be shifted to achieve the desired position of the hole. Consequently, the rail does not have to be adjusted to make this possible.

In een koordomleider overeenkomstig uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan in de tweede zijde een sleuf aanwezig zijn loodrecht op de eerste zijde en aan dezelfde kant als de eerste zijde waarbij elk gat uitmondt in de sleuf.In a cord diverter in accordance with embodiments of the present invention, a slot may be present in the second side perpendicular to the first side and on the same side as the first side with each hole debouching in the slot.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat er een sleuf aanwezig is in de tweede zijde van de koordomleider waarlangs in gebruik de koord kan geleid worden tussen koordomleider en rail van het ophangingssysteem. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding sluit de tweede zijde nauw aan met de onderzijde van een rail wanneer de koordomleider op deze rail geschoven is, behalve op de plaats waar een sleuf is voorzien. Het is daarbij een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat er door de sleuf ruimte wordt voorzien waardoor de koord kan geschoven worden.It is an advantage of embodiments of the present invention that there is a slot in the second side of the cord diverter along which, in use, the cord can be guided between cord diverter and rail of the suspension system. In embodiments of the present invention, the second side fits closely with the underside of a rail when the cord diverter is slid onto this rail, except where a slot is provided. It is thereby an advantage of embodiments of the present invention that space is provided through the slot through which the cord can be slid.

In een tweede aspect voorziet onderhavige uitvinding in een ophangingssysteem voor het bevestigen van een gordijn, waarbij een koordomleider overeenkomstig één van de uitvoeringsvormen van het eerste aspect van onderhavige uitvinding gemonteerd is op een uiteinde van een rail van het ophangingssysteem.In a second aspect, the present invention provides a suspension system for attaching a curtain, wherein a cord diverter according to one of the embodiments of the first aspect of the present invention is mounted on an end of a rail of the suspension system.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat koorden kunnen omgeleid worden van een opwikkelpositie rond een opwindbuis van een ophangingssysteem naar een verschoven positie langsheen de opwindbuis zodat ze zich recht tegenover een aanknopingspunt van het gordijn bevinden.It is an advantage of embodiments of the present invention that cords can be diverted from a winding position around a winding tube of a suspension system to a shifted position along the winding tube so that they are directly opposite a point of engagement of the curtain.

Specifieke en voorkeursdragende aspecten van de uitvinding zijn opgenomen in de aangehechte onafhankelijke en afhankelijke conclusies. Kenmerken van de afhankelijke conclusies kunnen worden gecombineerd met kenmerken van de onafhankelijke conclusies en met kenmerken van andere afhankelijke conclusies zoals aangewezen en niet enkel zoals uitdrukkelijk in de conclusies naar voor gebracht.Specific and preferred aspects of the invention are included in the appended independent and dependent claims. Features of the dependent claims can be combined with features of the independent claims and with features of other dependent claims as appropriate and not merely as explicitly stated in the claims.

Deze en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk zijn van en verhelderd worden met verwijzing naar de hiernavolgende beschreven uitvoeringsvorm(en).These and other aspects of the invention will be apparent from and elucidated with reference to the embodiment (s) described below.

Korte beschrijving van de figuren FIG. 1 toont schematisch een zij-, voor- en onderaanzicht van een koordomleider in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 2 toont een voor- en zijaanzicht van een deksel van een ophangingssysteem compatibel met een koordomleider in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 3 toont een koordomleider, in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, gemonteerd op de rail van een ophangingssysteem. FIG. 4 toont schematisch een zij-, voor- en onderaanzicht van een koordomleider in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. FIG. 5 toont een koordomleider, in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, gemonteerd op een ophangingssysteem. FIG. 6 toont een foto van het vooraanzicht van een deksel, een koordomleider in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, en een rail. FIG. 7 toont een foto van het onderaanzicht van een deksel, een koordomleider in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, en een rail. FIG. 8 toont een foto van het zijaanzicht van een deksel, en een koordomleider in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding.BRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURES FIG. 1 schematically shows a side, front and bottom view of a cord diverter in accordance with embodiments of the present invention. FIG. 2 shows a front and side view of a cover of a suspension system compatible with a cord diverter in accordance with embodiments of the present invention. FIG. 3 shows a cord diverter, in accordance with embodiments of the present invention, mounted on the rail of a suspension system. FIG. 4 schematically shows a side, front and bottom view of a cord diverter in accordance with embodiments of the present invention. FIG. 5 shows a cord diverter, in accordance with embodiments of the present invention, mounted on a suspension system. FIG. 6 shows a photograph of the front view of a cover, a cord diverter in accordance with embodiments of the present invention, and a rail. FIG. 7 shows a photograph of the bottom view of a cover, a cord diverter in accordance with embodiments of the present invention, and a rail. FIG. 8 shows a photograph of the side view of a lid, and a cord diverter in accordance with embodiments of the present invention.

De figuren zijn enkel schematisch en niet limiterend. In de figuren kunnen de afmetingen van sommige onderdelen overdreven en niet op schaal zijn voorgesteld voor illustratieve doeleinden.The figures are only schematic and non-limiting. In the figures, the dimensions of some parts may be exaggerated and not represented to scale for illustrative purposes.

Referentienummers in de conclusies mogen niet worden geïnterpreteerd om de beschermingsomvang te beperken. In de verschillende figuren verwijzen dezelfde referentienummers naar dezelfde of gelijkaardige elementen.Reference numbers in the claims may not be interpreted to limit the scope of protection. In the various figures, the same reference numbers refer to the same or similar elements.

Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormenDetailed description of illustrative embodiments

De huidige uitvinding zal beschreven worden met betrekking tot bijzondere uitvoeringsvormen en met verwijzing naar bepaalde tekeningen, echterde uitvinding wordt daartoe niet beperkt maar is enkel beperkt door de conclusies. De beschreven tekeningen zijn slechts schematisch en niet beperkend. In de tekeningen kunnen voor illustratieve doeleinden de afmetingen van sommige elementen vergroot en niet op schaal getekend zijn. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen soms niet overeen met de actuele praktische uitvoering van de uitvinding.The present invention will be described with reference to particular embodiments and with reference to certain drawings, however, the invention is not limited thereto but is only limited by the claims. The described drawings are only schematic and not restrictive. In the drawings, the dimensions of some elements may be increased for illustrative purposes and not drawn to scale. The dimensions and the relative dimensions sometimes do not correspond to the current practical embodiment of the invention.

Verder worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, noch in rangorde of op enige andere wijze. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.Furthermore, the terms first, second, third and the like in the description and in the claims are used to distinguish similar elements and not necessarily for describing a sequence, neither in time, nor spatially, nor in ranking, or in any other manner. It is to be understood that the terms used in this way are suitable under interchangeable conditions and that the embodiments of the invention described herein are capable of operating in a different order than described or depicted herein.

Bovendien worden de termen bovenste, onderste, boven, voor en dergelijke in de beschrijving en de conclusies aangewend voor beschrijvingsdoeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. Het dient te worden begrepen dat de termen die zo aangewend worden onder gegeven omstandigheden onderling kunnen gewisseld worden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven ook geschikt zijn om te werken volgens andere oriëntaties dan hierin beschreven of weergegeven.In addition, the terms upper, lower, upper, for and the like in the description and the claims are used for description purposes and not necessarily to describe relative positions. It is to be understood that the terms so used may be interchanged under given circumstances and that the embodiments of the invention described herein are also suitable to operate in other orientations than described or shown herein.

Het dient opgemerkt te worden dat de term "bevat", zoals gebruikt in de conclusies, niet als beperkt tot de erna beschreven middelen dient geïnterpreteerd te worden; deze term sluit geen andere elementen of stappen uit. Hij is zodoende te interpreteren als het specificeren van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, waarden, stappen of componenten waarnaar verwezen wordt, maar sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meerdere andere kenmerken, waarden, stappen of componenten, of groepen daarvan niet uit. Dus, de omvang van de uitdrukking "een inrichting bevattende middelen A en B" dient niet beperkt te worden tot inrichtingen die slechts uit componenten A en B bestaan. Het betekent dat met betrekking tot de huidige uitvinding, A en B de enige relevante componenten van de inrichting zijn.It is to be noted that the term "contains", as used in the claims, is not to be construed as being limited to the means described thereafter; this term does not exclude other elements or steps. It can therefore be interpreted as specifying the presence of the listed features, values, steps or components referred to, but does not exclude the presence or addition of one or more other features, values, steps or components, or groups thereof. Thus, the scope of the term "a device containing means A and B" should not be limited to devices that consist only of components A and B. It means that with regard to the present invention, A and B are the only relevant components of the device.

Verwijzing doorheen deze specificatie naar "één uitvoeringsvorm" of "een uitvoeringsvorm" betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, het voorkomen van de uitdrukkingen "in één uitvoeringsvorm" of "in een uitvoeringsvorm" op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeft niet noodzakelijk telkens naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kan dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor een gemiddelde vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen.Reference throughout this specification to "one embodiment" or "an embodiment" means that a specific feature, structure or characteristic described in connection with the embodiment is included in at least one embodiment of the present invention. Thus, the occurrence of the expressions "in one embodiment" or "in an embodiment" at various places throughout this specification need not necessarily refer to the same embodiment in each case, but it can do so. Furthermore, the specific features, structures, or characteristics may be combined in any suitable manner, as would be apparent to those skilled in the art based on this disclosure, in one or more embodiments.

Vergelijkbaar dient het geapprecieerd te worden dat in de beschrijving van voorbeeldmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding verscheidene kenmerken van de uitvinding soms samen gegroepeerd worden in één enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan met als doel het stroomlijnen van de openbaarmaking en het helpen in het begrijpen van één of meerdere van de verscheidene inventieve aspecten. Deze werkwijze van openbaarmaking dient hoe dan ook niet geïnterpreteerd te worden als een weerspiegeling van een intentie dat de uitvinding meer kenmerken vereist dan expliciet vernoemd in iedere conclusie. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, liggen inventieve aspecten in minder dan alle kenmerken van één enkele voorafgaande openbaar gemaakte uitvoeringsvorm. Dus, de conclusies volgend op de gedetailleerde beschrijving zijn hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, met iedere op zichzelf staande conclusie als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.Similarly, it should be appreciated that in the description of exemplary embodiments of the invention, various features of the invention are sometimes grouped together into a single embodiment, figure, or description thereof for the purpose of streamlining disclosure and assisting in understanding one or several of the various inventive aspects. This method of disclosure should not be interpreted in any way as a reflection of an intention that the invention requires more features than explicitly mentioned in any claim. Rather, as the following claims reflect, inventive aspects lie in less than all the features of a single prior disclosed embodiment. Thus, the claims following the detailed description are hereby explicitly included in this detailed description, with each independent claim as a separate embodiment of the present invention.

Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. Bijvoorbeeld, in de volgende conclusies kunnen eender welke van de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt worden in eender welke combinatie.Furthermore, while some embodiments described herein include some, but not other, features included in other embodiments, combinations of features of different embodiments are intended to be within the scope of the invention, and constitute different embodiments, as would be understood by those skilled in the art . For example, in the following claims, any of the described embodiments can be used in any combination.

In de hier voorziene beschrijving worden talrijke specifieke details naar voren gebracht. Het is hoe dan ook te begrijpen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen uitgevoerd worden zonder deze specifieke details. In andere gevallen zijn welgekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail getoond om deze beschrijving helder te houden.Numerous specific details are set forth in the description provided here. It is, however, understood that embodiments of the invention can be practiced without these specific details. In other cases, well-known methods, structures and techniques have not been shown in detail to keep this description clear.

Waar in uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding wordt gesproken over horizontaal en verticaal als referentierichtingen wordt ervan uitgegaan dat het ophangingssysteem en/of het gordijn gepositioneerd is in de normale werkingspositie; dit wil zeggen een horizontaal gemonteerd ophangingssysteem en een verticaal hangend gordijn.Where embodiments of the present invention refer to horizontal and vertical as reference directions, it is assumed that the suspension system and / or the curtain is positioned in the normal operating position; that is, a horizontally mounted suspension system and a vertically hanging curtain.

In een eerste aspect betreft de onderhavige uitvinding een koordomleider 100 die kan gemonteerd worden op het uiteinde van een ophangingssysteem 300 voor gordijnen. Het ophangingssysteem 300 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het optrekken van vouwgordijnen of horizontale blinden. Deze worden opgetrokken door middel van koorden 330 die onderaan de vouwgordijnen of horizontale blinden vastgemaakt zijn, bijvoorbeeld door knopen, en die substantieel loodrecht naar boven worden gebracht, om te worden opgewikkeld rond een opwindbuis van het ophangingssysteem. Hiertoe kan een rail die de opwindbuis omgeeft voorzien zijn van een gat om het touw door te laten. In bestaande ophangsystemen dient er voor elk ander type gordijn, bijvoorbeeld voor een andere gordijnbreedte, een rail met een gat op een andere plaats te worden voorzien, om de ophaalkoord door te laten. Verschillende gordijnbreedtes vereisen namelijk ophaalkoorden op verschillende afstanden van elkaar, en dus overeenkomstige gaten in de rail van het ophangingssysteem om de koorden door te laten eveneens op verschillende afstanden van elkaar. Het is aan dit nadeel dat de huidige uitvinding tegemoet komt.In a first aspect, the present invention relates to a cord diverter 100 that can be mounted on the end of a curtain hanging system 300. The suspension system 300 can, for example, be used to raise roman blinds or horizontal blinds. These are raised by means of cords 330 which are fastened at the bottom of the roman blinds or horizontal shutters, for example by knots, and which are brought substantially perpendicularly upwards, to be wound around a winding tube of the suspension system. For this purpose, a rail surrounding the winding tube can be provided with a hole for the rope to pass. In existing suspension systems, for every other type of curtain, for example for a different curtain width, a rail with a hole has to be provided at a different location in order to let the pull cord through. Namely, different curtain widths require lift cords at different distances from each other, and thus corresponding holes in the rail of the suspension system for passage of the cords also at different distances from each other. It is this disadvantage that meets the present invention.

Het is een voordeel van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding dat de koorden 330 waarmee een gordijn wordt opgetrokken door middel van koordomleiders in de lengterichting, dit is in normaal gebruik de horizontale richting, van het ophangingssysteem kunnen gepositioneerd worden zodat hun aangrijpingspunt aan het ophangingssysteem 300, en meer bepaald aan de koordomleider 100, zich recht tegenover, dit is in normaal gebruik verticaal boven, de aanknopingspunten van de koorden aan het gordijn bevindt. Hiervoor wordt volgens onderhavige uitvinding een koordomleider 100 gebruikt overeenkomstig uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding die bevestigd is of kan worden aan het uiteinde van een rail 310 van het ophangingssysteem 300.It is an advantage of embodiments of the present invention that the cords 330 with which a curtain is raised by means of cord guides in the longitudinal direction, this is the horizontal direction in normal use, can be positioned of the suspension system so that their point of engagement is on the suspension system 300, and more particularly at the cord diverter 100, directly opposite, this is in normal use vertically above, the cords of the cords on the curtain. For this purpose, according to the present invention, a cord diverter 100 is used in accordance with embodiments of the present invention which is or can be attached to the end of a rail 310 of the suspension system 300.

In uitvoeringvormen van de huidige uitvinding bevat de koordomleider 100 een eerste zijde 110 en een tweede zijde 150 die loodrecht staat op de eerste zijde. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding past de eerste zijde 110 op een uiteinde van het ophangingssysteem 300, bijvoorbeeld op een uiteinde van de rail 310 van het ophangingssysteem 300. Bij sommige ophangingssystemen 300 heeft de rail 310 ook een deksel 200 aan elk uiteinde ervan, om de binnenkant van de rail te vrijwaren van stof en om de rail op een esthetische manier af te sluiten. Deze deksels 200 hebben ribben 210 die in de rail kunnen geschoven worden en die hierbij nauw aansluiten met de rail 310, om zo vast te blijven zitten in de rail 310.In embodiments of the present invention, the cord diverter 100 includes a first side 110 and a second side 150 that is perpendicular to the first side. In embodiments of the present invention, the first side 110 fits on one end of the suspension system 300, for example, on one end of the rail 310 of the suspension system 300. In some suspension systems 300, the rail 310 also has a lid 200 on each end thereof, to protect the inside of the rail from dust and to close the rail in an aesthetic way. These lids 200 have ribs 210 which can be slid into the rail and thereby closely connect with the rail 310, so as to remain stuck in the rail 310.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is de eerste zijde 110 van de koordomleider 100 zo ontworpen dat ze tussen de rail 310 en het deksel 200 past. In het bijzonder kan de eerste zijde 110 van de koordomleider 100 uitsparingen omvatten om de ribben 210 van het deksel te ontvangen en een plaats te geven binnen de rail 310. Alternatief kan de eerste zijde 110 van de koordomleider 100 aangepast zijn om in de rail 110 klikken, en kan het deksel 200 aangepast zijn om in of op de eerste zijde 110 van de koordomleider 100 te klikken. De aanpassingen aan de eerste zijde 110 van de koordomleider 100 en de aanpassingen aan het deksel 200 kunnen gelijkaardig zijn, zodat bij afwezigheid van de koordomleider 100 het deksel 200 in de rail 310 kan klikken.In embodiments of the present invention, the first side 110 of the cord diverter 100 is designed to fit between the rail 310 and the cover 200. In particular, the first side 110 of the cord diverter 100 may include recesses to receive the ribs 210 of the lid and to accommodate it within the rail 310. Alternatively, the first side 110 of the cord diverter 100 may be adapted to be in the rail 110 and the cover 200 may be adapted to snap into or on the first side 110 of the cord diverter 100. The modifications to the first side 110 of the cord diverter 100 and the adjustments to the lid 200 can be similar, so that in the absence of the cord diverter 100 the lid 200 can snap into the rail 310.

In de tweede zijde van de koordomleider 100 is minstens één gat 151 aanwezig. Het minstens éne gat 151 kan zo gepositioneerd zijn dat het aangrijpingspunt van de koord op het ophaalsysteem (ter hoogte van de koordomleider 100) zicht recht tegenover, d.i. bij normaal gebruik verticaal boven) het aanknopingspunt van de koord aan het gordijn bevindt. Wanneer de koordomleider 100 volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding slechts één of een beperkt aantal gaten 151 heeft, kunnen verschillende types koordomleiders 100, met gaten 151 op verschillende locaties langs een lijn op de tweede zijde 150 van de koordomleider, voorzien worden. In alternatieve uitvoeringsvormen heeft de tweede zijde 150 van de koordomleider 100 verscheidene gaten, die niet verder dan ... mm uit elkaar staan, zodat een universele koordomleider 100 kan gebruikt worden om de aangrijpingspunten van een koord op het ophaalsysteem (ter hoogte van de koordomleider 100) zich substantieel tegenover, d.i. bij normaal gebruik substantieel verticaal boven, het aankopingspunt van de koord aan het gordijn te laten bevinden. Met "substantieel tegenover", en "subtantieel verticaal boven" wordt bedoeld dat de afwijking in locatie van het gat 151 dat zich het dichts bij "recht tegenover", of dus "verticaal boven" bevindt, niet meer bedraagt dan 1 cm, bij voorkeur niet meer dan 0.5 cm, of zelfs niet meer dan een paar milimeter.At least one hole 151 is present in the second side of the cord diverter 100. The at least one hole 151 may be positioned such that the point of engagement of the cord on the retrieval system (at the level of the cord diverter 100) is directly opposite, i.e. in normal use vertically above) the point of contact of the cord is on the curtain. When the cord diverter 100 according to embodiments of the present invention has only one or a limited number of holes 151, different types of cord diverters 100, with holes 151 at different locations along a line on the second side 150 of the cord diverter, can be provided. In alternative embodiments, the second side 150 of the cord diverter 100 has several holes spaced no more than ... mm apart, so that a universal cord diverter 100 can be used to connect the points of engagement of a cord on the retrieval system (at the height of the cord diverter) 100) to be substantially opposite, that is to say, in normal use, to be substantially vertically above the point of contact of the cord on the curtain. By "substantially opposite", and "subtant vertical above" is meant that the deviation in location of the hole 151 that is closest to "right opposite", or thus "vertically above", does not exceed 1 cm, preferably no more than 0.5 cm, or even no more than a few millimeters.

Wanneer koordomleiders 100 volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding (gepast gekozen koordomleiders 100 met slechts één of een beperkt aantal gaten, of universele koordomleiders 100 met een reeks qua locatie goed gekozen gaten 151) gemonteerd zijn op de uiteindes van de rail 310 kan op die manier tegenover, d.i. verticaal boven, elk aanknopingspunt van de koord aan het gordijn een gat 151 gepositioneerd worden.When cord guides 100 according to embodiments of the present invention (appropriately chosen cord guides 100 with only one or a limited number of holes, or universal cord guides 100 with a series of well-chosen holes 151) are mounted on the ends of the rail 310, this way a hole 151 can be positioned opposite, that is vertically above, each connecting point of the cord to the curtain.

In de uitvoeringsvormen van de universele koordomleiders volgens de huidige uitvinding zijn er meerdere gaten aanwezig in de tweede zijde 150. Deze gaten zijn gespreid, bijvoorbeeld gelijkmatig gespreid, in een richting die loodrecht staat op de eerste zijde 110. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is de afstand tussen de gaten (gemeten van het centrum van het ene gat tot het centrum van het volgende gat) gelegen tussen 20 mm en 3 mm, bij voorkeur tussen 15 mm en 5 mm, bijvoorbeeld ongeveer 10 mm. De gaten hebben een diameter groter dan de diameter van de gebruikte koord. Bijvoorbeeld is de diameter van de gaten gelegen tussen 1 mm en 5 mm, bij voorkeur tussen 2 mm en 3 mm. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding varieert de lengte van de tweede zijde 150 van de koordomleider 100 (gemeten in de richting loodrecht op de eerste zijde) tussen 2 cm en 10 cm, bijvoorbeeld tussen 3 cm en 7 cm.In the embodiments of the universal cord diverters according to the present invention, there are multiple holes present in the second side 150. These holes are spread, for example, evenly spread, in a direction perpendicular to the first side 110. In embodiments of the present invention, the distance between the holes (measured from the center of one hole to the center of the next hole) is between 20 mm and 3 mm, preferably between 15 mm and 5 mm, for example approximately 10 mm. The holes have a diameter larger than the diameter of the cord used. For example, the diameter of the holes is between 1 mm and 5 mm, preferably between 2 mm and 3 mm. In embodiments of the present invention, the length of the second side 150 of the cord diverter 100 (measured in the direction perpendicular to the first side) varies between 2 cm and 10 cm, for example between 3 cm and 7 cm.

In gebruik wordt een koordomleider 100 volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding op een uiteinde, en bij voorkeur op beide uiteinden, van de rail 310 gemonteerd. Dit is volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding bijzonder voordelig mogelijk zonder gebruik te maken van schroeven of lijm, wat een eenvoudige montage maar ook een eenvoudige demontage mogelijk maakt. De rail 310 kan een standaardrail van een ophangingssysteem zijn, die voorzien is van een gat 315 om de koord te laten passeren naar de opwindbuis toe. De rail 310 kan bijgevolg een universele rail zijn, die voor verschillende types van gordijnen (verschillende soorten, of verschillende breedtes) kan gebruikt worden, en waarbij telkens toch maar 1 gat 315 moet worden voorzien om de koord door te laten. In gebruik wordt de koord van het aanhechtingspunt aan het gordijn omhoog geleid door een, volgens het gebruikte type gordijn, selectief gekozen gat 151 in de koordomleider 100, en dan tussen de tweede zijde 150 en de buitenzijde van de rail 310 naar het gat 315 in de rail geleid, om zo door het gat het opwikkelsysteem, bijvoorbeeld de opwindbuis te bereiken. Het leiden van de koord 330 tussen rail 310 en tweede zijde 150 van de koordomleider wordt vergemakkelijkt indien in de tweede zijde 150 van de koordomleider 100 een sleuf 152 voorzien is zoals hieronder in meer detail beschreven. Het leiden van de koord 330 tussen rail 310 en tweede zijde 150 van de koordomleider kan naar links of naar rechts gebeuren, naargelang de positie van het gekozen gat 151 in de koordomleider ten opzichte van het gat 315 in de rail 310. Het leiden van de koorden 330 aan de linker zijde van het ophangingssysteem en aan de rechter zijde van het ophangingssysteem mag maar moet niet in dezelfde richting zijn, zoals ook geïllustreerd in FIG. 3 en FIG. 5.In use, a cord diverter 100 according to embodiments of the present invention is mounted on one end, and preferably on both ends, of the rail 310. According to embodiments of the invention, this is particularly advantageously possible without the use of screws or glue, which enables a simple assembly but also a simple dismantling. The rail 310 can be a standard rail of a suspension system, which is provided with a hole 315 for passing the cord towards the winding tube. The rail 310 can therefore be a universal rail that can be used for different types of curtains (different types, or different widths), and in which only 1 hole 315 must be provided each time to allow the cord to pass. In use, the cord from the point of attachment to the curtain is guided up through a hole 151, selectively selected according to the type of curtain used, in the cord diverter 100, and then between the second side 150 and the outside of the rail 310 to the hole 315 guided through the rail so as to reach the winding system, for example the winding tube, through the hole. Guiding the cord 330 between rail 310 and second side 150 of the cord diverter is facilitated if a slot 152 is provided in the second side 150 of the cord diverter 100 as described in more detail below. The routing of the cord 330 between rail 310 and second side 150 of the cord diverter can take place to the left or to the right, depending on the position of the selected hole 151 in the cord diverter relative to the hole 315 in the rail 310. cords 330 on the left-hand side of the suspension system and on the right-hand side of the suspension system may but should not be in the same direction, as also illustrated in FIG. 3 and FIG. 5.

De gaten 151 in de tweede zijde 150 van de koordomleider zijn daarbij zo gepositioneerd langsheen deze tweede zijde 150 dat er voor elk aanknopingspunt van de koord aan het gordijn een gat 151 aanwezig is dat hier substantieel recht tegenover staat. Er zijn, in uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, voor verschillende types rails 310 verschillende types koordomleiders 100 mogelijk, die bijvoorbeeld enkel van elkaar verschillen in vorm en manier van bevestiging op de rail 310, maar niet noodzakelijk in aantal en positie van de gaten 151. De dwarsdoorsnede van de rails 310 kan bijvoorbeeld cirkelvormig, rechthoekig, vierkant, zeshoekig, achthoekig zijn, of elke andere geschikte vorm hebben. De dwarsdoorsnede van de rails kan ook een verschillende vorm hebben aan de binnenzijde in vergelijking met de buitenzijde. Uitvoeringsvormen van koordomleiders 100 volgens de huidige uitvinding kunnen afgestemd zijn op deze verschillende dwarsdoorsnedes. Er kunnen ook verschillende types koordomleiders 100 voorzien worden die van elkaar verschillen in dimensies en/of spatiëring van de gaten, afhankelijk van de soort te gebruiken koord. Alternatief kunnen dimensies en spatiëring van de gaten zo gekozen worden dat de koordomleider universeel bruikbaar is, voor vele verschillende soorten koord en voor veel verschillende soorten gordijnen en ophangsystemen.The holes 151 in the second side 150 of the cord diverter are positioned along this second side 150 in such a way that there is a hole 151 for each connecting point of the cord on the curtain that is substantially opposite it. In embodiments of the present invention, different types of rail diverter 100 are possible for different types of rails 310, which for example only differ from each other in form and manner of attachment to the rail 310, but not necessarily in the number and position of the holes 151. The cross section of the rails 310 can be, for example, circular, rectangular, square, hexagonal, octagonal, or any other suitable shape. The cross-section of the rails can also have a different shape on the inside compared to the outside. Embodiments of cord diverters 100 according to the present invention can be tailored to these different cross-sections. Different types of cord diverters 100 can also be provided that differ from each other in dimensions and / or spacing of the holes, depending on the type of cord to be used. Alternatively, dimensions and spacing of the holes can be chosen so that the cord diverter can be used universally, for many different types of cord and for many different types of curtains and hanging systems.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding bevat de koordomleider 100 ribben 111 die orthogonaal zijn op de eerste zijde 110 van de koordomleider 100 en die nauw aansluiten met de binnenzijde en/of de buitenzijde van het uiteinde van de rail 310. FIG. 1 en FIG. 4 tonen voorbeelden van uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. De figuren tonen links boven een zijaanzicht, rechtsboven een vooraanzicht en rechtsonder een onderaanzicht van één en dezelfde uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding. Loodrecht op de eerste zijde 110 van de koordomleider 100 zijn ribben 111 aanwezig. Deze ribben 111 en de tweede zijde 150 bevinden zich aan dezelfde kant van de eerste zijde 110. De ribben 111 zijn zo gepositioneerd dat ze nauw aansluiten met de binnenzijde van de rail 310 van het ophangingssysteem 300. De ribben 111 kunnen licht flexibel zijn, bijvoorbeeld onder druk beweegbaar naar het centrum van de koordomleider toe of ervan weg, om het klikken van de koordomleider 100 binnen een rail of rond een rail 310 mogelijk te maken, en om een zekere weerstand te genereren om te vermijden dat de koordomleider zonder trekkracht van de rail 310 kan verwijderd worden. Op die manier kan de koordomleider 110 gemonteerd worden zonder dat hiervoor schroeven of lijm nodig zijn. De flexibele ribben 111 laten ook een eenvoudige demontage toe, waarbij weinig tot geen materiaal vereist is. De lengte van de ribben 111 gemeten in de richting loodrecht op de eerste zijde ligt tussen 3 mm en 30 mm of bijvoorbeeld tussen 5 mm en 10 mm.In embodiments of the present invention, the cord diverter 100 includes ribs 111 that are orthogonal to the first side 110 of the cord diverter 100 and that closely connect to the inside and / or outside of the end of the rail 310. FIG. 1 and FIG. 4 show examples of embodiments of the present invention. The figures show a top left side view, a front view top right and bottom right a bottom view of one and the same embodiment of the present invention. Perpendicular to the first side 110 of the cord diverter 100 are ribs 111. These ribs 111 and the second side 150 are located on the same side of the first side 110. The ribs 111 are positioned such that they fit closely with the inside of the rail 310 of the suspension system 300. The ribs 111 can be slightly flexible, e.g. movable under pressure toward or away from the cord diverter center, to allow snagging of the cord diverter 100 within a rail or around a rail 310, and to generate a certain resistance to prevent the cord diverter from pulling away from the rail 310 can be removed. In this way, the cord diverter 110 can be mounted without the need for screws or glue. The flexible ribs 111 also allow for simple disassembly, with little to no material required. The length of the ribs 111 measured in the direction perpendicular to the first side is between 3 mm and 30 mm or, for example, between 5 mm and 10 mm.

Zoals schematisch getoond in de uitvoeringsvormen van FIG. 1 en FIG. 4 zijn in de tweede zijde 150 die loodrecht staat op de eerst zijde 110 een serie gaten 151 aanwezig. Deze gaten 151 bevinden zich op een lijn loodrecht op de eerste zijde. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding bevinden deze gaten bevinden zich bovendien in een sleuf 152. Deze sleuf 152 staat loodrecht op de eerste zijde en bevindt zich aan dezelfde kant van de tweede zijde 150 als de eerste zijde 110. De gaten 151 monden uit in de sleuf 152. Deze sleuf 152 laat toe om een koord 330 te geleiden van een gat 151 in de koordomleider 100 naar een gat 315 in de rail 310. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is de sleuf 152 minstens zo diep als de gebruikte koord dik is. Hierdoor kan de koord 330 niet-klemmend verschoven worden als de koordomleider 100 gemonteerd is op de rail 310. Dit vermindert slijtage van de gebruikte koord 330, en vergemakkelijkt het op en neer laten van het gordijn. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding heeft de sleuf 152 bijvoorbeeld een diepte gelegen tussen 1 mm en 5 mm en een lengte gelegen tussen 20 mm en 100 mm.As shown schematically in the embodiments of FIG. 1 and FIG. 4, a series of holes 151 are present in the second side 150 which is perpendicular to the first side 110. These holes 151 are located on a line perpendicular to the first side. Moreover, in embodiments of the present invention, these holes are located in a slot 152. This slot 152 is perpendicular to the first side and is located on the same side of the second side 150 as the first side 110. The holes 151 open into the slot 152. This slot 152 allows to guide a cord 330 from a hole 151 in the cord diverter 100 to a hole 315 in the rail 310. In embodiments of the present invention, the slot 152 is at least as deep as the cord used is thick . As a result, the cord 330 can be non-clampingly displaced when the cord diverter 100 is mounted on the rail 310. This reduces wear of the used cord 330, and facilitates lowering of the curtain. For example, in embodiments of the present invention, the slot 152 has a depth between 1 mm and 5 mm and a length between 20 mm and 100 mm.

In FIG. 5 wordt een vooraanzicht getoond van een ophangingssysteem B00 waarop aan beide zijden een koordomleider 100 volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding gemonteerd is. De koorden 330 worden geleid doorheen een gat 151 van de koordomleiders 100. In deze uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding kan de opwindbuis 320 verschoven worden terwijl de koorden 330 op dezelfde positie blijven. Dit laat toe om de koorden 330 gelijkmatig rond de opwindbuis 320 te winden door de opwindbuis per omwenteling over tenminste de dikte van de koord 330 te verschuiven in de lengterichting van de opwindbuis. De koordomleiders 100 sluiten met hun ribben 111 nauw aan met de binnenzijde van de rail 310 waardoor ze niet bewegen ten opzichte van de rail 310 wanneer ze gemonteerd zijn.In FIG. 5 shows a front view of a suspension system B00 on which a cord diverter 100 according to embodiments of the present invention is mounted on both sides. The cords 330 are guided through a hole 151 of the cord diverters 100. In this embodiment of the present invention, the winding tube 320 can be shifted while the cords 330 remain in the same position. This allows the cords 330 to be evenly wound around the winding tube 320 by shifting the winding tube per revolution through at least the thickness of the cord 330 in the longitudinal direction of the winding tube. The cord diverters 100 closely fit with their ribs 111 to the inside of the rail 310, so that they do not move relative to the rail 310 when they are mounted.

In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding is er in de eerste zijde 110 van de koordomleider 100 een uitsparing 112 gemaakt. Deze uitsparing 112 heeft een dusdanige vorm dat de ribben 210 van het deksel 200 door de uitsparing van de eerste zijde 110 kunnen gestoken worden. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding sluiten de ribben 210 van het deksel 200 hierbij nauw aan met de uitsparing 112 in de koordomleider 100. Uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding met een uitsparing 112 in de eerste zijde 110 kunnen gemonteerd worden tussen het deksel 200 en de rail 310. FIG. 2 toont een vooraanzicht (linkse tekening) en een zijaanzicht (rechtse tekening) van een mogelijk deksel 200. Het deksel 200 heeft ribben 210 die in een rail 310 kunnen geschoven worden. Deze ribben sluiten nauw aan met de binnenzijde van de rail 310 waardoor het deksel zonder speling op de rail 310 kan gemonteerd worden. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm is de binnenste ribbe 210 van het deksel cirkelvormig zodat deze kan dienst doen om de opwindbuis 320 in te laten ronddraaien. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding wordt een koordomleider 100 tussen het deksel 200 en de rail 310 gemonteerd. Een voorbeeld van een dergelijke koordomleider 100, in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding, wordt getoond in FIG. 1. FIG. 1 toont linksboven een zijaanzicht, rechtsboven een vooraanzicht en rechtsonder een onderaanzicht. De uitsparing 112 is dusdanig dat de ribben 210 van het deksel 200 geïllustreerd in FIG. 2 hierin kunnen geschoven worden. Er is ook een ribbe 112 aanwezig die met de binnenzijde van de rail 310 kan aansluiten. In de tweede zijde 150 zijn de gaten 151 aangebracht die zich in de sleuf 152 loodrecht op de eerste zijde 110 bevinden. FIG. 3 toont een vooraanzicht van een ophangingssysteem 300 waarop koordomleiders 100 gemonteerd zijn in overeenstemming met uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. De koordomleiders 100 worden hierbij geklemd tussen de deksels 200 en de rail 310.In embodiments of the present invention, a recess 112 is made in the first side 110 of the cord diverter 100. This recess 112 has such a shape that the ribs 210 of the lid 200 can be inserted through the recess of the first side 110. In embodiments of the present invention, the ribs 210 of the lid 200 here closely fit with the recess 112 in the cord diverter 100. Embodiments of the present invention with a recess 112 in the first side 110 can be mounted between the lid 200 and the rail 310. FIG. 2 shows a front view (left-hand drawing) and a side view (right-hand drawing) of a possible cover 200. The cover 200 has ribs 210 which can be slid into a rail 310. These ribs fit closely with the inside of the rail 310, so that the cover can be mounted on the rail 310 without play. In the illustrated embodiment, the inner rib 210 of the lid is circular so that it can serve to make the winding tube 320 rotate. In embodiments of the present invention, a cord diverter 100 is mounted between the cover 200 and the rail 310. An example of such a cord diverter 100, in accordance with embodiments of the present invention, is shown in FIG. 1. FIG. 1 shows a top view on the top left, a front view on the top right and a bottom view on the bottom right. The recess 112 is such that the ribs 210 of the lid 200 illustrated in FIG. 2 can be inserted here. There is also a rib 112 which can connect with the inside of the rail 310. Provided in the second side 150 are the holes 151 which are located in the slot 152 perpendicular to the first side 110. FIG. 3 shows a front view of a suspension system 300 on which cord diverters 100 are mounted in accordance with embodiments of the present invention. The cord diverters 100 are hereby clamped between the covers 200 and the rail 310.

In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een ophangingssysteem 300 waarbij een koordomleider 100 gemonteerd is op het uiteinde van een rail 310 van het ophangingssysteem 300. De koordomleider 100 kan bijvoorbeeld rechtstreeks op de rail geschoven zijn zoals geïllustreerd in FIG. 5. Ook is het mogelijk dat de koordomleider 100 geklemd zit tussen een deksel 200 en de rail 310. Een voorbeeld hiervan is geïllustreerd in FIG. 3. In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding worden de koorden 330 bijvoorbeeld omgeleid tot tussen de 20 en 30 cm van de uiteindes van de rail. FIG. 6 toont een foto van een koordomleider 100 volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding. Het vooraanzicht van de koordomleider wordt hier getoond. Zowel de eerste zijde 110 als de tweede zijde 150 zijn zichtbaar. Op deze foto staat ook een deksel 200, en een stuk van een rail 310. Op de foto zijn de drie elementen zo geplaatst zoals ze in elkaar kunnen geschoven worden. De ribben 210 van het deksel 200 kunnen in de uitsparing van de koordomleider 100 geschoven worden en sluiten nauw aan met de binnenzijde van de rail 310. Op de foto is ook een ribbe 111 van de koordomleider zichtbaar die nauw aansluit met de binnenzijde van rail wanneer de verschillende onderdelen in elkaar geschoven zijn. FIG. 7 toont een foto waarbij het deksel 200, de koordomleider 100, en de rail 310 in elkaar geschoven zijn. Op deze foto wordt de onderzijde getoond. De sleuf 152 waardoor de koord geleid wordt en de gaten 151 waardoor de koord kan omgeleid worden zijn op deze figuur zichtbaar. FIG. 8 toont een foto van dezelfde koordomleider 100 en van hetzelfde deksel 200. Deze foto toont een zijaanzicht van beide. Op de foto is de sleuf 152 in de tweede zijde 150 van de koordomleider 100 te zien. Zowel de tweede zijde 150 als de sleuf 152 staan orthogonaal op de eerste zijde 110. In de eerste zijde 110 is de uitsparing 112 zichtbaar. Ook een ribbe 111 is te zien op de foto. De uitsparing 112 komt overeen met de ribben 210 van het deksel 200. Het deksel 200 kan bijgevolg in de uitsparing 112 van de koordomleider 100 geschoven worden en vervolgens in de rail 310 geschoven worden. Daarbij wordt de koordomleider gemonteerd op de rail zonder dat hiervoor enige schroeven of lijm of andere bevestigingsmiddelen nodig zijn. Een deel van de ribbe 210 van het deksel is cirkelvormig. Hierin kan de opwindbuis gemonteerd worden.In a second aspect, the present invention relates to a suspension system 300 in which a cord diverter 100 is mounted on the end of a rail 310 of the suspension system 300. For example, the cord diverter 100 may be slid directly onto the rail as illustrated in FIG. 5. It is also possible that the cord diverter 100 is clamped between a cover 200 and the rail 310. An example of this is illustrated in FIG. 3. In embodiments of the present invention, the cords 330 are, for example, diverted to between 20 and 30 cm from the ends of the rail. FIG. 6 shows a photograph of a cord diverter 100 according to embodiments of the present invention. The front view of the cord diverter is shown here. Both the first side 110 and the second side 150 are visible. On this photo there is also a lid 200, and a piece of a rail 310. On the photo the three elements are positioned in such a way that they can be pushed together. The ribs 210 of the lid 200 can be slid into the recess of the cord diverter 100 and fit closely with the inside of the rail 310. The photo also shows a rib 111 of the cord diverter that closely fits with the inside of the rail when the different parts are pushed together. FIG. 7 shows a photograph in which the lid 200, the cord diverter 100, and the rail 310 are slid into each other. The bottom is shown on this photo. The slot 152 through which the cord is guided and the holes 151 through which the cord can be guided are visible in this figure. FIG. 8 shows a photograph of the same cord diverter 100 and of the same lid 200. This photograph shows a side view of both. In the photo, the slot 152 can be seen in the second side 150 of the cord diverter 100. Both the second side 150 and the slot 152 are orthogonal to the first side 110. In the first side 110, the recess 112 is visible. A rib 111 can also be seen in the photo. The recess 112 corresponds to the ribs 210 of the lid 200. The lid 200 can therefore be slid into the recess 112 of the cord diverter 100 and subsequently slid into the rail 310. The cord diverter is mounted on the rail without the need for any screws or glue or other fasteners. A portion of the rib 210 of the lid is circular. The winding tube can be mounted in this.

De verschillende aspecten van de uitvinding kunnen eenvoudig met elkaar worden gecombineerd, en de combinaties corresponderen aldus eveneens met uitvoeringsvormen volgens de huidige uitvinding.The various aspects of the invention can be easily combined with each other, and the combinations thus also correspond to embodiments according to the present invention.

Claims (6)

ConclusiesConclusions 1. - Een koórdömleider (100), voor het omleiden van een koord van een ophangingssysteem (300) voor gordijnen van een oorspronkelijke positie verticaal boven een aanknopingspunt van het gordijn naar een andere positie in lengterichting van het ophangingssysteem waar de koord wordt opgewikkeld, waarbij de koordomleider een eerste zijde (110) en een tweede zijde (150) omvat die loodrecht op elkaar staan, waarbij de eerste zijde (110) past op het uiteinde van een rail (310) van het ophangingssysteem of kan geklemd worden tussen de rail (310) en een deksel (200) dat op het uiteinde van de rail past, en waarvan de tweede zijde (150) voorzien is van minstens 1 gat (151) om de koord (330) door teleiden, en waarbij de koordomleider (100) zo gevormd is dat de tweede zijde (150), wanneer gemonteerd op het horizontaal gemonteerd ophangingsysteem, zich aan de onderzijde van de rail (310) bevindt.1. - A cord guide (100) for diverting a cord from a hanging system (300) for curtains from an original position vertically above a connecting point of the curtain to another longitudinal position of the suspension system where the cord is wound, the cord diverter comprises a first side (110) and a second side (150) that are perpendicular to each other, the first side (110) fitting on the end of a rail (310) of the suspension system or being clampable between the rail ( 310) and a cover (200) that fits on the end of the rail, and the second side (150) of which has at least 1 hole (151) around the cord (330) by teleiding, and wherein the cord diverter (100) shaped so that the second side (150), when mounted on the horizontally mounted suspension system, is on the underside of the rail (310). 2. - Een koordomleider (100) overeenkomstig conclusie 1, waarbij de koordomleider (100) ribben (111) bevat die loodrecht staan op de eerste zijde (110) en waarbij deze ribben en de tweede zijde (150) zich aan dezelfde kant van de eerste zijde bevinden en waarbij deze ribben geconfigureerd zijn om nauw aan te sluiten met de binnenzijde en/of buitenzijde van het uiteinde van de rail (310) van het ophangingssysteem (300).A cord diverter (100) according to claim 1, wherein the cord diverter (100) comprises ribs (111) perpendicular to the first side (110) and wherein said ribs and the second side (150) are on the same side of the located on the first side and wherein these ribs are configured to fit closely with the inside and / or outside of the end of the rail (310) of the suspension system (300). 3. - Een koordomleider (100) overeenkomstig één van de voorgaande conclusies, waarbij in de eerste zijde (110) een uitsparing (112) is aangebracht waardoor de ribben (210) van een deksel (200) door de uitsparing (112) van de eerste zijde (110) kunnen gestoken worden.A cord diverter (100) according to any of the preceding claims, wherein a recess (112) is provided in the first side (110) through which the ribs (210) of a cover (200) pass through the recess (112) of the first side (110) can be inserted. 4. - Een koordomleider (100) overeenkomstig één van de voorgaande conclusies, waarbij er meerdere gaten (151) aanwezig zijn in de tweede zijde en waarbij deze gaten gespreid zijn in een richting loodrecht op de eerste zijde.A cord diverter (100) according to any of the preceding claims, wherein a plurality of holes (151) are present in the second side and wherein these holes are spread in a direction perpendicular to the first side. 5. - Een koordomleider (100) overeenkomstige één van de voorgaande conclusies, waarbij in'de tweede zijde een sleuf tl52) aanwezig is loodrecht op de eerste zijde en aan dezelfde kant als de eerste zijde (152) waarbij elk gat (151) uitmondt in de sleuf (152).A cord winder (100) as claimed in any one of the preceding claims, wherein a slot tl52) is present in the second side perpendicular to the first side and on the same side as the first side (152) with each hole (151) terminating in the slot (152). 6. - Een ophangingssysteem 300 voor het bevestigen van een gordijn, waarbij een koordomleider 100 overeenkomstig één van de voorgaande conclusies gemonteerd is op een uiteinde van een rail van het ophangingssysteem.A suspension system 300 for fixing a curtain, wherein a cord diverter 100 according to one of the preceding claims is mounted on one end of a rail of the suspension system.
BE2014/5002A 2014-07-23 2014-09-29 Cord diverter for curtain systems BE1021084B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP15178157.2A EP2977539A1 (en) 2014-07-23 2015-07-23 Cord diverter for curtain systems

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2014/0574 2014-07-23
BE201400574 2014-07-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021084B1 true BE1021084B1 (en) 2016-03-16

Family

ID=52589193

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2014/5002A BE1021084B1 (en) 2014-07-23 2014-09-29 Cord diverter for curtain systems

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1021084B1 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2792999A (en) * 1953-11-02 1957-05-21 Lorentzen Hardware Mfg Corp Venetian blind installation bracket
WO1985002760A1 (en) * 1983-12-27 1985-07-04 General Clutch Corp. Headrail hardware for hanging window coverings
JPH10159467A (en) * 1996-11-29 1998-06-16 Nichibei Co Ltd Manipulating structure of blind
EP1645716A1 (en) * 2004-10-08 2006-04-12 Ke-Min Lin Winding device for a window blind

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2792999A (en) * 1953-11-02 1957-05-21 Lorentzen Hardware Mfg Corp Venetian blind installation bracket
WO1985002760A1 (en) * 1983-12-27 1985-07-04 General Clutch Corp. Headrail hardware for hanging window coverings
JPH10159467A (en) * 1996-11-29 1998-06-16 Nichibei Co Ltd Manipulating structure of blind
EP1645716A1 (en) * 2004-10-08 2006-04-12 Ke-Min Lin Winding device for a window blind

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1594385B1 (en) Pull down, push up, shade assembly
RU2571030C2 (en) Louvres
US10550635B2 (en) Window covering control apparatus
JP2014152603A (en) Blind
NL2020963A (en) BOTTOM RAIL ASSEMBLY FOR A COVERING WITH ADJUSTABLE ROLLER POSITION AND RELATED METHODS
US20110247766A1 (en) Control system for cordless blinds
BE1021084B1 (en) Cord diverter for curtain systems
US20110308742A1 (en) Window Shade Apparatus
DK3129575T3 (en) Ladder collection for the blinds
US6622770B1 (en) Tape drum for venetian type blinds
US20150167380A1 (en) Window Blind Apparatus
ITPD20130354A1 (en) STACKING UNIT OF SLATS ON A SUPPORTING LADDER WITH DOUBLE CROSSPIECES FOR THE PRODUCTION OF VENETIAN BLINDS AND METHOD OF FIXING LAMELS ON A LADDER WITH DOUBLE CROSSLINES
US10584530B2 (en) Transmission device for cordless window shades
NL2007713C2 (en) CORD-WRAPPING DEVICE FOR A SCREEN, SUCH AS A WINDOW COVER.
US10036199B2 (en) Window blind
JP6334848B2 (en) Horizontal blind
EP2977539A1 (en) Cord diverter for curtain systems
JP6082088B2 (en) Horizontal blind
JP2019082085A (en) Horizontal blind
JP6598456B2 (en) Horizontal blind
JP6235229B2 (en) Solar shading material lifting device, support member
EP2031178A2 (en) Wind restraint for a roller door curtain
NL2016918B1 (en) Venetian blind and method for assembling such a venetian blind
KR101879689B1 (en) Elavator type lighting tower
JP6340312B2 (en) Slat guide mechanism in shutter device

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: INSIDE BLINDS NV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), FUSION; FORMER OWNER NAME: SHADOW-LNSIDE NV

Effective date: 20200629